Het Bijlmers fenomeen: de „open school ACHT VRAGEN AAN DE .RODE DRIE" Concilie is nergens op uitgedraaid Conservatisme zal t altijd afleggen En de groep tussen 18 en 30 haakt af Adameen beeld van Christus Zendmachtiging voor OOSTERHUIS: HllSt VAN HEES: VAN KILSDONK: TER OVERDENKING In Bylmer noemen ze het een nieuw fenomeen en ongelijk hebben ze niet. Zoals men weet: Bijlmer is de naam van een nieuwe stadswijk van Amster dam gegeven de grootte mag men wel van een nieuwe stad spreken. Rijdt men er nu door. op weg naar Schiphol bijvoorbeeld, dan lijkt het al lemaal nog één grote chaos. Mensen wonen er nog nauwelijks, het opgespo ten land is nog niet bijster betrouwbaar. Maar ieder weet dat de stad er komt; dat er straks vele duizenden mensen zullen wonen, zullen leven; en dat ze er zullen moete samenleven. En dus houdt men er zich nu mee bezig hoe straks die samenleving zal moeten functioneren. Daartoe dient de Stichting Contact- en Adviesorgaan Bijlmer, waarin particulier initiatief en gemeen telijke instanties samen spreken en waar mogelijk samen werken. Natuurlijk is men ook over schoten gaan denken. Men riep een Stichting Protestants-Christelijk Voortgezet On derwijs Bijlmermeer in het leven, een dito Rooms-Katholieke Stichting en uit- uiteraard liet ook 't openbaar onderwijs zich niet onbetuigd. Uitgerekend was al dat er één protestants-christelijke, één rooms-kathoiieke en twee openbare scholen nodig zouden zijn en voor de eerste openbare school was al grond beschikbaar. En zo zou het allemaal langs de geijkte paden gegaan zijn als men niet op de gedachte was gekomen eerst eens met elkaar te gaan praten. En uit dit bespreking is 'dan, voorlopig nog op papier, het fenomeen gegroeid: de Open School Bijlmer. Wat is nu een open school? We cite ren: „Niet een neutrale noch een con fessionele school, niet eens een openba re noch een bijzondere school in de ge bruikelijke zin van het woord." Wat dan wel? „Uitgaande van het gegeven dat de Nederlandse samenleving geken merkt wordt door een grote pluriformi teit van godsdienst en levensovertuigin gen, willen de oprichters van de open school aan de opgroeiende jeugd een milieu bieden waar deze pluriformiteit ingebracht wordt in de opvoedingssitu- actie zelf. Pedagogisch-didactichs gaat deze gedachte uit van het principe dat het wenselijk is de opvoedingssituatie t erichten op het geheel van de samen leving, waartoe wordt opgevoed. Zij wordt daarvan niet geïsoleerd ter wille van vorming tot eigen geloofs- en levens overtuiging. De groei van de jeugd naar volwassenheid, dat wil zeggen naar een zelfstandige en kritische positiebepaling temidden van de maatschappij, zal der halve mede in het teken staan van de ntmoeting der levensovertuigingen. Juist een onderlinge uitwisseling en confrontatie van ideeën zal het moge lijk maken dit groeiproces uit het eigen gezinsmilieu te begeleiden naar een rijpe identitieit van het volwassen staan in de samenleving. De open school zal zich dus verre houden van zowel levensovertuiglijke indoctrinatie als van neutralisme. Binnen het kader van het onderwijs zal de onmoeting van gods dienstige en niet-godsdienstige groepe ringen liggen binnen het vlak van de „humaniteit", die voor de diverse le vensovertuigingen uit de eigen inspira tie gevoed wordt en die als basis voor gemeenschappelijk handelen geldt." Het klinkt allemaal wat theoretisch - maar men heeft er ook een praktische uitwerking aangegeven. „In het licht van het boven omschreven doel is het noodzakelijk dat er in alle leerfasen les sen