De mens in de politiek De economie in de politiek De duidelijkheid in de politiek Chaos der nummerborden Suez- kanaal Afgesloten... Nederlands aandeel in bewogen historie ...en de economische gevolgen Uitnodiging Diplomatiek Belangstelling Commentaar Het is een haast onontkoombare vraag: wat heeft de anti-revolutionaire fractielei der mr. B. W. Biesheuvel woensdag be zield toen hij bijna een kabinetscrisis op zijn naam bracht? Hij wist - zo is in middels wel gebleken - dat het amende ment van zijn fractie uiteindelijk zout bot sen tegen het „onaanvaardbaar" van het kabinet-De Jong. Op het moment dat zijn partijgenoot Kieft het befaamde amende ment indiende moet de heer Biesheuvel ge weten hebben dat hij straks de zware gang zou moeten gaan van de verliezer en dat hij de hoon zou moeten dragen van de oppositie. En ook: hij moet in zijn optreden verdisconteerd hebben dat het grote televisiepubliek - want merk waardigerwijs heeft het Nederlandse volk meestal wel een uurtje nachtrust over om een Kamerdebat te kunnen zien hem niet al te goed zou begrijpen. Dat zijn politieke „televsie-image" (waarschijnlijk is niemand op dit punt beter dan hij!) er onder zou lijden. En toch deed hij het waarom? Zoekend naar dit waarom zal men eerst bij de mens Biesheuvel terecht moeten. En dan mag een woord van lof niet ont breken, want hoe men ook over het po litieke bedrijf mag denken: iemand die tot het bittere eind toe wil staan voor zijn overtuiging toont karakter. Gemak kelijk had kunnen zeggen: „Regering, u regeert! Wij hebben u gewaarschuwd als u niet wilt luisteren ga dan uw gang. Wij willen niet op uw stoel gaan zitten!" Dan was het spel minder hoog speeld en niemand zou het hem kwa lijk genomen hebben. In menig huiskamergesprek is er nog iets anders in het geding gebracht. Voor dat de huidige premier De Jong werd aangezocht om een kabinet te formeren, was die opdracht aan mr. Biesheuvel ver strekt. Hoewel hij de zaak zo goed als rond had gaf hij toch op een onverwacht ogenblik zijn opdracht terug: hij vond de bemanning die de KVP voor zijn eventue le kabinet wilde leveren niet sterk ge noeg. En met een in zijn ogen te zwakke ploeg wilde hij niet in zee. En nu zegt men dan: „Zie je wel, deze mr. Biesheu vel is rancuneus. Hij heeft revanche wil len nemen voor zijn falen van twee jaar geleden!" Deze gedachtengang lijkt menselijk, maar voor de mens Biesheuvel niet waar schijnlijk. Wie hem kent weet dat deze evenwichtige boerenzoon zichzelf nootit zo ver zou laten gaan. Als iedere politicus heeft hj eerzucht - hoe zou men anders ooit dit „vak" kunnen ambiëren. Maar hij is ook eerlijk - dat getuigenis zullen ook zijn tegenstanders hem graag geven. En men mag aannemen dat juist die eerlijkheid hem tot zijn merkwaardige stappen van afgelopen woensdag heeft aangezet. Hij geloofde namelijk dat hij en zijn fractiegenoten het gelijk aan hun kant hadden. En hij gelooft het nog! Het is binnen onze parlementaire spel regels de gewoonte dat de oppositie tracht politieke munt te slaan ook ut de zakelijke geschillen die zich binnen een regeringscoalitie kunnen voordoen. Het belastinggeschil van woensdag wès een zakelijk geschil en het raakte niét de kern van het kabinetsbeleid zoals de op positie betoogde. Over twee zaken waren kabinet en anti-revolutionaire fractie het eens: dat de belastingverlaging nodig was en is omdat hier geen sprake is van een wezenlijke vermindering van de belastingdruk maar een correctie op de inflatie. Belastingtabellen behoren te worden aangepast aan de waar devermindering van het geld. en dat er een behoorlijke dekking