WIE
WAT?
De excellenties willen heus wel anders
En ook de pedagogen willen wel anders
Om over de leerlingen maar te zwijgen
IN HET VOOR UITZICHT
MET RAADSVERKIEZINGEN
Wanneer komt er een einde aan de
jaarlijks terugkerende kwelling?
Keuzevak
Anders
Minder fel
Ommekeer
Nieuw links
I
Moeilijkheden
in de P .V. d.A:
Dr. Anne Vondeling (54). lid van de
Tweede Kamer en voorzitter van de
Partij van de Arbeid, is de laatste tijd nóg
minder in zijn huis aan de Harlinger-
straatweg in Leeuwarden te vinden dan
anders, ditmaal niet zozeer omdat het
werk van de Tweede-Kamerleden sterk
toeneemt maar omdat hij zo vaak „het
land In" is. „Hij is er vanavond niet want
er is weer eens wat te verzoenen," zei
iemand ons laatst in het Tweede-Kamer
gebouw.
Inderdaad is Vondeling enkele avon
den per week in een of andere PvdA-af-
deling om te proberen tegenstellingen te
overbruggen want er wordt de laatste tijd
heel wat afgeruzied in Nederlands groot
ste socialistische partij. Soms komt het
niet vérder dan een ruzie, maar óók vin
den er afscheidingen plaats en bedanken
er trouwe PvdA-leden, vaak mensen van
het „eerste uur", om al dan niet over te
gaan naar Nederlands jóngste socialisti
sche partij, Democratisch Socialisten '70.
Vondeling wordt er wel eens korzelig
door. „Het is jammer dat het zo vaak om
persoonlijke tegenstellingen gaat," zei hij
dezer dagen in Apeldoorn. Juist dat irri
teert hem want het persoonlijke verzoe
ningswerk ligt deze cerebrale oud-hoog
leraar en ex-minister van financiën niet
zo.
Wat is er op het ogenblik aan de hand
in en met de Partij van de Arbeid?
Zeker, landelijk lijken de tegenstellingen
lang niet zo fel meer te zijn als in '68 en
begin '69. Als het partijbestuur 's maan
dagsavonds in de „burcht" aan de Am
sterdamse Tesselschadestraat vergadert
staan er laat in de avond geen politieke
en parlementaire redacteuren meer klaar
om te horen te krijgen wat voor proble
men het bestuur nü weer heeft moeten
oplossen. Dat was wél het geval ten tijde
van de roerige partijraadsvergadering
hoog in het Rotterdamse Groothandels
gebouw in het najaar van '68 en het
chaotische partijcongres in het Haagse
Congresgebouw in maart '69 toen vice-
voorzitter André van der Louw op het po
dium van de Prins Willem-Alexanderzaal
zijn vermaarde dans uitvoerde.
Het rumoer lijkt naar de plaatselijke af
delingen verhuisd te zijn.
Hoe groot de verwarring in de PvdA is
kon men de afgelopen weken het duide
lijkst in Hilversum gewaar worden waar.
zoals in verscheidene tientallen andere
gemeenten eveneens het geval was, een
PAK (Progressief Akkoord) onder de
naam „Progressief Hilversum" gesloten
was, waaraan het partijbestuur zijn goed
keuring gehecht had. In Hilversum zou
den PvdA, PSP en PPR bij de raadsver
kiezingen samenwerken en één lijst op
stellen. Veertien dagen geleden ontstond
er echter een „Poolse landdag" waarna
een groep vooraanstaande PvdA-leden
aan de samenwerking de brui gaf en
dreigde met een eigen lijst uit te ko
men., tot ongenoegen van het partijbe
stuur.
De groep PvdA-ers die zelfstandig wil
de optreden werd geleid door niemand
minder dan de heer J. B. Broeksz die niet
alleen voorzitter van de VARA is maar
ook de PvdA-fractie in de Eerste Kamer
leidt. Intussen is de breuk weer gelijmd
maar het gebeurde was tekenend voor de
algemene situatie.
