Eerste standaardwerk van onze Militaire Luchtvaart op komst «HÜ psgffisa BB V mm® ZATERDAG 11 APRIL 1200 BLADZIJDEN OVER 9 DAGEN V y De vier belangrijkste toestellenwaarmee de Nederlandse militaire luchtvaart in de meidagen van '40 op de vijand af moest. Van links naar rechts: de uiterst wendbare jager D-21 van Fokker, de Fokker C-JO verkenner met in de achterbakde schuttersplaats, de dubbelstaart G-l van Fokker met in de koepel achterin de boordschutter en tenslotte de vierde Fokkerde T-5 bommenwerper. Zij vochten in de meidagen in de verhouding drie tegen twintig, maar de vliegers, verkenners en schutters deden dat tot er uiteindelijk geen toestellen meer over waren Als hoog boven de Veuwe een straaljager zijn witte strepen achter de jets tegen de blauwe hemel loslaat, kijkt hij de jongens van de Koninklijke Luchtmacht altijd even na. Er kriebelt iets in zijn bloed. Het is' wellicht de herinnering aan zijn ei gen actieve dienst en aan zijn oude vrienden uit de pionierstijd van de Nederlandse luchtvaart. De kolonel b.d. F. J. Molenaar is nèt terug uit het ziekenhuis. Voor de zo veelste maal hebben chirurgen het mes gezet in deze vitale luchtmacht man, die dezer dagen na veel lichame lijk lijden een geweldige opkikker moet hebben gekregen, toen hem werd medegedeeld dat zijn boek zal worden uitgegeven. Ja 't is met recht z ij n boek, het eerste standaardwerk over de Nederlandse militaire luchtvaart een pil van twaalfhonderd bladzijden, waarmee hij in 1954 begon en dat hij twee jaar geleden voltooide. Op zijn gegroefde gezicht moet weer die glans gekomen zijn van weleer, toen hij middenin de luchtvaart stond als een van de eersten in het fameuze wapen, waarvan dr. L. de Jong in zijn derde deel van „Het Koninkrijk der Nederlanden in 'de tweede wereldoor log" de verdiensten speciaal onder streept en zegt: „Van geen wapen van de Nederlandse strijdmacht verkeer den de leden bij hun operaties tegen de Duitsers in een positie van zo drukkende materiële inferioriteit en ■ls gevolg daarvan, van zo acuut le vensgevaar. De Nederlandse militaire vliegers hebben zich evenwel ingezet tot er nagenoeg geen toestel meer over was waarmee zij konden opstij gen". J^olonel Molenaar, nu b.d. in de hoge flat aan de Henri Dunantlaan in Apeldoorn, geschiedschrijver van die Militaire Luchtvaart, en als zodanig een van de belangrijkste bronnen voor dr. de Jong, zegt het met een gevoel van grote trots als hij dr. de Jongs conclusie nog even heel gewoon „ver taalt": „...wat een kerels, prachtige mensen en goede vliegers; verdomd goed..." Toen dat handjevol Nederlandse vliegers na de laffe Duitse inval op 10 mei 1940 de lucht inging, was de verhouding in de lucht twintig Duit sers tegen drie Nederlanders. En dan te bedenken dat die drie dan vaak nog in kistjes zaten, die op geen stukken na kwalitatief zo goed waren als de snelle Duitse jagers en duikbommen- Kolonel Molenaar schreef over luchtoorlog van mei 1940 Kolonel Molenaar, in ac tieve dienst. werpers. „Ja, inderdaad, ze konden het niet, maar anders hadden ze tot de laatste man gevochten. Maar er waren geen vliegtuigen meer." 1 Aver deze mannen gaat het boek van kolonel Molenaar, dat te zijner tijd van de persen komt van de Staatsdrukkerij in Den Haag. Twaalf honderd bladzijden over de hele Ne derlandse militaire luchtverdediging tot nu toe „Nee," zegt de geschiedschrijver. ..Alleen over de meidagen van 1940 dat zijn negen gevechtsdagen, want na de capitulatie op 14 mei werd tot 19 mei op Zeeland nog doorgevochten". Negen dagen in 1200 bladzijden. Mogelijk dat deze korte, maar hevi ge periode uit de geschiedenis van de Nederlandse militaire luchtvaart de aanleiding is ook de draad eens op te nemen bij het allereerste begin bij het ontstaan van de militaire luchtvaart. Dat was op 1 juli 1913. Nederland zet te toen zijn luchtverdediging op met Franse toestellen, de Farmans 1- motorige verkenners. In die tijd kon men nog. geen luchtoorlog geen ja gers en bommenwerpers. Daar was eerst sprake van in de eerste wereld oorlog, toen men de vliegers een pi stool en geweer meegaf om eventueel bij een ontmoeting in de lucht op el kaar te kunnen schieten... 