Meer kansen voor ongehuwden een
geschikte partner te vinden
HAARSTUKJES EISEN ZOR G
van
ma
Kom naar de club en neem
gerust uw kinderen mee!
Iets voor langere wimpers
en tegen blauwe plekken
Mannen zijn
er netter op
FUSIE VAN LEVENSBESCHOUWELIJKE HUWELIJKSBUREAUS
Jonge moeder, voelt u zich „uitgeschakeld"?
In verwachting?
Niet roken!
Vrijgezel past
steeds minder
in onze kille
maatschappij
Geen schande
Vrijheid
Sommige postiches komen bij de dameskapper
terug alsof er jonge katten in hebben gespeeld
Te wild
Haarsoorten
"TW gegevens lijken simpel: Truus wil trouwen, maar kan geen man vinden.
Zij wordt „dus" een oude vrijster. Piet kan zijn keus ook niet maken:
Wéér een potentiële vrijgezel.
Twee mensen, voor wie hun trouwlustigheid mini-dramaatjes dreigen te
worden. Zij staan niet alleenEr zijn in Nederland maar liefst bijna twee mil
joen vrijgezellen, weduwen, weduwnaren en gescheiden mannen en vrouwen,
van wie een groot aantal dolgraag in de huwelijksboot zou willen stappen.
De huwelijksbureaus komen als pad
destoelen omhoog. Er zijn er nu zelfs
zoveel, dat de minister bekijkt of het
niet beter zou zijn de bonafide bu
reaus een officiële erkenning te ge
ven. Want een aantal huwelijksbureaus
nam het niet zo nauw met de mini-
dramaatjes van de trouwlustige vrij
gezellen, die aantrekkelijke goudmijn
tjes bleken.
Daarom stond er onlangs opvallend
nieuws in de krantenkolommen: Vier
als bonafide bekend staande en le-
vensbeschou wel ij ke hu welij ksbur eaus
sloten een fusie. Het waren het Her
vormd Huwelijkscontacb Bureau, het
Gereformeerd Huwelijkscontactbureau
en de Humanistische Corresponden
tiekring. Samen vormen zij nu het
Landelijke Centrum voor Huwelijks
contacten.
want er is geen medicijn, tegen
oud of eenzaam zijn", zingt zanger-
-cabaretier Herman van Veen. Met
wat deskundigen je vertellen in het
achterhoofd, ben je geneigd hem ge
lijk te geven.
Onze samenleving wordt steeds kil
te*. In die sfeer is het moeilijk diep
gaande contacten te leggen, die tot
een huwelijk kunnen leiden. De con
tacten, die de mensen hebben, zijn
vaak nog slechts funtioneel. De ro
mantiek is verdwenen. De eenzaam
heid ligt als een schaduw over een
deel van onze samenleving. Wij wor
den kritisch en wantrouwend. Als vrij
gezel schuif je op een zonnig terras
niet meer zo gemakkelijk in de rich
ting van een alleenzittende Venus.
Is roken gedurende de zwangerschap
af te raden? Ja, onvoorwaardelijk,
ofschoon het van tal van factoren af
hangt, hoè schadelijk. Sommige vrou
wen verwerken nicotine - een vergif! -
sneller en beter dan andere. Maar het
is natuurlijk veiliger om er niet op te
speculeren, dat het zo'n vaart niet zal
lopen „in mijn geval".
Afgezien van het risico van longkan
ker, dat natuurlijk voor alle rooksters
feldt, brengt roken tijdens de periode,
dat een vrouw in verwachting is, het
risico mee van een miskraam.
Kinderen van vrouwen, die sterk ro
ken, zijn bij de geboorte meestal veel
lichter dan kinderen, die in moeders
lichaam niet zijn blootgesteld aan nico
tine.
Het roken verhoogt onmiddellijk de
polsslag van de vrucht. In vele geval
len wordt het kind te vroeg geboren
en soms leidt roken tot moeilijkheden
bij de geboorte. Het doorbloeden van
de placenta wordt door nicotine bij
alle vrouwen gestoord. Niet roken gedu
rende deze periode behoedt u in ieder
geval voor tal van risico's.
Amor raakt een beetje gefrusteerd.
