Postuum eerherstel voor
Ook de binnenstad
behoeft
een
ik hart
prof. dr. K. Schilder?
BELEID IN
PLAATS VAN LAPMIDDELEN
Gebed
om de Geest!
Open kerk
Meer dan wonen
Ook elders
Kritische predikanten
nu hij Septuagint-groep
West-Friesland
Eén Kerk
Geestelijk leven
TER OVERDENKING
In Utrecht doet morgen de eerste
officiële „city-pastor" zijn intrede
UIT DE KERKEN
"E/ÏORGEN doet dr. J. v.d. Werf
-▼J. (44) ,*n £jc Utrechtse Dom
kerk intrede als city-pastor van de
Hervormde Gemeente. Hij is de
eerste in de Nederlandse Hervorm
de Kerk die als officiële taak het
..citypastoraat" krijgt en hij zal be
slist de laatste niet zijn; integendeel,
zonder een profeet te zijn kan men
nu al voorspellen dat het citypasto
raat in iedere stad van enige impor
tantie een relevante zaak zal wor
den omdat het onderdeel is van be
langrijke structuurwijzigingen die
zich in deze jaren in het kerkelijk
leven manifesteren. Dr. Van der
Werf kan er daarom zeker van zijn
dat in het hele land met grote be
langstelling gekeken zal worden
naar de wijze waarop hij aan dit ci
typastoraat inhoud geeft.
In Amsterdam is een van de her
vormde predikanten, dr. J. H. van
Beusekom. gevraagd het citypasto
raat in de hoofdstad voor te berei
den; hij is predikant van de Oude-
Kerkgemeente en besteedt een deel
van zijn tijd aan deze nieuwe op
dracht. In Rotterdam is vorig jaar
door de kerkvoogdij besloten gelden
te voteren voor de stichting van
een predikantsplaats bij de Grote
of St. Laurenskerk; ook deze predi
kant zal, zo wordt in Rotterdam
aangenomen, citypastor worden.
Dp Utrechtse dr. Van der We^rf
weet waaraan hij begint; hij is een
van de belangrijkste auteurs van een
vorig jaar gepubliceerd herverkave
lingsrapport van de Utrechtse her
vormde gemeente waarin hij tot vo
rige week als jeugdpredikant werk
te. In het rapport heeft hij ge
poogd onder woorden te brengen
wat plaats en taak van de kerk in de
binnenstad van nu zijn. Gelukkig is
hij veel v verder gekomen dan de
zucht die vele kerkelijke autoriteiten
plegen te slaken als zij het over „de
binnenstad" hebben; de praktijk tot
dusver is in vele steden: de binnen
stad ontvolkt, de (vaak monumenta
le) oude kerkgebouwen worden
slecht bezocht en niet zelden geslo
ten, predikantsplaatsen worden er
opgeheven en kader is vrijwel niet
meer te recruteren...
TV'. Van der Werf is er al jaren
van overtuigd dat de city een
radicaal andere aanpak nodig heeft.
Als jeugdpredikant heeft hij daar
van in de „jeugd"-kerk van Utrecht,
de eeuwenoude Buurkerk aan de
Steenweg, veel kunnen laten zien
want de „Buur" wordt niet alleen
aondags (jeugddiensten en bijzondere
liturgische bijeenkomsten) maar ook
in de week intensief gebruikt. In de
afgelopen week was er weer een
grote tentoonstelling („1940-1970")
waarop veel aandacht gewijd werd
aan de oorlog, maar ook aan de ont
wikkeling daarna en de Utrechtse
planning voor de komende jaren.
Vorig jaar werd (met heel veel
succes) in de Buurkerk een speel
goedtentoonstelling gehouden waar
de Utrechtse kinderen zomaar wat
konden spelen en een hoek van de
kerk bestemd werd voor de vrije ex
pressie. Zo is er altijd wat anders in
de Buurkerk en steeds zijn dr. Van
der Werf en/of zijn medewerk(st)ers
aanwezig als iemand hen wil spre
ken.
