De polder voelt er
niet voor bij
Gelderland te horen
Jodocus
m
WjL.w.11
■□Op
Steden
Wreiel
Voorstelbaar
Weinig invloed
Dóórgaan
Verzet
Landdrost Otto
De landdrost zo
gauw mogelijk
overbodig maken
SCHAKEN
door H. KRAMER
DAMMEN
door J. M. BOM
r
BRIDGE
door H. W. FILARSKI
CRYPTOGRAM
Dr. ir. W. M. Otto, direc
teur van de rijksdienst voor
de IJsselmeerpolders en land
drost van het openbaar li
chaam Zuidelijke IJsselmeer
polders, is een bescheiden
man. In tegenstelling tot wat
zijn bevoegheden suggereren
(en dat is meer dan in een
ontwikkeld en democratisch
land aanvaardbaar is) is hij
democraat. Hoewel hij zich
niets hoeft aan te trekken van
wat de vertegenwoordigers
van de bevolking van Dron-
ten, Biddinghuizen, Swifter-
bant en Lelystad willen, voert
hij juist hun wensen zoveel
mogelijk uit.
Dr. Otto is alles tegelijk in
het gebied van de zuidelijke
IJsselmeerpolders. In de wet
op het openbaar lichaam Zui
delijke IJsselmeerpolders
wordt het zo gezegd: „De
taak en de bevoegdheden die
in een gemeente toekomen
aan de raad, aan het college
van b. en w. en aan de burge
meester worden in het gebied
van het openbaar lichaam uit
geoefend door de landdrost".
De landdrost heeft geen pro
vinciaal bestuur boven zich,
maar staat rechtstreeks onder
de minister van Binnenlandse
Zaken.
Bovendien en dat staat
niet in de wet al is daar wel
sprake van geweest is de
landdrost directeur van de
rijksdienst voor de IJssel
meerpolders. Als zodanig
moet hij er voor zorgen, dat
op de blubber van de droog
gevallen polder dorpen ko
men, boerderijen, kerken, fa
brieken, bossen, jachthavens,
en andere voorzieningen.
Bovendien nu de polders
een belangrijke functie zullen
krijgen als woongebied voor
de mensen uit de randstad
Holland staat de rijksdienst
voor de taak de ontwikkeling
van steden te stimuleren. Een
concreet voorbeeld daarvan is
Lelystad, dat zo'n honderddui
zend inwoners moet krijgen.
Om dat alles op gang te
brengen is het van belang dat
er vlot gewerkt kan worden
..Zo'n zaak moet worden ge
bundeld", zegt dr. Otto, „om
te voorkomen dat er alleen
maar wordt gepraat."
„De combinatie van direc
teur van de rijksdienst en
landdrost is vergelijkbaar
met de development authori
ty. die men elders in de we
reld kent om woeste gebieden
tot ontwikkeling te brengen.
Wij zouden als rijksdienst
geen stap kunnen verzetten
als er in de polders gemeen
ten zouden zitten die niet zou
den willen meewerken."
Dat het systeem werkt is in
de praktijk gebleken. Ooste
lijk Flevoland, de eerste zui
delijke IJsselmeerpolder die
tot ontwikkeling is gebracht
(de andere, Zuidelijk Flevo
land en de Markerwaard, lig
gen nog onder water) werd
zes jaar geleden alleen nog
door personeel van aanne
mers en ambtenaren bevolkt.
Nu wonen er dertienduizend
mensen.
En bij die ontwikkeling
heeft de landdrost niet eens
altijd met de directeur van
„de rijksdienst" willen mee
werken. „Ik heb wel eens bo
ze brieven geschreven aan de
directeur van de rijksdienst,"
zegt dr. Otto zonder daarbij in
lachen uit te barsten, zich op
dit moment uiteraard land
drost voelend.
Ook in de adviesraad van
Dronten, een college dat door
de burgerij is gekozen en dat
dr. Otto over de bestuurlijke
beslissingen die hij wil ne
men, moet horen, zegt hij nu
eens „ik" als hij de landdrost
bedoelt en dan weer „ik" als
hij de directeur van de rijks
dienst bedoelt.
De positie van de landdrost
wordt minder houdbaar naar
mate de bevolking in de pol
der groeit. Als de rijksdienst
ergens in de ruimte van een
nieuwe polder een dorp gaat
bouwen dan werkt het voor
treffelijk als er één man is
die de bestuurlijke problemen
kan oplossen zonder het werk
te stagneren.