Hebben de mensen dan geen koude
voeten meer, die zij 's nachts bij el
kaar willen warmen? De deskundigen
opnieuw aan het woord: Het aantal
trouwlustige vrijgezellen wordt ieder
jaar groter, de waardering voor het
huwelijk neemt sterk toe, er is grote
re behoefte aan geborgenheid in onze
verkillende samenleving. Zogeheten
„gemengde huwelijken" vormen nau
welijks meer een taboe.
Directeur J. van der Linden (33)
van het dezer dagen opgerichte Lande
lijk Centrum voor Huwelijkscontacten
in de Blitse Prinsenlaan schrijft de
groeiende problematiek van de trouw
lustigen toe aan een storing in de
communicatie. Maar hij gaat ervan
uit, dat wij moeten leren leven in een
verkilde maatschappij.
„Wij moeten", zegt hij „accepteren,
dat een ongehuwde in deze samenle
ving zelf iets aan zijn situatie mag en
moet doen. Het is geen schande meer
wanneer zo'n man of vrouw naar een
huwelijksbureau stapt. Er wordt nog
teveel gedacht, dat het dan wel kneus
jes zullen zijn".
„Ons nieuwe centrum wil een ter
rein scheppen, waar de trouwlustigen
elkaar kunnen ontmoeten. Ik begrijp
wel,"dat de mensen wantrouwend zijn
ten opzichte van een huwelijksbu
reau. Vooral mannen weigeren uit
prestige-overwegingen zich te laten
koppelen. Daarom doen wij dat ook
niet. Wij bemiddelen alleen'.
Waarom was een fusie van de vier
levensbeschouwelijke huwelijksbu
reaus nodig?
De heer Van der Linden: „De erva
ring heeft ons geleerd, dat de behoefte
om te trouwen met iemand met een
zelfde levensovertuiging sterk minder
wordt. Bovendien leek het ons reëel,
dat de mensen recht hebben op hun
eigen verantwoordelijkheid. Wij hoe
ven die mensen niet te bevoogden.
„Dat betekent niet, dat wtf door onze
fusie de indruk willen wekken gemeng
de huwelijken te stimuleren. Maar wij
moeten de mensen wel de vrijheid ge
ven te trouwen met iemand met een
andere levensovertuiging".
„Bovendien kunnen nu ook mensen
bij ons terecht, die geen enkele le
vensbeschouwing hebben. Ons centrum
is dan ook géén interkerkelijk, maar
wél een algemeen huwelijksbureau ge
worden. Dat neemt niet weg, dat wij
een aantal geestelijke adviseurs van
de verschillende kerkelijke richtingen
aan ons bureau hebben verbonden.
Mensen, die het willen, kunnen van
deze adviseurs gebruik maken".
De fusie van de vier bureaus be
schouwt de heer Van der Linden als
een vérgaande oecumenische daad.
„Er is op dit gebied nu tenminste
iets concreets gedaan: verschillende
zuilen hebben bij deze fusie hun eigen
belangetjes opzij geschoven voor de
grotere ^langen van de ongehuwden
in Nederland".
„Ik weet ook, dat onze fusie door de
verschillende geestelijke leiders van
0 Vraag niet precies hoe het in elkaar zit, want het is een oud huismiddel.
Maar wie zo vanaf januari een millimeter van de wimpers afknipt en
dat doet by wassende (dus naar een bol groeiende) maan, krjjgt er twee
millimeter wimper by.
Een schoonheidsspecialiste heeft me verzekerd dat het inderdaad klopt
en dat het heeft te maken met een bepaalde kosmische straling, zo tegen
het voorjaar.
Nog zo'n huismiddel: blauwe plekken verdwijnen wanneer u er enige
uren een compres op draagt van gehakte peterselie in brandewijn.
Een nog een: verroeste spelden of naalden kunt u weer schoon krijgen
door ze heen en weer te halen langs het strijkvlak van een lucifersdoosje.
Mamten wassen niet alleen veel sneller af dan vrouwen, ze zijn ook veel
netter op hun pruiken en postiches. Het waarom zal wel eeuwig een raadsel
blijven, maar er komen bij dameskappers soms haar stukken terug, als had er
een nest jonge katten in gespeeld.
