Vrij zijn van
dagelijkse
levenspatroon
Grzmeks dieren-encyclopedie
Niet alleen de zeeook
het land kent de
werking der getijden
WSM notitiesi
PARADISO: snelle vlucht
van heel snel onderdak
w
'B
w
VERKEER
EN
SUIKER
Hoofdmotief van kampeerder:
n
i
i
S
A
i
a
8
i
8
i
§f
ii
ÉH
I lÉP
n
m
iff
8
0
L
fffj
4?
OPLOSSING
BRIDGE
door G. J. R. FÖRCH
CRYPTOGRAM
I
Vrij zijn van het dagelijkse
levenspatroon, de natuur
en de rust. Dat zijn over het
algemeen de belangrijkste mo
tieven, die de mens er toe
brengen te gaan kamperen.
Achttien procent van de kam
peerder doet het uit financiële
overwegingen en elf procent
heeft nog waardering voor de
idealen van de eerste kam
peerders, te weten het primi
tieve. De laatsten vindt men
vooral onder de kampeerpas-
poorthouders, die van eenvou
dig geoutilleerde terreinen ge
bruik maken.
Dit staat in een publikatie
van het Staatsbosbeheer, op
gesteld door drs. J. C. Heytze
en drs. W. van Rossum na een
sociologisch onderzoek naar
typen kampeerders.
Ook de leden van de Neder
landse Toeristen Kampeer
Club voelen meer voor het
primitieve, maar willen toch
ook wel een gezellig contact
met medekampeerders. Kam
peerders op algemene terrei
nen haken meer naar wat
comfort, dat zich uit in
kampwinkels, kantines en uit
gebreid sanitair, voorzienin
gen, die op deze terreinen
voorkomen.
Liet onderzoek heeft verder
uitgewezen dat voor de
kampeerders op de algemene
terreinen (98 pet.) een kamp
winkel een niet te missen
voorziening blijkt te zijn. Bij
na 80 pet. wilde zelfs een su
permarkt of tenminste een
zelfbedieningszaak. Over de
noodzaak van een kantine op
een terrein wordt verschillend
gedacht. Op de algemene ter
reinen vond 37 pet. de kantine
helemaal niet nodig en 28 pet.
vond een kantine wel prettig
als het maar zeer eenvoudig
werd gehouden, vooral geen
lawaaierig amusement. Eén op
de vier kampeergroepen op de
algemene terreinen wenste een
kantine met vermaaksmoge-
lijkheden.
Voorzieningen als een kanti
ne en kampwinkel hoorden
volgens de kampeerpaspoort-
houders en NTKC-leden niet
thuis op hun terreinen. Hier
over was men unaniem van
oordeel. Ten aanzien van de -
sanitaire voorzieningen liepen
de meningen weer uiteen. Van
de paspoorthouders wilde 32
pet. douches en van de
NTKC-leden 48 pet. Van de
ondervraagden op alle bij het
onderzoek betrokken terreinen
was meer dan 70 pet. voor
douches.
I")e wens naar een vaste sei-
zoenplaats werd geuit
door 45 pet. van de kampeer
ders op de algemene terreinen.
De eisen waaraan deze vaste
seizoenplaats moet voldoen
werden als volgt geformu
leerd: ruimte, vrijheid in de
zin van privacy en goede sani
taire voorzieningen.
XT amperen in gezinsverband
met kinderen komt het
meeste voor (83 pet. van alle
ondervraagden). Het kampe
ren wordt door alle leeftijds
groepen beoefend. Door het
moderne kampeercomfort be
hoeft hoge leeftijd geen be
lemmering te zijn om te gaan
kamperen. Het kamperen
wordt voorts door alle maat
schappelijke groepen beoe
fend. Los van de financiële
aspecten heeft het kamperen
namelijk een geheel eigen spe
cifieke aantrekkelijkheid. De
helft van de kampeerders
verblijft in een bungalowtent,
23 procent in een caravan en 5
procent in een vouwwagen. In
trekkerstenten wordt door 21
procent overnacht.
TJeze onderzoekgegevens
variëren weer sterk naar
kampeersituatie. De belangstel
ling voor trekkerstenten is
bijvoorbeeld bij de kampeer-
paspoorthouders en NTKC-le
den veel groter dan bij de
kampeerders op de algemene
terreinen. Zij noemen hun
kampeervorm vaak het ware
kamperen, vanwege de primi
tiviteit en 't element van im
provisatie. De kampeerders in
bungalowtenten en caravans
wensen meestal een zo goed
mogelijke kopie van het com
fort wat men normaliter ook
thuis gewend is.