Duidelijk is verder dat een niet onaan
zienlijke groep PvdA-mensen van het eer
ste uur erg teleurgesteld is. Oók in de
Tweede-Kamerfractie. Wij zouden niet
graag willen beweren dat het vertrek van
zoveel socialistische Kamerleden sinds
1967 hieraan te wijten is, maar voor een
deel heeft deze factor toch wel een rol
gespeeld bij de kleine exodus die plaats
gevonden heeft en nog zal plaatsvinden.
In de loop van de laatste jaren vertrok
ken (om een andere functie te aanvaar
den), de socialistische Kamerleden Roe
mers (burgemeester Vlissingen), Peschar
(voorzitter Algemene Rekenkamer) en
Daams (maatschappelijk werk); binnen
kort nemen afscheid: Joan Willems (naar
G.S. Noord-Brabant), dr. J. (Sjeng) Tans
(voorzitter voorbereidende commissie
medische faculteit Maastricht) en mr.
Hannie Singer-Dekker (naar universiteit
Nijmegen).
De Partij van de Arbeid zoekt naar veler
gevoel al een paar jaar naar de
juiste koers; dat is geen schande het
is bij tal van partijen in binnen- en bui
tenland het geval. Voor mijn besef is de
zaak van de toekomstige koers rond 1966
op scherp gezet toen de beweging
Nieuw Links actief werd.
Voor de buitenwacht scheen de partij
toen al jarenlang te aarzelen; de grote
strijd die zij sinds de oprichting van de
SDAP ten behoeve van de positie van de
laagstbetaalden geleverd had leek weini
gen meer te inspireren.
Ook de doorbraak-idee waarmee de
PvdA na de oorlog haar strijd met de
confessionele partijen voerde, leverde
niet veel meer op; de confessionele par
tijen waren blijven bestaan en doorbra
ken op grote schaal naar de PvdA had
den niet of nauwelijks plaatsgevonden,
zeker niet meer in de vijftiger jaren. In
de zestiger jaren had ook het Mande
ment van de Nederlandse bisschoppen
nauwelijks steun meer in de rooms-ka-
tholieke kerk. Grote inspirators als een
dr. W. Drees, Koos Vorrink en Evert Ver
meer had de PvdA óók niet meer. Zeker,
de partij functioneerde in de Nederland
se politieke, men wist waar zij stond, ze
had een duidelijk socialistisch karakter
maar het vuur leek vaak zoek te zijn.
Toen kwam de tweede helft van de ja
ren zestig. Op dat moment vonden in ons
land verschillende gebeurtenissen plaats
die voor de Nederlandse samenleving
erg belangrijk werden:
De val van het kabinet-Cals;
De oprichting van D'66;
De oprichting van de radicale stromin-
De partijpolitieke wereld van
Nederland is met het zicht
op de gemeenteraadsverkiezin
gen van 3 juni volop in be
roering. In allerlei politieke
groeperingen doen zich inciden
ten voor waarbij die in de Par
tij van de Arbeid, omdat zij nu
eenmaal een van de grootste par
tijen van ons land is, sterk op
vallen. Vandaag het eerste van
een tweetal artikelen over de
ontwikkelingen in de PvdA; deze
beschouwingen willen niet meer
zijn dan een poging tot analyse
van de hand van iemand die de
gebeurtenissen van de afgelopen
jaren professioneel met belang
stelling gevolgd heeft.
Ook in Gelderland hebben
zich in de PvdA enkele inci
denten voorgedaan die de aan
dacht trokken: in Apeldoorn en
Ermelo bijv. Zij moeten naar
onze mening niet geïsoleerd be
schouwd, maar in een breder ka
der geplaatst worden. In dit ar
tikel valt de nadruk op het bre
dere kader in het volgende meer
aandacht vor het lokale element.
gen in de drie grote confessionele partij
en;
Het optreden van Provo, vooral in Am
sterdam.
