Belangrijk oecumenisch rapport
aan Pastoraal Concilie
va/fervaktie'7o
giro 5850 - utrecht
Een huis in Tegucigal pa is
meer dan een huis alleen!
Geef de medemens de kans
om écht als mens te leven
Gebonden om
te ontbinden
In de wereld
Samen zonder
hindernissen
Met andere kerken
Geenconcurrentie
Waarom niet zij
Rotatiefonds
TER OVERDENKING
<-
TTet ontwerp-rapport dat het Ned.
Pastoraal Concilie in zijn zes
de en laatste plenaire vergadering
(van 5 tot en met 8 april a.s.) te be
handelen krijgt handelt over de
oecumene en dat dan in de meest
uitgebreide betekenis die men aan
dat woord geven kan over de een
heid van de gehele bewoonde we
reld. Deze week heeft de daarmee
belaste commissie haar ontwerp
openbaar gemaakt en het is een zo
diepgaand en zo ingrijpend stuk
werk geworden dat deze laatste ver
gadering in veler ogen de allerbe
langrijkste zal zijn waar het gaat
om de koers die de rooms-katholie-
ke kerk in Nederland in de komen
de jaren zal gaan varen.
Men had van deze commissie ook
nauwelijks anders mogen verwach
ten. Onder leiding van mgr. prof. dr.
J. C. Groot en met prof. dr. H. A. M.
Fiolet als secretaris hebben niet al
leen vooraanstaande rooms-katholie-
ken zich over de materie gebogen
maar ook vertegenwoordigers van
vele andere kerken tot met de Ang
licaanse Kerk en de Russisch Ortho
doxe Kerk toe en ook van het Leger
des Heils en van het Humanistisch
Verbond. Samen hebben ze in vier
hoofdstukken de vraagstukken van
Kerk en kerken en van Kerk en we
reld geanalyseerd en daaruit conclu
sies getrokken. Van die analyse uit
zijn aan het rapport een lange reeks
pastorale aanbevelingen toegevoegd
die duidelijk de marsroute aangeven
welke naar de mening van de com
missie de rooms-katholieke kerk in
de komende decennia zal moeten
gaan.
De vier hoofdstukken zijn:
I. De bestaande situatie, ontstaan
in de ontwikkeling van de „be
wegelijke werkelijkheid". En wel
volgens:
II. „De belofte of Gods Heilsplan".
Aangegeven worden bijvelse
achtergrond en perspectief.
III. „De ene kerk en de verdeelde
kerken", ofwel de christelijke
oecumenische beweging. Inge
gaan wordt op het denken over
en het werken aan de gedaante
van de kerk die nu en straks te
ken van Gods Rijk moet zijn.
IV. „De kritische solidariteit van de
kerk in de wereld". Behandeld
wordt de saamhorigheid van
alle mensen. De solidariteit die
zowel een gegeven is als een op
dracht die waar en werkelijk
gemaakt moet worden. De chris
ten heeft zo zegt de commis
sie geen uitzonderingspositie
en zeker geen bevoorrechte posi
tie. Hij heeft wèl, indien hij zijn
opdracht juist verstaat, een
zwaardere verplichting. De ker
ken trekken thans op uit de ver
brokkeling naar de eenheid die
Jezus Christus gewild heeft. Ze
doen dit niet om zichzelf wil,
maar omdat de Kerk door haar
Heer in de wereld gezonden is
als teken van eenheid voor een
schepping die van de aanvang
af op eenwording gericht is. De
Kerk is gezonden, ze is uit haar
aard missionair. Aldus de com
missie.
De aan het ontwerp-rapport toe
gevoegde pastorale aanbevelingen
volgen ongeveer de indeling van
deze vier hoofdstukken. Er is een
reeks waarin principiële en prakti-
in de wereld tot onderwerp heeft;
een aantal dat ingaat op de samen
werking tussen kerk en niet-gods-
dienstige groepen; en een lange
reeks waarin principiële en practi-
sche regels gesteld worden voor de
samenwerking tussen rooms-katho
lieke kerk en andere kerkgemeen
schappen, waarbij vooral de Neder
landse situatie op de voorgrond
staat. We geven deze reeksen hier
aldus ingedeeld weer, beginnend met
plaats en taak van de kerk in de we
reld.
