Esso gaat in ijsvaart miljard gulden investeren Menselijke fouten in de luchtvaart Aanbod van dr. Mansholt was maar „symbolisch" 99 99 Psychische druk Geselecteerd Zigzaggen Geen paniek Toekomst Tijdverlies Positie Modelproeven Geen testschip Ijsvaart Geamuseerd Johnny Mac MANHA TT AN ONTWORSTELT ZICH AAN NOORDPOOLIJS In dit derde en laatste deel van een serie van drie grote reportages over de - inmiddels met succes bekroonde - reis van de Manhattandoor het Poolijs beschrijft de journalist Piet er van den Broecke de ontsnapping van de stalen Esso-reus uit de grijpklauwen van het i\ oord poolijs. Aan boord s.s. Manhattan op 74 graden noorderbreedte en 105 graden westerlengte - op 30 kilometer ten zuid westen van de magnetische noordpool is de val dichtge klapt. De ijsbreker-tanker Manhattan zit gevangen in een uiterst solide ijsmassa. Hoewel de 53.000 paarden van de stoomturbine alle in de strijd zijn geworpen, is er geen be weging in het schip te krijgen. Het ijs is niet zo bijster dik. Maar het staat onder zware druk als gevolg van de wind, die nu al dagenlang onveranderlijk uit het noordwesten waait. De drei ging van een gedwongen overwintering in het hartje van de Noordwestelijke Doorvaart hangt onverwachts boven het schip. LONDEN In een zojuist versche nen boek over de menselijke factor bij vliegtuigongelukken, geschreven door David Beaty, staat te lezen: „Een pi loot is in één opzicht even gevaarlijk als wij allen, omdat hij een mens is en dus fouten kan maken. Maar zijn fouten kunnen dodelijk zijn". Beaty schrijft: „Evenals sommigen onzer, zijn er piloten die in de war raken met hun linker- en rechterhand. Het geval is bekend van een piloot in de Noorse luchtmacht die naar zijn trouwring moest kijken om vast te stel len wat zijn linker- of rechterhand was als hij bevel kreeg te gaan hellen". Terwijl er enorme sommen worden uitgegeven om de betrouwbaarheid van het vliegtuig te vergroten, is er nog weinig gedaan om de psychologische factoren te onderzoeken die de oorzaak kunnen zijn van van menselijke fouten in de lucht, aldus Beaty, die eskader leider is geweest in de Britse lucht macht en captain bij de British Over seas Airways. Hij meent, dat latente psychische nei gingen in de piloot onderzocht moeten worden om deze en de daaraan ver bonden gevaren te identificeren. Maar desondanks /.al de tendens blij ven dat het aantal ongelukken door fouten van de piloot stijgt, omdat hij onder steeds grotere psychische druk komt, bijvoorbeeld door de hogere snel heden en de ingewikkeldheid van de moderne toestellen. Die druk zal de komende tien jaar nog toenemen als een piloot in een van de reuzentoestellen van de volgende ge neratie een duizendtal passagiers gaat vervoeren. Het psychologische onderzoek, zegt Beaty, moet hand in hand gaan met de inrichting van de cockpit. Beaty beweert, dat, afgezien van de VC 10 en de Argosy, beide Brits, maar wei nig vliegtuigen cockpits hebben die er op berekend zijn feilbare mensenwe zens te huizen. De captain moet zich zo goed mogelijk aanpassen aan de ontelbare knoppen, handles, meters enz., in plaats van andersom. Het is, aldus de schrijver, onvermij delijk dat er ongelukken gebeuren. De bemanning is immers bijzonder kwets baar wat betreft het verkeerd lezen van de instrumenten en het gebruik van verkeerde knoppen, want verwarring kan heel gemakkelijk optreden. Moeilijkheden kunnen zich voordoen als een piloot, lang gewend is aan een bepaalde type toestel een ander type moet vliegen, evenals iemand die een nieuwe wagen krijgt en aanvankelijk, als hij naar de rem of de lichten grijpt die op de plaatsen zoekt waar ze in zijn oude wagen waren. Ondanks gron dige training met het nieuwe toestel kunnen oude gewöonten niet volledig worden uitgewist, met als gevolg fouten. Naarstig moet worden onderzocht, meent Beaty, hoe de menselijke fouten in de lucht kunnen worden verminderd. Dodelijke ongelukken in de burger