gegeven worden die de geloofs- en levensovertuiging tot onderwerp hebben. Deze lessen hebben ten doel informatie te bieden omtrent inhoud, geschiedkun dige ontwikeling en achtergronden van eikaars denken en voelen. Tevens zullen zij de groei naar een eigen levensover tuiging begeleiden. Zij dienen, naast het protestants-christeljjk, rooms-katholiek joods of humanistisch godsdienst- of vormingsonderwijs, aan alle leerlingen de meest noodzakelijke bouwstenen te leveren voor deelname aan een plurifor me maatschappij. Op grond van de doel stellingen van de school, waar de ont moeting van de levensovertuigingen en het respect voor elkanders opvattingen de grondslag van de schoolgemeenschap zijn, zullen deze lessen voor alle leer lingen verplicht zijn als behorend tot het leerplan in strikte zin." Uit de verdere toelichting wordt dui delijk dat bij de ouders de beslissing ligt aan welke docent zij hun kinderen voor deze geestelijke vorming willen toe vertrouwen: protestants-christel., rooms katholiek, joods of humanistisch. Maar „de objectiviteit van dit onderwijs, die geenszins in strijd is met de vrijelijk uitgesproken persoonlijke overtuiging van de docent, zal venzelfsprekend ge toetst worden aan een intensief onder ling overleg binnen het lerarenkorps." En: „een commissie, samengesteld uit vertegenwoordigers van de verschillen de kerken en levensovertuiglijke groe peringen. zal het gehele proces van deze vorming begeleiden." Bij de jonge kinde ren zal de nadruk meer gelegd worden op de informatie, in een later stadium zullen de lessen meer in dienst staan van de dialoog, waarbij men denkt aan wisseling van docenten. Deze „openheid" is een experiment - maar het is nog niet alles wat de or ganisatoren nastreven. Ze hebben ge constateerd dat niet in de tegenstel- plaats de levensovertuiglijke tegenstel lingen maar veel meer nog de sociale tegenstellingen onze samenleving verde len. Anders gezegd: de schoolkeuze heeft dikwijls minder te maken met de intel ligentie van het kind dan wel met zijn sociale herkomst. Of nog scherper: „an ders' begaafde kinderen worden vaak ge dwongen tot algemeen vormend onder wijs, aangezien het technisch onderwijs hen zou hestempelen tot „minder" be gaafden. En ook daaraan wil men in de Bijlmer iets doen. Een driejarige brug- periode moet het mogelijk maken dat iedere leerling kan doorstromen naar die sector waar hij of zjj thuishoort. En de verschillen tussen het algemeen en het beroepsonderwijs wil men zo klein mogelyk houden onder meer door onder linge contacten van de leerlingen uit de verschillende onderwijsstromingen in gemeenschappelijke vakken als hand vaardigheid. technical workshop, musi sche en andere expressievakken. Dat me oo den duur ook wil komen tot een hulswerkloze school spreekt b(j zoveel vernieuwingsdrang welhaast vanzelf. Nee, ze overdrijven niet als ze in de Bijlmer over een nieuw fenomeen spre ken. Het is een experiment dat tegen kanting zal ondervinden en in heel het land met argusogen zal worden gevolgd. Maar wel een experiment dat, dunkt ons, de (vele) mceite waard is. Hun namen zijn lang zamerhand In Nederland even bekend als In Rome: Oosterhuis, Van Hees en Van Kilsdonk, de drie „rode priesters van Am sterdam". Waarom? Ver tegenwoordigen zij een stuk mening In de rooms- katholieke kerk en daar buiten Opdat ieder dit voor zich zelf kan testen heeft een onzer medewerkers hun acht vragen voorgelegd, liggend op de door hen zo kritisch bekeken ter reinen. Ze hebben er zeer openhartig op geant woord. Dit waren de vra gen 