Wéér vliegen de
kraanvogels
over Gelderland
Mollen maken het te
bont in Loenen
Boom moet er al zijn
als de mensen komen
Paaspuzzel
Niet lonend
Wateridug
DWERGJE
bij Burgers
m
m
'M
n
A
if
Wa
8
km
SCHAKEN f door H. KRAMER
J,
m
1
i
n
i
tf
p
M
Al
i
f
I
-
n
ir
O
Ét
DAMMEN
door J. M. BOM
BRIDGE door G. J. R. FÖRCH
CRYPTOGRAM
memmmmmmtm
BENKO
Kraanvogels, door onze fotograaf gesnapt boven de grote groe
ne landbouwvlakte langs de weg van Hoenderloo naar Deelen.
Ctaande op de kop van
Deelen kan men het 't
beste gewaar worden, welk
een grote open vlakte, plat en
schier boomloos, zich daar uit
strekt; eerst het areaal van
't Vliegveld en verder de om
sluiting daarvan door de ak
kers en bouwlanden van de
boerderijen langs de zoom.
Al dit groen schenkt rust aan
het oog en wanneer de winter
rogge onder de late sneeuw
komt uitpiepen, is dat ondanks
alle militaire roerigheid in de
buurt, een mooi gezicht. In het
begin stond het prille gewas er
kleumerig en rillerig bij, zag
pimpelpaars van de kou en
boog zich deemoedig op de
felle adem van de wind, die
over de wijde velden kwam
aanjakkeren, zodat de patrijs
jes diep in de scheivoor doken
of achter het schapenhok wat
luwte zochten. Begin sep
tember van '69 werd het zaad
reeds aan de schoot der aarde
toevertrouwd en inderdaad
moet de landman op hoop van
zegen leven, want de lange
herfst- en wintermaanden
staat allerhande tegenslag te
wachten; de tere planten zou
den licht kunnen dood vriezen,
terwijl het gevaar van bloot
stuiven der wortels evenmin
denkbeeldig is. Zomerrogge
heeft betere vooruitzichten
want deze wordt gewoonlijk in
de tweede week van maart ge
zaaid.
Nu staan de akkers en met
een fraai zeegroen dek bij.
Men zou zeggen, dat ze weinig
van de winterse luimen gele
den hebben, noch van het op
zulk een heerlijkheid grage
wild, want dunne plekken zijn
er weinig en hiaten evenmin.
/"Overigens, in dit prachtige
land zijn inmiddels weer
grote kraanvogels, uit hun
winterkwartier in Noord- en
Zuid-Oost-Afrika op weg
naar hun noordelijke vader
land langs de Oostzee, Zwe
den, Finland, Noord-Rusland
enz.
Kennelijk worden zij door
zulk een uitgestrekt en over
zichtelijk gebied geanimeerd
om er een poos te pleisteren,
zoals ze dat ook doen op de
heidecomplexen, de buntgras-
steppen en in het stuifzand,
die we aansluitend met
Deelen in de middensector
van de Hoge Veluwe in schone
variatie aantreffen. Hoog
voorttrekkend gevogelte ziet
zulk een enclave als één ge
heel en de kraan, als typisch
agrarische figuur, zowel als
bewoner van gezichtverre
toendra's en dood-eenzame
moerassen, zal er zich onge
twijfeld toe aangetrokken ge
voelen. We weten dan ook al
lang dat ze er ter onderbre
king van herfst- en voorjaars
trek nu en dan plegen neer
te dalen en ik ben er zelfs ze
ker van, dat dit vaker gebeurt,
dan we weten, want veelal
pleisteren de vogels pas tegen
de avond, brengen de nacht en
de vroege ochtend op de bega
ne bodem door en zijn reeds
tijdig in de morgen weer op de
wieken.
Uen van de ambtenaren van
het Staatsbosbeheer
(Dienstvak Natuurbescher
ming), de heer S. Braaksma,
heeft met medewerking van
de heer M. F. Mörzer Bruyns
van het Rijksinstituut voor
Veldbiologisch onderzoek ten
behoeve van het Natuurbe
houd een genoeglijk rapport
samengesteld over de pleister
plaatsen van kraanvogels en
het heeft mij al dadelijk een
chauvinistisch plezier gedaan,
toen ik op het erbij gepubli
ceerde kaartje zag, dat ons
oude Gelderse gewest (Achter
hoek, Z.O.-Veluwe en de omge
ving van Nijmegen) zulk een
goed figuur slaat.
