Pleidooi voor de
openbaarheid van
raadscommissies
i
Tweemaal Rotterdam
Als regel
Deuren open
«- Openheid
En weer is er een nieuw hoofdstuk begonnen in de ge
schiedenis van Indochina, van Vietnam, Cambodja en Laos.
Het is een geschiedenis die al sinds jaren loopt van slagveld
naar conferentietafel en van conferentietafel naar slagveld.
Een geschiedenis waarin het woord Genève, broedplaats
van zovele akkoorden, even vaak voorkomt als de namen
der breedtegraden en als de slagvelden die al een haast ver
trouwde klank hebben gekregen: de Mekongdelta, de Vlakte
der Kruiken en ga zo maar door.
Da jongste beslissing van president Nixon om nu ook
Cambodja officieel krijgstoneel te maken der Amerikaanse
legers vormt de inleiding van dat nieuwe hoofdstuk. Het is
een beslissing die zoveel opschudding teweeggebracht heeft,
niet alleen in de betrokken landen zelf, maar vooral ook in
de Verenigde Staten, dat het ernaar uitziet dat Amerika's
president hiermee zijn eigen politieke bestaan op het spel
heeft gezet. Zo zelfs dat men zich gaat afvragen of deze pre
sident het einde van zijn ambtstermijn zal halen. En dat
is een uitzonderlijke gebeurtenis in Amerika's geschiedenis.
NA DE BEVRIJDINGSDAG KWAM DE CUPDAG
¥¥ET ZIET ernaar uit dat een van
de vragen die de 3 juni te kiezen
gemeenteraden spoedig intens zullen
bezighouden déze zal zijn: Moeten er
openbare raadscommissievergaderin
gen gehouden worden of dienen deze
vergaderingen, zoals tot dusver veelal
gebruikelijk is, besloten te blijven?"
Twee politieke groeperingen, het
Progressief Akkoord (P.v.d.A., PSP,
PPR en als er geen PAK is, elk van
deze partijen afzonderlijk) en D'66
stellen hun eis dat de raadscommissie-
vergaderingen in het openbaar gehou
den moeten worden heel nadrukkelijk
in hun programma's; de meeste ande
re partijen zwijgen er vooralsnog over
zodat in september moet blijken of zij
voor- of tegenstanders zijn.
Het gaat hierbij om de vaste com
missies van advies en bijstand die door
de gemeenteraad ingesteld worden (uit
sluitend) op advies van het college van
burgemeester en wethouders. De (in
1964 op dit punt sterk gewijzigde) Ge
meentewet kent daarnaast de functio
nele commissies zoals bijzondere ra
den die met het oog op de beharti
ging van bepaalde belangen worden in
gesteld en de commissies met het oog
op de behartiging van de belangen van
een deel van de gemeente dat daarvoor
door ligging of karakter in aanmerking
komt (wijkraden e.a.); ook deze kan
de gemeenteraad instellen.
Het gaat ons echter in dit artikel om
de vaste commissies van advies en
bijstand die tot dusver in verreweg de
meeste gemeenten in beslotenheid bij
eenkomen. Zeer binnenkort hopen wij
op plaats en taak van de functionele
commissies en de wijk- en dorpsraden
terug te komen.
De vaste commissies van advies en
bijstand worden in het algemeen voor
gezeten door de burgemeester of de
wethouder die de betreffende porte
feuille beheert. Niet zelden heeft het
verwijt geklonken dat tal van zaken al
zó intensief in de commissie zijn door
gepraat dat de raadsleden er in de
openbare raadsvergadering maar over
zwijgen. In dit verband een frappante
uitspraak van een wethouder die in de
raadsvergadering in een van de grote
steden zó op de opmerking van een
raadslid reageerde: „Maar meneer, daar
kan ik echt niets meer over zeggen, ik
heb u in de commissievergadering toch
•1 royaal mijn reactie gegeven?" Let
wel, het ging bepaald niet om een ge
heime zaak, het raadslid had gevraagd
waarom de verlichting van een bepaal
de straat niet verbeterd kon worden.