Zodra evenwel in zo'n dorp
mensen wonen dan kan dat
gaan irriteren. In Dronten be
gint een zekere wrevel over
de bestuurlijke situatie merk
baar te worden, ondanks de
omstandigheid dat er al hard
wordt gewerkt aan de instel
ling van een gemeente.
Men vindt het aan de ene
kant te langzaam gaan, ter
wijl men en in de vergade
ringen van de adviesraad
blijkt dat aan de andere
kant duidelijk ziet dat de
rijksdienst dingen kan doen,
die voor een kleine gemeente
als Dronten zal worden, nau
welijks te realiseren zijn.
De wrevel wordt dan ook
duidelijk getemperd door het
verlangen dat de rijksdienst
„eerst nog even" die brug en
die straat en dat woningcom
plex aanlegt.
Ook op andere terreinen
heeft die „alleen beslissende"
landdrost zijn voordelen. Dr.
Otto heeft in „Den Haag" veel
weerklank gevonden met zijn
opvatting dat het land van de
toekomst ook de voorzienin
gen van de toekomst moet
hebben. Mede daardoor zijn
de huizen in de nieuwe polder
comfortabeler dan de huizen
•ver het algemeen op „het
oude land" zijn, daardoor zijn
er instructiezwembaden en
sportvelden en is er dat
prachtige culturele centrum
De Meerpaal in Dronten.
Dr. Otto kan zich de krege
ligheid van de mensen in
Dronten over hun onmondig
heid wel voorstellen. „Ik sta
daar positief tegenover", zegt
hij. „Als het niet zo was zou
den we nog niet aan instelling
van een gemeente toe zijn".
Hij streeft ernaar om de
mensen in de polder het
gaat wat dat betreft alleen
om Oostelijk Flevoland zo
veel mogelijk bij de zaken te
betrekken. Daarom is hij nog
nooit afgeweken van de advie
zen, die hij van de advies
commissies heeft gekregen.
Er zijn twee soorten van
dergelijke adviescommissies:
benoemde en gekozen. Be
noemde commissies zijn niet
als afgevaardigden van de be
volking te beschouwen, ook al
omdat die er veelal nog nau
welijks zal zijn.
Zo'n benoemde commissie
werkt nog in Lelystad (al
heeft dat ook de langste tijd
geduurd). In Dronten is een
gekozen commissie: de ad
viesraad. Verder is er in
Dronten een dagelijks advies
college.
De landdrost hoeft zich the
oretisch van de adviezen van
de commissies en de raad
niets aan te trekken. Hij moet
ze slechts „horen" als hij be
slissingen neemt die in een
gemeente door de raad wor
den genomen of door het col
lege van B. en W. „De prak
tijk is anders", zegt dr. Otto,
„als ik mijn gang maar zou
gaan zou ik in moeilijkheden
komen. Ik kan van de advie
zen afwijken, maar dan moet
ik de minister van Binnen
landse Zaken wel duidelijk
maken waarom. Ik heb dat
nog nooit gedaan. Die advies
raad zit er trouwens niet voor
niets."
De structuurplannen van de
dorpen die in uitvoering zijn,
zijn de enige zaken waarop de
adviescolleges weinig invloed
hebben. Wel wordt de bevol
king er uitvoerig over inge
licht, maar omdat het vaak
plannen zijn die voortvloeien
uit een beleid dat werd uitge
stippeld vóór er bewoners wa
ren, kan er weinig aan ver
anderd worden zonder dat het
werk van de rijksdienst er
door vertraagd wordt.
„Wij investeren hier meer
dan honderd miljoen," zegt
dr. Otto en hij is weer direc
teur van de rijksdienst. „De
uitvoering daarvan is geen
dictatoriale zaak maar demo
cratie op nationaal en niet op
lokaal niveau, zoals ook de
beslissingen over het Delta
plan niet worden genomen in
Veere of Yerseke en die over
de Eemshaven of Europoort
niet in Delfzijl of Vlaardin-
gen."
Met het veranderen van de
inzichten in de toekomst van
de IJsselmeerpolders (van
toekomstig landbouwgebied
zijn ze veranderd in toekom
stig woon-, werk- en recreatie
gebied) verouderen de plan
nen. Zo is het aantal dorpen
dat in Oostelijk Flevoland is
geprojecteerd in de loop der
jaren geslonken van twaalf
tot de huidige drie.
„Ook de eisen van de bevol
king gaan met de ontwikke
ling mee", aldus dr. Otto, „de
mensen willen geen tweemans
schooltje meer in hun dorp
maar een complete school en
ze willen geen klein kruide
niertje, maar een supermar
ket."
