Pleidooi voor de openbaarheid van raadscommissies i Tweemaal Rotterdam Als regel Deuren open «- Openheid En weer is er een nieuw hoofdstuk begonnen in de ge schiedenis van Indochina, van Vietnam, Cambodja en Laos. Het is een geschiedenis die al sinds jaren loopt van slagveld naar conferentietafel en van conferentietafel naar slagveld. Een geschiedenis waarin het woord Genève, broedplaats van zovele akkoorden, even vaak voorkomt als de namen der breedtegraden en als de slagvelden die al een haast ver trouwde klank hebben gekregen: de Mekongdelta, de Vlakte der Kruiken en ga zo maar door. Da jongste beslissing van president Nixon om nu ook Cambodja officieel krijgstoneel te maken der Amerikaanse legers vormt de inleiding van dat nieuwe hoofdstuk. Het is een beslissing die zoveel opschudding teweeggebracht heeft, niet alleen in de betrokken landen zelf, maar vooral ook in de Verenigde Staten, dat het ernaar uitziet dat Amerika's president hiermee zijn eigen politieke bestaan op het spel heeft gezet. Zo zelfs dat men zich gaat afvragen of deze pre sident het einde van zijn ambtstermijn zal halen. En dat is een uitzonderlijke gebeurtenis in Amerika's geschiedenis. NA DE BEVRIJDINGSDAG KWAM DE CUPDAG ¥¥ET ZIET ernaar uit dat een van de vragen die de 3 juni te kiezen gemeenteraden spoedig intens zullen bezighouden déze zal zijn: Moeten er openbare raadscommissievergaderin gen gehouden worden of dienen deze vergaderingen, zoals tot dusver veelal gebruikelijk is, besloten te blijven?" Twee politieke groeperingen, het Progressief Akkoord (P.v.d.A., PSP, PPR en als er geen PAK is, elk van deze partijen afzonderlijk) en D'66 stellen hun eis dat de raadscommissie- vergaderingen in het openbaar gehou den moeten worden heel nadrukkelijk in hun programma's; de meeste ande re partijen zwijgen er vooralsnog over zodat in september moet blijken of zij voor- of tegenstanders zijn. Het gaat hierbij om de vaste com missies van advies en bijstand die door de gemeenteraad ingesteld worden (uit sluitend) op advies van het college van burgemeester en wethouders. De (in 1964 op dit punt sterk gewijzigde) Ge meentewet kent daarnaast de functio nele commissies zoals bijzondere ra den die met het oog op de beharti ging van bepaalde belangen worden in gesteld en de commissies met het oog op de behartiging van de belangen van een deel van de gemeente dat daarvoor door ligging of karakter in aanmerking komt (wijkraden e.a.); ook deze kan de gemeenteraad instellen. Het gaat ons echter in dit artikel om de vaste commissies van advies en bijstand die tot dusver in verreweg de meeste gemeenten in beslotenheid bij eenkomen. Zeer binnenkort hopen wij op plaats en taak van de functionele commissies en de wijk- en dorpsraden terug te komen. De vaste commissies van advies en bijstand worden in het algemeen voor gezeten door de burgemeester of de wethouder die de betreffende porte feuille beheert. Niet zelden heeft het verwijt geklonken dat tal van zaken al zó intensief in de commissie zijn door gepraat dat de raadsleden er in de openbare raadsvergadering maar over zwijgen. In dit verband een frappante uitspraak van een wethouder die in de raadsvergadering in een van de grote steden zó op de opmerking van een raadslid reageerde: „Maar meneer, daar kan ik echt niets meer over zeggen, ik heb u in de commissievergadering toch •1 royaal mijn reactie gegeven?" Let wel, het ging bepaald niet om een ge heime zaak, het raadslid had gevraagd waarom de verlichting van een bepaal de straat niet verbeterd kon worden. Aan de noodzaak de vergaderingen van de vaste raadscommissies besloten te houden wordt steeds meer getwij feld. In het debat over de begroting- 1970 van Binnenlandse Zaken heeft het WD-Tweede Kamerlid Hans Wiegel zich een duidelijk voorstander van de openbaarheid van commissievergade ringen getoond; hij heeft in dit debat ook enkele van de zeer spaarzame voorbeelden genoemd van gemeentera