HET REGENT PROTESTEN TEGEN Amstelodamum bepleit herstel in nota in plaats van afbraak TIJ De wereld van het kind (van nu en eeuwen her) gaat in Roden voor u open Iedereen kan hier zo maar een kinder crèche gaan beginnen Werkende vrouwen in V. S. lopen achterstand vlot in Er moet orde komen in de chaos Britse kinderliedjes vaak „niet leuk Gemeentelijke opzet houdt vrijwel geen rekening met de mensen die er nu wonen HERSTEL WENSEN There.ien.tad, krijg, BOERDERIJ IN DRENTS DORP TOT MUSEUM OMGEBOUWD archief van naziterreur AANSLUITEN METAMORFOSE OVERTROFFEN OT EN SIEN Jordaan moet Jordaan blijven Zo maar een hoekje, ergens in „die mooie, die fijne Jordaan" waaraan de bewoners zo verknocht zijn. Het Genootschap concludeert, dat •zoveel mogelijk moet worden her steld. Twee te kleine woningen in één pand moeten eventueel worden samengevoegd. De volgebouwde tui nen wil men zoveel mogelijk her steld zien. Bestaande woonblokken mogen niet worden opengebroken. De niet-schadelijke kleine bedrijven, de winkels en café's moeten gehand haafd blijven. In de smalle straten moet autoverkeer worden beperkt. Nieuwbouw zal alleen incidenteel toegepast mogen worden. Intussen wordt het wel steeds dui delijk, dat de Jordaan wellicht dan toch onsterfelijk is. Het even bedachtzame als deskun dige genootschap ..Amstelodamum" dat alom het stadsschoon bewaakt, heeft zich nu met een pittige nota in de discussie gemengd. Onder aan voering van prof. mr. H. de la Fon taine Verwey, gaat het genootschap lijnrecht tegen de plannen van Pu blieke Werken in. „De gemeente heeft niet de juiste uitgangspunten, omdat men vrijwel geen blok in de Jordaan onaangetast laat en gehele delen van de wijk wil afbreken. Wij achten het plan bo vendien verwerpelijk, omdat het geen plaats laat voor de oorspronke lijke bevolking en ook geen rekening houdt met de wensen van de vele jongeren, die zich bij voorkeur in de bestaande Jordaan vestigen." Gezien de grote belangstelling voor het wonen in de Jordaan de laatste jaren, is het genootschap het volstrekt oneens met de sombere ge luiden van Publieke Werken over verder verval van de Jordaan. „Wij zijn er juist van overtuigd dat weinig buurten in Amsterdam zulke goede kansen bieden op spon tane rehabilitatie zonder ingrijpende wijziging, als juist de Jordaan. Om dat te bevorderen is echter een ge heel ander beleid nodig dan het kostbare, tergend langdurige en de primerende proces van ontruiming, afbraak en bloksgewijze nieuw bouw." AMSTERDAM „Wie aan de Jordaan komt, speelt met vuur", zo moet het Amsterdamse gemeen tebestuur in toenemende mate erva ren. Met schijnbare argeloze blij moedigheid lanceerde de gemeente eind vorig jaar een schetsplan voor de Jordaan. dat via een keurig vouwblad werd voorgelegd aan de twintigduizend bewoners van deze wijk. Het eigentijdse idee van de ge meente om de bewoners niet voor voldongen feiten te plaatsen, maar hen „inspraak" te verlenen, is na tuurlijk prachtig, maar het wordt wat ingewikkeld, als men daar in dividueel gebruik van gaat maken. Sentiment en actie hebben de be woners van Nederlands meest be zongen wijk altijd getekend, van daar dat ze zich ook nu niet onbe tuigd laten. Het schetsplan van publieke wer ken wil dat in het noordelijk deel van de Jordaan 6500 van de 9000 wonin gen vervangen worden door 2000 nieuwbouwwoningen, zodat het aan tal inwoners hier gehalveerd zal wor den. Aan de andere kant van de Ro zengracht zullen in hoofdzaak nieu we kantoren komen op de plaats waar nu gebrekking maar gezellig wordt gewoond. Het plan houdt dus vrijwel geen rekening met de mensen die er thans wonen, laat staan met hun wensen en sentimenten. NEW YORK Voor de functie* waarin „hersenen nodig zijn" wordt het verschil in de salarissen voor mannen en vrouwen kleiner. De vrouw loopt in. Het meest gevraagd en het best betaald worden de vrou wen die als ingenieur zjjn afgestu deerd, daarna volgen de accountant* en de wiskundigen. Uit een onderzoek