TUSSENBALANS
NU „KAMPEN*
IS AFGEWERKT
DOMINEE IN DECEMBER
DE BLIJVENDE SCHA T
Ds. Dun in Hummelo wil
geen preekmasjien zijn
Elk jaar
synode
Een stem
Eén bij 4
Zwaar
Zingen
Plan in Lunteren
Geestelijk leven
Synode in Hogeveen
van de Vrijgemaakte
Gereformeerde Kerken
Na wekenlang beraadslaagd te heb
ben is de generale synode van de Gere
formeerde Kerken Vrijgemaakt, die
in Hoogeveen vergadert, j.I. woensdag
klaargekomen met de behandeling van
de vele moeilijkheden die samen de
zgn. zaak-Kampen vormen. Na de
problemen die opgelost moesten wor
den bij de opening van de synode in
april, toen twee afvaardigingen uit
Noord-Holland zich meldden, was deze
kwestie de eerste die de synode zou
afwerken. Zij had besloten het con
flict in Kampen eerst te bespreken,
omdat zij de nieuwe hoogleraar, die
de vacature van prof. C. Veenhof aan
de Theologische Hogeschool in Kam
pen gaat vervullen, pas wilde benoe
men, als zij een uitspraak betreffende
de scheuring in die stad had gedaan.
Nu zij met deze kwestie die de be
trokken commisie „ingrijpend, om
vangrijk en gecompliceerd" achtte, ge
reed is, heeft zij dan ook dr. C. Trimp
te Groningen tot hoogleraar benoemd.
In de plaats van prof. Veenhof zal dr.
Trimp, als hij de benoeming aan
neemt, ambtelijke vakken gaan doce
ren.
De kwestie-Kampen omvatte een he
le reeks zaken. Het zgn. attestenbesluit,
de schorsing van de lectoren drs. D. J.
Buwalda en dr. H. M. Mulder, de be
handeling van de hoogleraren prof. dr.
H. J. Jager en prof. C. Veenhof, de
aanklacht van de kerkeraad van Maas
sluis tegen prof. J. Kamphuis, de hou-
dlng van ds. J. O. Mulder te Kampen ten
aanzien van de Open Brief, de opvat
tingen van ds. B. Telder inzake de zgn.
tussentoestand (het leven na de dood),
die in de kerk van Kampen zouden zijn
toegelaten, de leer van ds. Mulder en
ds. G. Visee te Kampen over de wet
en speciaal over het vierde gebod,
de oproep van de ouderlingen W. C.
van Dijk en D. J. Gritter om de meer
derheid van de kerkeraad van Kampen
niet meer te volgen dat alles heeft
de synode op het zomerreces na, van
de opening af beziggehouden.
Bij de meeste van deze onderwerpen
stond de bekende Open Brief centraal.
Verleden week, 31 oktober, Hervor
mingsdag, was het drie jaar geleden
dat 25 leden van de Gereformeerde Ker
ken Vrijgemaakt, onder wie 18 predi
kanten, deze brief zonden aan de Te
huisgemeente in Groningen, die ach
ter ds. A. van der Ziel stond. Er wa
ren maatregelen genomen tegen deze
predikant, die zich niet kon verenigen
met de koers zoals die bijvoor
beeld wordt gevolgd in het weekblad
De Reformatie en die o.a. wilde sa
menspraken met de Gereformeerde Ker
ken. Dit had geleid tot de vorming van
een afzonderlijke gemeente, de Tehuis
gemeente. In de Open Brief werd ge
waarschuwd tegen wat men noemde
„een vrijmakingsgeloof". Andere leden
van de vrijgemaakte kerken zagen in
deze brief een aantasting van de belij
denis en een verloochening van de
Vrijmaking.
