Het Bijlmers fenomeen: de „open school
ACHT VRAGEN AAN
DE .RODE DRIE"
Concilie is nergens
op uitgedraaid
Conservatisme zal t
altijd afleggen
En de groep tussen
18 en 30 haakt af
Adameen
beeld van Christus
Zendmachtiging voor
OOSTERHUIS:
HllSt
VAN HEES:
VAN KILSDONK:
TER OVERDENKING
In Bylmer noemen ze het een nieuw
fenomeen en ongelijk hebben ze niet.
Zoals men weet: Bijlmer is de naam
van een nieuwe stadswijk van Amster
dam gegeven de grootte mag men
wel van een nieuwe stad spreken.
Rijdt men er nu door. op weg naar
Schiphol bijvoorbeeld, dan lijkt het al
lemaal nog één grote chaos. Mensen
wonen er nog nauwelijks, het opgespo
ten land is nog niet bijster betrouwbaar.
Maar ieder weet dat de stad er komt;
dat er straks vele duizenden mensen
zullen wonen, zullen leven; en dat ze
er zullen moete samenleven. En dus
houdt men er zich nu mee bezig hoe
straks die samenleving zal moeten
functioneren. Daartoe dient de Stichting
Contact- en Adviesorgaan Bijlmer,
waarin particulier initiatief en gemeen
telijke instanties samen spreken en
waar mogelijk samen werken.
Natuurlijk is men ook over schoten
gaan denken. Men riep een Stichting
Protestants-Christelijk Voortgezet On
derwijs Bijlmermeer in het leven, een
dito Rooms-Katholieke Stichting en uit-
uiteraard liet ook 't openbaar onderwijs
zich niet onbetuigd. Uitgerekend was
al dat er één protestants-christelijke,
één rooms-kathoiieke en twee openbare
scholen nodig zouden zijn en voor de
eerste openbare school was al grond
beschikbaar. En zo zou het allemaal
langs de geijkte paden gegaan zijn als
men niet op de gedachte was gekomen
eerst eens met elkaar te gaan praten.
En uit dit bespreking is 'dan, voorlopig
nog op papier, het fenomeen gegroeid:
de Open School Bijlmer.
Wat is nu een open school? We cite
ren: „Niet een neutrale noch een con
fessionele school, niet eens een openba
re noch een bijzondere school in de ge
bruikelijke zin van het woord." Wat dan
wel? „Uitgaande van het gegeven dat
de Nederlandse samenleving geken
merkt wordt door een grote pluriformi
teit van godsdienst en levensovertuigin
gen, willen de oprichters van de open
school aan de opgroeiende jeugd een
milieu bieden waar deze pluriformiteit
ingebracht wordt in de opvoedingssitu-
actie zelf. Pedagogisch-didactichs gaat
deze gedachte uit van het principe dat
het wenselijk is de opvoedingssituatie
t erichten op het geheel van de samen
leving, waartoe wordt opgevoed. Zij
wordt daarvan niet geïsoleerd ter wille
van vorming tot eigen geloofs- en levens
overtuiging. De groei van de jeugd naar
volwassenheid, dat wil zeggen naar een
zelfstandige en kritische positiebepaling
temidden van de maatschappij, zal der
halve mede in het teken staan van de
ntmoeting der levensovertuigingen.
Juist een onderlinge uitwisseling en
confrontatie van ideeën zal het moge
lijk maken dit groeiproces uit het eigen
gezinsmilieu te begeleiden naar een
rijpe identitieit van het volwassen
staan in de samenleving. De open school
zal zich dus verre houden van zowel
levensovertuiglijke indoctrinatie als van
neutralisme. Binnen het kader van het
onderwijs zal de onmoeting van gods
dienstige en niet-godsdienstige groepe
ringen liggen binnen het vlak van de
„humaniteit", die voor de diverse le
vensovertuigingen uit de eigen inspira
tie gevoed wordt en die als basis voor
gemeenschappelijk handelen geldt."
Het klinkt allemaal wat theoretisch -
maar men heeft er ook een praktische
uitwerking aangegeven. „In het licht
van het boven omschreven doel is het
noodzakelijk dat er in alle leerfasen les
sen gegeven worden die de geloofs- en
levensovertuiging tot onderwerp hebben.
