Minister Luns: na bijna 18 jaar immuun voor kritiek Kritiek op de Bundeswehr Oudjaar met griep in Europa Dampo WEER EXPLOSIE BIJ EEN SUPERTANKER Waarom je in Moskou nooit iemand 'kaviaar uit het vuistje' ziet eten. Er is er één die t langer heeft uitgehouden dan ik, maar die is naar aan z Ti eind gekomen Handen en Li ppen ruwpiipni Treinbotsing in Duitsland Grote reorganisatie ophanden DEN HAAG - Zijn bijna achttienjarige functie brengt I mee, dat minister Luns een volmaakt gastheer is. Moeiteloos demonstreert hij dat als hij ons in zijn ambtswoning aan het Plein 1813 ontvangt: rechts van de deur een klein naambordje: mr. J. M. A. H. Luns. PARIJSE GRIEP ACHTTIEN JAAR MEER MOEITE WENS OPGEVOLGD GEEN WINST TELEVISIE NIEUW-GUINEA GROTE POSITIE NIEUWE LANDEN PERSOONLIJK DREES' PORTRET Rechercheur gedood in Glasgow Maxi is niet veilig Dat komt niet door de prijs, al is die ook in Moskou lang niet mals. Maar zelfs de rijkste grootvorsten van vroeger deden er niet aan. Want kaviaar is wel uitermate hartig en heerlijk en even rijk aan eiwitten als kaas, maar helaas niet elke hartige delikatesse is geschikt voor de vuist. Onze vaderlandse kazen daarentegen hebben alles mee: ze zijn makkelijk te snijden op elke maat, zo'n forse plak is makke lijk te pakken en je hoeft er niets op en bij te doen. Bovendien hul digen onze kazen niet het isolatio nisme, maar staan goedhollands open voor de wereld je kunt er elke drank bij drinken die je maar wilt. In Moskou zie je niet eens iemand vodka drinken met kaviaar uit het vuistje. Maar bij ons zie je vaak genoeg kaas uit het vuistje met vodka. En dan het verschil in roebels f Tito is niet erg optimistisch WOENSDAG 31 DECEMBER '.969 tmffmrniimnmwrrnminntimnimfHtmmmTnm is er één In de geschiedenis die H het langer heeft uitgehouden dan ik, maar die is naar aan zyn eind gekomen. Dat was Jan de Witt, die is 19 jaar raadspensionaris geweest." Aan het woord is nar. J. M. A. H. Luns, sinds 1952 minister van buiten landse zaken in acht kabinetten van tweeërlei soort politieke signatuur: rooms-rood en liberaal-confessioneel. Hij heeft in die tyd vier kabinets- crises overleefd: de val van het laatste kabinet-Drees in december 1958; de woningbouwcrisis van het kabinet-De Quay in 1960, welke werd „gelymd". de val van het kabi- net-Marynen in begin 1965 en ten slotte de „nacht van Schmelzer" ln 1967. Mr. Luns is nu bezig aan wat hy zelf wel beschouwt als zyn laatste termyn. Naar alle waarschyniykheid zal hy een tiende kabinet niet halen. TAE eerste twee kabinetten waren de laatste van dr. Drees, ook de laatste met de rooms-rode samen werking zoals ons land die sinds de bevrijding gewend was. Daar zat in 1956 de langste formatie tussen die onze parlementaire democratie heeft geteisterd. Zy duurde langer dan drie maanden. Na de val in december 1968 van het vierde kabinet-Drees kwam, na het interim-kabinet van dr. Beel, de eerste omzwaai naar een liberaal- confessionele regeringsformatie on der dr. De Quay. Deze onder ging in 1960 een korte crisis na de motie van de a.r.-afgevaardigde Van Eibergen, welke misère de anti revolutionairen in eigen kring op losten, zodat premier De Quay de zaak kon ïymen. In 1963 werd de beleidsiyn voortgezet door het ka- binet-Marynen, dat begin 1965 struikelde over de omroepkwestie, waardoor de KVP weer werd samen gebracht met de PvdA in het kabi- net-Cals, dat het uithield tot oktober 1967. Mr. Luns bleef zitten onder het interimkabinet-Zylstra, om ver volgens in 1967 over te stappen naar het kabinet-De Jong, wederom een liberaal confessionele combinatie. iyïR. LUNS is geboortig uit Rotter dam (28 augustus 1911), als zoon van de kunstschilder Huib Luns. Na zyn gymnasium in Amsterdam en Brussel en zyn rechtenstudie bi Lel den en Amsterdam (intussen was hij dienstplichtig