Deze Open Brief was de aanleiding
geworden tot het attestenbesluit. Iede
re student die zich laat inschrijven aan
de Theologische Hogeschool te Kampen,
moet een attest van zijn kerkeraad to
nen. De senaat had in '67 besloten dat
studenten die 'n attest overleggen dat is
afgegeven door 'n kerkeraad die geen
belangrijke bezwaren heeft tegen de
Open Brief, zich aan een onderzoek
moesten onderwerpen. De geestverwan
ten van de schrijvers van de Open Brief
zagen dit als discriminatie. De lectoren
Buwalda en Mulder wilden daarop niet
meer medewerken aan examens en
werden door de curatoren geschorst.
Ds. Mulder in Kampen was een van
de ondertekenaars van de Open Brief
en daarom diende prof. J. Kamphuis
bij de Kerkeraad van Kampen een
bezwaarschrift in. De kerkeraad vond
daarin echter geen aanleiding om te
twijfelen aan de trouw van ds. Mulder
aan de belijdenis. De particuliere syno
de van Overijssel (1968) stelde echter
de kerkeraad in het ongelijk en meen
de dat de raad ds. Mulder wél moest
vermanen. Twee ouderlingen, de heren
Van Dijk en Gritter, waren het echter
met de besluiten van de kerkeraad niet
eens en riepen 21 juni 1967 de gemeen
te op van achter de meerderheid van
de kerkeraad. Het deel dat daaraan ge
hoor gaf, hield zondag 25 juni daarop
volgend afzonderlijke kerkdiensten.
Van die tijd af bestonden er in Kampen
twee Vrijgemaakte kerken, die naar
hun scriba de kerk-Bos en de kerk-
Gritter werden genoemd. Vier hoogle
raren van de Theologische Hogeschool
kozen voor de kerk-Gritter.
langrijke bezwaren hadden tegen de
Open Brief. Dat was 'n principiële be
slissing en 't was te voorzien dat de sy
node in alle besluiten die zij zou ne
men, dezelfde koers zou volgen. Alle
bezwaarschriften zijn dan ook afgewe
zen, zij het ook dat de synode op be
paalde formele punten de indieners er
van wel in het gelijk heeft gesteld.
Vooral wat betreft de opvattingen van
ds. Mulder en ds. Visee over de wet
heeft de synode verklaard dat de Par
ticuliere synode van Overijssel niet
juist heeft gehandeld. Een poging om
ds. Mulder en ds. Visee te horen zou
op haar plaats zijn geweest. Maar wat
de principiële zaak aangaat, gaf zij
de Overijsselse synode gelijk.
De Synode staat op het standpunt dat
de richting die de ondertekenaars van
de Open Brief en ook de lectoren, prof.
Jager, prof. Veenhof en ds. Visee geko
zen hebben en die men wel ongeveer
vindt weerspiegeld in de kring van het
weekblad Opbouw, gevaarlijk is voor
de handhaving van de belijdenis. Die
belijdenis moet van a tot z letterlijk
worden gehandhaafd. Dat wil niet zeg
gen dat de synode haar als onfeilbaar
beschouwt, want zij ziet haar natuur-
lijk als mensenwerk. Maar de enige
mogelijkheid om bezwaren in te bren
gen is de zgn kerkelijke weg. Dat bete
kent dat men een gravamen, een be
zwaarschrift tegen de leer indient bij
de kerkelijke vergaderingen. Wie dat
niet doet, is gebonden aan de belijdenis.
Meermalen is er in de synode voor
gewaarschuwd dat de weg die Opbouw
kiest leidt tot relativisme en oecume-
nisme. Zo zou de deur open warden ge
zet voor leefvrijheid. Wanneer de sy
nodeleden waarschuwen tegen relati
vering en verslapping, denken zij on
getwijfeld ook aan de ontwikkelingen
in de Gereformeerde Kerken waar de
nieuwere theologie velen verontrust. Die
ontwikkelingen slaan ook de vrijge
maakt gereformeerde kerken met be
zorgdheid gade en zij vrezen dat zij
die, zoals prof. Jager, menen dat de
belijdenis Gods Woord niet naspreekt,
maar slechts wil naspreken, de eer
ste stappen zetten op een weg die leidt
naar de vrijzinnigheid. Daarbij heeft
men er ook op gewezen dat de hoogle
raren en de predikanten hebben beloofd
dat zij de belijdenis geheel aanvaarden
als zij geen bezwaarschrift indienen.