den die de deuren van hun commissie kamers geopend hebben, o.m. de Zuid hollandse gemeente Zoetermeer. Mis schien is het van waarde om aan de hand van de Zoetermeerse praktijk (van nu krap een jaar) het nut van deze openbaarheid na te gaan. deze ontwikkeling hebben aangekeken zijn nu duidelijke voorstanders van de openbaarheid en de initiatiefnemers van toen zijn zelfs verbaasd over het feit dat zóveel zaken al in een veel vroeger stadium zonder enig bezwaar in de openbaarheid kunnen komen. Ook de voorlichting aan de burgerij heeft er de vruchten van kunnen pluk ken; in de commissievergaderingen kunnen immers tal van zaken die de in woners direct raken (verkeerssituatie in de wijken, openbaar vervoer, groen voorzieningen in een bepaalde buurt, tarieven van het zwembad, nieuwe wo ningbouwprojecten enz.) rustig in klei ne kring doorgepraat worden wat in een plenaire raadsvergadering over het algemeen volstrekt onmogelijk is (al leen al vanwege de lange agenda). De pers draagt er zorg voor dat het in de commissievergaderingen besprokene aan de niet aanwezige inwoners doorge geven wordt. Twee voorbeelden van het nut van openbare commissievergaderingen: toen in de raadscommissie woningbouw een groot project werd doorgepraat werd de op de publieke tribune aanwezige voor zitter van de federatie van woning bouwverenigingen uitgenodigd nadere informatie te geven; zijn bijdrage was een verrijking van de commissie-dis cussie. En toen in een vergadering van de commissie van sociale zaken de sub sidiëring van de gezinsverzorging werd behandeld en een commissielid een de tailvraag stelde waarop noch de wet houder noch de directeur van de sociale dienst antwoord kon geven, was het al leen maar plezierig dat de secretaris van een instelling voor gezinsverzor ging van de publieke tribune af het antwoord kon verstrekken. Kortom, deze openbaarheid is een succes in Zoetermeer; zonder enige twijfel zal de nieuwe raad daar geen eind aan maken. Sceptici op dit punt plegen op te mer ken: „Je moet niet verwachten dat de burgerij in groten getale naar de com missievergaderingen zal komen, je mag blij zijn als er een paar mensen op de publieke tribune zitten". Het is een erg flauwe en niet ter zake doende opmer king; in de meeste gevallen was het in Zoetermeer, vooral aanvankelijk, niet druk op de publieke tribune maar moet dat een rem op de openbaarheid zijn? Nee toch? Een andere mogelijke tegenwerping is dat de raads(commissie)leden in de ge legenheid gesteld moeten worden in de commissie vrijblijvend, nog zonder standpuntbepaling, te discussiëren en dat dit in de openbaarheid niet moge lijk zou zijn. Welnu, in Zoetermeer is de sfeer in de raadscommissievergade ringen na het instellen van de open baarheid dezelfde gebleven, men heeft (indien nodig) ook in de openbaarheid vrijblijvend kunnen discussiëren en niemand heeft er schade door geleden. Laten we beginnen met het wegne men van een mogelijk misverstand: met openbare commissievergaderingen be doelen we niet de openbare vergaderin gen van raadscommissies die in de af gelopen jaren o.a. in Amsterdam, Rot terdam en Apeldoorn vóór de plenaire begrotingsbehandeling gehouden zijn; dit waren heel duidelijk incidentele bij eenkomsten voor een bijzondere gele genheid (behandeling gemeentebegro ting). Met openbare commissievergade ringen bedoelen we hier het als regel openbaar houden van vergaderingen van raadscommissies. In Zoetermeer kwam de nieuwe ver ordening op de raadscommissies (waar van deze clausule deel uitmaakt) vorig jaar tot stand op voorstel van het door de toekomstige burgemeester van Utrecht, H. G. I. baron van Tuyll van Serooskerken, geleide college van B. en W., nadat vooral de socialistische en confessionele raadsfracties erom ge vraagd hadden. Met algemene stemmen werd dit voorstel aanvaard en korte tijd later werd de eerste openbare com missievergadering gehouden. In de desbetreffende raadsvergade ring was