Hij gaat nu zijn werkterrein naar
de Domkerk verleggen en ook daar
voor heeft hij allerlei plannen in
petto. Or. Van der Werf is er zeker
van dat de kerk in de city veel meer
kan doen dan zij tot dusver deed... als
zij maar zo inventief is om de we
gen te bewandelen die naar een
nieuwe functie van de kerk in de
binnenstad leiden.
Niet alleen in Utrecht maar ook in
andere steden worden de (vaak grote)
centrale protestantse kerkgebouwen
■lacht gebruikt; ze gaan zondags
voor één of twee diensten open en
daarna gaan de deuren weer op slot.
In sommige gevallen wordt de kerk
in de week weer geopend om bezoe
kers a raison van één of twee kwar
tjes binnen te laten. Ze krijgen er
een kaartje voor waarop staat wat
de'toegangsprijs (al of niet inclusief
belasting) is. Men moet helaas stel
len dat de kerkelijke autoriteiten die
het beheer over zo'n grote city-kerk
hebben niet of nauwelijks lijken te
besefen dat uw hun kerkgebouw óók
de functie van plaats van gebed en
meditatie, van stiltecentrum, kan
hebben..
Vooral door het baanbrekende rap
port van een werkgroep die
zich met de toekomst van de r.k. pa
rochies in de Amsterdamse binnen
stad heeft beziggehouden, zijn zich
de laatste tijd gelukkig heel andere
gedachten over de functie van de
kerk in de binnenstad aan het ont
wikkelen en de conceptie van dr.
Van der Werf sluit hierop duidelijk
aan.
In het Amsterdamse (ook in pro-
lestantse kringen veel geprezen)
rapport wordt opgemerkt dat de bin
nenstad niet alleen een woonfunctie
maar ook een werk-, wandel- en
winkelfunctie heeft en dat de kerk
daarmee heel sterk rekening moet
gaan houden. „Honderdduizenden
Nederlanders brengen een groot deel
van de week in de binnenstad door
(om er te werken, te wandelen en/of
te winkelen) en slechts een relatief
gering aantal uren in de buitenwij
ken en voorsteden (randgemeenten)
waarop de kerk maximale nadruk
legt," zo wordt gesteld (zonder de
belangrijke functie van de kerk in
de buitenwijken te willen verwaar
lozen.)
Deze situatie sluit aan op de tot
voor kort geringe belangstelling die
de kerk voor het leven-van-alle-dag
van de kerkleden aan de dag gelegd
heeft (waarbij we heel nadrukkelijk
een uitzondering maken voor het in
dustriepastoraat zoals we dat in cen
traal Nederland o.a. Veenendaal en
Ede zien functioneren). En voorzo
ver die belangstelling er wel is kan
zij de problematiek dikwijls niet
aan.
Een van de belangrijkste functies
die de kerk in de binnenstad kan uit
oefenen is die van het „aanwezig
zijn", in concreto: kerkgebouw open,
predikant (of ander kerkelijk wer
ker) present om te luisteren en van
dienst te zijn. Dr. Van der Werf is
dan ook van plan alles in het werk
te stellen om de Domkerk om te
beginnen van 12 tot 4 uur open te
doen zijn voor ieder die er behoefte
aan heeft binnen te wandelen. Hij
zelf gaat er dan spreekuur houden.
In de Dom zal ook zichtbaar infor
matie worden gegeven over allerlei
zaken en, waar mogelijk, zullen ver
wijzingen plaats vinden naar instan
ties die ook service kunnen en wil
len verlenen.