In Nederland (en niet alleen hier)
kwam, vooral onder de jongeren, een fel
le beweging op gang. Een beweging die
o.a. gekenmerkt werd door scherpe kri
tiek op de maatschappij, een zware ac
centuering van de misstanden, hier, maar
vooral in de wereld (verhouding rijk-arm
bijv.), een grote behoefte aan openheid
en inspraak en twijfel aan het gezag van
„de autoriteiten". En bij dit alles een vaak
bijna onbarmhartige kritiek aan het adres
van de „voorgangers". Het was een be
weging waarin de intelligentsia duidelijk
voorop liep; het was helemaal geen won
der dat de universiteiten en hogescholen
de instellingen werd waar dit het hef
tigst tot uiting zou komen.
Emoties gingen ook in de politiek een
veel belangrijker rol spelen dan in de
voorgaande jaren. Enerzijds was er een
bijzonder grote behoefte aan bundeling
van (ongeveer) gelijkgerichte partijen (de
Achttien en het PAK), anderzijds kwamen
er door talrijke troubles nogal wat splin
tergroeperingen tot stand.
n die sfeer werd we beperken ons in
dit artikel tot de PvdA Nieuw Links
zeer actief. Het werd een beweging die,
geleid door mensen uit de intelligentsia
als André van der Louw, prof. dr. Ger
Klein, ds. Jan Diekerhof, Han Lammers
en mr. Irene Vorrink, de PvdA keihard
aanpakte en dit vaak rücksichtslos deed.
Nieuw Links wilde voorkomen dat de
PvdA een brede progressieve volkspartij
zou worden; zij eiste 'n duidelijk linkse
partij met 'n revolutionair elan die zich zou
uitspreken voor erkenning van de DDR,
legen de Amerikaanse Vietnampolitiek,
voor een vergaande democratisering van
de universiteiten en hogescholen des
noods via bezettingen, vóór een uiterst
kritische houding ten aanzien van de
NAVO, etc. Geen compromissen meer;
wie toch die compromissen zou aanhan
gen moest maar wat naar de achter
grond.
We hebben zij het als outsiders
de opkomst van Nieuw Links en de ont
wikkelingen in de PvdA sindsdien van na
bij kunnen volgen, verscheidene belang
rijke openbare vergaderingen van de
partijraad en enkele partijcongressen bij
gewoond en zo 'n duidelijke indruk kun
nen krijgen van wat zich binnen de partij
afspeelde.
Het was vaak enerverend om te zien
hoe Nieuw Links zijn stempel op het be
leid van de partij trachtte te zetten en
daarbij geconfronteerd werd met strijders
van-het-eerste-uur van de PvdA (bepaald
niet alleen de ouderen), hoe een mr.
Jaap Burger op de partijraadsvergadering
in Rotterdam duidelijk trachtte te maken
hoe zonneklaar zijn socialistische
ideaal hem nog voor ogen .stond, hoe een
strijdbare socialist als de Apeldoorner H.
Staneke als voorzitter van het gewest
Gelderland alles deed om in Rotterdam
een verzoening te bereiken, hoe later op
het Haagse partijcongres een wereld van
wederzijds onbegrip tot eenchaotische
situatie dreigde te leiden en Tans' op
volger als partijvoorzitter, Vondeling, de
partij later bijzonder knap tot rust trachtte
te brengen. Wie van de daar aanwezigen
herinnert zich niet de persconferentie
van de uiterst teleurgestelde groep van
Democratisch Appel, na het Haagse con
gres, boven in het congresgebouw?
Van der Louw en de zijnen hebben la
ter hun greep op de partij versterkt. En
dat heeft in het zicht van de gemeen
teraadsverkiezingen een partij als
DS'70 doen ontstaan (het begon in Eind
hoven).
De problemen werden door de samen
werking In het PAK duidelijk vergroot, niet
in het minst door de invloed van de PSP
die zelf óók we herinneren ons het
Amsterdamse congres van vorig najaar
waar Lankhorst en andere gematigden
dikwijls fel tegenover Van der Spek en
Boetes stonden een soortgelijke ont
wikkeling doormaakte.
