Vrouw-met-baan-buitenshuis mag
het gezinsritme niet verstoren...
Vrouw is intelligenter dan
commercie doet voorkomen
de
w
Ia
HEBT UAL GEKOZEN?
MANNEN VINDEN HET NIET ERG ALS MOEDER WERKT, MAAR
En... op tijd
het eten
op tafel!
Predikant in moeilijkheden
In Keulen veel vraag naar
Ned. kinderkleding
Oucli
erwe
Scliiidi
erijtie
Geen bezwaar
Tegen
Aanpassen
Verveling
Leuk mnden
Presidente van CNV-Vrouwenbond is boos door
hysterische reclame voor soep en waspoeder
TTef vrouwenlegioen rukt op. De
dames hebben hun wapenrok
aangetrokken en zijn al een heel eind
de weg van de emancipatie opgemar
cheerd. Zij willen dezelfde rechten als
de mannen. Zij willen de wastobbe
laten leeglopen, om een baantje te gaan
zoeken. Dolle Mina's en honderden
van hun aanhangsters proberen onze
mannenmaatschappij hun wil op te leg
gen. En de mannen... kijken beschei
den toe.
Althans.... dat lijkt zo. Want volgens
een recent onderzoek is 57 procent van
de mannen er tegen, dat hun vrouw
buitenshuis een werkgever zoekt. Vol
gens datzelfde onderzoek heeft 25 pro
cent van de mannen daarover géén me
ning.
Maar wat zeggen cijfers! Wat vinden
de mannen er nou eigenlijk van. Zijn ze
het eens met de vrouwen, of verwijzen
ze hun wensen naar het rijk der gril
len? Je komt er natuurlijk nooit precies
achter. Het enige dat je kunt doen is op
de bonnefooi een aantal huisvaders aan
het woord laten. En uit onderstaande
bloemlezing blijkt dat de mannen niet
eens zo héél erg tegen werkende vrou
wen zijn.
Drs. R. van Beaumont (30), een psy
choloog, wiens vrouw tot voor enkele
maanden heeft gewerkt als apothekers
assistente. Zy is nu in verwachting
van haar eerste kind.
„Ik heb geen bezwaar tegen werken
de vrouwen. Ik zou het alleen beroerd
vinden, wanneer mijn vrouw 's avonds
later zou thuis komen dan ik".
„Als ons kind er is, wil mijn vrouw
weer gaan werken. Maar ik vind het
noodzakelijk, dat de opvoeding van dat
kind dan op de eerste plaats komt. Toch
zou ik er geen bezwaar tegen hebben
ons kind overdag naar een crèche te
brengen wanneer het daarvoor rijp is.
Als je er mee akkoordgaat, dat je
vrouw een baan aanneemt, dan weet je
van tevoren, dat je een moeilijkheid in
bouwt in je huwelijk. Die consequentie
moet je aanvaarden".
„Ik vind de actie van de Dolle Mina's
«rg leuk, maar niet reëel. Het is idialisti-
sche prietpraat om te zeggen, dat veel
vrouwen gaan werken om gelijk te zijn
aan de man. De meesten zoeken een
baantje óf uit financiële noodzaak of
om een kleurentelevisie of een tweede
auto te kunnen kopen".
,,Ik zou het naar vinden, wanneer
mijn vrouw meer zou gaan verdienen
dan ik. Dat zou een aanslag zijn op
mijn eergevoel. Ik geloof, dat ik dan
van haar zou eisen halve dagen te gaan
werken."
J. Huizer (41), bedieningsvakman, va
der van drie jonge kindereu:
„In mijn geval zou ik er tegen zijn,
dat mijn vrouw zou gaan werken. Ik
vind dat mijn gezin daarvoor niet ge
schikt is. In een huishouden is boven
dien nog wel wat meer te doen dan al
leen kinderen op te voeden".
„Maar in principe ben ik niet tegen
buitenshuis werkende vrouwen. Wan
neer mijn kinderen groter zijn heb ik
er geen bezwaar tegen, wanneer mijn
vrouw een baantje zou gaan zoeken. Ik
zou dan wel willen, dat zij 's avonds op
tijd thuis is, omdat anders de huiselijke
sfeer kapot zou gaan".
„Ik vind het best, dat ik zo af en toe
moet stofzuigen of helpen afwassen.