„De polders zullen met hun
randmeren, hun stranden, vis
water, jachthavens en bossen
wij leggen elk jaar meer
bos aan dan staatsbosbeheer
een recreatiegebied worden
van een betekenis die wij nu
nog niet in volle omvang kun
nen vatten. Vergeet niet: dit
hele gebied komt midden in
dit barstensvolle land te lig
gen!"
Dr. Otto steekt zijn teleur
stelling over de vertragingen,
die het werk in de IJssel
meerpolders ondergaat om
budgettaire redenen niet
onder stoelen of banken.
„Dit werk moet niet op een
zacht pitje worden gezet",
zegt hij. „Zuidelijk Flevoland
komt tien jaar te laat. Het
Gooi had met zijn woningbouw
veel beter uit de voeten gekund
als de polder klaar was ge
weest".
„Deze polders kunnen het
centrale probleem van het
westen het ruimtegebrek
oplossen. Er liggen daar let
terlijk onder de rook van Am
sterdam polders die een kwart
miljoen hectare zullen be
slaan".
„Dat is een unicum in de
wereld. Nergens, waar men
worstelt met ruimtegebrek be
staat een dergelijke haast on
werkelijke kans. Niet in Pa
rijs, niet in Londen, niet in
het Ruhrgebied".
„Dit", zegt hij, „is de ge
weldige verdienste van het
plan-Lely. Zijn de meeste
plannen al verouderd vóór er
één spa de grond in gaat, dit
plan biedt steeds nieuwe,
steeds verrassender perspec
tieven. Daarom mogen we
hier juist hier niet be
zuinigen. Wij maken hier
ruimte! En heel goedkoop:
ongeveer een gulden per vier
kante meter".
Zo moet hij praten en zo
moeten zijn argumenten zijn
als hij op pad is om iets
voor de polders gedaan te krij
gen. De mensen die op de
hoogte zijn van de „kruis
tochten" die hij onderneemt
om het voorzieningenniveau
van de toekomst in de pol
ders te realiseren, getuigen er
van dat hij heel wat gedaan
weet te krijgen.
Door de totaal veranderde
opvatting ten aanzien van de
IJsselmeerpolders door de
welvaart en het gevoel dat de
mensen er hebben, werkelijk
in het hart van het land te
wonen voelt men er weinig
voor provinciaal te worden in
gedeeld bij Overijssel of Gel
derland. De mensen in Dronten
en Lelystad voelen zich meer
thuis in de invloedssfeer van
Het Gooi en Amsterdam dan
in die van Harderwijk, Nijkerk
of Kampen.
De adviesraad heeft zich
dan ook met hand en tand
verzet tegen indeling bij Gel
derland of Overijssel.
Voorlopig wil men hele
maal niet provinciaal worden
ondergebracht, terwijl men op
langere termijn het meest
voelt voor een indeling van
alle drie de polders bij Noord
Holland. „Onze belangen", zo
redeneert men, „liggen niet in
Staphorst of Aalten, maar in
de randstad".
Dit bewustwordingsproces
in Oostelijk Flevoland maakt
ook dat de mensen zich, overi
gens, ten onrechte bevoogd
voelen door de landdrost. Ze
willen langzamerhand alleen
verder. En dr. Otto heeft wei
nig moeite met die ontwikke
ling.
„Zo moet het", zegt hij.
„Het is ons streven onszelf zo
snel mogelijk overbodig té ma
ken..."
Tl ij heeft z'n gezicht mee.
Ik geloof, dat zijn moe
der eens langs een kasteel
gewandeld heeft. Daarom
heb ik hem Jodocus genoemd.
Jawel Jodocus, baron van
Sloten.
Vijf dagen geleden deed
hij zijn intrede in mijn stulp.
Hoe dat zo kwam? Je loopt
op een goede dag door de
gangen van een asiel en je
ziet al die honden in hokjes
zitten. Oorverdovend geblaf.
Je krabt eens hier achter een
oor, je wrijft eens daar over
een kop.
Die éne intrigeerde me.
Hij zat helemaal achteraan
in de gang achter zijn hek
werk en hij keek me aan
met een gezicht van ,,Nou,
ben ik zielig of niet".
Ik keek eens op het kaar
tje op zijn hok. Leeftijd acht
maanden, Ras bastaard.
Reu. Hij zat helemaal
vooraan en wenste uitvoerig
aangehaald te worden. Hij
bleef zitten en ik wist niet
eens hoe groot hij zou zijn
wanneer hij stond.
Je loopt het hele asiel door,
praat met de directeur,
praat met verzorgers en je
gaat nog een keer terug naar
het hok van .leeftijd acht
maanden".