„Dat is niet alleen doodzonde van de postiche, maar het hoeft ook helemaal
niet", zegt in Rotterdam mevrouw J. B. van den Ende, hoofd van een klein
atelier waar pruiken en postiches veelal met de hand en naar maat worden
gemaakt. Mevrouw Ven den Ende heeft ook volkomen verwarde haarstukken
terug gekregen, maar ze heeft daarop meteen een tegen-actie geopend.
Zij is cursussen van vijf lessen gaan
geven, waarin zij leert wat men nu
met een postiche allemaal wél en al
lemaal niet kan doen. Want mevrouw
Van den Ende vindt bijvoorbeeld ook,
dat we over het algemeen veel te
„zichtbaar" met een haarstuk te koop
lopen en lang niet alle mogelijkheden
van zo'n geweldig hulpmiddel uitbui
ten.
„Iedereen denkt: een haarstuk
neem ik voor mijn gemak", zegt zij.
„Wel, een haarstuk is ook reuze mak
kelijk en bovendien kan het je leuker
maken."
„Maar in de dolenthousiaste bui
bij de aankoop vergeten veel vrouwen
vaak, dat een postiche niet een paar
schoenen is, dat ...e zo even aanwipt.
Je koopt als het ware een hoofd
met haar bij en daar moet je iets mee
doen, dat moet je onderhouden en le
ren beheersen."
En wat doen we, volgens mevrouw
Van den Ende, dan allemaal wél, dat
we eigenlijk moeten laten en wat doen
we niet dat we eigenlijk wel moeten
doen?
Wel, om te beginnen borstelen en
kammen we vaak veel te wild, zodat
de haren snel afbreken en er van het
haarstuk steeds minder overblijft.
{„Moest je met je eigen haar eens
uithalen", zegt ze.)
We worden vaak wanhopig wanneer
een haarstuk uit de krul gaat en nieu
we krullen er maar niet in willen blij
ven. „Daar kan iets aan gedaan wor
den met een lichte permanent", aldus
mevrouw Van den Ende, „maar dan
moet men de kwestie wel voorleggen
aan een erg goede kapper, omdat een
postiche sneller verknoeid is dan
eigen haar."
We letten soms ook nog te weinig
op de kwaliteit van een haarstuk:
hebben we zelf grof haar, dan kan
een dito postiche wordten gekocht
(meestal van Aziatisch haar, dat vrij
grof is). Hebben we dun en zacht
haar, dan past daarbij beter een
postiche van Europees haar, dat door
gaans wel een tikkeltje duurder is,
maar op de lange dilur toch' meer vol
doening geeft.
„Als iedereen om te beginnen daar
op eens lette", aldus de vrouw met
de cursussen, „dan kun je met een
stuk haar van alles uithalen. Een
kapper kun je natuurlijk nooit ver
vangen, zeker niet als het om het
wassen en inkrullen van het haar
gaat, maar je kunt het werk van de
kapper wel een beetje bijhouden. Door
eens wat bij te krullen en op te kam
men en dat gaat dan het beste op een
plastic kop, die op een tafeltje kan
worden vastgeschroefd. Die geeft voor
een prijs van ongeveer een tientje een
boel gemak."
Voor de rest komt het aan op
(aan te leren) handigheid met al die
boisen haar die zo mooi kunnen zijn,
maar toch altijd net een tikkeltje an
ders zijn dan levend haar: is het niet
geverfd, dan is het toch geprepareerd.
Dat laatste om het buigzaam te hou
den, maar vooral omdat het anders
erg zou gaan rieken* omdat in iedere
haar merg zit
Deze beeldige krullenkoppen worden bij onhandig gebruik eerste klas
ragebollen en daar is Mevrouw J. B. van der Ende in Rotterdam nu
iets tegen gaan doen, door cursussen te houden voor pruiken- en postiche-
gebruiksters. Het koffertje op het tafeltje naast haar is iets nieuws: een
reiskoffertje voor postiche-op-plastic-kop.
Na de eerste brieven werd de
knoop doorgehakt. ,,lk heb een
roos m mijn hand", schreef Truus.
„Het kan, niet missen".
de kerken mfet enthousiasme werd
begroet. Dat is natuurlijk hoopgevend
voor de toekomst. Maar of het een
stimulans zal zijn voor andere kerke
lijke instanties om oecumenische da
den te stellen kan ik niet zeggen"
„In onze maatschappij", zegt de
heer Van der iLnden. „draaien de
mensen rond in hun eigen kringetje.
