TUSSENBALANS NU „KAMPEN* IS AFGEWERKT DOMINEE IN DECEMBER DE BLIJVENDE SCHA T Ds. Dun in Hummelo wil geen preekmasjien zijn Elk jaar synode Een stem Eén bij 4 Zwaar Zingen Plan in Lunteren Geestelijk leven Synode in Hogeveen van de Vrijgemaakte Gereformeerde Kerken Na wekenlang beraadslaagd te heb ben is de generale synode van de Gere formeerde Kerken Vrijgemaakt, die in Hoogeveen vergadert, j.I. woensdag klaargekomen met de behandeling van de vele moeilijkheden die samen de zgn. zaak-Kampen vormen. Na de problemen die opgelost moesten wor den bij de opening van de synode in april, toen twee afvaardigingen uit Noord-Holland zich meldden, was deze kwestie de eerste die de synode zou afwerken. Zij had besloten het con flict in Kampen eerst te bespreken, omdat zij de nieuwe hoogleraar, die de vacature van prof. C. Veenhof aan de Theologische Hogeschool in Kam pen gaat vervullen, pas wilde benoe men, als zij een uitspraak betreffende de scheuring in die stad had gedaan. Nu zij met deze kwestie die de be trokken commisie „ingrijpend, om vangrijk en gecompliceerd" achtte, ge reed is, heeft zij dan ook dr. C. Trimp te Groningen tot hoogleraar benoemd. In de plaats van prof. Veenhof zal dr. Trimp, als hij de benoeming aan neemt, ambtelijke vakken gaan doce ren. De kwestie-Kampen omvatte een he le reeks zaken. Het zgn. attestenbesluit, de schorsing van de lectoren drs. D. J. Buwalda en dr. H. M. Mulder, de be handeling van de hoogleraren prof. dr. H. J. Jager en prof. C. Veenhof, de aanklacht van de kerkeraad van Maas sluis tegen prof. J. Kamphuis, de hou- dlng van ds. J. O. Mulder te Kampen ten aanzien van de Open Brief, de opvat tingen van ds. B. Telder inzake de zgn. tussentoestand (het leven na de dood), die in de kerk van Kampen zouden zijn toegelaten, de leer van ds. Mulder en ds. G. Visee te Kampen over de wet en speciaal over het vierde gebod, de oproep van de ouderlingen W. C. van Dijk en D. J. Gritter om de meer derheid van de kerkeraad van Kampen niet meer te volgen dat alles heeft de synode op het zomerreces na, van de opening af beziggehouden. Bij de meeste van deze onderwerpen stond de bekende Open Brief centraal. Verleden week, 31 oktober, Hervor mingsdag, was het drie jaar geleden dat 25 leden van de Gereformeerde Ker ken Vrijgemaakt, onder wie 18 predi kanten, deze brief zonden aan de Te huisgemeente in Groningen, die ach ter ds. A. van der Ziel stond. Er wa ren maatregelen genomen tegen deze predikant, die zich niet kon verenigen met de koers zoals die bijvoor beeld wordt gevolgd in het weekblad De Reformatie en die o.a. wilde sa menspraken met de Gereformeerde Ker ken. Dit had geleid tot de vorming van een afzonderlijke gemeente, de Tehuis gemeente. In de Open Brief werd ge waarschuwd tegen wat men noemde „een vrijmakingsgeloof". Andere leden van de vrijgemaakte kerken zagen in deze brief een aantasting van de belij denis en een verloochening van de Vrijmaking. Deze Open Brief was de aanleiding geworden tot het attestenbesluit. Iede re student die zich laat inschrijven aan de Theologische Hogeschool te Kampen, moet een attest van zijn kerkeraad to nen. De senaat had in '67 besloten dat studenten die 'n attest overleggen dat is afgegeven door 'n kerkeraad die geen belangrijke bezwaren heeft tegen de Open Brief, zich aan een onderzoek moesten onderwerpen. De geestverwan ten van de schrijvers van de Open Brief zagen dit als discriminatie. De lectoren Buwalda en Mulder wilden daarop niet meer medewerken aan examens en werden door de curatoren geschorst. Ds. Mulder in Kampen was een van de ondertekenaars van de Open Brief en daarom diende prof. J. Kamphuis bij de Kerkeraad van Kampen een bezwaarschrift in. De kerkeraad vond daarin echter geen aanleiding