Het Pastorale Concilie erkent zo
beginnen deze aanbevelingen dat
de oecumenische beweging welke de
kerken naar elkaar toedrijft, inge
voegd is in de zending van Jezus
Christus tot bevrijding van de gehe
le wereld. Deze zending is immers
los te zien van de actuele situatie en
beweging van de wereld; evenmin
valt ze daarmee geheel samen. Op
dit ogenblik behoort daartoe in de
eerste plaats het streven naar we
reldvrede, naar gerechtigheid in de
verhouding van volkeren, rassen,
klassen, en naar ruimte voor de per
soonlijke levensbepaling van ieder
mens. Het streven om de verwezen
lijking daarvan op dit ogenblik
voornamelijk te richten op de veran
dering van de maatschappelijke
structuren, wordt als juist erkend.
Het Pastoraal Concilie spreekt uit:
Dat de kritische solidariteit van
de Kerk van Jezus Christus met
een naar eenheid, vrijheid en ge
rechtigheid strevende wereld,
loyale samenwerking eist met al
len, christen of niet-christen,
godsdienstig of niet-godsdienstig,
die dit streven delen.
Het behoort tot de kritische op
dracht van de Kerk en van de
kerken om onder alle omstandig
heden het perspectief open te
houden naar een allesomvattende
eenheid en vrijheid.
In de concrete situatie zal de
Kerk van Jezus Christus altijd
haar solidariteit moeten uitspre
ken door te staan bij de ontrech
ten, verdrukten, onvrijen.
In de praktische politieke verwe
zenlijking heeft de Kerk, en heb
ben de kerken a priori geen eigen
programma aan te bieden. Chris
tenen hebben een plicht zich ac
tief met de politiek bezig te hou
den, omdat dit de enige weg is
om bepaalde menselijke waarden
in een concrete samenleving bin
nen te brengen.
De rooms-katholieke kerk dient
zich op een nieuwe wijze bewust te
worden van de aanwezigheid van
niet-christelijke en niet-godsdiensti-
ge groepen met wie ze moet samen
werken ten behoeve van de gehele
menselijke samenleving. Ter verge
makkelijking van samenwerking en
dialoog worden door de r.-k. kerk
die hindemissen weggenomen, welke
door een eenzijdige accentuering van
de rechten en plichten van haar le
den, door niet-christenen als discri
minatie en gebrek aan eerbied voor
hun levensovertuiging worden erva
ren. Te denken valt hier aldus de
commissie aan de gemengde hu
welijken en aan de opvoeding van
de kinderen, die uit deze huwelijken
worden geboren.
Het Pastoraal Concilie spreekt uit
dat de verdeelde kerken, hoezeer
ook geschonden door de verdeeld
heid, elkaar dienen te herkennen
als door de Geest geleide gemeen
schappen, die in hun eredienst,
hun gemeentevorm, hun verkondi
ging, reëel verbonden zijn met de
Kerk van het Nieuwe Testament.
Het Pastoraal Concilie spreekt de
wens uit, dat de implicaties van de
gesloten doopakkoorden in volle
omvang worden doordacht en in
praktijk gebracht. Deze akkoorden
sluiten een zekere erkenning in
van het kerk-zijn van andere ker
ken. Dit dient ook in de verdere
omgang tussen de betrokken ker
ken te blijken. Vanuit de dooper-
kenning dient daarom uitdrukke
lijk gezocht te worden naar moge
lijkheden van tafelgemeenschap
en ambtserkenning.
Het Pastoraal Concilie spreekt zich
uit voor een onvoorwaardelijke
medewerking aan de oecumenische
beweging in Nederland, zoals die
gestalte moet krijgen in de „Raad
van Kerken in Nederland".
Het Pastoraal Concilie spreekt de
wens uit dat op het plaatselijk
vlak de katholieke gemeenschap
haar beste mensen en krachten zal
inzetten voor de totstandkoming,
dan wel het functioneren van de
plaatselijke raden of gemeen
schappen van kerken.
Het Pastoraal Concilie spreekt de
hoop uit dat er als vrucht van ver
der overleg en studie waar de
onderlinge geloofsverhouding van
christenen uit verdeelde kerken
dit vraagt ruimte gevonden zal
worden voor beperkte open com
munie, waarbij christenen ,uit an
dere kerken en geloofsgemeen
schappen kunnen deelnemen aan
de katholieke eucharistieviering,
en katholieken aan de avondmaal
viering van de reformatorische
kerken.
