Er is geld beschikbaar voor hulp - maar hoe? Hospitaalkerkschip „De Hoop" weer een onmisbare hulp TWEEMAAL NEE IN HOOGEVEEN In Frankrijk kan de staat dopen DIT JAAR ACHTERHAALT DE MAMMOETWET DE ZITTENBLIJVERS IN DE DERDE KLASSE UTRECHT HEEFT EEN SPECIALE OUDERLING Wiskunde en talen Keuze Agenda van de Kerkvergadering Verbroken Onduidelijk Bekering tot God Officieel 0 Een hbs-er zou bijvoorbeeld Kerk en communicatiemedia Geestelijk leven Vrijgemaakte Geref. Synode wees de schuld belijdenis der Geref. Kerken af en maakte einde aan contact met Chr. Gereformeerden in de cultus van de waarheid en de rede... Kinderen die dit jaar in de derde klassen van de middelbare scholen blijven zitten, gaan een moeilijke tijd tegemoet. Zij komen volgend jaar tussen leerlingen te zitten die van hun eerste middelbare schooldag af zijn opgeleid in de geest van de zogenaamde Mammoetwet, wat wil zeggen dat ze onderwijs heb ben gehad dat anders in elkaar zit en dat hen is bijgebracht via andere methoden. Dat betekent dat ze de aan fluiting op het lesprogramma van hun nieuwe klasgenoten goeddeels missen en dat ze on danks hun „ervaring" van het afgelopen jaar achter zijn bij de rest. Voor hbs-ers komt er nog bij, dat hun kans om het hbs-diploma te halen, dan verkeken is en dat het min of meer gelijkwaardige atheneum-diploma waarvoor ze dan verder gaan, hun (afgezien van het jaar dat ze doubleren) een jaar extra kost. Nog slechter zijn de examen kandidaten van driejarige mavo's eraan toe als ze worden afgewe zen. Het is nog niet zeker dat zij de kans krijgen hun examen vol gend jaar over te doen. Hoe dan ook: zij komen met een (niet vol maakt gebleken) afgeronde oplei ding helemaal als een kat in een vreemd pakhuis tussen hun nieu we klasgenoten te zitten. Staats secretaris Grosheide (onderwijs) heeft de middelbare scholen geld voor extra leraarlessen beloofd om de zittenblijvers „bij te spij keren". Hoe dat moet, heeft hij er niet bijverteld en op menige middelbare school zijn leiding en leraren op het ogenblik aan het piekeren over een manier om de zittenblijvers op te vangen. Zo ook de rector van de Openbare Scholengemeenschap Libanon (1300 leerlingen) in Rotterdam, dr. J. A. Verschoor. Dr. J. A. Verschoor, rector van de openbare scholen gemeenschap Libanon in Rotterdam, weet waarover hij praat, want hij staat aan het hoofd van een van de grootste scholen in Nederland. Hij is leraar Frans, gepromoveerd aan de Sorbonne in Parijs. Bovendien doceert hij de didactiek van het Frans aan de universiteit van Nijmegen. „De moeilijkheden van de zit tenblijvers zullen zich vooral toespitsen op wiskunde, dat in de nieuwe opzet veel meer op inzicht is gebaseerd dan voorheen en op de vreemde talen, waarbij ze meteen met talenpractica te ma ken krijgen", zo legt hij uit. Zijn school heeft ook dit jaar de zittenblijvers die „door de mammoet werden ingehaald", met extra lessen geholpen. „Ze kregen apart extra les in de talen en in wiskunde van september tot januari. Nu doen ze gewoon met hun klassen mee. Met andere woorden: we hebben vier maanden nodig ge had om ze op het peil te brengen van medeleerlingen die één jaar mammoet-onderwijs achter de rug hebben. Het zal uiteraard veel meer inspanning vragen om derdeklassers bij te werken." „Het was een hachelijk experi ment" voegt hij eraan toe, „om zittenblijvers bij elkaar te zetten, maar het is een goede oplossing gebleken." Het ideaal van elke middelbare school is natuurlijk dat er in deze situatie geen zittenblijvers in de derde klassen zullen zijn. Dr. Verschoor: „Wij