IN UTRECHT
ZEER GROTE
RUIMTELIJKE
PROBLEMEN
Beslissing valt in
komende Statenperiode
FUSIE OF NIET?
Grote zuigkracht door
haar centrale ligging
en landschappelijk schoon
Vier zetels meer
Meer
laag
bouw
Landspolitiek fel
in beroering
Plus-
maar
ook
min
punt
ELF LIJSTEN
Verkiezing werpt schaduw vooruit
OPKOMSTPLICHT
VERSCHUIVINGEN
WELKE COALITIE?
e Zeist
Tn de Utrechtse Statenzaal, tussen Dom- en Pieterskerk, hebben
de politieke scheidslijnen in de afgelopen jaren geen belangrijke
rol gespeeld; onder het rustige voorzitterschap van de zojuist afge
treden commissaris der Koningin, mr. C. Th. E. Graaf van Lyn-
den van Sandenburg is door Gedeputeerde Staten en de 49 andere
leden van Provinciale Staten mét hun ambtenaren intensief ge
werkt aan de toekomst van dit centrale gewest, waar nu ruim
802.000 mensen wonen. Die noeste arbeid was ook nódig want
Utrecht kampt met grote ruimtelijke problemen. Het is de qua
oppervlakte kleinste provincie van ons land (1.393 km2) ter
vergelijking: de oppervlakte van Gelderland beslaat 5.033 km2
waarop ruim 1.5 miljoen mensen wonen en het is tevens een
van de aantrekkelijkste gewesten.
Gemeente Driebergen-R.
Gemeente Doorn
WIE IN GS?
STERKE GROEI
NIEUWEGEIN
VALLEI
WEGEN
DINSDAG 17 MAART 19/0
V
V
1) Drie gemeenten op de provinciegrens: Woudenberg, Renswoude en Scherpenzeel. In de komende Staten
periode zal beslist worden over hun zelfstandigheid. Er heerst spanning over de vraag: fusie of niet?
Utrecht heelt een centrale ligging en is in vele opzichten
landschappelijk aantrekkelijk zodat mensen en bedrijven
zich graag in deze provincie vestigen; zonder een goed
ruimtelijk beleid zou het helemaal niet moeilijk zijn om
Utrecht hélemaal vol te krijgen... en dat is nu juist niet
de bedoeling omdat deze provincie voor haar eigen in
woners en de randstedelingen ook een recreatieve func
tie heeft en moet behouden.
In de huidige Provinciale Staten is de
zetelverdeling: KVP 14. PvdA 13,
CHU 8, WD 7. ARP 6, Binding Rechts
3, PSP 2, SGP 1 en Boerenpartij 1. In
het college van Gedeputeerde Staten
hebben twee KVP-ers, twee socialistèn,
één CHU en één AR zitting.
Bij de verkiezingen van morgen kan
men een keuze doen uit elf lijsten:
PAK (PvdA, PPR, PSP), KVP. AR,
CHU, VVD, Binding Rechts, Boerënpar-
tij, SGP, GPV, CPN en D'66. Vijf van
de zes gedeputeerden fungeren als lijst
aanvoerders: mevrouw U. Tellegen-
Veldstra (PvdA), jr. F. N. Sikkes en F.
G. van der Gun (KVP), mr. W. R. van
der Sluis (AR) en jhr. mr. L. de Geer
van Oudegein (CHU), zodat het er niet
naar uitziet dat er in het gedeputeerd
college veel veranderingen zullen op
treden.
Het is niet onmogelijk dat een verte
genwoordiger van -D'66 zijn intrede in
het college van GS doet (lijstaanvoerder
ir. E. Uenig is kandidaat gesteld, zij het
dan dat de Democraten ook in deze
provincie een aantal voorwaarden op
gesteld hebben). Verder is men be
nieuwd of mr. W. R. van der Sluis zijn
zetel in GS behoudt; men zal zich her
inneren dat er nogal heftig gedebat-
teers is vóór mr. Van der Sluis tussen
tijds gekozen werd; ook de VVD met
één zetel meer in de Staten maakte
aanspraak op een zetel.