Het Pastoraal Concilie spreekt als
zijn gelovig inzicht uit dat de er
kenning door de r.-k. kerk van het
kerk-zijn, zij het onvolledig, van
de kerken zoals die is uitgespro
ken door Vaticaans concilie en in
de wederzijdse dooperkenningen,
een zekere erkenning van 't ambt
in de andere kerken insluit.
Het Pastoraal Concilie spreekt de
verwachting uit dat het overleg
tussen de kerken over het kerke
lijk gemengde huwelijk spoedig
zal leiden tot praktische richtlij
nen, welke de nog bestaande onef
fenheden zullen opheffen.
Het Pastoraal Concilie spreekt de
wens uit dat bij nieuwbouw van
kerken de eenheid-in-verscheiden-
heid, welke in het oecumenisch
verschiet ligt, reeds in de ruimte
lijke orde zelf wordt uitgedrukt;
dat het gemeenschappelijk gebruik
door verschillende kerken van één
kerkgebouw wordt doorgevoerd,
waar dit praktisch mogelijk is;
dat het gebouw en het gebruik
van het gebouw ruimte geven aan
andere activiteiten dan de ere
dienst in de strikte zin, en met
name zal dienen voor de toerus
ting van de gemeente tot haar
dienst in de wereld.
Het Pastoraal Concilie spreekt als
zijn overtuiging uit, dat eerst
wanneer de kerken de gezamenlij
ke weg naar eenheid betreden, ze
de waarachtige instrumenten zuh-
len zijn voor de verkondiging van
het evangelie.
In gebieden waar één kerk ver
kondigend aanwezig is, en andere
kerken niet, dient een zodanig ver
trouwen aangekweekt te worden, dat
de ene aanwezige kerk pastoraal zo
veel mogelijk voor de andere kan
optreden. In elk geval moet voorko
men worden, dat in een dergelijk
geval andere kerken met gelijke
werksoorten een concurrende positie
naast de reeds aanwezige gaan op
bouwen. De juiste weg is dan de in
passing van andere gespecialiseerde
activiteiten in één gezamenlijk
werkverband.
Op het terrein van verkondigende
informatie via pers en andere mas
samedia dient een zo groot mogelijke
coördinatie en samenwerking te
groeien. Waar de verkondiging niet
het karakter van sprekend getuige
nis, maar ook van handelend dienst
betoon heeft, dient de grootst moge
lijke samenwerking verwezenlijkt te
worden.
„rperwijl wij al bijna voorjaar vieren is de wereld vol
van mensen die helemaal niets te vieren hebben.
Die zich dood moeten werken voor een karig bestaan.
Wij vinden dat die mensen recht hebben op een mens-
wéardig bestaan. Dat vinden we allemaal. En we willen
ook best in beweging komen als we voor situaties ko
men te staan waarin de nood ondragelijk is geworden.
Maar het verzorgen van eten is weliswaar een noodza
kelijke redding het is geen oplossing voor het pro
bleem zélf. Dat probleem is uitsluitend op te lossen als
we die mensen een deel van léven geven. Kansen op
een toekomst. Het geven aan ontwikkelingshulp wordt
maar al te vaak-beschouwd als de spreekwoordelijke
druppel op de* gloeiende plaat. Dat is een misverstand.
Kleine beetjes die oordeelkundig en enthousiast worden
aangewend, kunnen enorm helpen. Met minimale bedra
gen kunnen wonderen worden verricht. Werk mee aan
zo'n wonder. U kunt het missen zij niet!"
Met deze woorden begint de Vastenaktiekrant die in de
komende week huis-aan-huis zal worden verspreid. Er
zullen mensen zijn, mensen met eigen zorgen en eigen
financiële problemen, die zeggen „Alweer een actie
houdt het dan nooit op Helaas, het houdt nooit op. De
nood van zovele miljoenen mensen die nog geen kans
hebben op een menswaardig bestaan rechtvaardigt die
vele acties. Want anders zal de kloof tussen rijke en ar
me landen breder worden, ieder jaar weer, en nooit wor
den overbrugd.
