Brainwave" in het Twellose Kleine stijging van aantal Joodse Nederlanders in Gelderland Q? helft van de ruim negenhonderd Ne derlandse gemeenten heeft géén zwem bad. Dan praten we alleen nog maar over geméénten. Het tekort wordt nóg groter als we er talloze dorpen en buurtschappen zonder zwembad bijtellen, die deel uitma ken van bepaalde gemeenten. Nog een schepje er bij op: een kwart van de be staande zwembaden moet binnen afzien bare tijd afgekeurd worden. Het zal zeker tien jaar duren voordat het aantal zwem baden „op een redelijk peil" is gebracht, zo werd onlangs in de T weede Kamer ge zegd en in die berekening was het aantal af te keuren baden nog niet eens betrok ken. Een eenvoudig mens gaat zich op 't laatst afvragen: „Wat is zon zwembad nu helemaal? Je hebt een gat In de grond nodig, een kuip en apparatuur voor water verversing. Is het allemaal zó ingewikkeld dat we er met elkaar niet uit kunnen komen?" We zijn er tot dusver inderdaad niet uit gekomen. De cijfers van de tekorten kun nen dat duidelijker zeggen dan mooie ronde volzinnen. Dit alles met in 't voor uitzicht een hals over kop toenemende vraag naar zwembaden voor mensen met meer vrije tijd en instructiebaden voor kin deren, die zwemmen moeten leren. Dit land, ooit aan de zee ontrukt, doet zijn buurlanden tóch al versteld staan door zijn geringe aantal mensen, dat zich rede lijk in het water kan bewegen Pekelbakwieg van 't polyester zwembad critici, die het allemaal zo een voudig vinden, hebben ongelijk. Een zwembad is wel iets méér dan een gat in de grond met wat voorzie ningen. Menige bestuurder heeft zich al de tanden stukgebeten op het pro bleem van de bouw en de daarop vol gende exploitatiekosten. Maar toch je kunt soms een idee krijgen. In het begin van de zestiger jaren kwanTzo'n idee op bij het bouwbe drijf van de gebroeders Van den Belt NV in Twello. Al tientallen jaren lang hadden de gebroeders gebouwd, altijd met onderhandse opdrachten en dat ging prima. Toen ze weer eens bij el kaar zaten om het werk te bespreken kwam er het voorstel, het nieuwe ma teriaal polyester in de gaten te hou den. Misschien was er ooit iets mee te doen. Het hoefden niet direct wilde avonturen te worden, daarvoor liepen de gebroeders al te lang mee in dit vak, maar ze zouden kunnen beginnen met pekelbakken. Een van de tegenwoordige directeu ren, de heer G. F. van den Belt, over het verdere verloop: „Och ja, hoe gaat zoiets. Je zit met elkaar naar 't voet ballen te kijken en je praat eens wat, ook over de zaak natuurlijk. Toen dachten we zo, dat zulke pekelbakken in 't groot best leuke zwembassins konden zijn. Maar dan in segmenten natuurlijk en van gewapend polyester. Met glasvezel. Enne, ik geloof dat het wel aardig gelukt is." Dat „aardig gelukt" is een under- Ook in de vormgeving staat de ontwikkeling niet stil. Hier (foto boven) zyn medewer kers van Tip. Combine in de Twellose Industrie Plastics NV bezig met het maken van nieu we matrijzen Het opspuiten van de glasvezel wapening is een karwei, waarbtf de spuiter op een totale hoeveelheid van bv. 120 kg kans ziet, zich geen kilo te vergissen Ook in andere afde lingen is het handwerk van de vakman nodig: hier (foto hier naast) wordt een kleurlaag op het materiaal aangebracht Segmenten klaar voor verzen ding (foto onder). De „inkeping" is de golfslaggoot, die hinderlijk terugklotsen van het water voor komt en waaraan de zwemmer zich ook kan