Coen Moulijn: gesl
voetballer en zakenman
Zeeuwen in actie
voor beveiliging
van watersport
1
Skiën,
prachtige
sport,
maar
j Coen(e)
praat
OVERDREVEN
OVER DE BRUG
DAMMEN
E
door J. M. BOM
MOEILIJK CONTACT
ALS EEN PAARD
BRIDGE
door G. J. R. FÖRCH
KRUISWOORDRAAD5
ZATERDAG 27 DECEMBER 1969
ROTTERDAM Er is een tijd ge
weest, dat Rotterdam-Zuid Coentje
koesterde als een werk in prachtband.
Zo'n boek over barre tochten naar
de Pool, dat in ritselend cellofaan ligt
mooi te wezen, maar waar niemand
mag aankomen.
Dat was een tijd, waarin vele verde
digers in den lande in het Stadion
Feijenoord gemakkelijk overspannen
raakten. Een tijd, waarin harde kerels
met rode koppen uithuilden aan de
borst van hun oefenmeester en stotte
rend van drift uitriepen: „Als je hier
«Heen maar naar hem kijkt beginnen
■e al te brullen".
En dat was ook zo. Het Legioen min
de Coentje met een hartstocht, die
eigenlijk niet paste bij het vlijtige
Rotterdam. Het schreeuwde zich de
longen uit het stevige lijf wanneer
Coentje bruut tegen de grond werd ge
lopen.
Het stampvoette van woede wanneer
de scheidsrechter na een felle doch
niet onreglementaire sliding tegen
Coentje liet doorspelen. En het gilde
om wraak wanneer Coentje breek
baar ogend in die dagen zich na zo'n
incident hinkepinkend van de plaats
des onheils verwijderde.
Kortom, Coentje mocht worden be
schouwd als het magisch middelpunt
van de turbulente Feijenoordcultus, die
die werkzame stad altijd heeft be
heerst. Hij was het slachtoffer van een
grenzeloze verering, die hem zelfs nood
zaakte zijn naambordje ijlings van het
perceel Langenhorst 253 te verwijde
ren.
En des zondags, wanneer men zich
hand in hand naar het stadion begaf,
bezong men verrukt de grootheid van
„Coentje, de kleine tovenaar".
Die tijd is voorbij. Voorgoed. Welis
waar doet het Feijenoords volgelingen
nog immer pijn, wanneer Coentje in 'n
hard duel wat ruw terzijde wordt ge
schoven, maar een ruig uitgevallen
tackle woelt nu toch aanzienlijk min
der emotie los dan vroeger.
En Coen Moulijn (32), een kwieke,
zorgvuldig geklede zakenman met wel
levende manieren, realiseert zich dat
best. Toch kan hij doorgaans de slaap
uitstekend vatten.
Moulijn: „Ik houd niet vain persoons
verheerlijking. Ik heb ook altijd ge
probeerd me daar zo min mogelijk van
aan te trekken. Eerlijk gezegd heb ik
me weieens over sommige mensen ver
baasd. De manier waarop ze over me
praatten.... Zo overdreven, weet je wel.
Ik heb dat nooit helemaal begrepen.
Maar ik geloof, dat de mentaliteit
van het publiek aan het veranderen
is. Ze zijn niet meer zo romantisch.
Wanneer je morgen wordt verkocht,
zijn ze je overmorgen vergeten. Ik
word nu gewoon beschouwd als één
van de elf. En dat is wel zo gezond".
Die getemperde liefde voor het fe
nomeen Moulijn heeft vele oorzaken.
Een van de belangste is dat hij, ge
louterd door het leven zelf, in geen
enkel opzicht meer lijkt op het ner
veus dribbelende uitslovertje, dat ruim
dertien jaar geleden de Maas overstak
om bij Feijenoord zijn fortuin te gaan
zoeken.
De manier waarop hij toen een man
passeerde wekte in ëoge mate de
moordlust op in het hart van zijn di
recte tegenstander en alleen zijn ver
bluffende behendigheid heeft hem in
die dagen bewaard voor blijvend li
chamelijk letsel.
Dat provocerende speltype, waardoor
zolfs de wakkerste verdedigers soms
plotseling een enigszins klunzige in
druk maakten, appelleerde aan het sa
disme, dat in ons allen sluimert. En
men lachte in het Stadion Feijenoord
heel wat af met die dekselse Coentje.
„Toch", zo verzekert hij met klem,
„heb ik nog nooit van mijn leven be
wust geprobeerd iemand voor schut te
zetten. Ik weet, dat ik mijn tegenstan
der irriteerde en ik weet ook, dat som
mige mensen mij een nare speler von
den. Maar van enige opzet is nooit
sprake geweest".
