Honderdduizenden vluchtelingen na overstromingsramp
Onverwijld behoeft
Tunesië hulp
Zand verstikt de
akkers en er
dreigt honger
Schamel onderdak
Woensdagavond
inzamelings
actie voor tv
324.211
Deze winter bij ons geen
griepepidemie verwacht
Prinselijk paar
zondag op tv
Ned. militairen aan de
slag bij Kairouan
SURINAME:
INWONERS
|-Jet onder leiding van Habib Bourguiba staan
de Noordafrikaanse land Tunesië - en meer
in het bijzonder de eenvoudige bevolking in het
Midden en het Zuiden van het land - moet on
verwijld hulp worden geboden.
Dit is voor degene, die het land heeft gezien na
de ernstige overstroming van de afgelopen maan
den een volstrekt duidelijke zaak.
lien treffend voorbeeld voor de urgentie van de
hulp is het feit, dat het land thans, volgens ruwe
schattingen 270.000 vluchtelingen telt, die, be
roofd van have en goed, naar de grote steden
trekken in de hoop daar bij familie of vrienden
onderdak en voedsel te vinden. De grote steden
kampen echter reeds met het probleem van het
grote aantal werklozen, zodat koste wat het
kost moet worden voorkomen, dat dit aantal zal
worden verveelvoudigd.
DONDERDAG A.S.
„WEGGESMOLTEN"
NIETS GEDAAN
RUSLAND NIET
Velen blijken anti-stoffen te hebben
MINDER ZIEKEN
GEREGELD LEVEN
VACCINEREN
Eerste-klasse
treinreizigers
blijven op
fluweel zitten
ZATERDAG 29 NOVEMBER 1969
en tweede zeer urgent probleem, dat hier nauw mee samenhangt, is het feit,
dat grot min of meer vruchtbare gebieden door de buiten hun oevers getre
den rivieren met een dikke laag scherp, wit zand zijn bedekt; een laag, die op
sommige plaatsen zelfs tot anderhalf twee meter hoog reikt. Dat deze laag
zand de bestaande oogst totaal heeft vernietigd is begrijpelijk. Tragischer is
échter het feit, dat dit zand, uiteraard totaal ongeschikt voor bebouwing, de
boeren belet hun nieuwe oogst in te zaaien. Dit heeft tot gevolg, dat het nu nog
in lichte mate heersende voedselprobleem straks (en dat is volgens deskundi
gen niet een kwestie van jaren, maar van weken) gaat uitgroeien tot een ware
hongersnood. Men kan immers toch niet verwachten, dat de primitieve Tune
sische boer met een kameel en een voor onze begrippen uit de oertijd stam
mende ploeg in staat is zijn grond weer te egaliseren of de oorspronkelijke
>nder het zand liggende bouwvoor op te ploegen?
Voor het hoofdbestuur van het Nederlandsche Roode Kruis, dat als een van
de eersten na het bekend worden van de ramp een grote hoeveelheid hulp
goederen, dekens en medicamenten naar Tunesië zond, is een en ander aanlei
ding geworden tot het stichten van een „Nederlands Comité Hulp aan Tu-
rieste
lilt comité heeft een inzamelingsactie
op touw gezet, waarvan het hoogtepunt
zat worden gevormd door een radio, en
televisie-uitzending op woensdag 3 de
cember. De opbrengst van deze actie
ua) o.m. ook worden bestemd voor het
rampgebied rondom de stad Kairouan,
waar 250 Nederlandse militairen drie
maanden lang gaan werken, voorname
lijk in een poging de landbouw weer
op gang te brengen.
l iinesië is, zoals minister van Bui
tenlandse Zaken Habib Bourguiba Jr.
h«t zei, „een land in ontwikkeling dat
d<K»r deze ramp de klok weer vele ja
ren heeft moeten terugzetten". Vier
vijfde deel van het land is na de ernsti
ge regenval, die men er ooit heeft ge
kend (450 mm in een paar maanden
tegen 40 mm normaal per jaar) ge
troffen door een overstroming, die op
vele plaatsen een vernietigende uit
werking heeft gehad.
Grote delen van belangrijke wegen
en spoorwegen en vele bruggen zijn
totaal weggeslagen. Hele sinaasappel
en olijfboomgaarden zijn door het alles
verwoestende water meegesleurd. Hoe
wel nog steeds geen exacte cijfers voor
handen zijn, wordt het aantal doden
geschat op 543 en de totale schade
op een miljard gulden. Daaronder val
len ook de ongeveer veertig bruggen
die overal in het land zijn vernield.