In beide trekperioden zien
en horen wij de kraanvogels
herhaaldelijk overvliegen in
de bekende V-vorm, maar
als gezegd hen te zien neer
komen of in het veld te zien
staan, behoort eigenlijk tot de
ornithologische waarnemingen
van hoger rang. Op 13 juni
1957 'n zeldzame zomerontmoe-
ting, ver buiten de usantiële
periode, vlogen er twee op van
het Deelense Veld en die
staan, jammer genoeg, niet in
de lijst van Braaksma; ik had
het hem dienen te schrijven.
Men denkt dan aanstonds aan
ontsnapte exemplaren uit een
dierenpark, doch de doelbe
wuste en bezonnen vlucht wij
zen daar niet op.
Als vaste pleisterplaatsen
in de provincie Gelderland
noemt het onderzoek het Na
tionale Park met omgeving
(Planken Wambuis) en het
Broek bij Gendringen, alwaar
in april zelfs eens plm. 300
stuks fouragerend op bouw
en weiland aangetroffen wer
den. Toch zijn er in het Mos-
selse Zand ook wel enige hon
derden Vustende vogels gezien
en dat is natuurlijk een bui
tengewoon boeiende observa
tie, al kan ik met 100 bij de
Deelense Was (okt. '53) ook
dubbel en dwars tevreden zijn.
Overigens zijn er tal van
waarnemingen die een meer
incidenteel karakter dragen,
zoals een paar honderd bij
Gerritsfles, Kootwijk, 35 jaar
geleden.
Al met al 'vertel ik weinig
nieuws, want in het boek
van prof. H. Schlegel „De Vo
gels van Nederland", dat in
1878 verscheen staan op een
der z.g. taferelen reeds kranen
in de hei afgebeeld; hij
schreef dat ze jaarlijks rus
tende konden worden aange
troffen in de grote heidevel
den van Gelderland en
Noord-Brabant, welke opvat
ting door latere auteurs wordt
bevestigd. Veel vroeger moet
de soort in ons land hebben
gebroed, ja er bestaat zelfs
'n plakaat A° 1542 waarbij het
zoeken van de eieren werd
verboden. Aangenomen mag
worden, dat ze althans in
Friesland inheems waren en
dat een der broedplaatsen zich
bevond bij het dorp Boornber-
gum in het gebied der Kraan-
landen, anderzijds waren ze
als zomervogels in de 16e en
de eerste helft der 17e eeuw
ook in Holland bekend. Een
kroniek van 1635 schrijft er
van:
„Plachten sich oock hier te
lande t'onthouden, gelyck oock
de trapgans, inde wilde vee-
nen; sedert de veenen soo ge-
populeert syn en blyven daer
geene meer, maer comen by
wylen. En als hy in dese lan
den uyt 't Oosten overcomt,
soo is hy een voorbode van
groote koude, 't Is gantsch
geen schadelvck vogel en een
seer goet eeten".
Toen reeds merkte men dus.
dat ontginning, ontwatering en
bevolkingsaanwas de voorna
me figuren der wildernis ver
dreven.
De schrijver, Cornelis Jacobsz
van Heenvliet die substituyt
houtvester van de Graeffelic-
heyt was, vermeldt iets soort
gelijks van de wilde zwijnen.
De laatste honderd jaar is de
kraanvogel, vooral door inten
sieve wijziging van de bodem,
sterk in aantal ingekrompen;
stellig zijn er thans geen 411
broedplaatsen meer in Duits
land aan te wijzen, hetgeen in
de 19e eeuw nog wel kon. En
geland, Denemarken, Oosten
rijk, Hongarije en Nederland,
waar de soort eertijds huisde,
kunnen helaas alle geschrapt
worden als broedgebied. Om
streeks 1470 werden op één
feestmaal van koning Edward
IV niet minder dan 204 kranen
opgediend, die echter mogelijk
ten dele speciaal voor de con
sumptie of voor de valken
jacht waren gefokt; anderhal
ve eeuw nadien bleek de vogel
echter in Groot-Brittannië te
zijn uitgestorven.
