MR W. t. GEERTSEMA:
A PA R THFin IS VAAK
GRIEZFJJG. STUITEND
VVD weet nu meer over Zuid-Afrika
ALLE
BEETJES
HELPEN
MEER BEWIJS VOOR THEORIE
DAT ZUIDPOOL EN AFRIKA
ÉÉN GEHEEL ZIJN GEWEEST
lil
fff I
,Hoj der Zotheid'
naam landelijk
carnavalsmuseum
Royal Navy
rumloos
Belangrijke resten
van prehistorische
Lystrosaurus gevonden
rf - i
PP
1 «sr j
Appels zijn
er niet alleen
om te eten
Merkwaardige
kerstviering
SMAL
GEEN SUCCES
TWEE KANTEN
STUITEND
NIET ALLES
y
GREAT KARROO
TEKENEN
MAGNETISME
UITGEDIJD
mm
INITIATIEF
Mr. W. J. Geertsema is lid
van de Tweede Kamer
voor de VVD sinds maart
1959. In dat jaar werd hij
ook burgemeester van
Wassenaar na eerst burge
meester van het Groninger
Warffum en hoofd van de
afdeling A legemene Zaken
van het ministerie van Bin
nenlandse Zaken te zijn ge
weest. Hij studeerde rech
ten in Leiden. Sinds kort
is hij fractievoorzitter van
de VVD in de Tweede Ka
mer, in welke functie hij
mr. E. H. Toxopeus op
volgde.
DEN HAAG Precies drie weken is mr. W. J. Geertsema, burgemeester van
Wassenaar en sinds kort fractievoorzitter van de WD in de Tweede Kamer, in
Zuid-Afrika geweest. Hij ging op uitnodiging van de Zuidafrikaanse regering
en in gezelschap van zijn echtgenote voor wie een apart programma was opge
steld, dat nog niet is afgesloten.
Vermoeid is hij teruggekomen, volgetankt met nieuwe indrukken en beladen
met een forse stapel aantekeningen die, uitgewerkt, hun weg moeten vinden in
liberale kringen. Het was duidelijk geen snoepreisje maar een werkbezoek dat
weinig vrije tijd overliet.
„Ik juich het toe dat de Zuidafrikaan
se regering aan groepen Bantoes zelf
standigheid wil geven, maar de angst
slaat me om het hart als ik denk aan de
termijn waarbinnen die zelfstandigheid
tot stand moet komen", zegt hij in zijn
werkkamer op het Haagse Binnenhof.
Zuid-Afrika wil aan acht verschillen
de etnische groepen Bantoes, elk met
een eigen taal, een gebied toewijzen als
onafhankelijke staat op Zuidafrikaans
grondgebied.
„Acht staten dus met een eigen poli
tieke vrijheid, een eigen parlement en
eigen partijen en zo mogelijk ook met
een eigen economische ontwikkeling en
bloei. Er wordt echter niet in termijnen
gedacht, zodat ongeduld kan ontstaan".
„In gesprekken met de oppositie heb
ik niet de indruk gekregen dat naar ge
weld wordt gestreefd, om die onafhan
kelijkheid te krijgen. Maar uitgesloten
is het niet dat ontploffingen zich zullen
gaan voordoen", legt de V.V.D.-politi-
cus uit.
Hij vindt de economische basis erg
smal en slechts moeizaam te verbreden.
Voorlopig zullen die staten een dusda
nige financiële steun moeten krijgen
dat de politieke onafhankelijkheid ge
makkelijk in het gedrang komt.
Het systeem van acht „thuislanden"
noemt de heer Geertsema „de grote
apartheid", een term die ook in Zuid-
Afrika wordt gehanteerd. Het gaat om
ten minste dertien miljoen Bantoes, die
al dan niet met vreugde naar de ge
boortegrond van hun voorouders moe
ten terugkeren.
Nog moeilijker heeft Zuid-Afrika het
met de ongeveer twee miljoen kleurlin
gen en de ruim een half miljoen Indiërs.
Voor hen geen thuisland en dus ook geen
politieke vinger in de pap.
„Jarenlang heeft de regering gepro
beerd de Indiërs het land uit te krijgen.
Veel succes heeft dat niet opgeleverd.
Ok met een vrij vervoer naar huis, waar
ren ze het land niet uit te krijgen", ver
telt de heer Geertsema.
Een ander probleem zijn de Bantoes
die rondom de grote steden wonen en er
niets voor voelen naar een thuisland te
verhuizen.