De zwaarste schade is aangericht in
het Zuiden, waar onder meer 20 km
spoorlijn tussen de steden Gafsa en
Sfax is weggeslagen. Deze spoorlijn
deed voornamelijk dienst voor het ver
voer van fosfaat naar de aan de Mid
dellandse Zee liggende uitvoerhavens.
Fosfaat is een van de pijlers van de
Tunesische economie, een pijler die nu
v«x>rlopig is weggevallen.
De schade aan de veestapel wordt
geschat op ongeveer 20.000 stuks, een
voor Tunesische begrippen zeer hoog
aantal.
lie overstromingen hebben het hui
zenbestand met ongeveer 170.000 ver
minderd. Daarbij dient men wel te be
denken, dat de bevolking op het platte
land nog in huizen woont, die zijn op
getrokken met klei en stro. Een meer
dan normale hoeveelheid neerslag kan
een dergelijk huis dus al doen „weg
smelten".
Hetgeen overigens niet wegneemt, dat
DEN HAAG De militairen van
de Genie-constructiecompagnie, die
hulp gaan bieden in Tunesië, ver
trekken onvoorziene omstandighe
den voorbehouden donderdag 4
december a.s. om half zes 's mor
gens per KLM-chartervliegtuigen
van Schiphol. Het vertrek zal wor
den bijgewoond door staatssecreta
ris Haex.
Door de recente overstromingen in Tunesië werd de Wadi Zeroud vele
malen breder en onstuimiger en daardoor werd veel land weggeslagen.
het leed in het tóch al arme Tunesië
na de ramp zeer groot is.
Op een heuvel een tiental kilometers
ten noorden van Kairouan b.v. zitten
momenteel tien Berber-gezinnen (beho
rend tot de Bedoïenen) in door de re
gering beschikbaar gestelde tenten. Ze
hebben hun huizen, grond en vee moe
ten achterlaten om zelf niet in het snel-
wassende water om te komen.
In een 6- 8-persoonstent zitten daar
al wekenlang ongeveer 26 personen
van een familie bij elkaar, met wat van
regeringswege verstrekt koren om te
eten en water, dat ze op een plaats
vier uur gaans verder moeten gaan
halen. De vijftig schapen, die het hoofd
van de familie had, zijn alle verdron
ken.
En dan het voorbeeld van de vrouw,
die samen met haar dochter in een
beek vlakbij Sfax de was aan het doen
is. Ze vertelt, dat haar huis door het
water is weggespoeld en dat ze niets
meer over heeft dan wat het (geleen
de) ezeltje aan kleren en pannen op de
rug draagt. Ze is nu zolang bij vrien
den elders inge'rokken en moet dus le
ven van wat ze aangeboden krijgt. Ze
voegt er nog aan toe, dat in de buurt
van haar huis stenen woningen stonden,
waar het modderwater tot halverwege
de linnenkast reikte.
Het totaal geeft dus een beeld van
een vreselijke ramp, die daarom ook
zo groot kon zijn, omdat de Tunesische
regering in het begin bewust en ge
dwongen niets kon uitrichten. Bewust
omdat men, volgens Bourguiba Junior
er geen ruchtbaarheid aan wilde geven
uit angst dat het opkomend toerisme
in het land, de voornaamste bron van
Inkomsten, drastisch zou kunnen terug
lopen. Gedwongen, omdat men niet de
beschikking had over communicatie
middelen, evenmin als over voldoende
reddingsmateriaal.
Daar komt nog bij, dat het volk zelf
alles gelaten over zich heen heeft laten
gaan. Overal hoort men zeggen, dat de
overstroming een straf is van Allah,
waar je toch niets tegen kunt doen.
Die straf zou dan voortgekomen zijn
uit het feit, dat de, onlangs door pre
sident Bourguiba naar huis gestuurde,
minister van Economie alle grond wil
de nationaliseren en er dan coöpera
tieve boerderijen op stichten.
Een klein menselijk drama in de Tunesische stad Kairouan: een meisje,
dat er allemaal niets van begrijpt, staat te huilen voor de puinhopen van
haar ouderlijk huis.
XJet werk van de 250 Nederlandse militairen, die drie maanden in Tunesië
zullen bleven, zal zich concentreren in een gebied enkele kilometers ten
zuiden van Kairouan. Het betreft voornamelijk het herstellen van een drink
waterleiding naar de stad Sousse, het repareren van een irrigatiewaterleiding
eveneens naar het gebied rond Sousse en het herstel van waterputten, land
bouwgronden en irrigatiewerken in het gebied rond Kairouan.
