Belangrijk oecumenisch rapport aan Pastoraal Concilie va/fervaktie'7o giro 5850 - utrecht Een huis in Tegucigal pa is meer dan een huis alleen! Geef de medemens de kans om écht als mens te leven Gebonden om te ontbinden In de wereld Samen zonder hindernissen Met andere kerken Geenconcurrentie Waarom niet zij Rotatiefonds TER OVERDENKING <- TTet ontwerp-rapport dat het Ned. Pastoraal Concilie in zijn zes de en laatste plenaire vergadering (van 5 tot en met 8 april a.s.) te be handelen krijgt handelt over de oecumene en dat dan in de meest uitgebreide betekenis die men aan dat woord geven kan over de een heid van de gehele bewoonde we reld. Deze week heeft de daarmee belaste commissie haar ontwerp openbaar gemaakt en het is een zo diepgaand en zo ingrijpend stuk werk geworden dat deze laatste ver gadering in veler ogen de allerbe langrijkste zal zijn waar het gaat om de koers die de rooms-katholie- ke kerk in Nederland in de komen de jaren zal gaan varen. Men had van deze commissie ook nauwelijks anders mogen verwach ten. Onder leiding van mgr. prof. dr. J. C. Groot en met prof. dr. H. A. M. Fiolet als secretaris hebben niet al leen vooraanstaande rooms-katholie- ken zich over de materie gebogen maar ook vertegenwoordigers van vele andere kerken tot met de Ang licaanse Kerk en de Russisch Ortho doxe Kerk toe en ook van het Leger des Heils en van het Humanistisch Verbond. Samen hebben ze in vier hoofdstukken de vraagstukken van Kerk en kerken en van Kerk en we reld geanalyseerd en daaruit conclu sies getrokken. Van die analyse uit zijn aan het rapport een lange reeks pastorale aanbevelingen toegevoegd die duidelijk de marsroute aangeven welke naar de mening van de com missie de rooms-katholieke kerk in de komende decennia zal moeten gaan. De vier hoofdstukken zijn: I. De bestaande situatie, ontstaan in de ontwikkeling van de „be wegelijke werkelijkheid". En wel volgens: II. „De belofte of Gods Heilsplan". Aangegeven worden bijvelse achtergrond en perspectief. III. „De ene kerk en de verdeelde kerken", ofwel de christelijke oecumenische beweging. Inge gaan wordt op het denken over en het werken aan de gedaante van de kerk die nu en straks te ken van Gods Rijk moet zijn. IV. „De kritische solidariteit van de kerk in de wereld". Behandeld wordt de saamhorigheid van alle mensen. De solidariteit die zowel een gegeven is als een op dracht die waar en werkelijk gemaakt moet worden. De chris ten heeft zo zegt de commis sie geen uitzonderingspositie en zeker geen bevoorrechte posi tie. Hij heeft wèl, indien hij zijn opdracht juist verstaat, een zwaardere verplichting. De ker ken trekken thans op uit de ver brokkeling naar de eenheid die Jezus Christus gewild heeft. Ze doen dit niet om zichzelf wil, maar omdat de Kerk door haar Heer in de wereld gezonden is als teken van eenheid voor een schepping die van de aanvang af op eenwording gericht is. De Kerk is gezonden, ze is uit haar aard missionair. Aldus de com missie. De aan het ontwerp-rapport toe gevoegde pastorale aanbevelingen volgen ongeveer de indeling van deze vier hoofdstukken. Er is een reeks waarin principiële en prakti- in de wereld tot onderwerp heeft; een aantal dat ingaat op de samen werking tussen kerk en niet-gods- dienstige groepen; en een lange reeks waarin principiële en practi- sche regels gesteld worden voor de samenwerking tussen rooms-katho lieke kerk en andere kerkgemeen schappen, waarbij vooral de Neder landse situatie op de voorgrond staat. We geven deze reeksen hier aldus ingedeeld weer, beginnend met plaats en taak van de kerk in de we reld. Het Pastorale Concilie erkent