om te twijfelen aan de trouw van ds. Mulder aan de belijdenis. De particuliere syno de van Overijssel (1968) stelde echter de kerkeraad in het ongelijk en meen de dat de raad ds. Mulder wél moest vermanen. Twee ouderlingen, de heren Van Dijk en Gritter, waren het echter met de besluiten van de kerkeraad niet eens en riepen 21 juni 1967 de gemeen te op van achter de meerderheid van de kerkeraad. Het deel dat daaraan ge hoor gaf, hield zondag 25 juni daarop volgend afzonderlijke kerkdiensten. Van die tijd af bestonden er in Kampen twee Vrijgemaakte kerken, die naar hun scriba de kerk-Bos en de kerk- Gritter werden genoemd. Vier hoogle raren van de Theologische Hogeschool kozen voor de kerk-Gritter. langrijke bezwaren hadden tegen de Open Brief. Dat was 'n principiële be slissing en 't was te voorzien dat de sy node in alle besluiten die zij zou ne men, dezelfde koers zou volgen. Alle bezwaarschriften zijn dan ook afgewe zen, zij het ook dat de synode op be paalde formele punten de indieners er van wel in het gelijk heeft gesteld. Vooral wat betreft de opvattingen van ds. Mulder en ds. Visee over de wet heeft de synode verklaard dat de Par ticuliere synode van Overijssel niet juist heeft gehandeld. Een poging om ds. Mulder en ds. Visee te horen zou op haar plaats zijn geweest. Maar wat de principiële zaak aangaat, gaf zij de Overijsselse synode gelijk. De Synode staat op het standpunt dat de richting die de ondertekenaars van de Open Brief en ook de lectoren, prof. Jager, prof. Veenhof en ds. Visee geko zen hebben en die men wel ongeveer vindt weerspiegeld in de kring van het weekblad Opbouw, gevaarlijk is voor de handhaving van de belijdenis. Die belijdenis moet van a tot z letterlijk worden gehandhaafd. Dat wil niet zeg gen dat de synode haar als onfeilbaar beschouwt, want zij ziet haar natuur- lijk als mensenwerk. Maar de enige mogelijkheid om bezwaren in te bren gen is de zgn kerkelijke weg. Dat bete kent dat men een gravamen, een be zwaarschrift tegen de leer indient bij de kerkelijke vergaderingen. Wie dat niet doet, is gebonden aan de belijdenis. Meermalen is er in de synode voor gewaarschuwd dat de weg die Opbouw kiest leidt tot relativisme en oecume- nisme. Zo zou de deur open warden ge zet voor leefvrijheid. Wanneer de sy nodeleden waarschuwen tegen relati vering en verslapping, denken zij on getwijfeld ook aan de ontwikkelingen in de Gereformeerde Kerken waar de nieuwere theologie velen verontrust. Die ontwikkelingen slaan ook de vrijge maakt gereformeerde kerken met be zorgdheid gade en zij vrezen dat zij die, zoals prof. Jager, menen dat de belijdenis Gods Woord niet naspreekt, maar slechts wil naspreken, de eer ste stappen zetten op een weg die leidt naar de vrijzinnigheid. Daarbij heeft men er ook op gewezen dat de hoogle raren en de predikanten hebben beloofd dat zij de belijdenis geheel aanvaarden als zij geen bezwaarschrift indienen. Vandaar dat prof. Jager en prof. Veen hof van woordbreuk werden beschul digd. De beslissingen die de synode in al deze zaken heeft genomen, lagen in dezelfde lijn. Dat was ook wel te ver wachten na de uitspraak die zij bij de opening had gedaan. Toen zij op 15 april voor het eerst bijeenkwam, moest zij kiezen welke afvaardiging uit Noord- Holland zij als wettig zou erkennen. Zij heeft toen de afgevaardigden van die particuliere synode toegelaten die be- De synode is zeer homogeen. De af vaardiging uit Noord-Holland die onge twijfeld oppositie zou hebben gevoerd, is immers niet toegelaten. Het enige synodelid dat bezwaren maakt tegen de weg die Hoogeveen gaat, is ds. J. C. Janse uit Velp. Hij meent dat de sy node zich te weinig verdiept in de eige- lijke oorzaken. Hoe komt het, heeft hij gevraagd, dat de broeders