Ik zou dat ook doen, wanneer mijn
vrouw een baantje zou hebben. Maar ik
zou het niet accepteren, dat ik 's avonds
langer op mijn eten zou moeten wach
ten, omdat zij buitenshuis werkt. Ik ben
voor gelijkschakeling van mannen en
vrouwen, maar niet wanneer ik daar
door 's avonds moet thuiskomen in een
rommelig huis".
C. 't Hart (45), personeelscoördinator,
vader van drie kinderen (9, 13 en 15
jaar), wiens vrouw werkt in een consul
tatiebureau.
„Als man moet je bereid zijn thuis
huishoudelijk werk te doen, zodat je
vrouw overdag haar handen vrij heeft
voor iets anders. In deze tijd hebben
huisvrouwen veelal geen volledige dag
taak meer, zodat zij zich dan gaan ver
velen.
Als er jonge kinderen zijn is het voor
een vrouw moeilijk om een baantje te
zoeken. Ik ben er namelijk tegen, dat
kinderen uit school in een leeg huis te
recht komen. Die kinderen worden een
last voor de buurt. Ik ben er ook tegen,
dat die kinderen thuis komen in een
huis, waar nog een rommel is van on
opgemaakte bedden en zo. Daarom vind
ik aangepaste werktijden voor werken
de vrouwen zo belangrijk".
„Een buitenshuis werkende vrouw
mag het gezinsritme niet verstoren: als
de kinderen thuiskomen, moet zij ook
A Acht uur 's morgens. Zij naar
kantoor, hij naar kantoor. Voor
weinigen nog een feit, voor velen
een moeizaam compromis.
thuis zijn; als de kinderen vakantie heb
ben, wil ik dat zij ook vakantie heeft."
„Ik zou het, geloof ik, als een frus
tratie ondergaan, wanneer mijn vrouw
meer zou gaan verdienen dan ik. Zo'n
situatie eist van een vrouw erg veel
tact .En als het werk van mijn vrouw
uit de hand loopt, wil ik het recht heb
ben corrigerend te mogen optreden".
F. van Veelen (51), kantinebeheerder:
„Wanneer mijn vrouw zich overdag
zou vervelen, zou ik tegen haar zeggen:
Meid, ga alsjeblieft een baantje zoeken.
In principe ben ik beslist niet tegen
werkende vrouwen. Ik ben er wel te
gen, wanneer jonge kinderen er de
dupe van wórden. Bovendien ben ik er
tegen, dat er zoveel vrouwen zijn die
werken om het geld en niet om het
principe, of omdat zij het leuk vinden.
Die vrouwen maken brokken".
Wanneer bij gezonde vrouwen de
huishouding en het opvoeden van de
kinderen gaan vervelen, dan zit er iets
fout. Dan moeten die vrouwen echt
scheiding aanvragen. Zij hadden dan
niet moeten trouwen. Een man ziet ook
wel eens op tegen zijn dagelijks werk.
Maar dan laat hij zijn werk toch ook
niet in de steek door een andere baan
te gaan zoeken?"
J. de Ridder (38) textielverkoper, va
der van twee kinderen (6 en 8 jaar),
wiens vrouw werkt als correspondente:
„Ik begrijp best dat er mannen zijn,
die bezwaren hebben tegen werkende
vrouwen. Je voelt je als man in je eer
aangetast, wanneer je vrouw gaat wer
ken alleen om het geld".
„De algemeen geldende maatstaf is,
dat de man nog steeds als kostwinner te
boek staat. Bovendien is het zo, dat ge
zag op kapitaal berust. Dat betekent,
dat in veel gezinnen de man het voor
het zeggen heeft. Hij is de baas. In mijn
gezin ligt dat anders. Mijn vrouw werkt
omdat zij het leuk vindt".
„Het zou mij daarom ook niets kun
nen schelen, wanneer zij meer zou gaan
verdienen dan ik. Zolang zij mij maar
niet gaat verwijten, dat ik dan minder
verdien, is er wat mij betreft, niets aan
de hand."
„Een vrouw die de hele dag niets an
ders doet dan huishoudelijk werk,
stompt af op den duur. Zij heeft ook
nog een andere taak in deze maat
schappij. Ik ben er daarom ook niet te
gen, dat zij overdag mijn kinderen naar
een crèche brengt. Te veel moeders zit
ten de hele dag op de lip van hun kind.