De heer Van der Sluis, oud-secretaris
van de AR Partij en ex-lid van de
Tweede Kamer, heeft zijn ambt in de
afgelopen jaren met grote ambitie be
kleed; hij beheert de zware portefeuille
volkshuisvesting en ruimtelijke orde
ning en heeft als zodanig bijzonder
veel gepresteerd. De mogelijkheid be
staat echter dat men nu al zal gaan op
merken staatsrechtelijk overigens
onjuist dat de nieuwe commissaris
der Koningin mr. P. «I- Verdam óók AR
is (zijn voorganger was partijloos) en de
Anti's in het college van GS óver-ver-
tegenwoordigd zouden zijn als mr. Van
der Sluis zou terugkeren. Velen zouden
echter een niet-herverkiezing van de
heer Van der Sluis betreuren voor zo
ver het de persoon en het werk van deze
gedeputeerde btereft. Wij zijn benieuwd!
KVP, CHU en ARP hebben voor deze
verkiezingen een gezamenlijk program
opgesteld, maar er de voorkeur aan ge
geven ditmaal nog met gescheiden lijs
ten te werken; eenzelfde besluit hebben
de confessionele partijen ook in ande
re provincies, o.a. Zuid-Holland en Gel
derland, genomen. Slechts in Friesland
en Limburg staaii vertegenwoordigers
van de drie partijen op één lijst.
Zoals reeds vermeld is in* Utrecht ook
een hechte samenwerking onstaan tus
sen PvdA, PSP en PPR; ook naar het
resultaat van die coöperatieve gaat ve
ler belangstelling uit.
De nieuwe Prov. Staten zullen vier ze
tels meer dan de huidige tellen, een ge
volg van de niet geringe bevolkingstoe
neming in de afgelopen jaren (ongeveer
50.000 mensen).
De kiesgerechtigde inwoners van de
provincie Utrecht hebben morgen de
keuze uit elf lijsten:
1. PAK (PvdA, PSP, PPR): mevrouw
U. Teilegen-Veldstra;
2. KVP: ir. F. N. Sikkes;
3. ARP: mr. W. R. van der Sluis;
4. CHU: jhr. mr. L. E. de Geer van
Oudegein;
5. VVD: jhr. mr. F. F. Hooft Graaf
land;
6. Binding Rechts: T. J. van Yperen;
7. Boerenpartij: H. Koekoek;
8. SGP: D. E. de'Kruijf;
9. GPV: mr. P. W. Smits;
10. CPN: B. J. Schreuders;
11 D'66: ir. E. Denig.
Een van de belangrijkste beleidsstuk
ken die Provinciale Staten in de afge
lopen jaren vastgesteld hebben is de
structuurnota ,Oog op Utrechts toe
komst'; het stuk kreeg in februari '68 het
fiat van de Staten. Ook voor de komende
jaren zal deze nota het beleid van het
provinciaal bestuur voor een goed deel
bepalen.
Utrecht verwacht op grond van de
natuurlijke aanwas rond het jaar 2000
een bevolking van ongeveer 1,25 mil
joen inwoners. Hiermede correspondeert
een behoefte aan 421.000 woningen in
dat jaar; binnen de huidige provinciale
grenzen kan voor 54.000 woningen of
137.000 inwoners geen ruimte gevonden
worden, een gevolg van het feit dat be
langrijke delen van de provincie
(VechtstreekK romme-Ri jngebied
Westelijk Weidegebied en Utrechtse
Heuvelrug) geconserveerd moeten wor
den.
Een voortzetting van de stedelijke groei
over de zuidelijke provinciegrens in het
Gelderse Rivierengebied komt in con
flict met het in de Tweede Nota Ruim
telijke Ordening door de regering inge
nomen standpunt dat er een centrale
open ruimte moet blijven en ook de
Utrechts-Gelderse Vallei biedt geen uit
komst omdat er een open verbinding
tussen Veluwe en Heuvelrug moet blij
ven.
Geen wonder dat Utrecht in de afge
lopen jaren met grote klem aangedron
gen heeft op een „overloop" naar Zui
delijk Flevoland. Ook de meer dan nor
male druk uit het Gooi kwam een rol
spelen. Het Gooi is vrijwel helemaal vol
(als men althans de belangrijke recrea
tieve functie van het Gooi voor de Am
sterdamse agglomeratie wil behouden)
en het was geen wonder dat van de zij
de der Gooise gemeenten aandrang uit
geoefend werd woningbouw te kunnen
plegen in het aangrenzende Utrechtse
gebied.
Na langdurige onderhandelingen
kwam in 1968 een vergelijk tussen rijk
en provincie Utrecht tot stand over de
toekomstige ontwikkeling ten zuiden
van Utrecht. De stad Utrecht is nl. bij
na vol; men heeft nog wat grond in de
noordoostelijke wijk Overvecht, waar
nu heel druk gebouwd' wordt, maar
daarna komt men aan de laatste wijk
van de stad toe: Lunetten. Daar zullen
nog 3.800 woningen gebouwd kunnen
worden en daarna is het uit met de
(bouw)pret.
