De „schuld en boete" van Thole Beishuizen:
TIVOLI
Na conflict met 'n
uitgever geen
voet aan de grond
Doorstroming
en ontruiming
van krotten
mVmm
Ik zou
willen
weten
waarom
Bromfietss|;er
gewoud
25 american cigarettes 1.40
U weet wel, Ed. LAURENS maakt ze
^MERONGEN - Het was in 1956 dat een kanselier van liet Nederlandse gezantschap
in Cairo de nu 63-jarige Thole Beishuizen voorspelde: „U zult een tijger vinden in
Holland". En met die woorden moet hij de geldkist hebben dichtgeslagen, waaruit de
thuisreis van Beishuizen juist was bekostigd. „En ik heb die tijger gevonden", zegt
Beishuizen nu, na twaalf jaar van zwijgen. Twaalf jaren die naar zijn zeggen zijn leven
als schrijver en wetenschappelijk journalist hebben vernietigd. Hij vindt nu de tijd
gekomen een felle aanklacht te richten aan het adres van de Nederlandse uitgevers
wereld, die „een honderd procent auteur in hart en nieren" sindsdien hardnekkig
verhinderde na een eerste roman ook nog maar één letter literatuur gedrukt te krijgen.
Ruzie
Doodsbang
WOENSDAG II FEBRUARI 1970
-V'.m
AMERICAN CIGARETTES
El LAURENS CONTINENTAL
■■■■■MWiwiiiirinmTniMninnniiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiMinii.'itMtiMHtMiiiMMK
Nu ook
zonder filter
RIIENEN Op 3 februari werd doo
de gemeenteraad van Khenen een ver
ordening vastgesteld, die de toekenning,
van tegemoetkomingen regelt aan per
sonen, die een goedkope huurwoning
verlaten cn een duurdere betrekken ol
een krot verlaten. De regeling maak'
onderscheid tussen krotontruiming cn
doorstroming.
Om voor een tegemoetkoming bij krot-
ontruiming in aanmerking te komen
dinet de aanvrager aan de volgede ei
sen te voldoen. Het krot dient ontruimd
engedurende een tijdvak van tenmins
te één jaar, direct voorafgaande aan de
ontruiming, bewoond geweest te zijn.
Het moet vaststaan, dat het krot op
korte termijn afgebroken zal worden,
krotten' kunnen in bepaalde gevallen
ook noodwoningen, woonwagens en
woonschepen worden verstaan.
De tegemoetkoming bestaat uit een
vast bedrag van f 700,-. Dit bedrag
wordt verhoogd met 12 maal het meer
dere netto huurverschil. Onder netto
huurverschil wordt verstaan de huur
prijs verminderd met de vergoedingen,
die betaald worden voor centrale ver
warming, schoorsteenvegen, centraal
antennesysteem, voorschot watergeld,
glasverzekering, schoonmaakkosten,
tuinonderhoud en dergelijke. Het huur
verschil dient .positief' te zijn, dus de
huurprijs van de woning die wordt be
trokken dient hoger te zijn dan die van
de woning, die verlaten wordt. Wordt
hieraan ten aanzien van de krotontrui
ming niet voldaan, dan wordt volstaan
met het toekennen van een tegemoetko
ming van f 700.-. Maximaal kan per
geval f 1.500,- worden toegekend.
Een tegemoetkoming in de kosten
verbonden aan het betrekken van een
duurdere huurwoning wordt toegekend
als aan één van de volgende voorwaar
den voldaan wordt.
a. De woning die verlaten wordt dient
een bruikbare huurwoning te zijn,
waarvan de netto huurprijs niet meer
bedraagt dan f 140.- per maand en de
neto huur van de te betrekken woning
moet minimaal 50 pel. hoger zijn. met
een maximum van f 250.- per maand.
b. Het gaan betrekken van een woning,
die tenminste 2 kamers minder bevat
dan de te verlaten woning.
c. Het ingebruiknemen van een woon
ruimte. die niet een zelfstandige woon-
eenheid vormt. Dit kan het geval zijn
bij verhuizing naar een bejaardenflat.
