De mens in de politiek
De economie in de politiek
De duidelijkheid in de politiek
Chaos der nummerborden
Suez-
kanaal
Afgesloten...
Nederlands aandeel
in bewogen historie
...en de
economische
gevolgen
Uitnodiging
Diplomatiek
Belangstelling
Commentaar
Het is een haast onontkoombare vraag:
wat heeft de anti-revolutionaire fractielei
der mr. B. W. Biesheuvel woensdag be
zield toen hij bijna een kabinetscrisis op
zijn naam bracht? Hij wist - zo is in
middels wel gebleken - dat het amende
ment van zijn fractie uiteindelijk zout bot
sen tegen het „onaanvaardbaar" van het
kabinet-De Jong. Op het moment dat zijn
partijgenoot Kieft het befaamde amende
ment indiende moet de heer Biesheuvel ge
weten hebben dat hij straks de zware
gang zou moeten gaan van de verliezer
en dat hij de hoon zou moeten dragen
van de oppositie. En ook: hij moet in
zijn optreden verdisconteerd hebben dat
het grote televisiepubliek - want merk
waardigerwijs heeft het Nederlandse volk
meestal wel een uurtje nachtrust over om
een Kamerdebat te kunnen zien hem
niet al te goed zou begrijpen. Dat zijn
politieke „televsie-image" (waarschijnlijk
is niemand op dit punt beter dan hij!) er
onder zou lijden. En toch deed hij het
waarom?
Zoekend naar dit waarom zal men eerst
bij de mens Biesheuvel terecht moeten. En
dan mag een woord van lof niet ont
breken, want hoe men ook over het po
litieke bedrijf mag denken: iemand die
tot het bittere eind toe wil staan voor
zijn overtuiging toont karakter. Gemak
kelijk had kunnen zeggen: „Regering,
u regeert! Wij hebben u gewaarschuwd
als u niet wilt luisteren ga dan uw
gang. Wij willen niet op uw stoel gaan
zitten!" Dan was het spel minder hoog
speeld en niemand zou het hem kwa
lijk genomen hebben.
In menig huiskamergesprek is er nog
iets anders in het geding gebracht. Voor
dat de huidige premier De Jong werd
aangezocht om een kabinet te formeren,
was die opdracht aan mr. Biesheuvel ver
strekt. Hoewel hij de zaak zo goed als
rond had gaf hij toch op een onverwacht
ogenblik zijn opdracht terug: hij vond de
bemanning die de KVP voor zijn eventue
le kabinet wilde leveren niet sterk ge
noeg. En met een in zijn ogen te zwakke
ploeg wilde hij niet in zee. En nu zegt
men dan: „Zie je wel, deze mr. Biesheu
vel is rancuneus. Hij heeft revanche wil
len nemen voor zijn falen van twee jaar
geleden!"
Deze gedachtengang lijkt menselijk,
maar voor de mens Biesheuvel niet waar
schijnlijk. Wie hem kent weet dat deze
evenwichtige boerenzoon zichzelf nootit zo
ver zou laten gaan. Als iedere politicus
heeft hj eerzucht - hoe zou men anders
ooit dit „vak" kunnen ambiëren. Maar
hij is ook eerlijk - dat getuigenis zullen
ook zijn tegenstanders hem graag geven.
En men mag aannemen dat juist die
eerlijkheid hem tot zijn merkwaardige
stappen van afgelopen woensdag heeft
aangezet. Hij geloofde namelijk dat hij
en zijn fractiegenoten het gelijk aan hun
kant hadden. En hij gelooft het nog!
Het is binnen onze parlementaire spel
regels de gewoonte dat de oppositie
tracht politieke munt te slaan ook ut de
zakelijke geschillen die zich binnen een
regeringscoalitie kunnen voordoen. Het
belastinggeschil van woensdag wès een
zakelijk geschil en het raakte niét de
kern van het kabinetsbeleid zoals de op
positie betoogde. Over twee zaken waren
kabinet en anti-revolutionaire fractie het
eens:
dat de belastingverlaging nodig was
en is omdat hier geen sprake is van
een wezenlijke vermindering van de
belastingdruk maar een correctie op
de inflatie. Belastingtabellen behoren
te worden aangepast aan de waar
devermindering van het geld.
en dat er een behoorlijke dekking
zou moeten blijven voor de begroting,
ook wanneer de belastingcorrectie
minder geld gaat betekenen voor de
schatkist.