Coen Moulijn, thans in eerste instan
tie voetballend om den brode, heeft
zich allang van die spectaculaire ac
ties gedistantieerd. De stormachtige
ontwikkeling, die het voetbal de laat
ste jaren heeft doorgemaakt is niet on
gemerkt aan hem voorbijgegaan. Zijn
spel is soberder geworden. Agressiever.
Veelzijddiger vooral.
Moulijn: Ik speel nu veel minder in
dividualistisch. En ik werk nu ook veel
harder. Vroeger kon ik op mijn ge
mak vijf minuten rusten wanneer we
niet n ide aanval waren, maar dat ne
men de anderen niet meer. Ik moet nu
ook verdedigen. Wanneer ik een bal
kwijtraak zal ik er net als ieder ander
achteraan moeten. Anders wordt er in
het veld wat van gezegd. En dat is
ook logisch. Kijk, een sliding zoals
Wim Jansen die kan maken zullen ze
van mij natuurlijk niet zo gauw zien.
Ik probeer het weieens hoor, maar
meestal lijkt het nergens op. Daar heb
ik nu eenmaal de lichaamsbouw niet
voor.
Maar ik kan wel storen en een te
genstander dwingen de bal af te spelen.
Het is in ieder geval lang geleden, dat
een wedstrijd mij geen zweetdruppels
kostte".
Coen Moulijn is voorspoedig meege
groeid met het Nederlandse betaalde
voetbal en men kan zich nauwelijks
voorstellen dat hij zo'n dertien jaar ge
leden ook buiten dienstverband gretig
achter de bal aanholde. Zelfs nadat
hij al bij Feijenoord was ingelijfd
voor de nu bespottelijke somma van
vijfentwintigduizend gulden, maakte hij
soms deel uit van het elftal van de
Bloklandstraat.
Of schitterde hij in het zeer hetero
gene team van het Nieuwe Kamp te
Hoek van Holland, wgar hij zijn kost
bare lijf en leden roekeloos blootstel
de aan de onstuimige acties van plaat
selijke landbouwers of aan de heftige
tackles van de aldaar gelegerde Britse
militairen.
Tot grote vreugde en hilariteit van
honderden Rotterdamse vakantiegan
ger. En tot diepe droefheid van Feije
noords hoofdschuddende bestuurderen.
Moulijn: „Dat kon toen allemaal nog.
Het betaalde voetbal stond in zijn kin
derschoenen. Wanneer ik nu vijf mi
nuten te laat op de training kom, krijg
ik een boete. Als ik denk aan het ri
sico, dat ik toen heb genomen, krijg
ik het nu nog benauwd. Maar ja, ik
was net achttien jaar en ik deed veel
te graag mee.
Ik moest het wel stiekum doen, want
mijn vader vond het niet zo geweldig.
Soms voelde hij nattigheid en dan
kwam hij kijken. En dan moest ik aan
de kant blijven. Hij heeft me ook een
paar keer uit het veld gehaald".
Het ging echter snel met het Neder
landse betaalde voetbal en het duurde
niet lang voor de makkers uit Rotter
dam-Noord letterlijk en figuurlijk over
de brug moesten komen wanneer ze
hun toffe buurtgenoot in actie wilden
zien.
Het ging ook snel met Coen Moulijn,
die al in het voorjaar van 1956 debu
teerde in het Nederlands elftal. Het was
het begin van een grillige carrière,
waarin triomfantelijke hoogtepunten
werden afgewisseld met onvoorspelba
re inzinkingen.
Moulijn: „Over die inzinkingen heb ik
erg vaak nagedacht. Volgens mij is het
een kwestie van mentaliteit. Dat moet
haast wel. Maar een afdoende verkla
ring heb ik er toch nooit voor kunnen
WEMELDINGE De rijkspolitie te water van de groep Wemeldinge is in twee
jaar tflds ongeveer 25 keert uitgevaren om ergens op de Zeeuwse stromen vermiste
boothengelaars, zeilers of wormenspitters te zoeken. Het laatste drama speelde zich
enkele weken geleden af. Een zeventig jaar oude inwoner van het Westbrabantse
Halsteren verdronk in De Eendracht naby Nieuw Vossemeer.
Hij was bij dichte mist de platen op
gegaan om pieren te steken. Enkele
dagen daarvoor vond een Belg de dood
op de Oosterschelde. De man was met
zijn vriend in een speedboot op vis
vangst gegaan. In de mist verdwaalde
het tweetal. Vlak na de redding stierf
een van hen door de kou.