van verschillende zijden naar voren gebracht dat men er rekening mee zou moeten houden dat slechts een deel van de commissievergaderingen „open" zou zijn; ik herinner me dat de voorzitters van de commissies (leden van het college van B. en W.) aan het slot van de laatste besloten commissie vergadering met de leden afspraken dat telkens van te voren, aan de hand van de agenda, besloten zou worden of een vergadering openbaar of besloten zou zijn. Welnu, het is sindsdien vrijwel niet voorgekomen dat zulk (telefonisch) overleg vooraf noodzakelijk was; vrij wel alle commissievergaderingen zijn n.l. in volle openbaarheid gehouden: die van ruimtelijke ordening, woningbouw, financiën, onderwijs, sociale zaken en volksgezondheid, recreatie, sport- en jeugdzaken, culturele zaken en ver- keer-vervoer. Alleen de bijeenkomsten van de commissie openbare werken zijn besloten gebleven omdat daarin nogal wat onderhandelingen en transacties met derden (veel particulieren) ter sprake gebracht worden, die uiteraard zelden spoedig in de openbaarheid kun nen komen. DE gemeenteraad van Zoetermeer heeft beslist geen spijt van zijn vorig jaar genomen besluit, integendeel! Ook zij die tóen wat aarzelend tegen UET principe van de openbaarheid van raadscommissievergaderingen dient naar onze mening te zijn dat de mógelijkheid voor een ieder om aanwe zig te zijn moet worden opengesteld; de praktijk is dat alleen al de presentie van direct betrokkenen op de publieke tribune de commissie-beraadslagingen alleen maar verrijkt en de goodwill van het gemeentebestuur én de goede com municatie versterkt. De raad van Zoetermeer heeft het hierbij niet gelaten; hij heeft ook de mogelijkheid tot het instellen van sub commissies (parallel aan de vaste com missies van advies en bijstand) ge creëerd; op het ogenblik wordt gewerkt aan voordracht en benoeming van de leden daarvan; het is de bedoeling dat dit deskundigen, betrokkenen en verte genwoordigers van maatschappelijke stromingen zullen zijn. Verwacht wordt dat commissie en subcommissie in de praktijk veelal gemeenschappelijk zul len vergaderen. Ook op deze wijze heeft men willen tegemoetkomen aan het verlangen naar méér openheid en inspraak. E. J, MATHIES NIXON KOOS DE MILITAIRE WEG PRESIDENT NIXON Ver. Staten Dit is het probleem waarvoor presi dent Nixon zich gesteld ziet: kunnen de Verenigde Staten zich een neder laag veroorloven? De Verenigde Sta ten het rijkste land ter wereld, het machtigste land ter wereld, de kam pioen voor de rechten en vrijheden die de miljoenen bewoners van net Westen als onmisbare levensvoor waarden hebben leren kennen en hebben ervaren kan dit land het zich veroorloven juist in dit deel van de wereld waar het communistisch en het westers levenspatroon op elkaar botsen en waar gezichtsverlies als do delijk wordt aangerekend, een neder laag te lijden? En dat is niet alleen een probleem van president Nixon alleen (ook al is hij de alleen-verantwoordelijke man en ook al is hij een ijdel man die geen nederlaag verdragen kan!), het is niet minder het probleem van alle Amerikanen en van allen die zich met Amerika verbonden voelen, los van alle kritiek die men op de situatie in dat land kan hebben. Zo ook heeft het Nederlandse kabinet het waarschijn lijk aangevoeld toen het op een wel zeer vroegtijdig ogenblik liet weten dat het begrip had voor de stoot naar Cambodja maar met hetzelfde recht kan men zeggen dat ook de te genstanders het zo aanvoelen die met premier De Jong en minister Luns fundamenteel van mening verschillen. Ook zij voelen zich mede verantwoor delijk en zij voelen zich onaange naam verrast! Twee zaken zal men bij zijn oor deelsvorming in het oog moeten hou den: Hoe staan de zaken er voor in de drie landen waarom het hier gaat en met name in Cambodja? Was er een andere mogelijkheid dan de militaire weg die president Nixon nu heeft gekozen? Waarbij duidelijk is dat het antwoord hierop PRESIDENT THIEU