De polder voelt er niet voor bij Gelderland te horen Jodocus m WjL.w.11 ■□Op Steden Wreiel Voorstelbaar Weinig invloed Dóórgaan Verzet Landdrost Otto De landdrost zo gauw mogelijk overbodig maken SCHAKEN door H. KRAMER DAMMEN door J. M. BOM r BRIDGE door H. W. FILARSKI CRYPTOGRAM Dr. ir. W. M. Otto, direc teur van de rijksdienst voor de IJsselmeerpolders en land drost van het openbaar li chaam Zuidelijke IJsselmeer polders, is een bescheiden man. In tegenstelling tot wat zijn bevoegheden suggereren (en dat is meer dan in een ontwikkeld en democratisch land aanvaardbaar is) is hij democraat. Hoewel hij zich niets hoeft aan te trekken van wat de vertegenwoordigers van de bevolking van Dron- ten, Biddinghuizen, Swifter- bant en Lelystad willen, voert hij juist hun wensen zoveel mogelijk uit. Dr. Otto is alles tegelijk in het gebied van de zuidelijke IJsselmeerpolders. In de wet op het openbaar lichaam Zui delijke IJsselmeerpolders wordt het zo gezegd: „De taak en de bevoegdheden die in een gemeente toekomen aan de raad, aan het college van b. en w. en aan de burge meester worden in het gebied van het openbaar lichaam uit geoefend door de landdrost". De landdrost heeft geen pro vinciaal bestuur boven zich, maar staat rechtstreeks onder de minister van Binnenlandse Zaken. Bovendien en dat staat niet in de wet al is daar wel sprake van geweest is de landdrost directeur van de rijksdienst voor de IJssel meerpolders. Als zodanig moet hij er voor zorgen, dat op de blubber van de droog gevallen polder dorpen ko men, boerderijen, kerken, fa brieken, bossen, jachthavens, en andere voorzieningen. Bovendien nu de polders een belangrijke functie zullen krijgen als woongebied voor de mensen uit de randstad Holland staat de rijksdienst voor de taak de ontwikkeling van steden te stimuleren. Een concreet voorbeeld daarvan is Lelystad, dat zo'n honderddui zend inwoners moet krijgen. Om dat alles op gang te brengen is het van belang dat er vlot gewerkt kan worden ..Zo'n zaak moet worden ge bundeld", zegt dr. Otto, „om te voorkomen dat er alleen maar wordt gepraat." „De combinatie van direc teur van de rijksdienst en landdrost is vergelijkbaar met de development authori ty. die men elders in de we reld kent om woeste gebieden tot ontwikkeling te brengen. Wij zouden als rijksdienst geen stap kunnen verzetten als er in de polders gemeen ten zouden zitten die niet zou den willen meewerken." Dat het systeem werkt is in de praktijk gebleken. Ooste lijk Flevoland, de eerste zui delijke IJsselmeerpolder die tot ontwikkeling is gebracht (de andere, Zuidelijk Flevo land en de Markerwaard, lig gen nog onder water) werd zes jaar geleden alleen nog door personeel van aanne mers en ambtenaren bevolkt. Nu wonen er dertienduizend mensen. En bij die ontwikkeling heeft de landdrost niet eens altijd met de directeur van „de rijksdienst" willen mee werken. „Ik heb wel eens bo ze brieven geschreven aan de directeur van de rijksdienst," zegt dr. Otto zonder daarbij in lachen uit te barsten, zich op dit moment uiteraard land drost voelend. Ook in de adviesraad van Dronten, een college dat door de burgerij is gekozen en dat dr. Otto over de bestuurlijke beslissingen die hij wil ne men, moet horen, zegt hij nu eens „ik" als hij de landdrost bedoelt en dan weer „ik" als hij de directeur van de rijks dienst bedoelt. De positie van de landdrost wordt minder houdbaar naar mate de bevolking in de pol der groeit. Als de rijksdienst ergens in de ruimte van een nieuwe polder een dorp gaat bouwen dan werkt het voor treffelijk