De tegemoetkoming bestaat uit een
vast bedrag van f 400,-. Dit bedrag kan
worden vermeerderd met12 maal het
meerdere netto huurverschil. Het eerste
bedrag is bedoeld als temoetkoming in
de verhuiskosten, het tweede ter over
brugging van de kosten van een hogere
huur. De totale uitkering kan per geval
nooit meer dan f 1.250,- bedragen.
De regeling is ook van toepassing op
degene, die een huurwoning verlaat om
een woning, die eigendom van hem is.
te gaan betrekken. Onder huurprijs
wordt in dit geval verstaan een bedrag
aan maandelijkse lasten van maximaal
f 250,-.
Tegemoetkomingen worden niet ver
strekt, indien aannemelijk is, dat dege
ne die gaat verhuizen, dit ook gedaan
zou hebben als hij geen tegemoetko
ming uit de gemeentekas zou hebben
gekregen.
Een aanvraag om een tegemoetko
ming als bovenbedoeld, moet voor de
verhuizing worden ingediend bij het
college van burgemeester en wethou
ders. Op de afdeling algemene zaken
zijn hiervoor aanvraagformulieren ver
krijgbaar. Indien U er niet geheel zeker
van bent of U voor een doorstromings-
tegemoetkoming of een tegemoetko
ming in de kosten, verbonden aan het
verlaten van een krot in aanmerking
komt, kunt u dagelijks tussen 9.30 en
12.30 uui nadere inlichtingen krijgen
ter gemeentesecretarie, afdeling alge
mene zaken.
ADVERTENTIE
„DIE
TIJGER
j
IK INDERDAAD
IN
HOLLAND
GE VONDEN
Wie verre reizen doet kan veel verha
len. Zeker als die reiziger is behept met
een ongebreidelde scheppingsdrang, en
het verlangen zijn ervaringen en ideeën
aan drukinkt en papier toe te vertrou
wen. Eerst moet echter aan minstens
twee voorwaarden zijn voldaan per
soonlijk creatief talent en bekwaam
heid. en de zakelijke bereidheid van een
uitgever om te investeren. Toch is er
dan nog geen waarborg voor het le
vensgeluk van een auteur, zoals de in
een Amerongse bcjaardenwoning leven
de Thole Beishuizen. Sinds een con
flict in 1958 met zijn uitgever over z'n
eerste romen ..De godin in het vlam
mende woud" (over de opstand van de
Cyprioten tegen het Engelse bewind)
heeft hij geen voet meer aan de grond
gekregen.
„Ik vertel geen leugens", bezweert hij
tijdens een opsomming van gebeurte
nissen aan de hand waarvan hij zich
zelf schildert als een outcast in de
schrijverswereld, en ook daarbuiten.
„M'n beste vrienden en m'n familie ke
ren me de rug toe. Niemand wil nog
Iets van me weten, terwijl ik werkelijk
niet begrijp waarom..."
Toch blijkt uit het levensverhaal vol
gens Beishuizen zelf, dat er oorzakelij
ke velbanden zijn te leggen. Kleverige
draden lopen van Nederland naar het
Griekenland, Cyprus, Turkije en Egypte
van tijdens en kort na de Tweede We
reldoorlog. Maar voor hij daaraan toe is
spuit hij zijn grieven binnen de vader
landse grenzen over de verhouding tus
sen uitgevers en schrijvers, waarvan hij
zegt het slachtoffer te zijn.
„De Nederlandse uigevers gaan
schuil achter de rug van de schrijvers.
ooit een boek van je heeft uitgegeven,
heeft hij als 't ware een claim op je
verdere werk. Andere uitgevers waren
dus ook niet bereid iets voor me te
doen."