Voor de rijkspolitiemensen in Wemel-
dingen en hun commandant, de ma
joor mr. A. P. Spaanderman in Vlis-
singen staat het vast: dit soort onge
lukken hoeft absoluut niet te gebeuren,
als men de veiligheidsnormen kent en
in acht neemt.
Opvallend is, dat sinds september vo
rig jaar negen mensen, die in Zeeland
met een boot het water opgingen om te
vissen of te zeilen, om het leven kwa
men. Het waren allemaal Belgen.
Op 14 september 1968 gaat een Gen
tenaar in een rubberbootje met buiten
boordmotor het Veerse Meer op. Het
bootje slaat om en de man, verdrinkt.
Enige tijd later op 3 november raken
drie Belgen in moeilijkheden bij Ril-
land-Bath. Hun boot slaat eveneens om.
De rijkspolitie vindt drie doden.
Op 14 december in hetzelfde jaar
waagt een Belgische sportvisser zich
in een klein plastic bootje de Ooster
schelde op. Op de gladde bodem van
het vaartuig glijdt hij plotseling uit,
slaat overboord en verdrinkt.
Op zondag 30 maart dit jaar het
gebeurde ligt nog vers in het geheu
gen trekt een 32 man sterke Belgi
sche jongerenvereniging in twaalf zeil
boten het Veerse Meer op. Vlak na het
vertrek was het weer nog prima, maar
later op de dag sloeg het om. Enkele
boten konden nog tijdig aan de wal ge
raken. De overige zeilers kwamen op
de plaat de Haringvreter terecht. Pas
in de loop van de nacht konden ze eraf
worden gehaald.
De volgende dag bleek echter, dat nog
drie knapen vermist waren. Op dins
dag 1 april worden twee lichamen ge
vonden. Het derde lijk kon pas een
maand later worden geborgen.
Het feit, dat vijf van de negen slacht
offers sportvissers waren, is voor de
Deltafederatie, waartoe zowel Neder
landse als Belgische sportvisserijorga-
nisaties behoren, voldoende reden om
zich er ernstig ongerust over te maken.
In de loop van januari wordt in Zee
land een bijeenkomst gehouden voor al
len, die op de een of andere wijze in
de watersport een verantwoordelijke
plaats innemen. Geprobeerd zal wor
den te komen tot een soort reglement
voor de kleine zeevaart.
De commissaris van de Koningin in
Zeeland, mr. J. van Aartsen, is door
majoor Spaanderman op de hoogte ge
bracht van de noodzaak dat op zeer
korte termijn maatregelen worden ge
nomen om verdere ongelukken te voor
komen.
De commissaris heeft vervolgens alle
burgemeesters in de Zeeuwse water
sportplaatsen ingelicht over de brief
van emajoor Spaandrman, die alvast de
aandacht vestigt op enkele belangrijke
richtlijnen:
1. Een open boot is ongeschikt voor de
Zeeuwse wateren;
2. Een boot moet over ten minste tien
pet. reservedrijfvermogen beschik
ken;
3. Aan boord moet men reddingboeien
en zwemvesten hebben;
4. De boot moet een opvallende kleur
hebben, het liefst oranje. Dit maakt
het zoeken bij vermissing aanzien
lijk eenvoudiger;
5. Een eenvoudige metalen radarreflec
tor op de boot is zeer gewenst;
6. Een zaklantaarn om de aandacht te
kunnen trekken, is absoluut noodzake
lijk.
Dc Amerikaanse grootmeester Arthur
Bisquier is cr in geslaagd zijn passieve
titel weer actief te maken. Hij behaal
de in het toernooi te San Juan (Puerto
Rico) een grootmeesterresultaat door
achter Petrosjan, maar tezamen met
Parma en Browne de gedeelde 2e tot
en met 4e plaats te bezetten met 10 uit
15.
Bisquier is de tweede Amerikaanse
grootmeester die er dit jaar in slaagde
de titel te activeren. De eerste was Fa
ther Lombardy, die in de eerste helft
van het jaar meedeed aan toernooien
te Wijk aan Zee, Zagreb en Monte
Carlo. Hieronder een partij van Bis
quier die een goed beeld geeft van zijn
ondernemende speelwijze.
Wit: BERRIOS. Zwart: BISQUIER
(San Juan 1969.) Spaanse opening.
1. e2—e4, e7-e5; 2. Pgl-f3, Pb8-c6;
3. Lfl—b5, a7—a6; 4. Lb5-a4, Pg8-f6.
5. 0-0, b7—b5; 6. La4rb3, Lc8-b7.
(Een zet die men vergeefs in de theo-
rieboeken zal zoeken. De zwartspeler
'heeft echter het systeem bestudeerd.)
