Er is geld
beschikbaar
voor hulp
- maar hoe?
Hospitaalkerkschip
„De Hoop" weer
een onmisbare hulp
TWEEMAAL NEE
IN HOOGEVEEN
In Frankrijk kan de staat dopen
DIT JAAR ACHTERHAALT DE MAMMOETWET
DE ZITTENBLIJVERS IN DE DERDE KLASSE
UTRECHT HEEFT
EEN SPECIALE
OUDERLING
Wiskunde
en
talen
Keuze
Agenda van de
Kerkvergadering
Verbroken
Onduidelijk
Bekering tot God
Officieel
0 Een hbs-er zou bijvoorbeeld
Kerk en communicatiemedia
Geestelijk leven
Vrijgemaakte Geref. Synode wees de schuld
belijdenis der Geref. Kerken af en maakte
einde aan contact met Chr. Gereformeerden
in de cultus
van de waarheid
en de rede...
Kinderen die dit jaar in de
derde klassen van de middelbare
scholen blijven zitten, gaan een
moeilijke tijd tegemoet.
Zij komen volgend jaar tussen
leerlingen te zitten die van hun
eerste middelbare schooldag af
zijn opgeleid in de geest van de
zogenaamde Mammoetwet, wat
wil zeggen dat ze onderwijs heb
ben gehad dat anders in elkaar
zit en dat hen is bijgebracht via
andere methoden.
Dat betekent dat ze de aan
fluiting op het lesprogramma
van hun nieuwe klasgenoten
goeddeels missen en dat ze on
danks hun „ervaring" van het
afgelopen jaar achter zijn bij de
rest.
Voor hbs-ers komt er nog bij,
dat hun kans om het hbs-diploma
te halen, dan verkeken is en dat
het min of meer gelijkwaardige
atheneum-diploma waarvoor ze
dan verder gaan, hun (afgezien
van het jaar dat ze doubleren)
een jaar extra kost.
Nog slechter zijn de examen
kandidaten van driejarige mavo's
eraan toe als ze worden afgewe
zen. Het is nog niet zeker dat zij
de kans krijgen hun examen vol
gend jaar over te doen. Hoe dan
ook: zij komen met een (niet vol
maakt gebleken) afgeronde oplei
ding helemaal als een kat in een
vreemd pakhuis tussen hun nieu
we klasgenoten te zitten. Staats
secretaris Grosheide (onderwijs)
heeft de middelbare scholen geld
voor extra leraarlessen beloofd
om de zittenblijvers „bij te spij
keren". Hoe dat moet, heeft hij
er niet bijverteld en op menige
middelbare school zijn leiding en
leraren op het ogenblik aan het
piekeren over een manier om de
zittenblijvers op te vangen. Zo
ook de rector van de Openbare
Scholengemeenschap Libanon
(1300 leerlingen) in Rotterdam, dr.
J. A. Verschoor.
Dr. J. A. Verschoor, rector van de openbare scholen
gemeenschap Libanon in Rotterdam, weet waarover hij
praat, want hij staat aan het hoofd van een van de grootste
scholen in Nederland. Hij is leraar Frans, gepromoveerd aan
de Sorbonne in Parijs. Bovendien doceert hij de didactiek
van het Frans aan de universiteit van Nijmegen.
„De moeilijkheden van de zit
tenblijvers zullen zich vooral
toespitsen op wiskunde, dat in de
nieuwe opzet veel meer op inzicht
is gebaseerd dan voorheen en op
de vreemde talen, waarbij ze
meteen met talenpractica te ma
ken krijgen", zo legt hij uit.
Zijn school heeft ook dit jaar
de zittenblijvers die „door de
mammoet werden ingehaald",
met extra lessen geholpen. „Ze
kregen apart extra les in de talen
en in wiskunde van september
tot januari. Nu doen ze gewoon
met hun klassen mee.
Met andere woorden: we
hebben vier maanden nodig ge
had om ze op het peil te brengen
van medeleerlingen die één jaar
mammoet-onderwijs achter de
rug hebben. Het zal uiteraard
veel meer inspanning vragen om
derdeklassers bij te werken."
„Het was een hachelijk experi
ment" voegt hij eraan toe, „om
zittenblijvers bij elkaar te zetten,
maar het is een goede oplossing
gebleken."