als er één man is die de bestuurlijke problemen kan oplossen zonder het werk te stagneren. Zodra evenwel in zo'n dorp mensen wonen dan kan dat gaan irriteren. In Dronten be gint een zekere wrevel over de bestuurlijke situatie merk baar te worden, ondanks de omstandigheid dat er al hard wordt gewerkt aan de instel ling van een gemeente. Men vindt het aan de ene kant te langzaam gaan, ter wijl men en in de vergade ringen van de adviesraad blijkt dat aan de andere kant duidelijk ziet dat de rijksdienst dingen kan doen, die voor een kleine gemeente als Dronten zal worden, nau welijks te realiseren zijn. De wrevel wordt dan ook duidelijk getemperd door het verlangen dat de rijksdienst „eerst nog even" die brug en die straat en dat woningcom plex aanlegt. Ook op andere terreinen heeft die „alleen beslissende" landdrost zijn voordelen. Dr. Otto heeft in „Den Haag" veel weerklank gevonden met zijn opvatting dat het land van de toekomst ook de voorzienin gen van de toekomst moet hebben. Mede daardoor zijn de huizen in de nieuwe polder comfortabeler dan de huizen •ver het algemeen op „het oude land" zijn, daardoor zijn er instructiezwembaden en sportvelden en is er dat prachtige culturele centrum De Meerpaal in Dronten. Dr. Otto kan zich de krege ligheid van de mensen in Dronten over hun onmondig heid wel voorstellen. „Ik sta daar positief tegenover", zegt hij. „Als het niet zo was zou den we nog niet aan instelling van een gemeente toe zijn". Hij streeft ernaar om de mensen in de polder het gaat wat dat betreft alleen om Oostelijk Flevoland zo veel mogelijk bij de zaken te betrekken. Daarom is hij nog nooit afgeweken van de advie zen, die hij van de advies commissies heeft gekregen. Er zijn twee soorten van dergelijke adviescommissies: benoemde en gekozen. Be noemde commissies zijn niet als afgevaardigden van de be volking te beschouwen, ook al omdat die er veelal nog nau welijks zal zijn. Zo'n benoemde commissie werkt nog in Lelystad (al heeft dat ook de langste tijd geduurd). In Dronten is een gekozen commissie: de ad viesraad. Verder is er in Dronten een dagelijks advies college. De landdrost hoeft zich the oretisch van de adviezen van de commissies en de raad niets aan te trekken. Hij moet ze slechts „horen" als hij be slissingen neemt die in een gemeente door de raad wor den genomen of door het col lege van B. en W. „De prak tijk is anders", zegt dr. Otto, „als ik mijn gang maar zou gaan zou ik in moeilijkheden komen. Ik kan van de advie zen afwijken, maar dan moet ik de minister van Binnen landse Zaken wel duidelijk maken waarom. Ik heb dat nog nooit gedaan. Die advies raad zit er trouwens niet voor niets." De structuurplannen van de dorpen die in uitvoering zijn, zijn de enige zaken waarop de adviescolleges weinig invloed hebben. Wel wordt de bevol king er uitvoerig over inge licht, maar omdat het vaak plannen zijn die voortvloeien uit een beleid dat werd uitge stippeld vóór er bewoners wa ren, kan er weinig aan ver anderd worden zonder dat het werk van de rijksdienst er door vertraagd wordt. „Wij investeren hier meer dan honderd miljoen," zegt dr. Otto en hij is weer direc teur van de rijksdienst. „De uitvoering daarvan is geen dictatoriale zaak maar demo cratie op nationaal en niet op lokaal niveau, zoals ook de beslissingen over het Delta plan niet worden genomen in Veere of Yerseke en die over de Eemshaven of Europoort niet in Delfzijl of Vlaardin- gen." Met het veranderen van de inzichten in de toekomst van de IJsselmeerpolders (van toekomstig landbouwgebied