matroos-seiner hij de Koninklijke Marine) volgde hy cur sussen in Londen en Beriyn, om in 1938 in dienst te treden van buiten landse zaken. Zijn diplomatieke loop baan bracht hem achtereenvolgens gedurende de oorlog op posten in Bern. Lissabon en Londen. Hij bleef in Engeland tot 1949, toen hij naar de Nederlandse afvaardiging bij de Verenigde Naties ging. tot 1952. Hij gaat ons voor naar zijn werkkamer, waar vele zeer gemakkelijke stoelen wachten en op de trap begint hij al aan een ontspannen verhaal, dat zijn vervolg krijgt bij souvenirs uit alle windstreken der aarde. i Tussen een wat griezelig aandenken aan Afrika een door heet zand gemummificeerd mensenhoofd en een mooie dolk uit een ander Afrikaans land. komt de thee. Mi nister Luns wil zelf de klontjes in de kopjes doen en hij beveelt met warmte een bijzonder koekje aan een citroenbiscuitje met een laagje chocolade. Zijn Parijse griep is hij nog wel niet helemaal kwijt, maar aan zijn Franse ziekbed heeft hij bezoek ge had van zijn vroegere collega Cou- ve de Murville, die een persoonlijke vriend van hem is. Dat heeft het lij den in Parijs, naar hij vertelt, lich ter gemaakt. Pas na anderhalf uur kijkt hij verstolen op zijn horloge, dat hij met 4e wijzerplaat aan de binnen kant om de pols draagt. In die an derhalf uur heeft hij zonder aarze len een tocht door de wereld en door de tijd gemaakt: mr. Luns is de enige Nederlandse minister die de afgelopen tien jaar vanuit de praktijk van het ministerschap kan overzien. Achttien jaar bezocht hij als minister „de wereld", maar ook dat heeft zijn soms onverwachte beperking: in Finland is hij nog nooit geweest, in Albanië ook niet. En buiten Europa zijn er veel lan den die hij niet heeft bezocht: Chi na, veel Afrikaanse en Latijns-Ame rikaanse landen. In achttien jaar be zocht hij 65 landen, binnenkort komt hij in het 66ste land: Bulgarije. Minister Luns zou kunnen zeggen dat hij als minister in 85 landen is geweest: „maar in twintig landen heb ik alleen maar een tussenlan ding gemaakt en soms was er dan op het vliegveld een korte ontvangst, maar dat noem ik niet bezoeken". Heeft Nederland in de afgelopen tien jaren meer of minder invloed gekregen op de internationale poli tiek? Minister Luns: „Nederland lijdt onder zijn geografische kleinheid, maar gezien het inwonertal, gezien de culturele achtergrond en de eco nomische prestaties, behoort Neder land tot de vijftien belangrijkste lan den ter wereld. Een land als Austra lië in zoveel opzichten minder be langrijk dan Nederland heeft dank zij zijn geografische uitge strektheid, dikwijls internationaal meer gewicht". „Toch zijn we ons in de afgelopen tien jaren meer bewust geworden van onze invloed in een aantal in ternationale organen, waardoor we ook daarbuiten meer stem hebben gekregen, dan wanneer we geen lid van die organisaties waren gewor den. Ik beschouw het nog altijd als een keerpunt dat wij in februari 1961 ons veto uitbrachten in de topconfe rentie van de EEG tegen de politie ke unie van De Gaulle en Adenauer". Acht u het wenselijk dat één man achttien jaar aan één stuk minister van Buitenlandse Zaken is? Luns: „Speciaal voor de post van minister van Buitenlandse Zaken heeft het onmiskenbare voordelen: hij raakt aanvaard op internationaal terrein, men kent hem, hij heeft geen introducties meer nodig". „In het algemden gezien, is het niet wenselijk dat een minister acht tien jaar aanblijft. Men raakt aan zijn kwaliteiten gewend en gaat steeds meer de aandacht richten op zijn falen. Terecht vindt men het on juist dat een minister min of meer een instituut wordt". Voelt u uzelf tot instituut gewor den? Luns: „Ik heb de indruk dat ik i wel steeds meer als zodanig word gezien. Zo is het opvallend dat ik in de laatste jaren meer moeite heb I met het