O'
KOGELS TROFFEN
KENNEDY-DYNASTIE
y
NIEUWE
HART
KLOPT
NOG NIET
DE
Van koude oorlog naar gewapende
vrede
P het terrein van de hui-
tenlandse politiek hehben
zich de afgelopen tien
jaar opvallende wijzigin-
gen voorgedaan. De belangrijkste
winst hierbij lijkt de veranderde j
opvatting over de verdeling van de
tnacht in de wereld.
In het begin van de zestiger jaren E
leefde de wereld nog helemaal in de j|
ban van de koude oorlog. Van vreed- jf
zame coëxistentie, waarvoor Nïkita E
Kroestsjef zich later zou opwerpen,
was nog geen sprake.
De herinnering aan alle geleden ellende E
en het verlangen naar veiligheid spoorde =j
alle volken aan, soms onbewust, internatio-
nale concepties te aanvaarden, die een
blijvende vrede leken te waarborgen.
Maar de hoop, die na 1945 sterk leefde, e?
dat een internationale krachtsinspanning
nieuwe oorlogen zou kunnen voorkomen, =j
bleek ij del.
1
EEN derde wereldoorlog brak welis-
waar niet uit, maar het geweld was
allesbehalve uitgebannen. In de loop
van enkele jaren viel er dan ook een
snelle ontwaarding te constateren van de
beginselen, die noodzakelijk werden
geacht om de vrede te handhaven
Vrijwel alle overeenkomsten, die na de
Tweede Wereldoorlog werden onderte- ee
kend, werden na korte tijd door een of
meer partijen geschonden. Het staat wel ee
vast, dat de wereld vandaag met aanzien-
lijk minder militaire en politieke conflic-
ten opgescheept zou zitten, als men inder-
tijd alle gesloten akkoorden naar de letter
en de geest zou zijn nagekomen. ee
Dat gebeurde niet De Akkoorden van
Genève van 1954 over Indo-China werden
met voeten getreden; de afspraken over
een wapenstilstand in het Midden-Oosten j|
werden genegeerd; de verdragen tussen
de leden van het Pact van Warschau, die s
de onafhankelijkheid van elk der leden
waarborgden, bleken in de praktijk een ee
wassen neus.
De grote mogendheden, met name de fi
Verenigde Staten en de Sowjetunie, gin-
gen in geen van deze gevallen vrijuit. Zij s
waren medeverantwoordelijk. Door hun s=
militaire avonturen op kleine schaal en j|
hun diplomatieke manipulaties veroorzaak- s
ten ze in verscheidene delen van de we-
reld conflictsituaties, die een rechtstreekse
bedreiging vormden voor de wereldvrede.
OP grond van hun bijna onbeperkte j
politieke en militaire invloed meen- j|
den de grote mogendheden dergelijke
conflicten op kleine schaal in de hand te
kunnen houden. De praktijk heeft echter
geleerd, dat ze de ontwikkelingen, die ze ee
aanvankelijk zelf aanmoedigden, niet al-
tijd tot het einde toe konden bedwingen.
De gebeurtenissen in Congo, Hongarije,
Cuba, Tsjechoslowakije, Vietnam, Biafra
en het Midden-Oosten bewijzen het. Het
gevaarlijke spel van de grote machten
schiep een algemeen gevoel van onveilig
heid en onzekerheid. Alleen de afschrik
wekkende dreiging van een krachtmeting
met atoomwapens behoedde de wereld
voor een derde algemene oorlog.
Niemand kan bepalen'of, en zo ja, hoe
lang dit zo zal blijven. Het gebruik van
atoomwapens op beperkte schaal in een
lokaal conflict wordt nu aanvaardbaar
geacht. Maar er zijn geen garanties, dat
zo'n conflict zich door onvoorziene omstan
digheden niet zal uitbreiden.
Het is de grote winst van de jaren zes
tig, dat dit inzicht gaandeweg veld heeft
gewonnen, al hebben nog lang niet alle
partijen er hun handelen op afgestemd,
liet is in elk geval de (grondslag geworden
van het streven naar de beperking van de
bewapeningswedloop en naar algehele ont
wapening. Het is tevens de basis voor een
vreedzame competitie tussen Oost en West
op technologisch en economisch terrein.