Daarbuiten ontmoeten zij wel anderen,
maar zij lopen langs elkaar heen. On
ze hele maatschappij is aan het veran
deren".
„Wanneer je vroeger met 22 of 23
verkering had, werd gezegd, dat je
er vroeg bij was. Tegenwoordig moe
ten de mensen in die leeftijdsgroep al
gaan .oppassen, dat zij niet aan het
begin van hun isolement komen te
staan".
„Vroeger", zegt hij, ..was het onge
huwd zijn een geaccepteerde zaak. Er
was altijd wel plaats voor een onge
trouwde oom of tante in onze samen
leving. Tegenwoordig past een vrijge
zel als vrijbuiter en levensgenieter
niet meer in ons tijdsbeeld. Zo iemand
moet nu zorgen, dat hij of zij onder
dak komt".
Volgens de heer Van der Linden is
voor deze mensen, die de eerste boot
hebben gemist, het huwelijksbureau
de aangewezen weg. Hij gelooft ook,
dat de mensen in de toekomst, wan
neer de maatschappij nog killer zal
zijn geworden, gemakkelijker met de
gedachte aan huwelijksbureaus zullen
kunnen leven.
Q
Zij stond met ket pakje in de hemd voor de deur van de fhot,
maar durfde de kleine belknop niet aanraken. Het laatste
beetje moed kroop lafhartig weg onder haar steunzolen. Het was te gek:
hoe was zij eigenlijk op dat brutale idee gekomenen dat voor tcmosd
op haar jaren! Maar haar lieve man was er ook niet meer om haar
te vertellen wat zij doen moest. En om een pijp en een zakagenda voor
hem te kopen en een marsepeinen karbonade omdat de dokter hem een
echte verboden had. Wat toch niet geholpen had om die zware operatie
te voorkomen, die hij nog geen week had overleefd.
Drie maanden geleden het leken wel jaren van bittere zwarte
eenzaamheid. En vooral in die laatste maand vol feestdagen.
Sinterklaasavond en alleen in het donker achter het raam zitten en
naar buiten staren. Naar de rijweg, die zwart en leeg lag te glimmen
onder de neonlampen. Het licht niet durven aanknippen omdat zijn
stoel daar zo akelig leeg stond. En de krant zo nutteloos op het tafel
kleed lag met de pijp van verleden jaar naast de lege asbak.
Niemand die eraan dacht haar eens op te bellen, een kaartje te
schrijven, een pakje te sturen. Een pakje dat was hoogstens iets
voor een oude moeder in een bejaardentehuis. Maar zij was geen moeder,
alleen maar een goedbezorgde weduwe op een eigen flat. Een
weduwe een half mens, daar wil op de duur toch geen heel mens
mee omgaan.
De een na de ander bleef weg: zij was ook altijd zo verlegen en
zwijgzaam, dat viel niet op naast een gezellige prater als haar vrobijtce
man, vol grappen en complimenten voor de vrouwen. Wat zou hij
een beste vader zijn geweest voor een aardige dochter zo een als dat
jonge ding op de vierde etage. Het had hun jongste kunnen zijn. Twintig,
tweeëntwintig op zijn hoogst lief figuurtje, prachtig lang haar.
keurig in de kleren. En altijd maar alleen op die kleine flat, elke avond
na haar werk in de stad.
Dan hoorde je haar stap in het portaal moe, een beetje slepend.
Je zou zo wel de deur willen openrukken en roepen: Wil je eerst niet
een kopje thee, je zult wel nat en koud zijn van dat fietsen door de
regen Dat kon je toch zomaar niet doen maar even goed had je er
geen vrede mee. Zo'n jong kind in haar eentje, dit was nog veel erger
dan een oude vrouwdie had tenminste nog haar herinneringen
aan Sinterklaasavonden van vroeger, samen. Sinterklaas.
Het was haar plotseling te binnen geschoten: met Sinterklaas kon
je een surprise bedenken voor iedereen, zelfs voor een wildvreemde.
Er behoefde toch geen afzender op te staan, dan kan het ook niet
teruggestuurd worden. Èen surprise: niet te duur of te groot; maar
toch iets wat zo'n kind gebruiken kon.
