„Industriële klimaat
in Veenendaal is lang
niet bevredigend"
„Oog voor problematiek
werd niet verduisterd
door uw hoge geboorte''
I PETIT RESTAURANT
IK VERWACHTTE NIET
ANDERS DAN DE DOOD
Mej. Haars (CHU) bij behandeling
streekplan in Provinciale Staten:
Streekplangebied vormt
structureel geen eenheid
Wethouder Ant. de Ruiter vertelt over
zn ervaringen in Kamp Amersfoort:
„Ik werd geschopt en geslagen.
Het was vreselijk
HUZARENSALADE
IMAIS0N KRAMER 1
Jaarvergadering
van „Floralia'
druk bezocht
N.P.B. bespreekt
zomerreis je
Uit de oude
doos
door
Rik Valkenburg
damuitslagen
Geen 19, maar 25
bejaarden-
woningen
Toestellen in
gymnastiekzaal
in revisie
VERBETERD
VERHOOGD
C.H.-Statenlid bij afscheid
Commissaris van Koningin
COMMUNICATIE
i
HELEMAAL MIS
CONFRONTATIE
MISHANDELING
TREEK
MARKTEN
DONDERDAG 26 FEBRUARI 19/0
UTRECHT Met vrijwel algemene stemmen Ls tijdens de gisteren te Utrecht
gehouden vergadering van Provinciale Staten het Streekplan Utrechtse Vallei
en Eemland aangenomen. Tegen stemden de heren Schuurman (Boerenpartij),
Van Yperen en De Kievid (Binding Rechts).
Naast lovende woorden voor de ijver en spoed waarmee de betrokken ambte
naren het streekplan tot stand brachten en voor de wijze waarop de bevolking
inspraak werd geboden, uitten veel statenleden ook kritiek op het plan. Onder
andere over de bevolkingstoeneming van Renswoude en Woudenberg, het in
dustriële klimaat van Veenendaal en het streekvervoer ontstond een levendige
discussie.
Mej. mr. Haars (CHU) bracht speciaal
Veenendaal onder de aandacht van de
statenleden, omdat ze vreesde dat Vee
nendaal doordat het bijna geen be
zwaarschriften had ingediend niet de
aandacht zou krijgen die het vereiste.
„Veenendaal moet in de gaten gehouden
worden", aldus mej. Haars. „want mijns
inziens is het industriële klimaat in
deze in het streekplangebied belangrij
ke industriële kern lang niet bevredi
gend.
Er wordt een vrij eenzijdige werkge
legenheid ontwikkeld en het ligt zeer
excentrisch in het streekplangebied. De
verbindingen zijn vrijwel allemaal oos
telijk gericht, noordelijke verbindingen
ontbreken vrijwel nagenoeg geheel. De
nieuwe weg over Overberg is in dit op
zicht wel een verbetering, maar er is
meer nodig.
Daarbij denk ik dan aan een op de
lange duur nog eens te verwezenlij
ken waterverbinding met de Rijn en
een verbetering van de woonsituatie,
die de vestiging van industrieën aan
trekkelijker zou maken".
In zijn antwoord verklaarde gedepu
teerde Van der Sluis dat mej. Haars de
situatie in Veenendaal zijns inziens wel
wat te somber afschilderde. „In het re
cente verleden was er in Veenendaal
inderdaad sprake van eenzijdige werk
gelegenheid men had er alleen de ta
bak en de textiel maar de laatste
tien jaar zijn daar o.a. metaal en de
chemische sector bijgekomen en de si
tuatie is dan ook werkelijk verbeterd",
aldus mr. Van der Sluis. Wel vond hij
dat aan de tertiaire sector nog flink ge
werkt moest worden.
De heer K. de Wilde (PvdA) consta
teerde dat Veenendaal veel meer con
tact had met Ede-Bennekom-Wagenin-
gen dan met het gebied waarin het in
het streekplan is opgenomen. „Het
streekplangebied vormt structureel
geen eenheid", aldus de heer De Wilde.