1. De seksuele ontwikke ling gaat in Nederland vrij snel. Wat Is de waardering, zijn er grenzen en moeten 2. Wat vindt U van de priesters verplicht on gehuwd blijven Huib Oosterhuis, studentenpastor, dichter, 36 jaar, kwam in het nieuws door zijn protest tegen het verplichte celibaat en zijn kritiek op de kerkelijke leiding in Rome. Hij werd, na zestien jaar, uit de orde der Jezuïeten gezet, vanwege de conflicten als gevolg van zijn progressieve opstelling. Binnenkort gaat hij trouwen. Hier zijn ant woorden Sex,: „De grenzen van de sek sualiteit moeten door de mensen zelf bepaald worden; men kan hoogstens geïnteresseerd zijn in de manier waarop seksualiteit wordt beleefd. Het is de vraag of er sprake is van een seksuele ont wikkeling. In ieder geval wordt alles veel vrijer geformuleerd. Het lijkt me zeer gunstig en ik zie geen gevaren. Eer bestaan hier geen absolute waarde-oor- delen en ook de r.k.-kerk kan hier geen extra licht laten schij nen. De kerk doet er voorts geen goed aan het celibaat verplicht te stellen". Politiek: „Het is een vastgelopen boel. Ik stem op de PvdA, maar ik ben niet actief voor die partij. Er is hier nauwelijks van echte politiek sprake. Er is geen en kele partij die een visie heeft die mij aanspreekt. Wat ik bij voorbeeld mis is een visie op de volksontwikkeling. De politieke situatie vind Ik kortom vaag en hachelijk". Z.-Amerika: „Ik heb een ze ker heimwee naar dergelijke stress-situaties. Pratend in Ne derland klinkt het irreëel, maar als ik in zo'n land zou zijn als priester, als gelovige, zou ik wel aan de goede kant staan. De eni ge manier om een eind te maken aan de armoe van het volk daar is de hele rotzooi omvergooien". R.K. Kerk: „De Paus is een gevangene van een curiaal sys teem. Hij is volkomen ingespon nen door een kleine groep Ro meinse functionarisseri en hij is slecht voorgelicht. Het is de vraag of de dingen die hij zegt wel waarheidsgetrouw worden overgebracht aan de pers. Wat hij zegt spreekt mij niet aan" „Er is een constante verslechte ring van de toestand waar te ne men. De verwachtingen, op het politieke situatie in Ne derland? 3. Wat vindt U van de re voluties, b.v. in Zuid- amerlkaanse landen? 4. Wat zegt u van de ont wikkeling In de rooms- katholieke kerk en de rol van de paus? 5. Hoe ziet u de taak van de kerk nu? 6. Wat vond u van de tv- uitzendlng met Van het Reve uit de Aller heiligste Hartkerk? 7. Wie bewondert u het meest? 8. Welke wens zou u wil len doen? 36fe,t concilie gewekt, zijn nergens op uitgedraaid. In Nederland wordt de ontwikkeling gefrustreerd, om dat men nu eenmaal gebonden is aan Roma. Ik schrijf hiermee Rome niet af, want goed func tioneren zou wel mogelijk zijn. Zoals het nu gaat, is het fa taal". Kerk nu: „Kerken zouden plaatsen moeten zijn waar men sen die gelovig zijn (dat is wat anders dan alle doctrines volgen) geïnspireerd worden om in hun werk te streven naar vrijheid en gerechtigheid voor iedereen, dus tegen alles wat mensen gevangen houdt. Een sleutelwoord van het evangelie is dat het bevrijding verkondigt aan gevangenen. Het evangelie roept op tot vrijheid, eventueel tot revolutie. Dat hoeft niet gewelddadig te zijn". Van het Reve: „Ik zat in de kerk. Magistraal. Ik heb wel ge lachen. maar ik was toch ook vaak ontroerd. Ik was getroffen door de enorme zeggingskracht van die man. Ik heb geen enkel probleem met die uitzending". „Als het mijn kerk was, had ik graag gastvrijheid verleend. Hoe wel ik de tegenstanders zeker wil respecteren, zou ik niet gewei gerd hebben de kerk beschik baar te