H, D •*u*.0tr A s 69 Serieus pretpark van de landbouw De Flevohof is het gemakkelijkst te bereiken via de Noord-Velu- weroute, die gedeeltelijk door Oostelijk Flevoland loopt. Bij de ingang (1) is parkeergelegenheid voor ruim duizend auto's en honderd bussen, die onopvallend tussen het groen worden opgeborgen. De bezoekers komen door een brede toegangslaan met bospartijen en parkgebied langs het restaurant (2), waar men in de loop van de dag zeker graag nog eens terug zal komen. In het hoofdpaviljoen (3) wordt duidelijk gemaakt dat de Neder landse landbouw in feite een veredelingsbedrijf is en meteen krijgen de bezoekers er een overzicht van hetgeen de Flevohof als geheel biedt. Vanaf de eerste verdieping is er een mooi uitzicht op de centraal gelegen heuvel (4) en de grote waterpartij (5). Merkwaardigerwijs is vanaf dit punt niets te zien van de paviljoen en de kassen: die duiken tijdens de rondgang telkens als verrassing op. De route leidt verder naar het paviljoen voor de toeleverende industrie (6), het vervoer en allerlei zaken die ook te maken hebben met het agrarisch bedrijf. De wandelgangen, die 's winters verwarmd zijn, komen o.m. uit op de expositieruimte voor de zuivelindustrie (7) en daarna is een uitstapje naar de veehouderij (8) aan te raden, met honderd koeien, een groot aantal fokzeugen met biggen en vijfduizend kippen. Langs de grote vijver met veel watervogels kan men dan terugwandelen naar het paviljoen (9) voor de vleesprodukten. Deze ruimte is tevens bestemd voor de presentatie van eind- produkten uit de pluimvee-wereld. Ook hier krijgen de bezoekers zelf iets te doen, bijvoorbeeld het roosteren van sateh of kip aan het spit. Deze paviljoens geven toegang tot tuinpatio's, die weer in verbinding staan met de terrassen van het café aan de vijver (10). In het paviljoen voor de akkerbouw (11) is te zien hoe suiker wordt gemaakt, wat met graan gebeurt, hoe uiteenlopende produkten als bier, brood en chips ontstaan. Het volgende paviljoen (12) geeft van alles te zien over de eindprodukten van land- en tuinbouw. Vanaf die plaats is het akkerbouwbedrijf (13) dichtbij, waar behalve allerlei landbouwmachines ook een aardap pelwasserij met sorteer- en verpakkingsinrichting is onderge bracht. In de oogsttijd kunnen belangstellenden met paard en wagen of ander „agrarisch vervoer" naar de akkers gaan om te kijken, hoe het gewas wordt binnengehaald. Via de champignon kwekerij (14) komen de bezoekers bij de groentekassen (15), waar op 6000 m2 grond het een en ander wordt gekweekt en in de werkschuur (16) valt te zien, hoe groenten en bloemen verzendklaar worden gemaakt. De bloemenkassen (17) beslaan 4000 m2 en hebben een uitloop naar de bijenstallen (18), vanwaar men terug kan gaan naar het hoofdpaviljoen of door lopen naar de kinderboerderijen (19). Voorde kleinsten is er een kindercrèche (20). Grote belangstelling wordt verwacht voor het overdekte kinder dorp (21), met ongekende mogelijkheden voor creatief, mecha nisch en vrij spel. Dwars door het „oerwoud" bereiken de kinderen de cowboy nederzetting en het Indianendorp (22), waar ze zich in bijpassende pakken kunnen uitleven. Speel- en ligweitjes (23) en een concours-hippiqueterrein (24) completeren het geheel. Let is gek, maar wél heel apart gek: eerst hebben we met man en macht grote stukken van het IJsselmeer droog gelegd en nu graven we in de vroegere zeebodem een gat van vier en een halve hectare, zodat daar weer een nieuwe plas ontstaat. Zo zullen er nog veel meer ongedachte dingen gebeuren in de permanente landbouwmanifestatie Fle vohof, die voorjaar 1971 ter hoogte van Elburg in Oostelijk Flevoland gestalte zal hebben gekregen. Die plas in de zeebodem zal een centraal punt vormen in het 140 ha grote gebied, waar een immens recreatieproject helemaal op de vaderlandse landbouw met toebehoren wordt gericht. Er omheen komen dan allerlei zaken die we nog niet eerder hebben gezien: hetzij omdat ze er niet waren, hetzij omdat we er tot dusver overheen keken, waar we in dit perma nente agrarische pretpark echter de kans niet voor zullen krijgen. Nou ja - pretpark, dat is het eigenlijk ook weer niet. In feite gaat het name lijk om heel serieuze zaken. De organi satoren, naar voren getreden uit parti culiere kring en verenigd in de Stichting Permanente Landbouwmanifestatie, dachten in eerste instantie aan een stuk public relationswerk voor het