EEN ander aspect van de veranderin
gen, die zich in het voorbije decen
nium voordeden, is de verdwijning
van het politieke dogma. Op het hoogte
punt van de koude oorlog stonden de be
langrijkste geallieerden uit de Tweede We
reldoorlog, Amerika en Rusland, volstrekt
onverzoenlijk tegenover elkaar. Gaande
weg echter aanvaardden zij een meer
pragmatische politiek, waarbij de ideolo
gie minder belangrijk werd.
Deze ontwikkeling stond niet op zich
zelf. Zo is er in Europa al lang geen
sprake meer van een „Katholieke" fede
ratie in het Westen, waarover wel werd
gesproken. toen West-Duitslar.d
Frankrijk en Italië nog een christendemo
cratische regering kenden. Tegelijkertijd
wordt er aan de andere zijde van het hier
en daar gescheurde IJzeren Gordijn niet
meer met zoveel nadruk gehamerd op het
aambeeld van de communistische theorie.
Jarenlang werd de wereld beheerst door
het overwicht, dat Amerika op velerlei
Joseph Patrick Kennedy,
de grondlegger van de
Kennedy-dynastie.
De familie Kennedy op het
toppunt van haar roem: Van
links naar rechts (staande):
Ethel Kennedy (echtgenote
van Robert), Steve Smith en
zijn vrouw Jean Kennedy,
President John Fitzgerald,
Robert Kennedy, Patricia
Kennedy (echtgenote van
Peter Law ford. Zittend: Eu-
Shriver, Joan (echtgenote
van Edward Kennedy) en van Sargent Shriver), me-
Peter Lawford fittend: Eu- vrouw Rose Kennedy en
nice Kennedy (echtgenote Joseph Kennedy, Jacqueline
i v4. vtoiv&V
Kennedy (echtgenote van de
president) en Edward Ken
nedy.
GEEN familie heeft in
in de jaren zestig zo
sterk in de schijnwerper
van de publiciteit gestaan
als de familie Kennedy.
Onder leiding van de kei
harde zakenman en diplo
maat Joseph Patrick
Kennedy groeide de
roomskatholieke uit Ier
land stammende familie
uit tot een van de meest
vermogende, bewonderde
en invloedrijkste families
in de staat Massachusetts.
zoons van Joseph
Patrick zouden de naam
van de familie Kennedy be
kend maken in heel de Vere
nigde Staten en in heel de
wereld.
Maar de familie Kennedy
was niet alleen voorbestemd
om grote roem. te verwerven,
er zouden zich ook diepe
tragedies rond de Kennedy's
afspelen. De oudste zoon,
Joseph P. jr., door de eer
zuchtige Joseph sr. voor
bestemd om president van
de Verenigde Staten te wor
den, sneuvelde in de Tweede
Wereldoorlog. John Fitzge
rald, die na de dood van tzijn
oudste broer tot „familie-
kandidaat" voor het presi
dentschap opklom, bereikte
in 1961 zijn doel, toen hij
Richard Nixon met mi
niem verschil in de strijd om
het presidentschap versloeg.
Op 22 november 1963 schoot
Lee Harvey Oswald hem in
Dallas (Texas) met enkele
schoten uit een geweer dood.
1968 bracht een nieuw
drama voor de familie Ken
nedy; de moord op Robert
Kennedy (juni, Los Angeles)
door de arabier Sirhan Sir-
han.
'PEN slotte raakte de
A jongste zoon moge
lijke kandidaat voor het
presidentschap in 1972 - in
juli van dit jaar betrokken
bij een onverkwikkelijke af
faire, waarbij de 28-jarige
secretaresse Mary Jo Ko-
pechne om het leven kwam.
■piJNA een schandaal
veroorzaakte het huwe
lijk dat Jacqueline Bouvier,
weduwe van de in 1963 ver
moorde president John Fitz
gerald Kennedy, in oktober
1968 sloot met de Griekse re
der en multi-miljonair
Onassis.
/PWEE moorden en een
A schandaal hebben de fa
milie Kennedy van alle in
vloed beroofd. Voor de jaren
zeventig lijkt voor haar geen
grote plaats in het Ameri
kaanse politieke leven meer
weggelegd.
Een amateur-fotograaf maakte deze opname van de presidentiële
auto enkele ogenblikken nadat president Kennedy door een geweerkogel
in het hoofd was getroffen.