parlement en de pers dan een jaar of zes geleden". „Ik zou mijzelf mogelijk als insti- j tuut kunnen zien, als dit niet mijn achtste kabinet was. Als minister leef je op perioden van een paar maanden en na twee jaar heeft men dan het gevoel er al heel lang te zit ten. En trouwens, in 1963 na Nieuw- Guinea, was ik er bijna niet aan te pas gekomen. Ik ben toen terugge komen om de schijn te vermijden, dat ik in het Nieuw-Guinea-beleid had gefaald". Er is in de afgelopen jaren een toenemende kritiek op uw beleid te merken. Luns: „Nederland moet er aan wennen dat de huidige jonge genera tie minder materialistisch en meer betrokken bij buitenlandse proble men is. Maar de jongeren verlan gen dikwijls resultaten van het bui tenlandse beleid die geen enkele re gering kan geven. De jongeren zijn arroganter, agressiever, minder ver draagzaam en minder democratisch dan vroeger. Ook zijn ze minder op de hoogte van de problemen en dat is hoe tegenstrijdig 't ook klinkt te wijten aan een teveel aan in formatie, speciaal door de televisie. Men leest niet de Handelingen, men stelt zich niet op de hoogte van de standpunten en uiteenzettingen van de regering. Zij verwijten dan de re gering nogal eens een politiek die in feite datgene is wat zij bedoelen". „Ik heb in de kwestie van het lid maatschap van Griekenland in de Raad van Europa de wensen van de Kamer stipt opgevolgd, maar toch werd het voorgesteld alsof ik de wensen van de Kamer saboteerde". „De inhoud van de befaamde mo- tie-Vietnam van 1968 heb ik voor re kening van de Kamer gelaten het geen ik in de Kamer heb verklaard, maar ik heb haar wel, ingevolge mijn toezegging aan de Kamer, over gebracht aan Washington. De meer derheid van de Kamer ging ermee akkoord dat dit geen regerings maar een Kamerstandpunt zou zijn. Dan moet men achteraf fair zijn en mij niet verwijten dat ik de wil van de Kamer niet uitvoer". Trekt u zich de kritiek persoon lijk aan? Luns: „In het begin wel, toen kon het mij weieens ergeren, maar in de loop der jaren hebben de veelheid en de voortduring van de aanvallen mij immuun gemaakt". „Zoiets leer je na een jaar of twaalf wel; ik had het vroeger niet voor mogelijk gehouden dat ik me er niets meer van zou aantrekken". Bedoelt u hiermee alle kritiek, dus ook die in het parlement? Luns: „Neen, in het parlement is kritiek op zijn plaats en daar heeft men als regering terdege rekening mee te houden en als parlementa riër behoeft men niet altijd onpar tijdig te zijn. Mijn wrevel gaat voor al uit naar kritiek die de schijn van objectiviteit heeft, maar in feite een zaak onvolledig of verdraaid weer geeft". „De objectiviteit gaat verloren en dat vind ik geen winst. Bij pers, ra dio en televisie is de kritiek hier meer toegespitst dan in andere lan den". Is dat niet het lot van een minis ter in het televisietijdperk? Luns: „Dat kan wel, maar ik ken verscheidene zeer bekwame mensen, die daarom weigeren een publieke functie te aanvaarden". Brengt de televisie geen betere communicatie en ruimere informa tie over problemen waarbij de gewo ne mens vroeger niet betrokken werd? Luns: „Jawel, maar dan gaat het er om hoe men het wapen hanteert. De invloed van televisie kan enorm groot zijn, zoals nu weer is geble ken met Biafra. Dit is een van Ge- nève uit door een Amerikaanse fir ma geleide campagne". „Uiteraard vind ook ik de situatie in Biafra afschuwelijk, doch het Tweede-Kamerlid de heer Berkhou wer wees daar verleden week nog op andere, even rampzalige si tuaties, zoals in de Soedan of het lot der Koerden, krijgen te weinig aan dacht". Toch beschouwt mr. Luns over het algemeen de Nederlandse bevolking als vrij objectief, hetgeen hij onder meer afleidt uit de vele positieve reacties die hij regelmatig ontvangt. Vindt u het prettig om populair te zijn? Luns: „Ik vind