zou moeten blijven voor de begroting, ook wanneer de belastingcorrectie minder geld gaat betekenen voor de schatkist. Over die dekking bestonden de me ningsverschillen, maar ook die waren niet bijster groot. Een verhoging van de BTW-tarieven (zij het dan niet in 1970), een verzwaring van de motorrijtuigenbe lasting, verhoging van andere accijnzen heel dat belastingpakket van minister Wltteveen stuitte niet op al te veel be zwaren. Maar daarmee was het gat niet geheel en al gedekt en minister Witte- veen zocht het verder in een uitstel van de teruggave van reeds betaalde omzet belasting door het bedrijfsleven een extra belasting van het bedrijfsleven dus. En daarmee waren vooral de anti-revo lutionairen niet gelukkig. Zij geloven dat die last voor het bedrijfsleven nu net'pre cies te zwaar zal worden: dat het zal leiden tot te grote prijsverhogingen èn tot een zodanige moeilijkheid voor tal van bedrijven dat een vergroting van de werkloosheid in 1971 er het gevolg van zal zijn. De minister zag en ziet het anders. Hij meent dat zijn tweederde/eenderde ver deling van de belastingcorrectie precies die injectie zal geven aan onze econo mie, dat zij in de komende jaren soepel zal kunnen draaien. Belastingverlaging be tekent immers meer bestedingsmogelijk heid voor de particulier en dus grotere afzetmogelijkheden voor het bedrijfsleven. We wagen ons niet aan een oordeel over de juistheid van deze beide stand punten we kunnen het zelfs niet af doen met de dooddoener dat „de tijd het zal leren". Het gaat hierbij om een verschil van visie op de economische ontwikkeling in Nederland is van heel wat ontwikkeling in Nederland is van heel wat meer factoren afhankelijk dan van een al dan niet juiste verdeling van een bedrag van f150 miljoen. De ontwikkeling in Duitsland, in de EEG, in Amerika is waarschijnlijk van aanzienlijk meer in vloed dan dat naar verhouding lage be drag. En daarom geloven we niet dat iemand ooit de kans zal krijgen om wis kundig zuiver aan te tonen dat hij gelijk heeft gehad. Maar het ongelukkige is dat al die macro-economische bespiegelingen in Nederland oorzaak kunnen zijn van een kabinetscrisi. Poltiek en econome zijn langzamerhand zo nauw met elkaar ver weven dat zaken als deze in onze par lementaire democratie gaan overheersen. Met als gevolg dat eigenlijk niemand er meer iets van snapt. En men de schou ders ophaalt over een póging als van mr. Biesheuvel om het landsbelang te dienen. De politicus en zjn kiezers zijn wel heel ver uit elkaar gegroeid! Er bestaat nog een derde mogelijkheid waarom mr. Biesheuvel het spel gespeeld heeft zoals hij dat deed: dat hij op die manier de duidelijkheid in de politiek heeft willen bevorderen. Dat hij heeft willen aantonen waar precies de anti-revolutio nairen staan in de politieke arena. Alleen dan namelijk kan men verklaren waarom hij het op een „onaanvaardbaar" heeft la ten aankomen: opdat iedereen kan weten dat de anti's het met deze wijze van be grotingsfinanciering niet eens zijn, maar dat zij dit euvel niet zo ernstig achten dat daarom de (in hun ogen toch goede) re gering zou moeten heengaan. In de geest van „wij willen niet met het badwater het kind weggooien". Het kan zijn dat men in de kleine kring van ingewijden in de Haagse parlemen taire spelregels het zo begrepen heeft maar de buitenstaanders hebben dat in ie der geval niét begrepen. Zij hebben er niet veel anders in kunnen ontdekken dan een dwaze vertoning waarmee alleen maar tijd werd verspild. Die tegenstelling tus sen ingewijden en toeschouwers kan dan alleen maar tot de conclusie leiden dat er in Den