Lie samensteller van het
rapport vragen zich af
of de ontwikkeling om in toe
nemende mate seizoenplaatsen
te gaan verhuren kan leiden
tot een tekort aan kampeer-
ruimte voor zogenoemde kort-
verblijvers. Zij stellen voor,
dat consumentenorganisaties
op het gebied van het toerisme
en de overheid zich hierop
zullen bezinnen.
Dat lijkt inderdaad nuttig!
'T'ot de ondernemers die
straks met erg veel ple
zier op de Caravan-RAI staan
behoort de heer J. W. Tiemes-
sen, medefirmant van Para-
diso Caravans aan de Vlijtse-
weg in Apeldoorn. Hij staat
er namelijk als iemand die
uit pure liefhebberij een bij
zonder soort vouwcaravan
ontwierp en er vervolgens
groot zakelijk succes mee be
haalde. De Paradiso heeft nu
- nog geen tien jaar na de in
troductie - een oplaagvan
1200 per jaar, waarvan er 400
worden geëxporteerd. Punt
waarom het draait, is bij
deze uitvinding onder meer,
dat de wagen met dak en al
opgeklapt kan worden in één
handomdraai en dat laatste
dan letterlijk. Op een par-
keerstrook kan een gezin van
vier tot zes personen al een
eigen huisje opzetten, terwijl
de motor van de auto nauwe
lijks afgezet is. Het hoofdma
teriaal is dubbelwandig po
lyester en de constructie
wordt zodanig uitgevoerd,
dat het tentdoek goed be
schermd wordt en niet in de
knel kan komen. Maar ter
wijl het mogelijk is in een
paar tellen de zaak op te zet
ten, kan men het hele geval
desgewenst ook een vol sei
zoen op de camping laten
staan: de Paradiso is daarop
berekend. Prettig is het ook,
dat bij het in- en uitklappen
de bagage op zijn plaats kan
blijven.
Daradiso komt binnenkort
op deze RAI ook met
een primeur, door de heer
Tiemessen zelf ,,een aardig
heidje" genoemd, maar die
toch zeker belangstelling zal
trekken: een motor-unit, die
met twee bouten aan de ca
ravan wordt bevestigd. Dit
motortje-met-wiel-en-zit-
bank kan gemakkelijk in de
koffer van de auto meegeno
men worden. Op zijn plaats
gebracht, trekt het de cara
van met een vaartje van 16
km per'uur over wegen en
paden, die voor auto's niet te
berijden of verboden zijn.
Als vervoermiddelvoor de
grote weg heeft het apparaat
eigenlijk geen functie, maar
het geeft de caravanners wel
een nieuwe mogelijkheid om
nog vrijer in hun bewegingen
te zijn.
Voor het echte trekken
heeft de Paradiso trouwens
ook geen beer van een motor
nodig: met zijn 320 kg laat
hij zich zelfs al door Eend of
een andere kleine auto op
sleeptouw nemen.
In de afgelopen jaren
1 heeft de Paradiso vouw
caravan een grote naam ge
kregen, ook in het buiten
land. Aan de ene kant is er
de export o.m. naar België,
West-Duitsland, Scandinavië
en Zwitserland. Een paar
exemplaren zijn zelfs naar
Japan gegaan, maar dan
spreken de hoge transport
kosten toch wel een woordje
mee. Een heel ander soort
van export blijkt echter ook
te bestaan: mensen uit be
paalde landen - in dit geval
waren dit o.m. Canada,
Saoedi-Arabië en Zuid-Afrika
- kopen in ons land een Para
diso en nemen die dan mee.
Van deze gelegenheid wordt
ook nogal eens gebruik ge
maakt door NAVO-militairen
voordat zij naar hun land te
rugkeren. ,,Iets dergelijks is
blijkbaar in die landen niet
te koop," zegt de heer Tie
messen voldaan.
Bobo*w en Kureffce komen Mta
uit Oost-Europa. Ze schaken beiden en
beiden zijn ze donkerharig. Maar
daarmee houdt de overeenkomst op.
