De mode moet ook praktisch zijn Max Heijmans; verrassend met verjongde, gedurfde stijl OOK VOOR DE BEREN IS NIETS TE DOL Zj L an Let me t laten niet lachen om mannen in jurken PAS OP MET REINIGINGS MIDDELEN VOOR TOILET MANNEQUIN DE KEYSER: Niet de modebuizen maar de confectiefabrikanten bepalen wat wij dragen Gezakt Broeken Onderkledinkje Monogram MAXI MAAKT HET MAAR KORT DE HEER MARTIN GOTI SCH ALK, ontwerper van een grote Duitse confectiefabriek, heeft zich al een mannen maxi aangeschaft. „Een grapje voor één jaar", zegt hij, want hij voorziet dat maxi veel gedragenen midi (minder gedragen omdat het vaak niet elegant is) straks weer doodgewoon mini wor den. KEULEN De grote vraag is beantwoord. Vrouwen én mannen van 1970 zijn ondenkbaar zonder maxi-jassen. Er is alleen één maar binnen een jaar heeft iedereen er weer grote stukken afgeknipt Waarom Lange mode is in deze tijd onhandig en onpraktische mode verdwijnt altijd binnen een vingerknip. Die verlossende woorden heb fk niet van mezelf, want ik heb ook rondge lopen met een hoofd vol ellende, van wat het nu worden moest en dat ik midi-lengte afschuwelijk vind. Wel, maar als je hier in Keulen even wilt bijkomen van alle droefenis die het steeds maar hoger ko mende water van de Rijn heeft veroorzaakt, dan is er bijvoorbeeld die heel grote internationale mode- beurs. Die beurs is er niet om alles nog eens een beetje i ngewikkelder te maken in de mode. Helemaal niet. want hier lopen geen mannen rond die heel lief ve rtellen dat iedereen alle lengtes kan dragen en zelf maar moet kiezen. Wanneer speciale wc-reinigingsmidde- len samen met bleekmiddelen worden gebruikt, ontstaat het giftige chloorgas cn dat kan voor de gebruikster of haar gezinsleden kwalijke gevolgen hebben. In 1965 heeft de Consumentenbond deze zaak reeds aan de orde gesteld en daarbij aangdrongen op het plaatsen van duidelijke waarschuwingen op de bussen met wc-reinigingsmiddelen. De Consumentenbond heeft nu nagegaan hoe de fabrikanten waarschuwen en dat blijkt niet erg bevredigend te zijn. Sommigen zetten wel een waarschu wing op de bus, maar op een weinig op vallende manier, anderen waarschuwen helemaal niet. Er zal een verscherping van de wet nodig zijn om de consumen ten te behoeden voor ongelukken met deze gevaarlijke middelen. Onderzoekers van de Consumenten bond hakten een paar gouden man chetknopen door en wat zat er in: kit. Niettemin waren de knopen voorzien van het rijksgehaltekeurmerk voor 14 karaats goud. Reactie van één van de kantoren van Waarborg (die toezien op de naleving van de Waarborgwet voor platina, goud en zilver): „Het merk is wel terecht aangebracht, omdat dit soort voorwerpen met een kitvulling tot f0 gewichtsprocenten voor keurmerking In aanmerking komt". Hier zitten achter de whisky-soda's mannen in strakgesneden pakken, met papieren en aktentassen en ze weten precies welke mode op dit moment ver koopbaar is en welke niet. Kortom, de mannen van de confec- tie-industrie. En van wat zij maken en inkopen is tenslotte het merendeel der naties afhankelijk, bij wie zou men dus beter terecht kunnen om alles te horen over ons modebeeld van straks? Gekke boel eigenlijk, in het Keulen van dit moment. In het hotel waar ik logeer zijn de kelders nog volgestroomd met Rijnwater en vijftig meter verder op moeten vele mevrouwtjes zelfs met een rubberbootje van huis worden ge haald om op het droge boodschappen te kunnen doen. En sledhts een paar honderd meter van de overstroomde binnenstad