r* eheel West-Europa moet
het vrijwel met passan
ten doen en ook deze zijn be
langwekkend, genoeg. Dat hij
indertijd min of meer tot de
„gewone" verschijningen be
hoorde, bewijzen o.m. de
volksnamen, het bekende ge
dicht van Staring, het oude
kinderversje „Kroene kranen,
witte zwanen, wie zal er mee
naar Engeland varen" zowel
als aanhalingen bij Homerus,
Plinius, Juvenalis, Martialis,
Aristoteles, maar ook bij
Shakespeare en vader Cats,
de boeken door Blaauw, Bengt
Berg en Hoffmann etc., doch
vooral de vele aardrijkskundi
ge namen en veldnamen, die
op deze vogel slaan, het meest
in de Gelderse Achterhoek en
Twente, waar het landvolk op
mooie oktoberweken nog al
toos spreekt van een kranen-
zomer.
A. B. Wigman.
W/at was dat voor een klacht
deze week in de vergade
ring van de Gelderse Maat
schappij van Landbouw in
Loenen? Mollen! En dan niet
die gezellig pijprokende Mom-
fertjes van vlak voor kinder
bedtijd, maar doortastende
wroeters, die de landerijen in
Loenen en omgeving overhoop
halen. Veel te veel zijn het er,
aldus voorzitter S. A. Verheul,
die eraan toevoegde dat er bij
na geen beroepsmollenvangers
meer te krijgen zijn.
Naderhand in zijn eigen be
drijf aan de Klarenbeekse-
weg, zegt hij ervan: „We kun
nen 't lang en breed over mol-
lenvangers hebben en of ze
nou al dan niet te krijgen zijn,
de boer moet er zelf ook iets
aandoen. De buurman van die
boer ook natuurijk, anders kun
kun je wel aan de gang blij
ven. Zoveel werk is het ook
niet". Aldusde heer Verheul,
die in veertig jaar boerenbe
drijf zelf minstens duizend
mollen heeft gevangen op ei
gen terrein.
"Vroeger was het allemaal
niet zo'n kunst. Vroeg of
laat kwam er altijd wel zo'n
Friese mollenbanger langs met
zijn stabyhond. Baas en hond
wisten precies waar het poeze
lig gedierte zich in de aarde
schuilhield. Een wip met de
schop, hup, daar gingen ze.
Ook werkten die vangers met
klemmen en met vergif.
Nu is het beroepsmollenvan-
gen niet meer lonend. Sommi
gen doen het er nog wel bij,
bijvoorbeeld voor vijf gulden
per hectare dan moest de
boer wel alle hectare laten
doen en niet alleen het stukje
waar de meeste mollen zitten
maar van grootscheepse ac
ties is geen sprake meer. De
mollen weten dat te waarde
ren: ze planten zich enthou
siast voort en bouwen overal
hun burchten en hun gangen.
Dat is bijzonder lastig, want
het opgebolde zand komt met
stenen en al in de landbouw
machines terecht, die er heel
wat gebroken messen door op
lopen. Ook het ingekuilde ge
was bevat veel zand. Als te
genprestatie vreet de mol wel
wat insecten op, maar voor de
boer kan hij daarmee de kost
echt niet verdienen.
Domen planten in nieuwe
woonwijken is op zichzelf
al nodig, maar het is niet on
redelijk verder te gaan. Men
kan dan eisen, dat de bomen
hun functie voor de milieuhy
giëne al vervullen op het mo
ment waarop de huizen wor-
den bewoond. Dus niet wat
magere stekjes, die later wel
eens bomen zullen worden:
volwassen bomen moeten het
zijn.
Dit zei drs. J. Poot, direc
teur van Eurowoningen NV,
toen hij dezer dagen de eer
ste inderdaad volwassen
boom plantte in het nieu
we woongebied Euro Park
stad Leusden. Drs. Poot
noemde de vuilabsorberende
en filtrerende werking van
bomen „meer dan ooit een
onmisbaar wapen in de
strijd tegen de luchtveront
reiniging"Dat zal ook wel,
want een hectare lindebomen
houdt per seizoen 42.000 kg
stof en roet vast. Daarnaast
hebben bomen en groen een
toenemende betekenis in
woon-psychologische zin.