Andere weinig verheffende gebeur
tenissen completeren het beeld dat
Beishuizen tekent van zijn Nederlandse
ervaringen. Hij wendde zich tot de
Stichting tot Exploitatie en Bescher-
4
Hun persoonlijkheid is goeddeels onbe
kend, en de auteur wiens naam op het
boek staat draagt de verantwoording
tegenover het publiek. Er bestaan hier
de grootste moeilijkheden tussen de
beide partijen, en die zijn lang niet al
tijd van financiële aard. De werkelijke
moeilijkheid is de bevoogding van de
uitgever over het werk van een schrij
ver. Het wordt je praktisch uit je han
den getrokken.
De heren hebben personeel dat er
flink in moet rond corrigeren en, in
zijn geval zeer zeker, volkomen vreem
de gedachten in de tekst invoeren en
afwijken van het taai-eigen van de
schrijver, alles geprojecteerd tegen de
achtergrond van commerciële belangen.
Het grootste ongeluk in mijn leven is
de verbijsterde toestand rondom mijn
eerste boek, de roman over Cyprus, die
door Van Kampen in Amsterdam is uit
gegeven. Er werd mij geen tijd gegund
om de correcties in het manuscript,
door de uitgever aangebracht, te con
troleren. Het resultaat was een lange
lijst van ontoelaatbare termen, afvlak
king van literaire beelden en zo verder.
Het draaide uit op een hevige ruzie
toen ik er kritiek op gaf..."
Dat laatste komt hiermee bepaald
niet voor 't eerst in het nieuws. Het
merkwaardige conflict om de correcties
is o.a. in mei 1958 uitvoerig uit de doe
ken gedaan in de landelijke pers. De
uitgever zag zijn standpunten gepubli
ceerd, en liet zo weten dat het Neder
lands van Thole Beishuizen door diens
jarenlange verblijf in het buitenland
duidelijk had geleden. Toen de eerste
proeven waren gedrukt was men ervan
overtuigd dat 't boek niet zonder meer
kon worden uitgegeven. Volgens de uit
gever ging Beishuizen daarop akkoord
met een correctie door twee speciale re
dacteuren. Met de inhoud van het boek
zouden deze stijlveranderingen niets te
maken hebben gehad. Volgens hem had
Beishuizen hem nog telefonisch diens
enthousiasme betuigd.
ming van Auteursrechten (SEBA) in
Amsterdam, dat als arbitrage-instituut
kan fungeren. ..De presidente daarvan
blies meteen hoog van de toren en zei:
U bent maar een beginneling. Als ik
„iets zou beginnen", zou ik in heel Ne
derland onmogelijk worden gemaakt".
Ook latere ervaringen, met het onder
SEBA ressorterende Centrum voor Ne
derlandse Dramaturgie geven hem wei
nig reden tot midlheid: „Ik heb eens
vier toneelstukken ingestuurd ter
beoordeling, met 25,- leesgeld per
stuk. Zes maanden later kreeg ik ze te
rug, in plaats van na twee. In één stuk
kwamen vier regeltjes correctie voor,
maar de hele zaak was volkomen afge
kraakt. Bovendien had men de door mij
bedongen anonimiteit niet gerespec
teerd. Ik heb toen het ministerie ge
schreven over mijn bezwaren tegen de
bevoogding van toneelschrijvers. Kort
daarop kwam er een nieuw centrumbe-
stuur, en ik kreeg het leesgeld terug.
Intussen liet men mij blijken niets
van me te moeten hebben. Ze probeer
den met opzet mij van de baan te
schuiven. Daaruit ontstond een syste
matische lastercampagne, waar ik ja
renlang kapot van ben geweest. Wist ik
maar wat de mensen precies tegen me
hebben..."