Het ideaal van elke middelbare
school is natuurlijk dat er in deze
situatie geen zittenblijvers in de
derde klassen zullen zijn. Dr.
Verschoor: „Wij willen ook pro
beren het aantal doublures te be
perken. Wij zouden bijvoorbeeld
een gerichte bevordering naar
een hogere klas iets gemakkelij
ker kunnen maken, niet alleen
afgaande op het aantal onvol
doenden. Een leerling met goede
cijfers voor de talen en met
slechte wiskunde-cijfers zouden
we zo misschien toch tot de vier
de klas van de A-afdeling kun
nen toelaten, terwijl goede wis
kunde-cijfers de overgang naar
de vierde klas van de B-afdeling
gemakkelijker zouden kunnen
maken."
De school heeft de afgelopen
jaren met deze situatie rekening
gehouden door strenge selectie bij
het overgaan. De zwakste derde
klassers zijn daardoor veelal goed
genoeg om op zo'n manier over te
kunnen gaan zonder in moeilijk
heden te komen.
Voor leerlingen die daarvoor
toch te zwak staan zijn er nog
een aantal andere mogelijkheden
om niet in een „mammoetklas"
terecht te komen.
kunnen worden bevorderd (als hij
en zijn ouders daarmee akkoord
gaan) naar de vierde klas van de
havo, die iets onder het niveau
van de hbs ligt en daardoor wél
haalbaar kan zijn.
0 De hbs-er kan ook overgaan
naar de vierde klas van de zesja
rige hbs-B (die met het nieuwe
schooljaar bij de Libanon-scho-
lengemeenschap wordt gevoegd).
Een 4B-klas van een zesjarige
hbs ligt ook weer op een iets la
ger peil dan een 4B klas van een
vijfjarige.
Voor wie dat allemaal niet kan
of wie het niet wil, rest het zit
ten blijven. En hij zal bijgespij
kerd moeten worden voor het
mammoetschooltype waarvoor hij
verder gaat. Hij zal extra lessen
krijgen en misschien gedurende
enige tijd langer naar school
moeten.
Misschien ook zal hij wat les
sen kunnen laten vallen in de
vakken waarmee hij weinig
moeite heeft, zodat hij niet extra
wordt belast. Hoe het zal worden,
zal men op de meeste scholen nog
wel niet weten. Alleen staat vast
dat het mag en dat het zal wor
den betaald.
(Voor gymnasiasten ligt de zaak
minder dramatisch. Hun oplei
ding duurt al zes jaar. Zij hebben
daardoor meer tijd om zich aan te
passen dan hbs-ers, havo- en ma
voleerlingen).
Met de plannen voor de algemene
hervormde kerkvergadering die op 16,
17 en 18 mei in Driebergen zal worden
gehouden, is men thans de 2e fase inge
gaan.
Uit alle op de regionale agendavergade
ringen (in november gehouden) gemaak
te voorstellen en opmerkingen heeft
men thans een agenda samengesteld die
voor alle gemeenteleden beschikbaar is
gesteld. De bedoeling is nu dat in febr.
de plaatselijke gemeenten zich op deze
agenda gaan beraden en hun standpun
ten ter kennis brengen van de organisa
toren. Bovendien moeten afgevaardig
den gekozen worden die straks in Drie
bergen recht van spreken krijgen. Wie
er alles van wil weten: eind februari
verschijnt bij Bosch en Keuning NV
een speciale pocket met uitvoerige tek
sten, brieven en dergelijke over deze
algemene kerkvergadering.
Op verzoek van het evangelisatiewerk van
de Utrechtse hervormde gemeente is door de
hervormde centrale kerkeraad te Utrecht een
speciale ouderling benoemd, die meer in het
bijzonder zijn aandacht zal geven aan de
vragen van de moderne communicatie.
Het initiatief is voortgesproten uit de in
Utrecht gebleken behoefte om in het kerke-
werk meer aandacht te geven aan de vragen,
waarvoor de moderne media de kerken sttllen
bij de overdracht van de kerkelijke bood
schap: radio, televisie en ook de film beteke
nen niet alleen een mogelijke vergroting van
de actieradius van de kerken, maar nopen
deze om in de ambten en de diensten gevoelig,
seismografisrh te reageren op vormen van
het menselijk bestaan en ook van de mense
lijke nood. Ook de publiciteit via de pers ver
dient in de kerken een verhoogde aandacht
te krijgen.