Bobotsov is een Bulgaar die de groot
meestertitel op zijn naam heeft en de
Zuidslaaf Kurajica heeft ia 1965 het
jeugdwcreldkampioeaschap gewonnen.
De bijna 40-jarige Bobotsov doet wat
stag aan. De ongeveer IS jaar jongere
Kurajica daarentegen is praatgraag,
heeft een rond en blozend gezicht eu
doet meer als een Nederlander dan als
een Zuidslaaf aan. Zijn stijl is onder
nemend en van een typisch modeme
bewegelijkheid. De onderstaande ver-
liespartij tegen Bobotsov zal hem wel
een minder aangename dag hebben
bezorgd.
Wit: Bobotsov. Zwart: Kurajica. (Wijk
aan Zee 1970). Klassiek Daraegambiet.
1. d2—d4, d7-d5 2. c2-c4, e7-e6 3.
Pbl—c3, Lfö-e7 (Heeft ten doel 4. Pf3
af te wachten omdat de praktijk ge
leerd heeft, dat in de niilvariant 3.
Pf6 4. cxd5 exd5 5. Lg5 wit in tal van
varianten zijn paard beter via e2 in de
strijd kan betrekken).
4. Pgl—f3, Pg8—f6 5. Lel—g5, h7-h6
6. Lg5xf6, Le7xf6 7. e2-e3 (De op
mars 7. e4. dxe4 8. Pxe4, Pc6! levert
weinig op).
10-0 8. Tal—cl, c7—c6 9. Lfl-d3,
Pb8-d7 10. c4xd5, c6xd5 (Uit vrees
voor de minderheidsaanval b2—b4—b5
1
|I«M «wan ten onrechte niet mei de
pion. Van nu af au heeft wit duid»
lijk overwicht).
11. 0-0, b7-b6 12. Ddl-e2, a7-a6
(Na 12. Lb7 13. La6, Lxa6 14.
Dxa6, Dc8 15. Dxc8. Tfxc8 16. Pb5
komt wit in het eindspel in het voor
deel; na de tekstzet in het midden
spel).
13. «3-e4». Lc8-b7 14. e4-«5, Lf5-e7
15. Pf3-d2, Tf8—c8 16. f2-f4, Pd7-fB
17. De2-h5. Le7-b4 18. Tfl-f3.
f7—f5 (Br dreigde 19. Tg3. Kh8 20.
Dg4. g6 21. Th3 met toenemende
druk).
19. g2—g4! (De krachtigste voortzet
ting van de aanval.) 19. f5xg4 20.
Tf3-e3, Te8-e7 21. Tg3Xg4. Kg8-h8
22. Kgl-hl. Dd8—c8 23. Dh5-h3.
Pf8—h7 24. Pd2—O, Lb4xc3 (Anders
wordt ook dit paard, via e2, naar de
koningsvleugel gedirigeerd).
25. b2xc3, Ta8-c8 26. Tel—gl! (Nu
zijn alle witte strijdkrachten geconcen
treerd tegen de vijandelijke residentie.
Pion c3 is indirect verdedigd: 26.
Txc3? 27. Lxh7, Kxh7 28. I'gSf. Kg8
29. Dxc3 en wint).
26. Lb7—c6 27. Pf3-h4, Te7-a7 28.
f4—f5 (De invasie begint).
28.Lc6—b5 (Om althans één van de
gevaarlijke aanvalsstukken te liquide
ren. Maar het is al te laat).
KURAJICA
'M,
w/A
BOBOTSOV
29 Ld3xb5. a6xb5 30. Ph4-g6f,
Kh8—g8 31. f5—f6. Tc8—c7
De opgave van de week: wat is de
meest overtuigende weg naar de winst?
Oplossing: Wit: (Adorjan): Kgl, Dd4,
Te7, Ld6, pionnen a2, b2. c2, f2, g2 en
h4
Zwart: (Urzica): Kh6, Dg8, Ta8 en h8.
Lf5, pi. a4, a6, f6, g5, h7.
Er volgde: 24.g2-g4!, g5xh4 (Of: 24.
Lg6 25. Dxf6, resp. 24. Lxg4 25.
Dxg4, Dd5 26. hxg5t, fxg5 27. Te6f
enz.) 25. Dd4xf6f en 26. Ld6—f4 mat.