De nieuwe Utrechtse citypastor
gaat zijn bijzondere opdracht ook iri
de zondagmorgendiensten in de Dom
zichtbaar maken. „Ik zelf hoop voor
te gaan waarbij het uitgangspunt van
ons bezig zijn samengevat kan wor
den in: werken aan de prediking, de
wijze van sacrament vieren, de taal
en de muziek. Dit houdt vanzelf
sprekend in dat er voor-geoefend
zal worden. Het houdt ook in dat er
voor en na de dienst altijd contact
mogelijkheden onder elkaar en met
mij moeten zijn," schrijft hij in
„Hervormd Utrecht".
Verder wil hij beginnen met een
middaggebed in de Dom, men zal
tijdschriften en boeken aantreffen
en altijd zal iemand aanwezig zijn
die in staat is mensen pastoraal op
te vangen. In het citypastoraat kun
nen ook gedachten ontwikkeld wor
den over de functie van de huisge
meente, kan er misschien ge
dacht worden aan een politiek
avondgebed, bijzondere kerkelijke
dienstverlening (zoals er in de Dom
stad al kerkdiensten en catechese
voor geestelijk gehandicapten zijn),
beroepsgroepenwerk enz. Daarnaast
krijgt dr. Van der Werf een kleine
„gewone" binnenst a d swi j kgem eente
Liet pionierswerk van dr. Van
der Werf in Utrecht dient
we schreven het al in de hele
kerk met grote aandacht gevolgd te
worden omdat het exemplarisch kan
worden voor andere, grote en mid
delgrote, steden, bijv. Arnhem, De
venter, Amersfoort, Apeldoorn en
Nijmegen.
Ook daar kan het kerkgebouw in
het centrum van de stad weer een
totaal-functie krijgen zoals in vele
steden ook eeuwen geleden het geval
is geweest, het kan een „home" wor
den voor allen die in de city wonen,
werken, wandelen en winkelen. Het
kan weer een levend middelpunt
worden voor de hele stad.
Uiteraard gaat dr. Van der Werf
in Utrecht bekijken in hoeverre het
citypastoraat een zaak is die de
plaatselijke raad van Kerken mee
kan gaan zien als een van zijn op
drachten, zoals het ook vanzelfspre
kend was dat voorgangers uit andere
kerken op de eerste zondag na de
heropening kerkdiensten leidden in
de Rotterdamse Grote- of St. Lau
renskerk en zoals ook de Amster
damse Raad van Kerken meedenkt
over het toekomstige gebruik van de
over enkele jaren geheel gerestau
reerde Nieuwe Kerk op de Dam. In
wezen is het citypastoraat natuur
lijk een door alle kerken gezamenlijk
aan te pakken stuk werk.
De instelling van het citypastoraat
is één van de consequenties van de
structuurwijzigingen die de kerk in
deze jaren moet ondergaan. In een
volgend artikel zullen wij een ander
aspect pogen te belichten: het kerke-
werk in nieuwe wijken en steden,
waar we (o.a. in Lelystad, Bijlmer
meer, Zoetermeer, Groningen-Pad-
depoel) óók allerlei boeiende experi
menten ontdekt hebben.
Alle kerken, vooral de grotere,
worden met de problematiek van
binnensteden en nieuwe wijken ge
confronteerd; de inhoud van hun
Boodschap eist van de kerken dat zij
voor anno 1970 doorgeven ervan de
juiste vorm vinden.
E. J. Mathies
Zal er aan prof. dr. K. Schilder, die in 1944 door de gereformeerde syno
de van Utrecht werd geschorst en afgezet als predikant van Rottcrdam-
Delfshaven en als hoogleraar aan de Theologische Hogeschool te Kampen,
postuum eerherstel worden verleend? Gelijk bekend waren de tuchtmaat
regelen, toegepast op prof. Schilder en zijn collega prof. dr. S. Greijdanus,
mede de aanleiding voor een conflict dat er in de Gerei. Kerken ontstond
en dal de vorming van een nieuw kerkverband, dat van de Geref. Kerken
Vrijgemaakt tot gevolg had. Twee jaar tevoren had de voorgangster van
deze synode, de synode van Sneek-Utrecht, een aantal uitspraken gedaan,
o.s. betreffende verbond en doop en deze uitspraken hebben geleid tot de
tuchtmaatregelen tegen de genoemde hoogleraren.