In Utrecht is in het evangelisatiewerk de
behoefte aan een afzonderlijk ambtsdrager
voor deze zaken de laatste jaren duidelijk ge
worden, in discussies na kerkelijke diensten,
bij de gebruikmaking van het filmmedium in
de kerkelijke verkondiging, in filmbesprekin
gen op de zondagmorgen en in het kritisch
reageren op uitzendingen van de tv. in bij
zondere diensten. Een zekere mate van ver
trouwd zijn met de nieuwe belevingswereld,
die door de moderne media mee is gescha
pen, bleek daarbij vereiste.
Bij de benoeming van deze nieuwe ouder
ling is nadrukkelijk gesteld, dat alleen zeer
fragmentarisch op dit terrein het een en ander
kan worden verkend en dat deze taak vooral
als een kritische functie in het geheel van
de gemeente dient te worden gezien. Als
ouderling voor moderne communicatie, een
novum in ons land, is benoemd de heer J. H.
Bartelson, personeelsfunctionaris van een ver
zekeringsmaatschappij in Utrecht.
Hervormd Persbureau.
Het hospitaalkerkschip „De Hoop", manus-
je-van-alles voor alle Nederlandse vissers (en
buitenlanders), heeft het druk gehad in het
afgelopen seizoen het jaaroverzicht ge
tuigt daarvan. Legt men de nadruk op „hos
pitaal" dan begon het allemaal niet zo goed:
de eerste patiënt die men in IJ muiden aan
de wal moest brengen was de scheepsarts
zelf! En de toen heersende griep had ook ste
vig huis gehouden onder de overige beman
ningsleden: de machinekamer werd alleen
nog maar bemand door de hoofdwerktuig
kundige. Maar op een schip dat zo totaal is
ingesteld op het verlenen van hulp, weet men
van improviseren: kapitein A. Visser had
al spoedig een plaatsvervangend arts gechar
terd en gevaren werd er weer!
Het jaarverslag dat dezer dagen is uitge
bracht, is er een van cijfers, hoe kan het an
ders. Zo maar een paar gegevens:
In het afgelopen jaar werden 18.500 zee
mijlen afgelegd in de wateren rond
West-Europa en in die periode werd 645
maal assistentie verleend.
Er werden 57 kerkdiensten en 83 dagslui
tingen gehouden in de kerkzaal aan boord
van het schip. Het merendeel van deze
diensten werd via de visserijband uitge
zonden. Het aantal vissers dat in de kerk
zaal een dienst meemaakte bedroeg om
streeks 1200 en meer dan duizend schepen
gaven bericht vaii goede radio-ontvangst.
De predikanten reikten honderd vertel-
bijbels uit en bovendien nog stapels ver-
strooiingslectuur, bijeengebracht door de
huisgemeenten. In juli had men als gast
dr. Scott aan boord die meevoer in op
dracht van de Britse regering; te zijner
tijd wil men namelijk een Engelse collega
van „De Hoop" in de vaart brengen. Te
zijner ere preekte toen ds. R. J. van der
Meulen üit Scheveningen in het Engels.
Er werden in 1969 meer dan 170 patiën
ten geholpen van wie er veertig in het
scheepshospitaal moesten worden ver
pleegd gedurende gemiddeld vijf dagen.
Het waren de gebruikelijke zaken: hech
ten van hoofdwonden, noodvullingen in
gebitten, gebroken armen en benen en
hartpatiënten. Voor dit alles maakte de
apotheek 87 recepten klaar.
De uitgebreidste service werd verleend
door de elektronica-monteur. Hij ver
richtte 140 reparaties en gaf 174 adviezen
per radio. De radio-officier had als bij
baantje het duikersvak: vijf maal moest
hij naar beneden om een schroef te kla
ren voor net of touwwerk.
De kok was een niet minder belangrijk
man: hij kreeg in zijn recreatiezaal dui
zend bezoekers op de koffie en boven
dien moest hij 19 maal in zijn provisie-
voorraad duiken om levensmiddelen te
verstrekken aan schepen die door him
voorraad heen waren. Totale waarde 1400
gulden.