Zuid-Vietnam heel sterk afhankelijk moet zijn van het antwoord op de eerste vraag. Een blik op het kaartje dat we hier boven hebben afgedrukt maakt al veel duidelijk. Rechts, als het ware wegge drukt tegen de zee-kusten, ligt Viet nam, verdeeld door de zeventiende breedtegraad, gewikkeld in een strijd die onoplosbaar lijkt. Die zeventiende breedtegraad vormt een grens die of ficieel niet overschreden mag wor den: het is de bedoeling dat een ge demilitariseerde zone noord en zuid gescheiden houdt; Hoe kan nu Noord-Vietnam zijn communistische geloofsbroeders m het/zuiden op ef fectieve manier steunen met wa pens, met troepen, met alles wat voor een oorlogvoering nodig is? Die ge demilitariseerde zone is smal en moeilijk. Rechts is de zee, waar de Amerikanen heer en meester zijn. Men moet het dus over links zoeken, wat betekent: door Laos en door Cambodja. En dat gebeurt dan ook. Het gebeurt al zolang als de Vietna mese oorlog duurt. Noord-Vietnam schendt op deze wijze het grondge bied van landen die naar de duur-ge- zworen eden van Genève neutraal be horen te zijn en te blijven. Wie op dit ogenblik president Nixon aanvalt met het verwijt dat hij het grondgebied van een „neutrale" mogendheid heeft geschonden en dat zonder daartoe te zijn uitgenodigd, die had dat verwijt al veel en veel eerder aan de macht hebbers van Hanoi en aan de zo aan beden Ho Tsji-minh moeten maken. Maar de protesteerders van vandaag kijken nu eenmaal liever naar de splinter zonder de balk-in-eigen-oog te zien! Nu dient hierbij vermeld te worden dat van het neutrale karakter van deze twee landen nog nooit iets is te recht gekomen. Omdat ze in feite net zo verdeeld zijn als Vietnam: alleen naar buiten is er een heel dunne schijn van eenheid geweest intern wordt er net zo intensief gevochten LE DOEAN Noord-Vietnam SOEVANNA PHOEMA rechts Laos SOEVANNA VONG Pathet Lao SIHANOEK links Cambodja LON NOL rechts Cambodja als in Vietnam het geval is. Ter opfris sing van het geheugen een paar bij zonderheden: Laos is al sinds 1949, het jaar waar op dit land van Frankrijk zijn onafhan kelijkheid kreeg, het land van de twee prinsen: Soevanna Phoema, tot vandaag toe nog premier, en prins Soevannavong, van datzelfde jaar 1949 af al behorend tot de groep die Ho Tsji-minh steunde. Altijd is het tussen deze twee halfbroers een zaak van geven en memen geweest. Soevanna Phoema, opgevoed in Frankrijk en nog altijd Frans georiënteerd, was premier in 1953 toen de Vietminh Laos voor zich opeiste en de Vlakte der Kruiken voor het eerst als slag veld wereldgeschiedenis werd. In 1954 kwam het akkoord van Genève tot stand: volledige politieke en mili taire integratie van de Vietminh bin nen Laos. De prins-premier hield zich aan dit akkoord, nam zijn halfbroer op in de regering, maar in 1958 moest hij het veld ruimen toen duidelijk werd dat de communisten steeds meer greep op het land gingen krijgen en een pro-Westerse groep het heft in handen nam. Twee jaar later, in 1960, kwam hij terug als premier na een nieuwe staatsgreep. Weer zocht en vond hij contact met zijn halfbroer, weer werd er in Genève een akkoord gesloten dat samenwerking gebood tussen alle partijen en weer trachtte Soevanna Phoema er het beste van te maken. Maar ook ditmaal mislukte de samenwerking. Na de moord (in 1964) op de linkse minister van Buitenland se Zaken trok Soevannavong zich met zijn Pathet Laó terug uit de regering en begon een guerrilla die nu al zes jaar lang het land verdeeld houdt. Een guerrilla die dank zij de steun van de Noord-Vietnamezen al lang tot een overwinning zou hebben geleid als de -Amerikanen hun gewicht niet in de schaal hadden gegooid. Tot eind vorig jaar geloofde men In Amerika dat de Amerikanen slechts luchtver- kenningsvluchten boven Laos uitvoer den met daarnaast „misschien nog enige andere activiteiten" de woorden zijn van president Nixon. Nu is dan bekend dat Amerikaanse vlieg tuigen soms felle