„Een leugenachtige voorstelling van
zaken", oordeelt Beishuizen na twaalf
jaar nog, en hij verwijt de uitgever dat
als gevolg va nde „deining" die rond
om de roman ontstond, zijn leven als
publicist werd geruïneerd. „Hij gaf me
te verstaan dat ik de lastigste auteur
was met wie hij ooit te maken had ge
had. en ook, dat hij niet van plan was
ooit nog iets van mij uit te geven".
Daarmee was zijn lot bezegeld, zo re
construeert de cshrijver. „Als iemand
Een reeks van veronderstellingen
heelt Beishuizen Dij de hand. Hij legt
verbanden met gebeurtenissen in 1Ü4U,
toen hem in Istanbul een categorisch
schrijiverbod werd opgelegd, door de
volgens hem sterk pi o-Duits gezinde
Neoeriandse vertegenwoordiging daar,
die vriendschappelijke relaties onder
hield met Hitiers ambassadeur von Pa
pen. Het motief voor het verbod (om
vandaaruit in Nederlandse bladen te
publiceren) was: de bezetter zou er mis
bruik van kunnen maken. „Eigenlijk
waren ze doodsbang dat iemand zou
gaan schrijven over de dingen die daar
gebeurden in die spannende dagen.
Vooral de Nederlandse handelsbelangen
waren er té belangrijk".
Het vervolg van deze persoonlijke vi
sie op een brokje geschiedenis vereist
eerst nog een stapje terug in de tijd, zo
dat de levenswandel van Beishuizen
van vóór de volgens hem beslissende
oorlogsperiode, kan dienen als enigszins
logische inleiding, die bovendien de
contouren van zijn persoon wat meer
bepaalt.
In het Den Haag van 1907 werd G.
Thole Beishuizen geboren uit een on
derwijzers-echtpaar, als oudste van nog
twee broers en twee zusters. In 1910
vertrok het gezin naar Amsterdam,
waar Thole malaria fcuteetf- en een ver
huizing naar Bussum noodzakelijk
bleek. Hij bezocht de Gooise HBS, maar
behaalde het diploma niet omdat bloed-
congestie hem uitschakelde. Een mag
netiseur bracht uitkomst, maar Thole
ging werken op kwekerijen. Achttien
jaar was hij (1925) toen. hij voor het eerst
voor langere tijd naar het buitenland
ging: Frankrijk, opnieuw naar een
kwekerij. Later, terug in Nederland
was hij een figuur van 12 ambachten
en 13 ongelukken, maar daarbij bleef
hij trouw aan zijn grote liefde, de lite
ratuur.
Opnieuw kwam hij in Frankrijk te
recht, waar alles goed ging, afgezien
van het feit, dat hij dreigde te verhon
geren. Hij leerde in die tijd zijn vrouw
kennen, een schilderes van de Haagsche
Academie. Er volgden twee jaren in
Zuid-Frankrijk, waar Thole tot het be
sef kwam dat hij eindelijk eens iets
aan „zijn vak" moest gaan doen: schrij
ven.
Ze vertrokken naar Joego-Slavië na
een toss om oost of west te gaan. Daar
schreef hij artikelen over folklore, his
torie en kunst, zoals ook later in Grie
kenland en Turkije, o.a. voor de Nieuwe
Rotterdamse Courant, de Haagse Post,
Elsevier en de tijdschriften „Neder
land". en „Mens en Cosmos", alles als
free-lance, en ontbloot van enig poli
tiek ideaal. Zijn vrouw leverde tekenin
gen bij zijn verhalen, en samen stu
deerden ze intussen archeologie en
kunsthistorie.
In 1939, in de tijd van de dreigende
Mussolini stak hij platzak over naar
Turkije. Hij was inmiddels afgekeurd
voor militaire dienst, en vermeldt nu
dat hij nog bij de Russische consul is ge
weest, en huilend smeekte om een ge
weer. In de twaalf Turkse jaren wer
den Thole en zijn vrouw leerkrachten
in dienst van de British Council, die
cursussen organiseerde voor onderont
wikkelde groeperingen. Intussen kreeg
hij van de Nederlandse legatie „oor-
logssteun" (waarover later meer).