Daar zat hij weer. Grote
bruine ogen, veel te grote
oren. ,,Ja, er zit een Welsh
terrier in", zei de verzorger.
En diezelfde middag om
half vier werd ik onrustig.
Die figuur zit echt op me te
wachten, zei ik tegen mezelf,
liet het werk voor het werk
en reed terug naar het asiel.
Gelukkig, hij was er nog. En
weer vooraan bij het hekje
Maar showen aan een touw
tje om te laten zien hoe hij
eruit ziet. was er niet bij
Het is Meenemen o niet.
,,Die figuur daar moes',
maar dringend met mi
mee", sprak ik. XJitstekenc
meneer", aldus de verzorger
en hij ging me voor naar het
kantoortje. Naam, adres, pa
piertje, geld en een riem ie
leen kreeg ik ook. Wij samen
naar het hok. ,,Ja, vriend,
je gaat met die meneer
mee", zei de verzorger en
de figuur liet zich rustig de
halsband om doen. Maar
nauwelijks was het hek open
of hij rukte zich als een gek
taar de vrijheid toe.
Op van de zenuwen sprong
hij buiten de asielmuren rond
en zat al twee keer op de
hurken nog voor ik het por
tier open had. De baron nam
plaats op de achterbank of
hij nooit anders had gedaan.
Op dat moment wist ik zijn
naam Jodocus.
Uteg maar dat het gewoon
is, ik geloof het niet. Zeg
maar dat het gewoon is, wan
neer een hond uit een asiel
anderhalf uur bij je thuis is
en hij weet overal de weg
en gaat onder tafel liggen, of
hij die plek al jaren kent.
Ik kon geen voet verzet
ten of hij stond naast me.
Als ik aan mijn bureau ga
werken, zit hij er onder. Als
ik in de gang loop is hij naast
me. Als er gebeld wordt
blaft hij één keer en als hij
in de buurt van de auto komt
herkent hij die uit series an
dere geparkeerde voertuigen
en wil dringend op de achter
bank.
Jodocus laat zich gekookte
rijst met rauw hart voor
zetten met een smoel van
Uiteraard. Als ik eet, bedelt
hij niet, als ik een sigaret
opsteek gaat hij een stap
achteruit en als hij buiten
op drie benen wenst te staan
dan kondigt hij dat duidelijk
met een beschaafd gehuil
aan.
Da's leuk. dacht ik de
tweede dag, ik wat werken in
de tuin en hij met een lang
touw aan de riem aan een
boom. Kan hij ook genieten,
maar niet er tussen uit. Ja
wel, daar vergiste ik me. De
riem gleed even uit de hand
en Jodocus nam een schui
ver... Dwars over het gras de
tuin uit en recht in een be
lendende modderpoel, waar
in niet de meest frisse zaken
in de wereld geloosd worden
Tot aan z'n nek erin, ja
zeker en met moeite aan de
overkant eruit, rennend tus
sen een stelletje koeien en
bereid dit spel voorlopig door
te spelen.
Maar een behulpzame kin
derhand greep de riem en
daar stond Jodocus, baron
Van Sloten druipend als een
gieter, vies als een mesthoop
en stinkend als een beerput.
"IVf ensen, wat stonk die
baron, onvoorstelbaar.
Hij keek net zo schuldig als
hij was, maar er was een
gunstig ding. ,,Ik had al eer
der besloten dat hij dringend
een goed bad behoefde en bij
Wie Wast Woef zouden ze
daar wel voor zorgen. Ik had
een afspraak moeten maken,
's middags half vijf, want
een collie, een boxer, nog 'n
bastaard en een herder wa
ren voor Jodocus.
,,Die kent u niet meer te
rug, als u hem straks komt
halen", sprak de baas van
de wassalon. ,,Komt u om
half zeven maar terug."
Dat deed ik. Niet te gelo
ven, ik moest me bijna aan
de baron voorstellen! Daar
zat hij ver schikkelijk schoon
glanzend over heel zijn be
haarde lijf, keurig gekamd.
Hij keek me even een beetje
verwaand aan en sprong toen
als een gek tegen me op.
,,Niet te geloven dat u die
hond pas één dag hebt", zei
de meneer van de wassalon
,,Toen u weg was begon hij
geweldig te janken. Maar ja,
het gebeurt, dan liggen mens
en dier elkaar ineens. Dal
kan in één ogenblik gebeu
ren."
Fn zo heeft Jodocus baron
Van Sloten zijn intrede
bij me gedaan. Hij moet nog
even wennen aan de vogels,
voor de rest wandelt de baron
rond of hij mij in huis ge
nomen heeft.