af buigen zich mannen uit Duitsland en Nederland, Canada, Spanje en zelfs het Verre Oosten vol interesse over een ge heel doorzichtige herenpantalon, waar van alleen de ritspartij uit ondoorzich tig plastic bestaat. Mannen ja, zëi ik, want confectie wordt veelal gemaakt door mannen en het zijn doorgaans ook slechts mannen die confectie inkopen, om ondoorgron delijke redenen. Bovendien staat deze modebeurs, die „Internationales Mode- treffen" is genoemd, ook nog eens zeer sterk in het teken van de herenkleding. En wat gaan de heren in nabije en verre toekomst nu écht dragen, als we de mannenjurken uit Parijs even ver geten, vraag ik aan een kleine man met grote invloed. Hij is de heer Martin Gottschalk en hij is de ontwerper van een van Duitslands grootste confectie fabrieken. Haha, roept hij, en wijst op zichzelf, omdat zijn pak een stukje toe komstmode is. Ik mag kijken en voelen en zie dan een nauw gesneden broek, een fors-ge- ruit jasje en daaronder een beige col trui waarop een groot medaljon aan een ketting hangt. Oh. Dus geen metaalachtige hansops, niet een soort ruimtepakken voor de man van de toekomst, zoals vele futu rologen zeggen, meneer Gottschalk? Neen. Nu heb ik me toch nooit zo best kunnen voorstellen dat de bakker me ooit in een soort maanpak een halfje bruin zou bezorgen, maar de heer Gott schalk ziet dat óók niet gebeuren. Wat hij wel voorziet, voor alle man nen in 1970 en de hele zeventiger jaren? Wel, overdag blijven ze doodgewoon pantalon en colbert dragen, want die gaan er niet uit. „Het zou ook geen zin hebben", aldus de heer Gottschalk, „want als je alle mannen in bijvoor beeld zo'n maanpak steekt, heb je weer een nieuw uniform en daar zit niemand op te wachten". Maar pantalon en colbert gaan wel veranderen: de broek wordt erg belang rijk (strak, veel kleuren, veel motieven). Nog meer mannen dan nu gaan ge kleurde, getailleerde overhemden dra gen, over strak sluitend gekleurd on dergoed. En we gaan meer coltruien zien. „Ja", zegt de heer Gottschalk, „een coltrui geeft een man het gevoel van: lekker, het knelt niet en hier komt de stoere Een oud meneertje, dat op de Keul se modebeurs in gebreide unisex- mode doet, zei dat unisex kon ontstaan omdat het verschil tussen man en vrouw helemaal niet interessant is. Hij was dan ook een van de weinigen die bijvoorbeeld deze Perzische dressman niet zagen, die hier een strak, duur zwembroekje toont. bink dan aan. Niettemin draag ik zelf bij bepaalde gelegenheden nog altijd een overhemd. En waarom? Omdat het de klassieke kleding is". Over klassieke kleding gesproken: denkt de heer Gottschalk dat bijvoor beeld op de lange duur smoking, rok en jacquet zullen verdwijnen? „Neen", zegt hij. „Tenminste niet eer der dan dat we er iets nieuws voor in de plaats hebben. Een feestelijk, mak kelijk zittend pak waarbij je rustig het jasje kunt uittrekken zonder incorrect te zijn". Praat de heer Gottschalk en geen en kele andere man op de modebeurs in Keulen er niet van wat mannen in hun vrije tijd zullen dragen. „Want dat is ólles", roept de ontwerper. „De mannen krijgen veel meer- vrije tijd en dan moeten ze zich kunnen kleden zoals ze willen". „Vrijetqdskleding wordt erg belang rijk, -we zullen als man iets anders moeten verzinnen voor 's avonds dan je das afdoen, je boord lostrekken en de broek wat losser zetten. Zegt u eens, daar wordt iedere vrouw toch óók al leen maar slaperig van?" L.N. Nieuw voor MAX HEYMANS in Amsterdam: broeken in zijn collectie. Deze valt