7. d2 -d4, Pc6xd4 8. Pf3xd4. e5xd4 9.
e4-e5. (Na 9. Dxd4, c5 moet wit zich
op 10. De5| inlaten wil hij geen stuk
verliezen door c5—c4.)
9. Pf6-e4; 10. c2-c3, d4-d3.
(Het is niet onwaarschijnlijk dat zwart
zich ook zonder gewetensbezwaren
mag inlaten op 10. dxc3. De
tekstzet is echter zonder meer goed
omdat zwart de beschikking krijgt over
het loperpaar.)
11. Ddlxd3, Pe4-c5; 12. Dd3-g3,
Pc5xb3; 13. a2xb3, h7-h5! (Scherp en
goed zoals blijkt uit 14. Lg5, h4!; 15.
Dg4, Le7; 16. Lxe7, Dxe7; 17. Dxg7?,
0-0-0; 18. Df6, Tdg8! met geweldige
aanval.)
14 Tfl-dl, h5—h4; 15. Dg3-g4,
Dd8-e7; 16. Lcl-g5, De7-C6; 17.
Dg4-d4(?) (Hierna krijgt zwart een
snel in kracht toenemende aanval. Het
was daarom verstandiger geweest met
17. Dxc6f in het eindspel over te gaan
al dient erkend te worden dat zwart na
17.fxe6; 18. h3. Th5; 19. Lf4,
0—0—0 de beste kansen heeft.)
17 .h4-h3. (Nog sterker is 17.
Dc6! 18. Dg4, h3!)
18. Pbl—d2, De6—c6; 19. Pd2-e4!
(Deze zet is mogelijk omdat de zwarte
dame belast is met de dekking van
d7.)
19. Th8-h5; 20. f2~f4, d7-d5;
21. e5xd6 e.p.? (Onmiddellijk tot ver
lies leidt 21. Pf2, Lc5; 22. Dd2, d4!
Wit heeft hier echter een interessante
verdedigingsmogelijkheid, n.l. 21. b4ü
waarna 21.dxc4 niet gaat wegens
22. Dd8f! en mat.)
21. Lf8xd6; 22. Tdl-el, Ke8-f8!
23. Tel-e2, Ta8 -e8; 24. Tal-el.
De opgave van de week: hoe won de
zwartspeler vanuit de diagramstelling?
De oplossing komt in de volgende ru
briek.
OPLOSSING
Wit (Lewi): Khl. De4, Tdl en fl, Pe6,
pionnen g2 en h3.
BISQUIER
BERRIOS
Zwart (Feller): Kg8, Da2, TÏ7, TM,
Lf6, pionnen c5, g7, h6.
Wit won als volgt: 33. TflxflS! Tf7xf6;
34. Tdi—d8|, Kg8-f7; 35. Pe6-g5tL
h6xg5; 36. De4—e8 mat
vinden. Ik kan me voor een wedstrijd
wel ergeren aan bepaalde dingen. Heel
kinderachtige dingen soms. Dan word
ik een beetje kribbig, weet je wel, en
dat merk ik dan meteen aan mijn spel.
Ja, ik vind het zelf wel een beetje over
dreven klinken, maar ik geloof, dat ik
op dat punt eigenlijk nogal gevoelig
ben".
Hoewel Coen Moulijn zich in de loop
der jaren heeft ontwikkeld tot een van
de vriendelijkste vedetten in het vader
landse sportgebeuren en hij zich goedig
in de zij laat porren door iedereen die
één keer aan hem is voorgesteld, is hij
toch nogal in zichzelf gekeerd. „Ik uit
me niet zo gemakkelijk", vindt hij zelf
ook wel. „Misschien ben ik een beetje
stug. Soms probeer ik weieens met ie
mand contact te krijgen en dan lukt me
dat gewoon niet. Ik kan ook moeilijk
met anderen praten over problemen,
die me bezighouden. Dat is een slechte
eigenschap. Je moet niet altijd alles
alleen willen verwerken".
Maar toen Feijenoord zonder hem
aan de vorige competitie begon, zweeg
Coen Moulijn in alle talen over de twij
fel, die hij toen moet hebben gevoeld.
De twijfel, die elke topvoetballer kent
wanneer hij in de herfst van zijn car
rière wordt gconfronteerd met een in
zinking.
Coen Moulijn moet zich toen hebben
afgevraagd of hij zich met zijn geringe
fysiek nog wel zou kunnen handhaven
in een sport waarin steeds onbarmhar
tiger op elkaar werd ingehakt. En of
hij, Coen Moulijn, de klassieke buiten
speler, de defensieve taak die hem nu
op de smalle schouders werd gelegd,
wel behoorlijk zou kunnen uitvoeren.