Haag 'n spel wordt gespeeld, een ernstig en serieus spel dat willen we ook als vaststaand aannemen - maar dat de toeschouwers, de Nederlandse bur gers over wier belangen het gaat, het spel niet meer kunnen volgen omdat zij de re gels niet kennen. En dat is naar onze vas te overtuiging op dit ogenblik het grote manco van ons democratisch-parlementai- re stelsel. Het is niet moeilijk voorbeelden te vin den om dit manco aan te tonen. Op dit ogenblik hoort men velen de uitspraak van drs. Den Uyl aanhalen dat het kabinet-De Jong door deze gang van zaken een dui delijk VVD-stempel heeft gekregen. Op de vraag wat dat WD-stempel dan wel is komt dan meestal een wat vaag antwoord in de geest van „het kapitaal bevoorde len boven de werknemers". Men blijkt er dan geen enkele weet van te hebben dat de bezwaren van de anti-revolutionairen juist hiertegen gericht waren dat door de methode-Witteveen het bedrijfsleven, het kapitaal, te veel zou worden belast... met daarachter dan alle gevolgen weer voor de werknemers. Dat het economische den ken dikwijls dwars door de politieke links/ rechts geledingen heenloopt, wordt niet beseft. Een ander voorbeeld leverde de Boeren partij. Men liet weten vr belastingverla ging te zijn en daarvoor ook te stemmen - behalve als er kans zou bestaan dit ka binet weg te sturen: dan zou men net an dersom stemmen. Mooi voorbeeld van ver menging van zakelijke argumenten en po litieke belangen. Zo kan en mag het n de spelregels - maar in het gewone burger leven zou men voor een dergelijke handel wijze passen! Komen we terug tot onze eerste vraag: wat heeft mr. Biesheuvel bezield? Ant woord: we kunnen er slechts naar raden, weten doen we het niet! En daarmee zijn dan alle (eventuele) goede bedoelingen van de anti-revolutionaire fractie om dui delijkheid te brengen in onduidelijkheid gesmoord. Er lijkt maar één oplossing mogelijk: de spelregels op de helling te zetten en daarbij ook de kiezers, vooral de kiezers te betnekken. Zij hebben er recht op het spel te begrijpen. Omdat zij meer zijn dan alleen maar toeschou wers: zij zijn de belanghebbenden. Nederlands perfect geregelde kenteken registratie is dusdanig in de soep gelo pen dat het voor de politie erg moeilijk is geworden de eigenaren van auto's in voorkomende gevallen te achterhalen. Tot het huidige systeem van kente kenregistratie werd na heel wat studie besloten. Nogal eigenwijs deed Nederland het doelbewust anders dan welk land ook. Var het nu vastgelopen systeem werden de oude vertrouwde nummers op naam verlaten, waar iedereen - ook de poli tie - gelukkig mee was. Met simpel weg één cijfer toe te voegen aan de nummers had men toen nota bene kun nen volstaan! Nu moet er dringend een goed sluitend nieuw systeem komen. Niet in de eerste plaats om de politie het werk te verge makkelijken, maar vooral ter bescher ming van de goedwillende burgers. Zoals de zaak nu is, biedt bijvoorbeeld het no teren van een kentekennummer na een aanrijding waarbij de dader wegrijdt, maar bitter weinig houvast. Het is te hopen dat deze keer wél le ring zal worden getrokken uit de erva ringen van andere landen. Misschien dat de Zwitserse methode nog wel de beste mogelijkheden biedt: elk jaar een ander nummerbord dat pas wordt afgegeven als de automobilist bewijzen overlegt dat hij zijn WA-verzekering en zijn motor rijtuigenbelasting heeft betaald. De me thode verschaft zekerheid en spaart gro te controle-apparaten uit, 100 Er was geen componist die een speciaal werkstuk vervaardigde om de feestelijkhe den ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van het Suezkanaal