van 2600 banen di* aangeboden zijn aan afgestudeerde vrouwen van 117 colleges en univer siteiten is gebleken, dat de salariëring voor vrouwen sneller stijgt dan voor mannen waardoor de kloof tussen beiden kleiner wordt. Vrouwen dit werk kiezen dat traditioneel hoofdza kelijk door mannen werd verricht, worden het best betaald. De aanvangssalarissen voor vrouwen zijn in 1968 tussen zes en tien procent gestegen. In 1969 was het aanvangs salaris voor vrouwelijke igenieurs ge middeld 801 dollar per maand, drie procent meer dan in 1968 voor man nelijke ingenieurs was het 817 dollar. Vrouwelijke accountants beginnen ge middeld met 725, tegen de mannen 761 dollar. In de wiskunde vooral elektronische data-programmering - lag de man nog ver voor, gemiddeld 779 dollar alt aanvangssalaris tegen de vrouwen 708. Mevr. Jean G. Kessler, die voor de ..College Placement Council" het on derzoek heeft verricht zei, dat het lo gisch voor vrouwen was om zich te specialiseren. En de luchtvaartstewardessen? Die be toverende banen doen het financieel niet zo goed. Het salaris is gemiddeld 395 dollar per maand plus extraatje*. PRAAG De Tsjechoslowaakse au toriteiten zijn voornemens op de plaats van het vroegere concentratiekamp Theresienstadt in Noord-Bohemen een archief van naziterreur te vestigen. Dr. Karei Lagus, conservator van de documenten van het concentratiekamp, heeft verklaard, dat materiaal over concentratiekampen, moorden en ge dwongen Joodse migratie in de Tweede Wereldoorlog zal worden verzameld. Gehoopt wordt, dat Theresienstadt in 1974 zal zijn uitgegroeid tot een groot studiecentrum over dit onderwerp. Ter illustratie van de omvang van het wertc zei Lagus, dat de wereld wel het bestaan kent van beruchte kampen als Auschwitz, Theresienstadt en Buchen- wald, terwijl het bestaan van alle 217 concentratiekampen in Bohamen en Moravië onbekend is. Poppenhuis, een van de pronkstukjes in het pas gestichte Rodense museum. De heer Dorenbos in zijn speelgoedmuseum. Iedereen kan in Nederland een crèche beginnen. Velen doen dit ook. Of het nu Dolle Mina's, ex-provo- raadslid Irene van de Weetering, vrou wenorganisaties of bedrijven zijn: zij openen kinderdagverblijven in flatwo ningen of leegstaande gebouwen. Hoeveel crèches, speelzalen voor kleuters, oppascentrales voor baby's en peuterspeelplaatsen er In Nederland 7,yn. is onmogelijk met zekerheid te zeggen. Volgens J. F. Veling, directeur van de Centrale Vereniging voor Kin derdagverblijven. ligt het aantal tussen de drie- en vierhonderd, waarvan zeker de helft in de laatste twee jaar is ont staan „Speciaal de bedrijven ruimen steeds meer een crèche in om maar genoeg ge trouwde vrouwen als werknemers te kunnen trekken. De kinderen, die nog niet naar school gaan, moeten van acht lot zes opgevangen worden. Trouwens ook de schoolkinderen worden vaak van een dagverblijf uit naar en van school gebracht en gehaald". Op het ogenblik is de situatie van de crèches en kinderdagverblijven in Ne derland nogal chaotisch. Alles kan en mag. Een huisvrouw die de kinderen van haar werkende buren overdag in haar flat wil bezighouden, kan een op vangcentrum openen. Zij heeft er geen enkel diploma voor nodig. De mate van controle hangt af van de integriteit van het bestuur. Maar weinig gemeenten hebben normen gesteld voor het begin nen van een kleuterdagverblijf. De crè che-leiding opereert volkomen zelfstan dig. Dezer dagen is een poging gedaan om de chaotische situatie op het gebied van de kindercentra tegen te gaan. De Ver eniging voor Vrouwen met Academi sche Opleiding (WAO) hield bij wijze van jubileumgeschenk een congres in Utrecht om er de problemen van de vele zelfstandige organisaties te be spreken. Omdat het ministerie van cultuur, re creatie en maatschappelijk werk niet van plan is om de zelfstandige bestuur tjes van de crèches van subsidie te voorzien, werd besloten de aanwezige bijna tweehonderd organisaties te bun delen en onder te brengen