willen ook pro beren het aantal doublures te be perken. Wij zouden bijvoorbeeld een gerichte bevordering naar een hogere klas iets gemakkelij ker kunnen maken, niet alleen afgaande op het aantal onvol doenden. Een leerling met goede cijfers voor de talen en met slechte wiskunde-cijfers zouden we zo misschien toch tot de vier de klas van de A-afdeling kun nen toelaten, terwijl goede wis kunde-cijfers de overgang naar de vierde klas van de B-afdeling gemakkelijker zouden kunnen maken." De school heeft de afgelopen jaren met deze situatie rekening gehouden door strenge selectie bij het overgaan. De zwakste derde klassers zijn daardoor veelal goed genoeg om op zo'n manier over te kunnen gaan zonder in moeilijk heden te komen. Voor leerlingen die daarvoor toch te zwak staan zijn er nog een aantal andere mogelijkheden om niet in een „mammoetklas" terecht te komen. kunnen worden bevorderd (als hij en zijn ouders daarmee akkoord gaan) naar de vierde klas van de havo, die iets onder het niveau van de hbs ligt en daardoor wél haalbaar kan zijn. 0 De hbs-er kan ook overgaan naar de vierde klas van de zesja rige hbs-B (die met het nieuwe schooljaar bij de Libanon-scho- lengemeenschap wordt gevoegd). Een 4B-klas van een zesjarige hbs ligt ook weer op een iets la ger peil dan een 4B klas van een vijfjarige. Voor wie dat allemaal niet kan of wie het niet wil, rest het zit ten blijven. En hij zal bijgespij kerd moeten worden voor het mammoetschooltype waarvoor hij verder gaat. Hij zal extra lessen krijgen en misschien gedurende enige tijd langer naar school moeten. Misschien ook zal hij wat les sen kunnen laten vallen in de vakken waarmee hij weinig moeite heeft, zodat hij niet extra wordt belast. Hoe het zal worden, zal men op de meeste scholen nog wel niet weten. Alleen staat vast dat het mag en dat het zal wor den betaald. (Voor gymnasiasten ligt de zaak minder dramatisch. Hun oplei ding duurt al zes jaar. Zij hebben daardoor meer tijd om zich aan te passen dan hbs-ers, havo- en ma voleerlingen). Met de plannen voor de algemene hervormde kerkvergadering die op 16, 17 en 18 mei in Driebergen zal worden gehouden, is men thans de 2e fase inge gaan. Uit alle op de regionale agendavergade ringen (in november gehouden) gemaak te voorstellen en opmerkingen heeft men thans een agenda samengesteld die voor alle gemeenteleden beschikbaar is gesteld. De bedoeling is nu dat in febr. de plaatselijke gemeenten zich op deze agenda gaan beraden en hun standpun ten ter kennis brengen van de organisa toren. Bovendien moeten afgevaardig den gekozen worden die straks in Drie bergen recht van spreken krijgen. Wie er alles van wil weten: eind februari verschijnt bij Bosch en Keuning NV een speciale pocket met uitvoerige tek sten, brieven en dergelijke over deze algemene kerkvergadering. Op verzoek van het evangelisatiewerk van de Utrechtse hervormde gemeente is door de hervormde centrale kerkeraad te Utrecht een speciale ouderling benoemd, die meer in het bijzonder zijn aandacht zal geven aan de vragen van de moderne communicatie. Het initiatief is voortgesproten uit de in Utrecht gebleken behoefte om in het kerke- werk meer aandacht te geven aan de vragen, waarvoor de moderne media de kerken sttllen bij de overdracht van de kerkelijke bood schap: radio, televisie en ook de film beteke nen niet alleen een mogelijke vergroting van de actieradius van de kerken, maar nopen deze om in de ambten en de diensten gevoelig, seismografisrh te reageren op vormen van het menselijk bestaan en ook van de mense lijke nood. Ook