op te luisteren de klanken van Verdi's opera Aida heb ben plaats moeten maken voor de dage lijkse kanon- en geweerschoten aan beide lijkse kanon- en geweerschoten aan beide zij den van deze eens zo bejubeldev aarweg tus sen Middellandse Zee en Rode Zee. En daar mee is het kanaal geworden tot een soort Zuidwillemsvaart van het Midden-Oosten. Egypte's president Nasser plukt de wran ge vruchten van zijn pogingen om de we reld onder druk te zetten ten nadele van zijn vijand Israël. Honderd jaar geleden voeren zevenenzestig gepavoiseerde sche pen, van iedere nationaliteit één, het Suez kanaal binnen thans scheren dagelijks hoog in de lucht de vliegtuigen over de vaarweg om te voorkomen dat in de huidige situatie wijziging wordt gebracht. Want wan neer Israël en Egypte geen overeenstemming kunnen bereiken over het waar, wanneer en hoe, zolang zullen de opgesloten sche pen moeten blijven liggen. Als een sym bool dat deze strijd ook andere landen en nationaliteiten aangaat. De teruggang is eigenlijk al begonnen in 1956 toen president Nasser het kanaal na tionaliseerde en zich met deze contract- breuk de woede op de hals haalde van Engeland en Frankrijk. Voor een juist be grip hiervan moet men terug in de histo rie. Bij de opening in 1869 had keizerin Eugénie van Frankrijk de historische woor den gesproken: Nimmer heb ik zo iets schoons gezien! en hadden beroemde journalisten als Ibsen en Gautier de lof van het kanaal bezongen maar de scheep vaartmaatschappijen negeerden de vaar weg omdat de kosten te hoog waren. Nog geen vijfhonderd schepen passeerden jaar lijks het kanaal. Totdat Engeland er zich mee bemoeide. Het roemruchte imperium van die dagen had zich steeds afzijdig ge houden want het voorzag schade aan zijn Afrikaanse belangen. Dat nam echter niet weg dat de afstand tussen moederland en Brits-Indië aanmerkelijk korter was ge worden en dat de invloed van Frankrijk in het Midden-Oosten aanzienlijk was toege nomen. Er moest wel iets gebeuren...maar Engeland bezat geen aandelen. Tot in 1875, tijdens een diner dat premier Disraëli aan zijn vriend baron Lionel de Rothschild aanbood, een bediende een te legram aan Disraëli overhandigde. Het bevatte het bericht dat de Egyptische onderkoning, Pacha Ismaël, zijn 176.000 (van de 400.000) aandelen te koop had aangeboden aan de Franse regering. Uit geldgebrek. Terwijl de Franse regering zich beraadde over het aanbod hapte Dis raëli toe. Voortaan waren Engeland en Frankrijk samen de voornaamste bezitters. Het leidde er toe, dat in 1888 een verdrag tot stand kwam dat door alle grootmach ten van die tijd werd onderschreven: „Het Suez-kanaal zal altijd vrij toegankelijk zijn, in tijden van oorlog en van vrede, voor ieder koopvaardij- en oorlogsschip, zonder aanzien van vlag. Het kanaal zal nimmer onderworpen zijn aan blokkaden". De oorspronkelijke concessie was gelijk ge bleven: Egypte kreeg 15 pet. van de baten na 99 jaar (dus in 1968) zou de conces sie aflopen en zouden alle baten aan Egyp te toevallen. In 1956 bepaalt Egypte dat het Israëlische schepen verboden zal zijn gebruik te maken van het kanaal en ook schepen onder ande re vlag worden geweerd als zij goederen van of naar Israël willen vervoeren. De zaak komt in de Ver. Naties, Egypte wordt in het ongelijk gesteld, maar stoort zich niet aan de resoluties. In juli van dat jaar besluit president Nasser het kanaal te nationaliseren, Israël komt in actie en rukt op tot op 15 kilometer van het kanaal, Frankrijk en Engeland springen in de bres en de oorlog is een feit. Het duurt allemaal maar kort en de schade is aan zienlijk. Pas in