populariteit uiter aard plezierig. De geschenkjes die ik nu weer met de jaarwisseling van mij volstrekt onbekenden uit Neder land heb ontvangen, vind ik be paald touchant". In brede lagen van de bevolking is toch in de laatste tijd grote te leurstelling gebleken over het ver loop van de kwestie-Nieuw-Guinea. Luns: „Ook in de kabinetten met socialisten is altijd het standpunt in genomen dat wij moesten streven naar erkenning van het zelfbeschik kingsrecht voor Nieuw-Guinea, maar dat wij daarvoor, niet zonder de nodige internationale bijstand een gewapend conflict met Indone sië mochten riskeren. Lang voor het akkoord met Indonesië van 15 augus tus 1963, waarin de vrije verkiezin gen vóór 1969 werden geregeld, heb ik in het Kabinet en in contacten met de Kamer verklaard geen ze kerheid te hebben in het nakomen van de Amerikaanse beloften. Toen in de zomer van 1962 onze twijfels ter zake juist bleken, heeft het Ka binet de consequenties getrokken en, het akkoord van 15 augustus gete kend". „Ik heb daarna duidelijk gezegd dat het een met bedreiging van ge weld afgedwongen akkoord was. Na 15 augustus 1963 heeft Nederland doorlopend aan de bel getrokken bij de Verenigde Naties, bij onze geal lieerde bondgenoten en meermalen hebben wij in contacten met Indone sië uiting gegeven aan onze bezwa ren". Wat acht u de markante punten van de afgelopen tien jaren in het buitenlands beleid van Nederland? Luns: „Nederland heeft zich in de afgelopen tien jaar meer tot Europa gekeerd en zich ook meer gericht op de Atlantische wereld en Canada. Voorts is er in Nederland een groei ende buitenlands-politieke bewust wording." Waaruit blijkt deze ontwikkeling? Luns: „Er zijn vele punten te noemen. Enkele zijn: onze politiek in EEG, het regelen van die kana- lenkwestie met België, die door de publieke opinie in 1963 niet zo erg is opgemerkt." „Tenslotte, en dat acht ik belang rijk: Nederland heeft zich een zeer grote positie veroverd in het verle nen van internationale bijstaand. Op dit gebied zijn wij alle landen ver vooruit, hoewel wij lang niet alles, wat in andere landen ontwikkelings hulp wordt genoemd, als zodanig tel len." „Zo hebben wij het kwijtschelden van de schuld aan Indonesië niet onder ontwikkelingshulp gerekend. Ook gelden wij in het buitenland als een land dat de hulp zonder politieke bijbedoelingen geeft." Onze hulpverlening aan Indonesië is toch wel uitgelegd als politiek ge bonden? Luns: „Dat hebben critici in het binnenland gezegd, maar in het bui tenland heeft men dat zeker niet zo opgevat." Is onze positie als klein land in de afgelopen tien jaar versterkt? Luns: „Onze positie is zeker ver sterkt, maar in en buiten Europa wordt ons te ver doorgevoerd per fectionisme nogal eens als een be zwaar gevoeld hoewel de publieke opinie in Nederland dikwijls nog ver der wil gaan. Dit gaat lijken op een lichte vorm van donquichotterie. Maar het is in het buitenland be kend, dat de publieke opinie in ons land de regering daartoe drijft." „Er zijn voorts enorm veel nieuwe landen bijgekomen, die veel minder belangrijk zijn dan Nederland. Daar tegenover is de invloed van de grote mogendheden, zoals Frankrijk en Engeland, relatief verminderd ten opzichte van de supermogendheden Rusland en Amerika." Is het karakter van onze buiten landse politiek sinds 1960 veranderd? Luns: „Sinds 1952 is ons land veel sterker bij de buitenlandse politieke problemen betrokken. Ons afzijdig heidscomplex van vóór de oorlog is helemaal verdwenen, ook in de men taliteit van ons volk." „Ons land speelt een veel actieve re rol, die in het buitenland wordt gewaardeerd. Dat komt ook doordat we meer macht hebben door ons grote nationale inkomen en vermo gen en door de zo versterkte in dustriële en handelspositie. Verder hebben we door het lidmaatschap van