Twijfels, die in de hand werden ge
werkt door zijn naaste omgeving, waar
in steeds vaker over hem werd gespro
ken in de verleden tijd. Moulijn: „Ik
kon het aan alles merken. Ik voelde dat
de mensen dachten, dat het afgelopen
was met me".
Iedereen kan natuurlijk weieens uit
vorm raken, maar wanneer je dan al
over de dertig bent, zeggen ze: hij is
versleten. Daar moet je je tegen wape
nen. Ik ben in de loop der jaren men
taal veel harder geworden en ik wilde
iedereen laten zien, dat mijn tijd nog
lang niet voorbij was".
En zoals zo vaak keerde Coen Mou
lijn terug. Sterker dan ooit zelfs. Die
linksbuitenplaats is hem lief en hij zal
tot zijn laatste snik vechten om die
plaats te behouden.
Moulijn: „Ik moet er nu veel meer
voor doen dan vroeger. Niet alleen om
dat ik ouder ben geworden, maar ook
omdat het voetbal zo verschrikkelijk is
veranderd. Je moet rekenen, dat ik niet
zo erg sterk ben.
Ik heb geprobeerd me zo goed moge
lijk aan te passen en ik geloof, dat dat
aardig is gelukt. Alleen zou ik in het
veld nog wel harder willen zijn. Ik heb
geprobeerd me aan te leren een overtre
ding te maken wanneer dat nodig is,
maar het lukt me niet. Dat hele agres
sieve zit gewoon niet in me".
Coen Moulijn werkt als een paard om
de aansluiting die hij op indrukwekken
de wijze tot stand heeft gebracht te be
houden. Maar niet met een voortduren
de angst voor 't einde. Want Coen Mou
lijn traint en voetbalt in de wetenschap,
dat hij straks een min of meer onbe
zochte toekomst tegemoet gaat. En dat
is een uiterst geruststellende gedachte.
Moulijn: „Voor 'n profvoetballer zijn
de mogelijkheden na afloop van zijn
de mogelijkheden na afloop van zijn
carrière gering. Zeker zoals het nu
gaat. Een zaak zoals ik die heb zou
je onder de huidige omstandigheden
niet kunnen opzetten. Daar heb je ge
woon geen tijd voor. De mensen heb
ben weieens kritiek op een jongen als
Johan Cruyff. Dat hij zo zakelijk Is.
Maar Cruyff moet nu zorgen voor la
ter. Daarom heeft hij het recht om zo
te zijn".
Ook de maatschappelijke carrière van
de toneelminnende Coen Moulijn mag
geslaagd worden genoemd. Bouwend
aan een image van excellente mode
voor zijn herenkledingzaak, waarvoor
hij persoonlijk de beurzen in Parijs,
Keulen en Milaan afsjouwt, heeft hij
niet in eerste instantie gemikt op het
publiek, dat hij nu nog vermag te ont
roeren met een peels een-tweetje.
Hij heeft zijn klinkende naam niet al
te nadrukkelijk willen verbinden met
zijn tweede beroep, omdat Coen Mou
lijn heeft geleerd dat namen gauw ver
geten zijn. Het stemt hem derhalve In
nig tevreden, dat hij soms ook mensen
in het pak steekt, die zelfs nog nooit
van hem hebben gehoord.
Het zit dus wel snor met Coentje, de
kleine tovenaar.
Over transfers: „Ik moet 5
5 lachen als ik bedenk, dat 5
5 Sparta mij destijds te
duur vond. Een topvoet-
5 balier mag best goed
5 verdienen, maar de be- 5
dragen, die voor sommi- 5
g ge spelers worden be-
taald zijn absurd".
J Over Het Lied: „Als een
J vol stadion Hand in
S Hand Kameraden zingt
S vind ik dat wel iradrv.k-
5 wekkend, maar ik krijg
5 er beslist geen brok van
5 in mijn keel".
Over zyn zoon: „Sinds hij J
S op school zit is hij mij 5
S wat meer gaan waarde- 5
J ren, want jongens uit 5
5 hogere klassen vragen 5
5 wel eens een handteke- 5
5 ning. Maar hij vindt 5
5 Kindvall en Geels be- 5
5 ter, want die maken ten-
S minste goals".
s
Schitterend heeft Ton Sybrands zijn
Europese titel geprolongeerd. Kon
men vorig jaar nog twijfelend horen
mompelen, dat "De Russen" er niet
waren, dit jaar waren zij er wél en
Tons voorsprong bedroeg liefst drie
punten op wereldkampioen Andreiko
cn de Zwitser Kuyken. Slechts twee re
mises behoefde hij toe te staan: tegen
de wereldtitelhouder en de ex-wereld
kampioen Koeperman!
