T u
Folders tonen
altijd de zon...
„Van elke honderd zonnestralen die de
«arde bereiken, worden er dertig terugge
kaatst in het heelal. Dat is maar goed
ook, want onze wereld heeft nu al te stel
len met een uiterste van bijna zestig gra
den hitte, ergens in Afrika en een vorst
van bijna tachtig graden ergens in Sibe
rië.
Tussen deze temperatuurpolen liggen
mn wanhopig aantal mogelijkheden en
onmogelijkheden die wij via weerberich
ten en statistieken proberen bij te hou
den."
De heer G. Guns, directeur van de
Cartografische Persdienst (CPD) in Den
Haag noemt deze voorbeelden, alleen
maar om even aan te geven dat het weer
een heet hangijzer is, zeker wanneer het
in een groot aantal gemiddelden uitge
drukt in kaart moet worden gebracht.
Hij heeft het toch gedaan de kaart
staat hiernaast omdat wat meer in
richt in het klimaat op onze aardbol een
hoop narigheid kan voorkomen.
„Dat klimaat speelt onder meer de toe
rist vaak parten", meent hij, „die maar al
te gauw ingaat op een bepaalde vakan
tieaanbieding zonder na te gaan of de
kleurige zonnige brochure (die overigens
doorgaans geen onwaarheden bevat) niet
bepaalde dingen verzwijgt. Want dat is
heel wat anders dan liegen".
„Neem", zegt hij, „de vele aanbiedin
gen in bijvoorbeeld Zuid-Frankrijk of
Tunis. Het meisje aan de balie vertelt dat
de stad aan zee ligt, zodat de zeewind
voor de nodige afkoeling zorgt Zonder
twijfel weet het goede kind zelf niet beter,
maar toch: de adder onder het gras is le
vensgroot aanwezig. Tunis ligt namelijk
in een bodeminzinking en daardoor kan
die zo aangeprezen koele zeewind de bin
nenstad nauwelijks bereiken. Het gevolg
is dat deze in het hartje van de zomer
vaak veel op een broeioven lijkt. Maar er
rijn natuurlijk mensen die daarvan hou
den."
„En dan Noord-Afrika, hup allemaal
erheen want het is er zonnig en lekker
warm. Zo ongeveer staat het op sommige
aanplakbiljetten in Europa te lezen.
Goed: dat van die warmte zon, kleur en
fleur is allemaal waar, behalve na zons
ondergang. Dan plompt een kilte omlaag
die een toerist niet voor mogelijk in Afri
ka houdt. Gauw de trui of het vestje er
bij."
De heer Guns is. vooral in buitenlandse
aanbiedingen, vaker pp reclamekreten
gestuit die op zich zelf geen onwaarheden
bevatten maar wél bepaalde waarheden
verzwijgen. Hij zegt: „Vaak lees je over
Egypte dat daar de winter zo heerlijk is:
ongeveer als onze zomer. Er staat dan
nog bij dat er in die periode vrijwel geen
regen valt en ook dat is juist als tenmin-
«te het binnenland wordt bedoeld."
Maar een feit is dat veel mensen de
kuststrook opzoeken, ook in de winter, en
daar regent het wèl."
„Een ander voorbeeld: een reisbureau
biedt een goedkope reis aan naar het we-
maar nooit
wolken
vóór...
i zaterdag 7 maart 1970
reldbefoemde carnaval in Brazillië. ..Ont
vlucht het winterse Europa, zoek de
warmte en de leut op in Rio de Janeiro."
Wie zou dat niet wensen? Het moet
immers een aanlokkelijk beeld zijn voor
een ieder die de Braziliaanse zomer NIET
kent, compleet met broeihitte, zweet,
benauwdheid en snel opkomende licha
melijke ruzie met klimaat, voedsel en tro
pische kwaaltjes. En onder die omstan
digheden wordt toch echt dat carnaval
gehouden in Brazilië waar het zomer i«
als wij winter hebben en omgekeerd.