Deze landelijke ontwikkelingen nog
maals: op het ogenblik is er in de lande
lijke PvdA weinig onrust ontwaren we
thans, bij de kandidaatstellingen, in vele
gevallen ook lokaal zij het dan telkens
met een ander plaatselijk accent. Daar
over meer in ons slotartikel.
Het fa dan weer tover: de jaarlijk
se zenuwenoorlog die examen heet,
is begonnen. De ene helft van Ne
derland heeft zich weer opgemaakt
om de andere helft van het land te
toetsen op kennis en kunde. Tenmin
ste: zo stellen we het voor want
in feite worden niet de kennis en
kunde getoetst maar de zenuwen.
Wie die het beste in bedwang heeft,
maakt een grotere kans te slagen
dan de ijverige in-het-hoofd-stam-
per die het allemaal wel weet, maar
het op het beslissende ogenblik niet
kan produceren...
Dat ons examensysteem een 19e-
eeuwse vergissing is weten we zo
langzamerhand allemaal. We zijn
het er allemaal over eens dat het: a.
dwaasheid is van een leerling te
vergen dat hij alle stof die hij in
drie of vier of vijf jaar heeft kun
nen (en moeten) vergaren in de lut
tele uren die het examen duurt, nog
helemaal en allemaal tot zijn be
schikking heeft en moet kunnen
spuien. En b. dat het evenzo dwaas
heid Is aan alle leerlingen hetzelfde
examenpakket op te leggen enkel en
alleen omdat ze op dezelfde school
zijn en naar de volgende (hogere)
school willen waar hun wegen
wellicht volkomen uit elkaar gaan.
We weten het allemaal maar
we hebben er in dit jaar 1970 nog
niet voor kunnen zorgen dat er noe
menswaardige veranderingen in het
systeem zijn aangebracht. We heb
ben op scholen democratisering en
inspraak gekregen, we zijn bezig het
hele onderwijs te vernieuwen $n
hebben voor de scholen steeds ge
wichtiger namen bedacht maar dat
ene heilige huisje dat examen heet,
dat hebben we laten staan. Want stel
je toch eens voor dat je bij een solli-
citatiebezoek met lege handen moet
komen en niet met een cijferlijstje
kunt aantonen hoe goed je het op
school wel gedaan hebt. Dan slaag je
toch niet in onze maatschappij!
Goed, we examineren dus weer en
we vertellen daarover op deze pagi
na. Maar ook vertellen we van de
veranderingen die misschien nog
zullen worden doorgevoerd als
de excellenties in Den Haag en de
hoog- en zeer geleerden aan onze
academies het eens geworden zullen
zijn hoe het dan wél moet. Dat zal
niet in 1971 zijn en ook niet in 1972.
Maar voor de kinderen die nu naar
de kleuterschool gaan kunnen we
toch wel een sprankje hoop geven:
misschien zullen zij het meemaken
dat ze naar een hogere school kun
nen gaan zonder eerst een maand in
„de zenuwen" geleefd te hebbaa.
Gelukkige kinderen!
WE EXAMINEREN WEER!
Bijna vijftigduizend
kinderen, leerlingen van
middelbare scholen, zijn
de afgelopen week de
slag begonnen. Of om
precies te zijn: 23.492
gymnasiasten en hbs-ers
mogelijk dus toekom
stige studenten; 11.558
Havo-scholieren het
mammoettype dat vorig
jaar nog maar 2831 leer
lingen afleverde; 6652
MMS-meisjes; 387 han
delsdagscholieren en
6311 Mavo-leerlingen,
om en om verdeeld over
de oude (vierjarige)
mulo en de driejarige
mavo. Bij elkaar opge
teld 48.400 jongens en
meisjes die zich aan de
examenproef moeten
onderwerpen. Bijna
10.000 meer dan een jaar
geleden.