maart 1957 kunnen de eer ste schepen weer van het kanaal gebruik maken. Maar dan heeft de wereld al wel geleerd hoe het zich moet dekken tegen dit soort gevaarlijke risico's. Als tien jaar later weer de Israëlische en Egyptische troepen tegenover elkaar staan en het ka naal weer gesloten is, laat men Egypte voor wat het is en slaat andere wegen in. En op dat punt zijijn we dan nu, 100 jaar na de glorieuze openingsdag in november 1869. Blijft de vraag of dit roemruchte kanaal nog ooit zijn oude rol in de scheepvaart èn daarmee in de politieke wereld zal kun nen vervullen. Wil dat het geval zijn dan zal er èn scheepvaarttechnisch èn politiek héél wat moeten veranderen. Nu zet zich iedere maand weer ongeveer twee centi meter zand op de bodem vast, waardoor de toch al geringe diepte van tien meter is teruggebracht tot negen en een half. Maar wil men het geschikt maken voor tankers van meer dan 200.000 ton, dan zal het een diepte van 23 meter moeten heb ben. En ook tweemaal zo breed moeten zijn. Bovendien zou men een geul moeten maken in de Middellandse Zee èn de ha ven van Port Said drastisch moeten uitdie pen. Geschatte kosten: tenminste een mil jard gulden. Geschatte werktijd: ten min ste vijf jaar. Zolang zal de wereld niet kunnen en willen wachten. En zoveel geld zal niemand wil len steken in een stukje wereld waar nog iedere dag kanonnen spreken en de vlieg tuigbommen gieren. Tenzij er een waar wonder gebeurt zal men het Suez-kanaal als slagader van de wereldhandel wel kunnen afschrijven. Na honderd jaar past geen muziek meer en worden geen bloemen aangedragen. Hoogstens een grafkrans. En president Nasser kan niet zeggen dat hij het niet geweten heeft. Hij dacht de we reld te kunnen dwingen en hij heeft ver loren. In de lange historie van dit schone Egypte zullen zijn daden niet met gouden letters geboekstaafd worden. Vijftien schepen liggen er op d ogenblik opgesloten in de Bitter meren, gevolg van de korte juni- oorlog tussen Egypte en Israël. Vijftien sehepen van acht ver schillende nationaliteiten. Uiter aard heeft dat consequenties. Wel grappige, laten we daarmee beginnen. Onder de bemanningen van de ze schepen is een lotsverbonden heid gegroeid. Ter versterking van de vriendschap en weder zijdse bijstand heeft men dc ex clusieve club Great Bitter Lake Association opgericht. Alleen zee lieden die sinds 5 juni 1967 op die schepen hebben gediend, mogen er lid van zyn. Doordat de beman ningen op gezette tijden worden afgelost, is het ledental van de GBLA inmiddels gegroeid tot meer dan vijfhonderd. Een andere club heet Water Babies. Deze wordt gevormd door ongeveer vijftig mensen (en een scheepshond) die per ongeluk in het meer zijn gevallen De leden van de GBLA hebben een em bleem: een gouden anker op een blauwe achtergrond, waarop de beginletters van de club en het cijfer van het aantal opgesloten schepen. Het embleem staat op dassen, op plakplaatjes voor auto's en koffers, op kleding en bierglazen. Voor gezagvoerders van de betrokken schepen zijn er wimpels met dit „wapen" be schikbaar. Aan de opening van het Suez-kanaal, feestelijk gebeuren op die 17e november 1869, is een uitermate lange en ook bijzonder afwisselende voorgeschiedenis voorafgegaan. Een historie waarin Nederland en de Nederlanders dikwijls hun aandeel hebben geleverd de voorge schiedenis van de openingsplechtigheid trou wens is door Nederlandse bril bekeken curieus genoeg. Ruim 1300 jaar voor Christus, toen Sesostris koning was van Egypte, kwam een eerste com municatie tot stand tussen Rode Zee en Mid dellandse Zee. Ze liep echter niet door de land