De Leningrader Mogiijanski is een
zeer eerzuchtig speler. De 26-jarige
voormalige studentenkampioen van de
Sowjetunie werd in de laatste Rus
sische titelstrijd zesde, blijkbaar vol
doende om hem naast de hier reeds
bekende Koeperman, Tsjegolev, An-
dreiko, Gantwarg voor het eerst van
zijn leven te doen deelnemen aan een
groot toernooi in West-Europa. Welis
waar nog niet in de eregroep, maar,
gelukkig wellicht voor hem, was juist
hij het, die 'in de hoofdgroep van het
Suikertoernooi met ruime voorsprong
de erepalm wegdroeg en daarmee iets
redde van het Russische prestige. Hier
onder zijn partij uit de zesde ronde,
waarmee het toernooi praktisch werd
beslist:
Wit: A. Mogiijanski; zwart: J. de Rui
ter, Amsterdam 26-12-'69.
I. 32—28 19-23; 2. 28x19 14x23; 3.
37-32 10-14; 4. 34-30 14-19; 5.
30-25 17-22; de theorie geeft (17-21)
aan. Zwart lokt hier het nemen van
een halve hekstelling uit: 6. 25x14
9x20; 7. 32-28. Aarzelt geen mo
ment, hoewel ook hier de theorie aan
geeft, dat met twee improduktieve
schijven (de stukken 41 en 46) deze
opstelling als niet kansrijk moet wor
den beschouwd.
7. 23X32; 8. 38x27 11-17; 9.
35-30 19-23; 10. 30-25 4-10. Met
tempowinst wordt een sterk centrum
opgebouwd, een eerste vereiste om
wits opstelling te bestrijden.
II. 25x14 10X19; 12. 40-34 7-11;
13. 45-40 1-7; 14. 34-30 17-21. De
ze aanval tegeii de halve hekstelling
lost voor wit twee problemen op: de
moeilijke keus van zijn opstelling aan
de rechtervleugel en de ontkrachting
van zwarts opgesloten rechtervleugel.
Daarom was afwachten met b.v. (3—9)
zeker aan te bevelen.
15. 42-38 21X32; 16. 38x27 11-17;
17. 47-42 17-21; 18. 42-38 21x32;
19. 38X27 6-11; 20. 40-34 11-17;
21. 30-24 19X30; 22. 34x25 5-10;
23. 43-38 10-14; 24. 49-43 13-19;
25. 41-37 8—13; 26. 48-42 3-8.
Zwart houdt vast aan zijn opvatting,
door een herhaalde dreigende aanval
via veld 21 wit tot verzwakkingen te
dwingen.
Wit laat het echter niet zo ver komen:
27. 46—41 14-20; 28. 25X14 19x10;
29. 50-45 13-19: 30. 37-32 8-13; 31.
45—40 10-14; 32. 31-26! 22x31; 33.
36x27. Belet (17-22) door 32-28 en
dreigt over te stappen naar een klas
sieke formatie door 33-28 die aan
trekkelijk lijkt door de minder beweeg
lijk geworden rechtervleugel van
zwart. Het is de vraag of zwart dit niet
had moeten toelaten: na (2-8) 33-28
(15-20) 38-33 (20-24) 42-38
(17-21) 26X17 (12X21) ziet het spel
er zeer remiseachtig uit.
Hij ziet blijkbaar in een omsingelings
actie meer kansen: 33.23-29; 34.
33X24 19X30; 35. 40-34 30-35; 36.
38-33 13-19; 37. 32-28! Dreigt niet
alleen 28—22, dat door (14—20) weer
legd khn worden, maar ook 27-22 en
28—23, zodat gedwongen is: 37.
18-r22; 38. 27x18 12x32; 39. 42-37
7-12; 4a 37X28 12-18; 41. 34-29!
18-22; 42. 39-34 (zie diagram).
Dreigt nu weer met 34-30. Zwart pa
reert deze dreiging met: 42.
15-20.
Als opgave voor de lezers deze week:
Waarom is het schijnbaar sterkere
(14—20) verboden?
43. 43-39 20-25. Om 29-23, met de
dreiging 33-29 en 34-30 tegen te
gaan. Zwart hoefde dit echter niet tf
vrezen, daar na 29-23. altijd nog
20-25 kan volgen. Veel beter was dan
ook (2-8).
44. 28—23!- Een fraai offer, dat zwart
in verloren positie brengt: 44.