Namens een van de commissies heeft drs. H. Schut te Utrecht een voor
stel ingediend om de uitspraken van 1942 in te trekken en de tuchtmaatre
gelen. die daarvan naar zijn mening een logisch maar toch onverantwoord
en schuldig stellend gevolg waren, vervallen te verklaren. Dit voorstel
heeft heel wat steun gekregen zowel van de leden van de eigen kerken als
van buitenstaanders. Meer dan 350 predikanten, dat is meer een kwart
van alle gereformeerde predikanten in Nederland, hebben aan het voorstel
adhesie betuigd. Een van hen is de bekende predikant, dr. O. Jager te Hil
versum. In perspublikaties hebben ook heel wat niet-gereformeerden erop
aangedrongen dat men op de besluiten van 1944 zou terugkomen.
In de synode zelf heeft het voorstel echter weinig weerklank gevonden.
Dat is wel gebleken tijdens een uitvoerige discussie die nog niet is afge
lopen en dan ook nog niet is gevolgd door een beslissing.
Men had in de synode nogal be
zwaren tegen de zinsnede uit het
rapport van drs. Schut dat het ne
men van de Ieerbeslissingen van
1942 niet beantwoordde aan de roe
ping van de Geref. Kerken tot het
beleven van de ware katholiciteit
van de kerk van Christus. Ook het
argument dat men bij de moeilijkhe
den van 1944 de andere kerken in
Nederland niet betrokken heeft en
dat het door de oorlogsomstandighe
den niet mogelijk was met de zus
terkerken in hét buitenland en met
de eigen kerken in Indonesië overleg
te plegen, wekte nogal wat verzet.
Porf. dr. D. Nauta, emeritus-hoogle
raar aan de Vrije Universiteit te
Amsterdam meende dat men de be
slissingen over de synode van
Utrecht toch niet ongeldig kon noe
men, omdat de afgevaardigden uit
Indonesië ontbraken. Bovendien
vond men dit motief ook niet steek
houdend, omrat zelfs nu, in 1970, de
Geref. Kerken de andere kerken in
Nederland nooit raadplegen. Dan
kan men dat de synode van 1944
toch zeker niet verwljtèn.
Aan de discussie nam ook prof.
dr. G. C. Berkouwer, hoogleraar aan
de Vrije Universiteit, deel. Prof*
Berkouwer is voorzitter geweest van
de synode die in 1944 de tuchtmaat
regelen nam. Hij is er dus wel zeer
nauw bij betrokken geweest. Het
was een heel verdrietige zaak voor
mij, aldus prof. Berkouwer, die ver
telde van het dieptepunt dat hij t
meemaakte, toen de besprekingen
met prof. Schilder vastliepen. Ik
vraag me af, zei prof. Berkouwer,
of we toen toch niet een andere op
lossing hadden moeten proberen te
vinden, waarbij de orde in de kerk
niet opzij werd gezet. Toen hebben
we die oplossing echter niet gezien.
Prof. Berkouwer heeft er zelf tij
dens de synode van Utrecht op aan
gedrongen dat de behandeling van
de moeilijkheden ondanks de oorlog
niet zouden worden uitgesteld. Dat
heb ik gedaan, merkte hij hu op,
omdat ik dacht dat we in oorlogstijd
elkander toch zeker vast zouden
kunnen houden. Maar dat heb ik
verkeerd gezien.
