ZOETWATERAQUARIUM
VEREIST APARTE ZORG
EN SPECIALE AANPAK
Juiste milieu is eerste vereiste
Bak met koud water
alleen is onvoldoende
Advendo won in Duitsland
van Castrop-Rauxel: 1-3
Vrouw gewond
op Kerkewijk
Moeilijk
Prikken
Harem
Verspilling
Bittervoorn
Alvertje
Piepalen
Bromfietser
botste tegen
autoportier
Automobiliste
licht gewond
STADION
MARKTEN
WOENSDAG I APRIL 1970
Op de Veluwe woont een huisarts die zijn hele huis vol
aquariums heeft staan. Niet zo maar onderwater-siertui-
nen met tussen het groen van die prachtige tropische vis
jes. Oók dat is fantastisch mooi. maar onze dokter raakte
gebiologeerd door onze eigen, dus inlandse zoetwatervis.
In vakkringen en bij de wetenschapsmensen werd hij een
bekende figuur. In dat Veluwse dorp is nou letterlijk alles
op het gebied van zoetwatervis aanwezig. Onze dokter is
ook een vindingrijk man. Op het laatst was er geen bergen
aan. Daar vond hij wat op. Hier en daar stond nog wel een
ouderwetse badkuip. Zo'n ding koop je voor een prikje.
Eén zijkant werd met een snijbrander er uit gehaald en
weer gedicht met een plaat spiegelglas. Dat was nu net
wat de dokter moest hebben grote ruimten. Zijn visbak-
ken werden binnen-huis-zoetwatervijvers. De vis kon flink
uit de kluiten schieten en kuitschieten leverde niet meer
het probleem op dat andere soorten eieren en broed direct
maar opvraten. Die vis ziet ergezond als een vis uit.
Bij het zien van dit soort liefhebberij bekruipt mij nooit
dat gegronde gevoel van onbehagen dat ik krijg bij het
zien van een aapje in een kooi.
Mijn archeologische studie was oor
zaak dat ik met onze liefhebber van de
Veluwe in aanraking kwam. Een weten
schappelijk ambtenaar van de EOB te
Amersfoort vroeg mij: „Zeg, jij zit goed
in de natuurvorser ij, kun je voor de
dokter grote modderkruipers bemachti
gen?" Weer een andere kennis van mij
bezit een uitgebreid visrecht en ik daar
dus heen. Die zette in een sloot onder
Veenendaal een fuikje en het resultaat
was in één trek méér dan vlftig van
die glanzende „piepalen".
De dokter was in extase, want dit
soort bezat hij nog niet. Wéér een an
dere vriend bracht ik in contact met
herti en zo vormde zich een drieman
schap. Mijn Veenendaalse vriend bezit
nu ook een schitterende binnenhuis-
zoetwatervijver. En daar zit ik dan
graag een poosje naar te kijken en be
studeer zó het leven onder de water
spiegel. Geweldig!
Ik vind (persoonlijk dan altijd) dat
houden van zoetwatervis éindeloos!
Maar... véél en véél moeilijker om te
zorgen dat niets misgaat. Wie mocht
denken dat een bak met koud water
voldoende is slaat de plank mis. Ik ben
er van overtuigd dat honderden aqua
riumhouders nooit op de gedaehte geko
men zijn daaraan te beginnen.
Trap na het lezen van dit artikel er
nu niet pardoes in. Alleen als u niet te
gen de extra zorg opziet zal het u luk
ken. Eenmaal de smaak te pakken zult
u gewis tot de fans van het binnen
huis-zoetwatervijvertje gaan behoren.
Mijn waarschuwing geldt mijn eerbied
voor het leven. Uw vijvertje mag nooit
een concentratiekamp-achtig aquarium
worden waarin de vis gedoemd is ten
onder te gaan.
Een constant op dezelfde tempera
tuur gehouden warmwateraquarium is
niet zo aan temperatuurwisselingen on
derhevig als de zoetwaterkamervijver.
In de natuur heeft de vis dieper water
tol zijn beschikking.