Dodelijk gewond ligt Robert Kennedy op de
grond van een hotel in Los Angeles, kort nadat
een aanslag op hem was gepleegd.
Het opvallendste huwelijk van 1968:
Jacqueline Bouvier, weduwe van president John
F. Kennedy, huwt, 38 jaar oud, de zeventigjarige
Griekse reder Onassis.
Senator Edward Kennedy in de rust van zijn jacht op de ochtend
van de 26ste juli 1969, een dag na zijn veroordeling wegens het
verlaten van de plaats van het ongeluk op 18 juli op het eiland
Chappaquiddick waarbij Mary Jo Kopechne verdronk. Een affaire die
Kennedy's toekomst sterk zal beïnvloeden.
^illllllllllllllll1lllllllllllllllll!lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll<<i><lllllll>llllllllllllllinillllllllHIIIIlllllllllllllllllllllllUlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllinillllll!llllll!llllllltllllllllllllllltlilllfü
gebied bezat. Dat had zelfs zijn invloed op
de betrekkingen tussen de Sowjetunie en
China, wier vijandigheid nog min of meer
in toom werd gehouden door Amerika's
vastberadenheid en superioriteit.
OORAL in de tweede helft Van de
afgelopen zestiger jaren is daar ver
andering in gekomen. Amerika is
niet langer onbetwist de sterkste. Met de
ervaringen van de laatste jaren in het
achterhoofd, zijn vele Amerikaanse politie
ke leiders er niet meer zo happig op om
zich zo ijverig als voorheen in allerlei
politieke nesten van wereldbelang te stor
ten.
Deze nieuwe houding is nog maar een
fase in een ontwikkeling, die de afgelopen
tien jaar voorzichtig op gang kwam. Ze is
goeddeels het werk van de laatste van
drie generaties, waarin de Amerikaanse
hoogleraar John Kenneth Galbraith de
Amerikaanse politici van na de oorlog
eens heeft ingedeeld.
Als eerste van deze drie onderscheidde
hij de generatie, die uit de oorlog kwam
met een visie op een wereldorde en hoge
verwachtingen van vreedzame samenwer
king met de Sowjetunie. Maar Stalin haal
de met zijn op expansie gerichte politiek
een dikke streep 'door de verwachtingen.
Als gevolg hiervan verbleekte de repu
tatie van deze idealisten. Zij moesten het
veld ruimen voor een nieuw type politici.
Tot deze groep behoorden mannen van
de harde lijn als John Foster Dulles, mi
nister van buitenlandse zaken onder presi
dent Eisenhower, en zijn opvolger, Dean
Rusk.
Zij kwamen aan het bewind na de coup
in Tsjechoslowakije, de nederlaag van de
nationalist Tsjang Kai Tsjek op het Chi
nese vasteland en de oorlog in Korea. Hun
hardheid was hun trots en ze gingen er
van uit, dat alles wat slecht was voor de
Russen, goed was voor de Amerikanen en
hun bondgenoten.
DULLES was een communistenvreter
van formaat. Maar de ineenstorting
van het internationale communisme,
die hij had voorspeld, kwam niet. Ook
niet tijdens de ambtsperiode van Rusk, die
het communisme beschouwde als een we
reldomvattende samenzwering, goed geor
ganiseerd en stevig in de hand gehouden
door Moskou.
Het enige antwoord hierop was in zijn
visie een harde politiek, die elke
machtsuitbreiding door de communisten,
waar dan ook, bij voorbaat onmogelijk
zou maken.
In de jaren zestig groeide echter het
begrip, dat onheil voor de Sowjetunie niet
noodzakelijk een zegen behoeft te zijn
voor het Westen. De nadruk kwam veeleer
te liggen op de wederzijdse belangen.
De nieuwe generatie, die niet alleen in
de Verenigde Staten opkwam, bepleitte
een creatieve wedijver tussen dé commu
nistische landen en het Westen. De vij
andschap van de koude oorlog maakte
door haar inspanningen plaats voor een
streven naar een vreedzame competitie,
waarin elk land kan bewijzen wie naar
het woord van Nikita Kroestsjef „voor
meer en betere goulash" kan zorgen.