de EEG meer mogelijkheden. Terwijl wij in 1952 het enige land onder de overwinnaars waren dat zijn koloniale bezit had verloren, zijn thans bijna alle koloniale imperia verdwenen." Welke staatsman heeft op u de neeste indruk gemaakt? Luns: „Toen ik minister werd, maakte de toenmalige Britse minis ter-president Churchill op mij 'n im mense indruk, maar dat kwam na tuurlijk ook door het leeftijdsver schil en zijn rol in de oorlog." „Pandit Nehroe gaf in persoonlijke gesprekken blijk van meer wijsheid, gematigdheid en inzicht, dan hij zich in zijn publieke optreden meende te kunnen permitteren." „Gelet op de omstandigheden en het politieke systeem waarin hij werkte, is Chroestjow voor mij een langrijke figuur geweest. Hij heeft het communistische regime vermen selijkt. Toen hij werd afgezet, heb ik dat ernstig betreurd." U bent achttien jaar met enorme problemen geconfronteerd geworden Trekt u zich die ook persoonlijk aan? Luns: „Ik heb er geen enkele moeite mee om de problemen van me af te zetten. Als ik zondags vrij ben, dan kan ik ontspannen wande len of met mijn zoon schaken. Als een minister van buitenlandse zaken 's nachts in het kussen bijt over de problemen dan moet hij er mee uit scheiden." „Ik ben wel dikwijls lichamelijk moe, maar ik ben me er ook be wust van dat mijn positie maar een klein radertje is." Wat zijn volgens u dc grootste wereldproblemen die in de komende tien jaar moeten worden opgelost? Luns: China" is een uitzonderlijk moeilijk en gevaarlijk probleem." „Dan moeten we enigerlei vorm vinden voor de vermindering van de atoombewapening." Voorts zijn er de problemen van de Derde Wereld, de toenemende af stand tussen onze welvaart en hun moeilijkheden. Men kan wel menen dat het proces van de dekolonialisa- tie hier en daar te snel is verlopen, doch men kan met wellicht nog meer argumenten verdedigen dat het een niet te stuiten historisch proces is geweest. Ik betreur het dat er tot nu toe geen wereldaanpak is voor het stabiliseren van de grondstof- prijzen, want de Derde Wereld is daarmee veel meer gebaat dan met giften omdat ze via een gestabili seerde grondstoffenmarkt zichzelf kunnen helpen, wat hun zelfvertrou wen ten goede komt." Minister Luns neemt afscheid van ons bij een tafeltje, waarop een ge tekend portret van dr. Willem Drees: „Dat is een groot man ge weest. De PvdA van Drees, Van Walsum, Burger, Van der Stoel, Goedhart, Mazure en zovele anderen vervulde een goede en constructieve rol." U bent geen minnaar van Nieuw Links? Luns: „Neen, bepaald niet. Zij zijn in hun methoden ondemocratisch en wat zij willen doet dikwijls den ken aan cripto-communisme". De Londense secretaresses hebben zich gewapend met griepmaskers zo dat zij de Europese griepdans kunnen ontspringen. Engeland heeft het zwaar te verduren tijdens de griepepidemie, vooral omdat de doktoren en verpleegsters ook niet immuun bleken voor griep. FRANKFORT De combinatie van griep en vorst levert grote problemen op in West-Duitsland. In de stad Frankfort werden gisteren 84 sterfgevallen geregistreerd ofwel het dubbele van het normale cijfer in deze tijd van het jaar. Yan de begraaf plaats in de stad wordt vernomen dat begrafenissen wegens de drukte met tenminste een week vertraging worden uitgevoerd. De autoriteiten konden niet zeggen hoeveel slachtoffers de griep had gemaakt. De stad Augsburg heeft personeel van de vuilnisophaaldienst als hulp grafdelvers aangesteld, omdat het do dental hoger dan normaal ligt en vele ADVERTENTIE DUSSELDORP Bij een spoorweg ongeluk in West-Duitsland zijn twee postbeambten om het leven gekomen en 23 personen gewond geraakt. Op het station van Altenbeken (Noordrijn- Westfalen) reed een sneltrein in op een rangeerlocomotief, die een postwagen voorttrok. Het ongeluk gebeurde in een dichte