Wat betreft de drinkwaterleiding, deze bevindt zich in de Wadi of Oued
Zeroud, een rivier die alleen na regens water afvoert en dan tot een
behoorlijke stroom kan aanzwellen. Tijdens de grootste regenval bereikte de
rivier een top van 18.000 kubieke meter per seconde, oftewel zesmaal
de hoogste afvoer van de Maas in Nederland. In de afgelopen rampmaanden
kwamen drie van deze toppen voor, terwijl statistici hadden berekend, dat
deze afvoer slechts eenmaal in de 100.000 jaar kon worden verwacht
Het woedende water heeft de drinkwaterleiding over een lengte van 800
meter totaal weggeslagen. De Nederlandse militairen moeten de buis
herstellen, waardoor de 500.000 inwoners van Sousse, die nu sedert eind sep
tember slechts enkele uren per dag over water beschikken, weer op normale
wijze van water kunnen worden voorzien.
Het werk aan de irrigatiewaterleiding zal meer omvattend zijn. Deze
leiding loopt tot aan gebieden rondom Sousse en Mahdia en dient voor het
bevloeien van 5000 ha groenten- en fruitgrond verdeeld over elf afzonderlijke
irrigatiegebieden. Deze buis is op vele plaatsen afgebroken.
In het gebied rondom Kairouan, waarvan men aanneemt dat het voor
ongeveer 250.000 ha (vijfmaal de oppervlakte van de Noordoostpolder) totaal
door het zand is vernield, bevinden zich zo'n 1100 waterputten. Ze zijn voor
het grootste deel onbruikbaar geworden doordat ze door enorme hoeveel
heden aangevoerd zand zijn „dichtgeslibt". De pompen en motoren, die het
water uit de putten naar de land- en tuinbouwgebieden moeten stuwen, zijn
bovendien totaal vernield. Het uitbaggeren van de putten, die een diepte
hebben van ongeveer twintig meter, is een zo omvangrijk werk, dat er al
stemmen zijn opgegaan, dat het wellicht beter is geheel nieuwe putten te
slaan.
Deze fatalistische houding is niet al
leen voor de bevolking zelf gevaarlijk
(hoe langer gewacht wordt met her
stelwerkzaamheden, hoe groter de
nood), maar kan ook de enigszins op
gang gekomen herstelwerkzaamheden,
evenals het daarbij te voeren beleid,
ernstig schaden.
De regering in Tunis heeft bijvoor
beeld het plan opgesteld in de ramp
gebieden Bourguiba-huisjes te gaan
bouwen, stenen huisjes die ongeveer
2500 3000 gulden gaan kosten. In de
omgeving van Kairouan echter is een
dorpje met stenen huisjes nog steeds
totaal verlaten. De mensen zijn door
Tn geheel Nederland zal volgen
de week een intensieve inza
melingsactie worden gehouden
voor het door hevige stortvloeden
geteisterde Tunesië. Er is een
Nederlands Comité Hulp aan Tu
nesië" opgericht, waarvan prins
Bernhard beschermheer is en de
voorzitter van de Tweede Kamer
j mr. F. J. F. M. van Thiei, voor-
zitter.
Een Tunesische familie voor de tent, die een schamele vervanging is
voor hun door de overstroming vernielde woning.
De nationale actie zal een hoog
tepunt bereiken op woensdagavond
3 december, wanneer via beide
televisiezenders en de radio een
beroep op het Nederlandse volk
zal worden gedaan om geld voor
Tunesië te offeren. Prins Bernhard
zal ook maandagavond in het TV-
programma Scala reeds daartoe
opwekken.
De ernst en de omvang van de
ramp in Tunesië zijn zeer groot.
Het water heeft meer dan vijfhon
derd mensenlevens geëist, honder
vijftigduizend personen dakloos ge
maakt en tallozen van al hun vee
en andere bezittingen beroofd. Nu
het water grotendeels is wegge
trokken blijken grote de,len van het
land te zijn bedolven onder een
dik zand- en sliktapijt.
Het Nederlands Comité stelt zich
voor via een aantal afgeronde pro
jecten hulp te bieden aan de slacht
offers in de gebieden, die het
zwaarst zijn getroffen. Daartoe
worden reeds nu bepaalde plannen
uitgewerkt. Belangrijke hulporga
nisaties, die bij rampen plegen de
nood te lenigen kerken, vakbon
den en werkgeversorganisaties
maken van het comité deel uit.
Het gironummer is 999, hulp aan
Tunesië, Amsterdam.