Het scheppen van een ideale toestand
met absoluut het juiste milieu is een
eerste vereiste. Er mógen wel tempera
tuurschommelingen optreden. Dat ge
beurt ook in de natuur. Maar denk
vooral eens aan een verwarmde kamer!
Dat houdt voor de niet ingewijde direct
al consequenties in.
In de natuur is vis gedurende de win
ter veel slomer. Bepaalde soorten krui
pen dan weg in de modder. Ze eten dan
ook veel minder. De groei stagneert dan
enigermate. In een warme kamer is de
temperatuur van het onverwarmde wa
ter óók in de wintermaanden vrij hoog.
De vis is dan permanent aangewezen
op... groei door verhoogde activiteit.
Het is uiteraard onmogelijk een ka
mervijver in een steenkoude kamer te
zetten. In een mum van tijd zou zo'n
met water gevulde bak van glaswan
den bij strenge vorst in een ijsblok
veranderen inclusief ingevroren
vis en... door uitzetting van water bij
ijsvorming zou de glazen bak uit el
kaar gedrukt worden.
Sloten en plassen vriezen aan de op
pervlakte dicht. Beneden is door het
rottingsproces van dood plantenmate-
riaal altijd nog enig temperatuursver
schil waarvan de vis profiteert. Alleen
gebrek aan zuurstof kan ontstellende
gevolgen in de natuur hebben. Hoe dik
wijls heb ik onder de toegevroren Hel-
plas de vis halfverstikt met de buik
omhoog tegen de ijsvloer zien drijven.
Dan helpt alleen nog maar het hakken
van bijten. En die ópen houden van
zelf! Maar nu dan over enige interes
sante vissen uit de collectie van mijn
vriend.
Is het zover dan is het zomer en
dan gebeurt er nóg iets merkwaar
digs. Op de kop ontwikkelt zich een
zéér lichtgevoelig klein „derde oog"
dat eigenlijk geen ander doel heeft
dan het dier, na de overwintering in
de modder waarbij ze zeer weinig
eten, te waarschuwen dat in de jaar
getijdencyclus de lente aangebroken
is. Dat betekent voor de beekprik be
slist het einde. Met de tijd werd het
dier volwassen en dus óók geslachts
rijp.
Dan heeft nóg een in de vissenwereld
opmerkelijke ontwikkeling plaats. De
mannetjes krijgen een werkelijk uit
wendig geslachtsorgaan. Op gladde ste
nen in de beken klonteren dan een aan
tal vrouwtjes bijeen en houden zich
met de zuignappen vast. Eten doen ze
daarna niet meer. Eén mannetje be
vrucht dan zo'n hele „harem'' vrouw
tjes. Ook de vrouwtjes hebben een soort
vaginale opening en er heeft een soort
coïtus plaats met zaadlozing in de buik
holte, een hoogst opmerkelijk en volko
men alleenstaan geval onder onze in
landse vis.
Door de veelvuldige bevruchting van
zijn harem sterft het mannetje na een
paar dagen van uitputting. Ook de
vrouwtjes sterven een paar weken na
het afzetten van de eieren.
brengt het tussen de steeds geopende
tweekleppige schaal en deponeert dan
de eieren tussen de kieuwbogen van de
mossel. Alléén in de paartijd hebben de
vrouwtjes die legboor.
Dan komt de voortplantingsdrift van
de mossel óók op gang en spuit ze een
straal mossellarven naar buiten. Deze
hechten zich direct al voor een deel aan
de vinnen van de bittervoorn. De rest
van het slijm dat de mossel mede uit
stoot hecht zich na verharding als spin-
newebdraden aan de waterplanten met
een groot deel van de larven er aan
vastgehecht. Zwemmen de vissen daar
doorheen dan rakep weer tal van mos
sellarven aan de vinnen van ook andere
vissen. Uiteraard worden nóg groter,
aantallen larven verslonden, maar het
zijn er zó geweldig veel dat toch een
voldoende aantal op de goede plaats bij
de gastheren terecht komen.