de publiciteit via de pers ver dient in de kerken een verhoogde aandacht te krijgen. In Utrecht is in het evangelisatiewerk de behoefte aan een afzonderlijk ambtsdrager voor deze zaken de laatste jaren duidelijk ge worden, in discussies na kerkelijke diensten, bij de gebruikmaking van het filmmedium in de kerkelijke verkondiging, in filmbesprekin gen op de zondagmorgen en in het kritisch reageren op uitzendingen van de tv. in bij zondere diensten. Een zekere mate van ver trouwd zijn met de nieuwe belevingswereld, die door de moderne media mee is gescha pen, bleek daarbij vereiste. Bij de benoeming van deze nieuwe ouder ling is nadrukkelijk gesteld, dat alleen zeer fragmentarisch op dit terrein het een en ander kan worden verkend en dat deze taak vooral als een kritische functie in het geheel van de gemeente dient te worden gezien. Als ouderling voor moderne communicatie, een novum in ons land, is benoemd de heer J. H. Bartelson, personeelsfunctionaris van een ver zekeringsmaatschappij in Utrecht. Hervormd Persbureau. Het hospitaalkerkschip „De Hoop", manus- je-van-alles voor alle Nederlandse vissers (en buitenlanders), heeft het druk gehad in het afgelopen seizoen het jaaroverzicht ge tuigt daarvan. Legt men de nadruk op „hos pitaal" dan begon het allemaal niet zo goed: de eerste patiënt die men in IJ muiden aan de wal moest brengen was de scheepsarts zelf! En de toen heersende griep had ook ste vig huis gehouden onder de overige beman ningsleden: de machinekamer werd alleen nog maar bemand door de hoofdwerktuig kundige. Maar op een schip dat zo totaal is ingesteld op het verlenen van hulp, weet men van improviseren: kapitein A. Visser had al spoedig een plaatsvervangend arts gechar terd en gevaren werd er weer! Het jaarverslag dat dezer dagen is uitge bracht, is er een van cijfers, hoe kan het an ders. Zo maar een paar gegevens: In het afgelopen jaar werden 18.500 zee mijlen afgelegd in de wateren rond West-Europa en in die periode werd 645 maal assistentie verleend. Er werden 57 kerkdiensten en 83 dagslui tingen gehouden in de kerkzaal aan boord van het schip. Het merendeel van deze diensten werd via de visserijband uitge zonden. Het aantal vissers dat in de kerk zaal een dienst meemaakte bedroeg om streeks 1200 en meer dan duizend schepen gaven bericht vaii goede radio-ontvangst. De predikanten reikten honderd vertel- bijbels uit en bovendien nog stapels ver- strooiingslectuur, bijeengebracht door de huisgemeenten. In juli had men als gast dr. Scott aan boord die meevoer in op dracht van de Britse regering; te zijner tijd wil men namelijk een Engelse collega van „De Hoop" in de vaart brengen. Te zijner ere preekte toen ds. R. J. van der Meulen üit Scheveningen in het Engels. Er werden in 1969 meer dan 170 patiën ten geholpen van wie er veertig in het scheepshospitaal moesten worden ver pleegd gedurende gemiddeld vijf dagen. Het waren de gebruikelijke zaken: hech ten van hoofdwonden, noodvullingen in gebitten, gebroken armen en benen en hartpatiënten. Voor dit alles maakte de apotheek 87 recepten klaar. De uitgebreidste service werd verleend door de elektronica-monteur. Hij ver richtte 140 reparaties en gaf 174 adviezen per radio. De radio-officier had als bij baantje het duikersvak: vijf maal moest hij naar beneden om een schroef te kla ren voor net of touwwerk. De kok was een niet minder belangrijk man: hij kreeg in zijn recreatiezaal dui zend bezoekers op de koffie en boven dien moest hij 19 maal in zijn provisie- voorraad duiken om levensmiddelen te verstrekken aan schepen