1^ oionel Molenaar werd dus in 1954 belast met de geschiedschrijving van wat toen nog heette: de militaire luchtvaart, een onderdeel van de Ko ninklijke Landmacht. Het werd een geweldig karwei, niet het minst omdat alle archieven in opdracht van de bevelhebber in de meidagen, generaal Winkelman, wa ren vernietigd. Later had de legerlei ding spijt van deze opdracht en moes ten alle commandanten weer aan de slag voor verschillende reconstructies. Kolonel Molenaar stond voor een geweldig ingewikkelde legpuzzel. Ja ren heeft hij zich moeten bezig hou den met tientallen interviews en uit voerige correspondenties met officie ren en manschappen van alle onder delen die bij de korte luchtslag boven Nederland betrokken waren. Uit res tanten bouwde hij het lange verhaal op het verhaal dat niet geromanti seerd mocht zijn, maar een stuk dege lijke geschiedschrijving moest worden. Niet alleen dus interviewen en corres ponderen, maar telkens ook weer ver ifiëren, „want", zegt kolonel, „het ligt in de menselijke aard alleen de pretti ge en mooie dingen te onthouden en al het andere te vergeten". Hij reisde veel in Duitsland en En geland dook in de memoires van vrienden en vroegere vijanden, vooral van de Duitse luchtmachtbevelheb bers. Door deze laatste studies kwam hij onder meer tot de conclusie, dat dat handjevol Nederlandse jongens aan de luchtdoelbatterijen en in de nauwelijks meer dan honderd Neder landse vliegtuigen de Duitse lucht macht zulke enorme klappen had toe gebracht, dat de befaamde „Deutsche Luftwaffe" de kortstondige luchtslag boven Nederland nog jarenlang heeft voelen nadreunen. Het is zelfs de vraag, of de Duitsers die onverwachte tegenslag (zij verloren tenminste een derde van alle vluiegtuigen die zij boven Nederland hadden ingezet en zeker meer dan de helft van alle transporttoestellen) ooit te boven zijn gekomen. TAe heer Molenaar vertelt in zijn boek, dat de Luftwaffe bij het begin van de meidagen van '40 over 5142 vliegtuigen beschikte en dat daarvan 3824 gevechtsgereed waren. Hij rekent met die cijfers in één slag af met de fantastische verhalen over de enorme luchtvloten van de Duit sers die uit duizenden en nog eens duizenden vliegtuigen zouden hebben bestaan en waarvan de vliegers zou den behoren tot de elite-vliegers, de mannen die zoals de Duitse propa ganda ons in de oorlog trachtte wijs te maken op hun toestellen vrijwel eindeloos neergeschoten vijandelijke kisten konden bij-turven. In werkelijkheid bestond slechts een deel van de vliegers die boven Neder land werden ingezet, uit geoefende militairen; de rest kwam zó van de vliegschool of bestond uit instructeurs van de vliegscholen. Men kan er lang en breed over filo soferen wat de luchtslag boven Ne derland heeft betekend voor het ver dere verloop van de oorlog. Niet on waarschijnlijk is het, dat het Duitse „Wir fahren gegen England..." na de campagne tegen Nederland en later tegen België en Frankrijk op losse schroeven is komer. te staan, vooral omdat de Duitse verliezen aan trans porttoestellen zo groot was. Liet is beslist niet één groot jubel- verhaal die twaalfhonderd bladzijden van kolonel Molenaar. „Er zijn ernstige