„Die mensen wonen al generaties in
de buurt van een stad en zijn er mee
vergroeid. Ze willen niet verhuizen. In
tegendeel, ze willen politieke inspraak
in de staat waarin ze leven en dat is
iets wat de Zuidafrikanen dwars zit".
„Ik geloof dat er geen ontkomen aan
is, alhoewel het systeem van „één man
één stem" het andere uiterste is. Een
gekwalificeerd stemrecht door een edu
catieve norm te stellen, zou een aardige
tussenvorm zijn", meent de liberale
fractievoorzitter in de Tweede Kamer.
Hij vindt dat de Bantoe-arbeiders een
heel andere plaats in de Zuidafrikaanse
samenleving hebben als b.v. de buiten
landse arbeiders in Nederland. Die men
ging heeft hij ook bij zijn gastheren
verkondigd, maar daar vond hij geen
weerklank.
Griezelig vindt hij de zogenaamde
„kleine apartheid", die blijkt uit aparte
liften, ingangen, parkbanken en derge
lijke voor blanken en niet- blanken.
„Zoiets is onaanvaardbaar voor Neder
landers en ook voor mij", zegt de heer
Geertsema. In de drie weken verblijf is
hij er zeker niet aan gewend.
Het is overigens een discriminatie die
naar twee kanten werkt. „Ik heb eens
in een hotel geslapen voor blanken dat
aanzienlijk slechter was dan een voor
niet- blanken. Dat was veel beter en
comfortabeler ingericht, heb ik ge
merkt".
„Die kleine apartheid komt tot uit
drukking in de werksituatie, die zeer
discriminerend is. Niet- blanken hebben
een stakingsverbod, mogen geen lid
worden van een vakvereniging en kun
nen bepaalde functies niet vervullen.
Dat laatste betekent natuurlijk goede
functies alleen voor blanken".
De heer Geertsema gelooft dat de re
gering niet gemakkelijk van deze dis
criminerende maatregelen kan afkomen
door de sterke tegendruk van de blanke
bevolking. „Het is nauwelijks een ra
cistische theorie die hierin meespeelt
maar de gedachte aan lijfelijk zelfbe
houd en een denken aan our way of
life (onze levensstijl)", is zijn samen
vatting.
Stuitend heeft hij de locatievorming
gevonden van niet- blanken rondom de
steden. „De Bantoes willen best bij el
kaar wonen. De intellectuelen onder hen
hebben echter te weinig contact met
andersdenkenden en bovendien hangt
steeds een verhuizing boven het hoofd.
Als een blank stadsdeel zich uitbreidt,
moet de Bantoe- locatie zonder meer
vijftig kilometer verhuizen enen dat is
zonder meer dep kwtsend".
Het VVD-lid heeft tijdens zijn bezoek
van drie weken met iedereen kunnen
spreken. „Het programma was door de
Zuidafrikaanse regering samengesteld
na overleg met mijn vrouw en mij.
Aanvullingen en wijzigingen waren mo
gelijk".
„Ik sprak met de oppositie en met wie
ik maar wilde. Dat ik geen gesprek had
met het hoofd van de staatspolitie, ge
neraal Van den Berg, kwam door zijn
ziekte. Een gesprek met de leidster van
een kleine progressieve partij, mevrouw
Helen Sasudan, mislukte doordat zij
voortdurend op tournee was", besluit
hij.
Zijn aantekeningen worden thans uit
gewerkt. De VVD weet nu meer over
Zuid-Afrika. Niet alles.
LONDEN De Britse Koninklijke
Marine heeft een besluit genomen dat
hard zal aankomen: met ingang van 1
augustus 1970 zullen de leden van de
bemanningen niet meer hun dagelijkse
glaasje rum krijgen. Deze gewoonte
dateert van 1740.
De Britse marine kost het dagelijkse
neutje rum 85.000 pond (204.000 dollar)
per jaar. Men vindt dat dit geld wel
beter kan worden gebruikt.
Daarbij komt nog dat de matroos
niet meer zo'n behoefte als vroeger
aan een slokje „bloed van Nelson"
heeft. Vroeger, toen men nog met zeil
schepen voer en de mannen vaak bui
ten moesten werken in de ijzige kou,
was het rantsoen rum nu en dan inder
daad van levensbelang.
De rum van de marine, die speciaal
voor de vloot wordt gemaakt, is een
bijzonder krachtig spul dat door de ho-
geren van rang, alles is traditie, met
één slok naar binnen mag worden ge
werkt, terwijl de legerplaatsen de
drank met water mogen aanlengen; wat
voor iedereen evenwel verboden is, is
de slokjes te bewaren voor een volgen
de keer.