„De gewenste relatie tussen Amersfoort
en Veenendaal is minimaal. Zowel
Amersfoort als Veenendaal als Eemnes
hebben sterkere contacten met gemeen
ten buiten het streekplangebied dan
met gemeenten daarbinnen. De planolo
gie moet gebonden zijn aan de sociaal-
economische structuur die zich afte
kent, niet aan de provinciale grenzen".
Voor de toekomst zag de spreker (zo
lang de provinciale grenzen nog be
staan) interprovinciale streekplannen
als noodzaak. Gedeputeerde Van der
Sluis was het met hem eens dat inter
provinciale streekplannen ideaal waren,
doch meende dat dit ideaal niet te ver
wezenlijken was. Met klem wees hij er
op dat bij de totstandkoming van het
streekplan veel overleg met de aan het
gebied grenzende provincies had plaats
gevonden.
Veel goedkeuring vond bij de staten
leden de verhoging van de toelaatbare
bevolkingsaanwas-cijfers voor Wou
denberg en Renswoude tot resp. 10.000
en 3.500 inwoners in 1985. Mej. Haars
UTRECHT Toen ik tot com
missaris van koningin van Utrecht
werd benoemd, had de provincie
nog geen tweehonderd ambtenaren
in dienst. Nu, ruim vijftien jaar la
ter, zijn dat er vijfhonderd, waaruit
wel mag blijken dat de taak van de
provincie in die jaren zeer sterk is
toegenomen. Ik wil hier nu verder
niet in het verleden blikken, want
mét de ruimtelijk ordening
waarmee wij ons de hele dag heb
ben beziggehouden kunnen wij
beter in de toekomst kijken en ons
afvragen waarop in de komende
decennia het provinciale beleid ge
richt moet zijn. Ik denk dan voor
al aan een gunstige ontwikkeling
van de welvaartsgroei en de bevol
kingsaanwas en aan het woningpro
bleem, dat we niet kunnen oplos
sen in het tempo waarin we dat
zouden willen.
De slapeloze nachten die u daar
over in het verleden gehad heeft,
zult u voorlopig dan ook wel blij
ven hebben". Aldus de afscheids
woorden van mr. C. Th. E. Graaf
van Lynden van Sandenburg, die
gisteren aan het slot van de verga
dering van Provinciale Staten te
Utrecht afscheid nam als commis
saris der koningin van de provin
cie Utrecht wegens het bereiken van
de pensioengerechtigde leeftijd.
Bijna zestien jaar geleden werd mr.
C. Th. E. graaf van Lynden van San
denburg tot commissaris der koningin
benoemd. Hij was toen al geen onbe
kende in de brede kring van het be
drijfsleven en had naam gemaakt in
het landbouw-organisatieleven. Onder
zijn voorzitterschap breidden de acti
viteiten van de provinciale staten zich
gestadig uit. Volksgezondheid, volks
ontwikkeling, cultuur, recreatie, sport
en bejaardenoorden kregen ruime be
langstelling, terwijl ook de droge en
de natte waterstaat en de ruimtelijke
ordening een steeds grotere aandacht
vereisten.
Bij de totstandkoming van het Wa
terleidingbedrijf Midden-Nederland,
dat de bedreigde drinkwatervoorzie
ning in het gewest moet veilig stellen,
speelde de commissaris der koningin
een gewichtige rol.