Bij een winkel, waar ik
een riem voor hem haalde,
vroeg een klant ,,Hoe heet
hij?" Ik ging iets rechter
sfaan en zei zeer duidelijk
Jodocus.
Jodocus, wat een naam",
vond de man. En snoof nog
eens Jodocus De baron
keek de man vernietigend
aan.
S-Ws XJ i n 8 *i t'3 jr. f ;-
Dc Russische grootmeester Victor
Kortschnoj is de laatste jaren vooral in
toernooien bijzonder op dreef. Zijn jongste
succes was dat te Havanna, hoewel hij hier de
eer moest delen met zijn landgenoot Suetin.
Het gebeurt maar hoogst zelden dat
Kortscfi'nój een partij verliest. De partij hieron
der tegen Gligoric moet als een witte raaf wor
den beschouwd. Overigens is verliezen tegen
deze Zuidstavische matador geen schande,
zelfs niet voor een Sowjet-grootmeester, want
Gligoric is ai tientallen 'jaren lang een van de
beste spelers ter wereld."Daar komt nog bij dat
Kortscnnoj zijn tegenstander als het ware de
vinger in de mond stak door in te gaan op een
opening waarvan Gligoric als een expert be
kend staat.
Wit: KORTSCHNOJ Zwart GLIGORIC.
(Havanna l%9.)
Konings-indische verdediging.
I. d2—d4, Pg8-f6 2. c2—c4. f gó 3.
Pbl-c3, Lf8-g7 4 e2—e4, d7-df» 5. Paf f3,
U-0 6. Ltl—e2, Pb8-c6 8. d4-d.\ Pc6~e7 4.
Pf3—d2 (Met deze zet heeft Taimanov in de
laatste tijd enige successen geboekt. Of de zet
ecu versterking zal zijn van het gebruikelijke 9.
Pel valt evenwel, na de onderhavige partij, te
betwijfelen.)
9. Pf6-d7 (Na 9. Lh6 10. b4, *5 11.
bx*5. Tx*5 12. Pb3. Lx cl 13. D'Xcl. Ta8
14. a4 staat wit er het beste voor zoals bleek in
de partij Taimanov—Tatai, Venctie 1969.)
10. b2—b4, f7—f5! (Zwart stuurt onmiddel
lijk op tegenaanval aan.)
II. Pd2—b3!? (Waarschijnlijk verdient II. f3
de voorkeur. Na het vervolg II>Pf6 12. c5,
1'4 13. Pc4! staat het witte paard dan veel actie
ver dan in de partij.)
11f5Xe4! (Over deze voortzetting is tot
dusver weinig bekend. In dit soort stellingen
wordt meestal f5—f4 benevens g6-g5 gespeeld.
De kansen zijn zeer moeilijk te schatten omdat
wit gereed staat voor een aanval op de andere
vleugel.)
12. Pc3xe4, Pd7-f6 13. Pe4-g3 (Op 13.
Ld3 kan 13c6! volgen.)
13. Pe7-f5 14. Pg3 X f5, Lc8xf5 15.
mtmmmm*. rï-o.
GLIGORIC
Lcl-e3. h7—h5 16.
Dd8-d7 17.
Ddl-d2, b7-b6 18. a2-a4 (Wits plan is nu
duidelijk: hij wil op de damevleugel aanvallen
en daartoe is de hulp van het paard op b3 on
ontbeerlijk: zonder dit paard zou zwart a7-a5
kunnen spelen.)
18Ta8—e8 19. a4-a5, e5—e4 (De enige.
maar bijzonder gevaarlijke, tegenkans.)
20. a5xb6, e4xf3! 21. LeZxft. a7xb6 22.
Tal—a7, Pf6—e4 23. Dd2—cl (Krachteloos is
23. Lxe4, Txe4 24. Lxb6 wegens 24
Txc4.)
23. Lf5—g4! 24. Lf3xg4 (Ook nu is 24.
L x b6, L x f3 25. g x f3, T X f3! 26. Tx O, Dg4f
niet aan dc orde.)
24. Dd7Xg4 25. Ta7xc7. Lg7-e5 26.
Le3-d4 (Een laatste geraffineerde poging de
bakens te verzetten.)
26. TfSxflf 27. DcIXfl. Te8-re 28.
Dl l—al (Om 28Lxd4| met 29. Dxd4 te
beantwoorden. Na 28,-Del, Lxd4f 29. Pxd4
beslist 29TI2 30. g3,Td2'
KORTSCHNOJ
De opgave van de week: hoe dwong de
zwartspeler zijn tegenstander tot de overgave?
De oplossing komt in de volaende rubriek.
OPLOSSING.