Een duidelijk bewijs, dat de jonge
Amsterdammer op het punt staat door
te breken naar een krachtmeting om
de hoogste titel, waarin hij, verkerend
in zijn huidige vorm, zeker een uitste
kende kans zou maken. Hieronder zijn
prachtige partij in de derde ronde:
Wit: C. Varkevisser; Zwart: T. Sy
brands; Rome, 2 dec. 1969.
1. 33-28 20-24; 2. 39-33 14-20; 3.
44-39 10-14; 4. 31-27 5—10; 5.
37-31 20-25; 6. 41-37 15-20; 7.
27-22 18X27; 8. 31x22. Leidt de
"Utrecht-aanval" in, die altijd de
hoogste eisen stelt aan de strategische
en tactische kunde der spelers.
8.10—15; 9. 34—29 Zeer energiek;
916-21; 10. 40-34 24-30; 11.
35x24 19X30; 12. 46-41 14-19; 13.
36-31 19-24!? Dit systeem voert tot
een gedwongen witte agressie, waarin
zwart speculeert op gebrek aan ruimte
voor wit, waardoor de beide vleugels
als "tang" gaan werken.
14. 45-50 21-26; 15. 40-35 17-21;
16. 31-27 11-16; Ook wit trekt de ui
terste consequentie. Na 22—17
(11x22) 28x17 blijft het spel over
zichtelijker.
17. 41—36 6—11: 18. 49-44 12-17; 19.
37-31 Zoekt direct de zo nodige
"ruimte". De studeerkamer zal moeten
uitmaken, of wit hier met 36—31 moet
vertrouwen op de kracht van zijn cen
trum.
1926X37; 20. 42x31 21-26; 21.
47-42 26X37; 22. 42x31 7-12; 23.
44 40. Tegen de dreigende kettingstel
ling door (12-18) moet wit wel iets
doen.
23. 1.-6; 24. 48-42 12-18 25.
29—23 gedwongen. 2518x29; 26.
34x23 9-14; 27. 42-37 Met 50-44
kon wit zwarts volgende zet tegen
gaan b.v. (14-19) 23x14 (20x9)
33-29 (24x33) 35x24 (8-12) 33x24
(12-18!) met de dubbele dreiging
(16-21) en (18-23)
27. 14-19; 28. 23X 14 20x9;
(zie diagram)
Nog steeds bevindt zich het witte aan-
valsblok in de greep van zwarts omsin
gelende vleugels. Hoewel zeer gevaar
lijk, moet wit hier "doorstoten" met
22—18. Na wits voortzetting: 29.
40-34 volgt echter: 2913-19!
Hiermee is de volkomen onbeweeglijk
heid van wits aanvalsformatie een feit.
30. 50-45 8-12; 31. 34-29 9-13; 32.
29X20 15X24; 33. 45-40 4-9; 34.
31—26 Dit voert tot partij verlies.
Aan onze lezers ditmaal de (moeilijke!)
opgave: Hoe zou het spel verlopen zijn
na 34/40-34?
3424-29!; 35. 35x24 Gedwongen,
want na 33X24 volgt (19—23!) 28x8
(17x28!) en wit ontkomt niet aan het
vernietigende 11X 44).
35. 20X29; 36. 40-34 de enige!
20-24; 37. 37-31 2-8; 38. 22-18 Op
34-29 zou, net als op de vorige zet ge
volgd zijn: (25-30) 29X20 (30-34)
39 X 30 19-23) 28 X 19 (17 X 48)
Na het schijfoffer maakt Sybrands er
ook snel een eind aan: 38. 12X23;
39. 27-21 16 x 27; 40. 32x12 8x17;
41. 38-32 3-8; 42. 31-27 8-12; 43.
27-22 24-29; 44. 33X24 19x30; 45.
28x8 17X37; 46. 8X17 11x22; 47.
43-38 22-27; 48. 34-29 9-13; 49.
39-33 30-35; 50. 29-23 35-40; 51.
33—29 40-44; en wit gaf op!
OPLOSSING
Wit (dn. J. Bus): 27, 28, 32, 37, 38, 41.
44,45, 48. 49 (10 st.)
Zwart (Van Heerde): 6, 8, 9, 13, 15,
16, 18, 20, 26, 30 (10 st.)
Wit won fraai een stuk door 27-21!