Namens de statenleden werd de
scheidende voorzitter gisteren toege
sproken door de heer De Groot
(CHU), die onder andere zei: „U hebt
altijd weer blijk gegeven een open
oog te hebben voor de snelle evolutie
die zich gedurende de laatste decen
nia bezig is in onze samenleving te
voltrekken"
,,Wie verwacht mocht hebben, dat
uw hoge geboorte voor u aanleiding
zou kunnen zijn u van deze ontwikke
ling te distantiëren, heeft voor die ver
wachting geen enkele grond gevon
den", aldus statenlid De Groot. .Inte
gendeel, u trachtte alle veranderingen
te stimuleren, die het welzijn der ge-
héle bevolking zouden kunnen bevor
deren. Uw jovialiteit en uw belang
stelling tegenover ons leden der sta
ten hebben wij allen hoog gewaar
deerdTot slot van zijn toespraak
richtte de heer De Groot nog het
woord tot de op de publieke tribune
aanwezige echtgenote van mr. graaf
van Lynden van Sandenburg en me
moreerde dat laatstgenoemde voor
zijn verdiensten als commissaris der
koningin bij Koninklijk Besluit van 19
februari 1970 bevorderd is tot grootof
ficier in de Orde van Oranje-Nassau.
(CHU) vond het onjuist een groeiende
gemeente abrupt in zijn groei te stop
pen: „Zoiets moet langzaamaan gebeu
ren".
De heer Berenschot (AR) vroeg zich
af of GS met deze verhoging wel ver
genoeg was gegaan. „Vooral Renswoude
is bezig zich te ontworstelen aan de tot
nu toe vrij eenzijdig agrarische wel
vaartsbron. Een wat grotere armslag
zou deze gemeente wat meer mogelijk
heden geven en zeker niet tot verstede
lijking leiden".
Gedeputeerde mr. Van der Sluis on
derschreef de mening van mej. Haars
in dezen. „De ontwikkeling had al inge
zet vóór wij gingen werken met de doc
trine van de gebundelde deconcentra
tie", aldus de gedeputeerde. „Het zou
daarom onjuist zijn die ontwikkeling
abrupt af te kappen. We moeten echter
het streekplan niet uit het oog verlie
zen: niet alles in de provincie Utrecht
kan nu eenmaal groeien zoals het zou
willen".
De heer Hessing (PvdA) was van me
ning dat de provinciale overheid al in
een zeer vroeg stadium het initiatief
moest nemen tot onderhandelingen met
spoorwegen en busondernemingen over
het verbeteren van het openbaar ver
voer in een streekplangebied. „Nu laat
het streekplan alles over aan de ge
meenten zelf, wat leidt tot moeilijkhe
den bij de totstandkoming van de ver
eiste communicatie in het gebied", al
dus de heer Hessing.
Als voorbeeld noemde hij de moei
lijkheden rond de totstandkoming van
een spoorweg Amersfoort-Veenendaal.
De heer Van Yperen (Binding Rechts)
constateerde „een bureaucratische hou
ding" bij de commissie voor bezwaar
schriften. Te veel bezwaarschriften
waren naar zijn mening ongegrond ver
klaard en het hele streekpan was in
zijn ogen te vaag.
Om deze reden stemde zijn fractie
dan ook tegen goedkeuring van het
streekplan.
SCHERPENZEEL Dat de floralia-
vereniging nog steeds tot de bloeiende
verenigingen in Scherpenzeel behoort,
kon men dinsdagavond merken in
Marktzicht" waar de jaarvergadering
van de vereniging plaatsvond. De voor
zitter de heer J. Koudijs, opende de bij
eenkomst, waarvoor veel belangstelling
bestond. Het bestuur was echter door
ziekte van een aantal leden minder
sterk vertegenwoordigd.
Uit de jaarverslagen kon men aflei
den dat de tentoonstelling ook in 1969
weer een geslaagd evenement was ge
worden. De penningmeesteres kon het
jaar afsluiten met een batig saldo. Dit
is gezien de activiteiten in het afgelo
pen jaar een fraai resultaat.
De heer Zwaan die namens de kas-
commissie verslag uitbracht was bij
zonder tevreden over de zeer overzich
telijke wijze waarop de gelden waren
beheerd en de controle mogelijk was
geweest. In de nieuwe kascommissie
werden benoemd mevrouw Evers en de
heer W. Schimmel. De aftredende be
stuursleden mevrouw Van Elst-Met-
horst en de heren J. Koudijs en Th. van
de Hoeff werden met algemene stem
men herkozen.