bombardementen uitvoeren op Pathet-Lao en Noordviet- namese stellingen en dat Amerika praktisch het hele Laotiaanse rege ringsleger financiert. Zonder veel hoop dat het iets uithaalt want de be volking is murw en verlangt alleen nog maar naar vrede. Hoe dan ook. In Cambodja liggen de zaken wel wat anders, ook al zijn de uitgangs punten dezelfde. Ook hier tot de 18e maart van dit jaar een prins als staatshoofd, namelijk prins Sihanoek. een uitermate slim politicus die er steeds in leek te slagen vrede te houden met alle partijen en Cambod- ja's neutraliteit te handhaven. Helaas is ook dit laatste slechts schijn geble ken: net als in Laos zijn ook hier de Noordvietnamezen in feite heer en meester. Prins Sihanoek heeft altijd wel kans gezien te schipperen tussen Peking en Moskou (in dit deel van de wereld een moeilijke opgaaf!) en ook heeft hij kans gezien de Amerikanen buiten zijn grenzen te houden, maar hij heeft (al dan niet tegen zijn zin) wèl moeten toelaten dat de Noordviet namezen zijn land gebruikten als le vensader voor hun oorlog in het zui den. Op 18 maart gebeurde wat niemand eigenlijk had verwacht: Sihanoek, op bezoek in Moskou, werd afgezet door premier Lon Nol, een generaal en dus een felle anti-communist. Bovendien een felle Vietnam-hater, want de Viet- namezen zijn van oudsher de vijanden der Cambodjanen. Het was Lon Nol een doorn in het oog dat zijn land door 40.000 Vietcongstrijders en Noordvietnamezen werd misbruikt en dus gaf hij het sein tot de aanval op alles wat Vietnamees is. Echter, ook hij wilde de schijn van neutraliteit handhaven: de komst van de Zuidvietnamezen en Amerikanen was voor hem misschien wel geen verrassing maar officieel had hij niet om deze „hulp" gevraagd. En dus doende overschreed president Nixon met zijn mars door Cambodja de grens van wat in politiek opzicht als oirbaar kan worden beschouwd. Hij was niet de eerste die dat deed: zijn tegenstanders hadden het al jaren eerder gedaan, maar de vraag blijft of dat ooit een excuus kan zijn. De vraag blijft of een land als Amerika om mili taire redenen politieke neutraliteit kan schenden zelfs als die neutrali teit alleen maar schijn is! En daarmee zijn we bij het andere aspect: had het anders gekund? Is er een politieke oplossing mogelijk voor het Indochinjeurdrama? Een oplossing die recht doet niet aan de machtheb bers en hun regimes, maar aan de werkelijke wensen van de bevolking? Want het welzijn der volkeren moet toch het uitgangspunt zijn van elke in ternationale politiek. Er zijn veel mensen die het ant woord al klaar hebben: „Laten ze het onder elkaar maar uitvechten waar om moet een ander zich hiermee be moeien?" We moeten er aan toevoe gen: „Zo hebben we het in het Nige- ria-Biafra-conflict ook gedaan!" Het is wel een gemakkelijke oplossing of beter gezegd: een gemakzuchtige! Een zeer wrede en onmenselijke! De conferentietafel lijkt de enige oplossing. Maar er zijn al zoveel con- ferentietafels geweestEn aan de conferentietafel blijkt altijd weer dat de militair-machtigste het meest in de melk te brokkelen heeft. Het beste wat men nu hopen kan is dat Nixon deze stap genomen heeft om zijn te genstanders naar de conferentietafel te dwingen. En dat hij aan die confe rentietafel het welzijn der volkeren als punt nummer één op de agenda zet. Want als ooit zou blijken dat deze schending van neutraliteit is ingege ven door angst voor eigen prestige verlies, dan behoort deze Nixon als president van de Verenigde Staten te worden afgezet. Laten we het er op dit moment nog op houden dat hij het eerlijk meent. D otterdam op bevrijdingsdag. Drs. Maria de Groot drinkt op het zonovergoten plein voor het raadhuis haastig het laatste slokje bevrjjdingskoffie. Zo juist heeft deze 32-jarige doctorandus in de Nederlandse taal en letter kunde haar rede uitgesproken in de Laurens- kerk. Voor haar woorden uit hadden die van wijlen prof. Presser geklonken en na haar had koningin