die door him voorraad heen waren. Totale waarde 1400 gulden. Dat zijn de cijfers en ze geven aan hoe on misbaar dit werk is. Juist daarom wordt in het jaaroverzicht met dankbaarheid gewag gemaakt van het werkbezoek dat prins Claus op 15, 16 en 17 juni aan het schip bracht. Hij kwam op zondagmiddag en zijn eerste gang was naar de kerkzaal voor het bijwonen van de radiokerkdienst. Toen men de prins na het bezoek weer naar IJmuiden terugbracht dankte hij via de voor de vissers zo vertrouw de scheepszender van „De Hoop" voor de ont vangst op de vloot en uitte hij zijn bewonde ring voor de werklust en het vakmanschap van onze zeevissers. Eén feitje nog uit dit jaarverslag. Begin juni werd op 60 graden Noorderbreedte een zieke visser overgenomen van het Russische fabrieksschip „Monjuskho". Zeshonderd mijl moest ervoor gevaren worden maar het was de moeite waard. Want de zieke Egmonder was door de Russen wel uitstekend verzorgd, maar hij was als een kind zo blij toen hij door „De Hoop" uit zijn taal-isolement werd verlost en naar Nederland meegenomen. Het illustreert dit hele werjc: mensen terzijde staan als ze het moeilijk hebben. En als het kan ook nog een beetje blijdschap en harte lijkheid brengen! ln de eerste twee weken na het kerst reces heeft de synode van de Geref. Ker ken Vrijgemaakt in Hoogeveen twee be langrijke zaken behandeld. Ze hebben beide betrekking op de verhouding tot andere kerken, namelijk de Geref. Ker ken en de Christ. Geref. Kerken, dus op wat men wel oecumene noemt. In beide gevallen meende de synode het verzoek dat haar werd gedaan te moeten afwijzen. De Geref. Kerken hadden in 1967 aan de Geref. Kerken Vrijgemaakt gevraagd haar te vergeven al wat in de conflictsi tuatie van 1944 en met name in de tucht maatregelen in haar houding en optreden niet was naar de geest van Christus en niet beantwoordde aan de katholiciteit van de kerk. De Christ. Geref. Kerken hadden graag gewild dat de Geref. Ker ken Vrijgemaakt nieuwe deputaten voor samenspreking zouden benoemen. Het lag voor de hand dat deze verzoeken voor de synode van Hoogeveen aanleiding werden om de ontwikkeling in de twee kerken te bespreken. De toestand waarin deze ker ken zich bevinden, de richting waarin zij gaan, de uitspraken die er in hun kring worden gedaan, dat alles gaf de synode reden tot grote bezorgdheid. Wel was de ongerustheid over de situatie in de Christ. Geref. Kerken niet zo groot als die over de gebeurtenissen in de Geref. Kerken, maar het was toch wel duidelijk dat de beide kerken niet voldoen aan de eisen die naar de mening van de synode van Hoogeveen door Schrift en belijdenis wor den gesteld. dig had, deden de Geref. Kerken in vijf entwintig jaar. De synode wilde wel duidelijk laten uit komen dat zij de schuldbelijdenis niet af wees omdat zij gekrenkt was. Indien dat het geval was, zou zij aanstonds bereid zijn tot vergeving, aldus de brief. Ds. D. van Houdt zei in de discussie dat de syno de heel graag zou vergeven. Zij zou het zelfs heerlijk vinden, maar dan moest zij toch weten waarover de schuldbelijdenis ging. Omdat de synode meende dat dit niet duidelijk in de brief uitkwam, wees zij het verzoek af. De schuldbelijdenis van de Geref. Ker ken vond de synode van Hoogeveen niet concreet genoeg. De gereformeerde synode had meegedeeld dat zij bij haar besluit om vergeving van schuld te vragen o.a. geleid was door de overweging dat een zuiver on derscheidend oordeel ten aanzien van de schuldvraag onmogelijk was omdat ver schillende factoren in het complex van de schuldige broedertwist