tot op de kuit, er boven hoort een kort jasje en er onder strakke, lange laarzen. Als wij Max Heijmans' nieuwste col lectie als barometer voor de komende zomer mogen beschouwen, dan ziet het er best voor ons uit. Stralend zonnegeel voor overdag en een warm goudgeel voor de latere uren zijn de kleuren waarin hij de vrouw deze zomer graag gekleed wil zien. Met de grote glazen bakken vol gele rozen en bloeiende forsythia's had de lente nu reeds haar intrede gedaan in de meer dan propvolle Amsterdamse salon, waar als vanouds vele welbeken den hun goedkeuring gisteren niet on der de vergulde stoelen staken. Caro van Eijck (met koket luipaard kapje), Connie Stuart en Josephine van gGasteren zaten al op de eerste rij, toen Ank van der Moer aller aandacht vroeg door haar entree in een koffiebruine lange maxi-jas. Enfin, men had iets om over te praten totdat de show begon. Om het maar dadelijk te zeggen: Ook Max Heijmans heeft de rok laten zak ken. Niet veel (gelukkig), want met rok ken, die net even de knie bedekken hoeft een vrouw er tenminste niet uit t« zien als een naar motballen ruikende kostschooljuffrouw. Zijn pakjes het sterke punt bij Heijmans zijn als steeds prachtig van snit. Veel Shetland en tweed, het zonni ge geel meestal gecombineerd met veel wit, met beige en vaak met een prach tig kastanjebruin. Door de verlengde rok vallen de jas jes automatisch vrij kort, wat de totale verhouding ten goede komt. Naarmate het uur vordert zakt ook bij Heijmans de rok een tikkeltje verder, maar ner gens lager dan de kuit. Mooi zijn ook de hoeden, grote, flat teuze Panama's in wit naast de bekende Heijmans-bonnets, die vaak een flod dersjaal hebben van dezelfde materiaal als de japon. Al met al een collectie van een in elk opzicht verjongde Max Heijmans. Wel trouw gebleven aan zijn eigen stijl, maar gedurfder. Wie immers had durven voorspellen in zijn collectie ooit nog eens een broek tegen te komen? Hier was hij dan: In gebroken wit, nauwsluitend en tot net onder de knie. Samen met een nauw sluitend jasje en lange laarzen in de zelfde kleur. En laat ik vooral het avondensemble noemen: die lange mantel met splitten waaronder een wijde heupbroek, wat om de buste gedrapeerde stof en verder om de blote taille niets dan enkele rin kelende kettingen, nietwaar, voor Max Heijmans nieuw en zeer zeker gewaagd. Marina van Hulzen Mistroostig bekende zij mij, dat het mensdom, in de gedaante van één persoon, haar weer eens bitter was tegengevallen. En dat dit nu werkelijk de Iddtste, de allerlaatste voorstelling was geweest van medeleven met andermans narigheid. Ik behoefde maarr belangstellend de wenkbrauwen op te trekken om het hele verhaal te horen te krijgen, want het zat haar tot hier. Het was, verzekerde zij, mij echt niet om een bedankje te doen, laat staan om een bloemetje of een cadeautje. Dat schept maar verplichtingen, en die lopen mij wel eens teveel in de papieren. Maar zo'n kleine wederdienst, die haar nog niets kostte ook, en waarmee ik weer een ander kon helpen. Want zo ben ik nu eenmaal, ik kan het helpen niet laten. Zoiets gaat bij mij spontaan, geheel vrijblijvend, zonder erbij te denken. En dan veronderstel je in je onnozelheid dat een ander van dezelfde inslag is. Vergeet het maar. Komt zij daar bij mij oplopen, quasi met de groeten van dat meisje Dinges met wie ik eens plezierig heb zitten bomen op een conferentie. Aardig van Dinges je: doe haar de groeten weerom als je haar ziet. Nee, daarbij kun je het toch met