19X28; 45. 29-24 38-32; 46. 24-20
14-19; 47. 20-15 2-7; 48. 15-10
16—10. Door het spelen op kleino
meerslagcombinaties probeert zwart
zich te redden, maar wit wikkelt snel
af.
49. 44-40 35 X 44; 50. 39 x 50 19-23;
51.41-36 32-37; 52. 10-5! 37-41. Er
is niet beter; 53. 5x2 41-46; 54.
33-29 46-10; 55. 2-35 10-46; 56.
35-13 22-28; 57. 13-8 17-21; 58.
26 x 17 28—32. Zwart geeft op, want er
blijft altijd een overmachtseindspel
over.
Wit (Gantwarg): 16, 21, 26, 32, 39. 48.
49, 50 (8 st.)
Zwart (Koeperman): 1, 7, 12, 14, 17,
18, 19,45 (8 st.)
Zwart forceerde de winst door:
(18-22!) dreigt met (12-18) 21x23
(19x37) dit is alleen door stukverlies
met 32-27 (22x31) 26x37 (17x26)
te pareren, maar ook dit leidde binnen
enkele zetten tot verlies.
Het probleem van vorige week zag er
zo uit: O-W waren kwetsbaar, zuid
was gever en u stond als noordspeler
aan het hoofd van
B 10865 J
s7 5
08
9643
Het volgende biedverloop ontwikkelde
zich:
noord oost zuid west
- - 1 pas
2 2 S^. 3 pas
7
Desgevraagd wist west u te vertellen
dat net 2 SA-bod van zijn partner een
uitgesproken tweekleurenspel in de la
ge kleuren aangaf, waarbij een 5-5
verdeling wel ongeveer de distributio-
nele ondergrens moest zijn.
Naar aanleiding van deze biedsituatie
stelde ik u twee vragen:
1. Bent u het eens met het 2 schoppen
bod?
2. Wat zoudt u nu doen, als u op de
noordplaats zat?
We beginnen met de eerste vraag.
Mijn antwoord is: neen. U verwacht
dan misschien dat ik vind dat er met
dit 1-punts spel maar beter gepast kan
worden, maar niets' is minder waar! Er
moet naar mijn smaak zwaarder ge
schut in stelling gebracht worden dan
dit 2 schoppenbod, er moet 3 schop
pen worden geboden. Hierbij ga ik er
wel vanuit, dat 3 schoppen een limiet
verhoging is die 9 tot 12 punten be
looft met een vierkaart schoppen.
Wellicht zult u tegenwerpen dat dit
spel wel erg ver verwijderd is van die
vereiste punten en dat kan en wil ik
ook echt niet ontkennen, maar distri-
butioneel is er natuurlijk wel redelijke
compensatie en dit 3 schoppenbod
wordt niet ingegeven door opbouwen
de gedachten, neen het is bedoeld als
een afbraakactie tegen het bieden van
de tegenpartij. O-W zijn kwetsbaar en
oost heeft nog niet de gelegenheid ge
had iets van zich te laten horen en het
lijkt lang niet onmogelijk dat hij de
punten en gezien uw schoppcnbezit
ook de verdeling heeft om wel plan
nen in de richting van een eigen bod
te koesteren.
Welnu, die plannen wilt u graag zo
grondig mogelijk doorkruisen en het is
wel duidelijk dat 3 'schoppen de arme'
oostspeler het leven aanmerkelijk
zuurder zal maken dan 2 schoppen.
Nu is zo'n hinderactie niet gauw aan
te raden als het eigen bieden erdoor
volledig uit de hand loppt, maar uw
spel heeft voor een schoppencontract
toch wel voldoende kwaliteiten om
daar niet al te bang voor te hoeven
zijn. Als u zo'n 3 schoppenbod niet in
de betekenis van limietverhoging
pleegt te gebruiken, maar bij dat bod
in termen van een geweldhand pleegt
te denken, dan ligt de zaak natuurlijk
heel anders, dan gaat uw keus tussen 2
schoppen en 4 schóppen en dan kan ik
'2 schoppen zeker niet afkeuren, omdat
een sprong naar 4 schoppen nog wel
eens onaangename gevolgen zou kun
nen hebben als uw partner daardoor
op slemgedachten wordt gebracht.