Uiteraard moeten die acties dan wel aan bepaalde voor
waarden voldoen. Men moet er op kunnen vertrouwen
dat het geld ook daar terecht komt waarvoor het be
stemd is - maar dat is welhaast vanzelfsprekend. Daar
naast en daarenboven moet zo'n actie „structureel" zijn
gericht - anders gezegd er moet met dat geld iets ge
daan worden dat ook werkelijk „kansen op een toe
komst" geeft.
De Vastenaktie voldoet aan die eisen. Grondgedachte is
dat de mens niet alleen een minimum aan levensonder
houd moet hebben, maar ook dat hij een menswaardig
bestaan moet kunnen opbouwen. Want honger stillen,
mensen helpen die getroffen zijn door oorlog of natuur
rampen het zijn primaire taken van ieder beschaafd
volk en zeker van ieder mens die zich christen noemt.
Maar - hoe triest dat ook klinkt - dit alles helpt niet om
die kloof te overbruggen. Die kloof tussen arm en rijk,
tussen welvarende landen en ontwikkelingslanden. Óp
deze manier voorkomt men niet dat telkens opnieuw mil
joenen mensen omkomen van honger en ellende. Déór-
voor is nodig dat de economie en de gehele maatschap
pelijke structuur van de ontwikkelingslanden zowel als
van de welvaartslanden wordt herzien en waar nodig
verbeterd. Nodig is dat mensen, geld, wetenschap en
techniek worden ingezet om de toekomst veilig te stel
len. Dat is wat de Vastenaktie 1970 probeert te bereiken.
En daarom nodigt zij iedereen uit om mee te helpen. Om
mee te bouwen aan de toekomst van misdeelde landen
en gebieden.
Er wordt dit jaar gemikt op tien miljoen gulden. Dat is
een heel bedrag om bijeen te brengen - desondanks
een klein bedrag om uit te geven. Men wil er 526 projec
ten mee financieren - rekent men het om dan bemerkt
men dat dat geen grote projecten kunnen zijn. En dat is
ook niet de bedoeling. De bedoeling is om een begin te
maken, een eerste stap te doen. Om dusdoende enthou
siasme op te wekken zodat er beweging in komt. Zoals
in Tegucigalpa.
Over Tegucigalpa wordt hiernaast verteld. Het is een van
de 526 projecten. De gemeenschappelijke rooms-katho
lieke kerken van Apeldoorn en omgeving hebben dit pro
ject geadopteerd. Maar het verhaal van Tegucigalpa is
kenmerkend voor alle projecten. En daarom wordt het
hier verteld.
Tegucigalpa is de hoofdstad van Honduras, een van de landen van Midden-
Amerika. Een land met een inwonertal van tweeëneenhalf miljoen. En voor die
tweeëneenhalf miljoen mensen zijn momenteel 325.000 woningen beschikbaar.
Of woningenDe gemiddelde grootte is twee kamers per huis. De kwaliteit
is in één woord slecht74 pet. heeft geen vloeren 45 pet. heeft daken en wan
den van een slechtekwaliteit hout, gestut en dichtgestopt met afvalmateriaal als
karton, blik, vodden en dergelijke88 pet. heeft geen drinkwater en in 80 pet.
ontbreekt elke vorm van sanitair.
In Tegucigalpa zelf is de situatie nog slechter dan deze landelijke gemiddelden
aangeven. Meer dan 'n vierde deel van de stadsbevolking leeft in krotten. Slechts
2000 woningen kunnen een voldoende halen, 22.000 huizen zijn slecht tot zeer
slecht en er is dan nog een tekort van ruim 18.000 woningen.
mmm
'W» HMIMMIMMM m iWIIWMIIlllliM
Dat is een trieste balans, zelfs in ver
gelijking tot een land als het onze waar
de woningnood nog niet tot een oplos
sing is gebracht en waar nog iedere dag
verdriet geleden wordt omdat passende
huisvesting ontbreekt. En daarom ge
looft men in Apeldoorn dat het niet te
veel gevraagd is om f 70.000 bijeen te
brengen. Zeventigduizend gulden voor
125 nieuwbouwwoningen in Tegucigal
pa. Ter vervanging van evenzovele
krotwoningen. Zeventigduizend gulden
om 125 gezinnen eindelijk een kans op
écht leven te gunnen. De organisatoren
geloven dat men dit geld bij elkaar kan
brengen. En dat iedere inwoner van
Apeldoorn en omstreken, ongeacht zijn
of haar levensbeschouwing of confes
sie, daaraan mee wil werken.
