HET CELIBAAT IN DISCUSSIE Ontzegging kan een verrijk offer inhouden Het liefdesleven is een stimulans EEN RECTOR NEEMT AFSCHEID NA VEERTIG JAREN Want zonder mij kunt gij niets doen Bij een vorige meditatie werd een ver volg inhet vooruitzicht gesteld. De zelfde tekst ook toen. Met de boodschap, heel dringend en exclusief, dat we zonder Jezus niets kunnen en niets behoeven te doen. Een rank is toch zonder wijnstok nergens toe in staat. Maar een rank kan ook elk moment op die wijnstok rekenen, hij is dag en nacht beschikbaar met zijn levenskrachtige sappen. Zonder Jezus kan 't niet en behoeft 't niet. Maar nu nog verder uitgewerkt. In de derde plaats moe ten wij het zonder Hem ook niet willen doen. „Blijft in Mij", zegt Jezus ook in dit verband. Zoals Ik in U blijf, blijft gij zo in Mij. Als wij ons lege en schuldige le ven niet dagelijks en opzettelijk voor Hem openstellen, naar Hem toekeren, kan de wijnstok van zijn kant ook niets doen. Er staat in diezelfde bijbel, dat Jezus geen krachten kon doen vanwege hun onge loof. Is dat wellicht de schuld ervan, dat we in 1969 zo weinig betekend hebben? Dat wij het zonder Hem deden. Zonder Hem getrouwd waren en zaken deden en ons overgaven aan spel en dans? Als we in 1970 niet elke dag ons ervoor zetten om in Jezus te blijven, wordt het een verlo ren jaar. Als we dat maar goed beseffen. In Hem liggen de genezende krachten, rijk en overvloedig. Mensen blijft in Hem, dan is er voor elke schuld in Hem vergeving, voor elke duisternis van huwelijk en ge zin, in Hem licht, voor alle brokken in Hem genezing, voor elke weg, hoe pot dicht dan ook door de mist, in Hem door braak en nieuw uitzicht, en sterke moed om er weer aan te beginnen. Het zonder Jezus niet willen doen. In Hem blijven! Zegt Hij zelf, die van Mijn kant niets lie ver doet, dan in U te blijven. GODFRIED BOMANS: Winst Verbaasd DR. H. MUSAPH: Binnen zes jaar DRS. S. A. COLTHOF: Joodse school stimuleert Joods bewustzijn In Rome is het woord schisma al gevallen kerkscheuring bewijs dat er na het pastoraal concilie in Xoordwijkerhout wel degelijk kan worden gesproken over een strijd tus sen het hoogste gezag in de rooms- katholieke kerk en de Nederlandse kerkprovincie. Die strfyd heeft zich dan nu toegespitst op de celibaatskwestie en dat is toch wel merkwaardig. Want met alle begrip voor de noden ener zijds die het verplichte celibaat aan sommige priesters oplegt en met alle respect ook voor de woorden van de paus waar hij het celibaat „een schit terend juweel aan de kroon van de kerk* noemt het gaat hier over be stuurlijke zaken. Wel belangrijk, maar toch niet meer dan een .juweel aan de kroon" niet de kroon zelf. Het had ook anders gekund, want het is niet het eerste conflict dat de laatste jaren tussen Rome en Neder land heeft bestaan. Men denke aan de moeilijkheden rond de nieuwe Neder landse Katechismus. Toen ging het wel degelijk over vragen die het hart van de kerk raken, over het geloof en over al datgene wat de mens bindt aan God, zijn Schepper. En over de rol die de kerk in dat geloofsleven vervult. Men denke ook aan de bittere kritiek die de laatste jaren vooral ook in Ne derland jegens het Vaticaan is geuit. Kri tiek op de macht en de rijkdom van de kerk als instituut, kritiek op de po sitie van de paus als feitelijk alleen heerser, kritiek ook op de rol die het Vaticaan soms speelt in wereldpolitieke zaken. En dan is er de grote teleur stelling geweest over de pauselijke en cycliek inzake de geboortenregeling. Maar bij dat alles is het woord schisma niet gevallen. Niet dat al de ze conflictstof dood en begraven is, in tegendeel. Misschien heeft dit alles juist liggen smeulen en is het oorzaak dat me dan de vlammen naar buiten uitslaan. Over een zaak die duidelijk minder belangrijk is dan de aspecten die we hierboven noemden. Tot die conclusie moet men immers wel komen als men de argumenten pro en contra op een rijtje zet. Paus Paulus grondt zijn beslissing tot handhaving van de celibaatswet op deze punten: De „stralende getuigenissen" uit het verleden van priesters. Het