Dan komt het mannetje en loost zijn
homvocht (sperma) boven de mossel die
dit door de inhalerende werking het
weekdier met het zuurstofrijke water
mede door de kieuwspleten voert. De
daartussen zich bevindende bittervoorn-
eitjes worden alzo door de zaadcellen
bevrucht. Het is alles bij elkaar een
prachtig voorbeeld van symbiose. Twee
dieren hebben elkaar nodig, om de
soort te laten voortbestaan.
Geef mij evenwel maar zo'n mooi,
natuurlijk exemplaar uit de Hel of uit
de een of andere nog niet vervuilde
sloot in de omgeving.
Laat men van overheidswege evenwel
de nodige maatregelen nemen ter ont
lasting van de watervervuiling in onze
reservaten. Telkens stroomt smerig af
valwater de beide Hellen binnen. De ei
genaressen verkeren in paniekstem
ming. Daar móét ingegrepen worden!
En snél. Dal vuile, stinkende water
voert de dood met zich mee.
In één adem met de karperachtigen
noem ik de zeelt, onze gewone donker
kleurige én de goudblonde zuster; ook
de aan de flanken zo mooi koperglan-
zende winde met kleurige violette en
rode vinnen en alwéér als kleurafwij
king de bleek-oranje goudwinde. Maar
in beide gevallen erg jonge visjes ne
men. Men zou er kleine exemplaren
van de bekende soorten voorns bij kun
nen noemen, maar wordt het dan niet
een beetje té veel van het goede?
Ik voor mij gok liever op dat machtig
interessante goed. Zo zou je in een af
zonderlijk bakje een paar even grote
snoekjes kunnen doen. Die wen je ook
geweldig aan het voeren. Zodra je tus
sen je vingers een worm of klein visje
boven het water houdt, gaat zo'n snoek
je „staan" en schiet als een torpedo op
de prooi af zodra je die loslaat.
Die agressieve stekelbaarsjes zijn
voor ons doel helemaal uit den boze.
Vooral als de mannetjes op vrijersvoe
ten gaan. Prachtige kleuren hebben ze
Midden boven edelkarper, links boven
spie gelkarper, daaronder snoek en be
neden bliek: rechts in het midden
kroeskarper met daaronder zeelt.
Baars; 2. vrouwtje van driedoornig stekelbaarsje, midden negendoornig
stekelbaarsje en beneden mannetje van driedoornig stekelbaarsje rood-
bekjevoor nestje met eieren; 3. grote modderkruiper; 4. boven mannetje
van de bittervoorn, midden vrouwtje van de bittervoorn, dat de legbuis tus
sen de geopende kleppen van een mossel brengt en onder bermpje; 5. rivier-
prik, die zich vastzuigt aan een bittervoorn.
Volwassen beekprikken zie je als ze
van hun rustplekje komen zéér ruste
loos en snel op palingachtige manier
heen en weer zwemmen. Dan valt de
zilverblanke buik bijzonder op. Al met
al een zeer primitief visje dat door
sommigen niet eens tot de echte vissen
gerekend wordt. Schouder- en bekken-
gordel ontbreken, de tanden zijn hoorn
achtig en het skelet bestaat uit kraak
been. Voorts hebben ze geen schubben
en de „vinnen" zijn niet meer dan een
verlengde van de huidzoom.
Zo'n dier staat in de rangorde bij de
„gewervelde" dieren geheel onderaan.
Je vraagt je wel af of dat nu een echt
levend fossiel is, véél primitiever dan
de hagedisachtigen die men om hun
voorkomen wel levende fossielen
noemt maar oneindig veel hoger (syste
matisch bezien) staan.
Ook de aanwezigheid van een kruin
oog wijst op zo'n primitieve afstam
ming en kwam miljoenen jaren gele
den wél voor bij de beroemde fossie
le salamanders. Waarschijnlijk met
hetzelfde doel „voor ogen" als bij
onze beekprikken. Het leven met zijn
vormenrijkdom is eindeloos gescha
keerd.
Bij de bittervoorn is de eierproduktie
bij lange na niet zo groot als bij andere
vissen. De kleine eitjes zitten goed be
schermd bij de gastvrouw. Mossels
evenwel stoten miljoenen mossellarven
af. Dat is een verspilling die in de na
tuur veel voorkomt. Een overgroot deel
dient eenvoudig tot voedsel vari andere
dieren en tóch blijven er genoeg leven
om het voortbestaan van de soort te
waarborgen.