Naast de Osdorpweg in Amster
dam staat een woonwagen met een
daktuin erop. Eigenaar Hans de
Ree heeft zijn rijdend verblijf niet
een decent, aan de omgeving aan
gepast kleurtje heeft gegeven, maar
alles in het werk gesteld om zijn
woondoos op te laten vallen.
De Ree blijkt een fervent tegen
stander te zijn van lucht-, milieu-,
water- en andere vieze verontreini
gingen. Hij heeft zijn daktuin inge
richt ter vergroting van het aantal
vierkante meters groen in de hoofd
stad. Alle beetjes helpen tenslotte.
De daktuin bestond overigens al
voordat provo-raadslid Roel van
Duyn in de gemeenteraad voorstel
de bloempjes en plantjes op de
autodaken te poten.
x-x.x;
BB
Het staat nu wel vast dat het zuid
poolgebied, het vasteland Antarctica,
miljoenen jaren geleden een geheel
heeft gevormd met Afrika en andere
vastelanden op het zuidelijk halfrond.
Dit is de stellige mening van sommi
ge wetenschappelijke onderzoekers die
zich bezig houden met de bestudering
van de vroege geschiedenis van de aar
de.
Deze mening is versterkt door een
zeer belangrijke vondst in het Zuid
poolgebied: een fossiele (versteende)
Lystrosaurus. De Lystrosaurus, een rep
tiel dat van kop tot staart ongeveer
ééneneenkwart meter lang was, leefde
in het geologische tijdperk, Trias, on
geveer tweehonderd miljoen jaren ge
leden, in het zuiden van Afrika.
Versteende Lystrosaurussen zijn eer
der aangetroffen op 's werelds grootste
„kerkhof" van voorwereldlijke dieren,
Cs Great Karroo, op ongeveer 500 kilo
meter ten oosten van Kaapstad. In dat
gebied zijn in onvoorstelbare grote
aantallen de versteende resten gevon
den van meer dan twaalfhonderd soor
ten reptielen. Volgens sommige schat
tingen zijn er in de oertijd van het
leven op aarde alleen al in dat gebied
achthonderd miljard reptielen aan hun
einde gekomen en versteend.
Een Amerikaanse geoloog, dr. Law
rence Gould, die dezer dagen de vondst
van een fossiele (versteende) Lystro
saurus in het Zuidpoolgebied bekend
maakte, gelooft dat daarmee onomsto
telijk is komen vast te staan dat de
zuidelijke continenten (vastelanden)
eens aan elkaar verbonden zijn ge
weest. En ook dat het Zuidpoolgebied
daarvan toen deel uitmaakte. Die con
tinenten moesten dus na de tijd waarin
de Lystrosaurus en vele andere voor
wereldlijke reptielen leefden in de loop
van tientallen miljoenen jaren van el
kaar zijn weggedreven. In dat geval
is de theorie van het van elkaar af
drijven van de continenten eigenlijk
bewezen.
Die theorie is al heel oud. De Duit
ser Alfred L Wegener gaf deze theorie
in het begin van deze eeuw een we
tenschappelijke grondslag. Sedert de
eerste publikaties daarover van Wege
ner is er tot voor kort een felle strijd
geweest tussen voorstanders en tegen
standers ervan.
Volgens Wegener zouden ongeveer
tweehonderd miljoen jaren geleden al
le landmassa's op aarde een geheel
hebben gevormd. Wegener noemde dat
supercontinent Pangaea. Wetenschappe
lijke onderzoekers die verder waren
gaan speuren in de richting welke We
gener had gewezen helden later over
naar de mening dat er oorspronkelijk
twee grote landmassa's op aarde wa
ren geweest, een supercontinent op het
noordelijke halfrond en een op het zui
delijke halfrond. Het noordelijke noem
den zij Laurasia, het zuidelijke Gond-
wanaland.
De eerste tekenen die er op wezen
dat Gondwanaland werkelijk kon heb
ben bestaan vonden geologen in de zui
delijke delen van Zuid-Amerika, Afrika,
Australië, India en in Madagascar en
op het zuidpoolgebied. De tekenen wa
ren zegeheten tillietlagen die in de bo
dem voorkwamen in steenkoollagen.
Overal in de tillietlagen vond men
de aanwijzing dat zij waren ontstaan
in dezelfde ijstijd.