Na de koffie kreeg H. v.d. Hoeff het
woord. Deze vertelde over de fotogra
fie in winter en zomer. Hij liet dit zien
aan de hand van een aantal prachtige
dia's, gemaakt in Scherpenzeel. Ook
toonde de heer Van de Hoeff een serie
prachtige dia's in kleur van de laatste
„floralia"-tentoonstelling, alsmede van
z'n vakantiereis naar Italië.
De voorzitter van Floralia deelde nog
mee dat de tentoonstelling in 1970 me
dio september wordt gehouden.
SCHERPENZEEL Op maandag
avond 2 maart houdt de afdeling
Scherpenzeel van de Nederlandse Bond
van Plattelandsvrouwen een ledenverga
dering in hotel Boszicht. Men zal op
deze avond de plannen bespreken voor
een reisje tijdens de zomermaanden.
Verder zal er op 19 maart in „Boszicht"
door een marionettentheater de operette
„lm Weisen Rössl" worden opgevoerd.
Na het zeer belangrijke huishoudelijke
gedeelte vertoont de heer H. v. d.
Hoeff dia's.
ADVERTENTIE
Maak voortaan u
SLAATJES zelf.
per 100 gram 0.50
Natuurlijk weer bij-t
Nasi Goreng 500 g 1.75 jj
Bami Goreng 500 g 1.75 z
Portie Saté 2.75
iiiiitMiiiiiiiiiHitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiï
door Rik Valkenburg
„lk stond naast ds. D. A. van den Bosch, in het kamp Amersfoort. Hij had
no. 851 en ik no. 852. We kregen een papier met een aantal vragen er op.
Of we die maar eventjes in wilden vullen. En gauw wat! Nu was er een
vraag bij die aldus luidde: „Hoe zou eventueel uw houding zijn tegenover
Duitsland na de bevrijding?"... Ik durfde de vraag niet concreet naar
waarheid te beantwoorden, maar ds. Van den Bosch vulde onvervaard in:
„Duits vijandig!"
Zo was hij. Een ongelooflijke kerel. Iemand die doorlopend probeerde
je op te peppen. Geestelijke bijstand te verlenen. Als je in de put zat zei
hij: „De vensters open naar Jeruzalem, mannen!"...
Aan het woord is de heer Ant de
Ruiter, wethouder te Veenendaal.
Dynamisch altijd, zit de gemeente
lijke bestuursfunctionaris nog
geen vijf minuten achter elkaar
stil op zijn stoel. Onder het ge
sprek door vliegt hij van het een
naar het ander. Altijd bedrijvig en
dan soms plots wordt hij even stil.
Heel stil zelfs. Dan gaat het over
een herinnering uit die tijd, die
hem even bijna te machtig wordt.
Dan is hij opeens een heel andei
mens...
Tja, Ant. de Ruiter kan er echt wel
een beetje over meepraten. Het
lijkt bijna onwaarschijnlijk met
wie en hoe vaak hij in de oorlogs
tijd geconfronteerd werd met an-
ti-Duitsgezinden. Nog tal van con
tacten over heel het land heeft hij
ervan overgehouden. Maar één
figuur, of liever gezegd twee fi
guren, springen er toch wel uit. De
ene is Ds. D. A. van den Bosch en
de ander is.... Willy Engbrocks!
Engbrocks was toch een bewaker in
het kamp Amersfoort. „Niettemin
bewaar ik aan hem de beste herin
neringen. En ik niet alleen. Neem
het verhaal dat onlangs in de dag
bladpers stond. Daar ging het over
John Dons, ook een gevangene in
kamp Amersfoort, die zelfs zover
kwam dat fcij Engbrocks een bui
tengewoon exclusief geschenk
aanbood in de vorm van een schil
derij, waarover straks meer. Laat
ik eerst eens iets vertellen over
hoe ik in het kamp terecht kwam".