stellen. Het hoeft niet per se in de kerk, maar het moet wel kunnen". Bewondering: „Ik bewonder niet iemand het meest. Wel voel ik me het meest verwant met be paalde personen. Ik zou ds. Bus- kes willen noemen. Hij heeft 45 jaar werk gedaan dat met het mijne te vergelijken is. Ik heb diep respect voor hem". Wens: „Ik ben aan een heel lang gedicht bezig, Parcival. sterk autobiografisch. Eind janu ari verschijnt de bundel. Ik ben op de helft van dat gedicht. Ik wou dat het af was". Nico van Hees, wereldpriester van het diocees Den Bosch, sinds 1966 redacteur van Het Vrije Volk, 54 jaar, werd in 1964 na 31 jaar uit de orde der Jezuïeten gezet, omdat hij weigerde zijn werk voor het weekblad De Nieuwe Linie te beëindigen. Was daarvóór onder meer leraar Nederlands en godsdienst aan het Ignatiuscollege in Am sterdam. Dit zijn z'n antwoorden: SEXS: „Het celibaat moet on middellijk worden afgeschaft, op dat de priester vrij is priester te zijn. Dan pas is er sprake van een werkelijke keuze. Wel vind ik een huwelijk een handicap voor iemand met een vrij beroep, maar dat geldt voor alle vrije beroe pen." „Zowel het celibaat als het hu welijk is een verkalkt instituut. Daarom begrijp ik het niet als een priester die uit het celibaat vlucht direct in een volgende ver kalkte situatie stapt. Huwelijk moet niet aan sexs worden ge koppeld. Het moet mogelijk zijn een trouw-verhouding te hebben zonder wettelijke regeling. Dat er meer seksuele vrijheid is, vind ik positief." POLITIEK: „Lachwekkend, zo mogelijk nog zorgwekkender voor de toekomst dan de warrelingen in kerkelijk milieu. In de kerk zie ik alweer lichtpuntjes, maar de politiek staat >g voor de af braak, voordat men aan opbouw kan gaan denken. Om innerlijk' motieven ben ik lid van de PvdA" Z.-AMERIKA: „Evolutie heeft de prikkel van de revolutie nodig om een kans te maken. Alle ver nieuwingstendensen. zoals in de feodale gemeenschappen van Zuid-Amerika, hebben een bloed offer (hopelijk beperkt) nodig, om werkelijke vernieuwing tot stand te brengen". R.-K. KERK: „Ik verbaas me ie dere dag over de snelheid in de ontwikkelingen binnen de kei*k De schoorvoetendheio van de Paus is juist nodig als prikkel. Als de Paus voorop liep. zou het J. van Kilsdonk, studentenpastor, docent filosofie, Jezuïet sinds 1934, 52 jaar. Kwam in conflict met Rome door zijn progressieve opvat tingen. „Ik ben twintig jaar studentenpastor. Zo'n parochie is een proefpolder voor een hele nieuwe kerk met politiek engagement". Op de vragen antwoordde hij aldus: proces worden vertraagd, want zijn conservatisme is een belang rijke stimulans voor de mensen die het goede willen. Zij zullen altijd winnen. Ze hebben eigen lijk al gewonnen, omdat zaken als celibaat en geboortebeper king door hun toedoen al van de gewetensspanningen zijn ontdaan, ook al doet de Paus daar dan conservatieve uitspraken over. KERK NU: „De kerk heeft één opdracht voor alle mensen: lief de tot God en de medemens. Wij zijn nu in de fase dat na alle mislukkingen van sociale ver nieuwers we zijn uitgemond in en technisch-sociale situatie die langs het echt menselijke heen gaat. Nu moet worden aange toond dat sociale >ewogenheid de drift is waarin het kerkelijke le ven God bereikt". VAN HET REVE: „Schitterend, schitterend, schitterend en voor de mensen die werkelijk weten wat Godsdienst. Godsliefde en Godgeleerdheid is, de verwoor ding van de diepste dingen in menselijke taal. Voor wie vrij is van iedere discriminatie is deze potsierlijke boodschap van G. K. van het Reve de diepste Gods dienstles van de laatste jaren. Ik was geamuseerd en dodelijk ontroerd. Dat is de mengeling waarom het gaat in het mense lijk leven". BEWONDERING: „Ouwe men sen die van het leven weten te genieten. Ik heb weinig last van persoonsverheerlijking". WENS: „Dat de activiteiten van de jonge mensen van nu langer zullen leven dan de helaas spoe dig ontbonden provobeweging". Sex: „De seksuele ontwikke ling raakt drie punten. 