„Industriële klimaat in Veenendaal is lang niet bevredigend" „Oog voor problematiek werd niet verduisterd door uw hoge geboorte'' I PETIT RESTAURANT IK VERWACHTTE NIET ANDERS DAN DE DOOD Mej. Haars (CHU) bij behandeling streekplan in Provinciale Staten: Streekplangebied vormt structureel geen eenheid Wethouder Ant. de Ruiter vertelt over zn ervaringen in Kamp Amersfoort: „Ik werd geschopt en geslagen. Het was vreselijk HUZARENSALADE IMAIS0N KRAMER 1 Jaarvergadering van „Floralia' druk bezocht N.P.B. bespreekt zomerreis je Uit de oude doos door Rik Valkenburg damuitslagen Geen 19, maar 25 bejaarden- woningen Toestellen in gymnastiekzaal in revisie VERBETERD VERHOOGD C.H.-Statenlid bij afscheid Commissaris van Koningin COMMUNICATIE i HELEMAAL MIS CONFRONTATIE MISHANDELING TREEK MARKTEN DONDERDAG 26 FEBRUARI 19/0 UTRECHT Met vrijwel algemene stemmen Ls tijdens de gisteren te Utrecht gehouden vergadering van Provinciale Staten het Streekplan Utrechtse Vallei en Eemland aangenomen. Tegen stemden de heren Schuurman (Boerenpartij), Van Yperen en De Kievid (Binding Rechts). Naast lovende woorden voor de ijver en spoed waarmee de betrokken ambte naren het streekplan tot stand brachten en voor de wijze waarop de bevolking inspraak werd geboden, uitten veel statenleden ook kritiek op het plan. Onder andere over de bevolkingstoeneming van Renswoude en Woudenberg, het in dustriële klimaat van Veenendaal en het streekvervoer ontstond een levendige discussie. Mej. mr. Haars (CHU) bracht speciaal Veenendaal onder de aandacht van de statenleden, omdat ze vreesde dat Vee nendaal doordat het bijna geen be zwaarschriften had ingediend niet de aandacht zou krijgen die het vereiste. „Veenendaal moet in de gaten gehouden worden", aldus mej. Haars. „want mijns inziens is het industriële klimaat in deze in het streekplangebied belangrij ke industriële kern lang niet bevredi gend. Er wordt een vrij eenzijdige werkge legenheid ontwikkeld en het ligt zeer excentrisch in het streekplangebied. De verbindingen zijn vrijwel allemaal oos telijk gericht, noordelijke verbindingen ontbreken vrijwel nagenoeg geheel. De nieuwe weg over Overberg is in dit op zicht wel een verbetering, maar er is meer nodig. Daarbij denk ik dan aan een op de lange duur nog eens te verwezenlij ken waterverbinding met de Rijn en een verbetering van de woonsituatie, die de vestiging van industrieën aan trekkelijker zou maken". In zijn antwoord verklaarde gedepu teerde Van der Sluis dat mej. Haars de situatie in Veenendaal zijns inziens wel wat te somber afschilderde. „In het re cente verleden was er in Veenendaal inderdaad sprake van eenzijdige werk gelegenheid men had er alleen de ta bak en de textiel maar de laatste tien jaar zijn daar o.a. metaal en de chemische sector bijgekomen en de si tuatie is dan ook werkelijk verbeterd", aldus mr. Van der Sluis. Wel vond hij dat aan de tertiaire sector nog flink ge werkt moest worden. De heer K. de Wilde (PvdA) consta teerde dat Veenendaal veel meer con tact had met Ede-Bennekom-Wagenin- gen dan met het gebied waarin het in het streekplan is opgenomen. „Het streekplangebied vormt structureel geen eenheid", aldus de heer De Wilde. „De gewenste relatie tussen Amersfoort en Veenendaal is minimaal. Zowel Amersfoort als Veenendaal als Eemnes hebben sterkere contacten met gemeen ten buiten het streekplangebied dan met gemeenten daarbinnen. De planolo gie moet gebonden zijn aan de sociaal- economische structuur die zich afte kent, niet aan de provinciale grenzen". Voor de toekomst zag de spreker (zo lang de provinciale grenzen nog be staan) interprovinciale streekplannen als noodzaak. Gedeputeerde Van der Sluis was het met hem eens dat inter provinciale