Altijd zijl), er beschermende factoren
in de natuur. Maar zo prachtig als het
samenspel tussen mossel en bitter
voorn treft men het zelden. Dit kan
men met een beetje goede wil binnen
de muren van onze huizen halen. Een
hele mooie periode uit het „sekseuele"
leven van het aan het oog onttrokken
bestaan van ons watervolkje* haal je
naar je toe. Het was toch maar een
gewaarwording dat het bitter voorn
mannetje bij de keuze van zijn
vrouwtje het exemplaar met de lang
ste legboor het hof maakte!
Je kunt heel wat karperachtigen on
derbrengen. Maar daaronder is er één
heel moeilijk te pakken te krijgen: de
elrits. Bij ons althans. Er werd er nooit
een gevangen. Je zou naar de Geul of
de Gulp in Zd.-Limburg moeten. En dat
gebeurt dan wel eens. Het is een zeld
zaam genoegen een elrits vliegen die
boven het water zweven op forêlle-
manier te zien vangen.
Dan is er voor de kamervijverhou
ders nog een bijzonderheid. Je kunt ze
wennen aan een bepaald geluid, b.v.
rammelende steentjes in een busje. Dan
gaan ze bliksemsnel naar een bepaald
plekje waar voer in het water gestrooid
wordt. Voor de rest zitten ze graag ver
borgen tussen stenen. Het zijn uitge
sproken schuwe maar in ieder geval
mooie visjes.
Veruit het wonderlijkste zijn dc
oeekprikkcn. Ze hebben het uiterlijk
van kleine palinkjes maar zijn daar be
slist niet aan verwant. Er leeft een gro
tere soort in onze stromen die rivier-
prik heet. Prikken zijn zg. rondhekken
en de primitiefste vissoort onder onze
inlandse waterbewoners.
Beide rugvinnen zijn bij volwassen
exemplaren geheel naar achteren ge
plaatst en driehoekig. De staartvin gaat
rond het weinig afgeplatte uiteinde van
het visje. Andere vinnen heeft het niet
aan het rolronde lichaam.
In het larvestadium is op de rug een
lage, vrij lange vin aanwezig. Ze onder
gaan een zeer ingrijpende gedaantever
andering. Dit is het meest frappant
met de kop het geval. Wel is de ronde
bek, die het beste vergelijkbaar is met
zo'n rubber zuigdingetje dat je op glas
drukt, van begin af aan aanwezig. Ook
hebben de larven aan beide zijden ze
ven opening die te zamen de kieuw-
openingen vormen en volwassen visjes
de naam negenoog gaven.
Met die bek zuigen ze zich aan gladde
voorwerpen vast. In het kamervijvertje
veelal aan de glaswanden. Je ziet dan
duidelijk de stompe ..tanden" in boven-
en onderkaak, die het raspwerktuig
vormen. Ze hechten zich ook wel aan
vissen vast en leven dan parasitisch. In
de bak zag ik dat nooit. Bij de larven
behoeft men evenwel geen ogen te zoe
ken. Ze zijn drie jaar volkomen blind
en leven dan in de zandbodem waar ze
allerlei micro-organismen als voedsel
nuttigen, maar ook viskuit en kleine
waterinsekten. Zijn ze bijna volwassen,
dan schemeren de naar verhouding gro
te ogen reeds door de huid heen en ge
heel volgroeid gaat het dier zwemmen.
Een visje waarmede je ook veel kunt
meemaken is de bittervoorn. De naam
is misleidend want het behoort tot de
echte karpers. Nu is het de tijd waarin
de mannetjes met prachtige kleuren
pronken. Vooral de blauwgroene, me
taal-glanzende streep in de lengterich
ting van de flanken valt op en verder
veel rood.