Over die dekking bestonden de me
ningsverschillen, maar ook die waren
niet bijster groot. Een verhoging van de
BTW-tarieven (zij het dan niet in 1970),
een verzwaring van de motorrijtuigenbe
lasting, verhoging van andere accijnzen
heel dat belastingpakket van minister
Wltteveen stuitte niet op al te veel be
zwaren. Maar daarmee was het gat niet
geheel en al gedekt en minister Witte-
veen zocht het verder in een uitstel van
de teruggave van reeds betaalde omzet
belasting door het bedrijfsleven een
extra belasting van het bedrijfsleven dus.
En daarmee waren vooral de anti-revo
lutionairen niet gelukkig. Zij geloven dat
die last voor het bedrijfsleven nu net'pre
cies te zwaar zal worden: dat het zal
leiden tot te grote prijsverhogingen èn
tot een zodanige moeilijkheid voor tal
van bedrijven dat een vergroting van de
werkloosheid in 1971 er het gevolg van
zal zijn.
De minister zag en ziet het anders. Hij
meent dat zijn tweederde/eenderde ver
deling van de belastingcorrectie precies
die injectie zal geven aan onze econo
mie, dat zij in de komende jaren soepel
zal kunnen draaien. Belastingverlaging be
tekent immers meer bestedingsmogelijk
heid voor de particulier en dus grotere
afzetmogelijkheden voor het bedrijfsleven.
We wagen ons niet aan een oordeel
over de juistheid van deze beide stand
punten we kunnen het zelfs niet af
doen met de dooddoener dat „de tijd
het zal leren". Het gaat hierbij om een
verschil van visie op de economische
ontwikkeling in Nederland is van heel wat
ontwikkeling in Nederland is van heel wat
meer factoren afhankelijk dan van een al
dan niet juiste verdeling van een bedrag
van f150 miljoen. De ontwikkeling in
Duitsland, in de EEG, in Amerika is
waarschijnlijk van aanzienlijk meer in
vloed dan dat naar verhouding lage be
drag. En daarom geloven we niet dat
iemand ooit de kans zal krijgen om wis
kundig zuiver aan te tonen dat hij gelijk
heeft gehad.
Maar het ongelukkige is dat al die
macro-economische bespiegelingen in
Nederland oorzaak kunnen zijn van een
kabinetscrisi. Poltiek en econome zijn
langzamerhand zo nauw met elkaar ver
weven dat zaken als deze in onze par
lementaire democratie gaan overheersen.
Met als gevolg dat eigenlijk niemand er
meer iets van snapt. En men de schou
ders ophaalt over een póging als van
mr. Biesheuvel om het landsbelang te
dienen. De politicus en zjn kiezers zijn
wel heel ver uit elkaar gegroeid!
Er bestaat nog een derde mogelijkheid
waarom mr. Biesheuvel het spel gespeeld
heeft zoals hij dat deed: dat hij op die
manier de duidelijkheid in de politiek heeft
willen bevorderen. Dat hij heeft willen
aantonen waar precies de anti-revolutio
nairen staan in de politieke arena. Alleen
dan namelijk kan men verklaren waarom
hij het op een „onaanvaardbaar" heeft la
ten aankomen: opdat iedereen kan weten
dat de anti's het met deze wijze van be
grotingsfinanciering niet eens zijn, maar
dat zij dit euvel niet zo ernstig achten dat
daarom de (in hun ogen toch goede) re
gering zou moeten heengaan. In de geest
van „wij willen niet met het badwater het
kind weggooien".
Het kan zijn dat men in de kleine kring
van ingewijden in de Haagse parlemen
taire spelregels het zo begrepen heeft
maar de buitenstaanders hebben dat in ie
der geval niét begrepen. Zij hebben er niet
veel anders in kunnen ontdekken dan een
dwaze vertoning waarmee alleen maar
tijd werd verspild. Die tegenstelling tus
sen ingewijden en toeschouwers kan dan
alleen maar tot de conclusie leiden dat er
in Den Haag 'n spel wordt gespeeld, een
ernstig en serieus spel dat willen
we ook als vaststaand aannemen - maar
dat de toeschouwers, de Nederlandse bur
gers over wier belangen het gaat, het spel
niet meer kunnen volgen omdat zij de re
gels niet kennen. En dat is naar onze vas
te overtuiging op dit ogenblik het grote
manco van ons democratisch-parlementai-
re stelsel.