zo beginnen deze aanbevelingen dat de oecumenische beweging welke de kerken naar elkaar toedrijft, inge voegd is in de zending van Jezus Christus tot bevrijding van de gehe le wereld. Deze zending is immers los te zien van de actuele situatie en beweging van de wereld; evenmin valt ze daarmee geheel samen. Op dit ogenblik behoort daartoe in de eerste plaats het streven naar we reldvrede, naar gerechtigheid in de verhouding van volkeren, rassen, klassen, en naar ruimte voor de per soonlijke levensbepaling van ieder mens. Het streven om de verwezen lijking daarvan op dit ogenblik voornamelijk te richten op de veran dering van de maatschappelijke structuren, wordt als juist erkend. Het Pastoraal Concilie spreekt uit: Dat de kritische solidariteit van de Kerk van Jezus Christus met een naar eenheid, vrijheid en ge rechtigheid strevende wereld, loyale samenwerking eist met al len, christen of niet-christen, godsdienstig of niet-godsdienstig, die dit streven delen. Het behoort tot de kritische op dracht van de Kerk en van de kerken om onder alle omstandig heden het perspectief open te houden naar een allesomvattende eenheid en vrijheid. In de concrete situatie zal de Kerk van Jezus Christus altijd haar solidariteit moeten uitspre ken door te staan bij de ontrech ten, verdrukten, onvrijen. In de praktische politieke verwe zenlijking heeft de Kerk, en heb ben de kerken a priori geen eigen programma aan te bieden. Chris tenen hebben een plicht zich ac tief met de politiek bezig te hou den, omdat dit de enige weg is om bepaalde menselijke waarden in een concrete samenleving bin nen te brengen. De rooms-katholieke kerk dient zich op een nieuwe wijze bewust te worden van de aanwezigheid van niet-christelijke en niet-godsdiensti- ge groepen met wie ze moet samen werken ten behoeve van de gehele menselijke samenleving. Ter verge makkelijking van samenwerking en dialoog worden door de r.-k. kerk die hindemissen weggenomen, welke door een eenzijdige accentuering van de rechten en plichten van haar le den, door niet-christenen als discri minatie en gebrek aan eerbied voor hun levensovertuiging worden erva ren. Te denken valt hier aldus de commissie aan de gemengde hu welijken en aan de opvoeding van de kinderen, die uit deze huwelijken worden geboren. Het Pastoraal Concilie spreekt uit dat de verdeelde kerken, hoezeer ook geschonden door de verdeeld heid, elkaar dienen te herkennen als door de Geest geleide gemeen schappen, die in hun eredienst, hun gemeentevorm, hun verkondi ging, reëel verbonden zijn met de Kerk van het Nieuwe Testament. Het Pastoraal Concilie spreekt de wens uit, dat de implicaties van de gesloten doopakkoorden in volle omvang worden doordacht en in praktijk gebracht. Deze akkoorden sluiten een zekere erkenning in van het kerk-zijn van andere ker ken. Dit dient ook in de verdere omgang tussen de betrokken ker ken te blijken. Vanuit de dooper- kenning dient daarom uitdrukke lijk gezocht te worden naar moge lijkheden van tafelgemeenschap en ambtserkenning. Het Pastoraal Concilie spreekt zich uit voor een onvoorwaardelijke medewerking aan de oecumenische beweging in Nederland, zoals die gestalte moet krijgen in de „Raad van Kerken in Nederland". Het Pastoraal Concilie spreekt de wens uit dat op het plaatselijk vlak de katholieke gemeenschap haar beste mensen en krachten zal inzetten voor de totstandkoming, dan wel het functioneren van de plaatselijke raden of gemeen schappen van kerken. Het Pastoraal Concilie spreekt de hoop uit dat er als vrucht van ver der overleg en studie waar de onderlinge geloofsverhouding van christenen uit verdeelde kerken dit vraagt ruimte gevonden zal worden voor beperkte open com munie, waarbij christenen ,uit an dere kerken en geloofsgemeen schappen kunnen deelnemen aan de katholieke eucharistieviering, en katholieken aan de avondmaal viering van de reformatorische kerken. Het Pastoraal Concilie spreekt als zijn gelovig inzicht uit dat de er kenning door de r.