over en weer in vloed op elkaar hadden uitgeoefend. Maar daarmee laat u, heeft de synode in haar antwoord op de schuldbelijdenis aan de gereformeerde synode geschreven, uw schuld aan de kerkscheuring liggen. Het Woord Gods maakt het voor u altijd moge lijk tot een zuiver onderscheidend oordeel te komen, zodat u over uw kerkelijk han delen concrete belijdenis van schuld voor de Here kunt doen. In dat antwoord wordt verder een aantal besluiten opgenoemd, waardoor volgens de synode van Hooge veen bewezen wordt dat de Geref. Ker ken zich op een heilloze weg bevinden: de aansluiting bij de Internationale Zendings raad (1949), een verandering in het onder tekeningsformulier voor predikanten (1955), de opheffing van de binding aan de leeruitspraken van Assen (1967) en het aanvragen van het lidmaatschap van de Wereldraad van Kerken (1969). Deze op somming werd in de brief opgenomen op voorstel van de voorzitter, ds. J. Kok, die liever geensymptonen van een verontrus tende ontwikkeling wilde signaleren, maar wilde verwijzen naar de officiële beslui ten waaruit deze gang van zaken blijkt. Ds. Kok sprak verder van een verbijste rend snelle ontwikkeling: datgene waar voor de Hervormde Kerk honderd jaar no- De verhouding tot de Christ. Geref. Kerken is uiteraard anders. Aan deze ker ken voelen de vrijgemaakte kerken zich nauw verwant en al vrij spoedig na de Vrij making begonnen er dan ook besprekingen tussen deputaten van beide kerken. Maar er zijn toch ook verschillen. Die betreffen de toeëigening des heils en de hantering van het gereformeerd belijden omtrent de kerk. Bovendien heeft ieder van de beide kerken bezwaren tegen de ontwikkeling in de andere kerk. De Christ. Geref. Kerken zijn verontrust over de gebeurtenissen die hebben geleid tot een conflict in de Geref. Kerken Vrijgemaakt. Deze kerken vinden het echter onjuist dat de Christ Geref. Kerken deel hebben genomen aan de Ge reformeerd Oecumenische Synode, in 1968 te Lunteren gehouden, en lid zijn van de International Council of Christian Churches. De synode van Amersfoort-West sprak in 1967 uit dat samenspreking van weder zijdse deputanten geen zin meer zou heb ben als de Christ. Geref. Kerken geen ge hoor gaven aan het appèl dat de Geref. Kerken Vrijgemaakt op haar hadden ge daan. Dan zou een volgende generale syno de alleen maar kunnen constateren dat de jarenlange contactoefening daarmee he laas beëindigd is. Nu wilde de synode van Hoogeveen aan deze vorm van contact oefening inderdaad een einde maken. Zij wilde aan het verzoek om nieuwe deputa ten te benoemen niet voldoen o.a. omdat de Christ. Geref. Kerken met anderen een ge meenschap blijven oefenen die niet naar de gereformeerde belijdenis is. „De Christ. Geref. Kerken hebben de pluriformiteitsleer van Kuyper binnenge haald", zei ds. F. van Dijk. „We moeten deze kerken oproepen om trouw te zijn aan de beginselen van de Afscheiding". „Toen de Christ. Geref. Kerken jaren ge leden contact zochten met de Geref. Ker ken én met ons", meende ds. Van Houdt, „toen was het al mis. Toen hadden wij al kunnen zeggen dat het zo niet ging. Als we dat hadden gedaan zou er in kerkelijk Ne derland heel wat over te doen zijn ge weest!" Overigens voorzag hij dat de vrij gemaakte kerken ook nu wel weer de schuld zouden krijgen. „Dat zou onjuist zijn. Christus vraagt van ons niet dat we vrijblijvend wat con tacten leggen. Er klinken in de Christ. Ge ref. Kerken ook wel gezonde, schriftuur lijke geluiden", merkte de rapporteur ds. H. J. de Vries op. Hij herinnerde aan het artikel dat prof. dr. J. van