Bekijkt men waar
heen de belangstelling
uitgaat van de mogelijk
aanstaande studenten,
dan blijkt de B-richting
de voorkeur te hebben:
van de ruim 24.000 exa
menkandidaten hebben
ruim 13.000 de B-rich-
ting gekozen.
De vraag hoeveel er
slagen zullen zal hier
nog onbeantwoord moe
ten blijven. Tot troost
vorig jaar'zijn er van de
38.000 meer dan 34.000
goed doorheen gekomen
- negen van de tien
leerlingen zijn geslaagd.
Dinsdagmorgen zijn
begonnen: de gymna
siasten-A met een La
tijnse vertaling, hun B-
collega's met algebra.
En 's middags hebben
ze zich allen gebogen
over het Frans, een echt
gymnasiumstuk, wat
hoogdravend en waar
over ook de Fransman
zelf even na zou moeten
denken. Bedenk zalf
maar eens een goede
vertaling voor de zin:
„La terre est prise, les
coeurs sont imprena-
bles". Als u per se aan
die onneembare harten
wilt vasthouden komt u
nooit tot een werkelijk
Nederlandse vertaling!
Maar goed, inmiddels
hadden de MMS-meisjes
en de Havo-leerlingen
zich aan een Nederland
se tekstverklaring ge
waagd (een prachtige
beschouwing van prof.
Bouman!) en 's middags
aan een speels stukje
Engels.
Zo is het doorgegaan
en gaat het nog door.
Tot komende vrijdag toe
als de HBS-ers hun
laatste opgaven hebben
gemaakt. Dan is het
wachten geblazen: eerst
op de loting, die vast
gaat stellen in welke
vakken men mondeling
zal worden geëxami
neerd en dan op het
mondeling zelf. En
dan
Het moet gezegd: in Den Haag heeft men
weet van alle moeilijkheden, die zich rond
het examen voordoen. En mr. J. H. Gros
heide (40), de staatssecretaris van onderwijs
op wiens (voor een excellentie nog jeugdige)
schouders de zorgen voor dit deel van ons
onderwijsbestel rusten, doet er veel aan om
tot een betere regeling te komen. Zo bete
kent het al een aanzienlijke verlichting dat
niet meer in alle vakken wordt geëxami
neerd, al geeft de loting dan pas op een vrij
laat ogenblik aan de examinandus de zeker
heid dat hij zich om een bepaald vak niet
meer behoeft te bekommeren.
Een tweede verandering betreft het stelsel
van gecommiteerden, de deskundigen-van-
buitenaf. Tot dusverre is dat voor vele leer
lingen en misschien in nog sterker mate
voor vele leraren! een schrikbeeld geweest:
wie komt er en voor welke vakken? Vooral
op die schooltypen waar de beslissing van de
gecommitteerde doorslaggevend is, kan dat
van het grootste belang zijn. Welnu, ook dit
gaat binnen afzienbare tijd veranderen. De
gecommitteerde ruimt het veld voor een
nieuw soort examen: een schriftelijk onder
zoek dat voor het hele land gelijk is en dat
waarschijnlijk op grond van dezelfde normen
wordt beoordeeld. Een schoolonderzoek,
waarvan het cijfer even zwaar telt, zal aan
het schriftelijk examen vooraf gaan.
De leraar zelf stelt in het laatste schooljaar
dat schoolonderzoek in. Hij kan een collega
uitnodigen de goede gang van zaken te con
troleren. Verplicht is dat niet.
De staatssecretaris wil de nieuwe regeling
volgend jaar laten ingaan op driejarige en
avondmavo's, op avondhavo's en havo's die de
onderbouw vormen van kweekscholen, voorts
op een aantal experimenterende mavo's en
havo's. Een jaar later geldt de regeling voor
alle mavo's, avondgymnasia, avond-hbs'en en
avondathenea. In 1973 geldt de regeling voor
alle havo's. In 1974 zijn tot slot alle gymnasia,
hbs'en en athenea aan de beurt.