elkaar niet meer verstaan en dat er zo'n conflicts situatie kwam? De synode moet deze zaken behandelen op een ander niveau. Ook de synode van Amersfoort-West 1967 die een van de ondertekenaars van de Open Brief, ds. B. J. F. Schoep, niet ontving, had op een ander vlak moeten handelen. Wij hebben ons vijf entwintig jaar geleden vrijgemaakt van theologische uitspraken, zei ds. Janse. Die Vrijmaking betekende dat we schriftuurlijk konden spreken en dat zullen we nu ook met elkaar moeten doen, Is dat gebeurd? vroeg hij. De opvattingen van ds. Janse vinden in de synode echter geen weerklank. Uiteraard worden de standpunten bij de verschillende onderwerpen van bei de zijden herhaald. „Dat houdt ons op een onverantwoorde manier op", heeft ds. D. van Houdt al een keer gezegd. En een van de rapporteurs van com missie 1, ds. S. S. Cnossen, heeft ds. Janse voorgehouden dat de synode juist bezig is met de zaken die ook in 1944 aan de orde waren. Waar zou het anders om gaan, zei hij, dan om de handhaving van wat de Here ons in de Vrijmaking heeft geschonken? Dat de synode de Overijsselse syno de vrijwel over de gehele lijn gelijk gaf, betekent in feite dat de kerk-Bos in Kampen buiten het verband is gezet. De classis Kampen was namelijk ook ge scheurd in een classis Kampen (Emmel- oord) en 'n classis Kampen (Dronten). De particuliere synode heeft de laatste erkend en de eerste afgewezen. Tot de classis Emmeloord behoorde ook de kerk-Bos. Door achter Overijssel te staan heeft de synode te kennen gege ven dat ze het verband met deze clas sis en dus ook met de kerk-Bos als ver broken beschouwt. Er staan nog heel wat zaken op de agenda van de synode. Er zijn ook in veel andere plaatsen moeilijkheden die op deze synode ter sprake zullen ko men. En dan zijn er nog verschillende „gewone" onderwerpen, zoals de psalm berijming, de bundel Enige gezangen, de revisie van de catechismustekst in hedendaags Nederlands, de geestelijke verzorging van militairen, de regeling van de positie van de legerpredikanten en de doop van wettig geadopteerde kinderen. De behandeling daarvan zal nog heel wat uren kosten en de kans dat de praeses in 1969 nog de ha mer zal kunnen laten rusten, is niet erg groot meer. „De feestdagen vallen mooi zeggen we dan en we kijken op de kalenderEerste Kerstdag op donderdag, de Tweede op vrijdag, zaterdag en zondag vrij. twee dagen werken en we hebben oud en nieuwjaar bereikt. En met nog één dag werken hebben we dan de eerste halve week van het nieuwe jaar weer vol. De dominee kijkt er anders naar. Nu maar in vroeger jaren nog vee; sterker. Want het betekende op zondag 21 december twee maal preken; op 25 december twee maal preken; op 26 december één maal preken en waarschijnlijk nog wel een zangdienst of iets dergelijks; op zondag 28 december twee maal preken; op oudejaarsavond één maal preken; op nieuwjaarsdag één maal preken; en op zondag 3 januari twee maal preken. Welgeteld elf maal in een periode van veertien dagen. En dan niet zo maar een preek op Kerstmorgen en op oudejaarsavond verwacht men iets van de dominee. Iets bijzonders. Op het ogenblik is die „tiendaagse veldtocht" zoals de dominees die laatste dagen van december plachten te noemen misschien wat in hevigheid afgezwakt. Er worden diensten gecombineerd en er wordt ook meer onderling geruild geen dominee is immers in staat om in veertien dagen tijds elf „doorwrochte" preken af te leveren Daarvoor bestaat wel begrip in iedere gemeente. Bij dit alles komt dan nog het heel aparte probleem van ds F. J. Dun, Ned. Hervormd predikant te Hummelo. Zijn problemen zijn de december- trouwlustigen. Ze hebben hem in zijn kerkbode de hartekreet ontlokt „Ik pas ervoor een preekmasjien te worden I" Het klinkt wat