goed fatsoen niet laten als iemand zo kennelijk nodig eens praten moet. Praten over zichzelf en niet over Dingesje, dat was maar een keurig smoesje om aan te bellen bij een halve wildvreemde. Ik liet haar het jasje uittrekken, een beeldschoon jasje als je het mij vraagt, poederblauw, jammer dat het haar niet stond, zacht gezegd, bij haar vale haar en fletse tint. Maar ook dat kun je niet zeggen en zij keek toch al zo triest. Ga zitten, zeg. Nee, je stoort me niet, ik was net aan de eerste studiepauze toe. Mijn koffie is op, maar toil je misschien thee? Is ook veel gezonder goedkoper kun je niet zeggen tegen zo'n beeldig jasje en wat daarbij hoort. Ze wou wel thee met citroen, en een heel gewoon biskioietje. Thee kun je eindeloos opschenken en inschenken zo maak je er vanzelf een avondje uit van. Wat zeg ik? Een nachtje uit werd het, zo maakte die thee haar tong los. Ik liet haar maar begaan, ze had kennelijk in maanden haar hart niet gelucht, en daar knapt het echt niet van op. Praat maar toe, kind, spui alles maar eens flink, als je keel droog wordt doen wij een schepje bij de pot, en wil je misschien een boterham? Zij at er vier, met mijn laatste komijnekaas, plus een stuk of wat crackers en een appel. Een gezond dieet, ze kwam helemaal op temperatuur, en ik zag dat jasje en dat schattige truitje en die peperdure leren laarsjes niet eens meer. Want het was in de grond van de zaak toch maar de sjieke buitenkant van een eenzame doodongelukkige zielepoot. Niemand die iets om haar gaf, aan wie ze ook maar een wóórd kwijt kon. Zij was eigenlijk nergens geschikt voor dat was het grote probleem. Niet geschikt voor de studie en niet geschikt voor een of ander artistiek beroep en niet geschikt voor een huwelijk zelfs niet voor een verhouding. Allemaal keken ze over haar heen, zij was er eenvoudig niet, thuis zomin als onder de kennissentroep, waarmee zij tegen heug en meug moest omgaan. Zij kon alles krijgen o ja, best, als zij dan maar zoet was en de oudelui niet met problemen aan de kop zeurde. Koop eens een paar nieuwe jurken, een set grammofoonplaten, ga rijlessen nemen, kun je een eigen sportwagentje krijgen om eens ergens heen te gaan, naar Spanje of Egypte of zo. Allemaal zoethoudertjes ze hód alles al maar ze wós niemand. En ze hoorde nergens thuis. Als ze dóódging dat méénde ze, dat was geen aanstellerij als ze doodging zou na een maand niemand haar missen. Af en toe dacht ze: ik heb er genoeg van, ik stap eruit, topt moet ik hier nog langer. Praat daar maar eens tegen je praat tegen een muur. En je weet immers dat ze je toch niet volgen kan. Als je nergens belang in stelt, alles toegegooid krijgt, nooit behoeft te werken en nergens voor behoeft te vechten dan ben je toch eigenlijk absoluut en onherstelbaar overbodig. Maar zoiets is te cru om dat iemand in het gezicht te zeggen. Je zegt: Kom kom, niet zo somber, wil je nog thee, neem gerust nog een cracker, je eetlust is in elk geval nog prima. Het liep tegen tweeën toen ik haar uitliet. Ze ging opgelucht weg, en, als ik het goed zag, een beetje rechter óp dan zij gekomen was. Het was een fijne avond geweest, zij had nog nooit zo goed met iemand kunnen praten. Je komt maar eens terug, zei ik in het portaal. En haal geen gekke dingen in je hoofd; morgen gaat het beter, let es op. Ze kwam nog een keer, en weer eens zonder de groeten van wie ook doodgewoon om uitverkoop te houden van al haar angsten en complexen. Ik kan ertegen al neemt het wel een hoop tijd. Maar ik