Bovendien kwamen overal in de
steenkoollagen de versteende resten
voor van twee voorhistorische varen
soorten, Glossopteris en Gangamopte-
ris. Die fossiele varens zijn gevonden
in Argentinië, Brazilië, op de Falk-
landeilanden, in Zuid-Afrika op twee
plaatsen in het Zuidpoolgebied, in India
en in het oosten van Australië. Het is
ondenkbaar dat die twee plantensoor
ten op dezelfde wijze op verschillen
de, door de zee van elkaar gescheiden,
continenten, waren geëvolueerd.
De theorie van het uiteendrijven van
de continenten werd tussen 1920 en 1940
krachtig bestreden door geofysici
(aardnatuurkundigen) die meenden dat
de aardkost en de daaronder gelegen
aardmantel te vast waren om geweldi
ge bewegingen van continenten moge
lijk te maken. Een Nederlandse geo
fysicus, prof. dr. F. A. Vening Meinesz,
bracht dank zij de resultaten van zijn
beroemde zwaartekrachtmetingen op
de wereldzeeën aan het licht dat der
gelijke bewegingen wel mogelijk wa
ren.
Volgens prof. Vening Meinesz' theo
rie zouden reusachtige veranderingen in
de aardkost veroorzaakt kunnen wor
den door op- en neergaande stromin
gen in de aardmantel. Het onderzoek
in de laatste jaren van de bodem van
de Atlantische Oceaan, de Stille Oce
aan en de Indische Oceaan wijst steeds
meer in de richting van de juistheid
van die theorie. Men heeft namelijk
ontdekt dat de oceaanbodems in bewe
ging zijn door opstuwingen, uit het in
wendige van de aarde, die heel traag
voortgang vinden.
Andere aanwijzingen ten gunste van
de theorie van het uiteendrijven van
de continenten werden gevonden bij
het vergelijken van de ligging van
magnetische algen aan de oostkust van
Zuid-Amerika en de westkust van Afri
ka. Die lagen bleken precies aan el
kaar te passen. Verder stelden geolo
gen vast dat er zowel aan de oostkust
van Zuid-Amerika als aan de westkust
van Afrika rotsformaties in de bodem
aanwezig waren die in dezelfde geolo
gische periode moesten zijn ontstaan.
Het leed geen twijfel, meenden zij, dat
bijvoorbeeld het gebied rond Sao Luis
in het noordoosten van Brazilië mil
joenen of misschien zelfs miljarden ja
ren geleden vast had gezeten aan de
Afrikaanse westkust ter hoogte van de
huidige republiek Liberia.
Soortgelijke overeenkomsten in kust
gebieden werden toen het speurwerk
van degenen die geloofden in Gond
wanaland goed op gang was gekomen,
ook gevonden in Oost-Afrika, India,
Australië en op het Zuidpoolgebied.
Toen kon de legpuzzel van de conti
nenten worden voltooid. Uiteindelijk
bleek dat men niet moest proberen de
kustlijnen van de continenten aan el
kaar te passen, maar de lijnen van
duizend meter diepte op de continentale
platten. Zuid-Amerika, Afrika, India,
Australië en het Zuidpoolgebied pasten
toen prachtig in elkaar, vooral toen
men er Madagascar tussen had ge
voegd.
Er zijn tegenwoordig geologen die
aannemen dat Gondwanaland en het
noordelijke superoontinent, Laurasia,
eens van elkaar gescheiden zijn ge
weest door de Thetys-zee op het oos
telijke halfrond. De bodem van die zee
zou volgens hun theorie in de loop
der tijden zeer hoog zijn opgeduwd in
de aardkost tot bergketens die zich uit
strekken van de tegenwoordige Straat
van Gibraltar tot de kleine Soenda-
eilanden in Indonesië (ook Nieuw-
Guinea zou dus deel hebben uitge
maakt van Gondwanaland). Die theo
rie maakte de aanwezigheid op zeer gro
te hoogte in die bergketens van ver
steende zeedieren verklaarbaar.
Geheel in tegenstelling tot de theorie
van het uiteendrijven van de continen
ten is de theorie van een uitdijende
aarde die enkele jaren geleden in de
publiciteit werd gebracht door een Rus
sische geofysicus, prof. W. Beloessof.
Volgens prof. Beloessof zou het denk
baar zijn dat de aarde oorspronkelijk
veel kleiner is geweest dan thans en
dat toen de continenten de gehele aard
oppervlakte bedekten.
Door geweldige veranderingen in ons
zonnestelsel zou de aardkern sterk zijn
uitgedijd, waardoor de aardkorst sa
men met de daaronder gelegen aard
mantel op verschillende plaatsen was
opengespleten. In de steeds breder ge
worden scheuren daartussen zouden
daarna de zeeën en oceanen kunnen
zijn ontstaan.