Het gemeentebestuur van
Leusden gaf Eurowoningen
NV indertijd de volkomen
vrije opdracht voor de con
ceptie van deze woonwijk.
Hierdoor ontstond de moge
lijkheid een visie op het wo
nen van de toekomst te reali
seren zonder de remmingen
van een tevoren gedicteerd
stedebouwkundig plan. Stede-
bouwkundige, architect en
landschapskundige konden
als één team dit project ont
werpen, waarvoor grote be
langstelling bestaat.
En zo zal Euro Parksfad
Leusden (elfhonderd drive-in
woningen in gebogen platte
gronden) direct bij het begin
van de bewoning in 1971 al
over voldoende groen en vol
wassen bomen beschikken.
De zorg voor het verdere on
derhoud wordt dan overge
dragen aan coöperaties uit
de bewoners zelf, die even
eens de drie zwembaden, de
tennisbanen, de speelvijvers
en de eilanden in het woon
plan zullen beheren.
Het is allemaal nieuw, zei
drs. Poot op die boomplant-
dag van bijzondere allure.
Misschien hoeft het niet
nieuw, althans niet ongewoon
te blijven als andere verant
woordelijke bouwers zich ook
open stellen voor deze groot
se visie op het groen.
TTelf doen, zegt de heer
Verheul. Maar dat moet
je goed weten hoe. Met een
schop uit de grond wippen, dat
blijft de grootste kunst. Een
mol is namelijk watervlug. Als
je hem op een haar na mist, is
hij nergens meer, althans niet
voor de jager. Vergif onder
gronds aangebracht, doet wel
iets, maar wat het precies doet,
is op geen stukken na te con
troleren. Klemmen dan? Er
zijn heel eenvoudige en goede
klemmen te krijgen, die in de
gangen worden gezet. De mol
loopt er in (of kruipt er onder
door als hij handig is) en is op
slag dood. Hier niet het ge
martel zoals we dat in de
wildklemmen zien, die een
poot of een ander lichaams
deel gevangen houden, de
mollenklem slaat dicht op de
borstkas en daar kan een mol
niets hebben.
Zo moeten de boeren in de
streek toch eens proberen, sa
men van die mollenplaag af te
komen, aldus de heer Verheul.
Er kunnen dan donkere tij
den aanbreken voor de mol,
maar och, van nature is hij
toch niet veel zon en licht ge
wend.
In het geboorteboek van
het Burgers' Dierenpark
in Arnhem is kortgeleden een
feit genoteerd, waarop men
nogal trots is: de geboorte van
een dwergnijlpaard. Er zijn
niet zoveel van deze dieren die
in gevangenschap leven en dat
ze in dierenparken tot voort
planting overgaan, is helemaal
zeldzaam. Bij burgers heeft
het 7 jaar geduurd voordat er
weer een jong ter wereld
kwam, waarvan vrijwel met
zekerheid kan worden gezegd
dat het in leven blijft.
Twee jaar geleden, toen de
moeder ook een „dwergje"
baarde, was van die zekerheid
geen sprake. Overigens wist
men praktisch tevoren al wat
zou kunnen gebeuren, want een
ervaringsfeit is, dat het eerste
jong van een dwergnijlpaard
vrijwel geen kans heeft in le
ven te blijven.
Dwergnijlpaarden ze
worden nog geen meter hoog
leven in West-Afrika. Hun
leefwijze komt overeen met
die van een wild varken. Ze
zijn dan ook meer op het land
dan in het water te vinden.
Dit in tegenstelling tot een ge
woon nijlpaard. De „dwergjes"
worden ook op het land gebo
ren en pas enkele dagen daar
na gaat de moeder met de
baby die ongeveer vijf tot
zeven kilo zwaar is het wa
ter in.
De uitslag van onze
Paaspuzzel luidt:
Knollenragout met (js
toe!
te Mt kort getedan te Malaga
gehouden toernooi deelden de
Amerikaan Benkö en de Zuid-
slaviB* Kurajica de belde hoogsfe
plaatsen. De hieronder besproken
partij werd'in dit toernooi ge
speeld.