Inmiddels is de stad Utrecht bezig
haar bouwactiviteiten te integreren in
de Kring Midden-Utrecht, een gewest-
in-wording waartoe ook de gemeenten
Maartensdijk, Maarssen, Vleuten-De
Meern, IJsselstein, Jutphaas, Vreeswijk,
Houten en Bunnik behoren; voor de
stad Utrecht erg belangrijke gemeenten
als De Bilt en Zeist hebben er helaas de
voorkeur aan gegeven buiten de Kring
te blijven.
In dit grote kader zal verder ge
bouwd kunnen worden: het dorp Hou
ten zal groeien tot 100.000 inwoners,
Maarssen zal een aanmerkelijke uit
breiding ondergaan en op het grondge
bied van de gemeenten Jutphaas en
Vreeswijk zal de stad Nieuwegein
(50.000 inwoners) verrijzen. Een boeien
de opgave voor het komende provin
ciaal bestuur om deze ontwikkeling te
begeleiden!
Ook Amersfoort kampt met ruimte
nood; uitbreiding naar het Westen en
het Zuiden is uit landschappelijk en re
creatief oogpunt onaanvaardbaar; de
groeimogelijkheden van Soest en Baarn
zijn ten enen male onvoldoende en een
sterke groei van Woudenberg stuit vol
gens GS op de ligging ervan in de „groe
ne verbindingszone". Een zekere ruimte
voor verstedelijking is nog aanwezig in
Hoogland, Bunschoten, Eemnes en
Leusden, maar daarna zijn ook daar de
mogelijkheden uitgeput.
Daarom kreeg het streekplan
Utrechtse Vallei en Eemland, dat kort
geleden door Provinciale Staten vastge
steld werd, bijzonder grote belangstel
ling. pit gebied stond en staat onder
zwaar vuur omdat het betrokken raakt
bij de verstedelijkte band die zich te
zijner tijd van Alkmaar tot Arnhem en
mogelijk nog verder zal uitstrekken.
Stedelijke elementen in deze regio zijn
Amersfoort en Veenendaal en verder
moet zoveel mogelijk gewaakt worden
voor het grotendeels fraaie landschap
dat deze streek bevat. Een van de uit
gangspunten van het beleid is dat het
Eemland en grote delen van het Vallei-
gebied als open ruimten blijven voort
bestaan waarin primair agrarische, re
creatieven natuurwetenschappelijke be
langen tot gelding moeten komen.
Een bijzondere factor hierbij is dat
in dit gebied vele militaire voorzienin
gen aanwezig zijn.
In Vallei en Eemland wonen nu ca.
150.000 mensen; in 1985 zal dit aantal
tot ca. 225.000 zijn uitgebreid. In dit ge
bied zal men duizenden mensen uit het
Gooi en de Utrechtse Heuvelrug moeten
opvangen; dit moet plaatsvinden in
Bunschoten, Eemnes, Hoogland, Ha-
mersvcld en Veenendaal. Laatstge
noemde gemeente zal tot een middel
grote stad moeten uitgroeien.
Voor een uitbreiding van de werkge-
2) Eind vorig jaar is in Veenen
daal begonnen met de uitvoe
ring van het gloednieuwe bestem
mingsplan „Dragonder"waarvan
in eerste aanleg het zuidelijke
deel zal worden gerealiseerd. Hier
hoopt men meer laagbouw dan in
„De Molenbrug" te kunnen reali
seren.
tegenheid heeft men zich geconcen
treerd op de stedelijke kernen: Amers
foort en Veenendaal. Allerlei uitbrei
dingen van voorzieningen zullen juist in
deze plaatsen komen.
Veenendaal verwacht nog dit jaar
zijn dertigduizendste inwoner, maar dit
aantal zal in de toekomst verdubbeld
worden. Een belangrijk deel van de be
roepsbevolking van Veenendaal werkt
nog in de wol- en sigarenindustrie.
maar het gemeentebestuur is bezig dit
„assortiment" aanzienlijk te vergroten.
In hechte samenwerking met het pro
vinciaal bestuur zal Veenendaals ge
meentebestuur onder aanvoering van
burgemeester P. Bode moeten proberen
het huisvestingsprobleem op te lossen;
de grote vraag gaat uiteraard ook, juist
in een industriekern als Veenendaal, uit
naar voor lager- en laagst gesalarieer-
den betaalbare woningen. In de wijk De
Molenbrug met nogal wat hoogbouw
liggen de huurprijzen vaak te hoog.