Aan de noodzaak de vergaderingen
van de vaste raadscommissies besloten
te houden wordt steeds meer getwij
feld. In het debat over de begroting-
1970 van Binnenlandse Zaken heeft het
WD-Tweede Kamerlid Hans Wiegel
zich een duidelijk voorstander van de
openbaarheid van commissievergade
ringen getoond; hij heeft in dit debat
ook enkele van de zeer spaarzame
voorbeelden genoemd van gemeentera
den die de deuren van hun commissie
kamers geopend hebben, o.m. de Zuid
hollandse gemeente Zoetermeer. Mis
schien is het van waarde om aan de
hand van de Zoetermeerse praktijk
(van nu krap een jaar) het nut van deze
openbaarheid na te gaan.
deze ontwikkeling hebben aangekeken
zijn nu duidelijke voorstanders van de
openbaarheid en de initiatiefnemers
van toen zijn zelfs verbaasd over het
feit dat zóveel zaken al in een veel
vroeger stadium zonder enig bezwaar in
de openbaarheid kunnen komen.
Ook de voorlichting aan de burgerij
heeft er de vruchten van kunnen pluk
ken; in de commissievergaderingen
kunnen immers tal van zaken die de in
woners direct raken (verkeerssituatie in
de wijken, openbaar vervoer, groen
voorzieningen in een bepaalde buurt,
tarieven van het zwembad, nieuwe wo
ningbouwprojecten enz.) rustig in klei
ne kring doorgepraat worden wat in
een plenaire raadsvergadering over het
algemeen volstrekt onmogelijk is (al
leen al vanwege de lange agenda). De
pers draagt er zorg voor dat het in de
commissievergaderingen besprokene
aan de niet aanwezige inwoners doorge
geven wordt.
Twee voorbeelden van het nut van
openbare commissievergaderingen: toen
in de raadscommissie woningbouw een
groot project werd doorgepraat werd de
op de publieke tribune aanwezige voor
zitter van de federatie van woning
bouwverenigingen uitgenodigd nadere
informatie te geven; zijn bijdrage was
een verrijking van de commissie-dis
cussie. En toen in een vergadering van
de commissie van sociale zaken de sub
sidiëring van de gezinsverzorging werd
behandeld en een commissielid een de
tailvraag stelde waarop noch de wet
houder noch de directeur van de sociale
dienst antwoord kon geven, was het al
leen maar plezierig dat de secretaris
van een instelling voor gezinsverzor
ging van de publieke tribune af het
antwoord kon verstrekken.
Kortom, deze openbaarheid is een
succes in Zoetermeer; zonder enige
twijfel zal de nieuwe raad daar geen
eind aan maken.
Sceptici op dit punt plegen op te mer
ken: „Je moet niet verwachten dat de
burgerij in groten getale naar de com
missievergaderingen zal komen, je mag
blij zijn als er een paar mensen op de
publieke tribune zitten". Het is een erg
flauwe en niet ter zake doende opmer
king; in de meeste gevallen was het in
Zoetermeer, vooral aanvankelijk, niet
druk op de publieke tribune maar moet
dat een rem op de openbaarheid zijn?
Nee toch?
Een andere mogelijke tegenwerping is
dat de raads(commissie)leden in de ge
legenheid gesteld moeten worden in de
commissie vrijblijvend, nog zonder
standpuntbepaling, te discussiëren en
dat dit in de openbaarheid niet moge
lijk zou zijn. Welnu, in Zoetermeer is
de sfeer in de raadscommissievergade
ringen na het instellen van de open
baarheid dezelfde gebleven, men heeft
(indien nodig) ook in de openbaarheid
vrijblijvend kunnen discussiëren en
niemand heeft er schade door geleden.