Dat zijn de cijfers en ze geven aan hoe on
misbaar dit werk is. Juist daarom wordt in
het jaaroverzicht met dankbaarheid gewag
gemaakt van het werkbezoek dat prins Claus
op 15, 16 en 17 juni aan het schip bracht. Hij
kwam op zondagmiddag en zijn eerste gang
was naar de kerkzaal voor het bijwonen van
de radiokerkdienst. Toen men de prins na het
bezoek weer naar IJmuiden terugbracht
dankte hij via de voor de vissers zo vertrouw
de scheepszender van „De Hoop" voor de ont
vangst op de vloot en uitte hij zijn bewonde
ring voor de werklust en het vakmanschap
van onze zeevissers.
Eén feitje nog uit dit jaarverslag. Begin
juni werd op 60 graden Noorderbreedte een
zieke visser overgenomen van het Russische
fabrieksschip „Monjuskho". Zeshonderd mijl
moest ervoor gevaren worden maar het was
de moeite waard. Want de zieke Egmonder
was door de Russen wel uitstekend verzorgd,
maar hij was als een kind zo blij toen hij
door „De Hoop" uit zijn taal-isolement werd
verlost en naar Nederland meegenomen. Het
illustreert dit hele werjc: mensen terzijde
staan als ze het moeilijk hebben. En als het
kan ook nog een beetje blijdschap en harte
lijkheid brengen!
ln de eerste twee weken na het kerst
reces heeft de synode van de Geref. Ker
ken Vrijgemaakt in Hoogeveen twee be
langrijke zaken behandeld. Ze hebben
beide betrekking op de verhouding tot
andere kerken, namelijk de Geref. Ker
ken en de Christ. Geref. Kerken, dus op
wat men wel oecumene noemt. In beide
gevallen meende de synode het verzoek
dat haar werd gedaan te moeten afwijzen.
De Geref. Kerken hadden in 1967 aan
de Geref. Kerken Vrijgemaakt gevraagd
haar te vergeven al wat in de conflictsi
tuatie van 1944 en met name in de tucht
maatregelen in haar houding en optreden
niet was naar de geest van Christus en
niet beantwoordde aan de katholiciteit
van de kerk. De Christ. Geref. Kerken
hadden graag gewild dat de Geref. Ker
ken Vrijgemaakt nieuwe deputaten voor
samenspreking zouden benoemen. Het lag
voor de hand dat deze verzoeken voor de
synode van Hoogeveen aanleiding werden
om de ontwikkeling in de twee kerken te
bespreken. De toestand waarin deze ker
ken zich bevinden, de richting waarin zij
gaan, de uitspraken die er in hun kring
worden gedaan, dat alles gaf de synode
reden tot grote bezorgdheid. Wel was de
ongerustheid over de situatie in de Christ.
Geref. Kerken niet zo groot als die over
de gebeurtenissen in de Geref. Kerken,
maar het was toch wel duidelijk dat de
beide kerken niet voldoen aan de eisen
die naar de mening van de synode van
Hoogeveen door Schrift en belijdenis wor
den gesteld.
dig had, deden de Geref. Kerken in vijf
entwintig jaar.
De synode wilde wel duidelijk laten uit
komen dat zij de schuldbelijdenis niet af
wees omdat zij gekrenkt was. Indien dat
het geval was, zou zij aanstonds bereid
zijn tot vergeving, aldus de brief. Ds. D.
van Houdt zei in de discussie dat de syno
de heel graag zou vergeven. Zij zou het
zelfs heerlijk vinden, maar dan moest zij
toch weten waarover de schuldbelijdenis
ging. Omdat de synode meende dat dit niet
duidelijk in de brief uitkwam, wees zij het
verzoek af.