Wit: Huguet Zwart: BenkÖt (Ma
laga 19704
Siciliaanse verdediging.
1. e2—e4, c7-c5 2. Pgl-f3, d7-d6
3. d2-d4, c5 Xd4 4. Pf3xd4, Pg8-f6
5. Pbl-c3, Pb8-c6 6. Lcl-g5,
Lc8-d7 (Indertijd door Samisch
aanbevolen en in de laatste jaren
af en toe gespeeld door A ver bach
en Larsen. De theorie geeft 7.
Lxf6, gxf6 8. Pf5 als goed aan,
maar ook de dopr wit gespeelde
voortzetting lijkt niet slecht).
7. Lfl-c4, Dd8-a5 8. Lg5xf6,
g7xf6 9. Lc4-b3, Lf8-g7 (Op 9.
e6 is 10. Pdb5! vrijwel beslissend).
10. 0-0, 0-0 11. Pc3-d5 (Wit
neemt het initiatief: er -dreigt 12.
Pxc6 benevens 13. Pxe7f).ll
Ta8-e8 12. c2-c3, Pc6xd4 13.
c3 x d4, fö-f 514. e4 x f5, Ld7 X f 515.
Ddl-h5. (Lijkt bijzonder sterk
omdat de aangevallen zwarte lo
per zijn plaats niet mag verlaten
met het oog op 16, Pxe7f met da
mewinst).
15. 16. g2-g4 (Wie a
zegt moet ook b zeggen. Na 16.
P;e3,.b6 17. Pxf5, Dxf5 18. DXf5,
exf5 staat zwart heel goed). 16-..,
Da5—d2! 17. g4*f5, e6xd5 18. Tal-
-dl, Dd2-e2! (Actieve verdedi
ging).
19. Dh5-g5 (Nog altijd lijkt het
alsof wit de lakens uitdeelt. Er
dreigt 20. f6). 19Kg8-h8! (Een
zet die tegelijkertijd verdedigt en
aanvalt: op 20. f6 volgt namelijk
20, Tg8 en nu kost 2L fxg7|,
Txg7 de dame!)
20. Tdl-d2(?) (Het beste was di
rect 20. Khl, b.v. 20Df3f 21.
Dg2, D X f5 22. D X d5, of 20Tg8
21. Lxd5!, Lxd4 22. Dd2. Vooral
niet 20Tg8 21. Df4? wegens 21.
Lh6! 22. Dxh6, Df3t en m§Lt).
.20... De2-b5! (Dekt d5 en houdt
de druk op f 1 vast zodat wit nog
j;een tijd heeft voor 21. Khl).
21. Tfl-dl,'Tf8-g8 22. Kgl-hl,
Lg7xd4 23. Dg5-h5, Db5-b4! (Het
is nu wel duidelijk dat de bordjes
zijn verhangen: het is zwart die
de aanval in handen heeft. Er
dreigt «iet meer of minder dan 24.
Dxd2! en 24. Txd4 gaat niet
wegens 24.Telt of zelfs 24
Delf en mat)
24. Dh5xf7 (Om 24. Dxd2
r
HUGUET
met 25. D x g8fl te beantwoorden.)
24Ld4-c3! (De loper is despe
rado gezien de dreiging 25.
De4| en mat.) 25. Lb3 x d5, Lc3 x d2
26. Df7-f6t, Tg8-g7 27; Tdl-gl
De opgave: hoe won zwart de
partij vanuit de diagramstelling?
OPLOSSING
Wit (Kavalek): Kd3, Pf5, pion
nen a2, b5, c5, d5, e4, g4; h5.
Zwart (Janosevic): Kf7, Lg7,
pionnen a3, b6, c7, d6, f4, g5 en h6.
Op 37b6xc5 volgt 38.
Pf5Xg7. Kf7xg7 39. e4-e5, d6xe5
40. d5—d6, c7xd6 41. b5-b6 en
wint. Niet goed is 38. b6, cXb6 39.
Pxd6t,Kf6enz.
Met beide handen heelt de jon
ge Frank Drost na zijn falen in de
voorronde de kans aangegrepen
zich te rehabiliteren. Hij is door
het bestuur van de KNDB aange
wezen als plaatsvervanger voor
Pieter Bergsma, die door een ope
ratie werd verhinderd deel te ne
men aan de eindstrijd om het per
soonlijk kampioenschap van Ne
derland.