Het is niet moeilijk voorbeelden te vin
den om dit manco aan te tonen. Op dit
ogenblik hoort men velen de uitspraak van
drs. Den Uyl aanhalen dat het kabinet-De
Jong door deze gang van zaken een dui
delijk VVD-stempel heeft gekregen. Op de
vraag wat dat WD-stempel dan wel is
komt dan meestal een wat vaag antwoord
in de geest van „het kapitaal bevoorde
len boven de werknemers". Men blijkt er
dan geen enkele weet van te hebben dat
de bezwaren van de anti-revolutionairen
juist hiertegen gericht waren dat door de
methode-Witteveen het bedrijfsleven, het
kapitaal, te veel zou worden belast... met
daarachter dan alle gevolgen weer voor
de werknemers. Dat het economische den
ken dikwijls dwars door de politieke links/
rechts geledingen heenloopt, wordt niet
beseft.
Een ander voorbeeld leverde de Boeren
partij. Men liet weten vr belastingverla
ging te zijn en daarvoor ook te stemmen
- behalve als er kans zou bestaan dit ka
binet weg te sturen: dan zou men net an
dersom stemmen. Mooi voorbeeld van ver
menging van zakelijke argumenten en po
litieke belangen. Zo kan en mag het n de
spelregels - maar in het gewone burger
leven zou men voor een dergelijke handel
wijze passen!
Komen we terug tot onze eerste vraag:
wat heeft mr. Biesheuvel bezield? Ant
woord: we kunnen er slechts naar raden,
weten doen we het niet! En daarmee zijn
dan alle (eventuele) goede bedoelingen
van de anti-revolutionaire fractie om dui
delijkheid te brengen in onduidelijkheid
gesmoord. Er lijkt maar één oplossing
mogelijk: de spelregels op de helling te
zetten en daarbij ook de kiezers, vooral
de kiezers te betnekken. Zij hebben er
recht op het spel te begrijpen. Omdat
zij meer zijn dan alleen maar toeschou
wers: zij zijn de belanghebbenden.
Nederlands perfect geregelde kenteken
registratie is dusdanig in de soep gelo
pen dat het voor de politie erg moeilijk
is geworden de eigenaren van auto's in
voorkomende gevallen te achterhalen.
Tot het huidige systeem van kente
kenregistratie werd na heel wat studie
besloten. Nogal eigenwijs deed Nederland
het doelbewust anders dan welk land ook.
Var het nu vastgelopen systeem werden
de oude vertrouwde nummers op naam
verlaten, waar iedereen - ook de poli
tie - gelukkig mee was. Met simpel
weg één cijfer toe te voegen aan de
nummers had men toen nota bene kun
nen volstaan!
Nu moet er dringend een goed sluitend
nieuw systeem komen. Niet in de eerste
plaats om de politie het werk te verge
makkelijken, maar vooral ter bescher
ming van de goedwillende burgers. Zoals
de zaak nu is, biedt bijvoorbeeld het no
teren van een kentekennummer na een
aanrijding waarbij de dader wegrijdt,
maar bitter weinig houvast.
Het is te hopen dat deze keer wél le
ring zal worden getrokken uit de erva
ringen van andere landen. Misschien dat
de Zwitserse methode nog wel de beste
mogelijkheden biedt: elk jaar een ander
nummerbord dat pas wordt afgegeven
als de automobilist bewijzen overlegt dat
hij zijn WA-verzekering en zijn motor
rijtuigenbelasting heeft betaald. De me
thode verschaft zekerheid en spaart gro
te controle-apparaten uit,
100
Er was geen componist die een speciaal
werkstuk vervaardigde om de feestelijkhe
den ter gelegenheid van het honderdjarig
bestaan van het Suezkanaal op te luisteren
de klanken van Verdi's opera Aida heb
ben plaats moeten maken voor de dage
lijkse kanon- en geweerschoten aan beide
lijkse kanon- en geweerschoten aan beide zij
den van deze eens zo bejubeldev aarweg tus
sen Middellandse Zee en Rode Zee. En daar
mee is het kanaal geworden tot een soort
Zuidwillemsvaart van het Midden-Oosten.