Vandaar dat prof. Jager en prof. Veen
hof van woordbreuk werden beschul
digd.
De beslissingen die de synode in al
deze zaken heeft genomen, lagen in
dezelfde lijn. Dat was ook wel te ver
wachten na de uitspraak die zij bij
de opening had gedaan. Toen zij op 15
april voor het eerst bijeenkwam, moest
zij kiezen welke afvaardiging uit Noord-
Holland zij als wettig zou erkennen. Zij
heeft toen de afgevaardigden van die
particuliere synode toegelaten die be-
De synode is zeer homogeen. De af
vaardiging uit Noord-Holland die onge
twijfeld oppositie zou hebben gevoerd,
is immers niet toegelaten. Het enige
synodelid dat bezwaren maakt tegen de
weg die Hoogeveen gaat, is ds. J. C.
Janse uit Velp. Hij meent dat de sy
node zich te weinig verdiept in de eige-
lijke oorzaken. Hoe komt het, heeft hij
gevraagd, dat de broeders elkaar niet
meer verstaan en dat er zo'n conflicts
situatie kwam? De synode moet deze
zaken behandelen op een ander niveau.
Ook de synode van Amersfoort-West
1967 die een van de ondertekenaars
van de Open Brief, ds. B. J. F. Schoep,
niet ontving, had op een ander vlak
moeten handelen. Wij hebben ons vijf
entwintig jaar geleden vrijgemaakt
van theologische uitspraken, zei ds.
Janse. Die Vrijmaking betekende dat
we schriftuurlijk konden spreken en dat
zullen we nu ook met elkaar moeten
doen, Is dat gebeurd? vroeg hij.
De opvattingen van ds. Janse vinden
in de synode echter geen weerklank.
Uiteraard worden de standpunten bij
de verschillende onderwerpen van bei
de zijden herhaald. „Dat houdt ons op
een onverantwoorde manier op", heeft
ds. D. van Houdt al een keer gezegd.
En een van de rapporteurs van com
missie 1, ds. S. S. Cnossen, heeft ds.
Janse voorgehouden dat de synode
juist bezig is met de zaken die ook in
1944 aan de orde waren. Waar zou het
anders om gaan, zei hij, dan om de
handhaving van wat de Here ons in
de Vrijmaking heeft geschonken?
Dat de synode de Overijsselse syno
de vrijwel over de gehele lijn gelijk
gaf, betekent in feite dat de kerk-Bos
in Kampen buiten het verband is gezet.
De classis Kampen was namelijk ook ge
scheurd in een classis Kampen (Emmel-
oord) en 'n classis Kampen (Dronten).
De particuliere synode heeft de laatste
erkend en de eerste afgewezen. Tot de
classis Emmeloord behoorde ook de
kerk-Bos. Door achter Overijssel te
staan heeft de synode te kennen gege
ven dat ze het verband met deze clas
sis en dus ook met de kerk-Bos als ver
broken beschouwt.
Er staan nog heel wat zaken op de
agenda van de synode. Er zijn ook in
veel andere plaatsen moeilijkheden die
op deze synode ter sprake zullen ko
men. En dan zijn er nog verschillende
„gewone" onderwerpen, zoals de psalm
berijming, de bundel Enige gezangen,
de revisie van de catechismustekst in
hedendaags Nederlands, de geestelijke
verzorging van militairen, de regeling
van de positie van de legerpredikanten
en de doop van wettig geadopteerde
kinderen. De behandeling daarvan zal
nog heel wat uren kosten en de kans
dat de praeses in 1969 nog de ha
mer zal kunnen laten rusten, is niet
erg groot meer.