Laten we beginnen met het wegne
men van een mogelijk misverstand: met
openbare commissievergaderingen be
doelen we niet de openbare vergaderin
gen van raadscommissies die in de af
gelopen jaren o.a. in Amsterdam, Rot
terdam en Apeldoorn vóór de plenaire
begrotingsbehandeling gehouden zijn;
dit waren heel duidelijk incidentele bij
eenkomsten voor een bijzondere gele
genheid (behandeling gemeentebegro
ting). Met openbare commissievergade
ringen bedoelen we hier het als regel
openbaar houden van vergaderingen
van raadscommissies.
In Zoetermeer kwam de nieuwe ver
ordening op de raadscommissies (waar
van deze clausule deel uitmaakt) vorig
jaar tot stand op voorstel van het door
de toekomstige burgemeester van
Utrecht, H. G. I. baron van Tuyll van
Serooskerken, geleide college van B. en
W., nadat vooral de socialistische en
confessionele raadsfracties erom ge
vraagd hadden. Met algemene stemmen
werd dit voorstel aanvaard en korte
tijd later werd de eerste openbare com
missievergadering gehouden.
In de desbetreffende raadsvergade
ring was van verschillende zijden naar
voren gebracht dat men er rekening
mee zou moeten houden dat slechts een
deel van de commissievergaderingen
„open" zou zijn; ik herinner me dat de
voorzitters van de commissies (leden
van het college van B. en W.) aan het
slot van de laatste besloten commissie
vergadering met de leden afspraken
dat telkens van te voren, aan de hand
van de agenda, besloten zou worden of
een vergadering openbaar of besloten
zou zijn.
Welnu, het is sindsdien vrijwel niet
voorgekomen dat zulk (telefonisch)
overleg vooraf noodzakelijk was; vrij
wel alle commissievergaderingen zijn
n.l. in volle openbaarheid gehouden: die
van ruimtelijke ordening, woningbouw,
financiën, onderwijs, sociale zaken en
volksgezondheid, recreatie, sport- en
jeugdzaken, culturele zaken en ver-
keer-vervoer. Alleen de bijeenkomsten
van de commissie openbare werken zijn
besloten gebleven omdat daarin nogal
wat onderhandelingen en transacties
met derden (veel particulieren) ter
sprake gebracht worden, die uiteraard
zelden spoedig in de openbaarheid kun
nen komen.
DE gemeenteraad van Zoetermeer
heeft beslist geen spijt van zijn
vorig jaar genomen besluit, integendeel!
Ook zij die tóen wat aarzelend tegen
UET principe van de openbaarheid
van raadscommissievergaderingen
dient naar onze mening te zijn dat de
mógelijkheid voor een ieder om aanwe
zig te zijn moet worden opengesteld; de
praktijk is dat alleen al de presentie
van direct betrokkenen op de publieke
tribune de commissie-beraadslagingen
alleen maar verrijkt en de goodwill van
het gemeentebestuur én de goede com
municatie versterkt.
De raad van Zoetermeer heeft het
hierbij niet gelaten; hij heeft ook de
mogelijkheid tot het instellen van sub
commissies (parallel aan de vaste com
missies van advies en bijstand) ge
creëerd; op het ogenblik wordt gewerkt
aan voordracht en benoeming van de
leden daarvan; het is de bedoeling dat
dit deskundigen, betrokkenen en verte
genwoordigers van maatschappelijke
stromingen zullen zijn. Verwacht wordt
dat commissie en subcommissie in de
praktijk veelal gemeenschappelijk zul
len vergaderen. Ook op deze wijze
heeft men willen tegemoetkomen aan
het verlangen naar méér openheid en
inspraak.