optrekken. Inmiddels heeft Tip. Combine ook een ontwerp in voorberei ding, waarbij de cabines even eens van kunststof worden ge maakt. En van 't een komt het ander: complete badkamers van polyester voor woningen en an dere gebouwen zijn eveneens binnen bereik. Alleen closet en wasbak zullen dan van het tot dusver gebruikelijke mate riaal worden gemaakt. statement van klasse. In zeven jaar tijd werden bijna honderd zwembaden met gewapend polyester bassins ge bouwd of mede gebouwd in projec ten van anderen in Nederland, Bel gië, Frankrijk, Duitsland en Denemar ken, Door de nieuw opgerichte NV Tip. Combine Bouw- en Adviesbureau voor Zwembaden, die uit het Twellose idee ontstond. Dat het een eenvoudige zaak was, zal men van de gebroeders niet horen. Intensief voorbereidend werk overtuigde hen ervan, dat de eisen niet gering waren. Eisen van kwali teit, Van prijs. Van „aanzien", want met een ontoonbaar bad hoef je on danks de grote vraag nergens aan te komen - gelukkig. Wat de kwaliteit betreft, gewapend polyester heeft van zichzelf natuurlijk al veel mee: geen onderhoud, geen bevriezingsge vaar, veel minder gevaar van verwon dingen dan bij beton. De segmenten zijn ook veel gemakkelijker aan te brengen dan een betonnen bad met zijn arbeidsintensieve constructie. Daarmee komen we ook op de prijs, die bepaald laag is. Wie een stukje grond heeft kan in Twello al een be hoorlijk overdekt instructiebad bestel len voor ongeveer 650.000 en een open bad voor nog geen ton. Zo loopt het dan verder op tot twee miljoen. Bijzonder gelukkig is het idee ge weest, bij deze bouw alles in eigen hand te houden. Op deze manier kan niet alleen een lage prijs worden af gegeven, maar bestaat ook de garantie dat die prijs te handhaven is, alge meen geldende verhogingen natuurlijk daargelaten. Er is ook de zekerheid, dat het bad in een paar maanden tijd kan worden gebouwd. Wel heeft men vanaf het begin contact gezocht met het adviesorgaan voor zwembaden van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, die heel enthousiast was, en met TNO over de kwaliteit. ^"iets werd onderschat, ook de es- thetische kant niet. Een overdekt zwembad vooral is niet alleen een zweminrichting, maar ook een ge bouw. Daarom dus een architectenbu reau van naam erbij betrokken: het bureau van architect L. G. Brouwer in Den Haag, dat nu ook in Twello een vestiging heeft. Het is een vorm van onafhankelijke samenwerking, waar bij de heer Brouwer de overdekte ba den van binnen en van buiten een ei gen gezicht gaf en geeft. Belangrijk is daarbij onder meer de toepassing van een bijzondere beglazing, die voor een mooie ruimtelijke werking zorgt. Op z'n alledaags gezegd: een overdekt bad wordt zo gauw een holle bunker, maar hier is het een prettig aandoend zwembuis geworden. Een huis, waar naar vertegenwoordigers van gemeen ten en stichtingen graag eens komen kijken, wanneer zij mogelijkheden in 't verschiet zien. Die mogelijkheden vallen vaak erg mee, dat zal intussen duidelijk zijn. Tip. Combine vertelt er deze gasten meestal niet zoveel over. Eerst samen kijken in een van de honderd afge bouwde zwembaden, zo luidt het de vies. Misschien ook even in de eigen Twellose Industrie Plastics NV, waar de basinsegmenten worden gemaakt. Dan praten. Over een enkel zwembad, waarvoor misschien lang is gespaard en dat nu opeens binnen bereik komt. Ook misschien wel over een complete bouwstroom van vijfentwintig