WIE WAT? De excellenties willen heus wel anders En ook de pedagogen willen wel anders Om over de leerlingen maar te zwijgen IN HET VOOR UITZICHT MET RAADSVERKIEZINGEN Wanneer komt er een einde aan de jaarlijks terugkerende kwelling? Keuzevak Anders Minder fel Ommekeer Nieuw links I Moeilijkheden in de P .V. d.A: Dr. Anne Vondeling (54). lid van de Tweede Kamer en voorzitter van de Partij van de Arbeid, is de laatste tijd nóg minder in zijn huis aan de Harlinger- straatweg in Leeuwarden te vinden dan anders, ditmaal niet zozeer omdat het werk van de Tweede-Kamerleden sterk toeneemt maar omdat hij zo vaak „het land In" is. „Hij is er vanavond niet want er is weer eens wat te verzoenen," zei iemand ons laatst in het Tweede-Kamer gebouw. Inderdaad is Vondeling enkele avon den per week in een of andere PvdA-af- deling om te proberen tegenstellingen te overbruggen want er wordt de laatste tijd heel wat afgeruzied in Nederlands groot ste socialistische partij. Soms komt het niet vérder dan een ruzie, maar óók vin den er afscheidingen plaats en bedanken er trouwe PvdA-leden, vaak mensen van het „eerste uur", om al dan niet over te gaan naar Nederlands jóngste socialisti sche partij, Democratisch Socialisten '70. Vondeling wordt er wel eens korzelig door. „Het is jammer dat het zo vaak om persoonlijke tegenstellingen gaat," zei hij dezer dagen in Apeldoorn. Juist dat irri teert hem want het persoonlijke verzoe ningswerk ligt deze cerebrale oud-hoog leraar en ex-minister van financiën niet zo. Wat is er op het ogenblik aan de hand in en met de Partij van de Arbeid? Zeker, landelijk lijken de tegenstellingen lang niet zo fel meer te zijn als in '68 en begin '69. Als het partijbestuur 's maan dagsavonds in de „burcht" aan de Am sterdamse Tesselschadestraat vergadert staan er laat in de avond geen politieke en parlementaire redacteuren meer klaar om te horen te krijgen wat voor proble men het bestuur nü weer heeft moeten oplossen. Dat was wél het geval ten tijde van de roerige partijraadsvergadering hoog in het Rotterdamse Groothandels gebouw in het najaar van '68 en het chaotische partijcongres in het Haagse Congresgebouw in maart '69 toen vice- voorzitter André van der Louw op het po dium van de Prins Willem-Alexanderzaal zijn vermaarde dans uitvoerde. Het rumoer lijkt naar de plaatselijke af delingen verhuisd te zijn. Hoe groot de verwarring in de PvdA is kon men de afgelopen weken het duide lijkst in Hilversum gewaar worden waar. zoals in verscheidene tientallen andere gemeenten eveneens het geval was, een PAK (Progressief Akkoord) onder de naam „Progressief Hilversum" gesloten was, waaraan het partijbestuur zijn goed keuring gehecht had. In Hilversum zou den PvdA, PSP en PPR bij de raadsver kiezingen samenwerken en één lijst op stellen. Veertien dagen geleden ontstond er echter een „Poolse landdag" waarna een groep vooraanstaande PvdA-leden aan de samenwerking de brui gaf en dreigde met een eigen lijst uit te ko men., tot ongenoegen van het partijbe stuur. De groep PvdA-ers die zelfstandig wil de optreden werd geleid door niemand minder dan de heer J. B. Broeksz die niet alleen voorzitter van de VARA is maar ook de PvdA-fractie in de Eerste Kamer leidt. Intussen is de breuk weer gelijmd maar het gebeurde was tekenend voor de algemene situatie. Duidelijk is verder dat een niet onaan zienlijke groep PvdA-mensen van het eer ste uur erg teleurgesteld is. Oók in de Tweede-Kamerfractie. Wij zouden niet graag willen beweren dat het vertrek van zoveel socialistische Kamerleden sinds 1967 hieraan te wijten is, maar voor een deel heeft deze factor toch wel een rol gespeeld bij de kleine exodus die plaats gevonden heeft en nog zal plaatsvinden. In de loop van de laatste jaren vertrok ken (om een andere functie te aanvaar den), de socialistische Kamerleden Roe mers (burgemeester Vlissingen), Peschar (voorzitter Algemene Rekenkamer) en Daams (maatschappelijk werk); binnen kort nemen afscheid: