Meer kansen voor ongehuwden een geschikte partner te vinden HAARSTUKJES EISEN ZOR G van ma Kom naar de club en neem gerust uw kinderen mee! Iets voor langere wimpers en tegen blauwe plekken Mannen zijn er netter op FUSIE VAN LEVENSBESCHOUWELIJKE HUWELIJKSBUREAUS Jonge moeder, voelt u zich „uitgeschakeld"? In verwachting? Niet roken! Vrijgezel past steeds minder in onze kille maatschappij Geen schande Vrijheid Sommige postiches komen bij de dameskapper terug alsof er jonge katten in hebben gespeeld Te wild Haarsoorten "TW gegevens lijken simpel: Truus wil trouwen, maar kan geen man vinden. Zij wordt „dus" een oude vrijster. Piet kan zijn keus ook niet maken: Wéér een potentiële vrijgezel. Twee mensen, voor wie hun trouwlustigheid mini-dramaatjes dreigen te worden. Zij staan niet alleenEr zijn in Nederland maar liefst bijna twee mil joen vrijgezellen, weduwen, weduwnaren en gescheiden mannen en vrouwen, van wie een groot aantal dolgraag in de huwelijksboot zou willen stappen. De huwelijksbureaus komen als pad destoelen omhoog. Er zijn er nu zelfs zoveel, dat de minister bekijkt of het niet beter zou zijn de bonafide bu reaus een officiële erkenning te ge ven. Want een aantal huwelijksbureaus nam het niet zo nauw met de mini- dramaatjes van de trouwlustige vrij gezellen, die aantrekkelijke goudmijn tjes bleken. Daarom stond er onlangs opvallend nieuws in de krantenkolommen: Vier als bonafide bekend staande en le- vensbeschou wel ij ke hu welij ksbur eaus sloten een fusie. Het waren het Her vormd Huwelijkscontacb Bureau, het Gereformeerd Huwelijkscontactbureau en de Humanistische Corresponden tiekring. Samen vormen zij nu het Landelijke Centrum voor Huwelijks contacten. want er is geen medicijn, tegen oud of eenzaam zijn", zingt zanger- -cabaretier Herman van Veen. Met wat deskundigen je vertellen in het achterhoofd, ben je geneigd hem ge lijk te geven. Onze samenleving wordt steeds kil te*. In die sfeer is het moeilijk diep gaande contacten te leggen, die tot een huwelijk kunnen leiden. De con tacten, die de mensen hebben, zijn vaak nog slechts funtioneel. De ro mantiek is verdwenen. De eenzaam heid ligt als een schaduw over een deel van onze samenleving. Wij wor den kritisch en wantrouwend. Als vrij gezel schuif je op een zonnig terras niet meer zo gemakkelijk in de rich ting van een alleenzittende Venus. Is roken gedurende de zwangerschap af te raden? Ja, onvoorwaardelijk, ofschoon het van tal van factoren af hangt, hoè schadelijk. Sommige vrou wen verwerken nicotine - een vergif! - sneller en beter dan andere. Maar het is natuurlijk veiliger om er niet op te speculeren, dat het zo'n vaart niet zal lopen „in mijn geval". Afgezien van het risico van longkan ker, dat natuurlijk voor alle rooksters feldt, brengt roken tijdens de periode, dat een vrouw in verwachting is, het risico mee van een miskraam. Kinderen van vrouwen, die sterk ro ken, zijn bij de geboorte meestal veel lichter dan kinderen, die in moeders lichaam niet zijn blootgesteld aan nico tine. Het roken verhoogt onmiddellijk de polsslag van de vrucht. In vele geval len wordt het kind te vroeg geboren en soms leidt roken tot moeilijkheden bij de geboorte. Het doorbloeden van de placenta wordt door nicotine bij alle vrouwen gestoord. Niet roken gedu rende deze periode behoedt u in ieder geval voor tal van risico's. Amor raakt een beetje gefrusteerd. Hebben de mensen dan geen koude voeten meer, die zij 's nachts bij el kaar willen warmen? De deskundigen opnieuw aan het woord: Het aantal trouwlustige vrijgezellen wordt ieder jaar groter, de waardering voor het huwelijk