fouten gemaakt," zegt hij. „Er waren vele misverstanden. Qns materiaal was in doorsnee lang niet zo goed als van de Duitsers, maar al die verhalen over sabotagedaden (suiker in de vliegtuigbenzine, enz.) zijn fabeltjes." De fouten en misverstanden vor men de zwarte bladzijden uit het boek dat zal verschijnen. De geweldige in- De kolonel buiten-dienst, die twee jaar geleden zijn 1200 bladzijden tellende stan daardwerk over de Nederland se militaire luchtvaart in de meidagen van '40 voltooide. zet van de Nederlandse vliegers er. het grondpersoneel en van de mannen achter het luchtdoelgeschut is niet on vermeld gebleven. Dr. de Jong heeft er in zijn laatste boek al enkele voor beelden van gegeven. Dit is er één: Op 10 mei. 's morgens om vier uur steeg de reserve tweede luitenant waarnemer B. Swagerman, een van kolonel Molenaars leerlingen, met een T-5-bommenwerper van Schiphol op. Maar omdat er op dat moment geen doelen waren te bombarderen, zette hij zijn toestel als jager in Om te trachten met de mitrailleurs en de 2 cm-kanonnen de Duitse indringers neer te schieten. Swagerman keerde, na een succes volle vlucht, waarbij hij samen met zeven andere bommenwerpers zonder eigen verliezen vijf Duitse toestellen neerschoot, terug op zijn basis. Om zeven uur startte hij zijn T-5 opnieuw om het door de Duitsers inmiddels be zette vliegveld Ockenburg te bombar deren. Swagerman werd neergescho ten en kon zich als enige van de vijf bemanningsleden met een parachute redden. Hij viel vijfhonderd meter buiten de kust, ontdeed zich daar van zijn parachute, leren jas en vliegers laarzen, bereikte het strand en keerde tenslotte op Schiphol terug. In West-Nederland hadden de Duit sers al op vele plaatsen vaste voet. De strijd was hevig, maar vrijwel hope loos. De Nederlandse militaire Lucht vaart had nog één van de negen gevechtsklare bommenwerpers over. Op 13 mei 1940 nam Swagerman in dat ene toestel plaats. Onder bescher ming van twee G-l-jagers kreeg hij de opdracht de Moerdijkbrug aan te vallen met 2 mijnbommen. Hij wist de brug te bereiken, maar zijn eerste bom miste, zijn tweede bom kwam vlak naast een brugpeiler terecht, maar ontplofte niet. Toen stortte een groep snelle Messerschmitts zich op het Nederlandse drietaL Met nog een G-l werd de T-5 van Swagerman neergeschoten. Alle bemanningsleden kwamen om het leven. Het wapen van de militaire luchtvaart was zijn laat ste bommenwerper kwijt... Zó is het de vier dagen boven Ne derland gegaan tot het laatste vliegtuig! Hoe groot de inzet ook was, hoe verbeten de vliegers zich ook op de Duitse indringers stortten, het was altijd een gevecht van één tegen ve len. Vanaf het eerste uur vlogen de Nederlandse toestellen af en aan tot ze geen brandstof of munitie meei hadden. Telkens moesten ze uitwijken naar weer andere vliegvelden en -veldjes, omdat de Duitse greep op Ne derland met het uur sterker werd I3racht kerels...! Op maandag 13 mei was de situatie bij de Greb- belinie zeer kritiek. Er zou een bom bardement op de vijand worden uitge voerd door de Engelse Royal Air For ce. maar de Engelsen kwamen niet. Wél vier oude Nederlandse verken ners van het type C-10, twee G-ja- gers en vijf D-21-jagers. Het moest een bombardement worden, maar of het effect groot was, is twijfel achtig. De morele uitwerking op de Nederlandse troepen was niet twijfel achtig. De jongens op de grond zagen hun eigen toestellen. Dr. de Jong schrijft in zijn laatste boek: „Sommi gen dachten: nu gaat 't goed! Want hoe groter de benauwenis, des te vuri ger het geloof in een miraculeuze ommekeer. De commandant veldleger vroeg om een herhaling van zon luchtactie, maar de commandant