„De feestdagen vallen mooi zeggen we dan
en we kijken op de kalenderEerste Kerstdag op
donderdag, de Tweede op vrijdag, zaterdag en
zondag vrij. twee dagen werken en we hebben oud
en nieuwjaar bereikt. En met nog één dag
werken hebben we dan de eerste halve week van
het nieuwe jaar weer vol. De dominee kijkt er
anders naar. Nu maar in vroeger jaren nog vee;
sterker. Want het betekende
op zondag 21 december twee maal preken; op
25 december twee maal preken; op 26 december
één maal preken en waarschijnlijk nog wel
een zangdienst of iets dergelijks; op zondag 28
december twee maal preken; op oudejaarsavond
één maal preken; op nieuwjaarsdag één maal preken;
en op zondag 3 januari twee maal preken.
Welgeteld elf maal in een periode van veertien dagen.
En dan niet zo maar een preek op Kerstmorgen
en op oudejaarsavond verwacht men iets van de
dominee. Iets bijzonders.
Op het ogenblik is die „tiendaagse veldtocht"
zoals de dominees die laatste dagen van december
plachten te noemen misschien wat in hevigheid
afgezwakt. Er worden diensten gecombineerd
en er wordt ook meer onderling geruild geen
dominee is immers in staat om in veertien dagen tijds
elf „doorwrochte" preken af te leveren
Daarvoor bestaat wel begrip in iedere gemeente.
Bij dit alles komt dan nog het heel aparte probleem
van ds F. J. Dun, Ned. Hervormd predikant te
Hummelo. Zijn problemen zijn de december-
trouwlustigen. Ze hebben hem in zijn kerkbode de
hartekreet ontlokt
„Ik pas ervoor een preekmasjien te worden I"
Het klinkt wat onaards, wat vreemd
en ijl, over schatten in de hemel te ho
ren spreken. Maar vergeet u niet, dat
het de Heere Jezus Christus is, Die het
doet. Hij heeft troon en kroon willen
verlaten, en, waar Hij zo onzegbaar rijk
was, nameloos arm willen worden,' om
de toegang tot deze hemelse schatten te
ontsluiten. We weten toch eigenlijk wei
nig van de hemel af. En--- wat zouden
daar nu voor schatten te zoeken en te
vinden zijn, en hoe kan ik die nu al op
deze aarde vergaderen? Ja, de alles-
beslissende vraag is deze: hoe kom ik
in kontakt, in betrekking met de hemel,
en hoe krijg ik deel aan, en dan ook: de
beschikking óver de aldaar (verborgen)
aanwezige schatten?
Volgens de Bijbel gaat hetniet om de
hemel zodanig, maar om hetgeen de he
mel tot hemel maakt. En dat is God
Zelf, de Drieënige, Vader, Zoon en Hei
lige Geest. Nu gaat het erom, dat wij
aan deze kant van dood en graf, God tot
ons Deel en Goed mogen krijgen. Van
nature is Hij „onze" God en Vader niet,
en kennen wij Hem biet als een verge
vend Ontfermer. Een te haastig-gestelde
sluitrede van „God is ons aller Schep
per, én dus onze Vader in Christus" zal
eenmaal blijken te hebben berust op een
ontzettend zelfbedrog.
Daarom, wie deze hemlse schatten wil
vergaderen, moet ze eerst in en bij zich
zelf missen. Onze oudvaders spraken te
recht over 's mensen „Godsgemis". Iets
ja alles uit en van onszelf te missen, en
dan op zoek, lezer (es)! Weet u de weg?
Christus spreekt elders in (Jeze Berg
rede (Matth. 5-7) van „zoeken, kloppen
en bidden!" De heilsmiddelen staan
ons elke rustdag, ja zelfs elke door-de-
weekse dag ten dienste. Elke dag mo
gen we onze knieën buigen voor de hoge
God, en Zijn heilig Woord opslaan, om
ons, arme dwazen die we zijn, wijs te
laten maken tot zaligheid. Smytegelt
zegt ergens zo treffend, dat er elke
dag des Heeren een geestelijke „jaar
markt" van Godswege gehouden wordt.