was echt wel een beetje bang dat ze een hele tube slaaptabletten ia tenslotte een koud kunstje. Er viel even een adempauze, ik zag haar in weken niet. Ondertussen kwam er een andere eerste-hulpbehoevende opdraven: een jongen zonder complexen, maar ook zonder behoorlijke koffer. En hij moest op stel en sprong verhuizen, met een scheepslading boeken. Had ik misschien ik niet maar wacht eens. Het kennisje van Dingesje, met al die kleren had ze stellig wel een hutkoffer nodig. Ja, inderdaad, maar ze dacht er niet aan die uit te lenen, en dan aan een wildvreemde. En ze moest nu naar de kapper. Ik had al spijt van mijn komst, maar al die verloren uren en belegde boterhammen zaten mij danig hoog. Ik dacht, zei ik scherp, dat ik toch ook wel het nodige voor hdór had gedaan. Dat was je eigen verkiezing dan had je het maar niet moeten doen. Daar sta je dan. Eer dat ik nog weer eens een hand uitsteek nou ja, die koffer, dat is heel wat ónders. KEULEN 7- De eerste gewone man in een jurkEn ik heb niet eens kun nen lachen, want toen ik Edmond de Keyser uit Brussel ontdekte, stond hij hier in Keulen op de beurs voor he renmode net tussen een paar Groning se inkopersvrouwen in bloemenjurkjes en zo viel het helemaal niet op. Lachen? We mogen niet eens lachen van Edmond de Keyser, die in Brussel mannequin van beroep is. „De mensen die ervan moeten lachen, die hebben zeker nog nooit over de eigen grens ge keken", zei hij, „je hoeft maar even naar Noord-Afrika te gaan om duizen den mannen In jurken te zien rondlo pen. Nou dan?" Maar nu is zelfs een modebeurs in Keulen niet direct met Noord-Afrika te vergelijken en dat weet Edmond de Keyser ook wel. Hij gaat in zijn jurk van zijn levens dagen natuurlijk niet even een stok brood halen bij de bakker op de hoek. Hij draagt het wijde geval wel thuis en hij weet heel zeker dat hij straks, op een van de boulevards aan de Cöte d'A- zur, in ieder geval niet de enige man zal zijr in zo'n lang, luchtig wapperend mannenjurkje. worden, men koopt een strijkplaatje met de gewenste letters en men strijkt ze er doodgewoon op. Als ik dan van de strijkplaatjes even verder wandel op deze enorme interna tionale modebeurs in Keulen, passeer ik twee heren met paarse dassen en paar se pochettén, die achter goed Duits bier een samenspraak hebben over onder goed. Ze zeggen dat katoen een veel be ter ondergoedjes-materiaal is dan po lyamide, wat dat ook zijn mag. Maar dan haalt de ene uit zijn broek zak iets dat noch met katoen noch mei dat andere heeft te maken: een gewel dig wijd, wild gebloemd herenonderkle- dinkje, een variatie op de boksebroek Het nieuwste van het nieuwste, waar schuwen de heren en trekken de paarse dassen recht, L. N. EDMOND DE KEYSER uit Brussel liep zo rond op de Keulse beurs voor herenmode en hi) moeit helemaal niet lachen. Maar al die andere mannen, die nog liever een zonnesteek oplopen dan in zo'n jurk te stappen, al die andere man nen kopen bijvoorbeeld in Duitsland per jaar nog ruim 73 miljoen doodge wone en minder gewone overhemden. Dat zullen steeds minder witte over hemden worden, maar steeds meer ge kleurde en zelfs geborduurde. En hoe moderner de mannen daarin worden, hoe ouderwetser ze er soms bijlopen. Dat klinkt een beetje raar, maar zijn overhemden met geborduurde monogrammen op borsthoogte niet duur-ouderwets soms? Wel, die mono grammen komen weer terug. Ze hoeven dit keer niet eens meer geborduurd te

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1970 | | pagina 13