luchtverdedi ging weigerde: vliegpersoneel en toe stellen waren op. Vliegers en grond personeel hadden vrijwel geen oog dicht gedaan de toestellen waren nauwelijks in staat nog paardekrach- ten uit de vermoeide motoren te per sen. Maar omdat volgens de comman dant veldleger de hele Grebbelinie op het spel stond, zwichtte de comman dant luchtverdediging. Maar hij wil de geen nieuwe orders geven wie wilde, mocht opstijgen vrijwilligers vóór. De vermoeide vliegers en waar nemers werden uit een korte slaap ge wekt. Vrijwilligers vóór... Allen meld den zich voor de tocht naar de Grebbe in kistjes die niet voor een bombarde ment gebouwd waren. De tocht zou bij daglicht plaatsvinden en leek met een zelfmoordjjoging gelijk te staan. Maar kon men de wanhopig strijden de grondtroepen de steun onthouden waarom zij gesmeekt hadden? De oude kisten deden hun best, maar konden het moreel van de grondstrijdkrachten niet meer redden. Dr. de Jong schrijft: „Bij de meeste van de troepen werd het laatste restje van het moreel door de aanvallen van de Duitse duikbommenwerpers, de Stuka's gebroken. Duizenden vlucht ten in een panische vlucht jytet de capitulatie bespoedigd 1 door een meedogenloos bombarde ment op de open stad Rotterdam (in twee golven kwamen 84 Héinkel 111 bommenwerpers over) bogen lang niet alle Nederlandse militairen het hoofd. Velen zetten de strijd tegen de Duitsers ondergronds voort. Zo ook kolonel Molenaar, toen majoor. In Limburg organiseerde hij een on dergrondse groep, gaf het allereerste „Vrije Volk" uit, maar liep tenslotte bijna tegen de lamp. Hij werd bij ver stek ter dood veroordeeld, maar was toen al langs illegale weg op „pad" naar Engeland, waar hij na zeven maanden zwerven door Frankrijk en een tocht met een vervalst Zweeds paspoort door het nazi-gezipde Span je, ten lange leste aankwam. Een Short Sunderland vloog hem van Por tugal over. Veel rust heeft deze Engeland vaarder toen niet gekend. Als chef staf van de brigade Prinses Irene en commandant van de tweede gevechts groep van deze brigade keerde hij te rug in« Europa na een landing bij Ar- romanche in Frankrijk. In de ge- vechtsliniewerd hij door een Duitse granaat getroffen. Die granaat zal hem zijn leven lang heugen heel letterlijk zelfs, want nog steeds draagt hij er achttien scherven van mee in zijn lichaam. I Jospitalen te velde, transporten, te rug naar Engeland, weer terug naar bevrijd Nederland (In 1944), ri» n i \i i V4ÏJHHI s vera***«I VWO* f1 1 «t- m*< m mar M. v.v,r>"jt.-Kt e.'w.l «K, t? m V «Uk t v* «M* swwt IIO.VVJW&IMA* De door sergeant Martien Wolters van het voorma lige 2e Luchtvaart Regiment getekende oorkonde van de zeer bijzondere onderscheiding die de Nederlandse Luchtvaart als enige krijgsmachtonderdeel ten deel viel: de Militaire Wil lemsorde. kwam kolonel Molenaar nog vóór de grote bevrijdingsdag (maart '45) weer in Engeland aan, waar hij benoemd werd tot adjudant van minister De Quay. Na verschillende staffuncties te hebben vervuld, verbleef hij nog enige jaren bij SHAPE in Parijs om zich daarna, vier jaar vóór zijn pen sionering (1958) en vrijwillig nog tien jaar daarna (tot 1968) te wijden aan negen dagen luchtstrijd boven Neder land het standaardwerk, dat hij al lerminst ziet als de beloning van veel historisch speurwerk, maar als een bekroning van een fijn stel solidaire dappere mensen van de kleine familie in de luchtmacht de nu Koninklijke Luchtmacht, het enige onderdeel van de Nederlandse krijgsmacht, dat de Militaire Willemsorde kreeg. Een sergeant van het wapen teken de de oorkonde in krulletters... mmm. Z®

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1970 | | pagina 9