Om iets van de zeldzame wijze van
voortplanting te zien te krijgen in onze
kamervijver moet men zorgen voor le
vende mossels in het bodemzand. Dat
kunnen schilder- of driehoeksmossels
zijn; zwanemossels kan men wel in héél
grote bakken houden. i
Het bittervoornmarmetje kiest zich
een mossel^ uit. gaat vóór die mossel
..staan" en* wuift met de vinnen een
waterstroompje naar de mondzijde van-
het weekdier. Dit is nodig om het
schelpdier aan zich te wennen. De mos
sel moet het zó gewoon gaan vinden d^t
het de kleppen niet in een schrikbewe
ging meer sluit.
Dan komt het vrouwtje in touw. Je
ziet dat met aan de buikzijde zwiebe-
rende legboor op de mossel toezwem
men en dan richt ze dit zich verstijven
de aanhangsel in voorwaartse richting.
Veel karpers zijn bodemvissen en dat
is heel goed waarneembaar aan de bek.
Barbeel, grondel en spiegelkarper heb
ben vier „baarden" aan de bovenlip en
tasten daarmede de bodem af naar
prooi. Barbeel en grondel zijn fijne vis
jes voor onze liefhebberij. Nóg zo'n
mooi, slank en zilverglanzend visje is
het alvertje. dat ik meermalen in de
Klinkwetering van de Marsch bij Lien-
den zag.
Zulk boezemwater dat stroomt is het
leefmilieu voor deze dwerg. Dan beleef
je veel plezier aan de kroeskarper die
in duizenden exemplaren de Helplas
afschuimt op waterplanten en het de
zeelt daar niet gemakkelijk maakt.
Onze kroeskarpefszijn allemaal van
„hoge" makelij.
Wij wilden wel eens weten wat voor
vis in de Hel het meeste voorkwam.
Dus gingen er fuiken in. Honderden
kroeskarpers in één trek en de zeelt die
meekwam broodmager. Zo'n kroeskar
per kan mooi koperkleurig zijn aan de
hoge zijden. De Japanners kweekten uit
de verwante goudkarper (ook goudvii
genoemd) talloze monstrousiteiten en
kleurspelingen, waaronder de zo beken
de sluierstaartvissen.
dan. Zc bouwen leuke nestjes van plan-
tenmateriaal waar ze de vrouwtjes
doorheen drijven om er de eieren in af
te zetten. Daan komt voor het mannetje
de t(jd van aandoenlijke broedzorg. Dan
verwonden ze iedere indringer tot bloe
dens toe als die in de buurt van het
nestje komt. Zelfs de wijfjes worden na
het kuitschieten verjaagd.
Men moet de „paringsdans" vooraf
eens bekijken! Fantastisch! Het mooist
zijn de driedoornige stekelbaarsjes, ei
genlijk een zeevisje, dat paait in de ri
vieren en boezemwateren. Maar in de
kamervijver toch liever niet. Nét zo
min als kleine palinkjes. Die woelen
aanhoudend de bodem om en je ziet ze
de hele bak door afschuimen naar jong
visbroed. Géén succes! men ziet het
maar: het is niet al goud en zilver wat
in het water blinkt.
Hoewel ook een roofvisje kan de
zonnebaars er best bij. 't Is een klein
ding, maar een juweeltje. Een hoog, zij
delings samengedrukt lijfje mei van
boven naar beneden telkens naast el
kaar twee uit stipjes gevormde bandjes,
prachtig violet aan de stuit en overi
gens olijfgroen met bruin en licht
groen. Kijk, en dié vergoeden nu het
gemis aan stekelbaarsjes, want ze bou
wen ook een nestholte.
In onze Peelstreek ten oosten van
Eindhoven komen ze voor in vennen en
beken. En tot besluit van de verboden
zaken een ding dat gewoon een ontstel
lende ravage aanricht, de wolhandkrap.
Mijn vriend vond die in enorme massa's
in de Leeuwer wetering bi j Beneden-
Leeuwen in Maas en Waal. Ze wandel
den gewoon in het gras! Een mooi klein
exemplaartje ging de bak in. Maar toen
die wat gewend was vrat ze alle water
planten op en werd zelfs „handtaste
lijk" bij de vis. Rare dingen met die
wollig polsmofjes, om de geweldige
scharen. Neen, niets voor de kamervij
ver.