Genderen over roeping en verkiezing had geschreven in de bundel Woord en Kerk. Die bundel is uitgegeven ter gelegenheid van het vijfen zeventigjarig bestaan van de Theologi sche Hogeschool van de Christ. Geref. Kerken in Apeldoorn. Maar hij signaleerde ook verontrustende verschijnselen. Zo heeft het christelijke gereformeerde lid van de Tweede Kamer, dr. C. Boertien, ge zegd dat hij geen bezwaren had tegen aan sluiting bij de Wereldraad. De synode besefte dat er in de verhou ding tot de Christ. Geref. Kerken na meer dan twintig jaar een keerpunt was geko men. In haar besluit sprak zij zelfs van een kritieke situatie. Zij verklaarde dat zij haar besluit nam met de ootmoedige bede dat de Heilige Geest de harten in de beide kerken zou mogen brengen „onder de klem van de eis van Christus om tegenover het valse eenheidsstreven en te midden van de afval onzer dagen de ware kerkelijke ge meenschap te zoeken en te oefenen met hen die vasthouden aan het geloof dat eenmaal den heiligen is overgeleverd". Bekeert U en gelooft het Evangelie" Marcus 1:15 slot). Op de vraag :„Wat is bekering eigenlijk en feitelijk?", zijn al diverse antwoor den gegeven in de loop der tijden. De één verstaat er dit onder, een ander weer wat anders. Het is goed en nuttig ons op deze levensvraag eens nauwkeu rig te bezinnen. Het gaat immers om eeuwig WEL, of anders een eeuwig wee. Allerlei levensveranderingen, elke wijziging van ons levens-patroon, het tot ontdekking komen, dat het anders moet in ons leven, en het trachten het daarom beter te doen, is nog niet de ware bekering, die God van ons eist. Tot ons eeuwig behoud zullen we moe ten leren inzien, dat niet de vraag: Hoe denken wij over God, maar de vraag: „Hoe denkt God over ons", beslissend is! Die God, namelijk die Zich in zijn Woor d als absolute Gezaghebber over ons leven openbaart!! Lees de ontstel lende waarheid over ons in Rom. 3. „Er is niemand rechtvaardig, ook niet één. Er is niemand die verstandig is. Er is niemand, die God zoekt. Te zamen zijn we afgeweken en onnut geworden" etc. Dat wil zeggen alle, ook die nette mens, die vrome jongen, dat oppassende meis je. Die godsdienstige man of vrouw die ik ben ook niet.!! Afgeweken dat is: Onze levensweg wordt beheerst door de innerlijke begeerte en overleggingen van ons hart Ze gaan ten diepste tegen Gods levenswet in! En daarom komen vanuit ons hart alle boze bedenkingen voort,die ons leven doen vallen onder het oordeel. Het is echter naar het wondere welbehagen Gods, Die, hoezeer de zonde hatend, toch de zondaren lief heeft, dat Hij hen niet overgelaten heeft aan de geestelijke doodstaat, waarin hij zich zelf door ongehoorzaamheid gebracht had. De belijdenis zegt daarvan: „Wij geloven, dat de goede God, door Zijn wondere wijsheid en goedheid, Zichzelf begeven heeft om hem te zoeken, toen hij al bevende voor Hem vlood. En heeft hem getroost, belovende hem Zijn Zoon te geven". God roept de mens wéér te keren tot Hem! Hij stelt de eis van bekering en geloof in Zijn woord! Met diverse uit drukkingen wordt er in het Oude Tes tament over bekering gesproken. Naast weerkeren, terugkeren, veranderen, be rouw hebben, spreekt de bijbel wel 50 maal over bekering. Heel duidelijk ge schiedt dat bij de profeten als een dringend en dwingend vragen van Hem, Die eens zijn trouw gezworen heeft aan zijn afkerig bondsvolk: „Keer weder tot Mij spreekt de Heere Uw Ontfer- mer..." In het N. Test. is het de oproep van Joh. de Doper, als totale inzet van de prediking van Jezus. Paulus vat de kern van zijn prediking samen in