bij de cen trale vereniging van kinderdagverblij ven in Amsterdam. Deze instelling van het ministerie van c.r.m. werkt reeds voor vijftig kinder dagverblijven. „Om de toetreding van de bijna tweehonderd kleuterspeelzalen mogelijk te maken, zullen de statuten en de naam van deze bijna vijftig jaar oude organisatie gemoderni seerd worden, aldus de heer Veling. De nieuwe naam van de vereniging wordt Werkgemeenschap Kindercentra. Mevrouw Röder, voorzitster van de VVAO in Arnhem, vindt dat er einde lijk iets gedaan moet worden aan de wetenschappelijke begeleiding van het crèche-wezen. Zij is blij dat in april de proefcrèche in het pedagogisch insti tuut in Utrecht geopend wordt. De heer Veling kent de roep van de bij zijn bureau aangesloten directies om meer wetenschappelijke begeleiding. „Wij organiseren van tijd tot tijd bij eenkomsten met pedagogen en psycho logen. Dat is niet genoeg." «Wij zijn er ons van bewust, dat voor een deskundige begeleiding van de crè che-leiding een permanent bureau no dig is met pedagogen, artsen en psycho logen. Bij hen kunnen de directrices dan altijd terecht". Er moet nog veel gebeuren wil het werk van de opvangcentra uit de kin derschoenen gegroeid zijn. Vijftig jaar geleden werden de kinderdagverblijven door goedwillende dames opgericht om de jeugd van de straat te houden. In 1970 moet diezelfde jeugd nog steeds van de straat gehouden worden maar op een verantwoorde en deskundige wijze. En daar ontbreekt nog wel het een en ander aan. De heer Veling hoopt dat ook be- drijfscrècrtes zich bij de werkgemeen schap Kindercentra zullen aansluiten. „Ik vind het een griezelige zaak wan neer de kinderen 5/7 deel van een dag in een opvangcentrum leven onder des kundige leiding. Zij moeten toch opge voed worden. Hoe groter de groep, hoe minder er sprake kan zijn van opvoe den." „Kinderen, die alleen met elkaar pra ten, leren niet veel. Zij beheersen de taal slecht. En dat terwijl taal en inteli- gentie nauw aan elkaar verwant zijn. Vandaar dat de leidsters een goede op leiding moeten krijgen voor het diplo ma kinderbescherming bijvoorbeeld en een goed salaris behoren te ontvangen. „Is de directie deskundig, zijn de leidsters berekend voor hun taak en kunnen zij desgewenst voor hun pro blemen bij een pedagoog terecht, dan kunnen de ouders de kinderen met een gerust hart ln een opvangcentrum ach ter laten," RODEN In een gewóón museum is het voor veel mensen al moeilijk om met hun vingers van het tentoongestelde af te blijven. In het Drentse dorp Ro den zal niemand die lust straks meer kunnen bedwingen, want wat daar vanaf 24 april in een tot museum omgebouwde boerderij aan de Brink te zien zal zijn. roept het kind in ieder mens wakker: speelgoed! Stel u voor: al die goeie ouwe din gen waar u als kind mee speelde, zijn daar bijeengebracht. Daar hangen de houten hoepels aan de wand. staan de kijkdozen op een rij. staren hobbelpaarden van uiteen lopend ras u aan; daar staan de stoom- machientjes, de poppenhuizen, de kookkacheltjes, de kaleidoscopen, de serviesjes; daar liggen de boeken die u las. de spelletjes die u speelde. En niet alleen uw speelgoed maar ook dat van uw grootouders en van 1 angverdwenen mensen, die in de ze ventiende, achttiende eeuw eens kind waren. Daarnaast zijn er leermidde len en kinderkleding van de laatste driehonderd jaar en juist het samen voegen van deze drie facetten: speel goed, leermiddelen en kleding, maakt het museum in Roden tot een unicum. Een idee van de 54-jarige H. Dorenbos, onderwijzer op een school voor kinde ren met leer- en opvoedingsmoeilijkhe den, is daarmee werkelijkheid gewor den. Een reus van een man, met fel-blau- we ogen en wapperende manen, die zich voordurend moet bukken om zijn bovenop reeds kalende hoofd niet te stoten tegen de lage deurposten in de oude boerderij waarin op het ogenblik het museum wordt ingericht. Hij is voorzitter van de plaatselijke VVV en daarom steeds op zoek naar middelen om Roden