Juliana het woord gevoerd. Als ze haar kopje neerzet komt de Rotterdamse bur gemeestervrouw, mevrouw Thomassen naar haar toe: „Uw woorden waren het beste dat ik in vijf jaar heb gehoord!" En achter haar staat de commissaris der koningin in Zuid- Holland. Mr. Klaasses/.: „Het was buitenge woon wat u hebt gezegd!" Het was buiten-ge woon - buiten het gewone. Deze dienst in de Laurenskerk, prachtig symbool van Rotter- iams herrijzenis, was de officiële nationale feestelijke bevrijdingsherdenking, belegd dooi het officiële comité. En zoals het behoort wa ren er al de hoogwaardigheidsbekleders di» bij een dergelijke herdenking aanwezig beho ren te zijn: onze vorstin en haar koninklijk huis, de ministers en de Kamerleden, de gene aals en de admiraals en de diplomaten, d< aptains of industry en de hoge kerkelijk utoriteiten. En in dat gezelschap begint een jonge vrou\ laar rede aldus: „Voor my is de bevrijding en weg. Dat was zo in 1945 toen de Canadese tanks door onze wijk ploegden en dat is nog to in 1970 nu de lijken gelost worden in de Mekong." En even verder: „Vrijheid voor de ander is onbeschermde vrijheid voor mij, is het geweld afleggen en de weg kiezen van het woord, zonder triomfbogen, uniformen of ridderordes. De kerken kunnen hun torens omlaag halen en in het puin zoeken naar hun gebroken altaren, want daaroverheen leidt de weg van het woord: een onaanzienlijke land weg waarlangs we het hout kunnen slepen naar de heuvelen van Zuidoost-Azië die ont- bost zijn en naar de hoogvlakten van Zuid- Afrika waar nog slaven rondlopen en overal heen waar nog geen huizen zijn." Beslist niet de woorden welke men op eer bevrijdingsdag gewoonlijk kan beluisteren. Daarvoor was haar aanklacht te fel: „Wij herdenken vandaag de nederlaag van ons en onze bevrijders!" Wèl woorden die drs. Maria de Groot recht uit het hart kwamen. Want zij behoort tot die generatie van wie de koningin zei dat zij de oudere verwijt dat die weinig terecht heeft gebracht van de verwachtin gen van hen die in de oorlog vielen en van hen die de oorlog hebben overleefd. En drs. Maria de Groot is iemand die mee zoekt naar het antwoord op de slotvraag die koningin luliana stelde: „Wij allen mogen ons wel eens tfvragen waar wij voor zouden willen leven en sterven!" r> otterdam op de Cup-dag. Hetzelfde zon- overgoten raadhuisplein maar nu verdrin gen er zich honderdduizend mensen. Hon derdduizend mensen! Zij allen heffen de ar men omhoog als daarboven, op het balkon, de Feijenoord-voetballers verschijnen. En als de fel begeerde cup omhoog gestoken wordt klinkt minutenlang het gejuich. Het rood en wit is geschilderd tot op de daken van de au to's, de Feijenoordliederen klinken op naar het bordes waar de helden de dank in ont vangst nemen van hun stad, hun Rotterdam. Want zij hebben het ideaal, het grote ideaal van al die honderdduizenden in vervulling doen gaan: zjj hebben het meest enerverende toernooi van ieder jaar, dat om de Europa Cup I, gewonnen! TVeemaal Rotterdam. Is het eerlijk om deze twee beelden naast elkaar te zet ten? Om die juichende mensenmassa de felle en bewogen woorden van Maria de Groot voor te houden? Om ze te confronteren met die slotvraag van de koningin: weten we waarvoor we willen leven? Het ljjkt alsof w(j de Rotterdammers hun voetbalglorie niet gunnen. Of wij het grote volksvermaak dat voetbal is willen kleineren. Maar zo is het niet. Wij kunnen meeleven en meevoelen met de intense blijheid om het winnen van die be ker. En wij zijn niet minder trots op „ons Fejjenoord" dan welke Rotterdam ook. Als we maar niet vergeten dat voetbal, ont spanning, recreatie, maar één facet is van ons leven. Een belangrijk facet de vele vrtfe dagen van deze week hebben ons dat wel weer geleerd. Maar niet het enige, zelfs niet het belangrijkste. Prettig om te hebben in het leven maar niet wat koningin Juliana be doelde!

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1970 | | pagina 10