Daardoor kan zo'n kind zich niet vol
doende ontplooien."
„Ik wil 's avonds, wanneer wij alle
bei thuis zijn, best huishoudelijke klus
jes doen. Als het maar niet de spuiga
ten uitloopt. Mijn vrouw is immers
vrijwillig buitenshuis gaan werken, ter
wijl het organiseren van het huishou
den wel degelijk tot haar verantwoor
delijkheid hoort".
„Ik wil 's avonds best de ramen ze
men, maar dan moet mijn vrouw mij
zeggen, dat die dingen gezeemd moeten
worden. De organisatie van dit soort
zaken is en blijft haar verantwoorde
lijkheid".
I^en predikant in Nieuw-Zeeland, die in verwarring gebracht werd door het
feit dat een bruid én een bruidegom beiden lang haar hadden, heeft
haastig een wijziging moeten aanbrengen in de formulering tijdens een hu-
welijksdienst. De Anglicaanse dominee Bob Lowe in Christchurch, die zich
soveel mogelijk aan de liturgie wilde houden, hoefde, de tekst slechts met
enkele woorden aan te vullen en vroeg:: Wil een van u de bruid kussen?"
ij, vrouwen van Nederland, worden misbruikt. Tenminste belachelijk
gemaakt, iedere dag weer, in de radio- en tv-reclames"zegt in Utrecht
mevrouw G. C. Borstlap-Lagendijk, de pas gekozen presidente van de vrou
wenbond van het CNV, het Christelijk Nationaül Vakverbond.
maken, zo hysterisch doen over een
pakje nieuwe soep, over een witte tor
nado, waarvan iedereen weet dat hij
toch nit bestaat, over de bij elkaar ge
spaarde serviezen op de punten van
thee of koffie.
„Er is geen vrouw, die zó doet", stelt
mevrouw Borstlap.
Da/t klopt. Als u en ik precies zo he
mels proberen te kijken als in „Andere
beschuit? Neen, andere margarine," lo
pen we waarschijnlijk een spierverrek-
king op. Het model dat het speelde mis
schien ook, maar dat zien we niet.
En er is met één vader die de deur
uit loopt voor een bepaald soort brood,
want weet zo'n vader veel dat je daar
van alleen de verpakking weggooit. Er
is niet één vrouw tot tranen toe geroerd
als ze dé cadeau-artikelen bij de was
poeder uitpakt. Misschien zijn er wel
vrouwen die hun man lastig vallen met
een verhaal over het ophangen van de
vitrage, maar dan kijkt zo'n man an
ders dan op het tv-scherm.
„Juist", zegt mevrouw Borstlap, „dat
moeten de reclamemakers ook weten;
waarom laten ze dan de mensen niet
gewóón doen? Ton van Duinhoven en
Ina van Faassen vind ik goed, je ziet dat
ze zich eigenlijk gek lachen omdat ze zo
moeten doen. die zijn zichzelf". We mo
gen rustig aannemen, dat de mannen in
de reclamewereld inderdaad zeer goed
weten dat mensen doorgaans anders
doen dan zij de mensen in de reclame
filmpjes laten doen. We mogen aanne
men, dat ze weten dat er voortdurend
mensen zijn die zich blauw ergeren
aan de hemelse blikken, de hysterische
uitroepjes en de tornado's.
Waarom ze dan toch gewoon door
gaan?
Mevrouw G. C. Borstlap-Lagen
dijk in Utrecht: ,,Er is geen
vrouw die zo hysterisch doet over
een nieuwe soep, zoals in de re
clames van de STER".
„Infantiel gekrijs", heeft ze die
reclames genoemd, toen ze vorige week
haar eerste rede als presidente hield.
En ook: „We hebben niet alleen bloed
vaten, waar de reclames zo vaak op
doelen, maar ook gezond verstand."
Waarom moeten bijna alle vrouwen die
voor iets per radio of televisie reclame
Misschien omdat dingen waar
over een mens zich opwindt, langer
blijven hangen d*an de dingen waarvan
alleen wordt gezegd: „Oh, wel aardig".
de van 19 t/m 21 april gehouden
voorjaarstentoonstelling van de
internationale jaarbeurs „Voor het
Kind" te Keulen, is veel belangstelling
getoond voor aan de laatste modeten
densen aangepaste kinderkleding uit
Nederland. De exposanten boekten goe
de orders en legden talrijke contacten
met zakenlieden uit de Bondsrepubliek,
de overige EEG-landen, de lidstaten
van de EVA en van overzee, zo bericht
de Nederlands-Duitse Kamer van
Koophandel te Den Haag.