Hieronder de fraaie partij uit
de eerste ronde:
Wit: J. Craane; zwart F. Drost;
Utrecht 21 maart 1970.
1.32-28 18-23; 2.33-29 23x32; 3.
37x 28 20-25; Een der meest mili
tante voortzettingen in deze reeds
zeer oude opening.
4. 41-37 17-21; 5. 39-33 15-20; 6.
44-39 19-24; De „onvoltooide hek
stelling". Een voor beide partijen
uiterst moeilijk te behandelen
spelsoort. 7.37-32 Zoekt het in een
krachtig opgesteld centrum, maar
oi. is de uitputtingsactie 31-26
enz. sterker.
7.21-26; 8. 42-37 14-19; 8.
50-44 16-21; 10. 29-231? Deze
vroege doorstoot staat als uiterst
'riskant bekend en ook hier blij
ven de moeilijkheden niet uit. 10.
10-14; 11. 34-29 11-16; 12.
40-34 5-10; 13. 47-42 7-11; 14.
31-27 12-17; 15. 27-22 Wit speelt
uitermate consequent!
15.8-12; 16. 44-40 Zwart
staat voor een zeer moeilijke be
slissing. Schijnbaar is (13-18)
22x13 (9x18) vrijwel winnend,
maar in de partij is dit moeilijk te
berekenen. Na 49-44 (18-22) 34-30
(25 x 34) 39 x 30 is het spel onbere
kenbaar!
Zwart kiest het meer overzich
telijke: 16.12-18; 17. 23X12
17x8; 18. 29-23 Onder het motto:
„de aanhouder wint" 18.
11-17; 19.22X116X17; 20.37-31?
Wil (17-22) beletten, maar
krijgt nu andere moeilijkheden:
20.26 X 37; 21. 42x31 21-26!
22. 49-44 26X 37; 23. 32x 41 10-15;
24. 34-30 25X34; 25. 40x 29 17-22;
26. 28X17 19 X 28; 27. 33X22 24X42;
28.48X 371-6?
De indirecte aanval tegen de
witte voorposten door (14-19) ge
volgd door (19-23) en daarna
(13-18) lijkt onweerlegbaar.
Nu kan wit tegenspel krijgen:
29.37-3213-18; 30.22x 13 9x18; 31.
36-31 2-7; 32. 39-33 14-19; 33.
41-36? Zwak; Veel beter is 41-37
gevolgd door 46-41! 33.4-9;
34. 43-38 9-13; 35. 32-27 (zie dia
gram).
Lijkt de aanval op de voorpost
afgestopt te hebben, echter zwart
verlegt zijn actie: 35.7-11!
36. 27-22 Gedwongen; 38-32
(11X22) 32-28 faalt op (19-24)'
28 x 17 (24-30) schijfwinst
36.18 X 27; 37. 31x22 8-12!
38. 17 x 8 3x12; Plotseling bevindt
zich het stuk op 22 in groot ge
vaar! 39.46-41
Hoe forceerde zwart de winst
van een stuk en daarmee van de
partij?
OPLOSSING
Wit: W. v. d. Sluis: 24, 27, 28, 32,
33,37,38,39,40,42 (10 st.)
Zwart: P. Bergsma 2,4,8,13,14,
15,16,21,25,26 (10 st)
Verrassend volgde de afwach
tende zet: 4-10!! Belet nog steeds
(28-23) door (26-31) 37x17 (13-19)
met winnende dam. Op 27-22 of
28-22 volgt direct (13-18) met
stukwinst. Gedwongen volgde
dus: 83-29, maar hierop speelde
zwart: (26-31!) 37 X17 (8-'12) 17 X19
(14x45). In de partij werd nog ge
speeld: 24^-19 (10-14) 19x 10 (15X4)
27-22 (25-30!) 28-23 (16-21) 32-28
(21-27) 22 X 31 (45-50) gewonnen.
In het probleem van vorige
week moest u na het bied verloop:
noord óóst zuid west
1 SA pas
3 SA pas pas pas
3 SA spelen met de volgende spel
len:
noord xuid
SCHV75 ACHAB9
HA V 8 HAA43
RU HB 1032 RUA5
KL 7 63 KL H B10 5 4
West kwam uit met schoppen 5.