(16x27 gedw. anders volgt direct
28-22) 32X21 (26X17) 28-23
(18X29) 38-33 (29x38) 49-43
(38X40) 45x21! Ook het nog vol
gende eindspel won wit bekwaam!
Het probleem dat ik u vorige keer stel
de, zag er als volgt uit: N-Z waren
kwetsbaar en hadden de beschikking
over
«9863
c V 9 4 2
Zonder dat de tegenpartij zich geroerd
had, belandde zuid in 5 SCH. West
startte met schoppen 2, op tafel werd
de 3 gelegd en bij oost verscheen dc
vrouw, die door zuid met het aas werd
genomen. De vraag was nu: "Hoe
zoudt u dit contract verder gaan spe
len?"
Bij het verder spelen moet u er na
tuurlijk eerst over gaan nadenken
waar u de benodigde 11 slagen van
daan gaat halen. De klaversnit en ver
der een harten-ruiten-crossruff is geen
mogelijkheid, want dat zou u slechts
10 slagen (2 klavers, 1 harten en 7
troeven) opleveren. U zult dus een be
tere bron moeten aanboren en die be
tere bron is de ruitenkleur. U gaat de
ruitens vrij spelen, maar u doet dat
niet zuiver door troeven, want dat plan
zou waarschijnlijk tot schipbreuk lij
den gedoemd zijn. U speelt ruiten 9
voor en als er links geen hogere ver
schijnt, dan gooit u op tafel een har
tentje weg.
Bij uw ruiten 9 komt van west de 3 en
u speelt dus harten 2 van tafel; oost
neemt het aas en speelt troef 4 na. U
neemt troef heer en west speelt de 7.
bij. Nu speelt u ruiten 8, west legt de
10 en n troeft op tafel, oost speelt rui
ten 2 bij. U gaat terug naar de hand
met harten aas en speelt n« ruiten
vrouw voor, west legt de 5 en op tafel
verdwijnt harten 4, oost produceert
ruiten 4. Het succes lacht u toe. U
speelt weer ruiten uit de hand, west
komt nu natuurlijk met de heer op de
proppen en u troeft met de nog over
gebleven schoppen 9 op tafeL Het
blijkt dat de laatste troef van de te
genpartij, de 10, niet bij oost zit, want
hij troeft niet over, maar gooit harten
6 weg. U speelt nu een harten van ta
fel en troeft met schoppen 5 in de
hand. Schoppen boer rekent met wests
laatste troef af en daarna incasseert u
uw vrije ruitens. Klaver aas op tafel
zorgt voor de 11de slag. Het zou nu
niet goed meer zijn de klaversnit nog
te nemen, want als oost klaver heer sec
heeft'gezet en daarnaast nog een har
tentje zou hebben vastgehouden, dan
gaat u door het snijden van de klaver
down in een contract dat zich toch ai
zeer voorspoedig heeft ontwikkeld.
De gehele kaartverdeling was:
«9863
o V9 42
1072
o H B 8 5
H 10 5 3
H 6
Om de aangegeven speelwijze te doen
slagen zullen de troeven rond moeten
zitten, maar als dat niet het geval zou
zijn, is dit 5 SCH contract al bij voor
baat ten dode opgeschreven. Het spe
len op de ruitens heeft verder als voor
waarde voor succes dat hetzij twee van
de drie ruiten honneurs bij west zitten,
hetzij één ruiten honneur met klaver
heer bij west zit, dus alles bij elkaar
een voorwaarde die vaak vervuld zal
zijn.
Als o van plan bent dit contract op de
klavers te spelen, dan kunt u alleen
succes hebben, als het u lukt 5 slagen
uit die kleur te halen en de kans daar
op is toch wel erg klein. De speelwijze
via de ruitenkleur had bij het gegeven
zitsel zelfs tot 12 slagen geleid als de-
klaversnit ook nog zou zijn genomen,
maar daarmee zou de leider een onno
dig downrisico hebben gelopen.
Aan de andere tafel ging het biedver-
loop op dit spel:
■noord oost zuid
pas I RU 1 SCH!
pas pas pas
Dit 1 SCH c.ontract ging 4 down, maar
je kunt niet kwetsbaar wel een enkel
downtje verdragen, als de tegenpartij
een kwetsbare manche kan maken.
West had een zeer gelukkig moment
uitgezocht voor zijn psychologische
volgbod, dal door geen van de tegen
standers ontmaskerd kon worden.