zijn afscheidswoord aan Efeze: „Betuigende beide Joden en Grieken, de bekering tot God en het geloof in onze Heere Jezus Christus (Han.20:21). Dit woord beke ring is in onze taal de weergave van zo wel een tweetal woorden in het O.T. als in het N.T. In het eerste wijst het een berouw hebben aan met een innerlijke verandering. Als ook (in Jes.50:20) een daadwerkelijke bekering als vrucht van die innerlijke overtuiging. In het N.T. geeft het zowel een verandering van inzicht en innerlijke omkering, alsook een verandering van weg en levens openbaring op grond van dat eerste. De beide elementen zijn onlosmakelijk in de bekering aan elkaar verbonden. Het scheuren van het kleed -4\§eft m.a.w. geen waarde voor God, als- hét niet werkelijk uit het berouw van het'RarT" voortkomt! Nadrukkelijk wordt ook een vroomheid afgewezen, die geen recht en gerechtigheid doet t.o.v. de naaste, de weduwe en de wees. Hoe scherp en openlijk heeft Jezus Zelf in zijn prediking de houding der Fari zeeërs afgewezen, die prat gingen op hun onberispelijk godsdienst. We hebben te worstelen met Zijn be lofte, om onze roeping en verkiezing vast te maken. Bekering is: Hartver- nieuwing. En daarom: levensvernieu wing. Dat is een rechtvaardige eis van de Heere God, die recht op ons le ven heeft. Daarom: Bekeert u. Ja zegt u, maar wie zal doden levend maken? Wie ge sloten harten openbreken? Let dan op dat zelfde Woord, dat zegt: „Ik zal mijn (levend makende) Geest in u geven en uw stenen hart wegnemen. Ik zal ma ken dat ge in Mijn wegen zult wande len. Ja, alles wat u ontbreekt, schenk ik u op mijn bede, mild en overvloedig''. De dingen, die onmogelijk zijn bij men sen, zijn mogelijk bij God. Zo moge de bede voortdurend beoefend worden: „Leid mij in uw waarheid. Trek mij en houdt Gij mijn handen met kracht om vat. Verenig mijn hart tot uw vreze. Wat vrede heeft zo een ieder, die Gods wet bemint. Die Hem als het allerhoogste en eeuwig goed leert zoe ken met ingespannen krachten. Hier en nu de troost en vrede in moeiza me omstandigheden. En straks en daar eeuwige blijdschap op hun hoofd, als ze eeuwig zullen mogen zingen van Gods goedertierenheden, staande voor de Troon en het Lam. Het is waarlijk om heiliglijk jaloers op te worden. Kent gij Hem zo? Gaat uw hartelijk verlangen ook naar Hem uit? Dat is beslissend voor tijd en eeuwigheid beide! Eist (U.). Ds. J. van Malenstein. Er heerste een duidelijke ver warring in het gemeentehuis van Trelaze. een rustig dorpje in de Anjou. Een jonge vader, Patrice de Launay, was de burgemeester komen vragen zijn beide kinderen Virginie-Anne (4 maanden) en Sophie (2 jaar) te dopen. De reac tie van burgervader Dautel was begrijpelijk: „Dan kunt u beter naar de pastoor gaan..." „Dat wil ik juist niet", zei Patrice de Lau nay haastig. Met zijn ringbaard, zijn hoornen bril en zijn rusteloze oogopslag zag hij er eerder uit als een student. „Mijn kinderen heb ben voorlopig geen kerk, geen priester en geen kerkelijk doopsel nodig. Daarover moeten zij zelf beslissen, als ze groot genoeg zijn. Lk wil hun geen godsdienst opdrin gen, maar ik wil hun wel peetou ders geven voor het geval mijn vrouw en mij iets overkomt. Daar om had ik gedacht aan het burger lijk doopsel". Burgemeester Dautel stond met zijn oren te klapperen. Hij had nog nooit van een burgerlijk doopsel gehoord en zo dit bestond, wist hij bepaald niet hoe hij dit allemaal moest doen. Vandaar die verwar ring. De vader had hij met een vage belofte weggestuurd en hij belde haastig de prefectuur in Angers op. Daar wist men van het bestaan