streekplannen ideaal waren, doch meende dat dit ideaal niet te ver wezenlijken was. Met klem wees hij er op dat bij de totstandkoming van het streekplan veel overleg met de aan het gebied grenzende provincies had plaats gevonden. Veel goedkeuring vond bij de staten leden de verhoging van de toelaatbare bevolkingsaanwas-cijfers voor Wou denberg en Renswoude tot resp. 10.000 en 3.500 inwoners in 1985. Mej. Haars UTRECHT Toen ik tot com missaris van koningin van Utrecht werd benoemd, had de provincie nog geen tweehonderd ambtenaren in dienst. Nu, ruim vijftien jaar la ter, zijn dat er vijfhonderd, waaruit wel mag blijken dat de taak van de provincie in die jaren zeer sterk is toegenomen. Ik wil hier nu verder niet in het verleden blikken, want mét de ruimtelijk ordening waarmee wij ons de hele dag heb ben beziggehouden kunnen wij beter in de toekomst kijken en ons afvragen waarop in de komende decennia het provinciale beleid ge richt moet zijn. Ik denk dan voor al aan een gunstige ontwikkeling van de welvaartsgroei en de bevol kingsaanwas en aan het woningpro bleem, dat we niet kunnen oplos sen in het tempo waarin we dat zouden willen. De slapeloze nachten die u daar over in het verleden gehad heeft, zult u voorlopig dan ook wel blij ven hebben". Aldus de afscheids woorden van mr. C. Th. E. Graaf van Lynden van Sandenburg, die gisteren aan het slot van de verga dering van Provinciale Staten te Utrecht afscheid nam als commis saris der koningin van de provin cie Utrecht wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Bijna zestien jaar geleden werd mr. C. Th. E. graaf van Lynden van San denburg tot commissaris der koningin benoemd. Hij was toen al geen onbe kende in de brede kring van het be drijfsleven en had naam gemaakt in het landbouw-organisatieleven. Onder zijn voorzitterschap breidden de acti viteiten van de provinciale staten zich gestadig uit. Volksgezondheid, volks ontwikkeling, cultuur, recreatie, sport en bejaardenoorden kregen ruime be langstelling, terwijl ook de droge en de natte waterstaat en de ruimtelijke ordening een steeds grotere aandacht vereisten. Bij de totstandkoming van het Wa terleidingbedrijf Midden-Nederland, dat de bedreigde drinkwatervoorzie ning in het gewest moet veilig stellen, speelde de commissaris der koningin een gewichtige rol. Namens de statenleden werd de scheidende voorzitter gisteren toege sproken door de heer De Groot (CHU), die onder andere zei: „U hebt altijd weer blijk gegeven een open oog te hebben voor de snelle evolutie die zich gedurende de laatste decen nia bezig is in onze samenleving te voltrekken" ,,Wie verwacht mocht hebben, dat uw hoge geboorte voor u aanleiding zou kunnen zijn u van deze ontwikke ling te distantiëren, heeft voor die ver wachting geen enkele grond gevon den", aldus statenlid De Groot. .Inte gendeel, u trachtte alle veranderingen te stimuleren, die het welzijn der ge- héle bevolking zouden kunnen bevor deren. Uw jovialiteit en uw belang stelling tegenover ons leden der sta ten hebben wij allen hoog gewaar deerdTot slot van zijn toespraak richtte de heer De Groot nog het woord tot de op de publieke tribune aanwezige echtgenote van mr. graaf van Lynden van Sandenburg en me moreerde dat laatstgenoemde voor zijn verdiensten als commissaris der koningin bij Koninklijk Besluit van 19 februari 1970 bevorderd is tot grootof ficier in de Orde van Oranje-Nassau. (CHU) vond het onjuist een groeiende gemeente abrupt in zijn groei te stop pen: „Zoiets moet langzaamaan gebeu ren". De heer Berenschot (AR) vroeg zich af of GS met deze verhoging wel ver genoeg was gegaan. „Vooral Renswoude is bezig zich te ontworstelen aan de tot nu toe vrij eenzijdig agrarische wel