engte van Suez er was eenvoudig leentje buur gespeeld bij een zijtak van vader Nijl om die waterweg ergens in de buurt van Suez in zee te laten uitkomen. Uiteindelijk werd dat kanaal in 1775 na Christus vernietigd, dank zij de ruzie die een toenmalige Kalief had met een zijner neven. Daarna doken er van ongeveer het midden van de vijftiende eeuw plannen op, waarbij het er niet meer om ging de loop van de Nijl te gebruiken, maar om de landengte van Suez door te sfeken. Op een bepaald ogenblik was ook Nederland, zij het passief, bij een van die vele plannen betrokken. De beroemde wiskundige en wijsgeer Leibnitz, tevens een figuur met di plomatieke gaven, trachtte in 1672 Lodewijk XIV niet een onafhankelijke staat het land stond onder Turkse soevereiniteit zodat de Sultan in dezen het laatste woord had. Voor de openingsplechtigheid nodigde de Egyp tische onderkoning onder anderen alle Europe se Soevereinen uit. Op 16 juli 1869 richtte hij in het Frans zulk een uitnodiging tot koning Wil lem III, er aan toevoegend dat, zo het staats hoofd zelf niet kon komen, dan een door hem aan te wijzen lid van het Koninklijke Huis als 's Konings vertegenwoordiger van harte wel kom zou zijn. De gastheer gaf nog te kennen het gelukkig te achten als op die wijze Neder land vertegenwoordigd zou zijn bij de opening van het kanaal „dat de Oostelijke koloniën van Uwe Majesteit nader bij het Moederland zal brengen". In de ministerraadsvergadering van 3 aug. 1869 bracht de minister van marine ter sprake „het belang der Nederlanden om de Nederland se vlag te vertonen bij gelegenheid van de ope ning van het kanaal door de landengte van Suez". Hiertoe werd besloten. Daar de koning zelf niet ging wees hij zijn broer, prins Hendrik die in Luxemburg de Koning-Groothertog in laatstgenoemde functie als stadhouder verving, als zijn persoonlijke vertegenwoordiger aan om de openingsplechtigheid bij te wonen. Ofschoon de Sultan van Turkije niet tot het verzenden van uitnodigingen was overgegaan, is men van Nederlandse zijde zo correct ge weest hem mededeling te doen dat en op wel ke wijze de uitnodiging was aanvaard wat overigens ook ter kennis van de Egyptische onderkoning werd gebracht. (Jit diplomatiek oogpunt was deze procedure heel taktvol: tot ons ministerie van Buitenlandse Zaken was na melijk doorgedrongen dat de Sultan, overigens in zo hoffelijk mogelijke bewoordingen, door zijn grootvizier aan de onderkoning van Egyp te had laten schrijven dat deze zijn boekje te buiten was gegaan. Want dat het niet op zijn weg, maar uitsluitend op die van de Soeverein, het Hoofd van de Verheven Porte te Konstanti- nopel, gelegen zou hebben zich voor het beoog de doel tot andere Soevereine Vorsten te wen den. af te leiden van diens boze plannen om de Re publiek der Verenigde Nederlanden aan te val len. Hij schreef, bij wijze van afleidingsma noeuvre, een memorandum dat de raad aan de Franse zonnekoning bevatte Egypte te verove ren, dan een kanaal te doen graven tussen de Rode en de Middellandse Zee en aldus een klap toe te brengen aan de Hollandse handelsvaart op de Indiën. Frankrijks koning liet zich door Leibnitz niet hiertoe verleiden, zette daarente gen zijn plan tegen de Republiek door. Nadat ook Napoleon zich er mee had be moeid en ook nadat in 1841 een Nederlandse maatschappij zichzelf had aangeboden voor het graven van een Suez-kanaal, is het dan toch uiteindelijk een Fransman geweest, Ferdinand de Lesseps, die het zover wist te brengen dat er in 1859 een te Parijs zetelende universele maatschappij voor het zeekanaal van Suez werd opgericht onder zijn