onaards, wat vreemd en ijl, over schatten in de hemel te ho ren spreken. Maar vergeet u niet, dat het de Heere Jezus Christus is, Die het doet. Hij heeft troon en kroon willen verlaten, en, waar Hij zo onzegbaar rijk was, nameloos arm willen worden,' om de toegang tot deze hemelse schatten te ontsluiten. We weten toch eigenlijk wei nig van de hemel af. En--- wat zouden daar nu voor schatten te zoeken en te vinden zijn, en hoe kan ik die nu al op deze aarde vergaderen? Ja, de alles- beslissende vraag is deze: hoe kom ik in kontakt, in betrekking met de hemel, en hoe krijg ik deel aan, en dan ook: de beschikking óver de aldaar (verborgen) aanwezige schatten? Volgens de Bijbel gaat hetniet om de hemel zodanig, maar om hetgeen de he mel tot hemel maakt. En dat is God Zelf, de Drieënige, Vader, Zoon en Hei lige Geest. Nu gaat het erom, dat wij aan deze kant van dood en graf, God tot ons Deel en Goed mogen krijgen. Van nature is Hij „onze" God en Vader niet, en kennen wij Hem biet als een verge vend Ontfermer. Een te haastig-gestelde sluitrede van „God is ons aller Schep per, én dus onze Vader in Christus" zal eenmaal blijken te hebben berust op een ontzettend zelfbedrog. Daarom, wie deze hemlse schatten wil vergaderen, moet ze eerst in en bij zich zelf missen. Onze oudvaders spraken te recht over 's mensen „Godsgemis". Iets ja alles uit en van onszelf te missen, en dan op zoek, lezer (es)! Weet u de weg? Christus spreekt elders in (Jeze Berg rede (Matth. 5-7) van „zoeken, kloppen en bidden!" De heilsmiddelen staan ons elke rustdag, ja zelfs elke door-de- weekse dag ten dienste. Elke dag mo gen we onze knieën buigen voor de hoge God, en Zijn heilig Woord opslaan, om ons, arme dwazen die we zijn, wijs te laten maken tot zaligheid. Smytegelt zegt ergens zo treffend, dat er elke dag des Heeren een geestelijke „jaar markt" van Godswege gehouden wordt. Komt tot de wateren, o alle gij dorsti- gen, ja, komt, koopt en eet, zonder geld en zonder prijs (Jes. 55,1). Dat is dus een nogal vreemde markt. Want de heerlijkste, immers: hemelse schatten worden ons daar voor hiets, gratis aan geboden. Zou het er „storm lopen?" Christus biedt er Zichzelf aan, om dóór Hem tot de Vader te gaan. Christus, als Borg en Middelaar, vormt wel het ge zegend Middelpunt van de hemel, voor een ellendig en arm zondaarsvolk. Als we Hem dus maar mogen kennen, zien en omhelzen in en door het geloof, dan is de weg open en vrij naar het Vader- harte Gods. Hebt daarom die Christus nodig, als Profeet, Priester en Koning! En vraagt ge, hoe ge Hem vinden zult, ja, hoe ge Hem eerst echt zoeken gaat? Bidt Hem dan om de door Hem aan het kruis verworven ogenzalf des Heiligen Geestes. Die Heilige Geest kan u, blin de, de zielsogen openen, u heilbegerig naar Christus als Zaligmaker doen uit gaan, en u door een waar zaligmakend geloof met God voor-immer verbinden. Zo krijgt u deel aan alle goederen en schatten van het genadeverbond: we dergeboorte en bekering, geloof en ver kiezing, rechtvaardigmaking en heilig making, en eenmaal zelfs de heerlijk- making. Helaas is, wat ik hier noemde voor velen „ouderwets", klinkt het hun koe terwaals in de oren, en lijkt het hun daarom totaal overbodig. Laat God de hemel, en geef ons de aarde maar: zo denkt en spreekt de moderne mens. Intussen is Christus Zelf de grootste Schat, verborgen in de akker van het Woord; Hij heet ook wel „de Parel van grote waarde". Om Hem te bezitten, dient ge alles te verkopen, ja met Pau- lus (Filipp. 