Deze lessen hebben ten doel informatie
te bieden omtrent inhoud, geschiedkun
dige ontwikeling en achtergronden van
eikaars denken en voelen. Tevens zullen
zij de groei naar een eigen levensover
tuiging begeleiden. Zij dienen, naast het
protestants-christeljjk, rooms-katholiek
joods of humanistisch godsdienst- of
vormingsonderwijs, aan alle leerlingen
de meest noodzakelijke bouwstenen te
leveren voor deelname aan een plurifor
me maatschappij. Op grond van de doel
stellingen van de school, waar de ont
moeting van de levensovertuigingen en
het respect voor elkanders opvattingen
de grondslag van de schoolgemeenschap
zijn, zullen deze lessen voor alle leer
lingen verplicht zijn als behorend tot het
leerplan in strikte zin."
Uit de verdere toelichting wordt dui
delijk dat bij de ouders de beslissing
ligt aan welke docent zij hun kinderen
voor deze geestelijke vorming willen toe
vertrouwen: protestants-christel., rooms
katholiek, joods of humanistisch. Maar
„de objectiviteit van dit onderwijs, die
geenszins in strijd is met de vrijelijk
uitgesproken persoonlijke overtuiging
van de docent, zal venzelfsprekend ge
toetst worden aan een intensief onder
ling overleg binnen het lerarenkorps."
En: „een commissie, samengesteld uit
vertegenwoordigers van de verschillen
de kerken en levensovertuiglijke groe
peringen. zal het gehele proces van deze
vorming begeleiden." Bij de jonge kinde
ren zal de nadruk meer gelegd worden
op de informatie, in een later stadium
zullen de lessen meer in dienst staan
van de dialoog, waarbij men denkt aan
wisseling van docenten.
Deze „openheid" is een experiment -
maar het is nog niet alles wat de or
ganisatoren nastreven. Ze hebben ge
constateerd dat niet in de tegenstel-
plaats de levensovertuiglijke tegenstel
lingen maar veel meer nog de sociale
tegenstellingen onze samenleving verde
len. Anders gezegd: de schoolkeuze heeft
dikwijls minder te maken met de intel
ligentie van het kind dan wel met zijn
sociale herkomst. Of nog scherper: „an
ders' begaafde kinderen worden vaak ge
dwongen tot algemeen vormend onder
wijs, aangezien het technisch onderwijs
hen zou hestempelen tot „minder" be
gaafden. En ook daaraan wil men in de
Bijlmer iets doen. Een driejarige brug-
periode moet het mogelijk maken dat
iedere leerling kan doorstromen naar
die sector waar hij of zjj thuishoort. En
de verschillen tussen het algemeen en
het beroepsonderwijs wil men zo klein
mogelyk houden onder meer door onder
linge contacten van de leerlingen uit de
verschillende onderwijsstromingen in
gemeenschappelijke vakken als hand
vaardigheid. technical workshop, musi
sche en andere expressievakken. Dat me
oo den duur ook wil komen tot een
hulswerkloze school spreekt b(j zoveel
vernieuwingsdrang welhaast vanzelf.
Nee, ze overdrijven niet als ze in de
Bijlmer over een nieuw fenomeen spre
ken. Het is een experiment dat tegen
kanting zal ondervinden en in heel het
land met argusogen zal worden gevolgd.
Maar wel een experiment dat, dunkt
ons, de (vele) mceite waard is.
Hun namen zijn lang
zamerhand In Nederland
even bekend als In Rome:
Oosterhuis, Van Hees en
Van Kilsdonk, de drie
„rode priesters van Am
sterdam". Waarom? Ver
tegenwoordigen zij een
stuk mening In de rooms-
katholieke kerk en daar
buiten
Opdat ieder dit voor zich
zelf kan testen heeft een
onzer medewerkers hun
acht vragen voorgelegd,
liggend op de door hen
zo kritisch bekeken ter
reinen. Ze hebben er zeer
openhartig op geant
woord. Dit waren de vra
gen
1. De seksuele ontwikke
ling gaat in Nederland
vrij snel. Wat Is de
waardering, zijn er
grenzen en moeten 2. Wat vindt U van de
priesters verplicht on
gehuwd blijven
Huib Oosterhuis, studentenpastor, dichter, 36 jaar, kwam in het
nieuws door zijn protest tegen het verplichte celibaat en zijn kritiek
op de kerkelijke leiding in Rome. Hij werd, na zestien jaar, uit de
orde der Jezuïeten gezet, vanwege de conflicten als gevolg van zijn
progressieve opstelling. Binnenkort gaat hij trouwen. Hier zijn ant
woorden
Sex,: „De grenzen van de sek
sualiteit moeten door de mensen
zelf bepaald worden; men kan
hoogstens geïnteresseerd zijn in
de manier waarop seksualiteit
wordt beleefd. Het is de vraag of
er sprake is van een seksuele ont
wikkeling. In ieder geval wordt
alles veel vrijer geformuleerd.