Joan Willems (naar G.S. Noord-Brabant), dr. J. (Sjeng) Tans (voorzitter voorbereidende commissie medische faculteit Maastricht) en mr. Hannie Singer-Dekker (naar universiteit Nijmegen). De Partij van de Arbeid zoekt naar veler gevoel al een paar jaar naar de juiste koers; dat is geen schande het is bij tal van partijen in binnen- en bui tenland het geval. Voor mijn besef is de zaak van de toekomstige koers rond 1966 op scherp gezet toen de beweging Nieuw Links actief werd. Voor de buitenwacht scheen de partij toen al jarenlang te aarzelen; de grote strijd die zij sinds de oprichting van de SDAP ten behoeve van de positie van de laagstbetaalden geleverd had leek weini gen meer te inspireren. Ook de doorbraak-idee waarmee de PvdA na de oorlog haar strijd met de confessionele partijen voerde, leverde niet veel meer op; de confessionele par tijen waren blijven bestaan en doorbra ken op grote schaal naar de PvdA had den niet of nauwelijks plaatsgevonden, zeker niet meer in de vijftiger jaren. In de zestiger jaren had ook het Mande ment van de Nederlandse bisschoppen nauwelijks steun meer in de rooms-ka- tholieke kerk. Grote inspirators als een dr. W. Drees, Koos Vorrink en Evert Ver meer had de PvdA óók niet meer. Zeker, de partij functioneerde in de Nederland se politieke, men wist waar zij stond, ze had een duidelijk socialistisch karakter maar het vuur leek vaak zoek te zijn. Toen kwam de tweede helft van de ja ren zestig. Op dat moment vonden in ons land verschillende gebeurtenissen plaats die voor de Nederlandse samenleving erg belangrijk werden: De val van het kabinet-Cals; De oprichting van D'66; De oprichting van de radicale stromin- De partijpolitieke wereld van Nederland is met het zicht op de gemeenteraadsverkiezin gen van 3 juni volop in be roering. In allerlei politieke groeperingen doen zich inciden ten voor waarbij die in de Par tij van de Arbeid, omdat zij nu eenmaal een van de grootste par tijen van ons land is, sterk op vallen. Vandaag het eerste van een tweetal artikelen over de ontwikkelingen in de PvdA; deze beschouwingen willen niet meer zijn dan een poging tot analyse van de hand van iemand die de gebeurtenissen van de afgelopen jaren professioneel met belang stelling gevolgd heeft. Ook in Gelderland hebben zich in de PvdA enkele inci denten voorgedaan die de aan dacht trokken: in Apeldoorn en Ermelo bijv. Zij moeten naar onze mening niet geïsoleerd be schouwd, maar in een breder ka der geplaatst worden. In dit ar tikel valt de nadruk op het bre dere kader in het volgende meer aandacht vor het lokale element. gen in de drie grote confessionele partij en; Het optreden van Provo, vooral in Am sterdam. In Nederland (en niet alleen hier) kwam, vooral onder de jongeren, een fel le beweging op gang. Een beweging die o.a. gekenmerkt werd door scherpe kri tiek op de maatschappij, een zware ac centuering van de misstanden, hier, maar vooral in de wereld (verhouding rijk-arm bijv.), een grote behoefte aan openheid en inspraak en twijfel aan het gezag van „de autoriteiten". En bij dit alles een vaak bijna onbarmhartige kritiek aan het adres van de „voorgangers". Het was een be weging waarin de intelligentsia duidelijk voorop liep; het was helemaal geen won der dat de universiteiten en hogescholen de instellingen werd waar dit het hef tigst tot uiting zou komen. Emoties gingen ook in de politiek een veel belangrijker rol spelen dan in de voorgaande jaren. Enerzijds was er een bijzonder grote behoefte aan bundeling van (ongeveer) gelijkgerichte partijen (de Achttien en het PAK), anderzijds kwamen er door talrijke troubles nogal wat splin tergroeperingen tot stand. n die sfeer werd we beperken ons in dit artikel tot de PvdA Nieuw Links zeer actief. Het werd een beweging die, geleid door mensen uit de intelligentsia als André van der Louw, prof. dr. Ger Klein, ds. Jan Diekerhof, Han Lammers en mr. Irene Vorrink, de PvdA keihard aanpakte en dit vaak rücksichtslos deed. Nieuw