3) „schade en drek" te le ren achten. In die weg vergadert ge u zulke Dit is het extra probleem van ds. F. J. Dun, hervormd predikant, 59 jaar, een plezierige pijprokende prater, die al weer heel wat jaartjes in Hummelo staat en het best met zijn gemeenteleden kan vin den. Maar desondanks: „Het heeft fis caal allerlei voordelen om in die laatste maand van het jaar nog te trouwen. Ik ben er alleen maar vóór als je op een fatsoenlijke wijze alles van de belasting terug kan krijgen. Maar dat krijg je ook als je drie weken eerder trouwt!" Elf honderd mensen wonen er in Hummelo dat levert per jaar twaalf tot twintig huwelijken op. Maar bijna de helft van deze gezinstichters wil juist in december hun huwelijk zien ingezegend. En dat is nu net wat ds. Dun niet kan verdragen! Hij zegt: „De tweede helft van decem ber is dermate bezet dat ik aan zo'n huwe lijk niet meer de juiste aandacht kan be steden. Het voorbereiden van collectes, het zingen van de ouden van dagen en van de patiënten in het ziekenhuis, het kerstfeest van de zondagsschool, de adventsavond nee, het is zo al meer dan genoeg". „En dan daar ben ik heel serieus in besteed ik veel tijd aan een huwelijk. Wat ik allereerst probeer, is te weten te komen waarom een paartje in de kerk wil trouwen. Als dat alleen maar voor de show zou zijn, komt dat in een gesprek fel tot uiting. Ik heb dat één keer gehad. Toen heb ik gezegd: denk daar nog eens over na en toen hebben ze zich zelf terugge trokken." „Je moetde kerk niet gebruiken om dat het zo aardig staat. Je moet toch op enigerlei wijze een geloofsbeleving hebben; vragen om Gods zegen omdat God je iets zegt. Ik heb als dienaar van de kerk als dienaar Gods, laat ik het grote woord maar laten vallen de plicht met het bruidspaar te praten, ze voor te bereiden. Dat kost tijd, maar je krijgt er hele leu ke diensten door. Het paar zorgt bijvoor beeld zelf voor bloemen in de kerk en een familielid speelt trompet of fluit." „Nou die aandacht kan er in de kerst tijd niet zijn, want je bent er als predi kant in zo'n dorpsgemeenschap niet af met een kerkdienst. De mensen willen dat je op de receptie komt, dat je aanzit aan een diner als dat er is en misschien nog wel een feestavond. Nee, een bruiloft in Hum melo kost zeker anderhalf, twee dagen." Ds. Dun, vier jaar vlootpredikant in wat toen nog „ons Indië" heette, heeft in zijn kerkblaadje een gedicht van Okke Jager aangehaald om aan te duiden hoe moeilijk het wel is, als je je werk serieus wilt doen: „Weet je dan niet dat preken leven is en sterven tegelijk?" Ds. Dun: „De taak van een predikant in december het evangelie van Kerstmis te verkondigen in een wereld waarin de kreet „God is dood" opgeld doet is zwaar. Als dienaar van de kerk, te praten als dienaar van Christus die zegt Gods zoon te zijn; nee, dat schud je niet zo maar uit de mouw. Ook een tröuwdienst niet. Ik heb nog nooit dezelfde tekst voor mijn preek gebruikt. Dat voorkom ik door ze na gebruik weg te gooien." Al achttien jaar is hij herder van Hum melo: „Ik geloof dat ik wel tachtig pro cent van het dorp tutoyeer. Ik woon in de mooiste pastorie van Nederland. Heel oud, sommige delen zijn van voor 1600. Vanuit de studeerkamer kijk ik op roggevelden, koeien en de kerk. Bijzonder mooi. Ze pra ten vaak wat denigrerend over een boe rendorp, maar ik heb vrij weinig domme boeren ontmoet. Hun wijsheid, hun humor is dikwijls groot." Toch is het leven als dorpsherder geen rimpelloos bestaan. Niet dat er duidelijke grieven zijn, maar er zijn wel moeilijkhe den, Afgezien nog van de dreiging een preekmasjien te worden, is er de kerke lijke ontvolking die niet tegen te houden is. Ds. Dun: „De verkondiging is inhoudelijk moeilijk geworden. Er wordt zoveel aan gevochten, dat ik het niet eenvoudig vind om het Evangelie en de boodschap van de Bijbel dusdanig te vertalen, dat het han teerbaar is in deze maatschappij. Ik heb bijvoorbeeld een poosje geleden gepreekt naar aanleiding van de drie in Breda; ver geleken met een