luchtvaart lijken verband te houden met menselijke factoren, bijvoorbeeld in gevallen dat de grond te vroeg wordt geraakt, bij botsingen, als tegen bergen wordt opgevlogen en als geprobeerd wordt visueel te blijven vliegen onder omstandigheden die instrumentvliegen vereisen. Ook is een groot aantal onge lukken opgetreden als de tweede piloot wordt toegestaan te landen of op te stijgen. Daarom, zegt Beaty, moet er een grondige algemene studie worden ge maakt van de ongelukken waarbij die welke zijn veroorzaakt door fouten van de piloot moeten worden geanalyseerd op de mogelijkheid van psychische fac toren. Het enthousiasme van captain Gra ham om te zijner tijd ook in het holst van de poolnacht olie te gaan halen in Alaska is er niet minder om gewor den. „We krijgen de beste schepen, be mand met de beste mensen en ge steund door de modernste elektroni sche apparatuur", zegt hij. „Ik ben blij dat ik geselecteerd ben. Hoeveel mensen krijgen tegenwoordig nog de kans om iets heel anders te doen?" „Iedere reis zal straks een nieuw avontuur zijn", verzekert hij. „Zoveel hebben wij er intussen wel van begre pen. Bovendien: het werk is bijzon der vermoeiend. In de ijsvaart moet je snelheid en koers voortdurend wijzigen. De dikte en de sterkte van het ijs zijn immers bepalend voor de voortgang en daarom dirigeren wij het schip zo veel mogelijk naar de zwakste plek ken, als die er tenminste zijn". Dit maakt een aaneenschakeling van koerscorrecties noodzakelijk. De Man hattan zig-zagt gewoonlijk door het ijs en niet-ingewijden zouden gemakkelijk de indruk krijgen dat de roergangers voortdurend onder invloed verkeren. De kans hierop is minimaal. Want juist omdat de operatie het beste van MB Urenlang malen de beide schroeven van de Manhattan nu al rond in het stukje open water achter de tanker, dat steeds kleiner wordt. Nu eens vooruit dan weer achteruit, maar altijd op volle kracht, met het roer afwisse lend naar stuurboord en bakboord. Op de brug heerst een gezellige druk te. De drie kapiteins onder aanvoe ring van Roger Stewart met zijn Schotse baret zijn present. Stanley Haas, de leider van de operatie is er, en Brarrf Mookhoek, de technische co ordinator van deze expeditie. In 'n hoek bij het kookplaatje met de koffie be spreekt dr. Wilford Weeks, die alles van ijs af weet, de mogelijkheden voor een ontsnapping met zijn naaste mede werkers. Aan de andere kant van dè brug turen captain Tom Pullen van de Canadese kustwacht en captain Frede rick Goettel van de Amerikaanse kust wacht onafgebroken naar „hun" ijs- brekers, die nu te hulp zouden moe ten komen. Die steun blijft uit. De John A. MacDonald, toch één van 's werelds potigste ijsbrekers, ligt op een mijl van de Manhattan degelijk vastgeketend. Nog verder naar het oosten doet de be jaarde Staten Island vruchteloze pogin gen om aan de ijzige houdgreep te ont komen. Er heerst geen paniek. „Paniek is er nooit geweest", zegt kapitein Ronald Graham (45), „hoogstens onzekerheid. Maar die verdwijnt snel als uitgelezen experts je vertellen dat je de beste ijs- breker hebt die ooit is gebouwd. Als zul ke mensen dit zeggen krijg je er ver trouwen in." Wordt zijn vertrouwen nu niet erg zwaar op de proef gesteld? Ron Gra ham zwarte baret op een markan te kop glimlacht breed. Hij geeft toe dat de situatie niet zo plezierig is. „Maar het kan ons beter nu overko men dan dat we in de toekomst wa ren verrast. Een ijsbreker-tanker van 250.000 ton, zoals wij die willen bou wen, zal twintig dollar (72 gulden) per minuut kosten. Het verlies van een etmaal zal dan een tegenvaller beteke nen van 29.000 dollar. (104.000 gulden). Dat is bijna mijn jaarinkomen," zegt Ronald Graham monter. En dan in ernst: „Toch lijkt het meer dan waar schijnlijk dat er straks schepen in de greep van het ijs zullen raken. Nu zijn we hier in de beste tijd van het jaar. In de toekomst wordt ook gevaren gedurende de maandenlange poolnacht. Dan is