neemt sterk toe, er is grote re behoefte aan geborgenheid in onze verkillende samenleving. Zogeheten „gemengde huwelijken" vormen nau welijks meer een taboe. Directeur J. van der Linden (33) van het dezer dagen opgerichte Lande lijk Centrum voor Huwelijkscontacten in de Blitse Prinsenlaan schrijft de groeiende problematiek van de trouw lustigen toe aan een storing in de communicatie. Maar hij gaat ervan uit, dat wij moeten leren leven in een verkilde maatschappij. „Wij moeten", zegt hij „accepteren, dat een ongehuwde in deze samenle ving zelf iets aan zijn situatie mag en moet doen. Het is geen schande meer wanneer zo'n man of vrouw naar een huwelijksbureau stapt. Er wordt nog teveel gedacht, dat het dan wel kneus jes zullen zijn". „Ons nieuwe centrum wil een ter rein scheppen, waar de trouwlustigen elkaar kunnen ontmoeten. Ik begrijp wel,"dat de mensen wantrouwend zijn ten opzichte van een huwelijksbu reau. Vooral mannen weigeren uit prestige-overwegingen zich te laten koppelen. Daarom doen wij dat ook niet. Wij bemiddelen alleen'. Waarom was een fusie van de vier levensbeschouwelijke huwelijksbu reaus nodig? De heer Van der Linden: „De erva ring heeft ons geleerd, dat de behoefte om te trouwen met iemand met een zelfde levensovertuiging sterk minder wordt. Bovendien leek het ons reëel, dat de mensen recht hebben op hun eigen verantwoordelijkheid. Wij hoe ven die mensen niet te bevoogden. „Dat betekent niet, dat wtf door onze fusie de indruk willen wekken gemeng de huwelijken te stimuleren. Maar wij moeten de mensen wel de vrijheid ge ven te trouwen met iemand met een andere levensovertuiging". „Bovendien kunnen nu ook mensen bij ons terecht, die geen enkele le vensbeschouwing hebben. Ons centrum is dan ook géén interkerkelijk, maar wél een algemeen huwelijksbureau ge worden. Dat neemt niet weg, dat wij een aantal geestelijke adviseurs van de verschillende kerkelijke richtingen aan ons bureau hebben verbonden. Mensen, die het willen, kunnen van deze adviseurs gebruik maken". De fusie van de vier bureaus be schouwt de heer Van der Linden als een vérgaande oecumenische daad. „Er is op dit gebied nu tenminste iets concreets gedaan: verschillende zuilen hebben bij deze fusie hun eigen belangetjes opzij geschoven voor de grotere ^langen van de ongehuwden in Nederland". „Ik weet ook, dat onze fusie door de verschillende geestelijke leiders van 0 Vraag niet precies hoe het in elkaar zit, want het is een oud huismiddel. Maar wie zo vanaf januari een millimeter van de wimpers afknipt en dat doet by wassende (dus naar een bol groeiende) maan, krjjgt er twee millimeter wimper by. Een schoonheidsspecialiste heeft me verzekerd dat het inderdaad klopt en dat het heeft te maken met een bepaalde kosmische straling, zo tegen het voorjaar. Nog zo'n huismiddel: blauwe plekken verdwijnen wanneer u er enige uren een compres op draagt van gehakte peterselie in brandewijn. Een nog een: verroeste spelden of naalden kunt u weer schoon krijgen door ze heen en weer te halen langs het strijkvlak van een lucifersdoosje. Mamten wassen niet alleen veel sneller af dan vrouwen, ze zijn ook veel netter op hun pruiken en postiches. Het waarom zal wel eeuwig een raadsel blijven, maar er komen bij dameskappers soms haar stukken terug, als had er een nest jonge katten in gespeeld. „Dat is niet alleen doodzonde van de postiche, maar het hoeft ook helemaal niet", zegt in Rotterdam mevrouw J. B. van den Ende, hoofd van een klein atelier waar pruiken en postiches veelal met de hand en naar maat worden gemaakt. Mevrouw Ven den Ende heeft ook volkomen verwarde