koning in Egypte ze venhonderd jaar voor Christus die leef de als een beest, en die een nieuwe kans krijgt. Conclusie was dat in de bijbel we zenlijk berou.w essentieel is." „Ik doe ook wel eens een enkele keer in het hotel tegenover de kerk „In de gou den karper" een nabespreking van de preek. Ik heb dat gedaan na preken over Israël en de maanreizigers. De preek draagt zo'n monoloog karakter. Ik ben niet tegen het duidelijk verkondigen, maar je wilt ook wel eens wat terug horen." „Je komt op 'n leeftijd dat je minder elastisch bent, de zaken op je routine gaat doen. Dat vind ik een levensgroot gevaar. Daarom ook die angst voor teveel huwe lijken in een korte periode. Het is bij mi. echt nog niet zo dat ik met twee treden tegelijk de kansol oploop. Ik zie er nog steeds tegenop. Maar het gaat telkens over als er wordt gezongen. We hebben een organist die zeer stimulerend speelt. Ik kan nauwelijks wijs houden, maar ik zing knoerdhard mee. Dan kan ik weer al les." Zondagochtend op de kansel, zondagmid dag langs het lijntje van de voetbalvereni ging De Graafschap. Soms voor de radio een ochtendwijding; dan luistert het hele dorp mee. „Geliefd? Neen, dat is dwaas", zegt hij; maar de feiten bespreken hem tegen. Daarom zal aan zijn oproep in het kerkblaadje zonder morren gehoor worden gegeven, Ds. Dun wordt geen preekma sjien. schatten in de hemel, die hier op aarde al wel in beginsel verkregen, maar eerst in de hemel, bij Christus' weder komst, ten volle en voor eeuwig ge smaakt en genoten worden. In die weg krijgt ge de ware voor- en toebereiding, om eenmaal op goede gron den de hemelpoort te kunnen binnen gaan. Arme mensen zijn het, diep te be klagen, die pas op hun sterfbed zoeken met God verzoend te raken. Want dan kon de genadetijd wel eens voorbij, en de genademarkt gesloten blijken. Gods kinderen mogen zelfs in de groot ste smarten hun harten in den Heere ga- rust stellen. Ik las eens ergens: God be looft Zijn volk wel een veilige, behouden haven, maar geen rustige vaart. Het kan soms zo stormen in het leven, juist van een christen. De „waaroms" bruisen omhoog, en dreigen het geloofsvuur te blussen. Maar ook dan is er die getrou we Zaligmaker, Die voor de Zijnen bidt, zodat hun geloof niet ophoudt, noch beschaamd gemaakt wordt. De dood kan Gods kinderen, die in Chris tus hun grootste Schat gevonden heb ben als het er op aan komt niet meer verschrikken. Paulus breekt in geloofsjubel uit: wie zal beschuldiging inbrengen tegen de uitverkorenen GodsT Wie zal ons scheiden van de liefde van God in Christus Jezus, onze Heere? (Rom. 8). Zo geeft de Heere niet slechts levens genade, maar ook eenmaal stervens- kracht. Om, gebouwd op de Rots des behouds en niet op het zand van ijdele zelf-inbeelding te mogen we ten: Ik zal, ontwaakt. Uw lof ontvouwen, U in gerechtigheid aanschouwen, verzadig met Uw Godd'lijk beeld (Ps. 17, ber.) In de blijvende dadelijkheid van het liefdeleven met Christus, mag de ziel na het sterven dèlen. Het stof rust dan nog in de aarde. Maar ook dat stof wordt, bij Christus' wederkeer, opge wekt. Gelijkvormig aan Zijn heerlijk opstandingslichaam. En zo zullen d# ware gelovigen, nadat hun ziel mét het lichaam herenigd is, altoos bij de Heer» zijn, om Hem eeuwig te loven en te prij zen. Weet dan, dat zo'n GodverheerliJ- kend sterven alleen kan en zal volgen op een godzalig leven, in de navolging van Christus. O, vergadert u dan geen schatten op de aarde. Christus komt dat alles op de tweede plaats, secun dair, te stellen. Laten de aardse schat ten en goederen dan toch niet dè plaat# in uw hart en leven innemen. Dat gevaar is er zo, ook wanneer we nog staan in de poort van het volle mensenleven, b.v. aan het begin van het huwelijk. Weet het toch, dat