Dortmund verbonden met nog 35 Europese steden Morgen start de gigantische campagne van Billy Graham Luisteren, zingen en bidden Oecumene centraal in de laatste zitting Pastoraal Concilie BELOKEN PASEN Diagnose op „Noordwijkerhout werd onmisbaar Nazorgers Doorpraten Koster Jongeren „Jaloers" Oecumene Representatief? Sp)anning Geestelijk leven TER OVERDENKING £ampagne Euro 70 is maanden lang voorbereid in een aantal ka mers van hotel Römischer Kaiser aan de Olpe in Dortmund. De organisatie van deze campagne is op deze wijze opgezet omdat de 51-jarige dr. Billy Graham zoveel verzoeken om te spreken krijgt dat hij om een van zijn naaste medewerkers te citeren „nog wel tweehonderd jaar voort kan". De immense Westfalenhalle wordt via de door Television Advisers Ltd. te Londen gerealiseerde technische mogelijkheden met 35 Europese ste den in elf landen verbonden. In Dortmund staan veertien tolken (voor Nederland de Haagse journa list J. J. van Capelleveen) klaar om Grahams toespraken zin voor zin te vertalen. De vertalingen vinden plaats in het Kroatisch, Deens, Ne derlands, Frans, Duits, Noors en Welsh. Voor Nederland is de campagne voorbereid in enkele kamers van het Doornse conferentie-oord 't Brand punt waar men vorig jaar begonnen is met het aantrekken van medewer kers, onder wie meer dan duizend „nazorgers". Eén van de zaken die Graham voor zijn werk onmisbaar acht is de aanwezigheid van voldoende nazor gers tot wie bezoekers van zijn cam pagnebijeenkomst zich kunnen wen den. Iedere bezoeker van de bijeen komsten in de Expo-hal dié dat wenst, kan zich voor een persoonlijk gesprek tot zo'n nazorger wenden. In verschillende plaatsen van ons land zijn voor deze nazorgers (niet alleen predikanten maar ook veel „gewone" kerkleden) cursussen gehouden zodat zij een beetje voorbereid kunnen zijn als de bezoekers volgende week na afloop van een bijeenkomst in Hil versum naar hen toekomen met de uitspraak dat zij „een beslissing voor Jezus Christus willen nemen" of naar aanleiding van Grahams toespraak rJfondagavond gaat een van de grootste evangelisatie campagnes die Europa ooit gekend heeft van start. In Dortmunds Westfalenhalle en 35 andere Europese steden begint dan Euro '70" - een gigantische veld tocht van William Franklin (Billy) Graham, de Ameri kaanse evangelist die met dergelijke campagnes al van 1946 af bezig is en in 1954 en 1955 in resp. Amsterdam en Rotterdam 45.000 en 65.000 in de beide grote sta- diond van deze steden trok. Via het grootste gesloten televisiecircuit dat ooit aangelegd is, zullen per avond waarschijnlijk zo'n kwart miljoen Europeanen naar de woorden van Billy Graham kunnen luisteren; in Nederland kan dit in de Expo-hal bij de Soestdijkerstraatweg in Hilversum waar ongeveer 5.500 mensen een zitplaats kunnen krij gen. Euro 70duurt tot en met 12 april; acht avonden - lang kan men van acht uur tot half tien in Hilversum direct I indirect naar de grote evangelist luisteren en met hem zingen en bidden. De tv-schermen zullen 9 bij 6.75 meter groot zijn.... Sales Executive Club van New York. graag een of meer gesprekken over het christelijk geloof willen voeren. De organisatoren zijn ervan over tuigd dat duizenden tot het christelijk geloof zullen „overgaan". Na afloop van de campagne zullen in heel Europa duizenden bijbel- kringleiders klaar staan om in kleine groepen met de campagnebezoekers door te praten over Jezus Christus en Zijn Woord. Billy Graham wil uitdrukkelijk De actie Euro 70 gaat 3,5 a 4 mil joen gulden kosten; in Nederland be lopen de kosten ongeveer 125.000 gulden. Het is, zeggen zijn medewer kers met klem, beslist