sneeuwjacht. Een postbeambte werd levensgevaar lijk gewond. Voorts liepen drie passagiers uit de sneltrein en de twee machinisten ern stige, 17 passagiers lichte verwondin gen op. Volgens de Westduitse spoor wegen was de rangeerlocomotief door een onveilig signaal gereden. LONDEN In de Schotse stad Glasgow is gisteravond een recher cheur doodgeschoten. Twee andere politiemannen raakten gewond, van wie er een een in specteur gisteravond in levensge vaar verkeerde. De schietpartij speelde zich af toen de rechercheur met zijn collega's huis zoeking wilde doen bij drie mannen die van een bankoverval worden ver dacht, waarbij dertigduizend gulden werd buitgemaakt. Twee mannen wer den gearresteerd, de derde ontsnapte in een auto. Het schieten begon zodra de politie aanbelde. doodgravers door de griep getroffen zijn. Om graven te delven maakt men ge bruik van graafmachines, die de bevro ren bovenlaag van de aarde moeten ver wijderen. De griepepidemie schijnt in het zui den van de Bondsrepubliek af te nemen, maar in het noorden juist groter om vang aan te nemen. Het federaal bureau voor de gezond heidsdienst in Bonn heeft tot dusver 30 overlijdensgevallen geregistreerd die aan griep of aanverwante ziekten te wijten zijn. Van artsen is echter verno men dat de griep in honderden geval len de gehele of gedeeltelijke doodsoor zaak is. In Italië hebben zo'n vijf miljoen mensen de griep. Vele arbeiders, wier inkomsten al besnoeid zijn door de sta kingen, hebben hun kersttoelage uitge geven voor medicijnen en zullen daar om niet zoveel dingen van waarde uit de ramen gooien, zoals zij sinds de da gen van Nero hebben gedaan. Een kwart van de Denen zal met griep in bed liggen, maar de nachtgele genheden zijn toch optimistisch. De De nen eten thuis met oudjaar gestoofde kabeljauw, met gesmolten boter en mosterd, besproeid met akwaviet. Groot vuurwerk is verboden. Ook de Zweden blijven thuis en zo veel hebben er griep, dat de apotheken en drogisten geen asperine meer heb ben. HAMBURG Een Westduitse leger- chef, generaal Albert Schnez, heeft kri tiek geoefend op de doelmatigheid van het Duitse leger. Hij waarschuwde dat men de demoralisatie kon verge lijken met die in het Franse leger in 1940. Dit heeft het Westduitse week blad Der Spiegel bekendgemaakt Schnez, die inspecteur is van het leger, heeft een geheim rapport van 68 pagina's naar het ministerie van De fensie en naar de opperbevelhebbers gestuurd. Het rapport is gebaseerd op klachten van 300 officieren en solda ten. Schnez heeft de volgende conclu sies getrokken: „De paraatheid van het leger gaat achteruit, ondanks moderne en dure wapens, ondanks een grote post op de begroting - vooral in de laatste jaren. Het tijdstip nadert waar op het buitenste kader van het leger uit elkaar zal vallen, omdat de offi cieren en onderofficieren niet vol doen". „Het is de verantwoordelijkheid van de regering op tijd een ontwikkeling tegen te gaan, die zou kunnen worden vergeleken met die in het Franse le ger in 1940". „Het volk kan niet de wil opbren gen zich te verdedigen, de discipline onder de troepen is slecht, er is een gebrek aan zelfvertrouwen, de oplei dingen voldoen niet, in de leidingge vende functies legt men zich er vaak bij neer, en de integratie van het le ger met het volk is onvoldoende. Het is een vicieuze cirkel". Als oplossing stelde Schnez voor, dat het de verantwoordelijkheid der poli tieke leiders is het leger te geven wat nodig is. Een woordvoerder voor het ministe rie van Defensie in Bonn, wilde geen commentaar geven op het rapport- Schnez. Hij wees er echter wel op dat het rapport was samengesteld voor dat Helmut Schmidt minister van De fensie werd. Het rapport zal worden gebruikt bij een grootscheeps onderzoek naar het Duitse leger, dat Schmidt wil houden. Tijdens dit