Voor het Nederlandse produkt werd
een levendige belangstelling aan de dag
gelegd, op grond waarvan de Neder
landse deelnemers na afloop de ver
wachting uitspraken, dat als uitvloeisel
van de beurs in de komende maanden
nog goede zaken gedaan zullen worden.
De prijzen hadden, volgens de exposan
ten, in het algeméén geen wijzigingen
ondergaan.
In totaal waren zeventien Nederland
se bedrijven in Keulen vertegenwoor
digd, met o.m.: baby. en kinderboven-
kleding, ondergoed, textieluitzetten,
strandmode-artikelen, accessoires,
speelgoed, wiegen en boxen. Alles bij
elkaar namen aan de beurs 333 onder
nemingen uit West-Duitsland en 121 uit
veertien andere landen deel. Meer dan
in voorgaande jaren bleek ditmaal de
aandacht van de internationale vakhan-
del uit te gaan naar de nieuwe collec
ties voor het komende herfst- en win
terseizoen. Vooral voor modische pri
meurs op het gebied van baby- en kin
derkleding, ondergoed en textieluitzet
ten werden vele orders
geplaatst.
En dan zou met die opwind reclames
precies het doel bereikt zijn, nietwaar?
„Zoiets zal er wel achter steken,"
denkt ook mevrouw Borstlap, „maar ik
vind het geheel toch niet erg verhef
fend voor de Nederlandse vrouw. Die is
beslist intelligenter dan men ten bate
van de commercie doet voorkomen."
De brief heeft een aardig tijdje op antwoord liggen
wachten en dat heeft hij echt niet verdiend, al was het
alleen al om zijn uiterlijk. Geschreven door een oude dame, in een
duidelijk lopend schrift met ouderwetse sierlijke hoofdletters.
Zij is er eens voor gaan zitten om mij iets uit de doekjes te doen op
een bedachtzame, hoffelijke manier zoals zij dat een dikke zestig
jaar geleden bij de bovenmeester zelf in de zesde klas had geleerd.
Want zo ging het immers vroeger in die gesmade ouderwetse
school met zijn lompe banken, onooglijke lokalen, spetterende kroontjes
pennen en strenge bovenmeesters. Jaja maar de hinders. leerden
er zo deugdelijk en duidelijk een brief schrijvn, dat zij er op hun vijfenze
ventigste nog plezier van hadden.
Dat is nu de goeie ouwe tijd met ere en misschien komt die met
de petroleumlampen en de koffiemolens nog wel eens weerom, als
wij genoeg hebben van het slordige, onverschillige nauwelijks leesbare
gekriebel, dat er van alle experimenten ten slotte overblijft. We
houden maar moed
Geen wonder dat de inhoud van zulke brieven zo aardig met de
vorm overeenstemt. Voor zover ik mij kan herinneren, heb ik van oude
dames nog nooit ook maar één vinnig of snibbig briefje ontvangen.
Daar zijn zij zeker tewijs en te bedachtzaam voor. Ik kan mij
voorstellen hoe zij na de punt achter het P.S. het geheel nog eens aan
dachtig overlezen, of het alles vooral duidelijk en zonder fouten is
uitgedrukt.
Zij stelen telkens weer mijn hart, zowel de schrijfsters als de brieven.
En stemmen mij ook weer weemoedig om alles wat vroeger zo bemin
nelijk en stijlvol was, en nu zo heftig overboord wordt gegooid als
overleefd standpunt.
Wie zo denkt moet de brief zelf dan ook maar niet lezen, want de
inhoud zou haar bijna middeleeuws aandoen. En haar ziedende toorn
opwekken vanwege de daarin opgerakelde wantoestanden op sociaal
en hygiënisch gebied.
Treurig inderdaad, en toch
Toch is het zo'n aardig schilderijtje, dat deze oude dame mij met haar
ouderwets pennetje voortekent en dat naar aanleiding van
mijn van moederszijde geërfde uitdrukking: Verhuizen kost bedstro.