niet zo dat grote Amerikaanse concerns Graham campagnes helemaal betalen; wel zijn er onder de giften die zijn organisatie regelmatig bereiken veel van grote bedrijven, „maar evenzeer van indivi duele en minder welgestelde mensen die uit dankbaarheid een gift zenden die net zo welkom is als de grote". Billy Graham ontvangt na afloop van elke campagne vele duizenden brieven; dit is ook zo na door hem verzorgde televisie-uitzendingen; na een „from coast tot coast"-uitzending in Australië kreeg Graham niet min der dan een miljoen reacties. In Amerika verzorgt hij wekelijks radio- en televisie-uitzendingen voor hon derden stations en zenders. niet buiten de kerk werken; hij is er van overtuigd dat hij zijn werk alleen maar in samenwerking met de ker ken kan verrichten. De in 1918 in Charlotte (North Carolina) geboren evangelist (vijf kinderen, oudste 24, jongste 11) was van 1943 tot 1945 predikant in Western Springs in Illi nois en werd in 1946 eerste vice-pre sident van Youth for Christ Interna tional. Hij ontving tal van onder scheidingen, waaronder een aantal eredoctoraten; in de Gallup Poll was hij jarenlang een van de meest be wonderde mannen ter wereld en in 1958 bracht hij het tot „Salesman of the year", een onderscheiding van de Zowel in zijn grote kring van me dewerkers als bij de bezoekers van zijn campagne-bijeenkomsten treft men duizenden jongeren aan. In Dortmund en de 35 andere steden zullen bijeenkomsten van 6, 9 en 11 april vooral aan de jeugd gewijd zijn. Volgende week zullen uit 150 a 200 Nederlandse steden en dorpen treinen en bussen naar Hilversum rij den om bezoekers van Euro 70 te vervoeren; in tal van plaatsen zijn speciale comités gevormd om de or ganisatie van deze campagne te ver zorgen. Ten minste drie a.s. echtpa ren hebben het plan om volgende week de eerste van hun wittebroods weken in Dortmund door te brengen. De Nederlandse organisatoren hebben hun „hoofdkwartier" in Doorn, postbus 23, tel. 03430-2114. De leiding van dit bureau heeft de heer Oswin Ramaker. /^oncilie-voorzitter is de volgende week de Eindhovense hoogleraar en Eerste-Kamerlid prof. dr. P. J. A. M. Steenkamp (45); hij wordt daarbij gesecondeerd door ondervoorzitter mr. dr. L. G. Ch. A. M. Schneider (43), di recteur van het Provinciaal Opbouw- orgaan Gelderland en voorzitter van de programma-adviesraad van de KRO. Zij hebben beiden bewezen uit stekende leiders van deze door alle aanwezigen intens beleefde vergade ringen in de Leeuwenhorst-aula te zijn. Stemming op het pastoraal concilie in de Leeuwenhorst-aula in Noordwijkerhout. Op de voorgrond de leden van het episcopaat die zich hierbij van stemming onthielden (v.ln.r. de bisschoppen Moors (Roermond) en Jansen (Rotterdam), kardinaal Alfrink, oud-bisschop Nierman (Groningen), de bisschoppen Bluyssen (Den Bosch) en Ernst (Breda) en hulpbisschop Beel (Roermond). ^anstaande zondag is het belo ken Pasen. En daarmee ko men we nog weer eens in de buurt van mensen als Maria, Thomas en Petrus. Dat zijn dus de mensen, die het voor zichzelf toch wel bijzonder moeilijk hebben met het Paasge- beuren, omdat zij zich dit nu een maal niet kunnen voorstellen. Ma ria loopt er nog wel naar te zoeken, maar door haar tranen kan ze het niet vinden. En terwijl Thomas zich er daarom zonder meer voor af sluit, gaat Petrus er zelfs voor op de vlucht. Als wij hier even over nadenken, zouden we misschien net zo goed kunnen zeggen dat wij op dit belo ken Pasen tot ons zelf komen. Want nu we het triomfantelijke „halleluja" toch weer achter de rug hebben, keren wij immers terug tot de werkelijkheid van het dagelijkse leven? En lijkt