vaartsbron. Een wat grotere armslag zou deze gemeente wat meer mogelijk heden geven en zeker niet tot verstede lijking leiden". Gedeputeerde mr. Van der Sluis on derschreef de mening van mej. Haars in dezen. „De ontwikkeling had al inge zet vóór wij gingen werken met de doc trine van de gebundelde deconcentra tie", aldus de gedeputeerde. „Het zou daarom onjuist zijn die ontwikkeling abrupt af te kappen. We moeten echter het streekplan niet uit het oog verlie zen: niet alles in de provincie Utrecht kan nu eenmaal groeien zoals het zou willen". De heer Hessing (PvdA) was van me ning dat de provinciale overheid al in een zeer vroeg stadium het initiatief moest nemen tot onderhandelingen met spoorwegen en busondernemingen over het verbeteren van het openbaar ver voer in een streekplangebied. „Nu laat het streekplan alles over aan de ge meenten zelf, wat leidt tot moeilijkhe den bij de totstandkoming van de ver eiste communicatie in het gebied", al dus de heer Hessing. Als voorbeeld noemde hij de moei lijkheden rond de totstandkoming van een spoorweg Amersfoort-Veenendaal. De heer Van Yperen (Binding Rechts) constateerde „een bureaucratische hou ding" bij de commissie voor bezwaar schriften. Te veel bezwaarschriften waren naar zijn mening ongegrond ver klaard en het hele streekpan was in zijn ogen te vaag. Om deze reden stemde zijn fractie dan ook tegen goedkeuring van het streekplan. SCHERPENZEEL Dat de floralia- vereniging nog steeds tot de bloeiende verenigingen in Scherpenzeel behoort, kon men dinsdagavond merken in Marktzicht" waar de jaarvergadering van de vereniging plaatsvond. De voor zitter de heer J. Koudijs, opende de bij eenkomst, waarvoor veel belangstelling bestond. Het bestuur was echter door ziekte van een aantal leden minder sterk vertegenwoordigd. Uit de jaarverslagen kon men aflei den dat de tentoonstelling ook in 1969 weer een geslaagd evenement was ge worden. De penningmeesteres kon het jaar afsluiten met een batig saldo. Dit is gezien de activiteiten in het afgelo pen jaar een fraai resultaat. De heer Zwaan die namens de kas- commissie verslag uitbracht was bij zonder tevreden over de zeer overzich telijke wijze waarop de gelden waren beheerd en de controle mogelijk was geweest. In de nieuwe kascommissie werden benoemd mevrouw Evers en de heer W. Schimmel. De aftredende be stuursleden mevrouw Van Elst-Met- horst en de heren J. Koudijs en Th. van de Hoeff werden met algemene stem men herkozen. Na de koffie kreeg H. v.d. Hoeff het woord. Deze vertelde over de fotogra fie in winter en zomer. Hij liet dit zien aan de hand van een aantal prachtige dia's, gemaakt in Scherpenzeel. Ook toonde de heer Van de Hoeff een serie prachtige dia's in kleur van de laatste „floralia"-tentoonstelling, alsmede van z'n vakantiereis naar Italië. De voorzitter van Floralia deelde nog mee dat de tentoonstelling in 1970 me dio september wordt gehouden. SCHERPENZEEL Op maandag avond 2 maart houdt de afdeling Scherpenzeel van de Nederlandse Bond van Plattelandsvrouwen een ledenverga dering in hotel Boszicht. Men zal op deze avond de plannen bespreken voor een reisje tijdens de zomermaanden. Verder zal er op 19 maart in „Boszicht" door een marionettentheater de operette „lm Weisen Rössl" worden opgevoerd. Na het zeer belangrijke huishoudelijke gedeelte vertoont de heer H. v. d. Hoeff dia's. ADVERTENTIE Maak voortaan u SLAATJES zelf. per 100 gram 0.50 Natuurlijk weer bij-t Nasi Goreng 500 g 1.75 jj Bami Goreng 500 g 1.75 z Portie Saté 2.75 iiiiitMiiiiiiiiiHitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiï door Rik Valkenburg „lk stond naast ds. D. A. van den Bosch, in het kamp Amersfoort. Hij had no. 851 en ik no. 852. We kregen een papier met een aantal vragen er op. Of we die maar eventjes in wilden vullen. En gauw wat! Nu was er een vraag bij die aldus luidde: „Hoe zou eventueel uw houding zijn tegenover Duitsland na de bevrijding?"