leiding. En: dat ook nog in 1859 het graven begon. Al in 1854 had hij van SaidPacha, onderkoning van Egypte, een besluit losgekregen waardoor hij een en ander kon beginnen. Het jaar daarop had hij een in ternationale commissie van dertien ingenieurs in het leven geroepen van welke commissie hij de Nederlander ir. Conrad tot voorzitter be noemde (deze ir. Conrad bracht het in Neder land tot inspecteur-generaal van de waterstaat, destijds nog ressorterend onder Binnenlandse Zaken). De commissie bracht over De Lesseps plan voor wat de uitvoerbaarheid betreft een over het algemeen gunstig rapport uit. Ze ver wierp allen de gedachte het kanaal te Alexan- drië te laten beginnen met beslistheid werd aangeraden de kortste weg te volgen. In Nederland bestond er grote belangstelling voor de onderneming. Toen ik op het Algemeen Rijksarchief een en ander opzocht in verband met Nederlands deelneming in de openings plechtigheid op 17 november kreeg ik onder meer een dikke bundel uit de oude archieven van buitenlandse zaken onder ogen. Daaruit bleek dat door middel van dit departement de Nederlandse regering zich meer dan tien jaar lang geregeld op de hoogte had laten houden van de gang en de stand van zaken met de aan leg van het kanaal. Trouwens, in 1856 kreeg een Staatscommissie opdracht een onderzoek in te stellen naar de invloed die het Suezkanaal zou hebben op onze handel en scheepvaart en na tuurlijk speciaal op die met Nederlands-Indië Overigens moet nog opgemerkt worden dat pas in 1866 de eertijds al door de onderkoning van Egypte aan De Lesseps en zijn maatschappij ver leende concessie de bekrachtiging kreeg van de Turkse sultan. Egypte was immers nog lang Nadat inmiddels wereldkundig was geworden dat van de hoge gasten onder anderen keize rin Eugénie, gemalin van Napoleon III en bloed verwante van De Lesseps, de keizer van Oos tenrijk en de Pruisische kroonprins zich eerst naar de Turkse hoofdstad zouden begeven alvo rens in Egypte voet aan wal te zetten, is ook in Den Haag het besluit genomen dit voorbeeld door prins Hendrik te doen volgen. Interessant is het te lezen wat er staat vermeld in de no tulen van de op 15 oktober gehouden minister raad: „De minister van Buitenlandsche Zaken geeft in overweging of het al dan niet doelmatig zou kunnen worden geacht den Koning te ad viseren ter gelegenheid der opening van het kanaal van Suez als blijk der belangstelling van Z.M. bij dit grootsche werk, aan den Sul tan van Turkije het Grootkruis van den Ne- derlandschen Leeuw te schenken. Na veelzijdige beschouwing komt de Raad tot 't besluit dat nu zoowel de Keizer van Oos tenrijk als de Kroonprins van Pruissen, alvo rens naar Suez te gaan, een bezoek bij den Sultan zullen afleggen, het wenschelijk zou kunnen worden geacht dat instede van het ver lenen der onderscheiding aan den Sultan de nog hoogere onderscheiding mogt worden be wezen van een bezoek van Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Hendrik der Nederlanden. De raad besluit den Minister van Buitenlandsche Zaken zich uit te noodigen een en ander ter kennis van den Koning te brengen, waartoe hij mondeling wordt uitgenoodigd". Begrijpelijkerwijze kreeg minister Roest van Limburg hierop het koninklijke jawoord. Onder wijl had Prins Hendrik uit Wolferdingen in die plaats in Luxemburg vertoefde hij hetzelfde denkbeeld in een confidentiële brief aan minister Roest van Limburg geopperd. In dat epistel stipte hij nog aan, „dat de Sultan als opperhoofd der Muselmannen door de opening van het kanaal meer invloed zal uitoefenen. Zóó te Jedda als te Mekka, en het welligt