-k. kerk van het kerk-zijn, zij het onvolledig, van de kerken zoals die is uitgespro ken door Vaticaans concilie en in de wederzijdse dooperkenningen, een zekere erkenning van 't ambt in de andere kerken insluit. Het Pastoraal Concilie spreekt de verwachting uit dat het overleg tussen de kerken over het kerke lijk gemengde huwelijk spoedig zal leiden tot praktische richtlij nen, welke de nog bestaande onef fenheden zullen opheffen. Het Pastoraal Concilie spreekt de wens uit dat bij nieuwbouw van kerken de eenheid-in-verscheiden- heid, welke in het oecumenisch verschiet ligt, reeds in de ruimte lijke orde zelf wordt uitgedrukt; dat het gemeenschappelijk gebruik door verschillende kerken van één kerkgebouw wordt doorgevoerd, waar dit praktisch mogelijk is; dat het gebouw en het gebruik van het gebouw ruimte geven aan andere activiteiten dan de ere dienst in de strikte zin, en met name zal dienen voor de toerus ting van de gemeente tot haar dienst in de wereld. Het Pastoraal Concilie spreekt als zijn overtuiging uit, dat eerst wanneer de kerken de gezamenlij ke weg naar eenheid betreden, ze de waarachtige instrumenten zuh- len zijn voor de verkondiging van het evangelie. In gebieden waar één kerk ver kondigend aanwezig is, en andere kerken niet, dient een zodanig ver trouwen aangekweekt te worden, dat de ene aanwezige kerk pastoraal zo veel mogelijk voor de andere kan optreden. In elk geval moet voorko men worden, dat in een dergelijk geval andere kerken met gelijke werksoorten een concurrende positie naast de reeds aanwezige gaan op bouwen. De juiste weg is dan de in passing van andere gespecialiseerde activiteiten in één gezamenlijk werkverband. Op het terrein van verkondigende informatie via pers en andere mas samedia dient een zo groot mogelijke coördinatie en samenwerking te groeien. Waar de verkondiging niet het karakter van sprekend getuige nis, maar ook van handelend dienst betoon heeft, dient de grootst moge lijke samenwerking verwezenlijkt te worden. „rperwijl wij al bijna voorjaar vieren is de wereld vol van mensen die helemaal niets te vieren hebben. Die zich dood moeten werken voor een karig bestaan. Wij vinden dat die mensen recht hebben op een mens- wéardig bestaan. Dat vinden we allemaal. En we willen ook best in beweging komen als we voor situaties ko men te staan waarin de nood ondragelijk is geworden. Maar het verzorgen van eten is weliswaar een noodza kelijke redding het is geen oplossing voor het pro bleem zélf. Dat probleem is uitsluitend op te lossen als we die mensen een deel van léven geven. Kansen op een toekomst. Het geven aan ontwikkelingshulp wordt maar al te vaak-beschouwd als de spreekwoordelijke druppel op de* gloeiende plaat. Dat is een misverstand. Kleine beetjes die oordeelkundig en enthousiast worden aangewend, kunnen enorm helpen. Met minimale bedra gen kunnen wonderen worden verricht. Werk mee aan zo'n wonder. U kunt het missen zij niet!" Met deze woorden begint de Vastenaktiekrant die in de komende week huis-aan-huis zal worden verspreid. Er zullen mensen zijn, mensen met eigen zorgen en eigen financiële problemen, die zeggen „Alweer een actie houdt het dan nooit op Helaas, het houdt nooit op. De nood van zovele miljoenen mensen die nog