Ernstig verzet kwam er van de
kant van prof. dr. H. N. Ridderbos,
hoogleraar aan de Theologische Ho
geschool in Kampen. Hij zag geen
aanleiding om schuld te belijden en
prof. Schilder en prof. Greijdanis in
hun eer te herstellen. Als we aan
staande zondag in de kerk tot die
schuldbelijdenis zouden moeten ko
men, dan zou ik het daar erg moei
lijk mee hebben, meende hij. De sy
node van Utrecht heeft zioh voor
prof. Schilder vernederd, zij heeft
hem gebeden en gesmeekt, maar
prof. Schilder voldeed aan haar ver
zoek niet. In de tijd van de tucht
maatregelen hebben velen in de Ge
ref. Kerken meer gesproken van
Schilder en die geschorst dan van
Christus en die gekruisigd.
Het rapport zou te weinig histo
risch en te weinig kritisch zijn, von
den sommige synodeleden. Daarbij
speelde ook wel een generatiever-
schil een rol, dacht prof. dr. C. van
der Woude, emeritus-hoogleraar aan
de Theologische Hogeschool in Kam
pen. Dat betekende echter niet dat
alle jongere synodeleden aan de kant
van ds. Schut stonden.
Aan het eind van de discussie
vroeg de Rotterdamse predikant, ds.
P. Riemersma, aan drs. Schut het
voorstel terug te nemen. Dat verzoek
kreeg wel bijval. Maar drs. Schut
willigde het niet in. De vraag rees
echter wel wannéér er een beslissing
moest worden genomen. Het was
niet mogelijk dat nog in dezelfde
synodezitting te doen. Er gingen
stemmen op om de zaak uit te stel
len tot de volgende synode. Drs.
Schut voelde daar ook wel voor, om
dat hij niets wilde forceren. Maar
de meerderheid van de synode vond
toch dat men de zaak niet naar een
volgende synode mocht verwijzen.
Met 40 tegen 24 stemmen sprak de
synode uit dat zij zelf .nog een be
sluit zal nemen. Dat betekent dat op
de laatste zitting van de synode,
waarvan nog niet precies vaststaat
wanneer zij zal worden gehouden,
behalve de belangrijke kwestie van
de verhouding tot de verontrusten
ook de scheuring van 1944 nog zal
worden behandeld.
Wijst de synode het voorstel af,
dan betekent dat natuurlijk niet dat
dan over het conflict van 1944 het
laatste woord zou zijn gezegd. Er
zijn in de Geref. Kerken zoveel be
zwaren om de maatregelen van 1944
nog te handhaven het genoemde
verzoek van vele predikanten is
daarvan een bewijs dat men dan
toch op een volgende synode weer
een voorstel mag verwachten. Hoe
later echter de tuchtmaatregelen van
1944 ongedaan worden gemaakt, hoe
minder gunstig de indruk vooral op
buitenstaanders zal zijn. De Apel-
doornse christelijke gereformeerde
predikant, ds. J. H. Velema, heeft
gezegd dat een schuldbelijdenis
kerkhistorisch al te laat is, ook al
zou zij nu worden afgelegd. „Er is
in de afgelopen kwart eeuw door de
gereformeerde synode ten aanzien
van de leeruitspraken en de tucht
maatregelen gestotterd en geklun
geld", aldus ds. Velema. „Om de zo
veel jaar is de synode een stapje te
ruggegaan. Als nu de laatste stap
wordt gezet, maakt dat weinig in
druk meer." Dat argument zal voor
velen nog klemmender worden,
wanneer die laatste stap pas over
een aantal jaren wordt gedaan.
l~\e groep „kritische hervormde predikanten"
heeft woensdag tien dagen vóór de
slotzitting van de Algemene Kerkvergadering
voor een surprise gezorgd door te besluiten
tot actie over te gaan en zich aan te sluiten bij
de (tot nu toe alleen rooms-katholieke) Sep
tuagint-groep, die vooral vorig jaar dikwijls
\an zich heeft doen spreken, in 't bijzonder
door zijn optreden op de Europese bisschop
penconferentie in Chur en de schaduwsynode
terzijde van de bisschoppensynode te
Rome. Drie topleden van de Septuagint-groep.
de pastores dr. Jan van Kilsdonk, Jan Reuten
en Jan Ruyter, hebben het hervormde predi-
kantenberaad helemaal meegemaakt en er hun
bijdragen aan geleverd.