celibaat stelt de priester In staat zich totaal te wijden aan de dienst van Christus. PAUS PAULUS KARDINAAL ALFRINK Het celibaat is een teken van lief de zonder reserve. De nauwe band tussen maagde lijkheid en priesterschap in de persoon van Christus wijst naar het celibaat. Daar stellen dan de bestrijders van de celibaatswet dit tegenover: De opvattingen over de gehuwde en ongehuwde staat *ijn wezenlijk veranderd. De celibaatswet wordt niet meer ervaren als onmisbaar bij de uit oefening van het priesterambt. Het celibaat doet afbreuk aan het eigen levensgeluk van de priester. De celibaatswet offert de mense lijke vrijheid op aan verouderde structuren. Heel nuchter beschouwd doet geen van deze beide argumentaties erg sterk aan. Natuurlijk heeft paus Pau lus gelijk als hij spreekt over „stra lende getuigenissen", want er zijn priesters, missionarissen. klooster lingen geweest (en nog) die het goddelijk liefdesgebod op prachtige wijze in prak tijk hebben gebracht. Maar zo zijn er ook dominees en zendelingen geweest. gehuwde mannen en vrouwen wier getuigenis niet minder stralend ge noemd kan worden. En natuurlijk kan men de paus begrijpen als hU spreekt over het ongehuwd zijn van de pries ter als „een teken van liefde zonder reserve" - maar is het voor een ge huwde dan niet mogelijk God Hef te hebben „zonder reserve"? De bestrijders van de celibaatswet dra gen al evenmin indrukwekkende argu menten aan. Het feit immers dat we in een andere tijd leven bewijst niet dat daarmee ook het goede van vroe ger tijden moet worden weggevaagd - vooropgesteld dat het mogelijk zou zijn een antwoord-voor-alle-eeuwen te geven op de vraag wat wel of niet goed is. Met deze zelfde argumenten zou men het monogame huwelijk om ver kunnen praten! Maar hoe dit alles ook zij de dis cussie is er. En indie discussie laten we hieronder twee mensen aan het woord die elk op hun wijze diep over deze zaak hebben nagedacht. Hun meningen lopen niet parallel - er zal nog veel water door de Tiber stro men voor en aleer dat het geval zal zijn! Godfried Bomans, 56 jaar en rooms-katholiek, staat met z'n benen in het klassieke roomse leven en met zijn hoofd in de revolutionaire vernieuwings- stroom van zijn kerk. Te lang is hij in Nederland beschouwd als de nationale moppentrom mel het gevolg van amusante „jeugdzonden" als zijn boek Pieter Bas en zijn stripverhaal Tante Pollewop. In de afgelopen tien jaren blijkt Godfried Bomans steeds duidelijker een ontwapenende denker die met de twijfel als basis, een weg zoekt in de cul turele revolutie, die onze be schaving beleeft. Het verleden en vooral zijn kerkelijk verleden ontmas kert hij met een liefde die soms naar heimwee zweemt de vernieuwingen aan vaardt hij met een nuchtere reserve. Deze spanning werd wel zeer duidelijk in zijn onlangs gepubliceerde tweespraak met de eveneens rooms-katholieke schrijver Michel van der Plas, dat als titel meekreeg: In de kou deze spanning bleek op ontroerende wijze in zijn tele visiereportage „Stroomt er in Rome nog water?", die de NCRV onlangs uitzond. Z\jn brievenbus ligt vol met brie ven van kijkers die schrijven over hun onzekerheden en die b|j hem steun pogen te vinden. Zijn begrip voor het verleden en zijn aan vaarding van de toekomst, maken hem tot een tussenper soon op een breekpunt van de geschiedenis. De strijd om het celibaat binnen de rooms-katholieke kerk heeft hij in vele publi- katies van kanttekeningen voorzien. Waarom is er een celi baat? „Er wordt bijna uitsluitend gepraat over het verlies dat het celibaat geeft. Ik ben zo benieuwd naar de man of de vrouw die getuigt over de winst van het celibaat". Moeten celibaat en pries terschap verbonden blijven? „Het celibaat moet een vrij willig offer zijn. Door het voor te schrijven heeft men dit offer ontluisterd". Wat is de waarde van het celibaat? „Het is een ontzegging waardoor men iets verkrijgt dat in het huwelijk in minde re mate wordt verkregen". Wat kan men dan door het celibaat verkrijgen? „De mogelijkheid om zich meer te verdiepen en om zich toe te leggen op