Velen stellen als zij met dergelijke
problemen in aanraking komen, onmid
dellijk deze vraag: „Is de regering van'
Honduras zelf niet de eerst-verant-
woordelijke instantie om dit krotten-
probleem op te lossen?" Een logische 'v
vraag waarop dit het antwoord is: Hoe
wel de staatsorganisaties die belast zijn
met het woningprobleem zich niet ge
heel afzijdig houden, hebben zij toch
bewezen niet in staat te zijn veel uit
zicht te bieden in deze moeilijke situa
tie. Zij leggen maatstaven aan die zijn
ingegeven door politieke overwegingen
en die men discriminerend moet noe
men. Ze bouwen modelwoningen die
dienen voor het behoud van hun eigen
positie, maar ze nemen geen maatrege
len voor het gewone volk. Behorend
tot de bezittende klasse zijn zij uitein
delijk alleen bezorgd voor handhaving
van eigen bezit en macht. Dat is een
hard oordeel en men kan er over twis
ten maar daarmee zijn de mensen-
in-nood niet geholpen!
Gelukkig kan men ook optimistischer
geluiden laten horen. Zo bestaat er een
„Centrum voor gemeenschapsdiensten"
in Honduras, dat als eerste doelstelling
heeft de situatie van die groepen van
de bevolking die leven op de grens van
-
het menselijk bestaan, te verbeteren.
Het bouwen van woningen is daarvoor
eerste vereiste en daarom heeft dit
Centrum dit project aanhangig ge
maakt. „Als woningbouw zo rede
neert men een psychisch en mate
rieel probleem oplost, dat zal dit een
stimulans zijn voor de verdere per
soonlijkheidsvorming van de mensen en
groepen van mensen; ze zullen erdoor
gestimuleerd worden zelf uit de ellen
de te komen en verandering in hun le-
venssituati tot stand te brengen.".
Daarnaast voelt dit Centrum zich
verantwoordelijk voor:
0 Medische en hygiënische begelei
ding, het enige efficiënte middel
immers om ellendige toestanden en
het verbreiden van ziekten tegen te
gaan.
Het geven van rechtskundige bij
stand om te voorkomen dat van on
wetendheid wordt geprofiteerd en
om 't besef bij de bewoners der krot-
wijken te doen groeien dat ook zij
mensen zijn en dus rechten hebben.
Allerlei diensten die moeten zorgen
voor de ontwikkeling van de ge
meenschap (onderwijs, bewustwor
ding van eigen situatie, praktische
wegen tot gemeenschappelijke actie).
Duidelijk is derhalve dat het om
meer gaat dan alleen woningbouw:
om een totaal-ontwikkelingsproject dat
zich uitstrekt tot de fundamentele as
pecten van het leven.
Om twee redenen heeft men zich in
eerste instantie beperkt tot, de stad Te
gucigalpa. Allereerst bestaak juist daar
een werkelijke behoefte aan de hier
boven genoemde diensten omdat een
vierde deel van deze stadsbevolking
leeft op de grens van het bestaansmini
mum. En vervolgens omdat juist deze
streek bijzonder geschikt is om een
soort „sneeuwbaleffect" tot stand te
brengen. Dit is immers de hoofdstad en
ze is centraal gelegen.
Zoals gezegd is het onmiddellijke doel
dan bouw van 125 (kleine) woningen en
Het zijn naar onze begrippen maar kleine woningen: de hele oppervlakte
van het huis bestaat slechts uit 42,25 vierkante meter, zeg een kamer van
acht bij vijf meter! Daarin zijn dan de woonkamer en de drie slaapkamers
ondergebracht. De keuken-badkamer staat apart, maar ook dat is een ruimtetje
van 6,4 vierkante meter. Het totaal benodigde terrein is 10 bij 12 meter.
nauw hiermee verbonden de ves
tiging van een volkswoningen-industrie
die het ontwikkelingswerk kan conti
nueren en zo de werkgelegenheid aan
zienlijk kan uitbreiden. Voor de finan
ciering van de nieuwbouw wil men een
zogenaamd „rotatiefonds" stichten: in
de loop van tien jaar wordt het grootste
gedeelte van de kosten der nieuwe hui
zen weer terugbetaald door de bewo
ners. Met dit geld kan men dan weer
nieuwe woningen gaan bouwen. De ze
ventigduizend gulden die nu van de
Apeldoomse bevolking wordt gevraagd
is een deel van het startkapitaal (in to
taal 448.400) dat nodig is om het tota
le ontwikkelingsproject te kunnen aan
pakken.