Mensen die het land willen bezoeken
het is er prachtig doen er dan ook ver
standig aan het carnaval te vergeten en er
heen te gaan in de veel koelere winter
tijd."
Een ander voorbeeld. ..Overwinteren in
'n. gehuurd appartement kan zeer prettig
zijn", zegt de heer Guns, „maar zelfs op 't
paradijselijke Mallorca of Ibiza slaat de
wind wel eens om van zuiden- naar noor
denwind en dan is Leiden in last. De tem
peratuur keldert prompt van twintig gra
den naar vijf graden en in de huizen die
daar niet op zijn gebouwd gaan vader
landse temperaturen heersen.
Nu blijven dit toegegeven, uitzonderin
gen. Spanje grossiert in warmte, zeker in
de zomer wanneer het er af en toe (voor
al in het zuiden) gewoon bloedheet is en
de veel gesprezen zeewind maar weinig
soelaas biedt. Koel is dan ook een zeer
rekbaar begrip...
In Libanon ligt de zaak wéér anders.
Het kleine land heeft een aantal klimaat
zones. waarbij het zo is verdeeld dat de
kuststrook heerlijk milde winters heeft,
(en hete zomers) terwijl men in de zomer
maanden het best en het prettigst uit is in
het Libanongebergte.
Griekenland wordt volgens de heer
Guns terecht bezongen, „maar niet ieder
een weet dat de in de folders zo veelvul
dig afgebeelde blauwe luchten nog al
eens worden afgewisseld door (niet in dc
brochures vermelde) zomerstormen".
En wat de Italiaanse Riviera betreft:
die is verre van droog. Er valt meer regen
dan uit de folders kan worden opge
maakt. Wie de droogte zoekt moet naar
Zuid-Ttalië gaan en niet naar de Riviera
„Auvergne ten slotte, de bekende Fran
se toeristenstreek, is een geweldig gebied,
alleen stijgen of dalen de temperaturen
soms binnen een dag met vijftien graden
Het gebeurt niet vaak. maar het ge
beurt."
Al met al is het volgens de heer Guns
zaak om. lang voordat de vakantie be
gint. uit te zoeken waar (en vooral wan
neer) we straks heen zullen gaan.
We dienen het risico zo klein mogelijk
te houdqp. Als het enigszins kan moeten
we er voor zorgen dat die zuur verdiende
kostbare vakantie niet in het water valt.
Of...men moet van water houden
Giethoorn ruikt geld
Haanstra's filtn „Fanfare
epos van het rustige boerenle-
i en in landelijk Giethoorn, wordt een
historisch document. Want Giet
hoorn gaat de zaken in het groot
aanpakken. Voor de komende tien
jaar staan een flinke opknapbeurt
van het oude dorp en ambitieuze re
creatieplannen op het programma.
Het gaat bijna vijftien miljoen gulden
kosten en de verwende toerist heeft
dan alles wat zijn hartje begeert.
Maar enkele compenserende maat
regelen kunnen niet voorkomen dat
de typische lokale sfeer een zeld
zaam kasplantje wordt.
De plannenmakers nemen het op
de koop toewant toerisme is in deze
tijd een overdadig vloeiende b)-on
van inkomsten. En bovendien: Giet
hoorn is al lang niet meer het privé-
terrein van-vissers, veehouders en
rietsnijders.
j^l lang geleden toen het aan het
toeristische front nog betrekke
lijk stil was, ontdekten de ontluiken
de reisbureaus, de busondernemingen
rn dagjesmensen dat Giethoorn eigen
lijk Holland in overtreffende trap
was. Een wirwar van grachten, sloot
jes en plassen, waar iedereen alles
per punter deed.
Sinds die tijd is het Overijsselse
dorp geleidelijk overspoeld met
nieuwsgierige toeristen die in horden
uit bussen worden gelost, zich ge
dwee laten inschepen op de rond
vaartboten of elkaar in de nauwe
slootjes, onhandig punterend, in het
vaarwater zitten.