E. J, MATHIES
NIXON KOOS DE
MILITAIRE WEG
PRESIDENT
NIXON
Ver. Staten
Dit is het probleem waarvoor presi
dent Nixon zich gesteld ziet: kunnen
de Verenigde Staten zich een neder
laag veroorloven? De Verenigde Sta
ten het rijkste land ter wereld, het
machtigste land ter wereld, de kam
pioen voor de rechten en vrijheden
die de miljoenen bewoners van net
Westen als onmisbare levensvoor
waarden hebben leren kennen en
hebben ervaren kan dit land het
zich veroorloven juist in dit deel van
de wereld waar het communistisch en
het westers levenspatroon op elkaar
botsen en waar gezichtsverlies als do
delijk wordt aangerekend, een neder
laag te lijden?
En dat is niet alleen een probleem
van president Nixon alleen (ook al is
hij de alleen-verantwoordelijke man
en ook al is hij een ijdel man die
geen nederlaag verdragen kan!), het
is niet minder het probleem van alle
Amerikanen en van allen die zich met
Amerika verbonden voelen, los van
alle kritiek die men op de situatie in
dat land kan hebben. Zo ook heeft het
Nederlandse kabinet het waarschijn
lijk aangevoeld toen het op een wel
zeer vroegtijdig ogenblik liet weten
dat het begrip had voor de stoot naar
Cambodja maar met hetzelfde
recht kan men zeggen dat ook de te
genstanders het zo aanvoelen die met
premier De Jong en minister Luns
fundamenteel van mening verschillen.
Ook zij voelen zich mede verantwoor
delijk en zij voelen zich onaange
naam verrast!
Twee zaken zal men bij zijn oor
deelsvorming in het oog moeten hou
den:
Hoe staan de zaken er voor in de
drie landen waarom het hier gaat
en met name in Cambodja?
Was er een andere mogelijkheid
dan de militaire weg die president
Nixon nu heeft gekozen? Waarbij
duidelijk is dat het antwoord hierop
PRESIDENT
THIEU
Zuid-Vietnam
heel sterk afhankelijk moet zijn van
het antwoord op de eerste vraag.
Een blik op het kaartje dat we hier
boven hebben afgedrukt maakt al veel
duidelijk. Rechts, als het ware wegge
drukt tegen de zee-kusten, ligt Viet
nam, verdeeld door de zeventiende
breedtegraad, gewikkeld in een strijd
die onoplosbaar lijkt. Die zeventiende
breedtegraad vormt een grens die of
ficieel niet overschreden mag wor
den: het is de bedoeling dat een ge
demilitariseerde zone noord en zuid
gescheiden houdt; Hoe kan nu
Noord-Vietnam zijn communistische
geloofsbroeders m het/zuiden op ef
fectieve manier steunen met wa
pens, met troepen, met alles wat voor
een oorlogvoering nodig is? Die ge
demilitariseerde zone is smal en
moeilijk. Rechts is de zee, waar de
Amerikanen heer en meester zijn.
Men moet het dus over links zoeken,
wat betekent: door Laos en door
Cambodja. En dat gebeurt dan ook.
Het gebeurt al zolang als de Vietna
mese oorlog duurt. Noord-Vietnam
schendt op deze wijze het grondge
bied van landen die naar de duur-ge-
zworen eden van Genève neutraal be
horen te zijn en te blijven. Wie op dit
ogenblik president Nixon aanvalt met
het verwijt dat hij het grondgebied
van een „neutrale" mogendheid heeft
geschonden en dat zonder daartoe te
zijn uitgenodigd, die had dat verwijt al
veel en veel eerder aan de macht
hebbers van Hanoi en aan de zo aan
beden Ho Tsji-minh moeten maken.
Maar de protesteerders van vandaag
kijken nu eenmaal liever naar de
splinter zonder de balk-in-eigen-oog
te zien!