zijn ze veranderd in toekom stig woon-, werk- en recreatie gebied) verouderen de plan nen. Zo is het aantal dorpen dat in Oostelijk Flevoland is geprojecteerd in de loop der jaren geslonken van twaalf tot de huidige drie. „Ook de eisen van de bevol king gaan met de ontwikke ling mee", aldus dr. Otto, „de mensen willen geen tweemans schooltje meer in hun dorp maar een complete school en ze willen geen klein kruide niertje, maar een supermar ket." „De polders zullen met hun randmeren, hun stranden, vis water, jachthavens en bossen wij leggen elk jaar meer bos aan dan staatsbosbeheer een recreatiegebied worden van een betekenis die wij nu nog niet in volle omvang kun nen vatten. Vergeet niet: dit hele gebied komt midden in dit barstensvolle land te lig gen!" Dr. Otto steekt zijn teleur stelling over de vertragingen, die het werk in de IJssel meerpolders ondergaat om budgettaire redenen niet onder stoelen of banken. „Dit werk moet niet op een zacht pitje worden gezet", zegt hij. „Zuidelijk Flevoland komt tien jaar te laat. Het Gooi had met zijn woningbouw veel beter uit de voeten gekund als de polder klaar was ge weest". „Deze polders kunnen het centrale probleem van het westen het ruimtegebrek oplossen. Er liggen daar let terlijk onder de rook van Am sterdam polders die een kwart miljoen hectare zullen be slaan". „Dat is een unicum in de wereld. Nergens, waar men worstelt met ruimtegebrek be staat een dergelijke haast on werkelijke kans. Niet in Pa rijs, niet in Londen, niet in het Ruhrgebied". „Dit", zegt hij, „is de ge weldige verdienste van het plan-Lely. Zijn de meeste plannen al verouderd vóór er één spa de grond in gaat, dit plan biedt steeds nieuwe, steeds verrassender perspec tieven. Daarom mogen we hier juist hier niet be zuinigen. Wij maken hier ruimte! En heel goedkoop: ongeveer een gulden per vier kante meter". Zo moet hij praten en zo moeten zijn argumenten zijn als hij op pad is om iets voor de polders gedaan te krij gen. De mensen die op de hoogte zijn van de „kruis tochten" die hij onderneemt om het voorzieningenniveau van de toekomst in de pol ders te realiseren, getuigen er van dat hij heel wat gedaan weet te krijgen. Door de totaal veranderde opvatting ten aanzien van de IJsselmeerpolders door de welvaart en het gevoel dat de mensen er hebben, werkelijk in het hart van het land te wonen voelt men er weinig voor provinciaal te worden in gedeeld bij Overijssel of Gel derland. De mensen in Dronten en Lelystad voelen zich meer thuis in de invloedssfeer van Het Gooi en Amsterdam dan in die van Harderwijk, Nijkerk of Kampen. De adviesraad heeft zich dan ook met hand en tand verzet tegen indeling bij Gel derland of Overijssel. Voorlopig wil men hele maal niet provinciaal worden ondergebracht, terwijl men op langere termijn het meest voelt voor een indeling van alle drie de polders bij Noord Holland. „Onze belangen", zo redeneert men, „liggen niet in Staphorst of Aalten, maar in de randstad". Dit bewustwordingsproces in Oostelijk Flevoland maakt ook dat de mensen zich, overi gens, ten onrechte bevoogd voelen door de landdrost. Ze willen langzamerhand alleen verder. En dr. Otto heeft wei nig moeite met die ontwikke ling. „Zo moet het", zegt hij. „Het is ons streven onszelf zo snel mogelijk overbodig té ma ken..." Tl ij heeft z'n gezicht mee. Ik geloof, dat zijn moe der eens langs een kasteel gewandeld heeft. Daarom heb ik hem Jodocus genoemd. Jawel Jodocus, baron van Sloten. Vijf dagen geleden deed hij zijn intrede in mijn stulp. Hoe dat zo kwam? Je loopt op een