Links wilde voorkomen dat de PvdA een brede progressieve volkspartij zou worden; zij eiste 'n duidelijk linkse partij met 'n revolutionair elan die zich zou uitspreken voor erkenning van de DDR, legen de Amerikaanse Vietnampolitiek, voor een vergaande democratisering van de universiteiten en hogescholen des noods via bezettingen, vóór een uiterst kritische houding ten aanzien van de NAVO, etc. Geen compromissen meer; wie toch die compromissen zou aanhan gen moest maar wat naar de achter grond. We hebben zij het als outsiders de opkomst van Nieuw Links en de ont wikkelingen in de PvdA sindsdien van na bij kunnen volgen, verscheidene belang rijke openbare vergaderingen van de partijraad en enkele partijcongressen bij gewoond en zo 'n duidelijke indruk kun nen krijgen van wat zich binnen de partij afspeelde. Het was vaak enerverend om te zien hoe Nieuw Links zijn stempel op het be leid van de partij trachtte te zetten en daarbij geconfronteerd werd met strijders van-het-eerste-uur van de PvdA (bepaald niet alleen de ouderen), hoe een mr. Jaap Burger op de partijraadsvergadering in Rotterdam duidelijk trachtte te maken hoe zonneklaar zijn socialistische ideaal hem nog voor ogen .stond, hoe een strijdbare socialist als de Apeldoorner H. Staneke als voorzitter van het gewest Gelderland alles deed om in Rotterdam een verzoening te bereiken, hoe later op het Haagse partijcongres een wereld van wederzijds onbegrip tot eenchaotische situatie dreigde te leiden en Tans' op volger als partijvoorzitter, Vondeling, de partij later bijzonder knap tot rust trachtte te brengen. Wie van de daar aanwezigen herinnert zich niet de persconferentie van de uiterst teleurgestelde groep van Democratisch Appel, na het Haagse con gres, boven in het congresgebouw? Van der Louw en de zijnen hebben la ter hun greep op de partij versterkt. En dat heeft in het zicht van de gemeen teraadsverkiezingen een partij als DS'70 doen ontstaan (het begon in Eind hoven). De problemen werden door de samen werking In het PAK duidelijk vergroot, niet in het minst door de invloed van de PSP die zelf óók we herinneren ons het Amsterdamse congres van vorig najaar waar Lankhorst en andere gematigden dikwijls fel tegenover Van der Spek en Boetes stonden een soortgelijke ont wikkeling doormaakte. Deze landelijke ontwikkelingen nog maals: op het ogenblik is er in de lande lijke PvdA weinig onrust ontwaren we thans, bij de kandidaatstellingen, in vele gevallen ook lokaal zij het dan telkens met een ander plaatselijk accent. Daar over meer in ons slotartikel. Het fa dan weer tover: de jaarlijk se zenuwenoorlog die examen heet, is begonnen. De ene helft van Ne derland heeft zich weer opgemaakt om de andere helft van het land te toetsen op kennis en kunde. Tenmin ste: zo stellen we het voor want in feite worden niet de kennis en kunde getoetst maar de zenuwen. Wie die het beste in bedwang heeft, maakt een grotere kans te slagen dan de ijverige in-het-hoofd-stam- per die het allemaal wel weet, maar het op het beslissende ogenblik niet kan produceren... Dat ons examensysteem een 19e- eeuwse vergissing is weten we zo langzamerhand allemaal. We zijn het er allemaal over eens dat het: a. dwaasheid is van een leerling te vergen dat hij alle stof die hij in drie of vier of vijf jaar heeft kun nen (en moeten) vergaren in de lut tele uren die het examen duurt, nog helemaal en allemaal tot zijn be schikking heeft en moet kunnen spuien. En b. dat het evenzo dwaas heid Is aan alle leerlingen hetzelfde examenpakket op te leggen enkel en alleen omdat ze op dezelfde school zijn en naar de volgende (hogere) school willen waar hun wegen wellicht volkomen uit elkaar gaan. We weten het allemaal maar we hebben er in dit jaar 1970 nog niet voor kunnen zorgen dat er noe menswaardige veranderingen in het systeem zijn aangebracht. We heb ben op scholen democratisering en inspraak gekregen, we zijn bezig het hele onderwijs te vernieuwen $n hebben voor