Nu dient hierbij vermeld te worden
dat van het neutrale karakter van
deze twee landen nog nooit iets is te
recht gekomen. Omdat ze in feite net
zo verdeeld zijn als Vietnam: alleen
naar buiten is er een heel dunne
schijn van eenheid geweest intern
wordt er net zo intensief gevochten
LE DOEAN
Noord-Vietnam
SOEVANNA
PHOEMA
rechts Laos
SOEVANNA
VONG
Pathet Lao
SIHANOEK
links Cambodja
LON NOL
rechts Cambodja
als in Vietnam het geval is. Ter opfris
sing van het geheugen een paar bij
zonderheden:
Laos is al sinds 1949, het jaar waar
op dit land van Frankrijk zijn onafhan
kelijkheid kreeg, het land van de
twee prinsen: Soevanna Phoema, tot
vandaag toe nog premier, en prins
Soevannavong, van datzelfde jaar 1949
af al behorend tot de groep die Ho
Tsji-minh steunde. Altijd is het tussen
deze twee halfbroers een zaak van
geven en memen geweest. Soevanna
Phoema, opgevoed in Frankrijk en
nog altijd Frans georiënteerd, was
premier in 1953 toen de Vietminh
Laos voor zich opeiste en de Vlakte
der Kruiken voor het eerst als slag
veld wereldgeschiedenis werd. In
1954 kwam het akkoord van Genève
tot stand: volledige politieke en mili
taire integratie van de Vietminh bin
nen Laos. De prins-premier hield zich
aan dit akkoord, nam zijn halfbroer op
in de regering, maar in 1958 moest hij
het veld ruimen toen duidelijk werd
dat de communisten steeds meer
greep op het land gingen krijgen en
een pro-Westerse groep het heft in
handen nam. Twee jaar later, in 1960,
kwam hij terug als premier na een
nieuwe staatsgreep. Weer zocht en
vond hij contact met zijn halfbroer,
weer werd er in Genève een akkoord
gesloten dat samenwerking gebood
tussen alle partijen en weer trachtte
Soevanna Phoema er het beste van te
maken. Maar ook ditmaal mislukte de
samenwerking. Na de moord (in 1964)
op de linkse minister van Buitenland
se Zaken trok Soevannavong zich met
zijn Pathet Laó terug uit de regering
en begon een guerrilla die nu al zes
jaar lang het land verdeeld houdt.
Een guerrilla die dank zij de steun
van de Noord-Vietnamezen al lang tot
een overwinning zou hebben geleid
als de -Amerikanen hun gewicht niet in
de schaal hadden gegooid. Tot eind
vorig jaar geloofde men In Amerika
dat de Amerikanen slechts luchtver-
kenningsvluchten boven Laos uitvoer
den met daarnaast „misschien nog
enige andere activiteiten" de
woorden zijn van president Nixon. Nu
is dan bekend dat Amerikaanse vlieg
tuigen soms felle bombardementen
uitvoeren op Pathet-Lao en Noordviet-
namese stellingen en dat Amerika
praktisch het hele Laotiaanse rege
ringsleger financiert. Zonder veel
hoop dat het iets uithaalt want de be
volking is murw en verlangt alleen
nog maar naar vrede. Hoe dan ook.
In Cambodja liggen de zaken wel
wat anders, ook al zijn de uitgangs
punten dezelfde. Ook hier tot de
18e maart van dit jaar een prins als
staatshoofd, namelijk prins Sihanoek.
een uitermate slim politicus die er
steeds in leek te slagen vrede te
houden met alle partijen en Cambod-
ja's neutraliteit te handhaven. Helaas
is ook dit laatste slechts schijn geble
ken: net als in Laos zijn ook hier de
Noordvietnamezen in feite heer en
meester. Prins Sihanoek heeft altijd
wel kans gezien te schipperen tussen
Peking en Moskou (in dit deel van de
wereld een moeilijke opgaaf!) en ook
heeft hij kans gezien de Amerikanen
buiten zijn grenzen te houden, maar
hij heeft (al dan niet tegen zijn zin)
wèl moeten toelaten dat de Noordviet
namezen zijn land gebruikten als le
vensader voor hun oorlog in het zui
den.