haarstukken terug gekregen, maar ze heeft daarop meteen een tegen-actie geopend. Zij is cursussen van vijf lessen gaan geven, waarin zij leert wat men nu met een postiche allemaal wél en al lemaal niet kan doen. Want mevrouw Van den Ende vindt bijvoorbeeld ook, dat we over het algemeen veel te „zichtbaar" met een haarstuk te koop lopen en lang niet alle mogelijkheden van zo'n geweldig hulpmiddel uitbui ten. „Iedereen denkt: een haarstuk neem ik voor mijn gemak", zegt zij. „Wel, een haarstuk is ook reuze mak kelijk en bovendien kan het je leuker maken." „Maar in de dolenthousiaste bui bij de aankoop vergeten veel vrouwen vaak, dat een postiche niet een paar schoenen is, dat ...e zo even aanwipt. Je koopt als het ware een hoofd met haar bij en daar moet je iets mee doen, dat moet je onderhouden en le ren beheersen." En wat doen we, volgens mevrouw Van den Ende, dan allemaal wél, dat we eigenlijk moeten laten en wat doen we niet dat we eigenlijk wel moeten doen? Wel, om te beginnen borstelen en kammen we vaak veel te wild, zodat de haren snel afbreken en er van het haarstuk steeds minder overblijft. {„Moest je met je eigen haar eens uithalen", zegt ze.) We worden vaak wanhopig wanneer een haarstuk uit de krul gaat en nieu we krullen er maar niet in willen blij ven. „Daar kan iets aan gedaan wor den met een lichte permanent", aldus mevrouw Van den Ende, „maar dan moet men de kwestie wel voorleggen aan een erg goede kapper, omdat een postiche sneller verknoeid is dan eigen haar." We letten soms ook nog te weinig op de kwaliteit van een haarstuk: hebben we zelf grof haar, dan kan een dito postiche wordten gekocht (meestal van Aziatisch haar, dat vrij grof is). Hebben we dun en zacht haar, dan past daarbij beter een postiche van Europees haar, dat door gaans wel een tikkeltje duurder is, maar op de lange dilur toch' meer vol doening geeft. „Als iedereen om te beginnen daar op eens lette", aldus de vrouw met de cursussen, „dan kun je met een stuk haar van alles uithalen. Een kapper kun je natuurlijk nooit ver vangen, zeker niet als het om het wassen en inkrullen van het haar gaat, maar je kunt het werk van de kapper wel een beetje bijhouden. Door eens wat bij te krullen en op te kam men en dat gaat dan het beste op een plastic kop, die op een tafeltje kan worden vastgeschroefd. Die geeft voor een prijs van ongeveer een tientje een boel gemak." Voor de rest komt het aan op (aan te leren) handigheid met al die boisen haar die zo mooi kunnen zijn, maar toch altijd net een tikkeltje an ders zijn dan levend haar: is het niet geverfd, dan is het toch geprepareerd. Dat laatste om het buigzaam te hou den, maar vooral omdat het anders erg zou gaan rieken* omdat in iedere haar merg zit Deze beeldige krullenkoppen worden bij onhandig gebruik eerste klas ragebollen en daar is Mevrouw J. B. van der Ende in Rotterdam nu iets tegen gaan doen, door cursussen te houden voor pruiken- en postiche- gebruiksters. Het koffertje op het tafeltje naast haar is iets nieuws: een reiskoffertje voor postiche-op-plastic-kop. Na de eerste brieven werd de knoop doorgehakt. ,,lk heb een roos m mijn hand", schreef Truus. „Het kan, niet missen". de kerken mfet enthousiasme werd begroet. Dat is natuurlijk hoopgevend voor de toekomst. Maar of het een stimulans zal zijn voor andere kerke lijke instanties om oecumenische da den te stellen kan ik niet zeggen" „In onze maatschappij", zegt de heer Van der iLnden. „draaien de mensen rond in hun eigen kringetje. Daarbuiten ontmoeten zij wel anderen, maar zij lopen langs elkaar heen. On ze hele maatschappij is aan het