1. De gro te vrijheid wat betreft seksuele intimiteit tussen verloofden, vind ik erg positief. 2. Positief is ook de aanvaarding van mensen die homofiel voelen en die daar ook beschaafd, maar duidelijk uiting aan geven. 3. Seksualiteit zonder trouwperspectief kan soms bete kenis hebben als een heel goed experiment, mits men de spelre gels in acht neemt en men el kaar niet beschadigt. De grenzen worden bepaald door wederzijd se eerbied. Het zijn dezelfde gren zen die voor andere verhoudin gen tussen mensen bestaan". „Het celibaat kan beter morgen dan overmorgen worden afge schaft. Het is een onzindelijke verplichting, een onvrije plicht die jonge mensen niet willen en ook niet mogen aanvaarden. Door het celibaat zal het ambt ver grijzen en zelfs uitsterven, zeker in Nederland". Politiek: „Van kindsbeen af ben ik links geweest. Met name de grote internationale economische problemen kunnen alleen door linkse regeringen worden opge lost. Ik ben heel ongelukkig met de politieke situatie in Nederland. Daarom hoop ik op een progres sief akkoord, waarop ik dan zal stemmen. Anders zou ik het niet weten. De laatste maal heb ik uit protest op de PSP gestemd, maar het kader is niet krachtig genoeg. Ik zie er geen toekomst in". Z.-Amerika: „Voor Zuidameri- kaanse landen is revolutie niet alleen geoorloofd, maai zelfs ge boden. Natuurlijk heeft ook een revolutie zijn ethiek. Met een bijzondere ascese moet men bloed vergieten inperken". „Ik ben voor een revolutie daar, geleid met een serieuze ethiek. Een wetdoorb rekende omwenteling in Zuid-Amerika is urgent en geboden, omdat men met een niet al te late revolutie een veel grotere kan voorkomen". R.K. Kerk: „De ontwikkeling gaat erg langzaam, de doelstel lingen zijn duidelijk, maar de uit werking in zo'n groot, eeuwen oud lichaam is traag. Het gevolg zal zijn dat de groep tussen acht tien en dertig jaar afhaakt. Na het spontane optreden van Paus Johannes de 23ste is de rol van Paul Paulus tragisch te noemen. Hij heeft geen enkele relatie met de toekomst en de ontwikkeling". Kerk nu: „De taak blijft: het gerucht van God gaande hou den, maar dat is een uiterst re volutionair gerucht, want het laat de menselijke verhoudingen nooit onberoerd en het zal altijd een vonnis zijn over alle macht hebbers. De r.k. kerk zit com promitterend vast aan enkele re gimes, dus moet de kerk kriti sche gemeenten vormen, die de menselijke verhoudingen onder het explosief van het evangelie plaatsen". Van het Reve: „Ik ben al ja ren een kritisch lezer van het hele werk van Van het Reve. Ik zie nooit televisie, maar ik ben speciaal gaan kijken. Zonder on derbreking heb ik met grote ont roering geluisterd, hoewel ik veel van zijn meningen al ken de. In deze samenhang en met deze meesterlijke regie was het ongewoon ontroerend, hoewel ik weinig waardering heb voor zijn simplistische meningen. Mijn lichte wrevel van vroeger was weg. Ik gaf me gewonnen. Ik dacht: kerel, je kunt het". Bewondering: „Bekkers is de enige bisschop die ik ooit heb bewonderd omdat hij een hoge innerlijke vrijheid bezat. Thans bewonder ik de groep Sjaloom, die zonder geld. maar me' veel