het ho gere". Heeft dit iets met reli gie te maken er zijn kankerspecialisten die ook niet trouwen. „Als deze ontzegging voort komt uit medemenselijkheid dan acht ik haar van even grote waarde als wanneer het celibaat voortkomt uit liefde tot God. Ik dacht dat het erom ging of men door de ontzegging zichzelf of iets bui ten zichzelf zoekt". Zal deze hogere inspira tie velen gegeven zijn? „Neen, maar de vrijwillig heid zal de waarde van het celibaat enorm doen toene men". Als de waarde slechts kan stijgen, waarom ver zetten zich dan vrij veel priesters tegen de ontkoppe ling priesterschap-celibaat? „Ik moet helaas vermoeden dat bij de tegenstanders van de ontkoppeling velen zijn die spijt hebben dat zij slechts mèt het celibaat priester kon den worden." „Het is mijn vaste overtui ging dat vrijwillige ontzeg ging de mens tot grote hoog ten kan voeren religieus gezegd: tot grote heiligheid, tot een grotere eenwording met God". Waarom wordt het offer, de beperking zo krampach tig bij de erotiek gezocht? „U zinspeelt op een besmet ting van mijn christelijke af stamming, waar de erotiek een nauwelijks aanvaarde plaats had. Toch handhaaf ik mijn stelling. De erotiek is zo'n machtig element van het mens-zijn. Wie zich ter wille van de eenwording met God de erotiek ontzegt, zal de een wording ook deelachtig wor den". Waarom nu juist door de ontzegging van de erotiek; er zijn toch nog andere diep-menselijke impulsen, zoals de bezitsdrang en de macht? „De ontzegging van de ero tiek heeft in het religieuze le ven ook nooit alleen gestaan. De kloosterling legt drie ge loften af: zuiverheid, armoe de en gehoorzaamheid". „Nu heeft het mij ook wel verbaasd dat men wel het ce libaat, maar niet de armoede en de gehoorzaamheid aan valt. Ik vermoed echter dat men de strijd tegen het gezag overlaat aan andere maat schappelijke groepen, die zich daarmee intensief bezighou den. De strijd tegen het celi baat is een puur kerkelijk probleem, waarvoor buiten de kerk geen enkele groep in het krijt wil treden". „De strijd tegen de armoe de is niet interessant in deze tijd. Materiële onthechting is zelfs erg populair. Bovendien is de armoede voor de kloos terling nooit een praktisch probleem geweest, want de kloosterling kwam doorgaans materieel niets te kort. Ster ker: de kloosterling had het op dit gebied beter dan de leek, want de kloosterling be hoefde ook geen materiële verantwoordelijkheid te dra gen." Zal het priesterschap nog lang aan het celibaat ge koppeld blijven? „Naar mijn mening zal Ro me binnen de zes jaar het priesterschap en het celibaat ontkoppelen in Nederland zal dat veel eerder gebeu ren." Dan wordt dus in de toe komst een gehuwde paus mogelijk? „Dat denk ik niet. De paus zal wel altijd worden gekozen uit de kleine groep die vrij willig voor het hogere heeft gekozen." „Bij mensen die helemaal niets we ten van de leefwijze van priesters en nonnen leeft de hardnekkige misvat ting dat dit veelal mensen zijn die de kat in donker knijpen. Ze denken dat priester en nonnen allemaal stie keme seksuele relaties hebben omdat men zich het leveï. niet kan voorstel len zonder actieve sex. Dat is echter een misvatting om dat het zeer wel mogelijk is dat men zo geconditioneerd is dat men goed functioneert zonder seksueel leven Voor een grote groep levert het celi baat wat dit betreft geen probleem op". Aldus de Amsterdamse psychia ter dr. H. Musaph over het hete hang ijzer van het pastoraal concilie in Noordwijkerhout. Hij wil aan de andere kant echter direct signaleren dat een celibatair leven ook een handicap kan zijn. „Seksualiteit is belangrijk in het ge voelsleven van de mens. Zonder sex wordt de accu van de mens onvol doende bijgeladen. Een normaal lief desleven is een stimulans voor gees telijke prestaties, ook op ander gebied Het celibaat vormt echter nog een an dere ernstige handicap. Men heeft niet de gelegenheid zijn woede te ui ten bij de partner die lief eh leed deelt. Men mist aldus een normale uitlaatklep die voor de geestelijke hy giëne noodzakelijk is. Seksualiteit is voor het dagelijks leven van grote be tekenis. 