JOHN F. KENNEDY behoorde tot die
generatie. Zijn contacten met de
toenmalige Russische premier,
Kroestsjef, zijn uniek gebleven in de mo
derne diplomatie. De twee leiders bespra
ken op 3 en 4 juni 1961 in Wenen niet
alleen alle belangrijke problemen, die hen
scheidden, ze brachten later tevens over
deze zaken een geheime correspondentie
op gang, die pas werd afgebroken door de
dood van John Kennedy.
Die geruchtmakende ontmoeting in de
Oostenrijkse hoofdstad vond plaats zes
weken na de mislukte, door Amerika
gesteunde, invasie van Cubaanse ballingen
in de Varkensbaai op Cuba! Hoe belang
rijk de persoonlijke confrontatie tussen
Kennedy en Kroestsjef was bleek echter
pas goed in 1962, toen de wereld de adem
inhield tijdens de raketcrisis om Cuba.
Mede door de contacten, die er tevoren
waren geweest, konden Kennedy' en zijn
raadgevers, onder wie zijn broer Robert,
er met enige zekerheid op gokken, dat
Kroestsjef zou toegeven en dat hij de
Russische raketten zou terugtrekken van
Cuba. Dat gebeurde dan ook.
IN verscheidene opzichten hebben de
jaren zestig, zoals beschreven, be
langrijke politieke winst opgeleverd.
Van de tendens naar beter begrip tussen
de machtigste landen ter wereld was el
ders echter weinig te bespeuren. De te
genstellingen tussen de Sowjetunie en
China spitsten, zich bijvoor beeld toe.
Aan de grens tussen de twee commu
nistische giganten werd zelfs op kleine
schaal gevochten. Afgelopen jaar echter
bleken zij ondanks de diepgaande me
ningsverschillen bereid te zijn de kwestie
in der minne te schikken. Het conflict
bewees overigens opnieuw, dat er van één
hecht communistisch blok in de wereld
geen sprake meer is. Zeker niet na de
Russische invasie in Tsjechoslowakije, die
was bedoeld om althans de eenheid in
Oost-Europa te (bewaren, maar die ave
rechts werkte.
Onder de niet-ccmmunistische landen
kreeg Frankrijk zijn deel van het geweld.
De woelige gebeurtenissen in mei liepen
uit op het vertrek van president Charles
de Gaulle. „De oude man in het Elysée"
trok zich, verongelijkt over zoveel on
dankbaarheid en politiek onbegrip, terug
In zijn huis te Colombey-les-deux-Eglises.
Ditmaal voor goed, zoals verscheidene lan
den, waaronder Engeland, vergenoegd
constateerden. Harold Wilson, de Britse
premier, moest echter ook vaststellen, dat
met het afzwaaien van de Gaulle de deur
van de Europese Economische Ge
meenschap niet meteqn wagenwijd
openstond. De Britse kansen zijn echter
gestegen, dat staat vast.
VEEL minder staat vast over wat
zich in de toekomst zal gaan afspelen
in Latijns-Amerika en in de Afri
kaanse landen, die nog niet onafhankelijk
zijn. Het is een schrijnende paradox, dat
miljoenen mensen bij het ingaan van het
jaar 1970 in omstandigheden moeten leven,
die spotten met elke redelijke opvatting
over een behoorlijk bestaan, terwijl elders
in de wereld de luxe en de verspilling
geen grenzen kennen.
De zogenaamde Derde Wereld is een
tijdbom met een smeulende lont. Dat is de'
afgelopen jaren duidelijker dan ooit geble
ken. Het groeiende verzet van de onmon
dig gehouden bevolking zal niet tegen te
houden zijn. Als de vonk eenmaal in de
bom slaat zal de explosie ook elders in de
wereld voelbaar zijn.
Dit is dan de schaduwzijde van het le
ven op onze planeet. De mens heeft wel
iswaar zijn sporen achtergelaten op de
maan, maar hij is blijkbaar niet in staat
zijn aardse huishouding naar ieders ge
noegen in te richten. Ook dat hebben de
jaren zestig ons geleerd.
JJET aantal harttransplantaties is
sterk aan het verminderen. Dat
is het gevolg van groeiende terug
houdendheid onder chirurgen, die
verscheidene oorzaken heeft.
De snelle groei van het aantal hart
transplantaties, die in 1968 nog onstuitbaar
leek, is bijna geheel tot staan gebracht.