raadzaam is in verband met de talrijke bedevaartgangers uit Neder- landsch Oost Indië om bij deze gelegenheid geen aanstoot te geven, maar een bewijs van welwil lendheid. Nederland is in dit opzicht in eene bij zondere toestand doordat de millioenen inwoners zijner koloniën schier alle Mohammedanen zijn". Men ziet het: prins Hendrik, bijgenaamd de Zeevaarder, beschikte over veel takt en di plomatiek inzicht. Zo begaf hij zich dan van Brindisi, na eerst in Konstantinopel een bezoek aan de Sultan te hebben gebracht, naar Egypte. Daar woonde hij de groots opgezette feestelijkheden bij, maak te er ook de eerste opvoering mee van de door Verdi voor dit gebeuren gecomponeerde ope- a „Aida", en bevond zich aan boord van het Nederlandse oorlogsvaartuig „De Valk" toen dat ln de stoet van schepen „De Arend" volg de, waarop zich Keizerin Eugénie en ook De Lesseps bevond toen de eerste vaart door het Suezkanaal werd ondernomen. De zeelieden in het Suezkanaal versieren hun brieven met zelf ontworpen en aan boord gedrukte plakzegels. Het onderlinge contact wordt onderhouden op filmavonden, tij dens een gemeenschappelijke kerkdienst op zondagochtend en met zwem- en zeilwedstrijden en andere spelen. Voetbal is het po pulairst. Het strijden om de „cup'* is een ware erezaak geworden. Ende economische gevolgen. Maar er zijn ook andere, ern stiger consequenties. Toen bij de naasting van het kanaal in 1956 Engeland en Frankrijk (met Is raël) een oorlog begonnen tegen Egypte en de er liggende sche pen bombardeerden, versperden de wrakken voor lange tijd de doorgang door het Suez-kanaal (foto boven). Toen al werd ge zocht naar andere mogelijkheden nu echter begint 't er op te 1(1- ken dat het kanaal voor altijd zyn grote betekenis heeft verlo ren. Want dit zijn de vier econo mische consequenties die de slui ting sinds 1967 tot gevolg heeft gehad: Om de ruwe olie tegen een zo laag mogelijke transportprijs per ton over de wereldzeeën naar haar bestemming te kunnen bren gen, werden tot dusver ongeveer driehonderd tankers van meer dan tweehonderdduizend ton be steld. Wereldhavens worden op grote kosten gejaagd om deze mammoetschepen te kunnen ont vangen. Hetzelfde is het geval met scheepswerven om deze gi ganten te kunnen bouwen wat evenwel geen lucratieve activiteit is tot nu toe. De havens in Zuid-Afrika wor den aangelopen door duizenden schepen die gedwongen rond Kaap de Goede Hoop varen. De schepen komen er provianderen en bunke ren. Verscheidene laten er ook reparaties uitvoeren. De scheeps agenten en sleepboten varen er wel bij. De tienduizenden passa giers en zeelieden blijken goede klanten in Kaapstad. Durban, Port Elizabeth en East London. Het Panamakanaal heeft het veel drukker gekregen in de af gelopen tweeëneenhalf jaar. Mil joenen tonnen Amerikaanse rege ringsgoederen voor Vietnam wor den nu via het Panama- in plaats van door 't Suezkanaal verscheept. Honderden mensen meer heeft men er in dienst moeten nemen. Er worden miljoenen dollars meer aan kanaalgeld ontvangen. Actueler worden ook de plan nen voor een nieuw Panamaka naal waarvan overigens al sinds 1963 sprake is. Het huidige kanaal dateert van 55 jaar geleden. Men heeft al geopperd een nieuw ka naal te maken met behulp van kernontploffingen. Op die manier zou in vijf jaar tijd een nieuwe vaarweg tussen de Caraibische Zee en de Grote Oceaan tot stand .kunnen worden gebracht. In begin van uitvoering of plannen ervoor z(jn oliepijpleldln- gen in Egypte van Suez naar Alex- andrië en in Israël tussen de Ro de en de Middellandse Zee.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 14