Wit (Anderssen): Khl. DhÖ.Tgl en g3. LdJ.
Pf3, pionnen a2, f5,12, g7, h2.
Zwart (Zukertort): Kg8. Dd6, Td8 en f7.
Lb6, Pa5, pionnen a7, b4, c5, c5, h7.
Mat in 5 zetten door 1. Dh6Xh7f!, Kg8xh7
30. f5—f6+, Kh7-g8 (Op 30. Dxd3 of 30.
e4 komt 31. Th3f.) 31. Ld3-h7f!. Kg8xh7 32.
Tg3-h3f, Kh7—g8 33.Th3-h8 mat.
In de match tegen Koepcrman, waarin hij zijn
titel verdedigt, toont Andreiko opnieuw èn
zeer nadrukkelijk, dat hij weliswaar een zeer
sterke en bovendien zeer listige kampioen is,
maar dat zijn spelopvatting dusdanig is gebon
den aan hét behoud van zijn huidige status,
dat zijn spel voor het grote publiek bepaald
onaantrekkelijk genoemd moet worden.
Zeven ronden lang tergde hij zijn uitdager, de
„leeuw van Kiev", door consequent en met al
le middelen een soort atbraak-tactick te vol
gen. die ongetwijfeld sterk aan het moreel van
de uitdager moet hebben geknaagd. In de:
achtste partij verloor Koeperman zijn geduld
en liet zich in op onverantwoorde 'risico's en
Andreiko perste in een volmaakte techniek het
leven uit de ongezonde opzet van zijn tegen
stander. Hieronder de zo rampzalig voor Koe
perman verlopen partij:
'Wit: A. Andreiko; zwart: ir. I. Koeperman;
'Moskou 14-10-1969.
1. 32-28 18-22; 2. 37-32 12-18; 3. 41-37
7-12: 4. 32-27 19-23; 5. 28x19 14x23: t.
34-29 23x34; 7. 40x29 1-7; Aldus de opening,
die in alle mogelijke variaties in deze match al
werd toegepast.
8. 35—30 17—21; Gangbaar is (20-25) 30—24
(10-14) waarna op 24—20 enz een nog steeds
moeilijk te beoordelen spelsoort ontstaat. Tac
tisch misschien beter dan het in de partij ge
speelde.
9. 46-41 21x32; 10. 37x17 12x21; II. 41-37-
7-12; 12.45-40 10-14; 13. 30-24 21-26; 14.
33-28 18-22; De spanningen na (20-25) li|-
ken gunstiger voor zwart dan in de partij. 15.
28x17 11x22; 16. 38-33 13-19; Hoewel niet
bepaald zwak, toch ook weer niet scherp.
Zwart heeft toch geen kans, wits linkervleugel
onder druk te houden.
17. 24x13 9x18; 18. 40-34 14-19; Waarom
niet (16-21)? 19. 31-27 22x31; 20. 36x27
Zwart gebruikt nu zeer veel tijd om een over
spoelende centrumaanval te voorkomen: 20
---- 8-13; 21. 44-40 4-9; %2. 42-38 20-24;
Onder de gegeven omstandigheden misschien
nog de beste, al verdient ooi (19-24) om de
centrumdoorstoot 29-23 uit te lokken even
eens overweging.
23. 29x20 15x24; 24. 38-32 9-14; Omdat
(5-10) belet werd door 27-21; 25. 32-28
5-10; 26. 43-38 10-15; 27. 37-32 14-20;
Zwart heeft door zijn voorgaande opbouw een
improduktief stuk op 15 gecreeerd. Andreiko
laat dit voordeel niet meer los en als een terrier
bijt hij zich erin vast.
28. 40-35 18-23; 29. 34-30 20-25; 30. 48-43
25x34; 31. 39x30 (zie .diagram). Donkere wol
ken pakken zich boven zwarts stelling samen,
alleen al door de dreigende offensieve qpbouw
van wits rechtervleugel, terwijl bovendien
schijf 15 tot'werkeloosheid gedoemd is. Zwart
verbruikt opnieuw "zeeen van tijd" om een
oplossing van zijn moeilijkheden* te vinden,
maar slaagt daarin niet; 31. 6-11; 32
49-44 3-9; 33. 30-25 9-14;' 34 47-42
13-18; 35.44-40»
De combinatie (24-30) 35x22 (12-17) speelt'
vanal dit moment de hoofdrol in de partij,
maar zwart heeft tevergeefs hierop gespecii-'
leerd: op geen enkel moment kan dit redding
brengen! 35. 2-7; 36. 50-45! Nu begint
ook de "Coup Royal" Zijn dodelijke dreiging;
36. 15-20; 37. 40-34! 11-17; 38. 42-37
7-11; 39. 43 39
- ,„a
Als opgave voor de lezers deze week: met welk#
"zelfmoordcombinatic" trachtte zwart zich als-I
nog te redden?