Ant. de Ruiter memoreert hoe het
er aan toeging. In oktober 1944
kregen zeven bekende Veenenda-
lers opdracht zich te melden in
Utrecht. Doel onbekend. Adres des
te bekender. Bij de S.D. aan de
Maliebaan. Dat wekte nu niet be
paald vertrouwen. Maar „Befehl"
was „Befehl", dus de heren hadden
zich maar te melden. Het waren
H. Brouwer, Lafeber, G. de Geit,
G. Ultee, Van Dijk, F. van Leeu
wen en Ant. de Ruiter, (gijzelaars).
In Utrecht aangekomen zagen ze al
gauw dat het helemaal mis was.
Ze moesten direct op transport
naar kamp Amersfoort. Een wei
nig aanlokkelijke verblijfplaats.
Nu ja, er was niets aan te doen,
dus maar gauw even naar huis
bellen, hoe de zaken stonden.
Maar dat kon je denken!
Ant. de Ruiter: „We kregen geen
schijn van kans om er even tussen
uit te gaan om te bellen. Geen
sprake van. Het was direct: „Los,
weg, nach das Lager in Amers
foort"! In Amersfoort begon het
feest al gauw. Het was guur weer
en we stonden een hele tijd buiten
onder bewaking, 's Middags moch
ten we naar de „bekleidungska-
mer". Daar kreeg je het „kamp
uniform" aan. Al je burgerspulle
tjes moest je afgeven. Verder werd
je finaal kaal geknipt. Ook kreeg je
een mok en een vork. Dat was je
eetgerei. Je begreep hoe we elkaar
aankeken na deze metamorfose.
Je kende jezelf niet meer.
Ik vroeg of ik naar het toilet kon.
Dat mocht, maar ik kreeg een be
waker mee. En nu kom ik dus op
de tweede onvergetelijke figuur:
de heer Willy Engbrocks, want hij
was die bewaker. Het viel gelijk
op dat de man niet snauwde en op
een nette wijze informeerde naar
je herkomst. Ik moest een meter
voor hem uitlopen (dat moest daar
altijd) en onderwijl praatte hij
maar. Toen ik vertelde dat ik uit
Veenendaal kwam, informeerde
hij gelijk naar een aantal Veenen-
daalsc zakenlieden die h(j goed ken
de. Zo sprak h(j wel eens over een
familie Van Schuppens. Deze per
soon woonde in Helmond. We kun
nen allemaal alt(jd nog dankbaar
z(jn dat deze Willy Engbrocks be
waker was in kamp Amersfoort.
H(j deed werkelUk veel, om de el
lende daar te verzachten.
Ik kwam ook in aanraking met twee
kapelaans uit Limburg en die had
den soortgelijke ervaringen met
Engbrocks. Het was zelfs zo, dat
hij bij tijden voor je in de bres
sprong waarvoor hij zelf straf op
liep. Engbrocks was een Rijksduit
ser, die hier verplicht en uitdruk
kelijk tegen zijn zin, gedetacheerd
Maar voor velen betekende het een
uitkomst dat hij er was. Hij was
van menigeen de vertrouwensman
voor verschillende zaken. Alle
clandestiene boodschappen kwa
men bij Engbrocks terecht, die ze
wel weer aan de betrokkenen
doorgaf. Hij was werkelijk een
zeer sympathiek iemand en ook
wij Veenendalers hadden veel aan
hem te danken".
Wat Engbrocks met de inmiddels
landelijk bekend geworden John
Dons te maken had? Laat ik nou
net voordat U hier kwam gebeld
hebben naar de elektro-technisch
instrumentmaker- Pieter Dons te
Utrecht. Helaas kreeg ik geen con
tact, maar ik bel hem nog wel,
want binnenkort komt de heer W.
J. Engbrocks bij hem op bezoek en
dan wil ik hem ook graag nog eens
spreken en de hand drukken.