... Ik durfde de vraag niet concreet naar waarheid te beantwoorden, maar ds. Van den Bosch vulde onvervaard in: „Duits vijandig!" Zo was hij. Een ongelooflijke kerel. Iemand die doorlopend probeerde je op te peppen. Geestelijke bijstand te verlenen. Als je in de put zat zei hij: „De vensters open naar Jeruzalem, mannen!"... Aan het woord is de heer Ant de Ruiter, wethouder te Veenendaal. Dynamisch altijd, zit de gemeente lijke bestuursfunctionaris nog geen vijf minuten achter elkaar stil op zijn stoel. Onder het ge sprek door vliegt hij van het een naar het ander. Altijd bedrijvig en dan soms plots wordt hij even stil. Heel stil zelfs. Dan gaat het over een herinnering uit die tijd, die hem even bijna te machtig wordt. Dan is hij opeens een heel andei mens... Tja, Ant. de Ruiter kan er echt wel een beetje over meepraten. Het lijkt bijna onwaarschijnlijk met wie en hoe vaak hij in de oorlogs tijd geconfronteerd werd met an- ti-Duitsgezinden. Nog tal van con tacten over heel het land heeft hij ervan overgehouden. Maar één figuur, of liever gezegd twee fi guren, springen er toch wel uit. De ene is Ds. D. A. van den Bosch en de ander is.... Willy Engbrocks! Engbrocks was toch een bewaker in het kamp Amersfoort. „Niettemin bewaar ik aan hem de beste herin neringen. En ik niet alleen. Neem het verhaal dat onlangs in de dag bladpers stond. Daar ging het over John Dons, ook een gevangene in kamp Amersfoort, die zelfs zover kwam dat fcij Engbrocks een bui tengewoon exclusief geschenk aanbood in de vorm van een schil derij, waarover straks meer. Laat ik eerst eens iets vertellen over hoe ik in het kamp terecht kwam". Ant. de Ruiter memoreert hoe het er aan toeging. In oktober 1944 kregen zeven bekende Veenenda- lers opdracht zich te melden in Utrecht. Doel onbekend. Adres des te bekender. Bij de S.D. aan de Maliebaan. Dat wekte nu niet be paald vertrouwen. Maar „Befehl" was „Befehl", dus de heren hadden zich maar te melden. Het waren H. Brouwer, Lafeber, G. de Geit, G. Ultee, Van Dijk, F. van Leeu wen en Ant. de Ruiter, (gijzelaars). In Utrecht aangekomen zagen ze al gauw dat het helemaal mis was. Ze moesten direct op transport naar kamp Amersfoort. Een wei nig aanlokkelijke verblijfplaats. Nu ja, er was niets aan te doen, dus maar gauw even naar huis bellen, hoe de zaken stonden. Maar dat kon je denken! Ant. de Ruiter: „We kregen geen schijn van kans om er even tussen uit te gaan om te bellen. Geen sprake van. Het was direct: „Los, weg, nach das Lager in Amers foort"! In Amersfoort begon het feest al gauw. Het was guur weer en we stonden een hele tijd buiten onder bewaking, 's Middags moch ten we naar de „bekleidungska- mer". Daar kreeg je het „kamp uniform" aan. Al je burgerspulle tjes moest je afgeven. Verder werd je finaal kaal geknipt. Ook kreeg je een mok en een vork. Dat was je eetgerei. Je begreep hoe we elkaar aankeken na deze metamorfose. Je kende jezelf niet meer. Ik vroeg of ik naar het toilet kon. Dat mocht, maar ik kreeg een be waker mee. En nu kom ik dus op de tweede onvergetelijke figuur: de heer Willy Engbrocks, want hij was die bewaker. Het viel gelijk op dat de man niet snauwde en op een nette wijze informeerde naar je herkomst. Ik moest een meter voor hem uitlopen (dat moest daar altijd) en onderwijl praatte hij maar. Toen ik vertelde dat ik uit Veenendaal kwam, informeerde hij gelijk naar een aantal Veenen- daalsc zakenlieden die h(j goed ken de. Zo sprak h(j wel eens over een familie Van Schuppens. Deze per soon