stuks, zoals die op 't ogenblik in de provincie Utrecht wordt uitgevoerd. Een vast principe bij die gesprekken is: „Noem het bedrag dat u kunt besteden, dan zullen wij zeggen wat we ervoor kun nen doen." Als het bedrag aan de lage kant is komt Tip. Combine niet met een „uitgekleed" zwembad uit de bus, maar met een bescheidener opzet van een compleet geheel. Dit is wel op merkelijk: seriebouw, die zich toch kan aanpassen bij het budget en an dere wensen van de klant. Bovendien krijgt die klant er desgewenst exploi tatie-adviezen bij. Directeur Van den Belt: „Als je het plezier ziet dat de mensen erin hebben, nou, dan krijg je er zelf ook steeds meer plezier in." |^ie hele zwembad-affaire in ons land is natuurlijk een verrukke lijk onderwerp voor filosofieën, zo wel voor particulieren, als in de be stuurlijke sfeer. Tip.Combine rekent het bepaald niet tot haar taak om ook daarin bijdragen te leverep, maar al werkende zié je natuurlijk wel het een en ander. Misschien ook, dat som mige gemeenten nooit aan een zwem bad toekomen omdat ze te veel ineens willen? Adjunct-directeur H. Westera ziet dat hier en daar wel zitten, zo ge tuigt hij - zij het met enige behoed zaamheid. In vakkringen circuleert het verhaal van het Engelse Coventry: een zwembad van veertien miljoen (in guldens) met een jaarlijks exploitatie tekort van een miljoen. Maar dichter bij huis zijn voorbeelden te vinden van organisatoren, die alleen een zwembad willen als het ook geschikt is voor uitgebreid wedstrijdgebruik. Móet dat nou? Terwijl zoveel kinde ren zitten te wachten op een instruc tiebad, dat er op deze manier óók niet komt? Het zou beter kunnen zijn, een voudig te beginnen. Zeer huiselijk voorbeeld: de man die geld heeft voor een goeie kleine auto, maar alleen een Mercedes wil hebben, die man zal nog heel lang moeten fietsen. Dit betekent niet, dat bij zwembadbouw naar een absoluut minimum moet worden ge streefd. In gemeenten met alleen een openluchtbad komt het voor, dat kin deren maar zeven keer per jaar aan schoolzwemmen toe komen. Dat hoeft niet, als er een overdekt instructiebad is, de goede kleine auto misschien van de man, waarvan zojuist sprake was. De kleine voorziening, die te beta len én te onderhouden is. Overpein zing van de heer Westera: „Commer cieel gezien zou het natuurlijk wel leuk zijn voor ons, als iedereen zo duur mogelijk bouwde. Maar niemand schiet er iets mee op. De gemeenschap blijft met de exploitatietekorten zitten. Het is gewoon iets, dat niet moet ge beuren. Je moet doelmatig denken in die dingen. Dan kom je tot de slotsom, dat een schaap met vijf poten niet De Twellose profeten van het polyestewwembad werden niet alleen in het buitenland, maar ook in eigen land en in de allernaaste omgeving geëerd: z(j bouwden o.m. in Apeldoorn (St. Josephstlchting en binnenkort in Zevenhui zen), Rhenen. Veenendaal, Ede. Hoenderloo, Wezep, Wilp en Zutphen. Alles in clusief verwarming en waterzuivering. bestaat - ook niet in de zwembad- bouw. Wat je in die bouw en met dit systeem wél kunt doen is: faseren. Begin met de voorziening, waaraan op dit moment de meeste behoefte be staat. Dan leert de tijd, wat verder nog mogelijk is." In die geest worden ten kantore van Tip. Combine vele gesprekken ge voerd met naar zwemwater dorstende bestuurders en organisatoren. J^r is de bouwers van na de oorlog wel eens verweten, dat zij geen effectief gebruik maakten van