Pastoor Ruyter na afloop „We zijn erg blij
met dit besluit en voelen ons als groep door
deze toetreding duidelijk verrijkt. Septuagint is
vooral de laatste maanden sterk aan de basis
(gespreksgroepen e.d.) bezig na de activiteiten
aan de top van vorig jaar en in januari jl. bij
het pastoraal concillie; we willen onze bis
schoppen au wel wat op adem laten komen na
de maanden waarin wij het hun erg lastig ge
maakt hebben. Trouwens, het kwam steeds
meer voor dat reformatorische christenen op
onze acties inhaakten. We zijn nu een groep
van verscheidene honderden mensen en wij zul
len graag van de Septuagint een oecumenische
groép maken".
„Hoe het contact met de hervormde predi
kanten tot stand kwam? Nou, de mensen van
het Oecumenisch Actie Centrum, hier in Drie
bergen Fiolet, Van Veen, Daniël de Lange
hebben er wel wat aan gedaan en ik zelf kende
ds. J. Lugtigheid uit Hem, een van de initia
tiefnemers. door zijn en mijn Noordhollandse
activiteiten."
Ds. Jan Lugtigheid, zoon van de Haagse ds.
Piet Lugtigheid. zit te glimmen; hij ziet heel
wat mogelijkheden voor het nieuwe beraad en
de samenwerking met de Septuagint-mensen. In
zijn kerkelijk vanouds heel moeilijke Westfriese
gemeenten Veenhuizen, Hem en Oosterleek
werkt hij heel nauw samen met zijn
rooms-katholieke collega en hij laat ons een
exemplaar van zijn kerkblad zien om te illus
treren dat oecumene bepaald geen theorie in
zijn gemeenten is. Onder „kerkdiensten" lezen
we o.a.: „zondag 5 april. Venhuizen, hervormde
kerk, 10 uur: kapelaan B. Smit uit Grootebroek
(gewone hervormde dienst)"
In hetzelfde nummer is een verslag te lezen
van een reis van de oecumenische groep uit
Oosterleek naar Genève, waar het hoofdkwar
tier van de Wereldraad van Kerken gevestigd
is. „Een kerngroep van ongeveer dertig jonge
ren en ook ouderen is betrokken bij de oecu
menische ontwikkeling in Oosterleek; af en toe
komt deze groep bijeen om opnieuw een koers
uit te zetten want de mensen in Oosterleek re
ageren, hebben ideeën, er komën gasten met hun
eigen inbreng, kortom het beweegt voortdurend
en wij willen dat Oosterleek in beweging blijft
en dus wordt samen met wie maar wil over de
ontwikkeling nagedacht. Er was grote behoefte
om ons eens met de kerngroep te bezinnen; we
wisten dat we in een stroomversnelling raak
ten en daarom gingen we op reis om daar
over wat klaarheid te krijgen en nieuwe infor
matie op te doen," schrijft ds. Lugtigheid op de
alle Lugtigheids eigen enthousiaste manier.
Diep in hun hart willen de kritische her
vormde dominees een „groot Oosterleek," waar
verouderde structuren verdwijnen en plaats
maken voor nieuwe en waar enthousiast samen
gewerkt wordt. „In feite is er maar één kerk",
riep Jan Ruyter woensdagmiddag plotseling uit.
Dagdromers zijn deze predikanten niet; het
zijn nuchtere dominees die niet van kreten
houden, maar die, zoals zij zeggen, er genoeg
van hebben dat de officiële organen van de
kerk doorgaan met het bedenken van lapmid
delen in plaats van het doordenken en uitvoe
ren van een behoorlijk beleid. Voorbeelden?
„Er is bezinning nodig waarom zo weinig jonge
afgestudeerden predikant willen worden, hoe
het komt dat regelmatig mensen het ambt ver
laten. Deugt het klimaat waarin zij werken?