Ja, hij leeft nog, al is hij geheel in
valide geworden. Hoe hij met de
heer P. Dons in contact gekomen
is? Wel, daarover las ik een paar
dagen geleden het volgende: Een
paar dagen geleden kwam er bij
de familie Dons een ambtenaar
van de gemeente Utrecht met een
brief van een zekere W. J. Eng
brocks uit Tegelen. De man
schreef dat hij destijds als kamp
bewaker in Amersfoort een
schilderij van John Dons had ge
kregen en dat nu graag aan de fa
milie van de maker wilde geven,
omdat hij wist, niet lang meer te
zullen leven.
Na enige dagen reisde P. Dons naar
Tegelen om het schilderij te halen.
In een huis, twintig minuten bui
ten Tegelen, vlakbij de Duitse
grens, vond de confrontatie van
de twee mannen plaats. P. Dons
ontmoette de bewaker van zijn ge
vangen genomen broer
Het was van de zijde van de heer
Dons een confrontatie met ge
mengde gevoelens. Het werd een
lang gesprek, want er was veel te
vertellen. Engbrocks verklaarde
hoe hij kampbewaker was gewor
den. Reeds vanaf 1925 was hij in
Nederland woonachtig en moest
zich in 1940 bij de Wehrmacht
melden, waarna hij kort daarop fin
Amersfoort belast werd met het
maken van een prikkeldraadaf
zetting voor het later berucht ge
worden kamp. Hij werd geprest
om bewaker te worden. Tegen zijn
natuur in moest hij gevangenen
toeschreeuwen of zelfs schoppen.
Met tranen in de ogen vertelde hij
dit aan Pieter Dons. Later trachtte
hij dit dan goed te maken, door
deze mensen een pakje sigaretten
te geven. Tja, het was een triest
verhaal dat Engbrocks te vertellen
had.
De heer Dons constateerde duidelijk
dat de man er nog onder gebogen
Ds. D. A. v.d. Bosch
ging, hoewel hij altijd geprobeerd
had zo menselijk mogelijk op te
treden, waardoor hij meermalen in
conflict was gekomen met beulen
als Berg en Kotalla. Eens werd hij
zelfs een nacht opgesloten, met
tien gevangenen, aan wie hij even
tevoren hun doodvonnis had moe
ten aanzeggen!....
„Ik heb zelf ook een keer meege
maakt dat Engbrocks voor me in
de bres sprong".... interrumpeert
Ant. de Ruiter zichzelf. „Op een
middag (6 december 1941) kreeg ik
een hevig pak slaag van een Pool
se bewaker die mij niet mocht. We
waren ergens mee bezig en steeds,
als ik bij de Pool in de huurt
kwam (ik kon daar niet onderuit,
ik moest hem passeren), sloeg en
schopte hij me, waar hij me maar
raken kon. 't Was vreselijk. Heel
het kamp werd er beroerd van. 't
Werd zo erg dat ik tenslotte niet
meer wist wat ik deed. Ik wou de
Pool aanvliegen om met hem af te
rekenen, maar toen hielden m'n
Veenendaalse metgezellen me te
gen. Anders had ik hier niet meer
gezeten. Trouwens, ik verwachtte
niet anders dan de dood.
Drie uur lang kreeg ik slaag. Er was
geen beklag mogelijk. Verder wer
den we gedwongen om een aantal
Joden die door de modder moesten
kruipen, zo hard mogelijk te
schoppen. Toen leidde ik de aan
dacht van de Joden af, door steeds
iets te verliezen. Dat verstoorde
het ritme van onze groep, waar
door de bewuste Pool zijn aan
dacht op mij moest vestigen .zodat
de anderen langs de Joden konden
lopen, zonder hen te schoppen.