de scholen steeds ge wichtiger namen bedacht maar dat ene heilige huisje dat examen heet, dat hebben we laten staan. Want stel je toch eens voor dat je bij een solli- citatiebezoek met lege handen moet komen en niet met een cijferlijstje kunt aantonen hoe goed je het op school wel gedaan hebt. Dan slaag je toch niet in onze maatschappij! Goed, we examineren dus weer en we vertellen daarover op deze pagi na. Maar ook vertellen we van de veranderingen die misschien nog zullen worden doorgevoerd als de excellenties in Den Haag en de hoog- en zeer geleerden aan onze academies het eens geworden zullen zijn hoe het dan wél moet. Dat zal niet in 1971 zijn en ook niet in 1972. Maar voor de kinderen die nu naar de kleuterschool gaan kunnen we toch wel een sprankje hoop geven: misschien zullen zij het meemaken dat ze naar een hogere school kun nen gaan zonder eerst een maand in „de zenuwen" geleefd te hebbaa. Gelukkige kinderen! WE EXAMINEREN WEER! Bijna vijftigduizend kinderen, leerlingen van middelbare scholen, zijn de afgelopen week de slag begonnen. Of om precies te zijn: 23.492 gymnasiasten en hbs-ers mogelijk dus toekom stige studenten; 11.558 Havo-scholieren het mammoettype dat vorig jaar nog maar 2831 leer lingen afleverde; 6652 MMS-meisjes; 387 han delsdagscholieren en 6311 Mavo-leerlingen, om en om verdeeld over de oude (vierjarige) mulo en de driejarige mavo. Bij elkaar opge teld 48.400 jongens en meisjes die zich aan de examenproef moeten onderwerpen. Bijna 10.000 meer dan een jaar geleden. Bekijkt men waar heen de belangstelling uitgaat van de mogelijk aanstaande studenten, dan blijkt de B-richting de voorkeur te hebben: van de ruim 24.000 exa menkandidaten hebben ruim 13.000 de B-rich- ting gekozen. De vraag hoeveel er slagen zullen zal hier nog onbeantwoord moe ten blijven. Tot troost vorig jaar'zijn er van de 38.000 meer dan 34.000 goed doorheen gekomen - negen van de tien leerlingen zijn geslaagd. Dinsdagmorgen zijn begonnen: de gymna siasten-A met een La tijnse vertaling, hun B- collega's met algebra. En 's middags hebben ze zich allen gebogen over het Frans, een echt gymnasiumstuk, wat hoogdravend en waar over ook de Fransman zelf even na zou moeten denken. Bedenk zalf maar eens een goede vertaling voor de zin: „La terre est prise, les coeurs sont imprena- bles". Als u per se aan die onneembare harten wilt vasthouden komt u nooit tot een werkelijk Nederlandse vertaling! Maar goed, inmiddels hadden de MMS-meisjes en de Havo-leerlingen zich aan een Nederland se tekstverklaring ge waagd (een prachtige beschouwing van prof. Bouman!) en 's middags aan een speels stukje Engels. Zo is het doorgegaan en gaat het nog door. Tot komende vrijdag toe als de HBS-ers hun laatste opgaven hebben gemaakt. Dan is het wachten geblazen: eerst op de loting, die vast gaat stellen in welke vakken men mondeling zal worden geëxami neerd en dan op het mondeling zelf. En dan Het moet gezegd: in Den Haag heeft men weet van alle moeilijkheden, die zich rond het examen voordoen. En mr. J. H. Gros heide (40), de staatssecretaris van onderwijs op wiens (voor een excellentie nog jeugdige) schouders de zorgen voor dit deel van ons onderwijsbestel rusten, doet er veel aan om tot een betere regeling te komen. Zo bete kent het al een aanzienlijke verlichting dat niet meer in alle vakken wordt geëxami neerd, al geeft de loting dan pas op een vrij laat ogenblik aan de examinandus de zeker heid dat hij zich om een bepaald vak niet meer behoeft te bekommeren. Een tweede verandering betreft het stelsel van gecommiteerden, de deskundigen-van- buitenaf. Tot dusverre is dat voor vele leer lingen en misschien in nog sterker mate voor vele leraren! een schrikbeeld geweest: wie komt er en voor welke vakken? Vooral op die schooltypen waar de beslissing van de gecommitteerde doorslaggevend is, kan dat van het grootste belang zijn. Welnu, ook dit gaat binnen afzienbare tijd veranderen. De gecommitteerde ruimt het