'De bron droogt zonder dit gemakkelijk op." Dr. Musaph stelt dat zodoende het pro bleem dat thans vooral binnen de ka tholieke kerk in Nederland aan de or de is, bij het publiek in het algemeen zowel wordt overschat als onderschat. Een andpr aspect acht hij dat vaak de beste en intelligentste kinderen uit een katholiek gezin tot de geestelijkheid toetreden. Vaak het beste materiaal wordt zo aan de voortplanting onttrok ken. Dr. Musaph: „Naar mijn mening is het een kleine groep die een oplossing zoekt in onaneren of een geheime ver houding. Dat is geen optimale oplos sing, maar we hoeven ei niet bekla genswaardig over te doen. Er zijn ten slotte talloze mensen die zich moeten behelpen". Hoewel dr. Musaph de problemen die het celibaat met zich brengt ge nuanceerd beoordeelt, is zijn conclu sie vanuit psycho-hygiënisch standpunt bezien toch dat het een geweldige vooruitgang zou zijn als het celibaat zou worden afgeschaft. (Van een medewerker) De leerlingen komen uit het gehele land: uit Twente zowel als Noord-Bra bant, van de Veluwe en uit het West- land, uit het Friese merengebied en van de Zeeuwse eilanden. En toch is het maar een middelbare school. Veel leerlingen die het Joods Lyceum Mai- monides te Amsterdam bezoeken zijn reisscholieren. Anderen die verder van de school hun geboortestad hebben, zijn in de hoofdstad bij joodse (pleeg)- gezinnen ondergebracht. „Veertig jaar geleden", zegt rec tor drs. S. A. Colthof, „is de school gesticht omdat een joodse school het joodse bewustzijn stimuleert. Het doel was en is joodse leerlingen in eigen omgeving op te voeden. In schooltijd krijgen ze joods onderwijs, waaronder Hebreeuws, maar ook het algemene onderwijs heeft zijn joods stempel. Het laat zich verstaan dat op een joodse school de Kruistochten anders worden behandeld dan op een christelijke school of zelfs maar een openbare school. En dat ondanks alle vriende lijkheid jegens de joodse leerlingen op andere scholen". Veertig jaar is drs. Colthof aan deze enige middelbare school van joods bij zonder onderwijs verbonden, sinds 1959 als rector, voordien, van het prille be gin van de school af, als leeraar wis kunde. Zondag 18 januari zal hij zijn rectoraat overdragen aan dr. A. Rijx- man. een oud-leerling van de school. Over de vriendelijkheid voor joodse leerlingen van andere scholen kan hij overigens uit zijn jeugd ruimschoots meespreken. Hij werd in Roermond ge boren, waarna zijn ouders zich toen hij twee jaar oud was in Oss vestigden. Daar bezocht hij de eerste klassen van de lagere school. „Het was een openbare school", ver telde hij. „Twee katholieke onderwijzers gaven les aan zes klassen, voor de helft met protestantse en voor de andere helft met joodse kinderen gevuld. Op Sabbath werd op die openbare school geen les gegeven, op de joodse feestda gen was het onderwijs aan de protes tantse kinderen niet mogelijk omdat de helft van de leerlingen maar de loka len bevolkten". Al jong, op tienjarige leeftijd, werd de heer Colthof zelf spoorscholier. Het was toen in de mobilisatietijd van de eerste wereldoorlog nog maar één leraar die de zes klassen onderwijs moest verstrek ken. In den Bosch bezocht hij verder de lagere school en nadien de middelbare school om ten slotte in Utrecht wiskun de te gaan studeren. Maar nog voor hij was afgestudeerd werd hij leraar aan de toen nieuwe Joodse hbs, in 1956 om gezet in het Joods Lyceum,Maimonudes zo genoemd naar de twaelfde-eeuwse belangrijkste joodse godsdienstcodifica- tor. „Ik kreeg toestemming om voor de klas te staan als onbevoegd leerkracht omdat iemand van eigen richting voor keur verdiende". Zo is het overigens al lang niet meer. Hoewel de school al leen joodse leerlingen (160) kent, zijn de leerkrachten veelal niet-joden. Als een bezwaar wordt dat niet gevoeld, al verheelt drs. Colthof niet dat het voor zijn school „niet de meest ideale vorm is". Wij stellen uiteraard wel de eis dat in noch buiten de school aan zendings- of missiewerk wordt gedaan. Maar joodse leerkrachten zijn er vrijwel niet