Het lijkt me zeer gunstig en ik
zie geen gevaren. Eer bestaan
hier geen absolute waarde-oor-
delen en ook de r.k.-kerk kan
hier geen extra licht laten schij
nen. De kerk doet er voorts geen
goed aan het celibaat verplicht
te stellen".
Politiek: „Het is een vastgelopen
boel. Ik stem op de PvdA, maar
ik ben niet actief voor die partij.
Er is hier nauwelijks van echte
politiek sprake. Er is geen en
kele partij die een visie heeft
die mij aanspreekt. Wat ik bij
voorbeeld mis is een visie op de
volksontwikkeling. De politieke
situatie vind Ik kortom vaag en
hachelijk".
Z.-Amerika: „Ik heb een ze
ker heimwee naar dergelijke
stress-situaties. Pratend in Ne
derland klinkt het irreëel, maar
als ik in zo'n land zou zijn als
priester, als gelovige, zou ik wel
aan de goede kant staan. De eni
ge manier om een eind te maken
aan de armoe van het volk daar
is de hele rotzooi omvergooien".
R.K. Kerk: „De Paus is een
gevangene van een curiaal sys
teem. Hij is volkomen ingespon
nen door een kleine groep Ro
meinse functionarisseri en hij is
slecht voorgelicht. Het is de
vraag of de dingen die hij zegt
wel waarheidsgetrouw worden
overgebracht aan de pers. Wat
hij zegt spreekt mij niet aan"
„Er is een constante verslechte
ring van de toestand waar te ne
men. De verwachtingen, op het
politieke situatie in Ne
derland?
3. Wat vindt U van de re
voluties, b.v. in Zuid-
amerlkaanse landen?
4. Wat zegt u van de ont
wikkeling In de rooms-
katholieke kerk en de
rol van de paus?
5. Hoe ziet u de taak van
de kerk nu?
6. Wat vond u van de tv-
uitzendlng met Van
het Reve uit de Aller
heiligste Hartkerk?
7. Wie bewondert u het
meest?
8. Welke wens zou u wil
len doen?
36fe,t
concilie gewekt, zijn nergens op
uitgedraaid. In Nederland wordt
de ontwikkeling gefrustreerd, om
dat men nu eenmaal gebonden
is aan Roma. Ik schrijf hiermee
Rome niet af, want goed func
tioneren zou wel mogelijk zijn.
Zoals het nu gaat, is het fa
taal".
Kerk nu: „Kerken zouden
plaatsen moeten zijn waar men
sen die gelovig zijn (dat is wat
anders dan alle doctrines volgen)
geïnspireerd worden om in hun
werk te streven naar vrijheid en
gerechtigheid voor iedereen, dus
tegen alles wat mensen gevangen
houdt. Een sleutelwoord van het
evangelie is dat het bevrijding
verkondigt aan gevangenen. Het
evangelie roept op tot vrijheid,
eventueel tot revolutie. Dat hoeft
niet gewelddadig te zijn".
Van het Reve: „Ik zat in de
kerk. Magistraal. Ik heb wel ge
lachen. maar ik was toch ook
vaak ontroerd. Ik was getroffen
door de enorme zeggingskracht
van die man. Ik heb geen enkel
probleem met die uitzending".
„Als het mijn kerk was, had ik
graag gastvrijheid verleend. Hoe
wel ik de tegenstanders zeker wil
respecteren, zou ik niet gewei
gerd hebben de kerk beschik
baar te stellen. Het hoeft niet per
se in de kerk, maar het moet
wel kunnen".