intelligentie als geloofsgroep po litieke problemen aanpakt". Wens: „Mijn intense wens is dat de Nederlandse regering en ook de andere regeringen ten spoedigste een alternatieve dienstplicht invoeren, zodat men de diensttijd kan vervullen met hulp aan ontwikkelingslanden". Adam, die een beeld is van den komende. Rom. 5 14 (slot) Paulus noemt Adam een beeld „van den komende". En met die „komende" is bedoeld: Jesus Christus. Men zou onze tekstwoorden ook wel zo kunnen aanvullen: Adam, die een beeld is van den komenden Adam. Dat is geheel in de lijn van de Schrift. Want die leert ons het be staan van twee Adams: de eerste en de laatste. De eer ste is tevens de eerste mens, de laatste is de tweede mens, onze Heere Jesus Christus, I Cor. 15. We leren uit de bijbel, dat er eigenlijk maar twee mensen zijn: de eerste en de laatste Adam, de eerste en de tweede mens. Wie niet in de bijbel thuis is, zal dit onzin vin den. Hooguit zal die erkennen, dat de eerste mens de ons zo bekende Adam is, al zijn er tegenwoordig velen, van chrstelijke afkomst en met een chrstelijke opvoeding, die dat eenvoudig betwijfelen of zelfs ontkennen, hoewel de bijbel ons dit uitdrukkelijk zegt. Maar dat Christus de tweede mens is, dat kan toch niet? Nee: wie de men sen hoofd voor hoofd wil tellen, kan niet eens zeggen, de hoeveelste mens Christus is. Tussen Adem en Hem zijn er immers talloos velen geweest. En het aantal mensen na Christus is ook al weer ontelbaar, terwijl de bijbel Hem noemt: de laatste Adam. En Adam betekent gewoon: mens. Christus is dus de tweede en tegelijk de laatste mens, Dat zegt de Schrift. Dat is één wonderlijk ding. Maar nu nog iets wonderlijks: Paulus zegt, dat de eerste Adam een beeld ofwel een afbeelding was van de laatste Adam. Dit nu is niet te begrijpen, als men „zit" met dit nummering: eerste en laatste Adam, eerste en tweede mens. Want we moeten niet hoofd voor hoofd tellen. Maar num meren, zoals de bijbel doet. En als de bijbel zegt: Adam ig de eerste mens en Jesus Christus de tweede, dan worden daarmee een tweetal vertegenwoordigers bedoeld: Adam als vertegenwoordiger van 'n bepaalde groep, en Chris tus als vertegenwoordiger van 'n bepaalde groep. Adam als hoofd van de hele mensheid, zodat in hem het hele mensdom begrepen is. En Christus als Hoofd van allen, die in Hem geloven en daardoor in Hem begrepen zijn. Daarom kan Paulus zeggen: Adam is een beeld, vooraf beelding, van de komende (Adam). En u begrijpt: hun overeenkomst ligt in hun beider positie: beiden zijn z» Hoofd van een (groot) aantal mensen; i n hen beiden zijn vele mensen begrepen. Wie wil weten, wat voor een Man Christus is, die moet maar kijken naar Adam, wil Paulus zeggen. Want zoals Adam het hoofd is van het hele mense lijke geslacht, zo is ook Christus Hoofd van dat deel van het mensdom, dat in Hem gelooft. Verder gaat de over eenkomst niet! Want u weet: Adam en Christus verschillen overigens nogal wat! Adam werd ongehoorzaam; Christus was en bleef gehoorzaam. Als we naar hun beider werk kijken, moeten we zeggen: alleen maar tegenstelling. Wat dat be treft, was Adam niet in het minst een beeld of vooraf beelding van Christus. Juist het tegendeel. Als Adam niet in zonde was gevallen, had Christus niet behoeven te komen. Maar nu is Hij gekomen, omdat Adam ongehoorzaam geworden is aan God. Om in zijn plaats Gods wil te doen. Maar ziet u? Wat door één mens (Adam) werd misdaan, kon door één mens worden goed gemaakt (Christus). Want Adams val was ons aller val. En de gehoorzaamheid van Christus is ons