te krij gen. De zuigkracht van de wetenschap en industrie is te groot. Dat is niet al leen in Nederland het geval. Het speelt over de hele wereld. Tot zelfs in Isra el". Het heeft volgens de scheidende rector toch een nadeel, „er vervalt een bepaald voordeel van de 6chool wat het specifiek joodse betreft, doordat niet- joodse leerkrachten in vakken moeten lesgeven waar een joodse leraar een fa cet van het jodendom zou beklemtonen" Daar staat echter tegenover, dat in de schooltijd joods onderwijs wordt gegeven, de schoolleiding en het bestuur joods zijn, en de beleving van de Jood se feestdagen hoogtepunten zijn". Het joodse onderwijs volgt het orthodoxe jo dendom, hoewel de leerlingen uit alle joodse milieus komen. Ook liberale en vrijzinnige joden. „Daardoor brengen de leerlingen zelf afwijkende denkbeelden naar voren", zegt drs. Colthof. „Het be langrijkste is echter dat deze leerlingen die het jodendom als gemeenschappe lijke band hebben, met elkaar leren om gaan en elkaar leren respecteren. Juist dat met elkaar omgaan en respecte ren zijn de redenen dat sommige jood se ouders hun kinderen naar openbare scholen zenden, omdat zij daar met leeftijdgenoten van alle richtingen uit de Nederlandse samenleving leren om gaan. Rector Colthof is het daar niet zo mee eens: „De openbare school is toch op het christelijke cultuurpatroon geënt. Onze joodse leerlingen worden op de joodse bijzondere school niet opgesloten in eigen kring en afgesloten van de rest van de samenleving". De argumenten voor een eigen joodse middelbare school gelden na de oor log zelfs in versterkte mate. Door de vervolgingen zijn veel joden zich meer bewust geworden van hun eigen ach tergrond. Niet alleen in godsdienstige zin, maar ook in nationaal opzicht. De negatieve aspecten van 1940-1945 en de positieve van de staat Israël zijn gaan meespreken. Het is ook aan de lijst van oud-leerlingen te merken. Achter som mige jaarklassen staan geen namen vermeld. Zij zijn in de Duitse kampen vermoord. En achter vele namen van de na-oorlogse leerlingen staat als hui dig adres een plaats in Israël. Dit be schouwt de scheidende rector als een kroon op zijn werk. jyjaar dan in de vierde plaats steeds be seffen, als de grote Landman het dikwijls heel nodig vindt om te snoeien, zijn mes te hanteren en op te ruimen op dat wij meer vrucht zouden dragen. Wat een leed in het voorafgaande jaar. Schrij nende wonden zijn er geslagen, die maar steeds weer gaan bloeden. Hoeveel graven zijn er in de afgelopen weken niet be zocht? Raadsels! Het is soms om het uit te schreeuwen. De Here beware ons voor allerlei goedkope oplossingen. Maar Hij die zelf ook peilloze ellende gekend heeft en het waarom heeft uitgegild, die niet kwam om ons alerlei oplossingen aan de hand te doen, maar wel de grote verlos sing kwam brengen, Hij zegt het ons, dat het mes er is om te snoeien, om te snij den en plaats te maken voor Zijn sappen (wijnstok) voor Zijn werk, voor de door braak van Zijn rijk, opdat ge meer vruch ten zoudt dragen. Ik denk aan iemand, die toch ook het nodige moest doormaken en die het in diepe ootmoed uitsprak, dat hij nooit durfde te zingen: „En weer steeds alle smart" maar het dan veran derde en zong: „En heilig alle smart".'Hij wist dat het snoeimes nodig was opdat we veel vruchten zouden dragen en de vader verheerlijken. J^n dan is het laatste van deze medita tie dat, hoe het ook mag gaan, het' vruchtbaar moge zijn voor de grote Land man. Hem behoren we toe, Hij investeer de zoveel in ops. Laten we bidden, elke dag weer, dat Hij er de revenuen van trekken moge. In liefde, in zelfverlooche ning, in trouw, in matigheid, in vrede, in blijdschap, in reinheid, in offergezind heid, in heilige wandel, enz. enz. Het gebed voor de toekomst: Laat m'in U blijven, groeien, bloeien, o Heiland, die de wijnstok zijt! Uw kracht moet in mij overvloeien, of 'k ben een wis verderf gewijd. Doorstroom, beziel en zegen mij Opdat ik waarlijk vruchtbaar zij! Veenendaal, Ds. D. van Enk.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1970 | | pagina 13