Komt tot de wateren, o alle gij dorsti-
gen, ja, komt, koopt en eet, zonder geld
en zonder prijs (Jes. 55,1). Dat is dus
een nogal vreemde markt. Want de
heerlijkste, immers: hemelse schatten
worden ons daar voor hiets, gratis aan
geboden. Zou het er „storm lopen?"
Christus biedt er Zichzelf aan, om dóór
Hem tot de Vader te gaan. Christus, als
Borg en Middelaar, vormt wel het ge
zegend Middelpunt van de hemel, voor
een ellendig en arm zondaarsvolk. Als
we Hem dus maar mogen kennen, zien
en omhelzen in en door het geloof, dan
is de weg open en vrij naar het Vader-
harte Gods. Hebt daarom die Christus
nodig, als Profeet, Priester en Koning!
En vraagt ge, hoe ge Hem vinden zult,
ja, hoe ge Hem eerst echt zoeken gaat?
Bidt Hem dan om de door Hem aan het
kruis verworven ogenzalf des Heiligen
Geestes. Die Heilige Geest kan u, blin
de, de zielsogen openen, u heilbegerig
naar Christus als Zaligmaker doen uit
gaan, en u door een waar zaligmakend
geloof met God voor-immer verbinden.
Zo krijgt u deel aan alle goederen en
schatten van het genadeverbond: we
dergeboorte en bekering, geloof en ver
kiezing, rechtvaardigmaking en heilig
making, en eenmaal zelfs de heerlijk-
making.
Helaas is, wat ik hier noemde voor
velen „ouderwets", klinkt het hun koe
terwaals in de oren, en lijkt het hun
daarom totaal overbodig. Laat God de
hemel, en geef ons de aarde maar: zo
denkt en spreekt de moderne mens.
Intussen is Christus Zelf de grootste
Schat, verborgen in de akker van het
Woord; Hij heet ook wel „de Parel van
grote waarde". Om Hem te bezitten,
dient ge alles te verkopen, ja met Pau-
lus (Filipp. 3) „schade en drek" te le
ren achten.
In die weg vergadert ge u zulke
Dit is het extra probleem van ds. F. J.
Dun, hervormd predikant, 59 jaar, een
plezierige pijprokende prater, die al weer
heel wat jaartjes in Hummelo staat en
het best met zijn gemeenteleden kan vin
den. Maar desondanks: „Het heeft fis
caal allerlei voordelen om in die laatste
maand van het jaar nog te trouwen. Ik
ben er alleen maar vóór als je op een
fatsoenlijke wijze alles van de belasting
terug kan krijgen. Maar dat krijg je ook
als je drie weken eerder trouwt!" Elf
honderd mensen wonen er in Hummelo
dat levert per jaar twaalf tot twintig
huwelijken op. Maar bijna de helft van
deze gezinstichters wil juist in december
hun huwelijk zien ingezegend. En dat is
nu net wat ds. Dun niet kan verdragen!
Hij zegt: „De tweede helft van decem
ber is dermate bezet dat ik aan zo'n huwe
lijk niet meer de juiste aandacht kan be
steden. Het voorbereiden van collectes, het
zingen van de ouden van dagen en van de
patiënten in het ziekenhuis, het kerstfeest
van de zondagsschool, de adventsavond
nee, het is zo al meer dan genoeg".
„En dan daar ben ik heel serieus
in besteed ik veel tijd aan een huwelijk.
Wat ik allereerst probeer, is te weten te
komen waarom een paartje in de kerk wil
trouwen. Als dat alleen maar voor de show
zou zijn, komt dat in een gesprek fel tot
uiting. Ik heb dat één keer gehad. Toen
heb ik gezegd: denk daar nog eens over
na en toen hebben ze zich zelf terugge
trokken."