Héél interessant is ook de rivier
kreeft. In de Marspolder bij Lienden
ontdekten een paar surveillerende po
litiemensen die kreeften en een tele
foontje naar onze Veluwse dokter
was voldoende om er een op te komen
halen. Zó kom je door vriendelijke
medewerking van allerlei belangstel
lende mensen aan de wonderlijkste
zaken. Maar in de kamervijver hoort
de kreeft óók al niet thuis.
In Veluwse beken, de grift tussen de
Grebbe en de Zuidelijke-Meentsteeg en
vooral ook in de Marspolder onder
Lienden en de Munnikenbeek en Flier-
terbeek bij Renswoude komt het aardi
ge bermpje voor, een soort modderkrui
per. Ook al weer zo'n baardig heer
schap, evenals zijn soortgenoten de
kleine en grote modderkruiper.
Wat een plezier ik al eens een zoet
watervisliefhebber bereid heb met
„piepalen" (ze brengen wérkelijk een
snappend geluid voort als ze geknepen
worden!) schreef ik reeds. Toen ik ze in
een teil in de keuken had schrok ik me
's avoiTds wild. De teil was veel te vol
geweest en ze waren gewoon over de
rand gewipt. Ze zijn zo glad als paling
en met bezande handen kreeg ik het
spul er weer in. Ze zwommen als beze
ten rond. Wat een prachtige torpedo-
vorm hebben ze en écht vis hoor met
alles er op en er aan.
Het. lichaam is rolrond en dat maakt
ze als bodemdieren geschikt om overal
doorheen te glippen. En ook al aan de
bovenlip zes van die baarddraden. Het
zijn gewoon de stofzuigers van de bo
dem en ze tasten op zoek naar voedsel
grote oppervlakten af.
Vroeger hield men ze wel in een
ouderwetse zureharingpot dat dan als
weerglas dienst deed. Gingen ze als
gekken te keer dan kwam er onweer
zei men. Van zulke dingen geloof ik
niet veel. Dat is mooi voor de weerlo-
Mijn vriend heeft altijd kleine mod
derkruiper en berm in zijn kamervijver
en wel om de volgende reden. Vis heeft
wel eens parasieten op zich die er af
vallen. Prompt eten de modderkruipers
die op. Een soort geneeskundige afde
ling dus. Ze kruipen graag weg onder
stenen met holten en ook een stuk
kienhout uit oud veen doet het fantas
tisch als schuilplaats.
De kleine modderkruiper is een slank
en elegant visje, bruingrijs met lange
rijen donkere vlekken op rug en flan
ken die het geheel iets getijgerds geven.
Het bermpje heeft een uitgesproken
veentint met donkerder nuancering. In
veensloten vallen ze praktisch niet op.
De kleine modderkruiper leeft ook al
in strangen. plassen en meren. In een
visbak is het vooral grappig dit visje
ingegraven te zien en alleen de kop met
de baarddraden zichtbaar. Ze missen
zelfs de zwemblaas.
VEENENDAAL Op de Kerkewijk
raakte de Veenendaalse mevrouw E.
gistermiddag gewond toen ze met haar
bromfiets tegen een lichtmast reed.
Het ongeluk gebeurde toen een zesja
rig jongetje plotseling het rijwielpad
opliep. Aangenomen wordt dat hij het
deed omdat een vrachtwagen daar het
trottoir blokkeerde. De vrouw werd
met lichte verwondingen, naar het Ju-
li ana zieken hu is overgebracht.
RHENEN - Toen de automobilist G.
H. v.d. M. uit Lienden met zijn perso
nenauto bij een sigarettenautomaat in
de Herenstraat stopte en nonchalant
zijn portier liet open staan, botste daar»
op de bromfietser A. de L. uit Rhenen.
De L. moest <door een dokter worden be
handeld voor opgelopen schaafwonden.
RHENEN - Op de Cuneraweg nabij
de picknickplaats werd een automobi
liste uit Lienden maandagavond uit
haar auto geslingerd, toen zij in de
berm terecht kwam tengevolge van een
foutieve inhaalmanoeuvre van twee
voor haar rijdende auto's. Na in het Ju-
lianaziekenhuis te zijn behandeld kon
zij huiswaarts keren.