Zij had er dagenlang plezier aan gehad, was na een lange
speurtocht thuis gekomen met een sjaaltje, een lapje Parijs-
blauwe zijde met allerhande bezienswaardigheden erop, een Frans
recept, een liedje zij kon het zelf niet lezen, maar dat meisje stellig
wel, en alle jongelui dweepten met Parijs.
En nu stond-zij voor de deur met het smalle naambordje erop, dat
zij nooit goed had kunnen ontcijferen zonder leesbril. De post had
zij niet vertrouwd: het kon toch wegraken en er stond geen afzender
op. Haar hart klopte tot in haar oren, toen haar schuchtere vinger
doodvoorzichtig naar de belknop tastte.
Het meisje zat, ineengerold als een poes op de bank voor het grote
raam. En staarde geboeid naar buiten, over de brede natte
asfaltbanen onder de neonlampen. Eindelijk, eindelijk vrij van de
bezoeking op Sinterklaasavond. Geen dure opzichtige cadeaus, waarmee
moeder haar probeerde om te kopen om lief te zijn tegen die man.
Die kerel, die zij verafschuwde en haatte, en dat niet alleen omdat
hij op vaders plaats zat en in vaders bed lag met de vrouw, die zo
snel vergeten kon. Een gladde gewiekste prater, die de weduwe mei
een aardig pensioen en een eigen huis had ingepalmd om voor de reet
van zijn lui leven onder de pannen te wezen. En onderlussen hddr
vaders dochter met vaders scherpe ogen, onder moeders dak
probeerde aan te halen met zijn griezelig weke handen: Poesje, wees
lief tegen pappa.
Zij had het uitgehouden zolang oma leefde: haar enige houvast
en toeverlaat, die alles begreep zonder te vragen, als zij trillend van
emotie kwam binnenvallen, omdat zij niet alleen M hms durfde blijven
met die kerel op moeders bridge-avondje.
Maar toen oma begraven was na die vreselijke hartaanval, was
zij weggegaan, kalmweg, zonder omkijken. Een baan kon zij grif krijgen
met haar talenkennis en voorkomen. En oma's erfenisje was genoeg
geweest voor een aardig flatje en een appeltje voor de dorst op
de bank.
Sinterklaas moeder had gebeld, maar zij had handig afgevoimpaM:
Geen tijd, drukke studie, geen vrijaf morgen. Ach, die zou wel
getroost worden met dure prullen van haar eigen geld.
De bel. Het meisje schokte overeind, er had een auto gestopt op
de hoek. Hij kwam haar ophalen met een smoesje: Denk om je moeder
ga nou mee, ik breng je wel op tijd terug. Twee uur met hem alleèn
in de auto.
Weer die bel, zachter nu dat was toch niets voor hem, het kon
ook wat anders zijn, een telegram.
Een klein verlegen vrouwtje in de schemer van de hal, met een
pakje in de hand. Verkeerd bezorgd; de één was niet zo duidelijk
kon ook een vier zijn.
Het meisje bekeek het kleine harde pakketje m haar trillende hand
en schudde dan het hoofd. Moeder schrijft in geen geval, en geen
afzender. Nee, dit was stellig niet voor haar, zij zou niet weten van wie.
Bedankt voor de moeite. GoedenavondDeur dicht
Zachte pantoffeltjes, die de trap afslifferen. Het lieve verlegen
dametje van de grondflat, dat haar altijd zo vriendelijk toeknikte
achter het raam. Hoe kwam zij aan dat pakje? De post had het nooit m
handen gehad; er zat geen stempel op, niet eens een postzegel.
Een ouderwets handschrift, geen afzender. En die zachte ogen, die
opeens zo vreemd hadden gekeken zo verslagen.
Zij nam de moeite niet een jasje aan te schieten. Met de sleutel in
de hand draafde zij naar beneden in ht stille trappehuis, drukte
heftig op een belknop. De kleine vrouw had wel achter de deur kunnen
staan, zo schielijk ging die open. Was het verbeelding, of had zij
werkelijk rode ogen
Neemt u mij niet kwalijk, maar dat pakje kan toch voor mij zijn
Mijn oma
Een tweede deur ging wijd open naar een warme glimlachende kamer.