goede dag door de gangen van een asiel en je ziet al die honden in hokjes zitten. Oorverdovend geblaf. Je krabt eens hier achter een oor, je wrijft eens daar over een kop. Die éne intrigeerde me. Hij zat helemaal achteraan in de gang achter zijn hek werk en hij keek me aan met een gezicht van ,,Nou, ben ik zielig of niet". Ik keek eens op het kaar tje op zijn hok. Leeftijd acht maanden, Ras bastaard. Reu. Hij zat helemaal vooraan en wenste uitvoerig aangehaald te worden. Hij bleef zitten en ik wist niet eens hoe groot hij zou zijn wanneer hij stond. Je loopt het hele asiel door, praat met de directeur, praat met verzorgers en je gaat nog een keer terug naar het hok van .leeftijd acht maanden". Daar zat hij weer. Grote bruine ogen, veel te grote oren. ,,Ja, er zit een Welsh terrier in", zei de verzorger. En diezelfde middag om half vier werd ik onrustig. Die figuur zit echt op me te wachten, zei ik tegen mezelf, liet het werk voor het werk en reed terug naar het asiel. Gelukkig, hij was er nog. En weer vooraan bij het hekje Maar showen aan een touw tje om te laten zien hoe hij eruit ziet. was er niet bij Het is Meenemen o niet. ,,Die figuur daar moes', maar dringend met mi mee", sprak ik. XJitstekenc meneer", aldus de verzorger en hij ging me voor naar het kantoortje. Naam, adres, pa piertje, geld en een riem ie leen kreeg ik ook. Wij samen naar het hok. ,,Ja, vriend, je gaat met die meneer mee", zei de verzorger en de figuur liet zich rustig de halsband om doen. Maar nauwelijks was het hek open of hij rukte zich als een gek taar de vrijheid toe. Op van de zenuwen sprong hij buiten de asielmuren rond en zat al twee keer op de hurken nog voor ik het por tier open had. De baron nam plaats op de achterbank of hij nooit anders had gedaan. Op dat moment wist ik zijn naam Jodocus. Uteg maar dat het gewoon is, ik geloof het niet. Zeg maar dat het gewoon is, wan neer een hond uit een asiel anderhalf uur bij je thuis is en hij weet overal de weg en gaat onder tafel liggen, of hij die plek al jaren kent. Ik kon geen voet verzet ten of hij stond naast me. Als ik aan mijn bureau ga werken, zit hij er onder. Als ik in de gang loop is hij naast me. Als er gebeld wordt blaft hij één keer en als hij in de buurt van de auto komt herkent hij die uit series an dere geparkeerde voertuigen en wil dringend op de achter bank. Jodocus laat zich gekookte rijst met rauw hart voor zetten met een smoel van Uiteraard. Als ik eet, bedelt hij niet, als ik een sigaret opsteek gaat hij een stap achteruit en als hij buiten op drie benen wenst te staan dan kondigt hij dat duidelijk met een beschaafd gehuil aan. Da's leuk. dacht ik de tweede dag, ik wat werken in de tuin en hij met een lang touw aan de riem aan een boom. Kan hij ook genieten, maar niet er tussen uit. Ja wel, daar vergiste ik me. De riem gleed even uit de hand en Jodocus nam een schui ver... Dwars over het gras de tuin uit en recht in een be lendende modderpoel, waar in niet de meest frisse zaken in de wereld geloosd worden Tot aan z'n nek erin, ja zeker en met moeite aan de overkant eruit, rennend tus sen een stelletje koeien en bereid dit spel voorlopig door te spelen. Maar een behulpzame kin derhand greep de riem en daar stond Jodocus, baron Van Sloten druipend als een gieter, vies als een mesthoop en stinkend als een beerput. "IVf ensen, wat stonk die baron, onvoorstelbaar. Hij keek net zo schuldig als hij was, maar er was een gunstig ding. ,,Ik had al eer der besloten dat hij dringend een goed bad behoefde en bij Wie Wast Woef zouden