veran deren". „Wanneer je vroeger met 22 of 23 verkering had, werd gezegd, dat je er vroeg bij was. Tegenwoordig moe ten de mensen in die leeftijdsgroep al gaan .oppassen, dat zij niet aan het begin van hun isolement komen te staan". „Vroeger", zegt hij, ..was het onge huwd zijn een geaccepteerde zaak. Er was altijd wel plaats voor een onge trouwde oom of tante in onze samen leving. Tegenwoordig past een vrijge zel als vrijbuiter en levensgenieter niet meer in ons tijdsbeeld. Zo iemand moet nu zorgen, dat hij of zij onder dak komt". Volgens de heer Van der Linden is voor deze mensen, die de eerste boot hebben gemist, het huwelijksbureau de aangewezen weg. Hij gelooft ook, dat de mensen in de toekomst, wan neer de maatschappij nog killer zal zijn geworden, gemakkelijker met de gedachte aan huwelijksbureaus zullen kunnen leven. Q Zij stond met ket pakje in de hemd voor de deur van de fhot, maar durfde de kleine belknop niet aanraken. Het laatste beetje moed kroop lafhartig weg onder haar steunzolen. Het was te gek: hoe was zij eigenlijk op dat brutale idee gekomenen dat voor tcmosd op haar jaren! Maar haar lieve man was er ook niet meer om haar te vertellen wat zij doen moest. En om een pijp en een zakagenda voor hem te kopen en een marsepeinen karbonade omdat de dokter hem een echte verboden had. Wat toch niet geholpen had om die zware operatie te voorkomen, die hij nog geen week had overleefd. Drie maanden geleden het leken wel jaren van bittere zwarte eenzaamheid. En vooral in die laatste maand vol feestdagen. Sinterklaasavond en alleen in het donker achter het raam zitten en naar buiten staren. Naar de rijweg, die zwart en leeg lag te glimmen onder de neonlampen. Het licht niet durven aanknippen omdat zijn stoel daar zo akelig leeg stond. En de krant zo nutteloos op het tafel kleed lag met de pijp van verleden jaar naast de lege asbak. Niemand die eraan dacht haar eens op te bellen, een kaartje te schrijven, een pakje te sturen. Een pakje dat was hoogstens iets voor een oude moeder in een bejaardentehuis. Maar zij was geen moeder, alleen maar een goedbezorgde weduwe op een eigen flat. Een weduwe een half mens, daar wil op de duur toch geen heel mens mee omgaan. De een na de ander bleef weg: zij was ook altijd zo verlegen en zwijgzaam, dat viel niet op naast een gezellige prater als haar vrobijtce man, vol grappen en complimenten voor de vrouwen. Wat zou hij een beste vader zijn geweest voor een aardige dochter zo een als dat jonge ding op de vierde etage. Het had hun jongste kunnen zijn. Twintig, tweeëntwintig op zijn hoogst lief figuurtje, prachtig lang haar. keurig in de kleren. En altijd maar alleen op die kleine flat, elke avond na haar werk in de stad. Dan hoorde je haar stap in het portaal moe, een beetje slepend. Je zou zo wel de deur willen openrukken en roepen: Wil je eerst niet een kopje thee, je zult wel nat en koud zijn van dat fietsen door de regen Dat kon je toch zomaar niet doen maar even goed had je er geen vrede mee. Zo'n jong kind in haar eentje, dit was nog veel erger dan een oude vrouwdie had tenminste nog haar herinneringen aan Sinterklaasavonden van vroeger, samen. Sinterklaas. Het was haar plotseling te binnen geschoten: met Sinterklaas kon je een surprise bedenken voor iedereen, zelfs voor een wildvreemde. Er behoefde toch geen afzender op te staan, dan kan het ook niet teruggestuurd worden. Èen surprise: niet te duur of te groot; maar toch iets wat zo'n kind gebruiken kon. Zij had er dagenlang plezier aan gehad, was na een lange speurtocht thuis gekomen met een sjaaltje, een lapje Parijs- blauwe