OPLOSSING
Wit (Sybrands): 29, 30, 32, 33,34, 37, 38. 42 45
(9 stukken)
Zwart (Varkevisser): 4, 7, 10, II. 13. 14 17 18
23(9 stukken)
Wit forceerde de directe winst door 33- "g.
',(14—19) A 28-22! (17x28) 30-24! (|ux?9)
42-38 (16-21- 38—32!'(28—33) 40-44! zwart
42-38 (16—21? 38-32! (28-32! 40-44' zwart
geeft op.
A. Op 13—19) volgt eveneens 28-22 (17x28)
30-24 (19x39) 38-33 (23x34) 32x1 (39x28)
1x40 en tegen de dreiging 40-44 is geen ver
weer meer.
Eerst weer de beschrijving van de probleemsi
tuatie van vorige keer. U had als zuidspeler in
handen;
A V 9 8 2
<0 9 7 6 3
O 8.7 5 2
West was gever en opende 3 SA, waarna ieder
verder paste. Dit 3 SA bod duidt op een dichte
zevenkaart in een lage kleur (in principe mins
tens AHVxxxx), met daarnaast geen enkel aas,
maar wel vaak een enkele heer. Uw partner
kwam uit met ruiten aas en oost legde op tafel;
7 5 4 3
A H 2
O H 10 6 4
8 5
U legt in de eerste slag ruiten 2 bij en de leider
gooit de boer. De volgende kaart die partner
speelt, is schoppen boer en de vraag was nu
hoe u van plan was verder tegen te spelen.
Het interessante punt in dit verdere tegenspel
doet zich al meteen voor: moet schoppen aas
worden genomen, ja of nee? Het antwoord is
nee! L" moet schoppen boer laten lopen, maar
natuurlijk wel de schoppens fervent aanseinen
om aan partner te vertellen dat de switch die hij
bedacht heeft u uitstekend bevalt.
U zult zich misschien afvragen waarom er in
dit geval afgeweken moet worden van de regel
dat de derde man doet wat hij kan. en dat nog
wel nu er het risico bestaat dat west zijn con
tract direkt binnenhaalt zodra hij met schoppen
heer aan slag is. Maar daar wringt hem de
schoen juist, u weet dat west vermoedelijk
AHVxxxx. van klaver heeft, maar u hebt zelf
;een enkele klaver en de tafel heelt slechts twee
Javertjes, zodat er voor uw partner redelijker
wijs vier kaarten in die kleur overblijven en als
die vierkaart wordt aangevoerd door de boer,
dan stuurt hij wests plannetje om zijn hele ze
venkaart af te draaien lelijk in de war.
Er is dus een gerede kans dat uw partner een
spaak in het klaverwiel kan steken, maar u hebt
er niet veel aan of de klaverkleur onderbroken
kan worden als daarmee het contract nog niet
down is en de kleur waaruit zo te zien die
downslagen zullen moeten komen is schoppen.
Dat betekent echter dat die kleur ook volledig
benut moet kunnen worden en dat kan alleen
als uw partner u aan slag kan brengen om uw
vrije schoppens binnen.tc halen, want het is wel
waarschijnlijk dat uw partner nog eens aan slag
zal komen, aangezien hij vermoedelijk de kla
vers stopt, maar u hebt zelf geen enkele rentrée
jc schoppcnkleur.
lus dat de enige manier wa
r nog weer aan slag kan brengt.. ...j
met klaver aan slag zou mogen komen is
buiten
U weet dus
op uv
als hi
uw
bij.
nwuivu IS
schoppen spelen, maar om dat te kunnen doen
zal hij nog een schoppentje moeten hebben! En
de kans is groot dat hij slechts een doubleton m
die kleur heeft en dat de leider over de heer met
een kleintje beschikt. Als u de schoppen boer
nu eerst een keertje laat lopen, zal west zijn
heer direkt moeten pakken, omdat hij hem an
ders sec zou zetten. West neemt dus schoppen
heer en probeert de klavers, maar hier wacht
hem een grote teleurstelling, als hij ziet dat u
renonceert.
De gehele verdeling was ditmaal:
B 10
O B 10 4
O A V 9 3
B 9 6 2
Zodat u ziet dat het contract inderdaad ten do
de is opgeschreven als u de schoppen boer laat
glijden. Als uw partner dan later met klaver
boer aan slag komt, heelt hij nog schoppen 10
over om u uw rechtmatig deel te brengen.