nieuw ontwikkelde materialen. Hier kwam een bouwer op .het idee om niet alleen een nieuw materiaal te gebruiken, maar er ook ,'nog een nieuw project mee van de grond te krijgen: een goedkoop zwembad in seriebouw met vele variatiemogelijkheden. Hij breid de daarmee in een paar jaar tijd ons benauwde areaal aan zwembadruimte uit met zestigduizend vierkante meter wateroppervlak. Daarbij zijn de vijf tig particuliere zwembaden in tuinen niet meegerekend - dat is eigenlijk een verhaal apart. Het nog steeds be staande bouwbedrijf in Twello kreeg er door dit werk twee NV?s bij, het aantal werknemers liep op tot 250 man. En niemand in dit bedrijf, op welke stoel hij ook zit, zegt: „Ik heb dit of dat gedaan." Je kunt er in 't voorbijgaan wél iets horen in deze geest: „De burgemeester van X belde vanmorgen. Hij-had een deputatie van kinderen bij zich gehad en die kinde ren vroegen, of het zwembad er in 't nieuwe jaar écht zou komen. Daar maakte de burgemeester zich nu zorgen over. Want kinderen kunnen het zo heel indringend zeggen. Hij was zelf ook weer aan 't twijfelen geraakt misschien. Maar waarom? Het sys teem klopt. We hebben gezegd: „Bur gemeester, u hebt ze niet teveel be loofd. We hebben afspraken gemaakt en daar kan niets meer tussen ko men." Zo eenvoudig voor de buitenwe reld althans zit het daar in 't Twel lose in elkaar. I V provincies Utrecht en Gelderland vor- men in de Joodse gemeenschap van Ne derland een uitzondering. Terwijl met uitzonde ring van Noord-Holland (Amsterdam) alle pro vincies een daling van het aantal Joodse in woners te zien geeft ten opzichte van de daar geborenen, is in Utrecht en Gelderland een kleine stijging te constateren. Van de 29.675 Joden die op 1 januari 1966 in ons land woonden een aantal groter dan gedacht was 8.5 pet. in Utrecht en Gelderland geboren. Er woonde echter 9 pet. van de Joden. Na de vier noordelijke provincies, die een da ling te zien gaven van 10.6 pet. daar geboren Joden naar 6,3 pet. daar wonende Joden, vol gen de zuidelijke provincies. Van de Joden in Nederland werd in Noord-Brabant, Limburg en Zeeland 4.3 pet. geboren. Er woont thans nog maar 3.7 pet. De meeste Joden wonen in Noord-Holland, waar twintigduizend Joden zijn gevestigd. Het overgrote deel hiervan verblijft in Amsterdam, dat een Joodse bevolking van 15.700 zielen heeft ofwel de helft van de Joodse gemeen schap van het gehele land. rieze cijfers en percentages zullen in de loop van dit jaar in boekvorm verschijnen. Het zijn de resultaten van een demografisch on derzoek dat in opdracht van Joods Maatschap pelijk Werk is verricht en waarvan ons dezer dagen enige van de belangrijkste uitkomsten zijn bekendgemaakt. Het aantal Joden van bijna 30.000 is hoger dan ooit voordien na de oorlog in een onderzoek naar voren gekomen. Bij de volkstellingen gaven maar 14.000 Ne derlanders zich als Joden op. En het in 1954 gé- houden demografisch onderzoek gaf ten hoog ste 24.000 Joden aan. Het blijkt eerst thans dat de bronnen van dit rapport niet geheel wetenschappelijk wa ren verantwoord. Het putte zijn gegevens hoofdzakelijk uit de cartotheken van Joodse ge meenten. Bij hen niet bekende Joden werden derhalve niet meegerekend. Bij het onderzoek per 1 januari 1966 zijn be halve de cartotheken van Joodse gemeenten ook openbare registers geraadpleegd. Het is hierdoor dat een aanmerkelijk hoger aantal Jo den in Nederland is genoteerd. A/an de 29.675 