Egypte's president Nasser plukt de wran
ge vruchten van zijn pogingen om de we
reld onder druk te zetten ten nadele van
zijn vijand Israël. Honderd jaar geleden
voeren zevenenzestig gepavoiseerde sche
pen, van iedere nationaliteit één, het Suez
kanaal binnen thans scheren dagelijks
hoog in de lucht de vliegtuigen over de
vaarweg om te voorkomen dat in de huidige
situatie wijziging wordt gebracht. Want wan
neer Israël en Egypte geen overeenstemming
kunnen bereiken over het waar, wanneer
en hoe, zolang zullen de opgesloten sche
pen moeten blijven liggen. Als een sym
bool dat deze strijd ook andere landen
en nationaliteiten aangaat.
De teruggang is eigenlijk al begonnen in
1956 toen president Nasser het kanaal na
tionaliseerde en zich met deze contract-
breuk de woede op de hals haalde van
Engeland en Frankrijk. Voor een juist be
grip hiervan moet men terug in de histo
rie. Bij de opening in 1869 had keizerin
Eugénie van Frankrijk de historische woor
den gesproken: Nimmer heb ik zo iets
schoons gezien! en hadden beroemde
journalisten als Ibsen en Gautier de lof
van het kanaal bezongen maar de scheep
vaartmaatschappijen negeerden de vaar
weg omdat de kosten te hoog waren. Nog
geen vijfhonderd schepen passeerden jaar
lijks het kanaal. Totdat Engeland er zich
mee bemoeide. Het roemruchte imperium
van die dagen had zich steeds afzijdig ge
houden want het voorzag schade aan zijn
Afrikaanse belangen. Dat nam echter niet
weg dat de afstand tussen moederland en
Brits-Indië aanmerkelijk korter was ge
worden en dat de invloed van Frankrijk in
het Midden-Oosten aanzienlijk was toege
nomen. Er moest wel iets gebeuren...maar
Engeland bezat geen aandelen.
Tot in 1875, tijdens een diner dat premier
Disraëli aan zijn vriend baron Lionel de
Rothschild aanbood, een bediende een te
legram aan Disraëli overhandigde.
Het bevatte het bericht dat de Egyptische
onderkoning, Pacha Ismaël, zijn 176.000
(van de 400.000) aandelen te koop had
aangeboden aan de Franse regering. Uit
geldgebrek. Terwijl de Franse regering
zich beraadde over het aanbod hapte Dis
raëli toe. Voortaan waren Engeland en
Frankrijk samen de voornaamste bezitters.
Het leidde er toe, dat in 1888 een verdrag
tot stand kwam dat door alle grootmach
ten van die tijd werd onderschreven: „Het
Suez-kanaal zal altijd vrij toegankelijk
zijn, in tijden van oorlog en van vrede,
voor ieder koopvaardij- en oorlogsschip,
zonder aanzien van vlag. Het kanaal zal
nimmer onderworpen zijn aan blokkaden".
De oorspronkelijke concessie was gelijk ge
bleven: Egypte kreeg 15 pet. van de baten
na 99 jaar (dus in 1968) zou de conces
sie aflopen en zouden alle baten aan Egyp
te toevallen.
In 1956 bepaalt Egypte dat het Israëlische
schepen verboden zal zijn gebruik te maken
van het kanaal en ook schepen onder ande
re vlag worden geweerd als zij goederen
van of naar Israël willen vervoeren. De
zaak komt in de Ver. Naties, Egypte wordt
in het ongelijk gesteld, maar stoort zich
niet aan de resoluties. In juli van dat jaar
besluit president Nasser het kanaal te
nationaliseren, Israël komt in actie en rukt
op tot op 15 kilometer van het kanaal,
Frankrijk en Engeland springen in de
bres en de oorlog is een feit. Het duurt
allemaal maar kort en de schade is aan
zienlijk. Pas in maart 1957 kunnen de eer
ste schepen weer van het kanaal gebruik
maken. Maar dan heeft de wereld al wel
geleerd hoe het zich moet dekken tegen
dit soort gevaarlijke risico's. Als tien jaar
later weer de Israëlische en Egyptische
troepen tegenover elkaar staan en het ka
naal weer gesloten is, laat men Egypte
voor wat het is en slaat andere wegen in.