zijde met allerhande bezienswaardigheden erop, een Frans recept, een liedje zij kon het zelf niet lezen, maar dat meisje stellig wel, en alle jongelui dweepten met Parijs. En nu stond-zij voor de deur met het smalle naambordje erop, dat zij nooit goed had kunnen ontcijferen zonder leesbril. De post had zij niet vertrouwd: het kon toch wegraken en er stond geen afzender op. Haar hart klopte tot in haar oren, toen haar schuchtere vinger doodvoorzichtig naar de belknop tastte. Het meisje zat, ineengerold als een poes op de bank voor het grote raam. En staarde geboeid naar buiten, over de brede natte asfaltbanen onder de neonlampen. Eindelijk, eindelijk vrij van de bezoeking op Sinterklaasavond. Geen dure opzichtige cadeaus, waarmee moeder haar probeerde om te kopen om lief te zijn tegen die man. Die kerel, die zij verafschuwde en haatte, en dat niet alleen omdat hij op vaders plaats zat en in vaders bed lag met de vrouw, die zo snel vergeten kon. Een gladde gewiekste prater, die de weduwe mei een aardig pensioen en een eigen huis had ingepalmd om voor de reet van zijn lui leven onder de pannen te wezen. En onderlussen hddr vaders dochter met vaders scherpe ogen, onder moeders dak probeerde aan te halen met zijn griezelig weke handen: Poesje, wees lief tegen pappa. Zij had het uitgehouden zolang oma leefde: haar enige houvast en toeverlaat, die alles begreep zonder te vragen, als zij trillend van emotie kwam binnenvallen, omdat zij niet alleen M hms durfde blijven met die kerel op moeders bridge-avondje. Maar toen oma begraven was na die vreselijke hartaanval, was zij weggegaan, kalmweg, zonder omkijken. Een baan kon zij grif krijgen met haar talenkennis en voorkomen. En oma's erfenisje was genoeg geweest voor een aardig flatje en een appeltje voor de dorst op de bank. Sinterklaas moeder had gebeld, maar zij had handig afgevoimpaM: Geen tijd, drukke studie, geen vrijaf morgen. Ach, die zou wel getroost worden met dure prullen van haar eigen geld. De bel. Het meisje schokte overeind, er had een auto gestopt op de hoek. Hij kwam haar ophalen met een smoesje: Denk om je moeder ga nou mee, ik breng je wel op tijd terug. Twee uur met hem alleèn in de auto. Weer die bel, zachter nu dat was toch niets voor hem, het kon ook wat anders zijn, een telegram. Een klein verlegen vrouwtje in de schemer van de hal, met een pakje in de hand. Verkeerd bezorgd; de één was niet zo duidelijk kon ook een vier zijn. Het meisje bekeek het kleine harde pakketje m haar trillende hand en schudde dan het hoofd. Moeder schrijft in geen geval, en geen afzender. Nee, dit was stellig niet voor haar, zij zou niet weten van wie. Bedankt voor de moeite. GoedenavondDeur dicht Zachte pantoffeltjes, die de trap afslifferen. Het lieve verlegen dametje van de grondflat, dat haar altijd zo vriendelijk toeknikte achter het raam. Hoe kwam zij aan dat pakje? De post had het nooit m handen gehad; er zat geen stempel op, niet eens een postzegel. Een ouderwets handschrift, geen afzender. En die zachte ogen, die opeens zo vreemd hadden gekeken zo verslagen. Zij nam de moeite niet een jasje aan te schieten. Met de sleutel in de hand draafde zij naar beneden in ht stille trappehuis, drukte heftig op een belknop. De kleine vrouw had wel achter de deur kunnen staan, zo schielijk ging die open. Was het verbeelding, of had zij werkelijk rode ogen Neemt u mij niet kwalijk, maar dat pakje kan toch voor mij zijn Mijn oma Een tweede deur ging wijd open naar een warme glimlachende kamer. Het is geen probleem dat de Tweede Kamer zal halen, maar wat doen jonge vrouwen, die net een