Nu komen we aan liet tweede deel van
de vraag. U hebt gewoon 2 schoppen
geboden en daarna is er een 2 SA bod
achter u gekomen, maar partner zag
daarop redenen om 3 schoppen te zeg
gen. Nu moet u zeker 4 schoppen bie
den. Weer zult u misschien vinden, dat
ik het bezit van één enkel punt wat erg
hoog aansla, maar weer is het uw dis
tributie die een voornamere rol speelt
dan uw puntental.
En wat betreft die distributie, is niet
alleen uw zeskaart schoppen van be
lang, maar ook uw ,lage kleurcnbezit.
Oost heeft ten mihste vijf klavers,
maar gezien uw vierkaart klaver kon
partner dan wel eens een singleton of
renonce in die kleur hebben en dat be
zit in combinatie met uw singleton rui
ten moet riante vooruitzichten bieden
in een 4 schoppencontract. In de prak
tijk kon noord de moed voor dit 4
schoppenbod niet opbrengen, maar hij
had wel erg veel spijt van deze lafheid
toen na het optrekken van de kruit
dampen bleek dat zijn partner 11 sla
gen had weten te maken.
De zuidhand was:
AH942
o A H 3
10652
10
Het gaat er in bridge niet om hoeveel
punten u hebt, maar hoeveel slagen,
met uw spel gemaakt kunnen worden.
Deze week voor de afwisseling weer
eens een tegenspelprobleera: U hebt
als westspeler in handen
107 6 3
o A 7
o AH 10 7 54
9
en terwijl N-Z kwetsbaar zijn, ontstaat
het volgende biedverloop:
noord
oost
zuid west
1 1 o
2 o 3 o
4 o pas
2 2c
3 o pas
pas pas
U besluit met uw singleton klaver te
starten en op tafel verschijnt
H98
o 10 8 2
oB 6 3
*H V 7 5
Klaver heer wordt gelegd en uw part
ner speelt de 8 bij. Nu wordt van tafel
troef 10 gespeeld, uw partner legt de 3
de leider de 4 en de beurt is aan u.
Mijn vraag is: hoe speelt u dit spel nu
verder tegen?
Horizontaal:
1. Een half retourtje? (11)
9. De betrekking is weg (4)
10. Dit bouwland levert geen oogst
(10)
11. Dit is voorbij (7)
12. Hollandse Dulcinea (7)
14. Kinderen krijgen zonder pijn (9)
16. Met dit schip, vaart men geen
vracht (5)
19. De held zit aan het geweer (5)
20. Om te bewijzen dit te zijn, ligt me
nigeen in de zenuwen (9)
22. Morgenfruit (7)
24. Zaken die zo zijn, zijn niet goed (7)
27. Dit lied klinkt in de openbaarheid
(10)
28. Een pittig geval (4)
29. Onlusthof (11)
Verticaal:
2. Het komt altijd achteraan (5)
3. Snel bevroren knollen (8)
4. Deze Italiaanse rivier stroomt zo
wel van links naar rechts, als van
rechts naar links (4)
5. Zij zitten aan de buitenkant (6)
6. Hij kan moeilijk nee zeggen (9)
7. Je ziet hem geregeid afvallen (8)
8. Eertijds huishoudelijke assistente
(4)
13. Hierdoor blijkt het (5)
15. Droogkeeltje (9)
17. Zo een is een stoere baas (8)
18. Jong bezit (8)
21. In Noord-Holland behoeft men
nooit blootshoofds te gaan (6)
23. Het is niet prettig om in dit voedsel
te zitten (4)
25. Galondrager (5)
26. Dit is evenzeer bedwelmend (4)
OPLOSSING
Horizontaal: 1. terreur; 6. Emmerik;
12. aard; 14. idee; 15. Oran; 17. Em-
men; 20. neon; 22. ram; 23. Ane; 24.
dar; 26. s.o.s.; 27. na; 28. ir.; 29. nee;
31. Po; 33. st; 34. Iran; 36. Isère; 38.
.mate; 40. Aken; 42. Irak; 44. mr.; 45.
etalage; 46. es; 48. dame; 50. edel; 53.
egel; 55. lenen; 58. laar; 60. re; 61. af;
63. t.g.t.; 64. as; 65. nu; 66. bel; 68.