er niets te zien. Radar alleen is hier niet voldoende. Menselijke fouten, technische storingen en de na tuur kun je niet uitschakelen". ieders aandacht vraagt, is de Manhat tan „drooggelegd". Ondanks het huidige oponthoud is ook expeditieleider Stanley Haas (45) een tevreden mens. „We hebben veel ge leerd en daar was het ons tenslotte om begonnen," oppert hij. „Zo weten wij nu hoe met een groot schip in het ijs moet worden gemanoeuvreerd en we kennen de mogelijkheden van het schip. De meeste gegevens voor een toe komstige ijsbreker-tanker, die twaalf maanden van het jaar op deze route wordt ingezet, zijn voorhanden. Het staat vast, dat een ononderbroken vaart technisch mogelijk is. De analyses zul len moeten uitwijzen of het plan econo misch uitvoerbaar is." 9 Fraai „maanlandschap" niet ijs-onder-druk op de voorgrond en achteraan een uitgestrekte „krater" die uit zogenaamd poolijs bestaat. Foto rechtsboven: Amerikaan se glaciologen laten geen kans on benut voor een voettocht over het oakijs van de Noordwestelijke Door vaart. Op de achtergrond de Cana dese ijsbreker John A. MacDonald. Foto linksboven: De Manhat tanheeft zich losgebroken uit het Poolijs en doorklieft weer de gol ven. Van de grootste betekenis is, dat men de verschillende soorten ijs heeft leren herkennen, zowel met het blote oog als op de radar. Dank zij deze kennis zal in de toekomst tijdverlies op grote schaal vermeden kannen worden. „Wij hebben ondervonden," zegt Stan Haas, „dat in het ijs de kortste weg lang niet altijd de snelste is. Je kunt beter een omweg maken van twaalf uur dan 24 uur lang vastzitten in zwaar poolijs." Geen beter bewijs voor de bruik baarheid van zijn stelling dan de po sitie, waarin de Manhattan is komen te verkeren. Uur na uur verstrijkt en de druk van het ijs is nog geen fractie verminderd. Slechts onmiddellijk ach ter het schip bevindt zich een bijt, die kunstmatig wordt opengehouden door de immense draaikolken, die door de schroeven omhoog worden gewerkt. Reusachtige ijsschollen wentelen erin rond, als dode vissen, en er slaat een witte damp uit het naar verhouding warme water. Zo ontstaat het paradoxa le beeld van een borrelende kookpot met een ijsrand van het prachtigste aquamarijn, die afdaalt in het zwart van een onpeilbare diepte. Wat meer prozaïsch zegt Stan Haas: „Het enige probleem is, dat het vermogen van de Manhattan onvoldoende is. Daar waren wij van te voren al van overtuigd. Een sterker schip was niet te vinden en we wilden deze tocht beslist dit jaar maken. Zodoende hadden wij geen keus." Een groot winstpunt is, dat in de toekomstige schepen voor deze route minder vermogen nodig is dan was ver ondersteld. Voor die 250.000 tonners wordt nu gedacht aan een vermogen van 100.000 tot 150.000 pk., met twee of drie schroeven. Opvallend is, dat de Manhattan het in het poolijs beter doet dan de model- proeven in het laboratorium van de Esso bij Grenoble hadden voorspeld. Ze breekt het ijs uitstekend en ze manoeuvreerd voortreffelijk. De oorzaak van deze verschillen in uitkomst ligt in het gebruik van zoet water door de ijsmakers in het laboratorium. Dit ijs is belangrijk sterker dan het zoutwa terijs van de Noordwestelijke door vaart. Het ijs in het lab vertoonde bo vendien geen zwakke plekken en die zijn hier voldoende. De enige kunst is ze te vinden. Dank zij hun ervaringen met de Manhattan zijn de mensen van de Esso opvallend zeker van hun zaak. „Als on ze plannen doorgaan, zullen we geen testschip bouwen", verzekert Stan Haas. „De zes schepen, die we nodig hebben, bestellen we tegelijk. Ze kosten bij elkaar ruim een miljard gulden. Er is geen sprake van dat we dit ka pitaal zonder testschip in de waag schaal stellen. We weten precies wat we doen." Een miljard gulden voor zes schepen. Daar komt dan nog eens een bedrag van 360 miljoen gulden bij om de werf, die de opdracht krijgt, in staat te stellen zijn bedrijf aan te passen. Want volgens