De Raad van Leraren is niet onverdeeld ge
lukkig met de plannen van de staatssecreta
ris. Men ziet aan het schoolonderzoek een
groot risico: voor een leraar kan het uitzon
derlijk moeilijk zijn een objectief oordeel te
geven over een leerling, wetende dat alleen al
zijn negatief oordeel kan inhouden dat de
leerling zakt.
Staatssecretaris Grosheide voelt niets voor
mondelinge eindexamens, waarbij leraren van
de ene school gecommiteerden zijn bij hun
collega's van andere scholen (zoals vorig en
dit jaar bij mavo's en havo's het geval was).
Het ontwricht de scholen te veel. Leraren
moeten zich dan immers twee keer beschik
baar stellen: één keer voor het eindexamen
op de eigen school en één keer voor het eind
examen op een andere school.
De nieuwe regeling bevat nog meer veran
deringen. Bestaat het examen van mavo en
havo nu al uit twee verplichte vakken( Ne
derlands en een vreemde taal) en vier keuze
vakken, ook het examen van gymnasium en
atheneum gaat bestaan uit een keuzepakket.
De eindexameneisen voor elk vak zullen op
beide scholen gelijk zijn. Dat luidt het einde
in van het bestaande, nog altijd wat exclusie
ve gymnasium. Want op schoolgemeenschap
pen met én een gymnasium- èn een atheneum-
opleiding zal de leerling van de laatste school
soort waarschijnlijk ook Latijn als keuzevak
kiezen.
De discussie over „de doodsklok die voor
het gymnasium luidt" is in volle gang. Het is
nu eenmaal de klassieke opleiding die aan de
universitaire studie voorafgaat. Menig leraar
oude talen doen de veranderingen die op sta
pel staan „niet zo'n beetje pijn".
Prof. dr. L. van Gelder, hoogleraar peda
gogiek in Groningen, is voor invoering van
tentamens op de scholen, zoals dat nu ge
beurt op de I.V.O.-scholen (scholen voor
individueel voorgezet onderwijs). Daar doet
de leerling geen eindexamen, maar legt hij
gedurende de schoolperiode een vijftigtal
proeven af. Daarom gaat de regeling die
staatssecretaris Grosheide voor ogen staat
deze hoogleraar lang niet ver genoeg. Welis
waar komen er nu meer keuzemogelijkheden
op gymnasium en atheneum, maar naar zijn
mening zal de leerling zich nog veel beter
kunnen ontplooien als er meer vrijheid
komt, zowel voor de samenstelling van het
eindexamenpakket als voor het niveau van
de afzonderlijke vakken.
De Groninger pedagoog vindt, dat iedere
leerling zijn eigen eindexamenpakket moet
kunnen samenstellen. Hij meent ook dat een
eindexamenvak op verschillend niveau afge
legd moet kunnen worden. Een leerling zou
bijvoorbeeld bepaalde vakken op v.w.o.-ni-
veau (het niveau van gymnasium en athe
neum) moeten kunnen afleggen en andere
vakken op havo- of bijvoorbeeld mavo-ni
veau.
Fel is hij tegen het bestaande, nog altijd ca
tegorale schoolsysteem van een afzonderlijke
mavo, havo, atheneum en gymnasium binnen
de zogenaamde „scholengemeenschap". Laat
staan dat prof. Van Gelder het aanvaardbaar
vindt dat vele scholen alle Mammoetidealen
ten spijt, toch in de brugklassen voorsorteren.
Een leerling moet in de opleiding op school
aan zijn trekken kunnen komen. Hij moet in
de vakken waarin hij goed is „tot zijn maxi
mum kunnen gaan." Daarom wil prof. Van
Gelder het examen op heel andere leest
schoeien. Examenangst is voor hem geen re
den veranderingen te bepleiten.
„Ook voor tentamens zullen leerlingen al
tijd wel huiverig blijven", meent hij. Dat ligt
ook individueel steeds weer anders. Zojuist
heeft hij nog een student ontvangen die zat
te trillen als een riet. Hij maakte er een op
merking over. De reactie van de student: „Ik
zit altijd aan het begin van tentamens zo te
bibberen. Als ik het goed heb geleerd, wil ik
alles tegelijk zeggen."