Op 18 maart gebeurde wat niemand
eigenlijk had verwacht: Sihanoek, op
bezoek in Moskou, werd afgezet door
premier Lon Nol, een generaal en dus
een felle anti-communist. Bovendien
een felle Vietnam-hater, want de Viet-
namezen zijn van oudsher de vijanden
der Cambodjanen. Het was Lon Nol
een doorn in het oog dat zijn land
door 40.000 Vietcongstrijders en
Noordvietnamezen werd misbruikt en
dus gaf hij het sein tot de aanval op
alles wat Vietnamees is.
Echter, ook hij wilde de schijn van
neutraliteit handhaven: de komst van
de Zuidvietnamezen en Amerikanen
was voor hem misschien wel geen
verrassing maar officieel had hij niet
om deze „hulp" gevraagd. En dus
doende overschreed president Nixon
met zijn mars door Cambodja de
grens van wat in politiek opzicht als
oirbaar kan worden beschouwd. Hij
was niet de eerste die dat deed: zijn
tegenstanders hadden het al jaren
eerder gedaan, maar de vraag blijft of
dat ooit een excuus kan zijn. De vraag
blijft of een land als Amerika om mili
taire redenen politieke neutraliteit
kan schenden zelfs als die neutrali
teit alleen maar schijn is!
En daarmee zijn we bij het andere
aspect: had het anders gekund? Is er
een politieke oplossing mogelijk voor
het Indochinjeurdrama? Een oplossing
die recht doet niet aan de machtheb
bers en hun regimes, maar aan de
werkelijke wensen van de bevolking?
Want het welzijn der volkeren moet
toch het uitgangspunt zijn van elke in
ternationale politiek.
Er zijn veel mensen die het ant
woord al klaar hebben: „Laten ze het
onder elkaar maar uitvechten waar
om moet een ander zich hiermee be
moeien?" We moeten er aan toevoe
gen: „Zo hebben we het in het Nige-
ria-Biafra-conflict ook gedaan!" Het is
wel een gemakkelijke oplossing of
beter gezegd: een gemakzuchtige!
Een zeer wrede en onmenselijke!
De conferentietafel lijkt de enige
oplossing. Maar er zijn al zoveel con-
ferentietafels geweestEn aan de
conferentietafel blijkt altijd weer dat
de militair-machtigste het meest in de
melk te brokkelen heeft. Het beste
wat men nu hopen kan is dat Nixon
deze stap genomen heeft om zijn te
genstanders naar de conferentietafel
te dwingen. En dat hij aan die confe
rentietafel het welzijn der volkeren
als punt nummer één op de agenda
zet. Want als ooit zou blijken dat deze
schending van neutraliteit is ingege
ven door angst voor eigen prestige
verlies, dan behoort deze Nixon als
president van de Verenigde Staten te
worden afgezet. Laten we het er op
dit moment nog op houden dat hij het
eerlijk meent.
D otterdam op bevrijdingsdag. Drs. Maria
de Groot drinkt op het zonovergoten plein
voor het raadhuis haastig het laatste slokje
bevrjjdingskoffie. Zo juist heeft deze 32-jarige
doctorandus in de Nederlandse taal en letter
kunde haar rede uitgesproken in de Laurens-
kerk. Voor haar woorden uit hadden die van
wijlen prof. Presser geklonken en na haar had
koningin Juliana het woord gevoerd. Als ze
haar kopje neerzet komt de Rotterdamse bur
gemeestervrouw, mevrouw Thomassen naar
haar toe: „Uw woorden waren het beste dat
ik in vijf jaar heb gehoord!" En achter haar
staat de commissaris der koningin in Zuid-
Holland. Mr. Klaasses/.: „Het was buitenge
woon wat u hebt gezegd!" Het was buiten-ge
woon - buiten het gewone. Deze dienst in de
Laurenskerk, prachtig symbool van Rotter-
iams herrijzenis, was de officiële nationale
feestelijke bevrijdingsherdenking, belegd dooi
het officiële comité. En zoals het behoort wa
ren er al de hoogwaardigheidsbekleders di»
bij een dergelijke herdenking aanwezig beho
ren te zijn: onze vorstin en haar koninklijk
huis, de ministers en de Kamerleden, de gene
aals en de admiraals en de diplomaten, d<
aptains of industry en de hoge kerkelijk
utoriteiten.