Er zijn maar weinig aanhangers van
deze theorie, omdat de oorzaken van ee
sterke vergroting van de aarde onver
klaarbaar blijven. Dat laatste geeft ook
prof. Beloessof toe.
Niettemin blijft hij behoren tot de
geleidelijk kleiner worden de groep
wetenschapsmensen die de theorie van
het uiteendrijven van de continenten
blijven bestrijden. Hij gelooft dat wat
thans continenten zijn, best vroeger
zeeën of oceanen kunnen zijn ge
weest en omgekeerd. Bij dergelijke gi
gantische rijzingen en dalingen van de
aardkost zijn volgens hem misschien
hier en daar wat stukken continent
losgebroken. Maar wegdrijven van de
continenten, nee, daar gelooft hij niet
ia
rl
v rnjfc m
BREDA Tijdens een bijeenkomst
met vertegenwoordigers van carnavals-
organisaties uit verschillende provin
cies is besloten tot oprichting van een
landelijk carnavalsmuseum, dat de
naam zal krijgen ,,Hof der Zotheid"
De plaats van vestiging is Breda. Het
ligt in de bedoeling aldaar te gelegener
tijd een permanente expositie in te rich
ten en tegelijk mobiele tentoonstellin
gen te maken ten behoeve van carna
valssteden elders in het land of andere
gegadigden.
Het initiatief tot de oprichting is op
genomen door de stichting tot codifica
tie van de Nederlandse volksverhalen,
waarvan de directeur, Jac. Sinninghe,
voorlopig tevens zal optreden als con
servator van „Hof der Zotheid". Een
basis voor de collectie is gevormd door
enkele belangrijke giften en toezeg
gingen, waaronder de uitvoerige verza
meling van de heer Henri Overhoff te
Amsterdam.
Alle carnavalsgemeenten in Zuid- en
Noord-Nederland zullen worden uitge
nodigd een afgevaardigde te zenden
naar de te vormen contactgroep. Het
stichtingsbestuur zal in eerste opzet be
staan uit een vertegenwoordiger van
Noord-Limburg, een van Zuid-Limburg,
één van Oost-Brabant, één van West-
Brabant, één van de Stichting tot Codi
ficatie van de Nederlandse Volksver
halen, één van de Culturele Raad Bre
da en drie van de Baronie van Breda.
Op 23 februari zal te Breda een bijeen
komst worden gehouden om tot een de
finitieve samenstelling te komen van
het stichtingsbestuur en een contact
groep. Voor deze bijeenkomst zullen
vertegenwoordigers van 80 Nederland
se carnavalsverenigingen worden uit
genodigd. Ter financiering van een en
ander hoopt men geldelijke steun te
krijgen via gemeentebesturen, Anjer
fonds, VW's en de carnavalsverenigin
gen.
Het voorbereidende comité is voor
nemens begin 1971 voor het eerst naar
buiten te treden door middel van een
expositie. Gestreefd zal worden alle in
signes, kranten, grammofoonplaten en
andere attributen van het carnaval
1970 te verzamelen om zo op den duur
een compleet overizchl op te bouwen.
Als u zich het hoofd suf pijnigt om
een echt origineel cadeau te vinden,
moet u naar Londen gaan en er een
bezoek brengen aan de winkel van de
wereldberoemde pijpenmaker Dunhill.
U zult daar dan merkwaardige ge
drochtelijke figuurtjes aantreffen, die
bestaan uit een appel, waarin op
min of meer karikaturale w'jze een me-
selijk gelaat is uitgesneden, gemonteerd
op een grillig, vaak met de menselijke
gestalte min of meer overeenkomende
wortel. De appel is „echt"; hij wordt
zodanig geprepareerd dat hij houdbaar
blijft. Het geheel maakt een verrassen
de, vaak hoogst amusante, indruk.
Een merkwaardige Kerstviering heeft
elk jaar plaats rond een den, die zich
bevindt oin het bos van Humboldt, ten
noorden van San Francisco. Die den,
is volgens bosbouwkundigen tussen
2.000 en 2.500 jaar oud en dus getui
ge geweest van de gehele geschiedenis
der Christenheid. Elk jaar verzamelen
zich daar talrijke families uit de omtrek,
de beambten en werklieden van het bos
beheer en de hunnen, maar ook tal van
anderen uit de steden van California.
De boom wordt verlicht; aan zijn voet
wordt gezongen en gebeden. Er heerst
zulk een stemming rond de boom, dat
men deze Kerstviering wel mag beschou
wen als een der meest indrukwekkende
in de gehele Christelijke wereld.