aller gehoorzaamheid, voorzover we in Hem geloven. Wat Adam deed, deed hij voor or.s allen, zij he»t tot onze dood. Wat Christus deed, deed Hij voor de gelo vigen, tot hun eeuwig leven. De eerste Adam heeft ons in het verderf gestort: we zit ten aan hem vast, door vlees en bloed. Maar de laatste Adam heeft ons gered: we zijn van Hem, omdat Hij ons vlees en bloed heeft aangenomen en dat aan God onstraffe- lijk heeft geofferd. Dat heeft Hij beloofd in zijn Woord. Daarin wordt zijn volkomen gehoorzaamheid ons toegere kend, net zoals de ongehoorzaamheid van de eerste Adam ons werd aangerekend. Waarmee Paulus maar zeggen wil: De Heere Jesus is in de plaats van Adam gaan staan en heeft voor ons volkomen genoeg gedaan! Wie geloofszekerheid begeert, moet beginnen, met de bij bel eenvoudig te geloven. Dat moet, helaas, onder christen mensen worden gezegd! Want wie namelijk niet aanneemt wat de bijbel ons leert omtrent Adam, diens historische be tekenis, die komt onherroepelijk in de knoop met Christus. Want dan kan Adam niet meer zijn beeld van Hem. die komen zou, en: weer terug komt, om de zijnen tot zich te nemen in heerlijkheid. Als men het aandurft, de eerste hoofd stukken van Genesis aan te randen, dan kan men met Christus alle kanten op, behalve de goede! En waar blijft dan de zekerheid des geloofs? Veenendaal Ds. H. Pool. Vermoedelijk in april krijgt Nederland er een nieuwe zendge machtigde bij. Het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maat schappelijk Werk heeft namelijk een machtiging verleend aan de stichting „De Evangelische Omroep" (omstreeks 20.000 le den) voor drie uur radio- en één uur televisie-uitzending per week. De nieuwe omroepvereniging heeft een eigen program mablad in voorbereiding. Aanvankelijk was het niet de bedoe ling van de stichting om zelf met programma's in de ether te komen. Initiatiefnemers waren mensen van verschillende ker kelijke groeperingen die zich niet konden verenigen met het door de NCRV gevoerde omroepbeleid. Men wilde een zekere koerswijziging omdat men vond (en vindt) dat radio en t.v. meer dan nu het geval is, moeten worden ingeschakeld om de Bijbelse waarheid in deze tijd te laten klinken. „Christenen hebben een verlossend Woord voor de wereld en het is hun opdracht dat duidelijk te doen horen. Aan dat Woord moeten zij. ook in de ether, zijn te herkennen". Bovendien was (en is) men van mening dat de massamedia teveel worden gebruikt voor uitzendingen die in strijd zijn met de bijbel. Twee jaar heeft men over deze zaken met de NCRV gecorres pondeerd en gediscussieerd men bleek niet tot overeen stemming v.e kunnen komen. Daarop trad de stichting „De Evangelische Omroep" voor het eerst naar buiten dat wa» in 1967. Men kreeg instemming maar ook kritiek: van be paalde zijden werd haar verweten dat zij teveel een organisa tie van „pinkster- en maranathamensen" was. Sindsdien is er aan de organisatievorm wat gedokterd: het bestuur werd ver breed en er is een Stichtingsraad ingesteld waarin mensen van velerlei kerken en richtingen zitting hebben: hervormd, gereformeerd, vrijgemaakt gereformeerd, christelijk-gerefor- meerd, gereformeerde gemeenten, vrije evangelische gemeen ten, evangelische broedergemeenten, baptisten, vergadering der gelovigen en ook representanten van zogenaamde „vrije kringen". De nu verkregen aanhang van 20.000 leden was vol doende voor de aanvraag om zendmachtiging. In maart ging die aanvraag in zee, nu heeft men dan toestemming. En in april start men.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 13