Past hun werkopdracht nog bij het leven van
deze tijd? Zit er achter dit werk enige visie?
Of moeten ze alleen maar proberen een verde
re achteruitgang van kerkelijkheid tegen te
houden?"
Zoals wij al in ons verslag van het beraad
van woensdag schreven hebben de kritische
predikanten zich voorgenomen een aantal diep
ingrijpende rapporten die ter synode aan de
orde zijn, te bestuderen, óók het befaamde dik
ke rapport van ds. R. Kaptein over gemeente
vorming en gemeente-opbouw, waarvan de sy
node in eerste instantie nogal geschrokken is.
Het komt binnenkort in de synode terug.
De groep gaat de Algemene Kerkvergadering
niet beïnvloeden, „dat doen anderen wel", maar
na afloop van de slotzitting van de AKV met
Pinksteren zullen de kritische predikanten zich
bezig gaan houden met de voortgangscontrole.
„Ja", merkt ds. Th. M. Loran, hervormd jeugd
predikant ^(landelijk) en een van de motoren
achter de AKV, op: „We moeten wat doen als
zelfs maar éven zou dreigen dat de rapporten
van de AKV de gewone kerkelijke weg zouden
moeten volgen, d.w.z. commissie zus en raad zo
passeren vóór er een uitspraak van de synode
komt".
Het ziet ernaar uit dat de hervormde synode
het met AKV en kritische predikanten moeilijk
zal krijgen. Met enige spanning kan afgewacht
worden wat het beraad in Driebergen van
woensdag en de toetreding tot de Septuagint
aan concrete resultaten zal opleveren.
M.
Deze allen bleven eendrachtig
volharden in het gebed, met
enige vrouwen en Maria, de
moeder van Jezusen met Zijn
broeders. Hand. 1 14.
Als u dit leest, is Hemelvaartsdag
voorbij en zal 't weldra Pinksteren zijn.
Precies zo was het met de discipelen
van Jezus, in het Bijbelwoord, dat hier
boven staat. Wat hadden ze na Pasen
wondere veertig dagen beleefd, toen de
opgestane Meester hun telkens weer
verscheen. Het was in die dagen, of Hij
leefde op de drempel tussen hemel en
aarde. En op de dag van Zijn hemel
vaart ging Hij over die drempel heen
en zó zouden ze Hem nooit meer zien.
Was nu alles voorgoed voorbij? Nee,
dat kon onmogelijk! Daarvoor was, wat
ze hadden doorleefd, te ingrijpend ge
weest! Het Koninkrijk Gods was geko
men en dat bleef en zou stralen voor
eeuwig! En... Jezus had beloofd, dat
Hij de Heilige Geest, de „Trooster" zou
zenden in Zijn plaats. Ze hadden wel
niet precies begrepen, wat Hij daarmee
bedoelde. Maar zó zou hun Meester toch
bij hen blijven en het zou zijn vol
kracht!
En nu, zonder Jezus, zijn ze nu ver
slagen? O, nee, elke dag komen ze bij
elkaar om een bidstond te houden. Wie
zijn zij, die daar telkens samen bidden?
Allereerst de elven. Zij hadden het
machtige en stille van de Hemelvaart
meegemaakt. Glorie voor Jezus! Die elf
waren verschillend. Daar was de vurige
Petrus en de zwaarmoedige Thomas en
de diepdenkende Johannes. Maar ieder
met eigen karakter hebben ze Jezus zo
lief gekregen! Ja, Gods kinderen zijn
verschillend van aard. Maar dat is niet
belangrijk. Dat ze van Jezus zijn, dat is
belangrijk! Dan zijn ze één in Hem. En
dan kan het éne karakter het andere tot
steun zijn. En dan kunnen ze samen
bidden. En dèt is heerlijk!