Van het Comité van Aanbeve
ling maken o.m. deel uit minister
president P. J. S. de Jong, de
ministers mr. J. M. A. H. Luns,
W. den Toom, drs. B. J. Udink,
de ambassadeur van Tunesië in
Nederland en de ambassadeur van
Nederland in Tunesië, de vice-
president van de Raad van State,
de voorzitter van de Eerste Ka
mer, en vele wereldlijke en kerke
lijke autoriteiten.
het water verdreven en weigeren nu
pertinent weer terug te keren. Ze zeg
gen, dat ze veel liever op hun oor
spronkelijke plaats in eigengemaakte
huisjes van klei gaan wonen, omdat ze
daar nooit last van overstromingen heb
ben gehad.
Volgens deskundigen van de Grond-
mij, die al enkele jaren met een advi
serende taak in Tunesië verblijven, is
er naast de sociale nood, die onmiddel
lijk moet worden gelenigd, op iets lan
gere termijn slechts één oplossing: het
overstromingsgevaar voor de diverse ge
bieden beteugelen door werken uit
te voeren die de aanvoer van het wa
ter uit de heuvels afremmen en de af
voer van dat water naar de vlakten
regelen.
Dit betreft in de eerste plaats het
uitvoeren van bodembeschermende
maatregelen op de hellingen, zoals ter
rassering, bebossing en speciale me
thoden ter bewerking van de landbouw
grond. Daarnaast zal het nodig zijn
in de Oueds (rivieren, die alleen tijdens
de regenperiode water afvoeren) ver-
tfagingsdammen te bouwen, stuwdam
men met reservoir, waarin de afvoer
na regen tijdelijk kan worden opgesla
gen om nadien geleidelijk te worden
geloosd.
Hierbij kan het water nog nuttig wor
den gebruikt voor bevloeiing en aan
vulling van de grondwatervoorraad van
waaruit het in droge tijden kan worden
teruggewonnen.
Het moge duidelijk zijn, dat Tunesië
zo snel mogelijk moet worden gehol
pen. De regering in Tunis heeft reeds
15 miljoen gulden uitgegeven om de
eerste nood te verlichten. Daarnaast
zijn van vele landen reeds toezeggin
gen binnengekomen voor geld en ma
teriaal. Enkele daarvan zijn Canada,
België, Frankrijk, Spanje, West-Duits-
land, Zweden, Italië, de Verenigde
Staten en Marokko. Op de vraag aan
minister Bourguiba of Rusland iets had
toegezegd, zei hij: „Nee, ik denk dat
wij voor Moskou te weinig waterproef
zijn.
Bourguiba ziet, volgens zijn zeg gen,
in de hele rampzalige toestand slechts
één lichtpuntje: het woedende water
heeft het bestaan van een Romeins
dorp van ongeveer 200 voor Christus
aan het licht gebracht. Het dorpje lag
zes meter onder de grond en is nu ge
heel blootgelegd.
PARAMARIBO Blijkens een zo
juist gepubliceerd verslag van de alge
mene volkstelling 1964, bestond de Su
rinaamse bevolking eind maart 1964 uit
324.211 personen.
Naar landaarden was de bevolking
als volgt samengesteld:
Creolen 114.961
Bosnegers 27.698
Hindostanen 112.633
Indonesiërs 48.463
Indianen 2.979
In stamverband 4.308
Chinezen 5.339
Europeanen 4.322
Overigen 3.508
De bevolkingsaanwas bedraagt per
jaar ongeveer 3 procent.
LEIDEN Epidemiologen over de
hele wereld verwachten deze winter
geen influenza-epidemie. Dat wil zeg
gen zij verwachten die niet in landen
zoals Nederland die vorige winter
de Hongkonggriep in epidemische
vorm hebben meegemaakt.
Dit is het prettige antwoord, dat dr.
N. (Masurel kan geven op de vraag,
hoe de vooruitzichten voor deze winter
luiden. Dr. Masurel is hoofd van het
Nederlandse influenzacentrum van de
Wereld Gezondheids Organisatie.
Hij is ook de man die al sinds 1965
de komst van de „Hongkonggriep"
heeft aangekondigd als variëteit van de
Aziatische griep (A2). Hij deed dat op
grond van onderzoekingen naar anti
stoffen in het bloed van oudere men
sen.
Waarop is de zo positief uitge
vallen verwachting voor deze winter
gebaseerd?
„Het viruslaboratorium van het aca
demisch Ziekenhuis in Leiden heeft een
serologisch onderzoek gehouden onder
Nederlanders van alle leeftijden. Daar
bij hebben wij 'n hoog percentage men
sen gevonden met antistoffen in het
bloed".