Eind vorig jaar is in Veenendaal begon
nen met de uitvoering van het gloed
nieuwe bestemmingsplan Dragonder
waarvan in eerste aanleg het zuidelijke
deel gerealiseerd zal worden. Men hoopt
er ook meer laagbouw te kunnen reali
seren.
Voor de gemeenten Scherpenzeel.
Woudenberg en Renswoude wordt de
komende zittingsperiode van Provincia
le Staten erg belangrijk; dan moet nl.
de beslissing vallen over een eventuele
samenvoeging van deze drie gemeenten.
De raden van deze gemeenten hebben
zich al uitgesproken en hun conclusie
ter kennis gebracht van de provinciale
besturen van Utrecht en Gelderland.
Woudenberg en Renswoude hebben het
plan van de hand gewezen en Scher
penzeel gaat er alleen mee akkoord als
het centrumgemeente wordt.
Omdat zij alle drie liggen in het
door de Tweede Nota Ruimtelijke Or
dening aangewezen groengebied (trait
d'union tussen randstad en Veluwe-
massief) moet hun groei afgeremd
worden. Alle drie hebben zij hun aver
sie tegen deze afremming terdege
kennis van het provinciaal bestuur
van Utrecht gebracht.
Met opzet hebben wij een duidelijk
accent op de ruimtelijke problematiek
gelegd omdat deze juist in Utrecht zo'n
stempel op het beleid van het provin
ciaal bestuur zet. Dat ook veel aandacht
aan het wegennet gegeven moet worden
spreekt vanzelf; in het bijzonder wordt
nu als het ware „gesmeekt" om versnel
de uitvoering van de weg Haarlem-Hil-
versum; de huidige weg is ieder die
haar regelmatig berijdt kan ervan mee
praten een ramp; hier moet snel iets
gebeuren. Verder hebben verschillende
partijen in hun programma o.a. aan ge
drongen op een vaste oeververbinding
over de Rijn bij Wijk bij Duurstede.
Veel tijd zullen ook het welzijnsbe
leid, de milieuhygiëne, de verdere de
mocratisering en de schaalvergroting
van het provinciaal bestuur vergen. De
Utrechters hopen dat dit in een zo groot
mogelijke openbaarheid zal plaatsvin
den.
E. J. MATHIES
(Van een onzer redacteuren)
Tweede-Kamervoorzitter Van Thiel heeft de laatste weken, tegen zijn ge
woonte, geen enkele avondvergadering uitgeschreven; hij wist dat 't geen
zin zou hebben de Kamerleden te vragen ook in de avonduren in Den Haag te
blijven, want de parlementariërs moesten het land in. En zij niet alleenook
de ministers en staatssecretarissen zijn uitgezwermd afgesproken was dat iede
re excellentie minstens twee verkiezingstoespraken zou gaan houden.
Een ongekend verschijnsel bij „doodgewone" Statenverkiezingen, waarbij het
tot 1966 een dooie boel was; wie maakte zich nou druk voor de Statenstembus?
Dit jaar ligt het heel anders: de verkiezingscampagne van de afgelopen weken
heeft zich ontwikkeld tot een landelijk politiek gevecht; politieke kringen be
schouwen als het meest relevante gegeven van woensdagavond het tabelletje
„Hoe zou de Tweede Kamer eruit gezien hebben als er Kamerverkiezingen
gehouden zouden zijn".
Een ander punt dat morgenavond grote belangstelling zal trekken is hoe de
Nederlandse kiezers op de afschaffing van de opkomstplicht hebben gereageerd.
Hoeveel kiesgerechtigden zullen morgen zeggen dat ze nu maar eens niet naar
het stemlokaal moeten gaan?
Voor het eerst sinds 53 jaar kan de kiezer zonder het risico van een geldboete
zijn oproepingskaart verscheuren. De opkomstplicht zeldzaam verschijnsel in
het Europa van vandaag dateert van 1917 toen ook de evenredige vertegen
woordiging haar intrede deed. Die plicht is toen mogelijk ingevoerd om de
kiezers op deze wijze aan het nieuwe systeem te laten wennen; het is een
wonder dat de opkomstplicht niet eerder afgeschaft is.