Daarnaast het doel van de Vasten
actie 1970 is immers meer dan alleen
hulpverlening in acute nood wil men
met dit project mede aantonen dat ook
met betrekkelijk weinig hulpmiddelen
een doeltreffend programma is te rea
liseren. Men heeft er enige ervaring
mee want een dergelijk zij het wat
kleiner plan is al uitgevoerd. Het de
monstratieve effect hiervan is dat dus
doende druk wordt uitgeoefend op alle
publieke en particuliere instanties, na
tionaal en internationaal. En dat is dui
delijk nodig wil men tot meer en grote
re woningbouwprojecten komen.
Bij de geprojecteerde woningen gaat
men uit van de stelling dat de kosten zo
laag mogelijk moeten worden gehouden,
omdat het geldbezit van de burgers van
Tegucigalpa zeer beperkt is en de vraag
naar woningen zeer groot. Een woning
kost dan ook niet meer dan rond
4000,- waarvan 1200 materiaalkos
ten. De montage gebeurt door de a.s.
bewoners zelf onder leiding van des
kundigen. Bijgaande plattegrond geeft
een indruk van het huis. Er komen een
woonkamer in en drie slaapkamers plus
de nodige sanitaire voorzieningen. Voor
ons niet bepaald luxe woningen voor
de bewoners van deze midden-Ameri
kaanse stad een bezit waarover ze tot
dusverre alleen konden dromen.
Maar het kan werkelijkheid worden.
De mogelijkheid zit er dat deze mensen
zichzelf meer mens kunnen voelen. En
dat is juist de bedoeling van deze Vas
tenactie 1970. Het Tegucigalpa-project
hebben we hier als voorbeeld genomen
de 525 andere projecten zijn in de
zelfde geest opgezet. En zo is het ant
woord aan ons. Het antwoord dat ge
karakteriseerd wordt door de slagzin
„Mens, durf te geven".
genhouden, dan is er ook geen enkele
band meer die ons leven niet kan en
wil verbreken.
In de volle vrijheid, in de volle ver
lossing door Hem verworven kan en wil
Hij ons doen delen. Hij, zo belijdt Gods
kerk, werd gebonden opdat Hij ons zou
ontbinden.
Is dit ook uw belijdenis? Ga toch niet
door, zoals de vijanden hier, door Hem
niet te willen erkennen, door Hem niet
toe te laten in uw hart, door niet voor
Hem te willen buigen. Bind Hem niet
langer door uw ongeloof, door uw on
verschilligheid, door uw eigenwijsheid,
door uw eigengerechtigheid. Laat u
door Zijn Geest aan uw gebondenheid
ontdekken, om Hem dan ook te mogen
kennen in de vrijmakende kracht van
Zijn genade. Dan alleen is de ware vrij
heid uw deel. Door Hem van uw zon-
de-banden verlost, mogen nog tal van
andere banden u binden: door Zijn
woord en Geest wil Hii u de kracht ge
ven om Hem hierin te volgen, totdat u
eens met Hem zult ingaan in de eeuwi
ge vrijheid van al de kinderen Gods,
Want: indien dan de Zoon (die zelf ge
bonden werd) u zal vrijgemaakt heb
ben, zo zult gij waarlijk vrij zijn!
Veenendaal, Brons.
„en bonden HemJoh.-18 12
Iedere mededeling uit de lijdensge
schiedenis van de Heere Jezus is voor
ons een boodschap enerzijds vol van
aangrijpende ernst, maar anderzijds
ook vol van de meeste rijke vertroos
ting. Zeker niet in het minst geldt dit
van de mededeling dat men Hem
bij zijn arrestatie gebonden heeft.