van het ritueel af, maar niet meer. Men verwees de burgervader naar Saint-Denis, bij Parijs, naar de prefecturen van de Noordfranse departementen en naar Rouaan, waar de oude gewoonte nog in ere zou worden gehouden. De burgemeester kreeg de over vloedige inlichtingen, die hij nodig had. wettige burgerlijke akte, zonder eni ge mystieke waarde. Met de doop zoals de reformato rische kerken die kennen en waar in het verbond tussen God en mens centraal staat, heeft dit allemaal niets gemeen met het rooms-ka- tholieke doopsel alleen het insti tuut van peter en meter. En daar gaat het dan ook om, want dit „staatsdoopsel" heeft de waarde van een officieel document. Het vervangt de akten, die de ouders zouden kunnen laten vervaardigen door een notaris, waarin zij hun kinderen een voogd geven, wan neer hen zelf iets zou overkomen. De gewoonte dateert uiteraard uit de tijd van de Franse revolutie, toen men de godsdienst verwierp, maar voor alle zekerheid een aan tal tradities bewaarde, die evenzo- vele aanleidingen waren om huise lijke feestjes te bouwen. Dit burgelijke doopsel is dus een Evenals het kerkelijk doopsel is ook dit gratis. In tegenstelling met de dienovereenkomstige notariële akte. Om dit doopsel te laten toe dienen behoeft men slechts met de burgemeester of zijn vervanger een datum en een tijd af te spre ken. Net als voor een huwe lijk. Op die dag ontvangt de burge meester met een gemeenteambte naar in de trouwzaal de ouders, peter, meter en de dopeling. In te genstelling tot het christelijke doopsel is hier de aanwezigheid van de peetouders verplicht. Iedereen gaat zitten. De peetou ders dragen de dopeling. Na een kort welkomstwoord gaat de bur gemeester staan en leest de tekst, die voor deze ceremonie is voorge schreven. Deze begint met de geijkte formule: „De heer en me vrouw naam van de ouders vergezeld van hun vrienden zijn vandaag verschenen voor mij, bur gemeester van..." Daarna verklaart de burgemees ter het kind te stellen onder de hoede van de gemeente. De ouders van hun kant verzekeren de burge meester, dat zij hun kind zullen opvoeden in de cultus van de Waarheid en de Rede. Hieruit her kent men de revolutionaire oor sprong van de tekst. Na het af schaffen van alle godsdiensten er kende de Revolutie nog slechts de godinnen van de Waarheid en de Rede. Daarna volgt de belangrijkste fase van de plechtigheid: de aan wijzing van peter en meter. Deze verbinden zich plechtig naar eer en geweten en voor zover het in hun vermogen ligt, de ouders te ver vangen, wanneer deze het kind zouden komen te ontvallen. Zij zullen dit doen ongeacht alle socia le en filosofische vooroordelen en in dienst van de rede, de eer, de liefde voor het werk en de mense lijke solidariteit. Zoals bij een hu welijksplechtigheid antwoorden zij slechts met een duidelijk „ja". Daarna verklaart de burgemeester hen plechtig tot beschermers van het kind. In niets roept deze plechtigheid herinneringen op aan de godsdien stige plechtigheid. Geen wijwater, geen kaars, geen doopvont. Geen aanroepen van God en geen band van geloof. Daarentegen is het kind niet gebonden aan een kerk die het misschien niet verlangd zou hebben. Dit is het belangrijkste ar gument van degenen, die burgerlijke doopsel bo ven het kerkelijke kiezen. Maar overal is het einde precies hetzelfde: eenmaal thuis wordt er goed gedronken, zwaar gegeten en iedereen krijgt een jdoosje doop- bonbons mee naar huis. Ter herin nering aan deze plechtige en merk waardige dag.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1970 | | pagina 17