het wa re geluk alleen ons deel wordt en blijft, wanneer we samen daarin één zijn, dat we ons eigen leven leerden verliezen, om het uit Christus doorboorde, zege nende handen te ontvangen. De grote les in het aardse huwelijk is de zelfverloochening. Dat zelfde vraagt Christus van al Zijn ware volgelingen. Anders draagt ge uw kruis niet, maar schopt er morrend tegen. Schatten in de hemel: een totaal gereinigde ziel, en een verheerlijkt opstandingslichaam. Geen kreupele Jakobs of lamme Mefi- boseths meer. Vergadert u dan die schatten in de hemel. Zoekt de dingen, die Boven zijn (Kol. 3). Geen kerkgang uit sleur, maar uit behoefte! Geen ge bed uit gewoonte, maar uit de diepten van een zondig dan wel begenadigd hart! Geen lezen van uw Trouwbijbel, omdat het nu eenmaal zo hoort, maar in de wetenschap: God éist van ons, dat we op Zijn Waarheid letten. Deze schat, even duurzaam als kost baar, ja uiterst zeldzaam in deze tijd,: ze kan en mag bemoedigen in ramp en smart. De gelovige mag zichzelf toe- fluiteren: nog een kleine tijd en nog een weinig verdrukking, en dan wacht mij een gans zeer uitnemend eeuwig ge wicht der heerlijkheid. Wie dichtbij de Heere leeft, zal gedurig bidden en roe pen: Maran-atha! „Kom, ja, kom Heere Jezus! Amen. Achterberg (U) d«. J. van der Haar. In plaats van om de twee Jaar zou den de gereformeerde kerken jaarlijks een synode moeten houden. Dit is no dig om in het kerkelijk leven „bij de tijd" te blijven. Tot deze conclusie komt een uitvoerig reorganisatie-rap port, dat bij de gereformeerde synode van Lunteren is ingediend door het stu- diedeputaatschap voor de werkwijze van de synode in samenwerking met de deputaten voor financiën en organisatie. De synodes, die thans om de twee Jaar bijeenkomen, krijgen steeds meer zaken te behandelen. De agenda is zo groot geworden, dat er vaak acht ver- gaderweken van vier tot vijf dagen voor nodig zijn om er doorheen te ko men. Het rapport bevat verschillende suggesties om tot een meer efficiënt# werkwijze te komen, o.a. door de in stelling van een deputaatschap of raad voor gezamenlijke arbeid, die coördine rend kan optreden en het synodale be leid voorbereiden. Men wil er naar streven door een aantal organisatorische maatregelen de duur van een jaarlijkse synêde te be perken tot vier vijf vergaderweken van drie dagen en dan bij voorkeur tegen het weekend, dus van donderdag tot en met zaterdag. Door de vrije zaterdag te benutten zullen meer men sen uit de jongere generatie zich een lidmaatschap van de synode kunnen permitteren. Op het ogenblik is dat voor velen onmogelijk en men treft dan ook vooral onder de ouderlingen verhoudingsgewijs veel gepensioneer den aan. De gemiddelde leeftijd van d# ouderlingen in de huidige synode is 64 jaar. Het rapport bepleit ook een reorga nisatie van de deputaatschappen, di# de opdrachten van de synode uitvoeren. Gesuggereerd wordt ruim dertig van deze deputaatschappen te groeperen in raden voor de diverse sectoren van ker kelijke arbeid, zoals het pastoraat, het diakonaat, de zending, de evangelisatie etc. Daardoor ontstaat een overzichte lijker geheel en dit kan een meer effi ciënte behandeling in de synode bevor deren. Ook bevat het rapport enige sugges ties, die geen tijdsbesparing opleveren, maar die wel bevorderen, dat een sy node in meer „eigentijdse" zin beant woordt aan haar doel: een vergade ring van kerken te zijn. In dit verband noemt het rapport o.a. de mogelijkheid van inspraak van speciale groeperingen en deskundigen, het organiseren van regionale hearings met synodeleden en de opzet van een ruimer informatiebe leid, zodat synoderapporten in het il- gemeen ook vooraf verkrijgbaar wor den gesteld.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 15