geen kans hebben op een menswaardig bestaan rechtvaardigt die vele acties. Want anders zal de kloof tussen rijke en ar me landen breder worden, ieder jaar weer, en nooit wor den overbrugd. Uiteraard moeten die acties dan wel aan bepaalde voor waarden voldoen. Men moet er op kunnen vertrouwen dat het geld ook daar terecht komt waarvoor het be stemd is - maar dat is welhaast vanzelfsprekend. Daar naast en daarenboven moet zo'n actie „structureel" zijn gericht - anders gezegd er moet met dat geld iets ge daan worden dat ook werkelijk „kansen op een toe komst" geeft. De Vastenaktie voldoet aan die eisen. Grondgedachte is dat de mens niet alleen een minimum aan levensonder houd moet hebben, maar ook dat hij een menswaardig bestaan moet kunnen opbouwen. Want honger stillen, mensen helpen die getroffen zijn door oorlog of natuur rampen het zijn primaire taken van ieder beschaafd volk en zeker van ieder mens die zich christen noemt. Maar - hoe triest dat ook klinkt - dit alles helpt niet om die kloof te overbruggen. Die kloof tussen arm en rijk, tussen welvarende landen en ontwikkelingslanden. Óp deze manier voorkomt men niet dat telkens opnieuw mil joenen mensen omkomen van honger en ellende. Déór- voor is nodig dat de economie en de gehele maatschap pelijke structuur van de ontwikkelingslanden zowel als van de welvaartslanden wordt herzien en waar nodig verbeterd. Nodig is dat mensen, geld, wetenschap en techniek worden ingezet om de toekomst veilig te stel len. Dat is wat de Vastenaktie 1970 probeert te bereiken. En daarom nodigt zij iedereen uit om mee te helpen. Om mee te bouwen aan de toekomst van misdeelde landen en gebieden. Er wordt dit jaar gemikt op tien miljoen gulden. Dat is een heel bedrag om bijeen te brengen - desondanks een klein bedrag om uit te geven. Men wil er 526 projec ten mee financieren - rekent men het om dan bemerkt men dat dat geen grote projecten kunnen zijn. En dat is ook niet de bedoeling. De bedoeling is om een begin te maken, een eerste stap te doen. Om dusdoende enthou siasme op te wekken zodat er beweging in komt. Zoals in Tegucigalpa. Over Tegucigalpa wordt hiernaast verteld. Het is een van de 526 projecten. De gemeenschappelijke rooms-katho lieke kerken van Apeldoorn en omgeving hebben dit pro ject geadopteerd. Maar het verhaal van Tegucigalpa is kenmerkend voor alle projecten. En daarom wordt het hier verteld. Tegucigalpa is de hoofdstad van Honduras, een van de landen van Midden- Amerika. Een land met een inwonertal van tweeëneenhalf miljoen. En voor die tweeëneenhalf miljoen mensen zijn momenteel 325.000 woningen beschikbaar. Of woningenDe gemiddelde grootte is twee kamers per huis. De kwaliteit is in één woord slecht74 pet. heeft geen vloeren 45 pet. heeft daken en wan den van een slechtekwaliteit hout, gestut en dichtgestopt met afvalmateriaal als karton, blik, vodden en dergelijke88 pet. heeft geen drinkwater en in 80 pet. ontbreekt elke vorm van sanitair. In Tegucigalpa zelf is de situatie nog slechter dan deze landelijke gemiddelden aangeven. Meer dan 'n vierde deel van de stadsbevolking leeft in krotten. Slechts 2000 woningen kunnen een voldoende halen, 22.000 huizen zijn slecht tot zeer slecht en er is dan nog een tekort van ruim 18.000 woningen. mmm 'W» HMIMMIMMM m iWIIWMIIlllliM Dat is een trieste balans, zelfs in ver gelijking tot een land als het onze waar de woningnood nog niet tot een oplos sing is gebracht en waar nog iedere dag verdriet geleden wordt omdat passende huisvesting ontbreekt. En daarom ge looft men in Apeldoorn dat het niet te veel gevraagd is om f 70.000 bijeen te