Ik durfde dit, omdat ik erop reken
de, de komende nacht gedood te
zullen worden. Ik had niets meer
te verliezen, meende ik. Er ge
beurde echter niets in deze nacht,
tot mijn grote verwondering. Maar
een paar dagen later kwam de
Pool weer op me af. Nu zou het
dan gebeuren, dacht ik. Maar nu
kwam Engbrocks tussenbeide. Hij
heeft die Pool wel zo scherp de
waarheid gezegd en hem zo onder
handen genomen, dat ik nooit
meer last van de vent gehad
heb"....
Als we het boek over ds. D. A. van
de Bosch, geschreven door z'n doch
ter, mevrouw Van LUnden-van de
Bosch er op naslaan, vinden we op
pagina 213 de volgende passage
over het kamp Amersfoort: „De
zesde december is heel speciaal
een ongeluksdag geweest. In een
der commando's hebben beestach
tige mishandelingen plaatsgevon
den. De heer Brouwer zegt dat
toen mijn vader, ds. I). A. van den
Bosch op zondag 7 december
preekte over de grote vervolging
te Jeruzalem, dit gewoon een ge
weldige gebeurtenis was, waarvan
ieder diep onder de indruk kwam.
We zongen Ps. 89 1 en 8. Mis
schien heeft deze dienst op mij
persoonlijk de grootste indruk ge
maakt omdat we toen erg onder
de indruk waren van de vreselijke
mishandeling op zaterdag 6 de
cember".
VEENENDAAL Afgelopen week
werd de onderlinge competitie bij VDC
voortgezet met enkele partijen. J. v. d.
Vliert kwam remise overeen met W. v.
d. Hor, teinvijl H. v.d. Brandhof de
volle winst boekte tegen A. C. Gazen
beek. E. de Kleuver bleef baas over de
nog niet in vorm zijnde A. Keyman.
Uitslagen: G. Rotterdam H. v. d.
kenburg 0-2; D. Bouman W. v. d.
Hor 1-1; B. Valkenburg D. Scholte
2-0; J. Venneer A. Kalter 2-0; J. v.
d. Vliert W. v. d. Hor 1-1; A. C. Ga
zenbeek H. v. d. Brandhof 0-2; A.
Kalter H. Verhoef 2-0; D. v. Leeu
wen D. Scholte 0-2; A. Keyman E.
de Kleuver 0-2; D. Bouman Nico
Valkenburg 1-1.
Pluimveemarkt Barneveld, (prijzen in
guldens per kg)
Aanvoer: ca. 10.000 stuks, handel vlug.
Slachtkippen, lichte 1.00-1.20; zware 1.40
-1.80; slachtkuikens 1.85-1.95.
SCHERPENZEEL Op de eiermarkt
te Scherpenzeel werden gisteren 850.000
eieren aangevoerd. De handel was goed
en de prijzen varieerden van 11,50 tot
12,50 de honderd stuks. De hen-eieren
varieerden 8,- tot 11,- de honderd
stuks.
Op de biggenmarkt in Scherpenzeel
werden 89 stuks aangevoerd. De handel
was matig en de prijzen varieerden van
97,- tot 107,- per stuk.
SCHERPENZEEL De gemeente
Scherpenzeel heeft een aanvraag in zee
laten gaan om het aantal bejaardenwo
ningen dat op het terrein tussen de Lin-
denlaan en de Willaerlaan zal worden
gebouwd te verhogen van 19 tot 25.
Met de bouw van de negentien wo
ningen is inmiddels begonnen, door een
perceeltje grond van de heer P. Veer te
kopen is er ruimte er zes bij te bouwen.
De grondtransactie kost de gemeente
1750.-
SCHERPENZEEL Er is vier dui
zend gulden nodig om diverse verbete
ringen aan te brengen aan de toestellen
in het gymnastieklokaal aan de Beu
kenlaan.
Verschillende toestellen zijn óf alleen
tegen hoge kosten te repareren. In som
mige gevallen worden een aantal on
derdelen vernieuwd, andere toestellen
zullen door nieuwe worden vervangen.