Bewondering: „Ik bewonder
niet iemand het meest. Wel voel
ik me het meest verwant met be
paalde personen. Ik zou ds. Bus-
kes willen noemen. Hij heeft 45
jaar werk gedaan dat met het
mijne te vergelijken is. Ik heb
diep respect voor hem".
Wens: „Ik ben aan een heel
lang gedicht bezig, Parcival.
sterk autobiografisch. Eind janu
ari verschijnt de bundel. Ik ben
op de helft van dat gedicht. Ik
wou dat het af was".
Nico van Hees, wereldpriester van het diocees Den Bosch, sinds 1966
redacteur van Het Vrije Volk, 54 jaar, werd in 1964 na 31 jaar
uit de orde der Jezuïeten gezet, omdat hij weigerde zijn werk voor
het weekblad De Nieuwe Linie te beëindigen. Was daarvóór onder
meer leraar Nederlands en godsdienst aan het Ignatiuscollege in Am
sterdam. Dit zijn z'n antwoorden:
SEXS: „Het celibaat moet on
middellijk worden afgeschaft, op
dat de priester vrij is priester te
zijn. Dan pas is er sprake van
een werkelijke keuze. Wel vind
ik een huwelijk een handicap voor
iemand met een vrij beroep, maar
dat geldt voor alle vrije beroe
pen."
„Zowel het celibaat als het hu
welijk is een verkalkt instituut.
Daarom begrijp ik het niet als
een priester die uit het celibaat
vlucht direct in een volgende ver
kalkte situatie stapt. Huwelijk
moet niet aan sexs worden ge
koppeld. Het moet mogelijk zijn
een trouw-verhouding te hebben
zonder wettelijke regeling. Dat er
meer seksuele vrijheid is, vind
ik positief."
POLITIEK: „Lachwekkend, zo
mogelijk nog zorgwekkender voor
de toekomst dan de warrelingen
in kerkelijk milieu. In de kerk
zie ik alweer lichtpuntjes, maar
de politiek staat >g voor de af
braak, voordat men aan opbouw
kan gaan denken. Om innerlijk'
motieven ben ik lid van de
PvdA"
Z.-AMERIKA: „Evolutie heeft de
prikkel van de revolutie nodig
om een kans te maken. Alle ver
nieuwingstendensen. zoals in de
feodale gemeenschappen van
Zuid-Amerika, hebben een bloed
offer (hopelijk beperkt) nodig,
om werkelijke vernieuwing tot
stand te brengen".
R.-K. KERK: „Ik verbaas me ie
dere dag over de snelheid in de
ontwikkelingen binnen de kei*k
De schoorvoetendheio van de
Paus is juist nodig als prikkel.
Als de Paus voorop liep. zou het
J. van Kilsdonk, studentenpastor, docent filosofie, Jezuïet sinds 1934,
52 jaar. Kwam in conflict met Rome door zijn progressieve opvat
tingen. „Ik ben twintig jaar studentenpastor. Zo'n parochie is een
proefpolder voor een hele nieuwe kerk met politiek engagement".
Op de vragen antwoordde hij aldus:
proces worden vertraagd, want
zijn conservatisme is een belang
rijke stimulans voor de mensen
die het goede willen. Zij zullen
altijd winnen. Ze hebben eigen
lijk al gewonnen, omdat zaken
als celibaat en geboortebeper
king door hun toedoen al van de
gewetensspanningen zijn ontdaan,
ook al doet de Paus daar dan
conservatieve uitspraken over.
KERK NU: „De kerk heeft één
opdracht voor alle mensen: lief
de tot God en de medemens. Wij
zijn nu in de fase dat na alle
mislukkingen van sociale ver
nieuwers we zijn uitgemond in
en technisch-sociale situatie die
langs het echt menselijke heen
gaat. Nu moet worden aange
toond dat sociale >ewogenheid de
drift is waarin het kerkelijke le
ven God bereikt".
VAN HET REVE: „Schitterend,
schitterend, schitterend en voor
de mensen die werkelijk weten
wat Godsdienst. Godsliefde en
Godgeleerdheid is, de verwoor
ding van de diepste dingen in
menselijke taal. Voor wie vrij is
van iedere discriminatie is deze
potsierlijke boodschap van G. K.
van het Reve de diepste Gods
dienstles van de laatste jaren.