Ase; 70. uil; 72. wei; 73. Alem; 75.
pruim; 77. reis; 78. noga; 80. Amor;
82. diamant; 83. smakken;
Verticaal: I. toornig; 2. raam; 3.
ran; 4. er; 5. Uden; 7. Mina; 8. M.D.;
9. Een; 10. Rees; 11. kunsten; 13. om;
16. raar; 18. mens; 19. Eder; 21. oost;
23. ar; 25. R.P.; 28. ink; 30. eerlang;
32. oma; tt. Aarde; 36. in tel; 37.
eigen; 39. akela; 41. Eem; 43. red.; 47.
verband; 49. a la; 51. Els; 52. Pruisen;
54. geel; 56. eter; 57. etui; 59. Anei;
62. fa; 64. al; 67. Lena; 69. span; 71.
imam; 72. werk; 74. mom; 76. ut; 77.
rok; 79. ga; 81. ma.
's c h a p -1 e cfrn i e k v r k «s r w e t im s c h a p t o e lm i 5}
ap~ t <5 clmi^k-ve rkeer-w« t ems chap-1 eclini ek-
^chniek-verkeer-wetémschap-tDChniek-verlo
«rkeer-wetenschap-techniek-verkaer-wetei
ohap-verkear-techniek*"Wetenschap-verkee3
11 V>en de beroemde Zweedse
X zoöloog Linnaeus de we
reld der dieren inventariseerde,
kwam hij tot 4236 diersoorten.
Honderd jaar later verscheen de
wereldvermaarde encyclopedie
der dieren van Alfred Brehm, die
(in 1864) ongeveer 400.000 dieren
„in kaart" bracht. Weer ruim een
eeuw later (vorig jaar) kregen we
de dertien delen van het dieren
leven van prof. dr. Grzimek. Hij
zal vast wel de onbetwiste re
cordhouder blijven met één mil
joen dieren in dertien delen van
een kolossale encyclopedie, waar
van het vorig jaar het eerste deel
verscheen en kort geleden nog
twee delen.
Recordhouder, omdat het zeer
onwaarschijnlijk is dat het werk
van prof. Grzimek, tot stand ge
bracht in samenwerking met
honderden geleerden, ontdek
kingsreizigers, poolonderzoekers,
diepzeeduikers en fotografen,
ooit nog eens zal worden over
troffen. De dertien delen van
deze encyclopedie (samen 7500
bladzijden, waarvan de helft met
foto's) zullen In ieder geval een
langer leven hebben dan welke
andere encyclopedie ook, die ver
jaart omdat er steeds weer nieu
we ontdekkingen en uitvindingen
gedaan worden (ruimtevaart, ge
neeskunde b.v.).
Men mag (helaas) aannemen
dat de werelddierenstand eerder
terugloopt dan uitgebreid wordt.
Het is tragisch, maar er zit een
grond van waarheid in de opmer
king van iemand die deze dieren
encyclopedie kocht: „Aan het
einde van deze eeuw zullen mijn
kinderen hun kinderen vertellen
en in deze encyclopedie laten
zien hoe rijk de wereld was
aan dieren in het jaar 1970. Want
na de verschijning van Grzimeks
werk zullen in de komende de
cennia honderden diersoorten van
de aardbodem verdwijnen..."
De Nederlandse Uitgeverij Het
Spectrum is de serie van dertien
begonnen met het eerste deel der
zoogdieren. Dezer dagen volgde
het tweede fleel en het eerste deel
van de drie over vogels. Elke drie
a vier maanden verschijnt een
nieuw deel. Per stuk kosten ze
78,samen dus ruim 1000,
Maar daarvoor is het dan ook een
De samensteller van ,,Het le
ven der dieren", prof. dr.
Grzimek, met een van zijn troe
telkinderen waarmee hij regel
matig op de beldbuis erschijnt.
standaardwerk, dat na Linnaeus
en Brehm uniek is. Als er ooit
een herdruk zou komen (in het
jaar 2000 misschien) zal er bij
heel wat dieren de noot geplaatst
moeten worden: „tot voor enkele
tientallen jaren nog gesigna
leerd..."
Achter deze aquamarijnblauw fluoriscerende koepel op de komende wereldtentoonstelling in Japan
rijdt de mono-rail naar het terrein van de tentoonstelling in Osaka. Tienduizend mensen per uur wil
len de Japanners met behulp van dit moderne vervoermiddel (en automatische rollende trottoirs)
tijdens de Expo '70 vervoeren.