Het was wel bijzonder. Daar was
Mattheüs, vroeger tollenaar, dus colla
borateur, die heulde met de bezetter. En
daar was Simon, vroeger Zeloot, dus lid
van de knokploeg. Als die twee voor
heen elkaar hadden ontmoet, zouden ze
den elkaar neergeslagen hebben? Nu
bidden ze samen! Dat vermag de liefde
van Jezus!
Verder waren daar de vrouwen. Ook
Maria, Jezus' moeder. Hier in Handel. I
wordt zij voor het laatst in de Bijbel
genoemd. Maria komt steeds meer op
de achtergrond. Want het gaat alleen
om Jezus! Ook bij 't bidden gaat 't niet
om de vrome mens, ook niet om de vro
me mens, die zo mooi bidden kan. Bij
het bidden gaat het om de schuldige
mens, (die in zijn nood tot Jezus roept.
En zo gaat het om de Heiland alléén en
om het wonder van Zijn genade.
Verder waren daar in die bidstonden
in Jeruzalem ook de broeders des Heren.
Die geloofden eerst niet in Hem. Zij
hebben zich eerst verzet! Leest u maar
't begin van Joh. 7. Hun verzet was
blijkbaar gebroken. Jezus was ook in
hun leven Overwinnaar geworden! Hal
leluja! Want er zijn geen grenzen aan
Jezus' macht! Als Hij werkt, wie zal het
dan keren?
En wat bracht deze mensen tot bid
den? Dat was de belofte van de Hei
land. Hij zou hun immers de Trooster
zenden! Dat had Hij beloofd. En nu ba
den zij: „Verhoogde Heilarid, wij kun
nen niet zonder U! Vervul aan ons Uw
belofte!". Ze wisten wel niet goed, wat
dat inhield, maar wat Jezus geeft, is
altijd een heerlijke volheid. We hebben
geen karige Heiland. Ja bidden is altijd:
pleiten op de belofte! Er is geen grond
in je zelf, ook niet in je gebed, ook niet
in je geloof; er is alléén grond in de
belofte!
En wat is het rijk, als je niet alléén
bidt (ja, dat natuurlijk ook!), maar je
dat samen „eendrachtig" doet; én als je
daar samen eendrachtig in „volhardt".
Samen eendrachtig bidden. Dat is de
echte eenheid. Want dat is eenheid in
Hem, de levende Heiland; de eenheid
van hen, die door de levende Jezus en
Zijn Geest in het nieuwe leven werden
gezet! Ze hebben Hem alles beleden,
wat beleden moest worden; en ze heb
ben zich aan Zijn vergevende liefde
toevertrouwd. Zo hebben ze Hem lief-
gekregen en zo weten zij zich één met
anderen die Hem ook zo gevonden heb
ben. Want leven herkent leven.
En na tien dagen van gebed kwam
het wonder. De Geest, die beloofd was,
kwam in overvloeiende volheid! En dat
is het léven! Als nu in de kerk zo een
drachtig volhardend gebeden werd, zou
dan het leven uit de Geest (ook nu) nie'.
heerlijk dóórbreken?...
Amerongen.
Ds. J. van Noort.
Ned. Herv. Kerk
Beroepen: te Kollum: Ph. J. Stoutjes-
dijk te Hellendoorn.
Aangenomen: de benoeming tot bij
stand in het pastoraat te Schalkwijk: E.
Schroten, emeritus-predikant te Har-
melen.
Geref. Kerken
Beroepen: te Genderen: B. K. Bree-
man, kandidaat te Kampen; te Krimpen
aan den IJssel: S. van der Veen te Rot-
terdam-Delfshaven en zijn echtgenote,
kandidate mevr. M. J. van der Veen-
Schenkeveld (met bijzondere opdracht).
Aangenomen: naar Een-Veenhuizen:
J. C. Pennekamp, kandidaat te Heerlen,
die bedankte voor Bant-Rutten.
Geref. Kerk Vrijgemaakt
Beroepen: te Delfzijl: D. Nieuwan-
huis te Harlingen.