Ik was geamuseerd en dodelijk
ontroerd. Dat is de mengeling
waarom het gaat in het mense
lijk leven".
BEWONDERING: „Ouwe men
sen die van het leven weten te
genieten. Ik heb weinig last van
persoonsverheerlijking".
WENS: „Dat de activiteiten van
de jonge mensen van nu langer
zullen leven dan de helaas spoe
dig ontbonden provobeweging".
Sex: „De seksuele ontwikke
ling raakt drie punten. 1. De gro
te vrijheid wat betreft seksuele
intimiteit tussen verloofden, vind
ik erg positief. 2. Positief is ook
de aanvaarding van mensen die
homofiel voelen en die daar ook
beschaafd, maar duidelijk uiting
aan geven. 3. Seksualiteit zonder
trouwperspectief kan soms bete
kenis hebben als een heel goed
experiment, mits men de spelre
gels in acht neemt en men el
kaar niet beschadigt. De grenzen
worden bepaald door wederzijd
se eerbied. Het zijn dezelfde gren
zen die voor andere verhoudin
gen tussen mensen bestaan".
„Het celibaat kan beter morgen
dan overmorgen worden afge
schaft. Het is een onzindelijke
verplichting, een onvrije plicht
die jonge mensen niet willen en
ook niet mogen aanvaarden. Door
het celibaat zal het ambt ver
grijzen en zelfs uitsterven, zeker
in Nederland".
Politiek: „Van kindsbeen af ben
ik links geweest. Met name de
grote internationale economische
problemen kunnen alleen door
linkse regeringen worden opge
lost. Ik ben heel ongelukkig met
de politieke situatie in Nederland.
Daarom hoop ik op een progres
sief akkoord, waarop ik dan zal
stemmen. Anders zou ik het niet
weten. De laatste maal heb ik
uit protest op de PSP gestemd,
maar het kader is niet krachtig
genoeg. Ik zie er geen toekomst
in".
Z.-Amerika: „Voor Zuidameri-
kaanse landen is revolutie niet
alleen geoorloofd, maai zelfs ge
boden. Natuurlijk heeft ook een
revolutie zijn ethiek. Met een
bijzondere ascese moet men bloed
vergieten inperken".
„Ik ben voor een revolutie
daar, geleid met een serieuze
ethiek. Een wetdoorb rekende
omwenteling in Zuid-Amerika is
urgent en geboden, omdat men
met een niet al te late revolutie
een veel grotere kan voorkomen".
R.K. Kerk: „De ontwikkeling
gaat erg langzaam, de doelstel
lingen zijn duidelijk, maar de uit
werking in zo'n groot, eeuwen
oud lichaam is traag. Het gevolg
zal zijn dat de groep tussen acht
tien en dertig jaar afhaakt. Na
het spontane optreden van Paus
Johannes de 23ste is de rol van
Paul Paulus tragisch te noemen.
Hij heeft geen enkele relatie met
de toekomst en de ontwikkeling".
Kerk nu: „De taak blijft: het
gerucht van God gaande hou
den, maar dat is een uiterst re
volutionair gerucht, want het
laat de menselijke verhoudingen
nooit onberoerd en het zal altijd
een vonnis zijn over alle macht
hebbers. De r.k. kerk zit com
promitterend vast aan enkele re
gimes, dus moet de kerk kriti
sche gemeenten vormen, die de
menselijke verhoudingen onder
het explosief van het evangelie
plaatsen".
Van het Reve: „Ik ben al ja
ren een kritisch lezer van het
hele werk van Van het Reve.
Ik zie nooit televisie, maar ik ben
speciaal gaan kijken. Zonder on
derbreking heb ik met grote ont
roering geluisterd, hoewel ik
veel van zijn meningen al ken
de. In deze samenhang en met
deze meesterlijke regie was het
ongewoon ontroerend, hoewel ik
weinig waardering heb voor zijn
simplistische meningen. Mijn
lichte wrevel van vroeger was
weg. Ik gaf me gewonnen. Ik
dacht: kerel, je kunt het".