het daarin nu niet net, alsof het geen Pasen is ge weest? Kan men bijvoorbeeld aan de kerk, of kan men soms aan ons persoonlijk zien dat wij leven van uit het geloof: dat we een Heer hebben? Een Heer, die na zijn op standing juist gezegd heeft, „Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde!" Of kunnen ook wij ons dit niet voorstellen, zodat wij ons er voor afsluiten en hier verder niets mee doen? Wanneer we nu rondom dit beloken Pasen nog weer eens het evangelie lezen, zien we dat Je zus van zijn kant Maria heeft ge zocht en gevonden. En dat hij bij Thomas door die muur van onge loof is binnengedrongen, terwijl hij ook Petrus weer heeft teruggehaald. En nadat hij hen één voor één geconfronteerd had met de wer kelijkheid van zijn opstanding, heeft hij hun tegelijk gevraagd om van hieruit te leven en op weg te gaan. Daarom krijgen de mensen na het Paasfeest steeds weer die zelfde opdracht, „ga heen!" 0ok wij hebben Pasen gevierd. En opnieuw hebben we de proclamatie dus te horen gekregen: „de Heer is waarlijk opgestaan". En ligt het nu niet op onze weg, om over te gaan tot de orde van de dag? Maar wie zo Pasen heeft gevierd, heeft de opgestane Heer toch zeker niet ontmoet. Want bij zijn graf heeft hij destijds namelijk niet de wacht gehouden, om de mensen hier zomaar even binnen te laten en hen dit slechts te laten bekijken, als een soort bezienswaardigheid. Neen, hij heeft daar juist die mensen opge wacht en aangesproken. En hij heeft toen tegen hen gezegd, „ga heen". Met andere woorden, laat dit nu voor U het uitgangspunt zijn, en ga vanuit die gebeuren dus op weg in het geloof, dat ik ben opgestaan, en dat ik uw Heer ben. Jgr zijn tegenwoordig heel wat mensen, die zeggen dat het hun niets meer doet. Dat schijnt zelfs zo'n geijkte uitdrukking te worden, dat men zich maar nauwe lijks kan voorstellen wanneer het anderen blijkbaar nog wel iets doet of zegt. En volgens hen gaan deze mensen daarom ook niet met hun tijd mee. Alsof dit dus werkelijk het enige en beslissende was, „dat het ons iets doet!" Waar halen we eigenlijk de moed of pretentie van daan, om voor onszelf die voor waarde te stellen. Want voor Jezus geldt toch een heel andere vraag, namelijk, dat, wanneer wij eenmaal Pasen hebben gevierd, we hier ook nog iets mee zullen doen. Ga heen, en geef het door! geloken Pasen. Dat is het feest van mensen, die zich hiervoor afsluiten en zeggen, „het doet me niets", of die het zich eenvoudig niet kunnen voorstellen, omdat zij er niets van zien dat hun Heer in derdaad is opgestaan. Maar toch kan dit voor ons juist ook een Paasfeest worden, wanneer Christus ons tenminste tegemoet komt en ons de opdracht geeft, om van hier uit nu op weg te gaan, en dit tege lijk weer door te geven. Veenendaal ds. G. C. Vijzelaar Jn de aula van het fraaie gebouwencomplex van Leeuwenhorst in Noord- wijkerhout begint zondagavond de zesde en laatste zitting van het Pastoraal Concilie (van de Nederlandse rooms-katholieken) in z(jn huidige vorm. Mogelijk wordt deze zitting niet zo spectaculair als die van januari toen het celibaatsprobleem behandeld werd maar toch zal „Noordwijkerhout" ook nu héél veel belangstelling krjjgep; bischoppen, priesters, andere vrou welijke en mannelijke geestelijken en „leken" zijn er sinds de eerste zitting in januari 1968 gehouden werd, in geslaagd van élke zitting een gebeurtenis van-formaat te maken die niet alleen in Nederland maar ook in tal van andere landen grote aandacht trekt. Maandag, dinsdag en woensdag worden, nadat kardinaal Alfrink zondag avond de opening verricht heeft, rapporten besproken over: „Vragen rond de