Waar kwam dit gezegde vandaan?
De briefschrijfster herinnert zich nog heel goed, hoe het zeventig jaar
geleden bij de schoonmaak toeging, al was zij toen nog maar een
dreumes van vijf. Ik zie haar, de knietjes op een stoel, voor het raam
zitten uitkijken naar de boerenvrouw, die dat onmisbare bedstro
moest komen brengen.
Op andere dagen kwam zij 's morgens met de melk aan de deur,
maar deze middag zou zij helpen bij het schoonmaken van de slaapka
mer inclusief bedstede:
Er moest een droge warme zomerdag voor afgewacht worden,
want alles wat niet spijkervast was moest naar buiten gesjouwd
worden.
Daar stapte de boerin met de verse bossen stro uit haar klompen,
en het feest kon beginnen. Reken maar dat het kleine ding er met
haar neusje bovenop stond, en op haar manier ook met leeghalen
meehielp. Een kleedje of een kussen kon zij best aan, welzeker
De bedstede werd leeggehaald, het beddegoed te luchten gehangen.
De onderlaag van stro, die daar een jaar gelegen had en dus wel
behoorlijk geplet en verpulverd zal zijn geweest, werd van de planken
gehaald. Dan werden die aatste buiten duchtig afgeschrobd en in de
zon te drogen gezet.
De bedstee moest dan uitgeveegd en gewit worden, zo goed als de
wanden van de lege kamer. Daar kon de boerin geen kinderen bij ge
bruiken, zomin als bij het schrobben van de vloer buiten blijven
en in het zonnetje zitten wachten was ook wel plezierig. Straks viel
er wel weer te helpen, als alles binnen goed droog en gelucht was
Ziezo, eerst de schone planken in de bedstee, daarop een flinke laag
fris knisperend stro, vervolgens het goed opgeschudde veren bed en
tenslotte schone lakens ik vermoed zo van gebleekte gele katoen
en de geklopte dekens. Er zal wel een bonte doorgestikte of misschien
een lappendeken bij geweest zijn.
Ondertussen was de zon al zoetjes aan gaan dalen; hoog tijd voor
het avondbrood. De boerenvrouw schoof mee aan met de familie, en
vertrok dan met haar zeven stuivers dagloon. Het stro werd de
volgende morgen tegelijk met de melk verrekend
Iedereen mag bij dit verhaal steigeren van verontwaardiging
voor mij ligt er in deze hele schildering iets onweerstaanbaar gezelligs
en trouwhartigs. En ik begrijp nu levendig hoeveel nieuw bedstro in
die dagen een verhuizing moet gekost hebben idem zoveel maal
zeven stuivers.
Ik wil u wel vertellen dat ik voor minstens hetzelfde bedrag
genoegen aan dit verhaal heb beleefd. En kan er alleen maar spijtig
om zijn, dat herinnering en als deze met de generatie van
grootmoeders wegsterft.
Zij moesten eigenlijk allemaal niet een velletje postpapir, maar een
dik schrift volschrijven over haar jeugd zoals Oma Moses de hare
uitvoerig uitbeeldde op tekenpapier tot vreugde van alle historici.
Misschien konden wij er zelfs nog iets van opsteken: willen de
dokters ons weer niet op planken laten slapen, ten bate van onze rug7
Mary Quant, in Engeland de
koningin van de mini-mode, in
kuitlang of maxi, dat is ondenk
baar. Ze heeft in haar nieuwste
collecties kleren die de hele we
reld overgaan wel jurken tot op
de grond en tot op de kuit gestopt,
maar voor Mary zelf blijft het mini
liefst zo mini mogelijk.
Mevrouw dr. Marga Klompé.
onze minister van Cultuur, Re
creatie en Maatschappelijk Werk,
is de kuitlange mode al lang vóór
geweest. Ze heeft de laatste jaren
haar rokken nooit korter gedragen
dan ruim over de knie vallend en
voor 's avonds koos ze ook vorig
jaar al een forse midi-lengte.
Tanja Trijbels in Amsterdam,
een van onze ster-mannequins,
heeft definitief besloten dat het
voor haar maxi is. Zij vindt voor
zichzelf de kuitlange mode .ouder
wets en sloom makend". Zij pre
fereert een lengte die niet pas op
de grond eindigt, maar enkele han
den daarboven vanwege het gemak.