Als u schoppen aas direkt neemt cn schoppea
•naspeelt, dan wordt het contract met een over-
slag gemaakt.
Een opmerking is misschien nog wel op zij*
C laats. West zou schoppen heer sec kunnen
ebben gehad, maar dc kans daarop, is niet
groot nu het er op lijkt dat hij ruiten boer ook
al sec heeft gehad. En mocht de schoppen heer
sec hebben gezeten, dan is dat vervelend, maar
het contract is met het maken van schoppea
heer nog niet direkt thuis.
Voor deze week het volgende probleempje. N-Z
zijn kwetsbaar en u hebt als zuidspcler in han
den:
V B 9 7 4 2
O 6 5
O B 6
6 4 2
Het volgende biedverloop ontwikkelt zich;
noord oost zuid west
PaS I m
doublet 2 o -> A
0 - pas
3 O 4 qj pas pas
4 pas pas pas
Uw 2 bod was moedig, maar wel terecht na
uw partner een kwetsbaar informatiedoublet
heeft gegeven. Toen uw partner na uw 2 met.
zijn 3 9 ging aangeven dat hij er misschien nog
wel zeer veel in zag, hebt u zich natuurlijk ver
der zoveel mogelijk op dc vlakte gehouden.
West komt uit met ruiten 9 en partner legt op
tafel:
AH 10
V 9
O A 8 5 4
A V 8 7 3
Hoe gaat u dit spel spelen?
Horizontaal:
1 Kapotte waren worden afzonder
lijk vervoerd (8)
4. Deze verhoging is weg (6)
8. Kletsboom (8)"
9. Gewoon is ordinair (6)
10. Ongewoon vlijtig (8)
11. Deze oude munt geelt herhaalde
lijk aanstoot (6)
13. Waar bekenden in de was gaan
(10)
17. Wat is aangeraakt is /.waarder
geworden (10)
21. Dit is heel gewoon geraakt (6)
22. De diepe bas uit het hiernamaals
(8)
23. Dit doet men om hen van ande
ren af te nemen (6)
25. Verstikkend in de liefde (8)
26. Ondeugend vingertje (6)
27. Mooi maar brekend geluid (4)
28. Vliegende zuster (3)
Verticaal:
1. Landsgrens (6)
2. Ongewenste ontwikkeling (6)
3. Leider van het onderzoek (10)
5. Zij is de zedigste van allen (8)
6. Duo met betamelijk beleid (8)
7. De dochter staat tussen haar
ouders er naar te kijken (8)
12. Verdiepingvensters (10)
14. Zulk een aansporing kan de
smaak bederven (8)
15. In de gtten krijgen (8)
16. Voettwijg (4)
18. Begin van het einde (6)
19. Deze voorbeelden verhogen de
weerstand (6)
20. Waardering wekken (6)
24. Verharde wortel in Nederland (3)
vRÜISWOORDRAADSEL
IPLOSSING
lorizontaal: 1. baars: 6. schol: 10. brand;
11. Epe; 13. salon; 15. vaalt; 16. arend; 18.
Amoer; 20. ons; 21. ink; 23. rui; 25. iso; 26.
egel; 28. oer; 30. wit; 31. bete; 32. mat; 34.
natie; 36. urn; 38. sip; 40. Ate; 41. ene; 43.
rustbank; 44. rariteit; 45. pet; 46. Leo; 47
pee; 49. rat; 50. nylon; 52. K.L.M.; 55. krak:
57. den; 58. kei; 60. sago; 62. een; 63. por.
65. U.N.O.; 67. Jan; 68. risee; 70. fiets; 73.
voorn; 75. nevel; 77. nee: 78. Kedoe; 79. ia-
ron; 80. maner.
Verticaal: 1. brasem, 2. aal, 3. anti, 4. R.D.,
5. spel; 6. c.s.; 7. haai; 8. olm; 9. looien; 10.
bang; lf er; 12. en; 14. nest; 15. voer; 16.
Aken; 17. dfie; 19. Roer; 22. no.; 24. ut; 27.
lastpak; 29. raaklijn; 30. wierook; 31. bre
tels; 33. Tibet; 35. t.t.; 36. uniek; 37. mul;
39. pat; 41. Erp; 42. lis; 48. oker; 49. ransel;
50. nerf; 51. neus: 53. majoor; 54. Bonn; 56.
rein; 57. do: 59. in; 61. gare: 63, peer; 64.
Beek; 66. oven; 69. Eva; 71. in; 72. tc. 74.
ode; 76. l.o.; 78. Ka.