„Je moetde kerk niet gebruiken om
dat het zo aardig staat. Je moet toch op
enigerlei wijze een geloofsbeleving hebben;
vragen om Gods zegen omdat God je iets
zegt. Ik heb als dienaar van de kerk als
dienaar Gods, laat ik het grote woord
maar laten vallen de plicht met het
bruidspaar te praten, ze voor te bereiden.
Dat kost tijd, maar je krijgt er hele leu
ke diensten door. Het paar zorgt bijvoor
beeld zelf voor bloemen in de kerk en een
familielid speelt trompet of fluit."
„Nou die aandacht kan er in de kerst
tijd niet zijn, want je bent er als predi
kant in zo'n dorpsgemeenschap niet af met
een kerkdienst. De mensen willen dat je
op de receptie komt, dat je aanzit aan een
diner als dat er is en misschien nog wel
een feestavond. Nee, een bruiloft in Hum
melo kost zeker anderhalf, twee dagen."
Ds. Dun, vier jaar vlootpredikant in wat
toen nog „ons Indië" heette, heeft in zijn
kerkblaadje een gedicht van Okke Jager
aangehaald om aan te duiden hoe moeilijk
het wel is, als je je werk serieus wilt
doen: „Weet je dan niet dat preken leven
is en sterven tegelijk?"
Ds. Dun: „De taak van een predikant
in december het evangelie van Kerstmis
te verkondigen in een wereld waarin de
kreet „God is dood" opgeld doet is
zwaar. Als dienaar van de kerk, te praten
als dienaar van Christus die zegt Gods
zoon te zijn; nee, dat schud je niet zo
maar uit de mouw. Ook een tröuwdienst
niet. Ik heb nog nooit dezelfde tekst voor
mijn preek gebruikt. Dat voorkom ik
door ze na gebruik weg te gooien."
Al achttien jaar is hij herder van Hum
melo: „Ik geloof dat ik wel tachtig pro
cent van het dorp tutoyeer. Ik woon in de
mooiste pastorie van Nederland. Heel oud,
sommige delen zijn van voor 1600. Vanuit
de studeerkamer kijk ik op roggevelden,
koeien en de kerk. Bijzonder mooi. Ze pra
ten vaak wat denigrerend over een boe
rendorp, maar ik heb vrij weinig domme
boeren ontmoet. Hun wijsheid, hun humor
is dikwijls groot."
Toch is het leven als dorpsherder geen
rimpelloos bestaan. Niet dat er duidelijke
grieven zijn, maar er zijn wel moeilijkhe
den, Afgezien nog van de dreiging een
preekmasjien te worden, is er de kerke
lijke ontvolking die niet tegen te houden is.
Ds. Dun: „De verkondiging is inhoudelijk
moeilijk geworden. Er wordt zoveel aan
gevochten, dat ik het niet eenvoudig vind
om het Evangelie en de boodschap van de
Bijbel dusdanig te vertalen, dat het han
teerbaar is in deze maatschappij. Ik heb
bijvoorbeeld een poosje geleden gepreekt
naar aanleiding van de drie in Breda; ver
geleken met een koning in Egypte ze
venhonderd jaar voor Christus die leef
de als een beest, en die een nieuwe kans
krijgt. Conclusie was dat in de bijbel we
zenlijk berou.w essentieel is."
„Ik doe ook wel eens een enkele keer in
het hotel tegenover de kerk „In de gou
den karper" een nabespreking van de
preek. Ik heb dat gedaan na preken over
Israël en de maanreizigers. De preek
draagt zo'n monoloog karakter. Ik ben
niet tegen het duidelijk verkondigen, maar
je wilt ook wel eens wat terug horen."
„Je komt op 'n leeftijd dat je minder
elastisch bent, de zaken op je routine gaat
doen. Dat vind ik een levensgroot gevaar.
Daarom ook die angst voor teveel huwe
lijken in een korte periode. Het is bij mi.
echt nog niet zo dat ik met twee treden
tegelijk de kansol oploop. Ik zie er nog
steeds tegenop. Maar het gaat telkens
over als er wordt gezongen. We hebben
een organist die zeer stimulerend speelt.