En op dat punt zijijn we dan nu, 100 jaar
na de glorieuze openingsdag in november
1869.
Blijft de vraag of dit roemruchte kanaal
nog ooit zijn oude rol in de scheepvaart
èn daarmee in de politieke wereld zal kun
nen vervullen. Wil dat het geval zijn dan
zal er èn scheepvaarttechnisch èn politiek
héél wat moeten veranderen. Nu zet zich
iedere maand weer ongeveer twee centi
meter zand op de bodem vast, waardoor
de toch al geringe diepte van tien meter
is teruggebracht tot negen en een half.
Maar wil men het geschikt maken voor
tankers van meer dan 200.000 ton, dan zal
het een diepte van 23 meter moeten heb
ben. En ook tweemaal zo breed moeten
zijn. Bovendien zou men een geul moeten
maken in de Middellandse Zee èn de ha
ven van Port Said drastisch moeten uitdie
pen. Geschatte kosten: tenminste een mil
jard gulden. Geschatte werktijd: ten min
ste vijf jaar.
Zolang zal de wereld niet kunnen en willen
wachten. En zoveel geld zal niemand wil
len steken in een stukje wereld waar nog
iedere dag kanonnen spreken en de vlieg
tuigbommen gieren. Tenzij er een waar
wonder gebeurt zal men het Suez-kanaal
als slagader van de wereldhandel wel
kunnen afschrijven. Na honderd jaar past
geen muziek meer en worden geen bloemen
aangedragen. Hoogstens een grafkrans. En
president Nasser kan niet zeggen dat hij
het niet geweten heeft. Hij dacht de we
reld te kunnen dwingen en hij heeft ver
loren. In de lange historie van dit schone
Egypte zullen zijn daden niet met gouden
letters geboekstaafd worden.
Vijftien schepen liggen er op d
ogenblik opgesloten in de Bitter
meren, gevolg van de korte juni-
oorlog tussen Egypte en Israël.
Vijftien sehepen van acht ver
schillende nationaliteiten. Uiter
aard heeft dat consequenties.
Wel grappige, laten we daarmee
beginnen.
Onder de bemanningen van de
ze schepen is een lotsverbonden
heid gegroeid. Ter versterking
van de vriendschap en weder
zijdse bijstand heeft men dc ex
clusieve club Great Bitter Lake
Association opgericht. Alleen zee
lieden die sinds 5 juni 1967 op die
schepen hebben gediend, mogen
er lid van zyn. Doordat de beman
ningen op gezette tijden worden
afgelost, is het ledental van de
GBLA inmiddels gegroeid tot
meer dan vijfhonderd.
Een andere club heet Water
Babies. Deze wordt gevormd door
ongeveer vijftig mensen (en een
scheepshond) die per ongeluk in
het meer zijn gevallen De leden
van de GBLA hebben een em
bleem: een gouden anker op een
blauwe achtergrond, waarop de
beginletters van de club en het
cijfer van het aantal opgesloten
schepen. Het embleem staat op
dassen, op plakplaatjes voor
auto's en koffers, op kleding en
bierglazen. Voor gezagvoerders
van de betrokken schepen zijn er
wimpels met dit „wapen" be
schikbaar.
Aan de opening van het Suez-kanaal, feestelijk
gebeuren op die 17e november 1869, is een
uitermate lange en ook bijzonder afwisselende
voorgeschiedenis voorafgegaan. Een historie
waarin Nederland en de Nederlanders dikwijls
hun aandeel hebben geleverd de voorge
schiedenis van de openingsplechtigheid trou
wens is door Nederlandse bril bekeken curieus
genoeg.