de Amerikaanse wet geving moeten de schepen in de Ver enigde Staten worden gebouwd en geen enkele Amerikaanse werf is uitgerust voor de bouw van mammoettankers. De ijsbreker-tankers moeten in het voorjaar van 1973 in de vaart zijn. Ze zullen uitsluitend worden ingezet voor de ijsvaart. Er wordt zoveel vermogen in geïnstalleerd en zoveel staal in ver werkt, dat ze niet geschikt zullen zijn voor andere routes. Ze zouden niet met andere schepen kunnen concurreren Juist omdat de schepen louter geschikt zijn voor de ijsvaart is zelfs overwogen een „eindhaven" te bouwen ergens aan de zuidkust van Groenland. Het is daar pas halfweg tussen Alaska en New York of West-Europa. De olie zou dan van Groenland naar de afzetgebieden worden vervoerd met normale tankers, die in open water wel economisch zijn. Volgens Stanley Haas is dit plan van de baan. Een dergelijke operatie zou te duur worden door de extra overslag- kosten. Op de Manhattan zijn intussen aller ogen gericht op een dikke straal wa ter, die uit een leiding op het voordek kolkt. Na een vol etmaal is er nog geen beweging in het schip. Iemand heeft gesuggereerd toch maar eens wat water overboord te pompen. De speci alisten kijken geamuseerd toe, maar hun glimlach bevriest op hun gelaat als de Manhattan zich, zij het tergend lang zaam, achteruit begint te werken. Zowel aan bakboord als aan stuur boord stroomt nu het water uit de bal- lasttanks langs de zijden van het schip. Na korte tijd gaat de telegraaf op „volle kracht vooruit". Als vanouds graaft de brede kop van de Manhattan zich in de ijzige massa. Het gaat lang zaam, maar de vaart blijft er in. Ijs klompen als rotsblokken kantelen traag over de volle lengte tegen de romp, wat een geluid veroorzaakt als een goe derentrein, die over een viaduct rom melt. Terwijl de ondergaande zon een kleed van lila en zacht rose over de witte wereld uitspreidt, glijdt de Manhattan op de John A. MacDonald af. Johnny Mac, zoals ze op de tanker zeggen, moet notabene door de Manhattan wor den bevrijd. Niemand juicht. Dan geschiedt het wonder: aan alle kanten begint het ijs te wijken. De wind is gaan liggen en de druk afgeno men. Overal tussen de ijsvelden ont staan rivieren, waarvan de loop zich con stant wijzigt. Tussen 't schip en de zon, die nu bijna op de einder rust, groeit 'n meer met oevers van ijs, die zich steeds verder terugtrekken. De Manhattan koerst naar het oosten, de nacht tegemoet. De beide ijsbrekers volgen in kiellinie, zoals het behoort. Zo snel hebben de omstandigheden zich gewijzigd, dat we er binnen een uur een twaalf mijls vaart op na kunnen houden. We varen verder in het spoor van de poolreizigers Amundsen en Mc Clure. Alleen oneindig veel comfortabeler! DEN HAAG „Europeaan" dr. Mansholt meende het niet ernstig met zijn aanbod van tweeduizend gulden per hectare, als braakliggende grond in Flevoland niet voor de landbouw zou worden gebruikt. Minister Lardi- nois zei dit gisteren in een openbare vergadering van de Tweede-Kamer commissie voor de landbouw. Deze be sprak de nota hervorming landbouw in de Europese Gemeenschap (de zogehe ten nota-Mansholt). De vice-voorzitter van de Europese Commissie, dr. Mansholt, heeft de mi nister persoonlijk verzekerd dat zijn aanbod alleen symbolisch was bedoeld. Minister Lardinois was het met zijn voorganger Biesheuvel eens dat dr. Mansholt met zijn berekeningen die op tweeduizend gulden per hectare uit- men, een scheve schaats had gereden. De minister deelde nog mee dat met het aanwijzen van het Kuinderbos tot schietterrein behalve met bos, ook not vierhonderd hectare landbouwgronr (vooral weidegrong met melkveehou derijen) zal moeten verdwijnen. Zou het schietterrein van het oefer terrein Harskamp niet in het Kuinder bos, maar in de Flevopolders worder. aangelegd, dan zou van de nodige twaalfhonderd hectare toch nog tachtig procent in produktie komen.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 9