De schuldbelijdenis van de Geref. Ker
ken vond de synode van Hoogeveen niet
concreet genoeg. De gereformeerde synode
had meegedeeld dat zij bij haar besluit om
vergeving van schuld te vragen o.a. geleid
was door de overweging dat een zuiver on
derscheidend oordeel ten aanzien van de
schuldvraag onmogelijk was omdat ver
schillende factoren in het complex van de
schuldige broedertwist over en weer in
vloed op elkaar hadden uitgeoefend. Maar
daarmee laat u, heeft de synode in haar
antwoord op de schuldbelijdenis aan de
gereformeerde synode geschreven, uw
schuld aan de kerkscheuring liggen. Het
Woord Gods maakt het voor u altijd moge
lijk tot een zuiver onderscheidend oordeel
te komen, zodat u over uw kerkelijk han
delen concrete belijdenis van schuld voor
de Here kunt doen. In dat antwoord wordt
verder een aantal besluiten opgenoemd,
waardoor volgens de synode van Hooge
veen bewezen wordt dat de Geref. Ker
ken zich op een heilloze weg bevinden: de
aansluiting bij de Internationale Zendings
raad (1949), een verandering in het onder
tekeningsformulier voor predikanten
(1955), de opheffing van de binding aan de
leeruitspraken van Assen (1967) en het
aanvragen van het lidmaatschap van de
Wereldraad van Kerken (1969). Deze op
somming werd in de brief opgenomen op
voorstel van de voorzitter, ds. J. Kok, die
liever geensymptonen van een verontrus
tende ontwikkeling wilde signaleren, maar
wilde verwijzen naar de officiële beslui
ten waaruit deze gang van zaken blijkt.
Ds. Kok sprak verder van een verbijste
rend snelle ontwikkeling: datgene waar
voor de Hervormde Kerk honderd jaar no-
De verhouding tot de Christ. Geref.
Kerken is uiteraard anders. Aan deze ker
ken voelen de vrijgemaakte kerken zich
nauw verwant en al vrij spoedig na de Vrij
making begonnen er dan ook besprekingen
tussen deputaten van beide kerken. Maar
er zijn toch ook verschillen. Die betreffen
de toeëigening des heils en de hantering
van het gereformeerd belijden omtrent de
kerk. Bovendien heeft ieder van de beide
kerken bezwaren tegen de ontwikkeling in
de andere kerk. De Christ. Geref. Kerken
zijn verontrust over de gebeurtenissen die
hebben geleid tot een conflict in de Geref.
Kerken Vrijgemaakt. Deze kerken vinden
het echter onjuist dat de Christ Geref.
Kerken deel hebben genomen aan de Ge
reformeerd Oecumenische Synode, in 1968
te Lunteren gehouden, en lid zijn van de
International Council of Christian Churches.
De synode van Amersfoort-West sprak
in 1967 uit dat samenspreking van weder
zijdse deputanten geen zin meer zou heb
ben als de Christ. Geref. Kerken geen ge
hoor gaven aan het appèl dat de Geref.
Kerken Vrijgemaakt op haar hadden ge
daan. Dan zou een volgende generale syno
de alleen maar kunnen constateren dat de
jarenlange contactoefening daarmee he
laas beëindigd is. Nu wilde de synode van
Hoogeveen aan deze vorm van contact
oefening inderdaad een einde maken. Zij
wilde aan het verzoek om nieuwe deputa
ten te benoemen niet voldoen o.a. omdat de
Christ. Geref. Kerken met anderen een ge
meenschap blijven oefenen die niet naar
de gereformeerde belijdenis is.
„De Christ. Geref. Kerken hebben de
pluriformiteitsleer van Kuyper binnenge
haald", zei ds. F. van Dijk. „We moeten
deze kerken oproepen om trouw te zijn
aan de beginselen van de Afscheiding".
„Toen de Christ. Geref. Kerken jaren ge
leden contact zochten met de Geref. Ker
ken én met ons", meende ds. Van Houdt,
„toen was het al mis. Toen hadden wij al
kunnen zeggen dat het zo niet ging. Als we
dat hadden gedaan zou er in kerkelijk Ne
derland heel wat over te doen zijn ge
weest!" Overigens voorzag hij dat de vrij
gemaakte kerken ook nu wel weer de
schuld zouden krijgen.
„Dat zou onjuist zijn. Christus vraagt
van ons niet dat we vrijblijvend wat con
tacten leggen. Er klinken in de Christ. Ge
ref. Kerken ook wel gezonde, schriftuur
lijke geluiden", merkte de rapporteur ds.