verkondiging", „Oecumene" en „De verhouding tussen Joden en Christe nen". Aan het slot van deze zitting zal kardinaal Alfrink opnieuw een rede uitspreken; wellicht zal hij dan zijn indrukken van dit pastoraal concilie kunnen geven en iets zeggen over de wijze waarop dit beraad voortgezet kan worden. Dat er een voortzetting moet zijn is voor iedereen duidelijk; men zou het niet meer willen missen, óók de bisschoppen niet die herhaal delijk verklaard hebben dat zij dit concilieberaad met alles wat erom heen gebeurt (in diocesane raden, pa rochieraden enz) onmisbaar voor hun beleid vinden. Ieder die deze zittingen heeft meegemaakt en de gebeurtenis sen in de Nederlandse kerkprovincie op de voet volgt weet dat dit zo is. Mgr. P. Moors, bisschop van Roer mond die wel eens de „minst progres sieve Nederlandse bisschop" genoemd wordt heeft enige tijd geleden gezegd dat het pastoraal concilie „nu echt een intensief kerkelijk gebeuren is dat helemaal ons hart heeft". En prof. Steenkamp zei een jaar geleden: „Ik durf te zeggen dat velen jaloers zijn op wat ons hier samenbrengt en op ons werk.... wij zijn nog steeds het eerste en enige nationale concilie in Twee medische ploegen in Edinburgh kunnen, ook al zijn ze bijna 5 kilometer van elkaar verwijderd, samenwerken bij de diagnose en behandeling van pa tiënten. Dit is mogelijk dank zij een te levisieverbinding tussen de afdeling chirurgische neurologie van de Univer siteit van Edinburgh en de afdeling Spoedgevallen van de Royal Infirmary in Edinburgh. Een specialist van de Universiteit kan een spoedgeval via de televisie onderzoeken en de camera-in stellingen zelf dirigeren. Zo nodig kan hij aanwijzingen geven om voorberei dingen voor een operatie te treffen al vorens hij vertrekt om de operatie uit te voeren een tijdbesparing die in som mige gevallen van beslissende betekenis kan zijn. Professor John Gillingham, neurochi- rurg van het Western General Hospital in Edinburgh heeft het systeem waar bij apparatuur van Marconi wordt ge bruikt, ontwikkeld. Het nieuwe systeem heeft bewezen dat televisie (over een gesloten circuit) vertragingen bij de diagnose en behandeling kan beperken. Het stelt de arts in staat de klinische verschijnselen van de patiënt volledig te interpreteren en is de enige afdoen de manier om röntgen-, encephalogra- fische en microscopische gegevens zonder tijdverlies over te brengen. gen; de verkiezing van deze leden ge schiedt door de diocesane raden. Om „vergeten groepen" ook een stem in het beraad te geven beschikken de bisschoppen over 15 z.g. restzetels ter aanvulling o.a. van het contingent jongeren en.... (in de praktijk meer malen voorgekomen) de behoudende stromingen. de wereld... een gave en een opgave tegelijk". Het begon allemaal in december 1965 toen de Nederlandse bisschoppen die de slotzitting van het tweede Vati caans concilie te Rome bijwoonden naar „huis" schreven: „Wij overwegen op korte termijn de voorbereiding te beginnen van een provinciaal concilie. Dat is een concilie... voor onze Neder landse kerkprovincie. Daarop zouden in de geest van het Vaticaans Concilie de voornaamste punten van de kerk in ons land moeten worden bespro ken". Na vijf van de zes zittingen van dit concilie mag men gerust de conclusie trekken dat de opzet gelukt is. De hele rooms-katholieke kerk in Nederland is bij dit beraad betrokken geraakt en de bisschoppen hebben voor hun werk meer begrip opgemerkt dan zonder dit concilie net geval geweest zou zijn. Er is een dialoog tussen bisschoppen en kerkleden ontstaan die bepaald niet de mist in mag gaan. Vaak wordt door buitenstaanders gezegd dat het pastoraal concilie een soort schijn-democratie is omdat het toch de bisschoppen zijn die uiteinde lijk beslissingen nemen; „ze hoeven zich van het concilie niets aan te trek ken". Formeel gezien is dit wel juist: het pastoraal concilie heeft geen „wetgevende bevoegdheid" maar in de afgelopen jaren is overduidelijk ge bleken dat het episcopaat uitspraken van het concilie hoogst ernstig neemt en er maximaal rekening mee houdt bij zijn besluiten. In de wandelgangen van Noordwijkerhout zei me een ge zaghebbend r.