Na deze uitkomst hebt u al 5
vaste slagen, nl. 2 schoppenslagen,
2 ruitenslagen en 1 hartenslag. Er
zullen dus nog 4 slagen ontwik
keld moeten worden. In eerste in
stantie komen zowel de ruiten-
kleur als de klaverkleur als sla
genleverancier in aanmerking. De
ruitenkleur kan 3 extra slagen
gaan opleveren, als west vrouw
derde heeft, een kans die met 6
ontbrekende kaarten in die kleur
niet erg groot genoemd mag wor
den.
Als een manoeuvre ip ruiten
met succes bekroond zou Worden,
dan moet er nog 1 slag ergens an
ders vandaan gehaald worden,
maar voor deze ene slag zou har
ten vrouw misschien kunnen zor
gen of anders wellicht klaver
heer. De klaverkleur kan 4 extra
slagen gaan opleveren, als oost
hetzij vrouw derde hetzij vrouw
tweede in die kleur heeft.
De kans hierop is aanzienlijk
groter dan de kans die de ruiten-
kleur biedt, terwijl bovendien bij
het slagen van een manoeuvre in
klaver niet nog eens een extra
slag ergens anders opgescharreld
hoeft te worden. U begint dus met
te besluiten uw heil ih het ont
wikkelen van de klaverkleur te
zoeken. Maar om de klavers kans
rijk te kunnen aanvallen, zult u
tweemaal op tafel moeten komen
om tweemaal op de vrouw te kun
nen snibden. Eén entree naar tafel
ligt duidelijk voor het grijpen,
ruiten heer, maar wat de andere
entrée zou moeten worden, is niet
zo evident.
Üe beste kans is schoppen
vrouw en een zeer goede kans
ook, want wests uitkomst maakt
het wel bijna zeker dat hij schop
pen heer heeft. U begint dus di
rect de eerste slag al met het in
leggen van schoppen vrouw en
met succes. Nu speelt u een kla
vertje en legt in de hand de boer,
die houdt Vervolgens speelt u
ruiten aas en steekt over naar rui
ten heer. Misschien vindt u het
niet verstandig eerst het aas te
spelen voordat u naar. de heer
oversteekt, maar op deze manier
neemt u de kans mee dat ruiten
vrouw wil vallen, waarna alle
verdere zorgen van de baan zou
den zijn.
Ruiten vrouw staat echter sterk
in haar schoenen en wenst niet te
vallen. U speelt weer klaver van
tafel en legt in de hafid de 10, die
door west met het aas wordt ge
nomen. West speelt harten boer
na, u legt op tafel de vrouw, oost
de heer en u neemt het aas. U
draait de klavers af, incasseert
schoppen aas en gunt de tegen»'
partij het genoegen de laatste 3
slagen te maken. Het hele spel
SCHV75
HAV8
RUHB1032
KL763
SCH H 643.2
HA B10 9 2
RU 8 6
KL A 2
SCH 10 8
HAH765
RUV974
KLV98
SCHAB9
HAA43
RU A 5
KLHB1054
U ziet dat u uw geld terecht niet
op de ruitenkleur gezet hebt,
want dan had u geen enkel uit
zicht óp succes gehad. Zoals het
spel nu liep, had u in het eindspel
nog 'een overslag kunnen maken
door schoppen aas niet meteen te
pakken, maar in plaats daarvan
harten na te spelen. Dan had west
uiteindelijk van zijn schoppen
heer af moeten spelen, maar deze
manoeuvre zou het contract bij
ander zitsel misschien in gevaar
gebracht hebben.
Het nieuwe probleem is wat
moeilijker, het stamt ook. uit de
finale van het Martini paren-
toernooi. U bent ditmaal oost en
terwijl iedereen kwetsbaar is,
geef t zuid u dit spel
SCH V B
HAAH943
RU 2
KLH7642
Het biedverloop gaat:
noord oost zuid west
pas pas
ISA 2HA doublet redoublet
pas 3 KL pas pas
doublet pas pas pas
U hebt in eerste instantie al
spijt van uw kwetsbare 2 HA bod,
maar als partner
SCH 10972
HA 2
BUB753
KLVB105
op tafel legt, trekt uw spijt weg,
want de vooruitzichten zijn nu
toch écht niet slecht. Partners
s.o.s.-redoublet had een beetje het
karakter van een wanhoopsdaad,
maar het feit dat u nog een vijf-
kaart klaver in 'reserve had,
maakte deze wanhoopsdaad tot
een schot in de roos.