Ruim 1300 jaar voor Christus, toen Sesostris
koning was van Egypte, kwam een eerste com
municatie tot stand tussen Rode Zee en Mid
dellandse Zee. Ze liep echter niet door de land
engte van Suez er was eenvoudig leentje
buur gespeeld bij een zijtak van vader Nijl om
die waterweg ergens in de buurt van Suez in
zee te laten uitkomen. Uiteindelijk werd dat
kanaal in 1775 na Christus vernietigd, dank zij
de ruzie die een toenmalige Kalief had met een
zijner neven.
Daarna doken er van ongeveer het midden
van de vijftiende eeuw plannen op, waarbij
het er niet meer om ging de loop van de Nijl
te gebruiken, maar om de landengte van Suez
door te sfeken. Op een bepaald ogenblik was ook
Nederland, zij het passief, bij een van die vele
plannen betrokken. De beroemde wiskundige en
wijsgeer Leibnitz, tevens een figuur met di
plomatieke gaven, trachtte in 1672 Lodewijk XIV
niet een onafhankelijke staat het land stond
onder Turkse soevereiniteit zodat de Sultan in
dezen het laatste woord had.
Voor de openingsplechtigheid nodigde de Egyp
tische onderkoning onder anderen alle Europe
se Soevereinen uit. Op 16 juli 1869 richtte hij in
het Frans zulk een uitnodiging tot koning Wil
lem III, er aan toevoegend dat, zo het staats
hoofd zelf niet kon komen, dan een door hem
aan te wijzen lid van het Koninklijke Huis als
's Konings vertegenwoordiger van harte wel
kom zou zijn. De gastheer gaf nog te kennen
het gelukkig te achten als op die wijze Neder
land vertegenwoordigd zou zijn bij de opening
van het kanaal „dat de Oostelijke koloniën van
Uwe Majesteit nader bij het Moederland zal
brengen".
In de ministerraadsvergadering van 3 aug.
1869 bracht de minister van marine ter sprake
„het belang der Nederlanden om de Nederland
se vlag te vertonen bij gelegenheid van de ope
ning van het kanaal door de landengte van
Suez". Hiertoe werd besloten. Daar de koning
zelf niet ging wees hij zijn broer, prins Hendrik
die in Luxemburg de Koning-Groothertog in
laatstgenoemde functie als stadhouder verving,
als zijn persoonlijke vertegenwoordiger aan om
de openingsplechtigheid bij te wonen.
Ofschoon de Sultan van Turkije niet tot het
verzenden van uitnodigingen was overgegaan,
is men van Nederlandse zijde zo correct ge
weest hem mededeling te doen dat en op wel
ke wijze de uitnodiging was aanvaard wat
overigens ook ter kennis van de Egyptische
onderkoning werd gebracht. (Jit diplomatiek
oogpunt was deze procedure heel taktvol: tot
ons ministerie van Buitenlandse Zaken was na
melijk doorgedrongen dat de Sultan, overigens
in zo hoffelijk mogelijke bewoordingen, door
zijn grootvizier aan de onderkoning van Egyp
te had laten schrijven dat deze zijn boekje te
buiten was gegaan. Want dat het niet op zijn
weg, maar uitsluitend op die van de Soeverein,
het Hoofd van de Verheven Porte te Konstanti-
nopel, gelegen zou hebben zich voor het beoog
de doel tot andere Soevereine Vorsten te wen
den.
af te leiden van diens boze plannen om de Re
publiek der Verenigde Nederlanden aan te val
len. Hij schreef, bij wijze van afleidingsma
noeuvre, een memorandum dat de raad aan de
Franse zonnekoning bevatte Egypte te verove
ren, dan een kanaal te doen graven tussen de
Rode en de Middellandse Zee en aldus een klap
toe te brengen aan de Hollandse handelsvaart
op de Indiën. Frankrijks koning liet zich door
Leibnitz niet hiertoe verleiden, zette daarente
gen zijn plan tegen de Republiek door.