brengen. Zeventigduizend gulden voor 125 nieuwbouwwoningen in Tegucigal pa. Ter vervanging van evenzovele krotwoningen. Zeventigduizend gulden om 125 gezinnen eindelijk een kans op écht leven te gunnen. De organisatoren geloven dat men dit geld bij elkaar kan brengen. En dat iedere inwoner van Apeldoorn en omstreken, ongeacht zijn of haar levensbeschouwing of confes sie, daaraan mee wil werken. Velen stellen als zij met dergelijke problemen in aanraking komen, onmid dellijk deze vraag: „Is de regering van' Honduras zelf niet de eerst-verant- woordelijke instantie om dit krotten- probleem op te lossen?" Een logische 'v vraag waarop dit het antwoord is: Hoe wel de staatsorganisaties die belast zijn met het woningprobleem zich niet ge heel afzijdig houden, hebben zij toch bewezen niet in staat te zijn veel uit zicht te bieden in deze moeilijke situa tie. Zij leggen maatstaven aan die zijn ingegeven door politieke overwegingen en die men discriminerend moet noe men. Ze bouwen modelwoningen die dienen voor het behoud van hun eigen positie, maar ze nemen geen maatrege len voor het gewone volk. Behorend tot de bezittende klasse zijn zij uitein delijk alleen bezorgd voor handhaving van eigen bezit en macht. Dat is een hard oordeel en men kan er over twis ten maar daarmee zijn de mensen- in-nood niet geholpen! Gelukkig kan men ook optimistischer geluiden laten horen. Zo bestaat er een „Centrum voor gemeenschapsdiensten" in Honduras, dat als eerste doelstelling heeft de situatie van die groepen van de bevolking die leven op de grens van - het menselijk bestaan, te verbeteren. Het bouwen van woningen is daarvoor eerste vereiste en daarom heeft dit Centrum dit project aanhangig ge maakt. „Als woningbouw zo rede neert men een psychisch en mate rieel probleem oplost, dat zal dit een stimulans zijn voor de verdere per soonlijkheidsvorming van de mensen en groepen van mensen; ze zullen erdoor gestimuleerd worden zelf uit de ellen de te komen en verandering in hun le- venssituati tot stand te brengen.". Daarnaast voelt dit Centrum zich verantwoordelijk voor: 0 Medische en hygiënische begelei ding, het enige efficiënte middel immers om ellendige toestanden en het verbreiden van ziekten tegen te gaan. Het geven van rechtskundige bij stand om te voorkomen dat van on wetendheid wordt geprofiteerd en om 't besef bij de bewoners der krot- wijken te doen groeien dat ook zij mensen zijn en dus rechten hebben. Allerlei diensten die moeten zorgen voor de ontwikkeling van de ge meenschap (onderwijs, bewustwor ding van eigen situatie, praktische wegen tot gemeenschappelijke actie). Duidelijk is derhalve dat het om meer gaat dan alleen woningbouw: om een totaal-ontwikkelingsproject dat zich uitstrekt tot de fundamentele as pecten van het leven. Om twee redenen heeft men zich in eerste instantie beperkt tot, de stad Te gucigalpa. Allereerst bestaak juist daar een werkelijke behoefte aan de hier boven genoemde diensten omdat een vierde deel van deze stadsbevolking leeft op de grens van het bestaansmini mum. En vervolgens omdat juist deze streek bijzonder geschikt is om een soort „sneeuwbaleffect" tot stand te brengen. Dit is immers de hoofdstad en ze is centraal gelegen. Zoals gezegd is het onmiddellijke doel dan bouw van 125 (kleine) woningen en Het zijn naar onze begrippen maar kleine woningen: de hele oppervlakte van het huis bestaat slechts uit 42,25 vierkante meter, zeg een kamer van acht bij vijf meter! Daarin zijn dan de woonkamer en de drie slaapkamers ondergebracht. De keuken-badkamer staat apart, maar ook dat is een ruimtetje van 6,4 vierkante meter. Het totaal