In 1950 belandde het echtpaar op Cy
prus, waar Beishuizen o.a. 4 jaar werk
te op een school van de paters Francis
canen. De schuld in Instanbul was nog
niet afbetaald. Dat zij in 1956 zou wor
den kwijtgescholden kon niemand toen
nog weten.
Eerder in dat jaar verhuisde het
echtpaar nog hals over kop van Cyprus
naar Egypte, maar Beishuizen opnieuw
bij het onderwijs terecht kwam.
„Toch werd mij juist daar verweten
dat ik maar wat had rondgelummeld.
terwijl „wij ons rot werken", zoals de
kanselier het uitdrukte. Bovendien nam
hij het me kwalijk dat ik mijn schuld
nog niet had afleiaald, en toen hij met
zijn „tijger in Holland" voor de dag",
zegt hij. „Maar een attaché raadde me
toen aan artikelen over het Cairo van
Nasser te schrijven in een Nederlandse
krant. Het toeval wilde echter dat een
correspondent van die krant daar, be
vriend was met de kanselier.
Er moeten toen direct al afspraken
zijn gemaakt, tussen die krant en de
uitgeverswereld. Vanaf die tijd werden
me alle artikelen in ieder geval terug
gestuurd, zonder opgaaf van redenen.
Eén uitzondering was er: uitgeverij Van
Dishoeck publiceerde drie studieboeken
van me: de geschiedenis van Carthago,
van Byzantium en van het Morgenland.
Maar dat beschouw ik nu als een doek
je voor het bloeden.
„Jarenlang heb ik gezwegen, en
steeds maar geschreven aan redacties.
Ze hebben me nooit geantwoord, alleen
beklad. Ik volg nu een nieuwe tactiek:
ik ga de uitgeverswereld ontduiken.
Wat ik schrijf laat ik kopiëren en ik
geef het aan mensen die er belangstel
ling voor hebben. Het kan me niet
schelen of het me geld kost. Ik ben
honderd procent auteur, ik moét schrij
ven..."
Thole Beishuizen, naar eigen inzicht
miskend, vertrapt en besprongen door
de tijger.
De gedaante v5h die tijger is hem wel
duidelijk, maar zijn herkomst in feite
niet. Hij denkt aan zijn tijd in Turkije,
en oppert de mogelijkheid dat hij in
't licht van de relaties van zijn hoogge
plaatste kennissen daar als „fout"
wordt beschouwd. Anderzijds ziet hij de
mogelijkheid dat als gevolg van de pa
triottische artikelen die hij toen publi
ceerde juist de huidige nazi-aanhang
(die hij nog duidelijk om zich heen sig
naleert en die hij een belangrijke in
vloed toedicht) hem onmogelijk maakt.
Het blijven raadsels, waarvan heel wei
nigen de redenen zullen kunnen geven,
of willen geven. Thole Beishuizen
heeft zijn tijger gevonden. Zelfs als uit
zijn relaas alleen zijn vertellerskwali
teit zou blijken, dan nog heeft zijn ver
haal waarde, literair of niet. Momen
teel is hij bezig met een roman vol
„Wahrheit und Dichtung", gedeeltelijk
autobiografisch, waarin hij de kronke
lende intrige met een grap ontwart.
RENSWOUDE De 16-jarige mej.
Van de V. moest dinsdagavond per am
bulance naar het Juliana ziekenhuis in
Veenendaal worden overgebracht, nadat
zij in de Dorpsstraat een ongeval had
veroorzaakt. Het meisje stak op haai
bromfiets de Dorpsstraat over, waarbij
zij pardoes tegen een passerende auto
aanreed. Dokter Ter Velde verleende de
eerste hulp en liet het gewonde meisje
naar het ziekenhuis overbrengen.