woonde in Helmond. We kun nen allemaal alt(jd nog dankbaar z(jn dat deze Willy Engbrocks be waker was in kamp Amersfoort. H(j deed werkelUk veel, om de el lende daar te verzachten. Ik kwam ook in aanraking met twee kapelaans uit Limburg en die had den soortgelijke ervaringen met Engbrocks. Het was zelfs zo, dat hij bij tijden voor je in de bres sprong waarvoor hij zelf straf op liep. Engbrocks was een Rijksduit ser, die hier verplicht en uitdruk kelijk tegen zijn zin, gedetacheerd Maar voor velen betekende het een uitkomst dat hij er was. Hij was van menigeen de vertrouwensman voor verschillende zaken. Alle clandestiene boodschappen kwa men bij Engbrocks terecht, die ze wel weer aan de betrokkenen doorgaf. Hij was werkelijk een zeer sympathiek iemand en ook wij Veenendalers hadden veel aan hem te danken". Wat Engbrocks met de inmiddels landelijk bekend geworden John Dons te maken had? Laat ik nou net voordat U hier kwam gebeld hebben naar de elektro-technisch instrumentmaker- Pieter Dons te Utrecht. Helaas kreeg ik geen con tact, maar ik bel hem nog wel, want binnenkort komt de heer W. J. Engbrocks bij hem op bezoek en dan wil ik hem ook graag nog eens spreken en de hand drukken. Ja, hij leeft nog, al is hij geheel in valide geworden. Hoe hij met de heer P. Dons in contact gekomen is? Wel, daarover las ik een paar dagen geleden het volgende: Een paar dagen geleden kwam er bij de familie Dons een ambtenaar van de gemeente Utrecht met een brief van een zekere W. J. Eng brocks uit Tegelen. De man schreef dat hij destijds als kamp bewaker in Amersfoort een schilderij van John Dons had ge kregen en dat nu graag aan de fa milie van de maker wilde geven, omdat hij wist, niet lang meer te zullen leven. Na enige dagen reisde P. Dons naar Tegelen om het schilderij te halen. In een huis, twintig minuten bui ten Tegelen, vlakbij de Duitse grens, vond de confrontatie van de twee mannen plaats. P. Dons ontmoette de bewaker van zijn ge vangen genomen broer Het was van de zijde van de heer Dons een confrontatie met ge mengde gevoelens. Het werd een lang gesprek, want er was veel te vertellen. Engbrocks verklaarde hoe hij kampbewaker was gewor den. Reeds vanaf 1925 was hij in Nederland woonachtig en moest zich in 1940 bij de Wehrmacht melden, waarna hij kort daarop fin Amersfoort belast werd met het maken van een prikkeldraadaf zetting voor het later berucht ge worden kamp. Hij werd geprest om bewaker te worden. Tegen zijn natuur in moest hij gevangenen toeschreeuwen of zelfs schoppen. Met tranen in de ogen vertelde hij dit aan Pieter Dons. Later trachtte hij dit dan goed te maken, door deze mensen een pakje sigaretten te geven. Tja, het was een triest verhaal dat Engbrocks te vertellen had. De heer Dons constateerde duidelijk dat de man er nog onder gebogen Ds. D. A. v.d. Bosch ging, hoewel hij altijd geprobeerd had zo menselijk mogelijk op te treden, waardoor hij meermalen in conflict was gekomen met beulen als Berg en Kotalla. Eens werd hij zelfs een nacht opgesloten, met tien gevangenen, aan wie hij even tevoren hun doodvonnis had moe ten aanzeggen!.... „Ik heb zelf ook een keer meege maakt dat Engbrocks voor me in de bres sprong".... interrumpeert Ant. de Ruiter zichzelf. „Op een middag (6 december 1941) kreeg ik een hevig pak slaag van een Pool se bewaker die mij niet mocht. We waren ergens mee bezig en steeds, als ik bij de Pool in de huurt kwam (ik kon daar niet onderuit, ik moest hem passeren), sloeg en schopte hij me, waar hij me maar raken kon. 't Was vreselijk. Heel het kamp werd er beroerd van. 