Het nieuwe probleem heb ik uit iets
minder hoge bridgeregionen. In een
viertallenwedstrijd in de districtshoofd
klasse waren Ó-W kwetsbaar, toen
zuid het volgende spel opraapte:
1052
o7
«AHB4
A H 9 8 5
Het niet problematische deel van het
biedverloop ging als volgt:
noord
2 KL
5 KL
oost zuid west
1 KL pas
2 SCH 3 KL 3 SCH
5 SCH
Mijn vraag aan u is: "Wat zoudt nu
doen met dit spel?"
Het ski-seizoen is weer aangebro
ken en ook dit jaar zal het aantal
Nederlanders, dat zich naar de sneeuw-
gebieden begeeft om zich op de lange
latten te vermaken wel weer groter
zijn dan een jaar geleden. In de Zuid-
duitse ski-gebieden is het bezoek in
tien jaar met 50 procent toegenomen
en een evenredig deel van die min
naars van de sneeuw zullen wel land
genoten geweest zijn. Er is echter nog
een ander veelzeggend cijfer vastge
legd in de statistieken van de Münche-
ner universiteitskliniek, waaraan dit
cijfer is ontleend: het aanta! ongeval
len bij het skiën nam in hetzelfde tijds
gewricht met 230 procent toe. Van het
totaal aantal ongevallen bij sportbeoefe
ning in de Bondsrepubliek maken on
gelukken bij het skiën niet minder dan
31 procent uit.
Pradoxaal gesproken is deze toena
me van het aantal ongelukken op de
piste of het oef en veld gedeeltelijk een
gevolg van de verbetering van het ma
teriaal: er is aan ski's veel gedokterd
sedert de vertrouwde houten glijlat-
ten buiten gebruik zijn geraakt, maar
dat heeft het skiën ook veel gecompli
ceerder gemaakt. Stellig is ook het
feit, dat zich onder de toegenomen be
volking van de skihotels veel nieuwe
lingen bevinden, die zonder behoorlijke
voorbereiding en conditie op de lange
latten gaan, ook een rede voor de toe
name van het aantal gebroken benen
enzovoorts tot het recordaantal van
20.000 gipsverbanden per week in het
skiseizoen in Zuid-Duitsland alleem. De
overmoed van vele wintersportbeoefe
naars wordt nog in de hand gewerkt
door de toenemende aanwezigheid van
ski-liften. Daar men zich zonder moei
te naar boven kan begeven, brengen
zij velen in de verleiding omiddellijk
te starten met een vaak moeilijke af
daling, waartegen zij door gebrek aan
conditie en geoefendheid niet zijn op
gewassen.
HORIZONTAAL:
1. plaats in Zuid-Holland
6. plaats in Zuid-Holland
12. zonder uitzondering
14. bergplaats
15. rivier in Afrika
17. afhangend velletje
19. jonge militair
20. ontkenning
21. deel van de wereld
22. tijdperk
23. kledingstuk
25. meisjesnaam
26. zandhoop
28. maat
29. fout
30. titel
31. voedsel
34. ligplaats
37. plattelandsvrouw
38. warm gemaakt
40. nauw
42. jongensnaam
44. voorzetsel
45. ogenblik
47. waterloop
48. gewicht
50. op de manier van
51. plaats in Gelderland
53. toiletartikel
55. soort loop
56. drank
58. eiland in de Midd. Zee
60. deel van het gelaat
61. twist
63. derhalve
66. vogel
1vragend vrnwrd
2. vloeistof
3. vistuig
4. zoogdier
5. noot
7. noot
8. groente
9. vrucht
10. buis
11. klasse van elementen
13. deel van Europa
16. rechtstuk
17. grondsoort
67. dal in Duitsland
68. slachtoffer
VERTICAAL
18. snoer
19. maat
24. te berde brengen
27. periode uit ver verleden
31. kledingstuk
32. tijdperk
33. vogel
34. elasticiteit
35. hulde
36. vraag
39 haperen
41deel van Europa
43. vertrouwd geraakte
45. soort poeder
46. weg
48. Griekse letter
49. bevel
51pers. vrnwrd.
52. plaats in Drenthe
54. voertuig
57. stuk touw
59. bewaarplaats
62. nieuw (Gr.)
64. noot
65. uitroep
VERTICAAL:
1. mollen; 2. netjes; 3. evennaaste; 5.
orakelen; 6. vertaald; 7. gelatine; 12.
ossestaart; 14. abstract; 15. spotters;
16. maal; 18. kosten: 19. duinen; 20.
ergens; 24. toe.
OPLOSSING
HORIZONTAAL:
1. mensapen; 4. oorvijg; 8. loterijen; 9.
katrol; 10. eveneens; 11. belast; 13.
aanstellen; 17. bijplaatsen; 21. titels;
22. strovuur; 23. agente; 25. kastanje;
26. tasjes; 27. eter, 28. Nes.