Bewondering: „Bekkers is de
enige bisschop die ik ooit heb
bewonderd omdat hij een hoge
innerlijke vrijheid bezat. Thans
bewonder ik de groep Sjaloom,
die zonder geld. maar me' veel
intelligentie als geloofsgroep po
litieke problemen aanpakt".
Wens: „Mijn intense wens is
dat de Nederlandse regering en
ook de andere regeringen ten
spoedigste een alternatieve
dienstplicht invoeren, zodat men
de diensttijd kan vervullen met
hulp aan ontwikkelingslanden".
Adam, die een beeld is van den komende.
Rom. 5 14 (slot)
Paulus noemt Adam een beeld „van den komende". En
met die „komende" is bedoeld: Jesus Christus. Men zou
onze tekstwoorden ook wel zo kunnen aanvullen: Adam,
die een beeld is van den komenden Adam. Dat is geheel
in de lijn van de Schrift. Want die leert ons het be
staan van twee Adams: de eerste en de laatste. De eer
ste is tevens de eerste mens, de laatste is de tweede
mens, onze Heere Jesus Christus, I Cor. 15. We leren uit
de bijbel, dat er eigenlijk maar twee mensen zijn:
de eerste en de laatste Adam, de eerste en de tweede
mens. Wie niet in de bijbel thuis is, zal dit onzin vin
den. Hooguit zal die erkennen, dat de eerste mens de
ons zo bekende Adam is, al zijn er tegenwoordig velen,
van chrstelijke afkomst en met een chrstelijke opvoeding,
die dat eenvoudig betwijfelen of zelfs ontkennen, hoewel
de bijbel ons dit uitdrukkelijk zegt. Maar dat Christus de
tweede mens is, dat kan toch niet? Nee: wie de men
sen hoofd voor hoofd wil tellen, kan niet eens zeggen,
de hoeveelste mens Christus is. Tussen Adem en Hem zijn
er immers talloos velen geweest. En het aantal mensen
na Christus is ook al weer ontelbaar, terwijl de bijbel
Hem noemt: de laatste Adam. En Adam betekent gewoon:
mens. Christus is dus de tweede en tegelijk de laatste mens,
Dat zegt de Schrift. Dat is één wonderlijk ding.
Maar nu nog iets wonderlijks: Paulus zegt, dat de eerste
Adam een beeld ofwel een afbeelding was van de laatste
Adam. Dit nu is niet te begrijpen, als men „zit" met dit
nummering: eerste en laatste Adam, eerste en tweede mens.
Want we moeten niet hoofd voor hoofd tellen. Maar num
meren, zoals de bijbel doet. En als de bijbel zegt: Adam ig
de eerste mens en Jesus Christus de tweede, dan worden
daarmee een tweetal vertegenwoordigers bedoeld:
Adam als vertegenwoordiger van 'n bepaalde groep, en Chris
tus als vertegenwoordiger van 'n bepaalde groep. Adam als
hoofd van de hele mensheid, zodat in hem het hele mensdom
begrepen is. En Christus als Hoofd van allen, die in Hem
geloven en daardoor in Hem begrepen zijn.
Daarom kan Paulus zeggen: Adam is een beeld, vooraf
beelding, van de komende (Adam). En u begrijpt: hun
overeenkomst ligt in hun beider positie: beiden zijn z»
Hoofd van een (groot) aantal mensen; i n hen beiden zijn
vele mensen begrepen. Wie wil weten, wat voor een Man
Christus is, die moet maar kijken naar Adam, wil Paulus
zeggen. Want zoals Adam het hoofd is van het hele mense
lijke geslacht, zo is ook Christus Hoofd van dat deel van
het mensdom, dat in Hem gelooft. Verder gaat de over
eenkomst niet!
Want u weet: Adam en Christus verschillen overigens
nogal wat! Adam werd ongehoorzaam; Christus was en
bleef gehoorzaam. Als we naar hun beider werk kijken,
moeten we zeggen: alleen maar tegenstelling. Wat dat be
treft, was Adam niet in het minst een beeld of vooraf
beelding van Christus. Juist het tegendeel.
Als Adam niet in zonde was gevallen, had Christus niet
behoeven te komen. Maar nu is Hij gekomen, omdat Adam
ongehoorzaam geworden is aan God. Om in zijn plaats
Gods wil te doen.