ze daar wel voor zorgen. Ik had een afspraak moeten maken, 's middags half vijf, want een collie, een boxer, nog 'n bastaard en een herder wa ren voor Jodocus. ,,Die kent u niet meer te rug, als u hem straks komt halen", sprak de baas van de wassalon. ,,Komt u om half zeven maar terug." Dat deed ik. Niet te gelo ven, ik moest me bijna aan de baron voorstellen! Daar zat hij ver schikkelijk schoon glanzend over heel zijn be haarde lijf, keurig gekamd. Hij keek me even een beetje verwaand aan en sprong toen als een gek tegen me op. ,,Niet te geloven dat u die hond pas één dag hebt", zei de meneer van de wassalon ,,Toen u weg was begon hij geweldig te janken. Maar ja, het gebeurt, dan liggen mens en dier elkaar ineens. Dal kan in één ogenblik gebeu ren." Fn zo heeft Jodocus baron Van Sloten zijn intrede bij me gedaan. Hij moet nog even wennen aan de vogels, voor de rest wandelt de baron rond of hij mij in huis ge nomen heeft. Bij een winkel, waar ik een riem voor hem haalde, vroeg een klant ,,Hoe heet hij?" Ik ging iets rechter sfaan en zei zeer duidelijk Jodocus. Jodocus, wat een naam", vond de man. En snoof nog eens Jodocus De baron keek de man vernietigend aan. S-Ws XJ i n 8 *i t'3 jr. f ;- Dc Russische grootmeester Victor Kortschnoj is de laatste jaren vooral in toernooien bijzonder op dreef. Zijn jongste succes was dat te Havanna, hoewel hij hier de eer moest delen met zijn landgenoot Suetin. Het gebeurt maar hoogst zelden dat Kortscfi'nój een partij verliest. De partij hieron der tegen Gligoric moet als een witte raaf wor den beschouwd. Overigens is verliezen tegen deze Zuidstavische matador geen schande, zelfs niet voor een Sowjet-grootmeester, want Gligoric is ai tientallen 'jaren lang een van de beste spelers ter wereld."Daar komt nog bij dat Kortscnnoj zijn tegenstander als het ware de vinger in de mond stak door in te gaan op een opening waarvan Gligoric als een expert be kend staat. Wit: KORTSCHNOJ Zwart GLIGORIC. (Havanna l%9.) Konings-indische verdediging. I. d2—d4, Pg8-f6 2. c2—c4. f gó 3. Pbl-c3, Lf8-g7 4 e2—e4, d7-df» 5. Paf f3, U-0 6. Ltl—e2, Pb8-c6 8. d4-d.\ Pc6~e7 4. Pf3—d2 (Met deze zet heeft Taimanov in de laatste tijd enige successen geboekt. Of de zet ecu versterking zal zijn van het gebruikelijke 9. Pel valt evenwel, na de onderhavige partij, te betwijfelen.) 9. Pf6-d7 (Na 9. Lh6 10. b4, *5 11. bx*5. Tx*5 12. Pb3. Lx cl 13. D'Xcl. Ta8 14. a4 staat wit er het beste voor zoals bleek in de partij Taimanov—Tatai, Venctie 1969.) 10. b2—b4, f7—f5! (Zwart stuurt onmiddel lijk op tegenaanval aan.) II. Pd2—b3!? (Waarschijnlijk verdient II. f3 de voorkeur. Na het vervolg II>Pf6 12. c5, 1'4 13. Pc4! staat het witte paard dan veel actie ver dan in de partij.) 11f5Xe4! (Over deze voortzetting is tot dusver weinig bekend. In dit soort stellingen wordt meestal f5—f4 benevens g6-g5 gespeeld. De kansen zijn zeer moeilijk te schatten omdat wit gereed staat voor een aanval op de andere vleugel.) 12. Pc3xe4, Pd7-f6 13. Pe4-g3 (Op 13. Ld3 kan 13c6! volgen.) 13. Pe7-f5 14. Pg3 X f5, Lc8xf5 15. mtmmmm*. rï-o. GLIGORIC Lcl-e3. h7—h5 16. Dd8-d7 17. Ddl-d2, b7-b6 18. a2-a4 (Wits plan is nu duidelijk: hij wil op de damevleugel aanvallen en daartoe is de hulp van het paard op b3 on ontbeerlijk: zonder dit paard zou zwart a7-a5 kunnen spelen.) 18Ta8—e8 19. a4-a5, e5—e4 (De enige. maar bijzonder gevaarlijke, tegenkans.) 20. a5xb6, e4xf3! 21. LeZxft. a7xb6 22. Tal—a7, Pf6—e4 23. Dd2—cl (Krachteloos is 23. Lxe4, Txe4 24. Lxb6 wegens 24 Txc4.) 23. Lf5—g4! 