Amerika rijst en daalt per dag
gemiddeld 30 cm en is evenals de
oceaan aan getijden onderhevig,
zo hebben geleerden van de Uni
versiteit van Columbia in New
York meegedeeld. Het verschijn
sel is al bijna 50 jaar lang bestu
deerd, maar pas onlangs heeft
men instrumenten, gravimeters,
kunnen ontwikkelen om de getij
denwerking precies vast te stel
len. Aan de hand daarvan kun
nen nieuwe technieken worden
ontwikkeld voor het voorspellen
van aardbevingen, het opsporen
van olie en het meten van de nog
weinig bekende getijdenwerking
op de open oceaan.
Een groep geleerden onder lei
ding van prof. John Kuo heeft
het rijzen en dalen van de aard
korst op 13 punten tussen New
York en Californië onderzocht.
Door het registreren van de wij
zigingen in de zwaartekracht
konden de periodieke hoogtever
schillen tot op een centimeter
nauwkeurig worden vastgesteld.
Gebleken is tevens dat de landge-
tijden sterk beïnvloed worden
door de oceaangetijden, zelfs vér
in het binnenland, nl. voor onge
veer acht procent.
Tussen acht en negen 's mor
gens en tussen vij fen zes 's
avonds gebeuren er veel onge
lukken. Een uur na heb wakker
worden en uur vóór de avond
maaltijd schieten de meeste au
tomobilisten van de weg, raken
in een slip of botsen tegen de
middenberm. Tussen acht en ne
gen 's morgens gebeurden er in
1968 niet minder dan 2768 zeer
ernstige ongelukken in Neder
land tegen 2380 'n uur eerder en
1904 een uur later. Tussen vijf
en zes uur 's avonds is het aan
tal ongelukken zelfs het hoogste
van de hele dag: 6502 tegen 4221
tussen vier en vijf uur 's avonds
en 3595 tussen 188.00 en 19.00 uur.
Natuurlijk speelt de verkeers
intensiteit daarbij een rol.
Van het totale dagverkeer (24
uur) speelt zich 9,6 pet. af tus
sen 17.00 en 18.00 uur 's mid
dags en 7,6 pet. tussen acht en
negen 's morgens.
Juist op die kritieke uren
daalt het bloedsuikergehalte in
het menselijk lichaam en ver
mindert het concentratievermo
gen. 's Morgens wordt de
chauffeur tot zijn eigen verba
zing slaperig achter het stuur,
's Avonds tussen 17.00 en 18.00
uur heeft hij datzelfde gevpel,
maar dan schrijft hij het toe
aan zijn behoefte na gedane ar
beid lekker te eten. De ware da
der is het dalende bloedsuiker
gehalte!
Een eenvoudig middel, zeggen
de deskundigen kan die inzin
kingen tegengaan: suikerklont
jes! Ga die nuttigen als de dof
heid zich als een deken over
denken en reageren legt. Het
zou een goed ding zijn als be
drijven bij de uitgangen mand
jes plaatsen met bedrijfsklont-
jes". De kans op het behoud
van gewaardeerde medewer
kers zou er door kunnen toene
men....
Een monsterachtige vracht
wagen, waarvan de wielen
bijna even hoog zijn als de hele
wagen, is deze trekker, besteld
door de KLM voor het grond
transport van haar in 1971 af te
leveren Boeing 747 B vlieg
tuigen. De trekker, die 9,14 me
ter lang, 2,74 meter breed en
1,57 meter hoog is, wordt uitge
rust met twee dieselmotoren
van 300 pk elk. Een ingebouwde
generator van 90 kva zorgt er
voor, dat de Boeing 747 B van
de noodzakelijke energie kan
worden voorzien zolang de moto
ren zijn afgezet.
Het gewicht van de trekker
oordt aanvankelijk 50.000 kg,
maar kan desgewenst (voor
eventueel nog zwaardere, toe
komstige vliegtuigen) worden
opgevoerd tot 70.000 kg. De
trekkers moeten wel zo zwaar
zijn om een vliegtuig zoals de
Boeing 747 B met een max.
totaal gewicht van 352.900 kg te
kunnen verslepen. Uiteraard zijn
voor zulke .gewichtige" voer
tuigen zeer sterke banden nodig.
De wielen van de trekkers
wieldruk 12.500 kg zijn dan
ook uitgerust met banden die de
enorme afmeting van 150x45
cm hebben en die met niet min
der dan 44 koordlagen zijn ver
sterkt.