benodigde terrein is 10 bij 12 meter. nauw hiermee verbonden de ves tiging van een volkswoningen-industrie die het ontwikkelingswerk kan conti nueren en zo de werkgelegenheid aan zienlijk kan uitbreiden. Voor de finan ciering van de nieuwbouw wil men een zogenaamd „rotatiefonds" stichten: in de loop van tien jaar wordt het grootste gedeelte van de kosten der nieuwe hui zen weer terugbetaald door de bewo ners. Met dit geld kan men dan weer nieuwe woningen gaan bouwen. De ze ventigduizend gulden die nu van de Apeldoomse bevolking wordt gevraagd is een deel van het startkapitaal (in to taal 448.400) dat nodig is om het tota le ontwikkelingsproject te kunnen aan pakken. Daarnaast het doel van de Vasten actie 1970 is immers meer dan alleen hulpverlening in acute nood wil men met dit project mede aantonen dat ook met betrekkelijk weinig hulpmiddelen een doeltreffend programma is te rea liseren. Men heeft er enige ervaring mee want een dergelijk zij het wat kleiner plan is al uitgevoerd. Het de monstratieve effect hiervan is dat dus doende druk wordt uitgeoefend op alle publieke en particuliere instanties, na tionaal en internationaal. En dat is dui delijk nodig wil men tot meer en grote re woningbouwprojecten komen. Bij de geprojecteerde woningen gaat men uit van de stelling dat de kosten zo laag mogelijk moeten worden gehouden, omdat het geldbezit van de burgers van Tegucigalpa zeer beperkt is en de vraag naar woningen zeer groot. Een woning kost dan ook niet meer dan rond 4000,- waarvan 1200 materiaalkos ten. De montage gebeurt door de a.s. bewoners zelf onder leiding van des kundigen. Bijgaande plattegrond geeft een indruk van het huis. Er komen een woonkamer in en drie slaapkamers plus de nodige sanitaire voorzieningen. Voor ons niet bepaald luxe woningen voor de bewoners van deze midden-Ameri kaanse stad een bezit waarover ze tot dusverre alleen konden dromen. Maar het kan werkelijkheid worden. De mogelijkheid zit er dat deze mensen zichzelf meer mens kunnen voelen. En dat is juist de bedoeling van deze Vas tenactie 1970. Het Tegucigalpa-project hebben we hier als voorbeeld genomen de 525 andere projecten zijn in de zelfde geest opgezet. En zo is het ant woord aan ons. Het antwoord dat ge karakteriseerd wordt door de slagzin „Mens, durf te geven". genhouden, dan is er ook geen enkele band meer die ons leven niet kan en wil verbreken. In de volle vrijheid, in de volle ver lossing door Hem verworven kan en wil Hij ons doen delen. Hij, zo belijdt Gods kerk, werd gebonden opdat Hij ons zou ontbinden. Is dit ook uw belijdenis? Ga toch niet door, zoals de vijanden hier, door Hem niet te willen erkennen, door Hem niet toe te laten in uw hart, door niet voor Hem te willen buigen. Bind Hem niet langer door uw ongeloof, door uw on verschilligheid, door uw eigenwijsheid, door uw eigengerechtigheid. Laat u door Zijn Geest aan uw gebondenheid ontdekken, om Hem dan ook te mogen kennen in de vrijmakende kracht van Zijn genade. Dan alleen is de ware vrij heid uw deel. Door Hem van uw zon- de-banden verlost, mogen nog tal van andere banden u binden: door Zijn woord en Geest wil Hii u de kracht ge ven om Hem hierin te volgen, totdat u eens met Hem zult ingaan in de eeuwi ge vrijheid van al de kinderen Gods, Want: indien dan de Zoon (die zelf ge bonden werd) u zal vrijgemaakt heb ben, zo zult gij waarlijk vrij zijn! Veenendaal, Brons. „en bonden HemJoh.