H. J. de Vries op. Hij herinnerde aan het
artikel dat prof. dr. J. van Genderen over
roeping en verkiezing had geschreven in
de bundel Woord en Kerk. Die bundel is
uitgegeven ter gelegenheid van het vijfen
zeventigjarig bestaan van de Theologi
sche Hogeschool van de Christ. Geref.
Kerken in Apeldoorn. Maar hij signaleerde
ook verontrustende verschijnselen. Zo
heeft het christelijke gereformeerde lid
van de Tweede Kamer, dr. C. Boertien, ge
zegd dat hij geen bezwaren had tegen aan
sluiting bij de Wereldraad.
De synode besefte dat er in de verhou
ding tot de Christ. Geref. Kerken na meer
dan twintig jaar een keerpunt was geko
men. In haar besluit sprak zij zelfs van
een kritieke situatie. Zij verklaarde dat zij
haar besluit nam met de ootmoedige bede
dat de Heilige Geest de harten in de beide
kerken zou mogen brengen „onder de klem
van de eis van Christus om tegenover het
valse eenheidsstreven en te midden van de
afval onzer dagen de ware kerkelijke ge
meenschap te zoeken en te oefenen met
hen die vasthouden aan het geloof dat
eenmaal den heiligen is overgeleverd".
Bekeert U en gelooft het
Evangelie" Marcus 1:15 slot).
Op de vraag :„Wat is bekering eigenlijk
en feitelijk?", zijn al diverse antwoor
den gegeven in de loop der tijden. De
één verstaat er dit onder, een ander
weer wat anders. Het is goed en nuttig
ons op deze levensvraag eens nauwkeu
rig te bezinnen. Het gaat immers om
eeuwig WEL, of anders een eeuwig
wee. Allerlei levensveranderingen, elke
wijziging van ons levens-patroon, het
tot ontdekking komen, dat het anders
moet in ons leven, en het trachten het
daarom beter te doen, is nog niet de
ware bekering, die God van ons eist.
Tot ons eeuwig behoud zullen we moe
ten leren inzien, dat niet de vraag: Hoe
denken wij over God, maar de vraag:
„Hoe denkt God over ons", beslissend
is! Die God, namelijk die Zich in zijn
Woor d als absolute Gezaghebber over
ons leven openbaart!! Lees de ontstel
lende waarheid over ons in Rom. 3. „Er
is niemand rechtvaardig, ook niet één.
Er is niemand die verstandig is. Er is
niemand, die God zoekt. Te zamen zijn
we afgeweken en onnut geworden" etc.
Dat wil zeggen alle, ook die nette mens,
die vrome jongen, dat oppassende meis
je. Die godsdienstige man of vrouw die
ik ben ook niet.!! Afgeweken dat is:
Onze levensweg wordt beheerst door de
innerlijke begeerte en overleggingen
van ons hart Ze gaan ten diepste tegen
Gods levenswet in! En daarom komen
vanuit ons hart alle boze bedenkingen
voort,die ons leven doen vallen onder het
oordeel. Het is echter naar het wondere
welbehagen Gods, Die, hoezeer de zonde
hatend, toch de zondaren lief heeft, dat
Hij hen niet overgelaten heeft aan de
geestelijke doodstaat, waarin hij zich
zelf door ongehoorzaamheid gebracht
had. De belijdenis zegt daarvan: „Wij
geloven, dat de goede God, door Zijn
wondere wijsheid en goedheid, Zichzelf
begeven heeft om hem te zoeken, toen
hij al bevende voor Hem vlood. En heeft
hem getroost, belovende hem Zijn Zoon
te geven".
God roept de mens wéér te keren tot
Hem! Hij stelt de eis van bekering en
geloof in Zijn woord! Met diverse uit
drukkingen wordt er in het Oude Tes
tament over bekering gesproken. Naast
weerkeren, terugkeren, veranderen, be
rouw hebben, spreekt de bijbel wel 50
maal over bekering. Heel duidelijk ge
schiedt dat bij de profeten als een
dringend en dwingend vragen van Hem,
Die eens zijn trouw gezworen heeft aan
zijn afkerig bondsvolk: „Keer weder
tot Mij spreekt de Heere Uw Ontfer-
mer..." In het N. Test. is het de oproep
van Joh. de Doper, als totale inzet van
de prediking van Jezus. Paulus vat de
kern van zijn prediking samen in zijn
afscheidswoord aan Efeze: „Betuigende
beide Joden en Grieken, de bekering tot
God en het geloof in onze Heere Jezus
Christus (Han.20:21). Dit woord beke
ring is in onze taal de weergave van zo
wel een tweetal woorden in het O.T. als
in het N.T. In het eerste wijst het een
berouw hebben aan met een innerlijke
verandering. Als ook (in Jes.50:20) een
daadwerkelijke bekering als vrucht van
die innerlijke overtuiging. In het N.T.