EDERVEEN Zaterdag maakte het eerste elftal van Advendo met een aantal
supporters een dagtrip naar Gastrop Rauxel in Duitsland om daar 's middag!
een vriendschappelijke wedstrijd te spelen tegen de reserves van de plaatselijke
vereniging Gastrop Rauxel dat uitkomt in de eerste; klas van de Duitse interregio
nale competitie.
Omstreeks 8 uur vertrok het gezel
schap vanuit Ederveen via Arnhem
naar Duitsland. Enkele kilometers over
de grens onderbrak men de reis voor
het nuttigen van een kop ko ffie. Om
ongeveer elf uur kwam men aan in
Castrop Rauxel waar het bestuur van
de plaatselijke vereniging het Adven-
do-gezelschap verwelkomde. Na de
kennismaking ging men naar het club
huis van de vereniging waar de Eder-
veners enkele consumpties kregen
aangeboden. Om half twaalf ging het
gezelschap een wandeling maken door
de binnenstad van Castrop Rauxel en
konden de dames inkopen doen. Bij te
rugkomst in het clubhuis kreeg men
een warme maaltijd aangeboden van de
gastheren.
Tegen 3 uur vertrok de Advendo fa
milie naar het prachtige stadion van
Gastrop Rauxel dat een accommodatie
bied aan 18.000 toeschouwers. Het was
bijzonder jammer dat vanwege de loka
le sneeuwbuien maar een klein aantal
toeschouwers de wedstrijd bijwoonden.
Toch was het, ondanks het slechte weer
een goede wedstrijd die door Advendo
verdiend met 3-1 werd gewonnen. In
deze sportief gespeelde wedstrijd start
te beide teams voorzichtig. Toch bleek
al gauw dat Advendo over een betere
techniek beschikte en een overwicht
verkreeg maar bij de afwerking misten
de Advendo-voorwaartsen de juiste rich
ting of vonden de uitstekende doelman
Files op hun weg. De Duitsers namen in
de 40ste minuut de leiding door linksbin
nen Raisch die keeper v.d. Meent met
een goed schot passeerde: 1-0. Even la
ter was de stand echter al weer gelijk
toen D. Veer uit een pass van zijn broer
Theo van dichtbij scoorde: 1-1. Dat was
ook de ruststand.
Na de hervatting wist Advendo het
overwicht wel uit te drukken in doel
punten. In de 46ste minuut werd het al
2-1 door H. v.d. Ziel die vanaf 25 meter
een hard en hoog schot los liet waarop
de Duitse doelman kansloos was. Vijf
minuten later schoot J. v. Donkelaar na
een fraaie actie Advendo naar een 3-1
voorsprong. De gastheren demonstreer
den een goed veldspel maar faalden vol
komen in de afwerking. Dat de score
niet hoger uitgevallen is hebben de
Duitsers aan hun doelman te danken
die naar een grote vorm groeide en on
houdbaar lijkende schoten van E. v.
Ginkel, J. v. Donkelaar en J. Nab wht
te stoppen.
Na de voetbalwedstrijd vertrok men
weer naar het clubhuis waar men een
broodmaaltijd kreeg aangeboden. Daar
na was men met de Duitse gastheren
enkele uren gezellig bijeen. Om half
tyen vertrok men uit Castrop Rauxel
waarna men ongeveer om twaalf uur vol
daan van de trip, weer in Ederveen ar
riveerde.
Op 1 en 2 mei brengen de Duitsers
met 2 elftallen een tegenbezoek aan
Advendo.
Goöp. Veluwse Eierveiling Barneveld
Aanvoer 366.480 stuks, stemming rus
tig. Prijzen in guldens per 100 stuks:
Eieren van 52/53 gram 8.05-8.35; 56/57
gram 8.59-8.92; 60/61 gram 9.07-9.60;
64/65 gram 9.78-10.37.
Vette kalvermark Barneveld
Aanvoer 276 stuks, handel matig. Prij
zen: le kwal. 4.20-4.40; 2e kwal. 4.00-
4A3? 3e kwel. &88-&0R.