Ook een aantal rectoren van middelbare
scholen heeft vorig jaar tentamens op school
bepleit. In een rapport „Eindexamen per vak"
beschreven ze de nadelen van het bestaande
systeem: een leerling moet tegelijkertijd in
alle vakken examen doen. Dat vergt een
enorme krachtsinspanning. De waarde van die
krachtsmeting mag betwijfeld worden.
Enkele malen per jaar zou examen afgeno
men moeten worden. Beter nog zou het zijn
wanneer een leerling, die lang voor het laat
ste schooljaar op eindexamenniveau is met
een bepaald vak, daarin dan ook op dat mo
ment examen kan doen, zodat hij alle aan
dacht kan besteden aan de vakken waarin hij
zwakker is.
Maar dan moet het onderwijs natuurlijk
wel minder klassikaal worden dan nu het ge
val is. Het vereist een aanpak die zittenblij-
vers ten minste toestaat door te gaan met de
vakken waarin zij voldoende waren. „Alles
nog eens een jaartje overdoen" is dan uit den
boze.
De laatste gedachte is niet zo revolutionair
als ze lijkt. Montessorischolen hebben het sys
teem, „doorgaan mët de goede vakken" allang
ingevoerd. Een enkele middelbare Montessori
school (De Bilt) en bijvoorbeeld De Vrije
Scholen (Rudolf Steinerscholen) kennen het
verschijnsel zittenblijven zelfs niet.
Staatssecretaris Grosheide zei onlangs zelf
al dat hij het zittenblijven wil afschaffen.
Maar dat geldt alleen voor de lagere scholen.
Examinandus, de man die examen moet doen. Móet doen
want het is een van de drempels die de mens vindt op de
weg naar een maatschappelijke carrière. Is het allemaal zo
triest als het hierboven beschreven is Natuurlijk, examen
doen is geen pretje en zeker is wel dat sommige naturen
er zoveel geestelijke schade door oplopen, dat zij er in hun
verdere leven last van hebben. Alleen al daarom is het no
dig een ander en beter systeem te bedenken. Maar veruit
de meesten slaan er zich gelukkig goed doorheen. En aeh-
teraf blijken er aan die nachtmerrie toch ook nog wel een
paar prettige kanten gezeten te hebben.
Om te beginnen is de examinandus zo'n paar weken lang
het troetelkind van de familie. Ma draagt extra koffie aan
en voor deze ene keer mag hij dan wel even pa's auto lenen.
Zuslief laat de gebruikelijke plagerijen achterwege en andere
familieleden informeren op fluistertoon naar de resultaten.
Enin de welvaartsstaat Nederland volgt op het slagen
meestal een cadeu dat er niet om liegt. Dat is niet de gulden
die tot dusverre op tafel kwam als er een acht op het rap
port was verschenen en ook niet het horloge, de transistor
radio of de bromfiets, want die zijn zo gemiddeld op de der
tiende, veertiende en zestiende verjardag al vergeven. Nee,
het wordt voor een meisje dikwijls een mooie gouden ring
met een exotische steen en voor zoonlief een dure vakantie
reis of misschien zelfs een tweedehands autootje. Want we
weten in Nederland de examenprestatic op waarde te schat
ten
Of dit allemaal pedagogisch wel zo verantwoord is laten we
hier liever in het midden. Maar het leven pleegt dit soort
zaken toch wel zelf te corrigeren. Menigeen zal in z'n leven
door zwaardere perioden heen moeten dan de examentijd
en dat meestal zonder een cadeau als beloning! Misschien
heeft de examenspanning toch ook nog wel enige waarde
voor het verdere leven. Al geven we toe dat het een schrale
troost is voor vijftigduizend die er nu middenin zitten...
Staatssecretaris mr. J. H. Grosheide