Giethoorn heeft zich aangepast.
Boeren en vissers zagen er een dik
belegde botërham in. De cijfers spre
ken voor zich. Er zijn op het ogen
blik in Giethoorn, met zijn 2500 in
woners, negentig rondvaartboten en
200 verhuurboten. Ruim tien procent
van de huizen is in gebruik als twee
de woning en dit blijkt zo aanlokke
lijk te zijn, vooral voor mensen uit
het westen, dat de gemeente op het
ogenblik alleen nog maar onbewoon
baar verklaarde huizen als tweede
woning wil vrijgeven.
^egenover de ononderbroken
stroom toeristen staat dat de
autochtone bevolking afneemt. Het
inwonertal van Giethoorn is de laat
ste jaren gedaald en dat zou kunnen
betekenen dat het dorp in de toe
komst nog maar één bestaansgrond
heeft: recreatie.
Wat dat betreft schilderen de toe
ristische prognoses een rooskleurig
toekomstbeeld. Er zal echter wel wat
gedaan moeten worden om de toeris
ten ter wille te zijn.
In de eerste plaats moet Giethoorn
eens een flinke opknapbeurt hebben.
De bekende hoge bruggetjes, bijvoor
beeld, zijn daar hard aan toe. De
weinige overgebleven boeren hebben
weinig belang meer bij het onder
houd ervan en dus zal de gemeente
dat voor haar rekening moeten ne
men.
Verder moeten er nieuwe be
schoeiingen langs de grachtkant ko
men en fraaie beplantingen op in het
oog lopende plekjes. Kortom, een al
gehele restauratie om de idylle in ie
der geval uiterlijk te behouden.
En dan spreekt meteen de hygiëne
een woordje mee. Het water in de
grachten en sloten, waarin 's zomers
duizenden toeristen spelevaren, is
donker en drabbig. Dat komt, door
dat Giethoorn nog geen riolering
kent: alles wordt op het oppervlakte
water geloosd. Een onhoudbare toe
stand, waaraan zo snel mogelijk een
einde moet worden gemaakt. Want
hoe meer toeristen het dorp bezoe
ken, hoe vuiler het water wordt.
giethoorn kijkt intussen verder
dan zijn neus lang is. Door de
betere wegverbindingen komen er
niet alleen steeds meer toeristen, er
komt de laatste jaren ook een ander
soort. Behalve de dagjesmensen strij
ken ook de ver blijfsrecreanten in en
rond het dorp neer. De watersport
liefhebbers, die de Beulaker- en Bel-
terweide ontdekt hebben, en de kam
peerders.
Aangezien watersport en kamperen
twee ongekend snel groeiende loten
aan de recreatiestam zijn, gaat Giet
hoorn daar wat aan doen. Het moet
een aantrekkelijk watersportcentrum
met uitgebreide accomodate worden.
Aan de Bovenwiede is het een en
ander gepland: een boulevard, een
restaurant, winkeltjes, een strandbad.
een haven en aansluitend grote kam
peerterreinen. Voor de kampeerter
reinen is trouwens toch een grote
plaats ingeruimdEr komen nog vier
grote complexen, afgezien van de
vijftien bestaande terreinen, die wor
den uitgebreid.
Het is een heel programma en na
tuurlijk kan een kleine gemeente als
Giethoorn dat niet allemaal alleen
betalen. Het Rijk zal zijn steentje
bij moeten dragen, vinden de Giet
hoornen.
[Je idylle van landelijkheid en rust
bestaat voorlopig nog. Op een
tfeHtOortt-JQ/v
doordeweekse middag, weliswaar in
de winter, als een eenzame man in
een punter huivert in de koude wind.
die over het water aan komt waaien
Maar de waardin van het enige cafe
dat open is schenkt een probaat op
warmertje. En zij heeft nog tijd voor
een praatje nóg wel