-k. geestelijke in de ja- nuari-zitting van dit jaar: „Het is bij na onmogelijk geworden dat de bis schoppen beslissingen nemen die te gen uitspraken van Noordwijkerhou' indruisen". Ook wordt vaak de (rraag gesteld oi het pastoraal concilie wel representa tief is voor de Nederlandse kerkpro vincie. Men vraagt zich nl. af of de wat behoudender stromingen in de kerk wel voldoende vertegenwoordigd zijn. Daarop wordt van bevoegde zijde geantwoord dat het (o.a.) de bisdom men zijn die de vertegenwoordigers naar het pastoraal concilie afvaardi Een heel erg belangrijk aspect van het pastoraal concilie is de aanwezig heid van vertegenwoordigers van an dere kerken en geestelijke stromingen. Zij nemen met, de overige conciliele den deel aan het beraad en hebben ook zitting in de commissies die de rapporten samenstellen. Wij hebben het zelfs beleefd dat een van de rap porten door een remonstrantse predi kant namens de commissie werd ver dedigd... Op deze wijze wordt in Noordwijkerhout ook aan de Oecume ne heel duidelijk gestalte gegeven. Het concilie bestaat uit 108 stemge rechtigde leden: acht bisschoppen, vijf leden centrale commissie, zeven tig leden diocesane delegaties, tien le den delegatie religieuzen en vijftien restzetels. Het oudste lid van het con cilie is ditmaal (heel toevallig) kardi naal Alfrink (69) en de jongste leden zijn J. Uitterhoeve en J. van Wijk, beiden 19 jaar. Maandag wordt het rapport over de verkondiging behandeld; dan zal on der meer gesproken worden over de liturgie en de plaats van de preek erin, de katholieke school en de cate chese. Een van de pastorale aanbeve lingen bij dit rapport luidt: „Aange zien het bij de grondvragen rond ver kondiging en catechese niet gaat om zaken die typisch gebonden zijn aan een bepaalde kerk verdient het aan beveling dat in dezen een duidelijk contact tot stand komt met de andere kerken tot een betere uitwisseling, ge zamenlijke studie en aanpak". Een van de samenstellers van het rapport is de secretaris van de Hervormde Raad voor de catechese drs. F. H. Kuiper. Dinsdag wordt een erg belangrijke dag; dan komt het rapport over de Oecumene (waaraan wij al enige aan dacht hebben gewijd) aan de orde. In dit rapport vindt men „blauwdruk voor een oecumenische gemeente". Verder wordt o.m. gesproken over ge meenschappelijke kerkbouw en kerk gebruik, het gemengde huwelijk en de mogelijkheden tot „open communie". Woensdag wordt vóór men de afsluitende discussies houdt over de verhouding tussen Joden en Chris tenen gesproken. "\ok deze zitting kan met spanninj tegemoet gezien worden, temeer omdat het niet onmogelijk is dat toch weer over het celibaatsprobleem ge sproken wordt. Wij herinneren ons dat voorzitter Steenkamp in januari zei dat in de april-zitting mogelijk wat meer gezegd kan worden over de follow-up van de concilie-uitspraak van begin januari over het celibaat. Wellicht zal kardinaal Alfrink hier zondag iets over zeggen. Dr. Billy Graham in volle actie. Zó zal men hem van zon dagavond af ook acht dagen in Europa kunnen zien.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1970 | | pagina 14