aantrekkelijk te maken. „We hadden al een tijd zitten piekeren over wat we in het dorp zou den kunnen doen," vertelt hij, temidden van tienduizend stuks speelgoed. „Toen zag ik een oud plaatje in een boek, een plaatje met spelende kinde ren. Dat is het, dacht ik. Eind september, begin oktober van het vorig jaaT werd door WV en Volksvermaken een stichting gevormd." „In december hielden we een kleine expositie in twee kamers van deze boerderij, die we hebben kunnen huren; we stuurden een berichtje rond en van af dat moment waren de reacties niet meer te stuiten. Het speelgoed, de boe ken, de leien en de griffels, de kinder- kleertjes, stroomden uit alle delen van het land toe. Op dit moment hebben we alleen al vierhonderd poppen!" Een indruk geven van de wereld van het kind door de eeuwen heen, dat is de bedoeling van de stichting. Daarom heet ze ook Stichting Ne derlands Museum „Kinderwereld". Vooral het speelgoed uit grootmoeders jeugd boeit de mens van nu. Er staat een poppenhuis van een ku bieke meter, gebouwd naar een origine le herenboerderij die nog altijd in Bel- lingwolde ataat. De dorpsveldwachter bouwde dit miniatuurhuis in 1886 en maakte er een duiventil van. Later werd het ingericht als poppenhuis. Wie nu een blik door de raampjes werpt ziet een meer dan compleet inge richt huis, met wandschilderingen in alle kamers, met speciaal in Frankrijk gekochte speelmeubeltjes, en met meer dan achthonderd stukjes huisraad. Er staat glaswerk in vitrines dat zo teer is als kerstboomballen, tafeltjes, stoeltjes, lampjes, alles van een precisie die ont roert. „Speelgoed was vroeger razend be langrijk," zegt de heer Dorenbos, „Het was echt functioneel gekozen als voor bereiding op het latere leven. Er werd veel tijd en aandacht aan besteed. Er waren vroeger geen huishoudscholen en geen lagere technische scholen. Het speelgoed was de enige manier om de kinderen op de maatschappij voor te bereiden. „Toch was dergelijk speelgoed wel vaak alleen voor de elite onder de kin deren," vult mevr. N. Bakker-Gaastra aan. Zij doet ook al dertien jaar VVV- werk en is de toekomstige conservatrice van het museum „Kinderwereld". Sa men met de heer Dorenbos staat ze voor de schijnbaar hopeloze taak om de geweldige berg speelgoed, boeken, pop pen, spelletjes, auto's, treintjes en me chaniekjes voor 24 april tot een over zichtelijk geheel te ordenen. „Moeilijk" weet de heer Dorenbos uit ervaring, „want iedere keer zit je zelf voor je het weet ergens mee te spelen!" De basis voor het museum werd ge legd door de collectie die een rijke Haagse dame in bruikleen afstond. „Die haalde bij de groenteboer een kropje sla en las in de krant waarin die sla werd verpakt, een berichtje over onze museumplannen. Ze zocht contact en met vier man van het bestuur zijn we op een zaterdag in Den Haag gaan kijken". „Onze stoutste verwachtingen werden overtroffen. Haar hele huis was één speelgoedmuseum. Het grootste deel stond al in de kisten gepakt, want ze had op het punt gestaan de hele verza meling naar familie in Frankrijk te sturen. Nu staat het hier in Roden." Samen met een mini-zeppelin, een oeroud vliegtuig, het raderschip Rotter dam, een paardenrenbaan in de vorm van een koffergrammofoon waarvan niemand nog weet hoe ze werkt, een lo comotief die op echte stoom loopt, een draaitrommel als voorloper van de to verlantaarn die er ook in allerlei varia ties staat, poppen met stenen koppen en leren of houten armen en benen. Een groot deel van de voorraad zal in diora ma's worden geëxposeerd, de rest in vi trines of kasten. De vier oudste Mërk- lin-treintje* zullen straks hun rondjes rijden en alles wat kan springen, brom men of sissen zal dat zoveel mogelijk doen. „We denken voor de toekomst aan een hoekje waar de kinderen ook echt met het oude speelgoed kunnen spelen", zegt de heer Dorenbos die het oog al lang heeft laten vallen op de hele boer- rij plus het grote grasveld erachter als ruimte voor fret