-18 12 Iedere mededeling uit de lijdensge schiedenis van de Heere Jezus is voor ons een boodschap enerzijds vol van aangrijpende ernst, maar anderzijds ook vol van de meeste rijke vertroos ting. Zeker niet in het minst geldt dit van de mededeling dat men Hem bij zijn arrestatie gebonden heeft. Ondanks de steeds meer toenemende haat en vijandschap had de Heere Je zus tot dusver zich steeds vrij kunnen bewegen. In Gethsemané echter komt het moment dat men Hem Zijn vrijheid ontneemt. Jezus' handen, waarmee Hij niets anders dan goed heeft gedaan, waarmee Hij zovele zieken heeft aan geraakt en genezen, waarmee Hij verlo ren zondaren heeft opgetrokken uit het moeras van hun ongerechtigheid, waar mee Hij ook kinderen omhelsd en geze gend heeft; Jezus' handen die zo juist nog het afgeslagen oor van Malchus hebben geheeld worden nu met knel lende touwen aaneen gesnoerd en vast gebonden op Zijn rug, om straks met scherpe spijker te worden vastgeslagen aan het kruis. Waarom, zo vragen we ons af, ver breekt de Heere Jezus deze banden niet? Onwillekeurig denken we aan Simson; toen deze sterke held, ook door zijn eigen volksgenoten werd gebonden, om overgeleverd te worden aan de Fi listijnen, verbrak hij deze touwen met een enkele ruk. Waarom doet de Heere Jezus dit niet? Is Hij dan zoveel zwak ker dan Simson of zijn de touwen bij Hem dan zoveel strakker en hechter? Jezus echter verbreekt de touwen niet, niet omdat Hij dit niet kan, maar om dat Hij dit niet wil. Het is niet Zijn on macht, maar Zijn kracht, de kracht van Zijn liefde dat Hij zich niet losrukt. In de touwen waarmee Zijn vijanden Hem binden, ontdekt en erkent Hij de touwen waarmee Zijn Vader Hem bindt. Wanneer Petrus door het trekken van het zwaard in felle verontwaardi ging de bende wil beletten hun werk te doen getuigt Jezus vol majesteit, dat Petrus dit zwaard onmiddellijk weg moet doen. Want: „de drinkbeker, die Mij de Vader gegeven heeft, zal Ik die niet drinken". Meer dan Izak door Abraham. Laat Jezus Christus Gods eniggeborene, zich binden voor Zijn Vader om straks op het altaar van het kruis te worden neergelegd. In volle overgave aan de wil van Zijn Vader aanvaardt Hij Zijn gebonden worden, opdat Hij ook hier Zijn Borg werk zal volbrengen. Immers niet de Heere Jezus, maar wij hebben deze gebondenheid ons waardig gemaakt Jezus' gebondenheid wijst ons op onze gebondenheid. In de verblin ding door de zonde mogen wij denken vrij te zijn als een vogeltje in de lucht, maar buiten God en buiten Christus is ons leven onderworpen aan de ergste gebondenheid die er bestaat. O nee, dan is het heus niet alleen een ernstige ziekte, die ons soms weken, zelfs maanden lang aan huis of aan het ziekbed kan doen gebonden zijn. Dan zijn het niet slechts banden van allerlei zorgen, van allerlei moeite en verdriet, die ons van alle kanten kunnen om knellen. Veel erger dan dit alles is de band der zonde, die eigenlijk de diepste oorzaak is van alle andere banden. Een dan niet maar de band der zonde op zichzelf, maar ook de band der zonde zoals deze ons bindt aan de macht van de dood, en aan de macht van het eeu wig oordeel Het is Gods Geest die ons deze ge bondenheid in al zijn aangrijpende werkelijkheid doet beseffen, waarbij psalm 116 door ons wordt beleefd: „De banden des doods hadden mij omvan gen en de angsten der hel hadden mij getroffen; ik vond benauwdheid en droefenis". Tot in die gebondenheid is Christus voor zondaren ingegaan. Om deze banden te aanvaarden heeft Hij Zijn handen niet verbroken. Althans niet hier in Gethsemané, ja straks in een andere hof, in de Paashof, wan neer Hij Zijn Borgwerk tot in de volle diepte van dood en graf heeft vol bracht, verbreekt Hij ze wel. Dan is er geen enkele band meer die Hem kan te-

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1970 | | pagina 13