Joden, van wie 15.700 vrouwen en 14.200 mannen, beschouwd; meer dan de helft zich geen lid van een Joods kerkgenoot schap. Uif het onderzoek blijkt overigens dat hoewel het aantal Joden aanzienlijk meevalt, en daaruit geen conclusie te trekken zou val len over het voortbestaan van een Joodse ge meenschap, de Joodse identiteit en Joodse kwaliteit zeer laag is gesteld. Van de 15.262 ge huwde Joden blijken 5804, ofwel 39 pet. een ge mengd huwelijk te zijn aangegaan. Het gemengde huwelijk blijkt met rasse 1 schreden toe te nemen. Sinds 1945 is aan genomen, dat het percentage gemengd gehuw den in de Joodse gemeenschap zo groot is om dat relatief veel gemengde huwelijken de Duit se .Jodenvervolgingen hebben overleefd. Met de uitkomsten van het demografisch onderzoek in de hand kan dit standpunt worden verlaten, het blijkt namelijk dat van de Joden die voor 1945 in het huwelijk traden 31 pet. een gemengd huwelijk sloot, maar dat 43 pet. van de na de oorlog gehuwde Joden een niet- Joodse levenspartner koos. Dat percentage wordt overigens steeds hoger. Van de Joden die in de jaren 1955-1959 een echtverbintenis aanging huwde van de mannen 47 en van de vrouwen 50 pet. gemengd. Het is dan ook begrijpelijk dat omstreeks een derde van de bij de ouders inwonende Joodse jongeren onder de twintig jaar uit een gemengd huwelijk afkomstig is. Dat wil zeg gen: wat als Joodse jongeren wordt gerekend. En dat is van oudsher alleen van een Jood se moeder. Het aantal jongeren uit een ge mengd huwelijk is derhalve veel hoger. Maar bij het demografisch onderzdek zijn kinderen van een Joodse vader en niet-Joodse moeder niet meegeteld. In totaal zijn van 0-20 jaar 7700 Joodse jon- gereh in Nederland. Ook dat aantal is aanmer kelijk groter dan ooit gedacht. Maar aangezien 'n groot deel uit een gemengd huwelijk afkom stig is, moet hun Joodse identiteit niet groot worden geacht. Aan de hand van het demogra fisch onderzoek wordt dan ook de prognose ge maakt, dat over twintig jaar het aantal Jo den zal zijn afgenomen tot 27.600. De door de Duitse vervolgingen ontstane on gezonde leeftijdspiramide van de Joodse be volking doet zich nog steeds gevoelen. Bij de Joden is ouder dan 65 jaar 15.5 pet. terwijl dat voor de gehele Nederlandse bevolking maar 9.7 pet. is. IVog sprekender is het, als uitgegaan wordt van boven de 45 jaar: bij de Joden 48.4 pet., gehele Nederlandse bevolking 29.6 pet. Slechts tien procent van de Joden is tussen de 20 en 45 jaar. Dat bij de Joden maar 26 pet. ^n verhouding tot de gehele bevolking met 38 pet. tussen de 0-20 jaar is, is daar een gevolg van. Ook anderzijds spreken de vervolgingen, met uiteengerukte gezinnen, frustraties en trau ma's bij de overlevenden nog steeds mee. Zo is het percentage echtscheidingen bij de Jo den boven de 30 jaar 4,5 pet. terwijl dat voor de gehele Nederlandse bevolking maar 2 pet. was. Mogelijk dat het sterk vrouwenoverschot binnen de Joodse gemeenschap daar schuldig aan is. Op iedere 1000 Joodse mannen waren 1086 Joodse vrouwen. Voor de gehele bevol king is deze verhouding 100:1003. Maar ook aan deze onevenwichtige verhouding hebben de Duitsers schuld. Met de festiviteiten van 25 jaar bevrijd te zijn van het Nazi-bewind in 't vooruitzicht blij ken in de Joodse gemeenschap de gevolgen, nog steeds merkbaar. Het uit zich thans ook in een demografisch onderzoek.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1970 | | pagina 13