Nadat ook Napoleon zich er mee had be
moeid en ook nadat in 1841 een Nederlandse
maatschappij zichzelf had aangeboden voor het
graven van een Suez-kanaal, is het dan toch
uiteindelijk een Fransman geweest, Ferdinand
de Lesseps, die het zover wist te brengen dat
er in 1859 een te Parijs zetelende universele
maatschappij voor het zeekanaal van Suez werd
opgericht onder zijn leiding. En: dat ook nog
in 1859 het graven begon. Al in 1854 had hij
van SaidPacha, onderkoning van Egypte, een
besluit losgekregen waardoor hij een en ander
kon beginnen. Het jaar daarop had hij een in
ternationale commissie van dertien ingenieurs
in het leven geroepen van welke commissie hij
de Nederlander ir. Conrad tot voorzitter be
noemde (deze ir. Conrad bracht het in Neder
land tot inspecteur-generaal van de waterstaat,
destijds nog ressorterend onder Binnenlandse
Zaken). De commissie bracht over De Lesseps
plan voor wat de uitvoerbaarheid betreft een
over het algemeen gunstig rapport uit. Ze ver
wierp allen de gedachte het kanaal te Alexan-
drië te laten beginnen met beslistheid werd
aangeraden de kortste weg te volgen.
In Nederland bestond er grote belangstelling
voor de onderneming. Toen ik op het Algemeen
Rijksarchief een en ander opzocht in verband
met Nederlands deelneming in de openings
plechtigheid op 17 november kreeg ik onder
meer een dikke bundel uit de oude archieven
van buitenlandse zaken onder ogen. Daaruit
bleek dat door middel van dit departement de
Nederlandse regering zich meer dan tien jaar
lang geregeld op de hoogte had laten houden
van de gang en de stand van zaken met de aan
leg van het kanaal. Trouwens, in 1856 kreeg een
Staatscommissie opdracht een onderzoek in te
stellen naar de invloed die het Suezkanaal zou
hebben op onze handel en scheepvaart en na
tuurlijk speciaal op die met Nederlands-Indië
Overigens moet nog opgemerkt worden dat pas
in 1866 de eertijds al door de onderkoning van
Egypte aan De Lesseps en zijn maatschappij ver
leende concessie de bekrachtiging kreeg van
de Turkse sultan. Egypte was immers nog lang
Nadat inmiddels wereldkundig was geworden
dat van de hoge gasten onder anderen keize
rin Eugénie, gemalin van Napoleon III en bloed
verwante van De Lesseps, de keizer van Oos
tenrijk en de Pruisische kroonprins zich eerst
naar de Turkse hoofdstad zouden begeven alvo
rens in Egypte voet aan wal te zetten, is ook
in Den Haag het besluit genomen dit voorbeeld
door prins Hendrik te doen volgen. Interessant
is het te lezen wat er staat vermeld in de no
tulen van de op 15 oktober gehouden minister
raad:
„De minister van Buitenlandsche Zaken geeft
in overweging of het al dan niet doelmatig
zou kunnen worden geacht den Koning te ad
viseren ter gelegenheid der opening van het
kanaal van Suez als blijk der belangstelling
van Z.M. bij dit grootsche werk, aan den Sul
tan van Turkije het Grootkruis van den Ne-
derlandschen Leeuw te schenken.
Na veelzijdige beschouwing komt de Raad
tot 't besluit dat nu zoowel de Keizer van Oos
tenrijk als de Kroonprins van Pruissen, alvo
rens naar Suez te gaan, een bezoek bij den
Sultan zullen afleggen, het wenschelijk zou
kunnen worden geacht dat instede van het ver
lenen der onderscheiding aan den Sultan de
nog hoogere onderscheiding mogt worden be
wezen van een bezoek van Zijne Koninklijke
Hoogheid Prins Hendrik der Nederlanden. De
raad besluit den Minister van Buitenlandsche
Zaken zich uit te noodigen een en ander ter
kennis van den Koning te brengen, waartoe hij
mondeling wordt uitgenoodigd".
Begrijpelijkerwijze kreeg minister Roest van
Limburg hierop het koninklijke jawoord. Onder
wijl had Prins Hendrik uit Wolferdingen in die
plaats in Luxemburg vertoefde hij hetzelfde
denkbeeld in een confidentiële brief aan minister
Roest van Limburg geopperd. In dat epistel stipte
hij nog aan, „dat de Sultan als opperhoofd der
Muselmannen door de opening van het kanaal
meer invloed zal uitoefenen. Zóó te Jedda als te
Mekka, en het welligt raadzaam is in verband
met de talrijke bedevaartgangers uit Neder-
landsch Oost Indië om bij deze gelegenheid geen
aanstoot te geven, maar een bewijs van welwil
lendheid. Nederland is in dit opzicht in eene bij
zondere toestand doordat de millioenen inwoners
zijner koloniën schier alle Mohammedanen
zijn". Men ziet het: prins Hendrik, bijgenaamd
de Zeevaarder, beschikte over veel takt en di
plomatiek inzicht.