24. Lf3xg4 (Ook nu is 24. L x b6, L x f3 25. g x f3, T X f3! 26. Tx O, Dg4f niet aan dc orde.) 24. Dd7Xg4 25. Ta7xc7. Lg7-e5 26. Le3-d4 (Een laatste geraffineerde poging de bakens te verzetten.) 26. TfSxflf 27. DcIXfl. Te8-re 28. Dl l—al (Om 28Lxd4| met 29. Dxd4 te beantwoorden. Na 28,-Del, Lxd4f 29. Pxd4 beslist 29TI2 30. g3,Td2' KORTSCHNOJ De opgave van de week: hoe dwong de zwartspeler zijn tegenstander tot de overgave? De oplossing komt in de volaende rubriek. OPLOSSING. Wit (Anderssen): Khl. DhÖ.Tgl en g3. LdJ. Pf3, pionnen a2, f5,12, g7, h2. Zwart (Zukertort): Kg8. Dd6, Td8 en f7. Lb6, Pa5, pionnen a7, b4, c5, c5, h7. Mat in 5 zetten door 1. Dh6Xh7f!, Kg8xh7 30. f5—f6+, Kh7-g8 (Op 30. Dxd3 of 30. e4 komt 31. Th3f.) 31. Ld3-h7f!. Kg8xh7 32. Tg3-h3f, Kh7—g8 33.Th3-h8 mat. In de match tegen Koepcrman, waarin hij zijn titel verdedigt, toont Andreiko opnieuw èn zeer nadrukkelijk, dat hij weliswaar een zeer sterke en bovendien zeer listige kampioen is, maar dat zijn spelopvatting dusdanig is gebon den aan hét behoud van zijn huidige status, dat zijn spel voor het grote publiek bepaald onaantrekkelijk genoemd moet worden. Zeven ronden lang tergde hij zijn uitdager, de „leeuw van Kiev", door consequent en met al le middelen een soort atbraak-tactick te vol gen. die ongetwijfeld sterk aan het moreel van de uitdager moet hebben geknaagd. In de: achtste partij verloor Koeperman zijn geduld en liet zich in op onverantwoorde 'risico's en Andreiko perste in een volmaakte techniek het leven uit de ongezonde opzet van zijn tegen stander. Hieronder de zo rampzalig voor Koe perman verlopen partij: 'Wit: A. Andreiko; zwart: ir. I. Koeperman; 'Moskou 14-10-1969. 1. 32-28 18-22; 2. 37-32 12-18; 3. 41-37 7-12: 4. 32-27 19-23; 5. 28x19 14x23: t. 34-29 23x34; 7. 40x29 1-7; Aldus de opening, die in alle mogelijke variaties in deze match al werd toegepast. 8. 35—30 17—21; Gangbaar is (20-25) 30—24 (10-14) waarna op 24—20 enz een nog steeds moeilijk te beoordelen spelsoort ontstaat. Tac tisch misschien beter dan het in de partij ge speelde. 9. 46-41 21x32; 10. 37x17 12x21; II. 41-37- 7-12; 12.45-40 10-14; 13. 30-24 21-26; 14. 33-28 18-22; De spanningen na (20-25) li|- ken gunstiger voor zwart dan in de partij. 15. 28x17 11x22; 16. 38-33 13-19; Hoewel niet bepaald zwak, toch ook weer niet scherp. Zwart heeft toch geen kans, wits linkervleugel onder druk te houden. 17. 24x13 9x18; 18. 40-34 14-19; Waarom niet (16-21)? 19. 31-27 22x31; 20. 36x27 Zwart gebruikt nu zeer veel tijd om een over spoelende centrumaanval te voorkomen: 20 ---- 8-13; 21. 44-40 4-9; %2. 42-38 20-24; Onder de gegeven omstandigheden misschien nog de beste, al verdient ooi (19-24) om de centrumdoorstoot 29-23 uit te lokken even eens overweging. 23. 29x20 15x24; 24. 38-32 9-14; Omdat (5-10) belet werd door 27-21; 25. 32-28 5-10; 26. 43-38 10-15; 27. 37-32 14-20; Zwart heeft door zijn voorgaande opbouw een improduktief stuk op 15 gecreeerd. Andreiko laat dit voordeel niet meer los en als een terrier bijt hij zich erin vast. 28. 40-35 18-23; 29. 34-30 20-25; 30. 48-43 25x34; 31. 39x30 (zie .diagram). Donkere wol ken pakken zich boven zwarts stelling samen, alleen al door de dreigende offensieve qpbouw van wits rechtervleugel, terwijl bovendien schijf 15 tot'werkeloosheid gedoemd is. Zwart verbruikt opnieuw "zeeen van tijd" om een oplossing van zijn moeilijkheden* te vinden, maar slaagt daarin niet; 31. 6-11; 32 49-44 3-9; 33. 30-25 9-14;' 34 47-42 13-18; 35.44-40» De combinatie (24-30) 35x22 (12-17) speelt' vanal dit moment de hoofdrol in de partij, maar zwart heeft tevergeefs hierop gespecii-' leerd: op geen enkel moment kan dit redding brengen! 