Maar ziet u? Wat door één mens (Adam) werd misdaan,
kon door één mens worden goed gemaakt (Christus). Want
Adams val was ons aller val. En de gehoorzaamheid van
Christus is ons aller gehoorzaamheid, voorzover we in Hem
geloven. Wat Adam deed, deed hij voor or.s allen, zij he»t
tot onze dood. Wat Christus deed, deed Hij voor de gelo
vigen, tot hun eeuwig leven.
De eerste Adam heeft ons in het verderf gestort: we zit
ten aan hem vast, door vlees en bloed. Maar de laatste
Adam heeft ons gered: we zijn van Hem, omdat Hij ons
vlees en bloed heeft aangenomen en dat aan God onstraffe-
lijk heeft geofferd. Dat heeft Hij beloofd in zijn Woord.
Daarin wordt zijn volkomen gehoorzaamheid ons toegere
kend, net zoals de ongehoorzaamheid van de eerste Adam
ons werd aangerekend.
Waarmee Paulus maar zeggen wil: De Heere Jesus is in
de plaats van Adam gaan staan en heeft voor ons volkomen
genoeg gedaan!
Wie geloofszekerheid begeert, moet beginnen, met de bij
bel eenvoudig te geloven. Dat moet, helaas, onder christen
mensen worden gezegd! Want wie namelijk niet aanneemt
wat de bijbel ons leert omtrent Adam, diens historische be
tekenis, die komt onherroepelijk in de knoop met Christus.
Want dan kan Adam niet meer zijn beeld van Hem. die
komen zou, en: weer terug komt, om de zijnen tot zich te
nemen in heerlijkheid. Als men het aandurft, de eerste hoofd
stukken van Genesis aan te randen, dan kan men met
Christus alle kanten op, behalve de goede! En waar blijft
dan de zekerheid des geloofs?
Veenendaal Ds. H. Pool.
Vermoedelijk in april krijgt Nederland er een nieuwe zendge
machtigde bij. Het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maat
schappelijk Werk heeft namelijk een machtiging verleend aan
de stichting „De Evangelische Omroep" (omstreeks 20.000 le
den) voor drie uur radio- en één uur televisie-uitzending per
week. De nieuwe omroepvereniging heeft een eigen program
mablad in voorbereiding. Aanvankelijk was het niet de bedoe
ling van de stichting om zelf met programma's in de ether te
komen. Initiatiefnemers waren mensen van verschillende ker
kelijke groeperingen die zich niet konden verenigen met het
door de NCRV gevoerde omroepbeleid. Men wilde een zekere
koerswijziging omdat men vond (en vindt) dat radio en t.v.
meer dan nu het geval is, moeten worden ingeschakeld om de
Bijbelse waarheid in deze tijd te laten klinken. „Christenen
hebben een verlossend Woord voor de wereld en het is hun
opdracht dat duidelijk te doen horen. Aan dat Woord moeten
zij. ook in de ether, zijn te herkennen". Bovendien was (en is)
men van mening dat de massamedia teveel worden gebruikt
voor uitzendingen die in strijd zijn met de bijbel.
Twee jaar heeft men over deze zaken met de NCRV gecorres
pondeerd en gediscussieerd men bleek niet tot overeen
stemming v.e kunnen komen. Daarop trad de stichting „De
Evangelische Omroep" voor het eerst naar buiten dat wa»
in 1967. Men kreeg instemming maar ook kritiek: van be
paalde zijden werd haar verweten dat zij teveel een organisa
tie van „pinkster- en maranathamensen" was. Sindsdien is er
aan de organisatievorm wat gedokterd: het bestuur werd ver
breed en er is een Stichtingsraad ingesteld waarin mensen
van velerlei kerken en richtingen zitting hebben: hervormd,
gereformeerd, vrijgemaakt gereformeerd, christelijk-gerefor-
meerd, gereformeerde gemeenten, vrije evangelische gemeen
ten, evangelische broedergemeenten, baptisten, vergadering
der gelovigen en ook representanten van zogenaamde „vrije
kringen". De nu verkregen aanhang van 20.000 leden was vol
doende voor de aanvraag om zendmachtiging. In maart ging
die aanvraag in zee, nu heeft men dan toestemming. En in
april start men.