Dat aantal bereikte, na de eerste hartover-
planting op 2 december 1967 in Kaapstad,
in ongeveer een jaar de dubbele cijfers.
Het ging daarna in geleidelijk afnemend
tempo door met nieuwe harttransplanta
ties, maar de laatste maanden wordt nog
maar heel zelden zo'n Ingreep verricht.
IN TOTAAL zijn tot nu toe ongeveer
160 harttransplantaties verricht. Wij
houden het maar op deze schatting van
het totaal. De chirurgen kennen het juiste
aantal ook niet. Zij zouden dat aantal mis
schien wel weten indien snelheid een van
de -kenmerken van de berichtgeving in de
medische wereld was.
Er zijn drie hoofdoorzaken van het zak
ken van het tempo waarin de ene hart
transplantatie op de andere is gevolgd:
J Het is in de medische wereld duide
lijk geworden dat een harttransplan
tatie nog geen blijvende genezing oplevert.
Het blijft een lapmiddel, zolang men de
PHILIP BLAIBERG
...de man wiens nieuwe hart het
langste klopte
afstotingsverschijnselen, die er op volgen,
niet afdoende kan onderdrukken.
2 In de praktijk is gebleken dat de „ge
wone hartchirurgie" in een zieken
huis in de verdrukking kan komen indien
daar in snelle opeenvolging harttransplan
taties worden verricht.
Het is de laatste tijd door allerlei
omstandigheden steeds moeilijker ge
worden donorharten te krijgen. Een van
die omstandigheden is het wantrouwen
dat werd gewekt door discussies over de
vraag wanneer een donor dool is. Door
die discussies ontstond de vrees dat over
ijld zou worden besloten tot overplanting
van het hart van bijvoorbeeld het slacht
offer van een auto-ongeluk.
Er is ook wel de bewering geuit in me
dische kring, dat chirurgen beter met het
overplanten van menselijke harten konden
wachten totdat alle problemen waren
overwonnen. Daarin school het verwijt dat
prof. Barnard, dr. Cooley en andere pio
niers overijld te werk zouden zijn gegaan.
IETS van dat verwijt klonk onlangs
door in verklaringen in Utrecht van
prof. dr. H. Deenstra over het uitblijven
van harttransplantaties in die universi
teitsstad. Prof. Deenstra zei dat het haan
tje de voorste spelen van sommige harto
verplanters hem tegenstond.
Prof. Deenstra was niet de eerste die
aan de oprechtheid van sommige van die
pioniers twijfelde. Medici die dat al eerder
hadden gedaan werden onlangs op hun
nummer gezet door dr. J. M. Greep, alge
meen chirurg in het Sint-Lucasziekenhuis
in Amsterdam. Dr. Greep zei dat het ver
wijten waren van mensen die de gelegen
heid hadden gekregen „in het licht van
schijnwerpers van de openbaarheid te tre
den, alleen op grond van bereidheid iets te
insinueren over het niveau en het verant
woordelijkheidsbesef van, naar mijn over
tuiging, gewetensvolle chirurgen."
DR. GREEP en vele anderen met hem
zien uiteindelijk het meeste heil in
overplanting bij mensen van harten van
grote zoogdieren, zoals varkens. Er zullen
immers nooit voldoende menselijke harten
voor redding van ten dode opgeschreven
hartlijders beschikbaar komen, zolang in
de westerse wereld hartziekten meer
mensenlevens eisen dan welke andere
ziekte ook. Het zoeken is nu naar midde
len ter bestrijding van de natuurlijke af
weer van een ingeplant dierenhart door
het menselijke lichaam.
Is die moeilijkheid overwonnen dan zul
len wij mensen nog moeten wennen aan
de aanvankelijk „griezelige" gedachte, dat
er medemensen zijn met een dierehart in
hun borst. Dat wennen zal wel meevallen.
Er leven al jaren vele mensen met stuk
ken ader van plastic in hun lichaam. Er
zijn ook hartpatiënten wier hartslag
constant gehouden wordt door een in hun
borstkas aangebracht machientje. Dat zijn
dode dingen, geen levende, zoals een die
rehart. Het met succes inplanten van die
dode dingen danken wij ook ai aan chi
rurgen die haantje de voorste waren.
Haantje de voorste bij het verlengen, van
mensenlevens.