veld voor een nieuw soort examen: een schriftelijk onder zoek dat voor het hele land gelijk is en dat waarschijnlijk op grond van dezelfde normen wordt beoordeeld. Een schoolonderzoek, waarvan het cijfer even zwaar telt, zal aan het schriftelijk examen vooraf gaan. De leraar zelf stelt in het laatste schooljaar dat schoolonderzoek in. Hij kan een collega uitnodigen de goede gang van zaken te con troleren. Verplicht is dat niet. De staatssecretaris wil de nieuwe regeling volgend jaar laten ingaan op driejarige en avondmavo's, op avondhavo's en havo's die de onderbouw vormen van kweekscholen, voorts op een aantal experimenterende mavo's en havo's. Een jaar later geldt de regeling voor alle mavo's, avondgymnasia, avond-hbs'en en avondathenea. In 1973 geldt de regeling voor alle havo's. In 1974 zijn tot slot alle gymnasia, hbs'en en athenea aan de beurt. De Raad van Leraren is niet onverdeeld ge lukkig met de plannen van de staatssecreta ris. Men ziet aan het schoolonderzoek een groot risico: voor een leraar kan het uitzon derlijk moeilijk zijn een objectief oordeel te geven over een leerling, wetende dat alleen al zijn negatief oordeel kan inhouden dat de leerling zakt. Staatssecretaris Grosheide voelt niets voor mondelinge eindexamens, waarbij leraren van de ene school gecommiteerden zijn bij hun collega's van andere scholen (zoals vorig en dit jaar bij mavo's en havo's het geval was). Het ontwricht de scholen te veel. Leraren moeten zich dan immers twee keer beschik baar stellen: één keer voor het eindexamen op de eigen school en één keer voor het eind examen op een andere school. De nieuwe regeling bevat nog meer veran deringen. Bestaat het examen van mavo en havo nu al uit twee verplichte vakken( Ne derlands en een vreemde taal) en vier keuze vakken, ook het examen van gymnasium en atheneum gaat bestaan uit een keuzepakket. De eindexameneisen voor elk vak zullen op beide scholen gelijk zijn. Dat luidt het einde in van het bestaande, nog altijd wat exclusie ve gymnasium. Want op schoolgemeenschap pen met én een gymnasium- èn een atheneum- opleiding zal de leerling van de laatste school soort waarschijnlijk ook Latijn als keuzevak kiezen. De discussie over „de doodsklok die voor het gymnasium luidt" is in volle gang. Het is nu eenmaal de klassieke opleiding die aan de universitaire studie voorafgaat. Menig leraar oude talen doen de veranderingen die op sta pel staan „niet zo'n beetje pijn". Prof. dr. L. van Gelder, hoogleraar peda gogiek in Groningen, is voor invoering van tentamens op de scholen, zoals dat nu ge beurt op de I.V.O.-scholen (scholen voor individueel voorgezet onderwijs). Daar doet de leerling geen eindexamen, maar legt hij gedurende de schoolperiode een vijftigtal proeven af. Daarom gaat de regeling die staatssecretaris Grosheide voor ogen staat deze hoogleraar lang niet ver genoeg. Welis waar komen er nu meer keuzemogelijkheden op gymnasium en atheneum, maar naar zijn mening zal de leerling zich nog veel beter kunnen ontplooien als er meer vrijheid komt, zowel voor de samenstelling van het eindexamenpakket als voor het niveau van de afzonderlijke vakken. De Groninger pedagoog vindt, dat iedere leerling zijn eigen eindexamenpakket moet kunnen samenstellen. Hij meent ook dat een eindexamenvak op verschillend niveau afge legd moet kunnen worden. Een leerling zou bijvoorbeeld bepaalde vakken op v.w.o.