Zo begaf hij zich dan van Brindisi, na eerst
in Konstantinopel een bezoek aan de Sultan te
hebben gebracht, naar Egypte. Daar woonde
hij de groots opgezette feestelijkheden bij, maak
te er ook de eerste opvoering mee van de door
Verdi voor dit gebeuren gecomponeerde ope-
a „Aida", en bevond zich aan boord van het
Nederlandse oorlogsvaartuig „De Valk" toen
dat ln de stoet van schepen „De Arend" volg
de, waarop zich Keizerin Eugénie en ook De
Lesseps bevond toen de eerste vaart door het
Suezkanaal werd ondernomen.
De zeelieden in het Suezkanaal
versieren hun brieven met zelf
ontworpen en aan boord gedrukte
plakzegels.
Het onderlinge contact wordt
onderhouden op filmavonden, tij
dens een gemeenschappelijke
kerkdienst op zondagochtend en
met zwem- en zeilwedstrijden en
andere spelen. Voetbal is het po
pulairst. Het strijden om de „cup'*
is een ware erezaak geworden.
Ende economische gevolgen.
Maar er zijn ook andere, ern
stiger consequenties. Toen bij de
naasting van het kanaal in 1956
Engeland en Frankrijk (met Is
raël) een oorlog begonnen tegen
Egypte en de er liggende sche
pen bombardeerden, versperden
de wrakken voor lange tijd de
doorgang door het Suez-kanaal
(foto boven). Toen al werd ge
zocht naar andere mogelijkheden
nu echter begint 't er op te 1(1-
ken dat het kanaal voor altijd
zyn grote betekenis heeft verlo
ren. Want dit zijn de vier econo
mische consequenties die de slui
ting sinds 1967 tot gevolg heeft
gehad:
Om de ruwe olie tegen een
zo laag mogelijke transportprijs
per ton over de wereldzeeën naar
haar bestemming te kunnen bren
gen, werden tot dusver ongeveer
driehonderd tankers van meer
dan tweehonderdduizend ton be
steld. Wereldhavens worden op
grote kosten gejaagd om deze
mammoetschepen te kunnen ont
vangen. Hetzelfde is het geval
met scheepswerven om deze gi
ganten te kunnen bouwen wat
evenwel geen lucratieve activiteit
is tot nu toe.
De havens in Zuid-Afrika wor
den aangelopen door duizenden
schepen die gedwongen rond Kaap
de Goede Hoop varen. De schepen
komen er provianderen en bunke
ren. Verscheidene laten er ook
reparaties uitvoeren. De scheeps
agenten en sleepboten varen er
wel bij. De tienduizenden passa
giers en zeelieden blijken goede
klanten in Kaapstad. Durban, Port
Elizabeth en East London.
Het Panamakanaal heeft het
veel drukker gekregen in de af
gelopen tweeëneenhalf jaar. Mil
joenen tonnen Amerikaanse rege
ringsgoederen voor Vietnam wor
den nu via het Panama- in plaats
van door 't Suezkanaal verscheept.
Honderden mensen meer heeft
men er in dienst moeten nemen.
Er worden miljoenen dollars meer
aan kanaalgeld ontvangen.
Actueler worden ook de plan
nen voor een nieuw Panamaka
naal waarvan overigens al sinds
1963 sprake is. Het huidige kanaal
dateert van 55 jaar geleden. Men
heeft al geopperd een nieuw ka
naal te maken met behulp van
kernontploffingen. Op die manier
zou in vijf jaar tijd een nieuwe
vaarweg tussen de Caraibische
Zee en de Grote Oceaan tot stand
.kunnen worden gebracht.
In begin van uitvoering of
plannen ervoor z(jn oliepijpleldln-
gen in Egypte van Suez naar Alex-
andrië en in Israël tussen de Ro
de en de Middellandse Zee.