Het is geen probleem dat de Tweede
Kamer zal halen, maar wat doen
jonge vrouwen, die net een paar kleine
kinderen hebben? Doorgaans regelen
ze het huishouden en ze hebben het
druk met die kinderen. ..En ze voelen
zich nogal eens eenzaam en een tik
keltje uitgeschakeld", stelt mevrouw
J. Goosen-van Gelder in Rotterdam-
IJsselmonde, zelf moeder van een
jong mevrouwtje.
Nu is mevrouw Goosen een van die
misschien wel zeldzame vrouwen,
die zoiets niet alleen constateren (want
dat kan iedereen), maar ook meteen
iets gaan d'oen. Zo tilde zij in een van
die gigantische nieuwe wijken van Rot
terdam, met nog 'n oudere mevrouw
en zo'n twintig heel jonge vrouwen,
een club van de grond.
Geen koffiedrink-club, maar een club
waarin gepraat wordt over sexuele
voorlichting, over manneji en emanci
patie. over kinderboeken, maar ook
over belastingzaken, over bloemschik
ken en de werkende vrouw met kinde
ren, maar ook over instanties die hulp
kunnen bieden wanneer er met kinde
ren op sckool iets mis gaat. En lest
best: wanneer de moeders éénmaal per
veertien dagen bij elkaar zijn, komen
de kinderen mee en die vormen een
aparta apeelclub.
„Want die kleine kinderen zijn er
vaak de oorzaak van, dat hun moeder
niet in een clubje of vereniging zit",
zegt mevr. Goosen. „Wel, je kunt na
tuurlijk altijd zeggen: dan moet de jon
ge moeder maar erg veel lezen om
„bij" te blijven en ze krijgt weer meer
bewegingsvrijheid wanneer de kinde
ren naar kleuter- of lagere school gaan.
Ik vind dat niet juist, want dan blijf je
éénzijdig geïnformeerd, je hebt geen
Zij is een van de motoren die
een club van jonge moeders en
hun kinderen druk aan de gang
houdt: Mevrouw J. Goosen-van
Gelder in Rotterdam. Ze weet uit
ervaring dat jonge moeders zich
vaak een tikkeltje „uitgeschakeld"
voelen. Dat wéét ze niet alleen, ze
dóet er ook iets tegen.
klankbord, niemand die weer eens met
volkomen andere ideeën komt".
„Wel, wij hier zeggen: als kinderen
het enige beletsel zijn om in welke
club dan ook mee te doen, dan vormen
wij een club waar de kinderen ook heen
komen".
Dat kon gemakkelijk in het geval
IJsselmonde, want mevr. Goosen zit al
deirtien jaar midden in het buurthuis
werk en het buurthuis zelf heeft ge
noeg vertrekken om moeders en kinde
ren te herbergen. De laatsten onder lei
ding van een mevrouw, die zich als
kleuterleidster beschikbaar stelt.
„Zo'n buurthuis, of welk vereni
gingsgebouwtje dan ook, Ls echt wel
nodig, omdat we ook wel eens toneel
spelen en schilderen en lezingen laten
houden", zegt mevr. Goosen. „Maar
verder is er in niet één stad of dorp
iets te verzinnen waarom je zo'n club
je als het onze niet zou beginnen".
Mevrouw Goosen dacht namelijk, dat
voor erg veel jonge, getrouwde vrou
wen zo'n veertiendaagse bijeenkomst
erg belangrijk was. „Ten eerste voor
het plezier van de vrouwen zelf", zegt
ze, „maar er is nog iets. Voor ieder be
roep heb je een opleiding nodig. Huis
vrouw-zijn wordt ook als 'n beroep be
schouwd, maar daarvoor hebben we he
lemaal geen opleiding. Goed, stofafne-
men en stofzuigen vragen ook geen
scholing, maar er is tenslotte veel
meer dat een vrouw aangaat".
Er is nog iets dat mevr. Goosen in
het nut van de bijeenkomsten laat ge
loven. Veel jonge vrouwen zijn ineen»
thuis gaan emailleren, sieraden gaan
maken of gaan praten en schrijven over
onderwerpen, die hen tot voor kort nog
al vaag leken.
„En ik vind: als je capaciteiten
voor iets hebt, dan mag je die noch
voor jezelf, noch voor je omgeving
werkeloos laten liggen", zegt mevr.
Goosen. „De kwestie is alleen, dat je
die capaciteiten vaak moet gaan ont
dekken". Maar wat dat betreft speelt
zij voor iedereen Columbus.
0