Zullen er partijen zijn die van de afschaffing van de opkomstplicht zullen
profiteren? „Ja", luidt de conclusie die politicologen van de Vrije Universiteit
uit een in 1967 door hen ingesteld onderzoek hebben getrokken. Partijen die
volgens hen het minste nadeel van de afschaffing zullen hebben zijn: ARP.
PvdA, CPN en GPV, ook VVD, D'66. KVP en CHU zouden op een tamelijk
trouwe opkomst kunnen rekenen. Veel minder stemmen dan anders zou vooral
de Boerenpartij op zich krijgen, omdat een belangrijk deel van de mensen die-
anders uit onverschilligheid of „balorigheid" BP gestemd zal hebben zou weg
blijven.
Over het algemeen is men niet pessimistisch over het percentage kiezers dat
vrijwillig naar de stembus gaat; mogel|jk zal het aantal wegblijvers wat stijgen
maar belangrijke politieke gevolgen zal dit niet hpbben, aldus minister Beernink.
De stembureaus zullen woensdag kunnen registreren hoe groot het aantal weg
blijvers is en 's avonds zullen we het resultaat van al die rekenarij weten; we
zijn benieuwd.
Verwacht wordt dat de Statenverkiezingen voor ons land grote politieke ver
schuivingen zullen opleveren. Wie de enquêtes van de afgelopen jaren (NIPO,
Veldkamp, Makrotest) nog eens naleest en in het bijzonder de laatste NIPO-
enquete erbij haalt kén concluderend tot de volgende prognose voor het aantal
van 150 Kamerzetels komen:
KVP 33 (39) ARP 13 (15) CPN 5 5) SGP 3 3)
PvdA 37 (37) CHU 12 (12) PSP 3 4) BP/Bind. R. 3 (7)
VVD 18 (17) D *66 18 7) PPR 4 3) GPV 1 1)
De politieke discussie van de afgelopen weken is nog verder gegaan: als de
verkiezingen inderdaad een grote opschuiving te zien geven, wat zou dit dan
voor het kabinet-De Jong betekenen? Zouden er vervroegde Kamerverkiezingen
uitgeschreven moeten worden?
Als de nieuwe Tweede Kamer er inderdaad zo uit zou zien als w|j zoëven
aantoonden zou de meerderheid van de regeringspartijen inderdaad tot één zetel
gereduceerd 7,ijn. Maar wal zou het alternatief van de huidige coalitie z|jn? Wii
hebben de uitspraken die ons aller Politieke Leiders in de hitte van de verkie
zingsstrijd hfbben gedaan naast elkaar gelegd, waarna men (in het kort) het
volgende beeld krygt:
de PvdA wil niet met de KVP samenwerken, wat in het licht van het „samen
uit, samen thuis" van Schmelzer, Biesheuvel en Mellqgna zou inhouden- óók
met met AR en CHU
de VVD wil wél een stembusakkoord met D'66, KVP, AR en CHU, maar In
geen geval met de PvdA (uitspraak Bredase congres);
KVP, AR en CHU willen nog niet zeggen met wie ze willen samenwerken; de
wens van de VVD om weer te gaan samenwerken is „een te vroege liefdes
verklaring" (Van der Stee);
D'66 houdt ook nog de handen vrij, maar partijvoorzitter Beekmans en fractie
leider Van Mierlo hebben hun persoonlijke voorkeur voor samenwerking met
de PvdA tot uitdrukking gebracht.
PvdA. PPR en PSP kunnen uiteraard geen coalitie vormen; zij zouden niet ge
noeg steun in de Kamer krijgen. Samen met D'66 komen zij tot slechts 62 zetels,
óók te weinig. Samenwerking PvdA/KVP-AR-CHU stuit, zoals gezegd, op do uit
spraak van het Haagse PvdA-congres; voorshands lijkt ons de idee van dr. Von
deling om délen van KVP en ARP bij een stembusakkoord te betrekken irreëel;
dat zou immers tot een breuk in beide partijen leiden en dië zien we er vooralsnog
niet in zitten.
Daar komt nog bij dat mr. Barend Biesheuvel vorige week in een opvallende
rede in Hardenberg gezegd heeft dat hij in geen geval een stembusakkoord met
D'66 wil; „Die partij is on-Nederlands omdat 't geen beginselpartij is," aldus de
AR-leider.
Men ziet: een kabinetsformateur zou met al die uitspraken op zijn bureau voor
een bijna onmogelijke opgave staan. Alleen al om deze redenen zal een adempauze
na deze verkiezingen (en die van 3 juni) een gunstig effect kunnen hebben.