„Dat is, zoals de ervaring heeft ge
leerd, voldoende reden om te voorspel
len, dat we de komende winter in Ne
derland niet weer door een epidemie
zullen worden besprongen".
Zal er dan in ons land helemaal
geen sprake zftn van influenza?
„Natuurlijk zal dat wel hfet geval
zijn, maar lang niet met zoveel zieken
als een jaar geleden. Er zullen daar
door ook minder slachtoffers zijn dan
toen".
(Blijkens statistische gegevens van
het Centraal Bureau voor de Statistiek
heeft de Hongkonggriep in de winter
van 1968 op 1969 in Nederland een over-
sterfte veroorzaakt van omstreeks twee
duizend mensen -Red).
De verwachting van dr. Masurel
voor de komende winter is volkomen
in overeenstemming met de regelmaat
waarmee een influenza-epidemie meest
al eens in de twee of drie jaar uit
breekt.
Omdat op vrijwel iedere regel
afwijkingen voorkomen, vraag ik hem
of op deze regelmaat geen uitzonde
ringen bestaan.
Dr. Masurel: „Jawel, denk maar
aan de Hongkonggriep-epidemie die
zich al één jaar na de laatste aanval
door de Aziatische griep manifesteer
de".
Hij geeft er deze verklaring voor:
„Zoiets kan alleen gebeuren indien zich
een nieuwe verschijningsvorm van het
influenza-virus openbaart. Wij weten
allemaal nog dat dat de vorige winter
het geval was."
Dr. N. Masurel: „Wij verwach
ten geen nieuwe variëteit."
Intussen verwachten de epidemiolo
gen gedurende de eerstvolgende acht
jaren geen nieuwe variëteit van het in
fluenza-virus.
Kunnen de leken ouder ons zelf
iets doen of laten om een eventuele
griepaanval te overwinnen?
„In feite niet veel. Iemand die licha
melijk in goede conditie verkeert, zal
een infectie goed de baas kunnen blij
ven. Een advies zou kunnen zijn: zor
gen voor een goede voeding en voldoen
de nachtrust. Met andere woorden: een
geregeld leven leiden".
„Aan de andere kant: Niemand kan
een eventuele besmetting ontlopen, zo
lang hij deelneemt aan de normale sa
menleving. Er is immers sprake van
een voortdurende strijd tussen het men
selijk lichaam (als „gastheer") en het
aanvallende virus. Naarmate de condi
tie van een gastheer beter is, zal hij
met een grotere kans op succes aan dat
virus weerstand kunnen bieden".
Voor mensen met een minder goede
lichamelijke conditie en voor de zoge
naamde kwetsbare groepen blijft het
volgens dr. Masurel, intussen aanbeve
ling verdienen zich omstreeks deze tijd
te laten vaccineren.
Het te gebruiken vaccin heeft dezelf
de samenstelling als het vaccin, dat te
gen de Hongkonggriep is aangewend.
In ons land is de voorraad vaccin voor
deze groepen voldoende groot.
UTRECHT De eerste klas-treinrei
zigers blijven op fluweel zitten. De Ne
derlandse Spoorwegen hebben na een
uitvoerig onderzoek besloten pluche
te handhaven als bankbekleding in de
eerste klasse-compartementen.
Technisch gezien was er veel voor de
eerste klas-banken van een ander ma
teriaal te voorzien (b.v. skai). De
voorkeur van de reizigers bleek echter
zo duidelijk naar textielbekleding uit
te gaan, dat dit plan niet dorging.
Kennelijk is het, naast de extra
ruimte per persoon, 'n duidelijk stuk van
de .meerwaarde' die men voor zijn
duurdere kaartje krijgt. Of daarbij sta-
tussfeer of comfort in 't geding is, laten
we graag in het midden, aldus de N.S.
De hoofdsteunen en de armleggers,
die het meest aan slijtage onderhevig
zijn, zullen echter wel met skai worden
bekleed.
HILVERSUM Prinses Beatrix en
prins Claus zullen zondagmiddag a.s. in
het NOS-televisieprogramma via Ne
derland 1 om 15.25 uur een dankbetui
ging uitspreken voor de vele blijken
van medeleven welke zij hebben ont
vangen bij de geboorte van hun jongste
zoon prins Constantijn. De uitzending
wordt dinsdag 2 december herhaald in
het NOS-tv-programma „Scala" dat
van 19.03 uur tot 19.30 uur via Neder-
derland 2 wordt uitgezonden. De NOS-
radio zal het dankwoord eveneens uit
zenden en wel zondagmiddag om circa
18.00 uur (na het nieuws van 17.50 uur)
via Hilversum 1.