-ni- veau (het niveau van gymnasium en athe neum) moeten kunnen afleggen en andere vakken op havo- of bijvoorbeeld mavo-ni veau. Fel is hij tegen het bestaande, nog altijd ca tegorale schoolsysteem van een afzonderlijke mavo, havo, atheneum en gymnasium binnen de zogenaamde „scholengemeenschap". Laat staan dat prof. Van Gelder het aanvaardbaar vindt dat vele scholen alle Mammoetidealen ten spijt, toch in de brugklassen voorsorteren. Een leerling moet in de opleiding op school aan zijn trekken kunnen komen. Hij moet in de vakken waarin hij goed is „tot zijn maxi mum kunnen gaan." Daarom wil prof. Van Gelder het examen op heel andere leest schoeien. Examenangst is voor hem geen re den veranderingen te bepleiten. „Ook voor tentamens zullen leerlingen al tijd wel huiverig blijven", meent hij. Dat ligt ook individueel steeds weer anders. Zojuist heeft hij nog een student ontvangen die zat te trillen als een riet. Hij maakte er een op merking over. De reactie van de student: „Ik zit altijd aan het begin van tentamens zo te bibberen. Als ik het goed heb geleerd, wil ik alles tegelijk zeggen." Ook een aantal rectoren van middelbare scholen heeft vorig jaar tentamens op school bepleit. In een rapport „Eindexamen per vak" beschreven ze de nadelen van het bestaande systeem: een leerling moet tegelijkertijd in alle vakken examen doen. Dat vergt een enorme krachtsinspanning. De waarde van die krachtsmeting mag betwijfeld worden. Enkele malen per jaar zou examen afgeno men moeten worden. Beter nog zou het zijn wanneer een leerling, die lang voor het laat ste schooljaar op eindexamenniveau is met een bepaald vak, daarin dan ook op dat mo ment examen kan doen, zodat hij alle aan dacht kan besteden aan de vakken waarin hij zwakker is. Maar dan moet het onderwijs natuurlijk wel minder klassikaal worden dan nu het ge val is. Het vereist een aanpak die zittenblij- vers ten minste toestaat door te gaan met de vakken waarin zij voldoende waren. „Alles nog eens een jaartje overdoen" is dan uit den boze. De laatste gedachte is niet zo revolutionair als ze lijkt. Montessorischolen hebben het sys teem, „doorgaan mët de goede vakken" allang ingevoerd. Een enkele middelbare Montessori school (De Bilt) en bijvoorbeeld De Vrije Scholen (Rudolf Steinerscholen) kennen het verschijnsel zittenblijven zelfs niet. Staatssecretaris Grosheide zei onlangs zelf al dat hij het zittenblijven wil afschaffen. Maar dat geldt alleen voor de lagere scholen. Examinandus, de man die examen moet doen. Móet doen want het is een van de drempels die de mens vindt op de weg naar een maatschappelijke carrière. Is het allemaal zo triest als het hierboven beschreven is Natuurlijk, examen doen is geen pretje en zeker is wel dat sommige naturen er zoveel geestelijke schade door oplopen, dat zij er in hun verdere leven last van hebben. Alleen al daarom is het no dig een ander en beter systeem te bedenken. Maar veruit de meesten slaan er zich gelukkig goed doorheen. En aeh- teraf blijken er aan die nachtmerrie toch ook nog wel een paar prettige kanten gezeten te hebben. Om te beginnen is de examinandus zo'n paar weken lang het troetelkind van de familie. Ma draagt extra koffie aan en voor deze ene keer mag hij dan wel even pa's auto lenen. Zuslief laat de gebruikelijke plagerijen achterwege en andere familieleden informeren op fluistertoon naar de resultaten. Enin de welvaartsstaat Nederland volgt op het slagen meestal een cadeu dat er niet om liegt. Dat is niet de gulden die tot dusverre op tafel kwam als er een acht op het rap port was verschenen en ook niet het horloge, de transistor radio of de bromfiets, want die zijn zo gemiddeld op de der tiende, veertiende en zestiende verjardag al vergeven. Nee, het wordt voor een meisje dikwijls een mooie gouden ring met een exotische steen en voor zoonlief een dure vakantie reis of misschien zelfs een tweedehands autootje. Want we weten in Nederland de examenprestatic op waarde te schat ten Of dit allemaal pedagogisch wel zo verantwoord is laten we hier liever in het midden. Maar het leven pleegt dit soort zaken toch wel zelf te corrigeren. Menigeen zal in z'n leven door zwaardere perioden heen moeten dan de examentijd en dat meestal zonder een cadeau als beloning! Misschien heeft de examenspanning toch ook nog wel enige waarde voor het verdere leven. Al geven we toe dat het een schrale troost is voor vijftigduizend die er nu middenin zitten... Staatssecretaris mr. J. H. Grosheide

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1970 | | pagina 14