35. 2-7; 36. 50-45! Nu begint ook de "Coup Royal" Zijn dodelijke dreiging; 36. 15-20; 37. 40-34! 11-17; 38. 42-37 7-11; 39. 43 39 - ,„a Als opgave voor de lezers deze week: met welk# "zelfmoordcombinatic" trachtte zwart zich als-I nog te redden? OPLOSSING Wit (Sybrands): 29, 30, 32, 33,34, 37, 38. 42 45 (9 stukken) Zwart (Varkevisser): 4, 7, 10, II. 13. 14 17 18 23(9 stukken) Wit forceerde de directe winst door 33- "g. ',(14—19) A 28-22! (17x28) 30-24! (|ux?9) 42-38 (16-21- 38—32!'(28—33) 40-44! zwart 42-38 (16—21? 38-32! (28-32! 40-44' zwart geeft op. A. Op 13—19) volgt eveneens 28-22 (17x28) 30-24 (19x39) 38-33 (23x34) 32x1 (39x28) 1x40 en tegen de dreiging 40-44 is geen ver weer meer. Eerst weer de beschrijving van de probleemsi tuatie van vorige keer. U had als zuidspeler in handen; A V 9 8 2 <0 9 7 6 3 O 8.7 5 2 West was gever en opende 3 SA, waarna ieder verder paste. Dit 3 SA bod duidt op een dichte zevenkaart in een lage kleur (in principe mins tens AHVxxxx), met daarnaast geen enkel aas, maar wel vaak een enkele heer. Uw partner kwam uit met ruiten aas en oost legde op tafel; 7 5 4 3 A H 2 O H 10 6 4 8 5 U legt in de eerste slag ruiten 2 bij en de leider gooit de boer. De volgende kaart die partner speelt, is schoppen boer en de vraag was nu hoe u van plan was verder tegen te spelen. Het interessante punt in dit verdere tegenspel doet zich al meteen voor: moet schoppen aas worden genomen, ja of nee? Het antwoord is nee! L" moet schoppen boer laten lopen, maar natuurlijk wel de schoppens fervent aanseinen om aan partner te vertellen dat de switch die hij bedacht heeft u uitstekend bevalt. U zult zich misschien afvragen waarom er in dit geval afgeweken moet worden van de regel dat de derde man doet wat hij kan. en dat nog wel nu er het risico bestaat dat west zijn con tract direkt binnenhaalt zodra hij met schoppen heer aan slag is. Maar daar wringt hem de schoen juist, u weet dat west vermoedelijk AHVxxxx. van klaver heeft, maar u hebt zelf ;een enkele klaver en de tafel heelt slechts twee Javertjes, zodat er voor uw partner redelijker wijs vier kaarten in die kleur overblijven en als die vierkaart wordt aangevoerd door de boer, dan stuurt hij wests plannetje om zijn hele ze venkaart af te draaien lelijk in de war. Er is dus een gerede kans dat uw partner een spaak in het klaverwiel kan steken, maar u hebt er niet veel aan of de klaverkleur onderbroken kan worden als daarmee het contract nog niet down is en de kleur waaruit zo te zien die downslagen zullen moeten komen is schoppen. Dat betekent echter dat die kleur ook volledig benut moet kunnen worden en dat kan alleen als uw partner u aan slag kan brengen om uw vrije schoppens binnen.tc halen, want het is wel waarschijnlijk dat uw partner nog eens aan slag zal komen, aangezien hij vermoedelijk de kla vers stopt, maar u hebt zelf geen enkele rentrée jc schoppcnkleur. lus dat de enige manier wa r nog weer aan slag kan brengt.. ...j met klaver aan slag zou mogen komen is buiten U weet dus op uv als hi uw bij. nwuivu IS schoppen spelen, maar om dat te kunnen doen zal hij nog een schoppentje moeten hebben! En de kans is groot dat hij slechts een doubleton m die kleur heeft en dat de leider over de heer met een kleintje beschikt. Als u de schoppen boer nu eerst een keertje laat lopen, zal west zijn heer direkt moeten pakken, omdat hij hem an ders sec zou zetten. West neemt dus schoppen heer en probeert de klavers, maar