paar kleine kinderen hebben? Doorgaans regelen ze het huishouden en ze hebben het druk met die kinderen. ..En ze voelen zich nogal eens eenzaam en een tik keltje uitgeschakeld", stelt mevrouw J. Goosen-van Gelder in Rotterdam- IJsselmonde, zelf moeder van een jong mevrouwtje. Nu is mevrouw Goosen een van die misschien wel zeldzame vrouwen, die zoiets niet alleen constateren (want dat kan iedereen), maar ook meteen iets gaan d'oen. Zo tilde zij in een van die gigantische nieuwe wijken van Rot terdam, met nog 'n oudere mevrouw en zo'n twintig heel jonge vrouwen, een club van de grond. Geen koffiedrink-club, maar een club waarin gepraat wordt over sexuele voorlichting, over manneji en emanci patie. over kinderboeken, maar ook over belastingzaken, over bloemschik ken en de werkende vrouw met kinde ren, maar ook over instanties die hulp kunnen bieden wanneer er met kinde ren op sckool iets mis gaat. En lest best: wanneer de moeders éénmaal per veertien dagen bij elkaar zijn, komen de kinderen mee en die vormen een aparta apeelclub. „Want die kleine kinderen zijn er vaak de oorzaak van, dat hun moeder niet in een clubje of vereniging zit", zegt mevr. Goosen. „Wel, je kunt na tuurlijk altijd zeggen: dan moet de jon ge moeder maar erg veel lezen om „bij" te blijven en ze krijgt weer meer bewegingsvrijheid wanneer de kinde ren naar kleuter- of lagere school gaan. Ik vind dat niet juist, want dan blijf je éénzijdig geïnformeerd, je hebt geen Zij is een van de motoren die een club van jonge moeders en hun kinderen druk aan de gang houdt: Mevrouw J. Goosen-van Gelder in Rotterdam. Ze weet uit ervaring dat jonge moeders zich vaak een tikkeltje „uitgeschakeld" voelen. Dat wéét ze niet alleen, ze dóet er ook iets tegen. klankbord, niemand die weer eens met volkomen andere ideeën komt". „Wel, wij hier zeggen: als kinderen het enige beletsel zijn om in welke club dan ook mee te doen, dan vormen wij een club waar de kinderen ook heen komen". Dat kon gemakkelijk in het geval IJsselmonde, want mevr. Goosen zit al deirtien jaar midden in het buurthuis werk en het buurthuis zelf heeft ge noeg vertrekken om moeders en kinde ren te herbergen. De laatsten onder lei ding van een mevrouw, die zich als kleuterleidster beschikbaar stelt. „Zo'n buurthuis, of welk vereni gingsgebouwtje dan ook, Ls echt wel nodig, omdat we ook wel eens toneel spelen en schilderen en lezingen laten houden", zegt mevr. Goosen. „Maar verder is er in niet één stad of dorp iets te verzinnen waarom je zo'n club je als het onze niet zou beginnen". Mevrouw Goosen dacht namelijk, dat voor erg veel jonge, getrouwde vrou wen zo'n veertiendaagse bijeenkomst erg belangrijk was. „Ten eerste voor het plezier van de vrouwen zelf", zegt ze, „maar er is nog iets. Voor ieder be roep heb je een opleiding nodig. Huis vrouw-zijn wordt ook als 'n beroep be schouwd, maar daarvoor hebben we he lemaal geen opleiding. Goed, stofafne- men en stofzuigen vragen ook geen scholing, maar er is tenslotte veel meer dat een vrouw aangaat". Er is nog iets dat mevr. Goosen in het nut van de bijeenkomsten laat ge loven. Veel jonge vrouwen zijn ineen» thuis gaan emailleren, sieraden gaan maken of gaan praten en schrijven over onderwerpen, die hen tot voor kort nog al vaag leken. „En ik vind: als je capaciteiten voor iets hebt, dan mag je die noch voor jezelf, noch voor je omgeving werkeloos laten liggen", zegt mevr. Goosen. „De kwestie is alleen, dat je die capaciteiten vaak moet gaan ont dekken". Maar wat dat betreft speelt zij voor iedereen Columbus. 0

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 8