't Werd zo erg dat ik tenslotte niet meer wist wat ik deed. Ik wou de Pool aanvliegen om met hem af te rekenen, maar toen hielden m'n Veenendaalse metgezellen me te gen. Anders had ik hier niet meer gezeten. Trouwens, ik verwachtte niet anders dan de dood. Drie uur lang kreeg ik slaag. Er was geen beklag mogelijk. Verder wer den we gedwongen om een aantal Joden die door de modder moesten kruipen, zo hard mogelijk te schoppen. Toen leidde ik de aan dacht van de Joden af, door steeds iets te verliezen. Dat verstoorde het ritme van onze groep, waar door de bewuste Pool zijn aan dacht op mij moest vestigen .zodat de anderen langs de Joden konden lopen, zonder hen te schoppen. Ik durfde dit, omdat ik erop reken de, de komende nacht gedood te zullen worden. Ik had niets meer te verliezen, meende ik. Er ge beurde echter niets in deze nacht, tot mijn grote verwondering. Maar een paar dagen later kwam de Pool weer op me af. Nu zou het dan gebeuren, dacht ik. Maar nu kwam Engbrocks tussenbeide. Hij heeft die Pool wel zo scherp de waarheid gezegd en hem zo onder handen genomen, dat ik nooit meer last van de vent gehad heb".... Als we het boek over ds. D. A. van de Bosch, geschreven door z'n doch ter, mevrouw Van LUnden-van de Bosch er op naslaan, vinden we op pagina 213 de volgende passage over het kamp Amersfoort: „De zesde december is heel speciaal een ongeluksdag geweest. In een der commando's hebben beestach tige mishandelingen plaatsgevon den. De heer Brouwer zegt dat toen mijn vader, ds. I). A. van den Bosch op zondag 7 december preekte over de grote vervolging te Jeruzalem, dit gewoon een ge weldige gebeurtenis was, waarvan ieder diep onder de indruk kwam. We zongen Ps. 89 1 en 8. Mis schien heeft deze dienst op mij persoonlijk de grootste indruk ge maakt omdat we toen erg onder de indruk waren van de vreselijke mishandeling op zaterdag 6 de cember". VEENENDAAL Afgelopen week werd de onderlinge competitie bij VDC voortgezet met enkele partijen. J. v. d. Vliert kwam remise overeen met W. v. d. Hor, teinvijl H. v.d. Brandhof de volle winst boekte tegen A. C. Gazen beek. E. de Kleuver bleef baas over de nog niet in vorm zijnde A. Keyman. Uitslagen: G. Rotterdam H. v. d. kenburg 0-2; D. Bouman W. v. d. Hor 1-1; B. Valkenburg D. Scholte 2-0; J. Venneer A. Kalter 2-0; J. v. d. Vliert W. v. d. Hor 1-1; A. C. Ga zenbeek H. v. d. Brandhof 0-2; A. Kalter H. Verhoef 2-0; D. v. Leeu wen D. Scholte 0-2; A. Keyman E. de Kleuver 0-2; D. Bouman Nico Valkenburg 1-1. Pluimveemarkt Barneveld, (prijzen in guldens per kg) Aanvoer: ca. 10.000 stuks, handel vlug. Slachtkippen, lichte 1.00-1.20; zware 1.40 -1.80; slachtkuikens 1.85-1.95. SCHERPENZEEL Op de eiermarkt te Scherpenzeel werden gisteren 850.000 eieren aangevoerd. De handel was goed en de prijzen varieerden van 11,50 tot 12,50 de honderd stuks. De hen-eieren varieerden 8,- tot 11,- de honderd stuks. Op de biggenmarkt in Scherpenzeel werden 89 stuks aangevoerd. De handel was matig en de prijzen varieerden van 97,- tot 107,- per stuk. SCHERPENZEEL De gemeente Scherpenzeel heeft een aanvraag in zee laten gaan om het aantal bejaardenwo ningen dat op het terrein tussen de Lin- denlaan en de Willaerlaan zal worden gebouwd te verhogen van 19 tot 25. Met de bouw van de negentien wo ningen is inmiddels begonnen, door een perceeltje grond van de heer P. Veer te kopen is er ruimte er zes bij te bouwen. De grondtransactie kost de gemeente 1750.- SCHERPENZEEL Er is vier dui zend gulden nodig om diverse verbete ringen aan te brengen aan de toestellen in het gymnastieklokaal aan de Beu kenlaan. Verschillende toestellen zijn óf alleen tegen hoge kosten te repareren. In som mige gevallen worden een aantal on derdelen vernieuwd, andere toestellen zullen door nieuwe worden vervangen.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1970 | | pagina 3