agrarisch bedrijf. Maar zij realiseerden zich ook heel goed, dat juist dit agrarisch bedrijf een boekend kijkspel kan opleveren, als ie 't maar laat wérken en de kijkers zelf ook laat meewerken. Zo kwam er direct al een recreatief element in, dat nu hoofdzaak gaat worden, al raken de agrarische zaken daarbij allerminst op de achtergrond. De bumt WtÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊËÊË "e formule, waarmee men mik top een jaarlijks bezoek van 650.000 belangstel- Jenden, lijkt goed in elkaar te zitten: het gaat niet alleen om het kijken, maar vooral om het zelf doen en het beleven. Geen tentoonstelling dus en geen beurs of zoiets. We moeten straks niet zeggen „Ik heb Flevohof gezien", maar „Ik heb Flevohof gedaan." En hoe doen we dat aan? We gaan zelf boter maken, eieren sorteren, kortom we mogen overal aanzitten zolang het geen gevaar oplevert voor lijf, leden en goed. De agrarische wereld presenteert zich daar bij bepaald niet als een folkloristische instelling terwille van de pret, maar als het supermoderne bedrijf, dat samen met de industrie voedsel produceert voor de wereldmarkt. Geen zwoegende boer, die moeizaam overeind komt uit gebukte houding om een bezoeker in olijk dialect de weersverwachting te vertellen, maar een ondernemer, die technisch verfijnde apparatuur demon streert. Wat door de eeuwen heen gelijk bleef is er óók: je kunt een kalfje geboren zien worden, in het echt of via een gesloten televisiecircuit, al naar 't uitkomt. De oppervlakten waarop alles ziQh afspeelt en de variatie in het geheel zijn zo groot, dat ook bij druk bezoek dringen niet nodig is: overal gebeurt altijd wel iets. Het weer is hierbij nauwelijks een factor, want over grote delen van het terrein worden verwarm de wandelgangen aangelegd. ,,Van alles kun je er straks mee doen," zegt voor- lichtings- en propagandachef A. W. T. Schoevers, een van de enthousiastelin gen, die de Flevohof vorm gaan geven; „Ik zou me kunnen voorstellen dat er opeens een modeshow is in de wandel gangen boven de koestallen, zo kun je nog veel meer verzinnen." ven belangrijk onderdeel der formule is het bewaren van de eenheid in het bezoekende gezin door het uit elkaar te halen. Dat klink nogal ingewikkeld, maar het basisprincipe is heel eenvou dig. Feit is nu eenmaal, dat de kinderen zich vaak voor andere dingen interesse ren dan de ouders. Als ouders dat zien aankomen tijdens een bezoek aan Fle vohof kunnen ze alle kanten op: ze kunnen de kinderen links en rechts uit de flank laten afmarcheren naar een veelheid van attracties en zelf rustig verder gaan. Bij die kinderattractie staat ook weer het zelf doen centraal. Bij de kleintjes in de crèche blijft het nog wat spelen, maar de iets grotere kinderen worden doe-het-zelvers op gebieden, waarvan ze tot dusver slechts konden dromen: zelf brood bakken bijvoor beeld, maar ook complete warme maal tijden klaar maken, opdienen en op eten. Voor het meer wilde werk komt er een oerwoud, een Indianendorp en een cowboynederzetting. Er is ook con tact met de fotografische industrie, die waarschijnlijk bereid zal zijn om came ra's uit te lenen en de filmpjes te ontwikkelen. Kortom zo is het nog niet vertoónd en een heel fijn trekje daarbij is, dat de ouders er verder niets mee te doen hebben. In grote delen van dit kinderland mogen ze zelfs helemaal niet komen, alleen maar kijken-op- afstand. Waar wil jj; dan fijner spelen? "e formule als geheel is er een om in te geloven en dat niet voor de organisa toren alleen. In de eerste plaats is de landbouw met alles wat ermee samen hangt een zaak die tot in het diepst van ons levenspatroon is verweven. Breng er vakkundig een element in dat gemakke lijk aanspreekt, dan is al een heel stuk werk gedaan. Zo gebeurt dat nu ook in Flevohof. Verder staat het vast, dat de toekomst steeds meer actieve recreatie zal vragen en minder passieve ook daaraan komt Flevohof tegemoet en wel op vele indrukwekkende manieren. Als dan ook al die kinderfestijnen er nog bij komen is de zaak aardig rond. Het lijkt er trouwens op dat we er veel dingen gaan beleven waaraan nu zelfs de organisatoren nog niet denken: sterk leeft hier namelijk de gedachte, dat het ene idee het andere weer voortbrengt. Zo kan deze permanente hof van Holland van jaar tot jaar btf de tijd blijven en internationale allure kunnen behouden.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 20