geeft het zowel een verandering van
inzicht en innerlijke omkering, alsook
een verandering van weg en levens
openbaring op grond van dat eerste. De
beide elementen zijn onlosmakelijk in
de bekering aan elkaar verbonden. Het
scheuren van het kleed -4\§eft m.a.w.
geen waarde voor God, als- hét niet
werkelijk uit het berouw van het'RarT"
voortkomt! Nadrukkelijk wordt ook
een vroomheid afgewezen, die geen
recht en gerechtigheid doet t.o.v. de
naaste, de weduwe en de wees. Hoe
scherp en openlijk heeft Jezus Zelf in
zijn prediking de houding der Fari
zeeërs afgewezen, die prat gingen op
hun onberispelijk godsdienst.
We hebben te worstelen met Zijn be
lofte, om onze roeping en verkiezing
vast te maken. Bekering is: Hartver-
nieuwing. En daarom: levensvernieu
wing. Dat is een rechtvaardige eis
van de Heere God, die recht op ons le
ven heeft.
Daarom: Bekeert u. Ja zegt u, maar
wie zal doden levend maken? Wie ge
sloten harten openbreken? Let dan op
dat zelfde Woord, dat zegt: „Ik zal mijn
(levend makende) Geest in u geven en
uw stenen hart wegnemen. Ik zal ma
ken dat ge in Mijn wegen zult wande
len. Ja, alles wat u ontbreekt, schenk ik
u op mijn bede, mild en overvloedig''.
De dingen, die onmogelijk zijn bij men
sen, zijn mogelijk bij God. Zo moge de
bede voortdurend beoefend worden:
„Leid mij in uw waarheid. Trek mij en
houdt Gij mijn handen met kracht om
vat. Verenig mijn hart tot uw vreze.
Wat vrede heeft zo een ieder, die
Gods wet bemint. Die Hem als het
allerhoogste en eeuwig goed leert zoe
ken met ingespannen krachten.
Hier en nu de troost en vrede in moeiza
me omstandigheden. En straks en daar
eeuwige blijdschap op hun hoofd, als ze
eeuwig zullen mogen zingen van Gods
goedertierenheden, staande voor de
Troon en het Lam. Het is waarlijk om
heiliglijk jaloers op te worden. Kent gij
Hem zo? Gaat uw hartelijk verlangen
ook naar Hem uit? Dat is beslissend
voor tijd en eeuwigheid beide!
Eist (U.). Ds. J. van Malenstein.
Er heerste een duidelijke ver
warring in het gemeentehuis van
Trelaze. een rustig dorpje in de
Anjou. Een jonge vader, Patrice
de Launay, was de burgemeester
komen vragen zijn beide kinderen
Virginie-Anne (4 maanden) en
Sophie (2 jaar) te dopen. De reac
tie van burgervader Dautel was
begrijpelijk: „Dan kunt u beter
naar de pastoor gaan..." „Dat wil
ik juist niet", zei Patrice de Lau
nay haastig. Met zijn ringbaard,
zijn hoornen bril en zijn rusteloze
oogopslag zag hij er eerder uit als
een student. „Mijn kinderen heb
ben voorlopig geen kerk, geen
priester en geen kerkelijk doopsel
nodig. Daarover moeten zij zelf
beslissen, als ze groot genoeg zijn.
Lk wil hun geen godsdienst opdrin
gen, maar ik wil hun wel peetou
ders geven voor het geval mijn
vrouw en mij iets overkomt. Daar
om had ik gedacht aan het burger
lijk doopsel".
Burgemeester Dautel stond met
zijn oren te klapperen. Hij had nog
nooit van een burgerlijk doopsel
gehoord en zo dit bestond, wist hij
bepaald niet hoe hij dit allemaal
moest doen. Vandaar die verwar
ring.