Ik kan nauwelijks wijs houden, maar ik
zing knoerdhard mee. Dan kan ik weer al
les."
Zondagochtend op de kansel, zondagmid
dag langs het lijntje van de voetbalvereni
ging De Graafschap. Soms voor de radio
een ochtendwijding; dan luistert het hele
dorp mee. „Geliefd? Neen, dat is dwaas",
zegt hij; maar de feiten bespreken hem
tegen. Daarom zal aan zijn oproep in het
kerkblaadje zonder morren gehoor worden
gegeven, Ds. Dun wordt geen preekma
sjien.
schatten in de hemel, die hier op aarde
al wel in beginsel verkregen, maar
eerst in de hemel, bij Christus' weder
komst, ten volle en voor eeuwig ge
smaakt en genoten worden.
In die weg krijgt ge de ware voor- en
toebereiding, om eenmaal op goede gron
den de hemelpoort te kunnen binnen
gaan. Arme mensen zijn het, diep te be
klagen, die pas op hun sterfbed zoeken
met God verzoend te raken. Want dan
kon de genadetijd wel eens voorbij, en
de genademarkt gesloten blijken.
Gods kinderen mogen zelfs in de groot
ste smarten hun harten in den Heere ga-
rust stellen. Ik las eens ergens: God be
looft Zijn volk wel een veilige, behouden
haven, maar geen rustige vaart. Het kan
soms zo stormen in het leven, juist van
een christen. De „waaroms" bruisen
omhoog, en dreigen het geloofsvuur te
blussen. Maar ook dan is er die getrou
we Zaligmaker, Die voor de Zijnen
bidt, zodat hun geloof niet ophoudt,
noch beschaamd gemaakt wordt. De
dood kan Gods kinderen, die in Chris
tus hun grootste Schat gevonden heb
ben als het er op aan komt niet
meer verschrikken. Paulus breekt in
geloofsjubel uit: wie zal beschuldiging
inbrengen tegen de uitverkorenen GodsT
Wie zal ons scheiden van de liefde van
God in Christus Jezus, onze Heere?
(Rom. 8).
Zo geeft de Heere niet slechts levens
genade, maar ook eenmaal stervens-
kracht. Om, gebouwd op de Rots
des behouds en niet op het zand van
ijdele zelf-inbeelding te mogen we
ten:
Ik zal, ontwaakt. Uw lof ontvouwen,
U in gerechtigheid aanschouwen,
verzadig met Uw Godd'lijk beeld
(Ps. 17, ber.)
In de blijvende dadelijkheid van het
liefdeleven met Christus, mag de ziel
na het sterven dèlen. Het stof rust dan
nog in de aarde. Maar ook dat stof
wordt, bij Christus' wederkeer, opge
wekt. Gelijkvormig aan Zijn heerlijk
opstandingslichaam. En zo zullen d#
ware gelovigen, nadat hun ziel mét het
lichaam herenigd is, altoos bij de Heer»
zijn, om Hem eeuwig te loven en te prij
zen.
Weet dan, dat zo'n GodverheerliJ-
kend sterven alleen kan en zal volgen
op een godzalig leven, in de navolging
van Christus. O, vergadert u dan geen
schatten op de aarde. Christus komt
dat alles op de tweede plaats, secun
dair, te stellen. Laten de aardse schat
ten en goederen dan toch niet dè plaat#
in uw hart en leven innemen.
Dat gevaar is er zo, ook wanneer we
nog staan in de poort van het volle
mensenleven, b.v. aan het begin van
het huwelijk. Weet het toch, dat het wa
re geluk alleen ons deel wordt en blijft,
wanneer we samen daarin één zijn, dat
we ons eigen leven leerden verliezen,
om het uit Christus doorboorde, zege
nende handen te ontvangen.
De grote les in het aardse huwelijk is
de zelfverloochening. Dat zelfde vraagt
Christus van al Zijn ware volgelingen.