Ondanks de steeds meer toenemende
haat en vijandschap had de Heere Je
zus tot dusver zich steeds vrij kunnen
bewegen. In Gethsemané echter komt
het moment dat men Hem Zijn vrijheid
ontneemt. Jezus' handen, waarmee Hij
niets anders dan goed heeft gedaan,
waarmee Hij zovele zieken heeft aan
geraakt en genezen, waarmee Hij verlo
ren zondaren heeft opgetrokken uit het
moeras van hun ongerechtigheid, waar
mee Hij ook kinderen omhelsd en geze
gend heeft; Jezus' handen die zo juist
nog het afgeslagen oor van Malchus
hebben geheeld worden nu met knel
lende touwen aaneen gesnoerd en vast
gebonden op Zijn rug, om straks met
scherpe spijker te worden vastgeslagen
aan het kruis.
Waarom, zo vragen we ons af, ver
breekt de Heere Jezus deze banden
niet? Onwillekeurig denken we aan
Simson; toen deze sterke held, ook door
zijn eigen volksgenoten werd gebonden,
om overgeleverd te worden aan de Fi
listijnen, verbrak hij deze touwen met
een enkele ruk. Waarom doet de Heere
Jezus dit niet? Is Hij dan zoveel zwak
ker dan Simson of zijn de touwen bij
Hem dan zoveel strakker en hechter?
Jezus echter verbreekt de touwen niet,
niet omdat Hij dit niet kan, maar om
dat Hij dit niet wil. Het is niet Zijn on
macht, maar Zijn kracht, de kracht van
Zijn liefde dat Hij zich niet losrukt.
In de touwen waarmee Zijn vijanden
Hem binden, ontdekt en erkent Hij de
touwen waarmee Zijn Vader Hem
bindt. Wanneer Petrus door het trekken
van het zwaard in felle verontwaardi
ging de bende wil beletten hun werk te
doen getuigt Jezus vol majesteit, dat
Petrus dit zwaard onmiddellijk weg
moet doen. Want: „de drinkbeker, die
Mij de Vader gegeven heeft, zal Ik die
niet drinken". Meer dan Izak door
Abraham. Laat Jezus Christus Gods
eniggeborene, zich binden voor Zijn
Vader om straks op het altaar van het
kruis te worden neergelegd. In volle
overgave aan de wil van Zijn Vader
aanvaardt Hij Zijn gebonden worden,
opdat Hij ook hier Zijn Borg werk zal
volbrengen.
Immers niet de Heere Jezus, maar wij
hebben deze gebondenheid ons waardig
gemaakt Jezus' gebondenheid wijst ons
op onze gebondenheid. In de verblin
ding door de zonde mogen wij denken
vrij te zijn als een vogeltje in de lucht,
maar buiten God en buiten Christus is
ons leven onderworpen aan de ergste
gebondenheid die er bestaat. O nee, dan
is het heus niet alleen een ernstige
ziekte, die ons soms weken, zelfs
maanden lang aan huis of aan het
ziekbed kan doen gebonden zijn. Dan
zijn het niet slechts banden van allerlei
zorgen, van allerlei moeite en verdriet,
die ons van alle kanten kunnen om
knellen. Veel erger dan dit alles is de
band der zonde, die eigenlijk de diepste
oorzaak is van alle andere banden. Een
dan niet maar de band der zonde op
zichzelf, maar ook de band der zonde
zoals deze ons bindt aan de macht van
de dood, en aan de macht van het eeu
wig oordeel
Het is Gods Geest die ons deze ge
bondenheid in al zijn aangrijpende
werkelijkheid doet beseffen, waarbij
psalm 116 door ons wordt beleefd: „De
banden des doods hadden mij omvan
gen en de angsten der hel hadden mij
getroffen; ik vond benauwdheid en
droefenis". Tot in die gebondenheid is
Christus voor zondaren ingegaan. Om
deze banden te aanvaarden heeft Hij
Zijn handen niet verbroken. Althans
niet hier in Gethsemané, ja straks in
een andere hof, in de Paashof, wan
neer Hij Zijn Borgwerk tot in de volle
diepte van dood en graf heeft vol
bracht, verbreekt Hij ze wel. Dan is er
geen enkele band meer die Hem kan te-