De vader had hij met een vage
belofte weggestuurd en hij belde
haastig de prefectuur in Angers
op. Daar wist men van het bestaan
van het ritueel af, maar niet meer.
Men verwees de burgervader naar
Saint-Denis, bij Parijs, naar de
prefecturen van de Noordfranse
departementen en naar Rouaan,
waar de oude gewoonte nog in ere
zou worden gehouden.
De burgemeester kreeg de over
vloedige inlichtingen, die hij nodig
had.
wettige burgerlijke akte, zonder eni
ge mystieke waarde.
Met de doop zoals de reformato
rische kerken die kennen en waar
in het verbond tussen God en mens
centraal staat, heeft dit allemaal
niets gemeen met het rooms-ka-
tholieke doopsel alleen het insti
tuut van peter en meter. En daar
gaat het dan ook om, want dit
„staatsdoopsel" heeft de waarde
van een officieel document. Het
vervangt de akten, die de ouders
zouden kunnen laten vervaardigen
door een notaris, waarin zij hun
kinderen een voogd geven, wan
neer hen zelf iets zou overkomen.
De gewoonte dateert uiteraard
uit de tijd van de Franse revolutie,
toen men de godsdienst verwierp,
maar voor alle zekerheid een aan
tal tradities bewaarde, die evenzo-
vele aanleidingen waren om huise
lijke feestjes te bouwen.
Dit burgelijke doopsel is dus een
Evenals het kerkelijk doopsel is
ook dit gratis. In tegenstelling met
de dienovereenkomstige notariële
akte. Om dit doopsel te laten toe
dienen behoeft men slechts met de
burgemeester of zijn vervanger
een datum en een tijd af te spre
ken. Net als voor een huwe
lijk.
Op die dag ontvangt de burge
meester met een gemeenteambte
naar in de trouwzaal de ouders,
peter, meter en de dopeling. In te
genstelling tot het christelijke
doopsel is hier de aanwezigheid
van de peetouders verplicht.
Iedereen gaat zitten. De peetou
ders dragen de dopeling. Na een
kort welkomstwoord gaat de bur
gemeester staan en leest de tekst,
die voor deze ceremonie is voorge
schreven. Deze begint met de
geijkte formule: „De heer en me
vrouw naam van de ouders
vergezeld van hun vrienden zijn
vandaag verschenen voor mij, bur
gemeester van..."
Daarna verklaart de burgemees
ter het kind te stellen onder de
hoede van de gemeente. De ouders
van hun kant verzekeren de burge
meester, dat zij hun kind zullen
opvoeden in de cultus van de
Waarheid en de Rede. Hieruit her
kent men de revolutionaire oor
sprong van de tekst. Na het af
schaffen van alle godsdiensten er
kende de Revolutie nog slechts de
godinnen van de Waarheid en de
Rede.
Daarna volgt de belangrijkste
fase van de plechtigheid: de aan
wijzing van peter en meter. Deze
verbinden zich plechtig naar eer en
geweten en voor zover het in hun
vermogen ligt, de ouders te ver
vangen, wanneer deze het kind
zouden komen te ontvallen. Zij
zullen dit doen ongeacht alle socia
le en filosofische vooroordelen en
in dienst van de rede, de eer, de
liefde voor het werk en de mense
lijke solidariteit. Zoals bij een hu
welijksplechtigheid antwoorden zij
slechts met een duidelijk „ja".
Daarna verklaart de burgemeester
hen plechtig tot beschermers van
het kind.
In niets roept deze plechtigheid
herinneringen op aan de godsdien
stige plechtigheid. Geen wijwater,
geen kaars, geen doopvont. Geen
aanroepen van God en geen band
van geloof. Daarentegen is het
kind niet gebonden aan een kerk
die het misschien niet verlangd zou
hebben. Dit is het belangrijkste ar
gument van degenen, die
burgerlijke doopsel bo
ven het kerkelijke kiezen.
Maar overal is het einde precies
hetzelfde: eenmaal thuis wordt er
goed gedronken, zwaar gegeten en
iedereen krijgt een jdoosje doop-
bonbons mee naar huis. Ter herin
nering aan deze plechtige en merk
waardige dag.