Anders draagt ge uw kruis niet, maar
schopt er morrend tegen. Schatten in de
hemel: een totaal gereinigde ziel, en
een verheerlijkt opstandingslichaam.
Geen kreupele Jakobs of lamme Mefi-
boseths meer. Vergadert u dan die
schatten in de hemel. Zoekt de dingen,
die Boven zijn (Kol. 3). Geen kerkgang
uit sleur, maar uit behoefte! Geen ge
bed uit gewoonte, maar uit de diepten
van een zondig dan wel begenadigd
hart! Geen lezen van uw Trouwbijbel,
omdat het nu eenmaal zo hoort, maar
in de wetenschap: God éist van ons,
dat we op Zijn Waarheid letten.
Deze schat, even duurzaam als kost
baar, ja uiterst zeldzaam in deze tijd,:
ze kan en mag bemoedigen in ramp en
smart. De gelovige mag zichzelf toe-
fluiteren: nog een kleine tijd en nog
een weinig verdrukking, en dan wacht
mij een gans zeer uitnemend eeuwig ge
wicht der heerlijkheid. Wie dichtbij de
Heere leeft, zal gedurig bidden en roe
pen: Maran-atha! „Kom, ja, kom Heere
Jezus! Amen.
Achterberg (U) d«. J. van der Haar.
In plaats van om de twee Jaar zou
den de gereformeerde kerken jaarlijks
een synode moeten houden. Dit is no
dig om in het kerkelijk leven „bij de
tijd" te blijven. Tot deze conclusie
komt een uitvoerig reorganisatie-rap
port, dat bij de gereformeerde synode
van Lunteren is ingediend door het stu-
diedeputaatschap voor de werkwijze
van de synode in samenwerking met de
deputaten voor financiën en organisatie.
De synodes, die thans om de twee
Jaar bijeenkomen, krijgen steeds meer
zaken te behandelen. De agenda is zo
groot geworden, dat er vaak acht ver-
gaderweken van vier tot vijf dagen
voor nodig zijn om er doorheen te ko
men. Het rapport bevat verschillende
suggesties om tot een meer efficiënt#
werkwijze te komen, o.a. door de in
stelling van een deputaatschap of raad
voor gezamenlijke arbeid, die coördine
rend kan optreden en het synodale be
leid voorbereiden.
Men wil er naar streven door een
aantal organisatorische maatregelen de
duur van een jaarlijkse synêde te be
perken tot vier vijf vergaderweken
van drie dagen en dan bij voorkeur
tegen het weekend, dus van donderdag
tot en met zaterdag. Door de vrije
zaterdag te benutten zullen meer men
sen uit de jongere generatie zich een
lidmaatschap van de synode kunnen
permitteren. Op het ogenblik is
dat voor velen onmogelijk en men treft
dan ook vooral onder de ouderlingen
verhoudingsgewijs veel gepensioneer
den aan. De gemiddelde leeftijd van d#
ouderlingen in de huidige synode is
64 jaar.
Het rapport bepleit ook een reorga
nisatie van de deputaatschappen, di#
de opdrachten van de synode uitvoeren.
Gesuggereerd wordt ruim dertig van
deze deputaatschappen te groeperen in
raden voor de diverse sectoren van ker
kelijke arbeid, zoals het pastoraat, het
diakonaat, de zending, de evangelisatie
etc. Daardoor ontstaat een overzichte
lijker geheel en dit kan een meer effi
ciënte behandeling in de synode bevor
deren.
Ook bevat het rapport enige sugges
ties, die geen tijdsbesparing opleveren,
maar die wel bevorderen, dat een sy
node in meer „eigentijdse" zin beant
woordt aan haar doel: een vergade
ring van kerken te zijn. In dit verband
noemt het rapport o.a. de mogelijkheid
van inspraak van speciale groeperingen
en deskundigen, het organiseren van
regionale hearings met synodeleden en
de opzet van een ruimer informatiebe
leid, zodat synoderapporten in het il-
gemeen ook vooraf verkrijgbaar wor
den gesteld.