hier wacht hem een grote teleurstelling, als hij ziet dat u renonceert. De gehele verdeling was ditmaal: B 10 O B 10 4 O A V 9 3 B 9 6 2 Zodat u ziet dat het contract inderdaad ten do de is opgeschreven als u de schoppen boer laat glijden. Als uw partner dan later met klaver boer aan slag komt, heelt hij nog schoppen 10 over om u uw rechtmatig deel te brengen. Als u schoppen aas direkt neemt cn schoppea •naspeelt, dan wordt het contract met een over- slag gemaakt. Een opmerking is misschien nog wel op zij* C laats. West zou schoppen heer sec kunnen ebben gehad, maar dc kans daarop, is niet groot nu het er op lijkt dat hij ruiten boer ook al sec heeft gehad. En mocht de schoppen heer sec hebben gezeten, dan is dat vervelend, maar het contract is met het maken van schoppea heer nog niet direkt thuis. Voor deze week het volgende probleempje. N-Z zijn kwetsbaar en u hebt als zuidspcler in han den: V B 9 7 4 2 O 6 5 O B 6 6 4 2 Het volgende biedverloop ontwikkelt zich; noord oost zuid west PaS I m doublet 2 o -> A 0 - pas 3 O 4 qj pas pas 4 pas pas pas Uw 2 bod was moedig, maar wel terecht na uw partner een kwetsbaar informatiedoublet heeft gegeven. Toen uw partner na uw 2 met. zijn 3 9 ging aangeven dat hij er misschien nog wel zeer veel in zag, hebt u zich natuurlijk ver der zoveel mogelijk op dc vlakte gehouden. West komt uit met ruiten 9 en partner legt op tafel: AH 10 V 9 O A 8 5 4 A V 8 7 3 Hoe gaat u dit spel spelen? Horizontaal: 1 Kapotte waren worden afzonder lijk vervoerd (8) 4. Deze verhoging is weg (6) 8. Kletsboom (8)" 9. Gewoon is ordinair (6) 10. Ongewoon vlijtig (8) 11. Deze oude munt geelt herhaalde lijk aanstoot (6) 13. Waar bekenden in de was gaan (10) 17. Wat is aangeraakt is /.waarder geworden (10) 21. Dit is heel gewoon geraakt (6) 22. De diepe bas uit het hiernamaals (8) 23. Dit doet men om hen van ande ren af te nemen (6) 25. Verstikkend in de liefde (8) 26. Ondeugend vingertje (6) 27. Mooi maar brekend geluid (4) 28. Vliegende zuster (3) Verticaal: 1. Landsgrens (6) 2. Ongewenste ontwikkeling (6) 3. Leider van het onderzoek (10) 5. Zij is de zedigste van allen (8) 6. Duo met betamelijk beleid (8) 7. De dochter staat tussen haar ouders er naar te kijken (8) 12. Verdiepingvensters (10) 14. Zulk een aansporing kan de smaak bederven (8) 15. In de gtten krijgen (8) 16. Voettwijg (4) 18. Begin van het einde (6) 19. Deze voorbeelden verhogen de weerstand (6) 20. Waardering wekken (6) 24. Verharde wortel in Nederland (3) vRÜISWOORDRAADSEL IPLOSSING lorizontaal: 1. baars: 6. schol: 10. brand; 11. Epe; 13. salon; 15. vaalt; 16. arend; 18. Amoer; 20. ons; 21. ink; 23. rui; 25. iso; 26. egel; 28. oer; 30. wit; 31. bete; 32. mat; 34. natie; 36. urn; 38. sip; 40. Ate; 41. ene; 43. rustbank; 44. rariteit; 45. pet; 46. Leo; 47 pee; 49. rat; 50. nylon; 52. K.L.M.; 55. krak: 57. den; 58. kei; 60. sago; 62. een; 63. por. 65. U.N.O.; 67. Jan; 68. risee; 70. fiets; 73. voorn; 75. nevel; 77. nee: 78. Kedoe; 79. ia- ron; 80. maner. Verticaal: 1. brasem, 2. aal, 3. anti, 4. R.D., 5. spel; 6. c.s.; 7. haai; 8. olm; 9. looien; 10. bang; lf er; 12. en; 14. nest; 15. voer; 16. Aken; 17. dfie; 19. Roer; 22. no.; 24. ut; 27. lastpak; 29. raaklijn; 30. wierook; 31. bre tels; 33. Tibet; 35. t.t.; 36. uniek; 37. mul; 39. pat; 41. Erp; 42. lis; 48. oker; 49. ransel; 50. nerf; 51. neus: 53. majoor; 54. Bonn; 56. rein; 57. do: 59. in; 61. gare: 63, peer; 64. Beek; 66. oven; 69. Eva; 71. in; 72. tc. 74. ode; 76. l.o.; 78. Ka.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 17