Zuid komt uit met klaver 9. .U
legt op tafel de 10 en die houdt.
Hoe gaat u dit spel nu verder spe
len?
HORIZONTAAL:
1. De kleuren van een kip (9)
6. In veredelen zit muziek (5)
8. Theodora heeft deze boeken bij
zich (9)
9. Onderpand met vaste overtuiging
(9)
1L Deze jurist schijnt netter dan een
advocaat te zijn (9)
12. Van zulk een onderwerp kan men
wel wat leren (5)
14. Deze jongen laat zich horen (4)
15. Heel normale (9)
19. Voorbereid (9)
22. Een rank meisje (4)
24. Inviteren uit kommer (6)
26. Zij maakt de lijn minder strak (9)
28. Zij zoeken naar de samenstellende
delen (9)
29. Modern gastenhui%(5)
30. Inhoudsloos (5)
31. "Wie zo is, mist ervaring (9)
VERTICAAL:
1. Dit dier komt altijd pas na het
feest (5)
2. Dan moet menige pa mee de stad
in (9)
3. Dit is nog niet zo heel lang geleden
(6)
4. Terugblikkend (7)
5. Verbaasd, dat het gemaakt to (8)
6. Gene zij in Brabant (5)
7. Ad kan het nog zo groot zijn, het
vormt nooit een geheel (3)
10. Antiroyaal (5)
13. Wie zo is, past wel op gijn tellen (5)
14. In dit vertrek komt het op een
stoel aan (9)
16. Vreemd hevig (3)
17. Wie deze krijgt raakt zijn geld
kwijt (9)
18. Men vindt haar vaak aan de kust
(8)
20. Het belangrijkste voorop (5)
21. Prikkelbaar (7)
23. De dampen in jagen (0)
25. Wie hem verliest is de kluts kwijt
(3)
27. Zij Ugt altijd langs de dijk (5)
OPLOSSING
HORIZONTAAL:
L vlet, 5. klipper, 11. boot, 15. reU, 17. An-
VERTICAAL:
1. vree, Z
3. Eemdlik, 4. ten, 6. la, 1
sen, 18. raspa, 19. Eemnes. 21. kan. 22. resten, .ink, psalmist, 9. pen. 10. en. 11. bas. 1Z Os-
23. end. 24. kom, 26 ham. 27. ark, 28. sijs, 30. teHMMM
ootmoed, 31. ara, 33. kaar». 35. sepia, 38. os,
40. lut, 41. Ase, 43. nar, 44. ba, 45. los. 47. al
ten, 49. sol, 50. voorbode, 51. raffelen, 52. arm,
53. eerst. 55. Ato, 58. st. 57. pro, 59. rut, 60. bei,
.62. e.o, 63. tegen, 65. netel, 67. tot. 68. vaandei,
69. rob. 71. Jol, 72. nep, 73. een. 75. Gre, 77. on
weer, 79. ere, 81. tengel, 83. Niers, 84. ovens,
8& Leeds, 88. flanken, 89. krat.
tara. 13. opera, 14. tank, 16. Lek, 18. rem. 80.
soort, 22. raden, 25. mos, 28. hes. 29. sak. 31
air, 3Z rolvast, 34. Aalb urg. 36. pamflet, 37
walnoot, 38. poort, 41. aleer, 4Z eerst, 44. b oe-
te, 46. som. 47. ade, 48. nat, 49. sla. 54. ruine
ren. 57. pet, 38. oever. 60. belet, 61. Ier, 61 tol
weg, 64. nap. «5. 'nee, 66. logger. 67. Tonia, 70
Breda. 71.. ong, 72. Nes. 74. Nel. 76. Eist, 70
ere, 79. Evi «ik. 82. nek. 81 ol. 85. S.E.
HNHMMMHMi