Kinderwereldmuseum. „Er komen schilderijen met kinder spelen erop, er komt een apart Ot en Sien-hoekje omdat de schrijver van deze boeken tenslotte in Roden ls gebo ren, er komen expositie* van kinderte keningen, we krijgen nog een hele bi bliotheek met boeken over speelgoed", somt hij op terwijl hij het oudste stuk van de collectie in zijn hand houdt: eer rieten schommelwiegje uit 1700. De Drentse commissaris der koningin mr. K. H. Gaarlandt, zal het museum openen. Misschien zal ook hij verbaasd staan over dat dikke prentenboek met dierenverhaaltjes. Er bungelen aan de rug zes koordjes uit. Als je eraan trekt levert het boek piepend en krakend de bijbehorende dierengeluiden. „Leuk hé" zegt onderwijzer Dorenbos, „Ik zoek nog een ark van Noach, want die moet ook bestaan." LONDEN Omdat de kinde ren in Engeland voor het eerst naar de lagere school gaan in de periode waarin ze vijf jaar wor den dus niet zoals in Neder land allemaal gelijk na de zomer vakantie zijn er heel wat ver- jaarspartijtjes in dezelfde tijd. Voor de kleintjes vooral zijn dit terdege voorbereide gebeurtenis sen, die de ouders al dagen tevo ren hoofdbrekens kosten en in de uren erna hoofdpijn. Het recept voor de jongere gar de van kleuter- en lagere school ls steevast: spelletjes met prijsjes en dan als klapstuk de „tea" aan een keurig gedekte tafel waar nooit thee aan te pas komt, maar wel: limonade, gebraden saucijs jes op stokjes, handenvol crisps uit een zakje, sandwiches met hartig beleg, veel zoetigheden als koekjes, drageetjes chocola, ge leipuddinkjes, ijs en dan de mier zoete verjaarstaart met kaarsjes waar meestal niets of heel wei nig van wordt gegeten. Dit komt omdat de feestgan gers na alles wat er aan vooraf ging niet meer kunnen. Na nog wat spelletjes tot be sluit krijgt iedereen een ballofi mee naar huls en een cadeautje. Daar wachten ze vol ongeduld op. De hele kleintjes hebben altijd erg veel pret met een liedje in de kring dat zo gaat: „Een ring van rozen, een zak vol bloempjes, hatsjie, hatsjie, we vallen alle maal op de grond." Dit wordt in de kring lopend gezongen en eindigt ermee, dat de kleintjes schaterend op de grond vallen. Maar de achtergrond van dit grappige liedje is bepaald niet leuk. Het stamt namelijk uit een tijd dat Londen geteisterd werd door een ernstige plaag. De ring van rozen slaat op de rode uitslag om het midden, een soort gordel roos. Het zakje bloemen slaat op de kruiden die men er tegen in nam en het lezen en het neerval len symboliseren het fatale einde van de slachtoffers van de ge vreesde ziekte, waar destijds geen genezing voor bestond. Er zijn in Engeland heel wat kinderversjes die eigenlijk hele maal niet leuk zijn hoewel erg populair bij het jonge volkje. Hier is er nog een: „Er was een oude vrouw die ln een schoen woonde, zij had zoveel kinderen dat zij zich geen raad wist. Zfr gaf ze wat soep zonder brood, zij gaf ze een stevig pak slaag en stopte ze in bed." En ook het heel veel gezongen Jack en Jill is bij enige analyse helemaal niet leuk. Dit tweetal kinderen gaan in het liedje een heuvel op om een emmer water te halen en dan: Jack viel en brak zijn kroon (bedoeld wordt zijn schedel? en Jill tuimelde ach ter hem aan." Psychologen en psychiaters hebben voor dit alles vernuftige verklaringen, net als voor de die pere grond van zoveel sprookjes waar kinderen ondanks gegriezel zo dol op zijn. Ook in Engeland. En dit brengt ons bij een rap port dat hier dezer dagen is ver schenen over de gewelddadige dood van baby's in Engeland en Wales in de afgelopen eeuw. Het aantal gevallen daarvan steeg In die tijd met meer dan de helft. Het ging om ingeslagen schedels, wurgingen, messteken, verdrin king en vergiftigingsgevallen. Tussen 1964 en 1966 ging het om vier procent per duizend le vend geboren baby's. Waarmee ik beslist niet wil zeggen dat het op de kinderfees tjes in Engeland zo ruw toegaat.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1970 | | pagina 15