En in dat gezelschap begint een jonge vrou\
laar rede aldus: „Voor my is de bevrijding
en weg. Dat was zo in 1945 toen de Canadese
tanks door onze wijk ploegden en dat is nog
to in 1970 nu de lijken gelost worden in de
Mekong." En even verder: „Vrijheid voor de
ander is onbeschermde vrijheid voor mij, is
het geweld afleggen en de weg kiezen van
het woord, zonder triomfbogen, uniformen of
ridderordes. De kerken kunnen hun torens
omlaag halen en in het puin zoeken naar hun
gebroken altaren, want daaroverheen leidt de
weg van het woord: een onaanzienlijke land
weg waarlangs we het hout kunnen slepen
naar de heuvelen van Zuidoost-Azië die ont-
bost zijn en naar de hoogvlakten van Zuid-
Afrika waar nog slaven rondlopen en overal
heen waar nog geen huizen zijn."
Beslist niet de woorden welke men op eer
bevrijdingsdag gewoonlijk kan beluisteren.
Daarvoor was haar aanklacht te fel: „Wij
herdenken vandaag de nederlaag van ons en
onze bevrijders!" Wèl woorden die drs. Maria
de Groot recht uit het hart kwamen. Want zij
behoort tot die generatie van wie de koningin
zei dat zij de oudere verwijt dat die weinig
terecht heeft gebracht van de verwachtin
gen van hen die in de oorlog vielen en van
hen die de oorlog hebben overleefd. En drs.
Maria de Groot is iemand die mee zoekt naar
het antwoord op de slotvraag die koningin
luliana stelde: „Wij allen mogen ons wel eens
tfvragen waar wij voor zouden willen leven
en sterven!"
r> otterdam op de Cup-dag. Hetzelfde zon-
overgoten raadhuisplein maar nu verdrin
gen er zich honderdduizend mensen. Hon
derdduizend mensen! Zij allen heffen de ar
men omhoog als daarboven, op het balkon,
de Feijenoord-voetballers verschijnen. En als
de fel begeerde cup omhoog gestoken wordt
klinkt minutenlang het gejuich. Het rood en
wit is geschilderd tot op de daken van de au
to's, de Feijenoordliederen klinken op naar
het bordes waar de helden de dank in ont
vangst nemen van hun stad, hun Rotterdam.
Want zij hebben het ideaal, het grote ideaal
van al die honderdduizenden in vervulling
doen gaan: zjj hebben het meest enerverende
toernooi van ieder jaar, dat om de Europa
Cup I, gewonnen!
TVeemaal Rotterdam. Is het eerlijk om
deze twee beelden naast elkaar te zet
ten? Om die juichende mensenmassa de felle
en bewogen woorden van Maria de Groot
voor te houden? Om ze te confronteren met
die slotvraag van de koningin: weten we
waarvoor we willen leven? Het ljjkt alsof w(j
de Rotterdammers hun voetbalglorie niet
gunnen. Of wij het grote volksvermaak dat
voetbal is willen kleineren. Maar zo is het
niet. Wij kunnen meeleven en meevoelen met
de intense blijheid om het winnen van die be
ker. En wij zijn niet minder trots op „ons
Fejjenoord" dan welke Rotterdam ook.
Als we maar niet vergeten dat voetbal, ont
spanning, recreatie, maar één facet is van ons
leven. Een belangrijk facet de vele vrtfe
dagen van deze week hebben ons dat wel
weer geleerd. Maar niet het enige, zelfs niet
het belangrijkste. Prettig om te hebben in het
leven maar niet wat koningin Juliana be
doelde!