onderzoek zullen regio nale en plaatselijke bevelhebbers en officieren schriftelijk een aantal vra gen moeten beantwoorden. De vragen zullen gaan over alle aspecten van het militaire leven en de resultaten zullen in een witboek van het ministerie van Defensie in juni bekend worden ge maakt. Dit zal de basis vormen voor grote legerhervormingen. ADVERTENTIE BIJ VERKOUDHEDEN 99l 9? LONDEN De hippe meisjes van Londen mogen weliswaar naar de laatste mode gekleed zijn en zich behaaglijk voelen ih hun maxi-jassen, maar zij riskeren hun leven en lede maten. Dit is tenminste de mening van het Britse veiligheidsinstituut. Het zegt dat de maxi-jassen een groot gevaar zijn en ln het bijzonder op roltrappen. Draaideuren en rijdende autobussen zijn eveneens twee bron nen van gevaar voor „maxi-meisjes", zo waarschuwt het blad „Veiligheid" van het instituut. Overigens hebben de meeste Londense warenhuizen zich reeds aangepast aan de maxi- mode. Waarschuwingen als „licht uw maxi op" zijn aangebracht bij de roltrappen. BERGEN (Noorwegen) De Noorse super-tanker „Koning Haakon VII" heeft koers gezet naar iMonrovia, nadat zich vannacht in een van de tanks een ontploffing had voorgedaan. De bemanning van de 220.000 ton me tende tanker werd aan boord genomen van de Italiaan vrachtboot „Cellina", omdat na de ontploffing brand was ont staan. De bemanning keerde echter te rug, toen de brand vanzelf uitdoofde. Een woordvoerder voor de rederij Hilmar Reksten in Bergen, heeft ge zegd, dat geen van de opvarenden ge wond werd. De tanker, die van Schotland op weg was naar de Perzische Golf om daar een lading olie aan boord te nemen, is ADVERTENTIE in de zortier van dit jaar te water ge laten op een Noorse werf. De woordvoerder kon geen bijzonder heden geven over de schade of de oor zaak van de ontploffing, die gebeurde toen de tanker op 180 zeemijl ten wes ten van Monrovia was. LONDEN Bij de ontploffing aan boord van de Shell-tanker Mactra zijn gisteren twee mensen gedood, zo heeft de oliemaatschappij meegedeeld. De ontploffing, die een brand aan boord van het 104.723 ton metende schip veroorzaakte, gebeurde in de Straat van Mozambique voor de zuidoostkust van Afrika. Zes andere personen, onder wie een vrouw, werden gewond. Twee van de gewonden zijn er ernstig aan toe. De verongelukte zeelui werden ge ïdentificeerd als de derde stuurman R. W. Gardemer en matroos eerste klas J. S. Lincoln, beiden uit Engeland. De echtgenote van een bootsman en een bootsman liepen ernstige brand wonden op, terwijl vier andere beman ningsleden lichte brandwonden kregen, zo deelde Shell mee. Shell maakte bekend dat de tanker nu op eigen kracht westwaarts koerst naar het continentale plat voor de kust van Oost-Afrika. Volgens de laatste berichten die Dur ban hebben bereikt, zou de brand aan boord van de tanker nog smeulen. BELGRADO President Tito heeft verklaard dat hij niet optimistisch is wat betreft de toestand in de wereld in 1970. Volgens hem ligt dit aan het gebrek aan goede wil van de kant van de regeringen, die de meeste verantwoor delijkheid dragen voor de wereldvrede. Hij noemde de oorlog in Vietnam en het conflict in het Midden-Oosten en veroordeelde de regeringen van de Verenigde Staten en Israël. Hij zei blij te zijn met de Amerikaans-Russische besprekingen in Helsinki, maar waar schuwde dat deze besprekingen niet ten koste moesten gaan van de klei nere landen. Hij herhaalde dat Joego slavië een Europese veiligheidsconfe rentie vol verwachting tegemoet ziet, een conferentie gebaseerd op Europese landen, niet op machtsblokken. Over de interne ontwikkelingen ln zijn land verklaarde hij: „Ik ben zeer optimistisch wat betreft onze ontwik keling in de toekomst. Wij hebben geen reden ons zorgen te maken".

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 7