Postuum eerherstel voor Ook de binnenstad behoeft een ik hart prof. dr. K. Schilder? BELEID IN PLAATS VAN LAPMIDDELEN Gebed om de Geest! Open kerk Meer dan wonen Ook elders Kritische predikanten nu hij Septuagint-groep West-Friesland Eén Kerk Geestelijk leven TER OVERDENKING In Utrecht doet morgen de eerste officiële „city-pastor" zijn intrede UIT DE KERKEN "E/ÏORGEN doet dr. J. v.d. Werf -▼J. (44) ,*n £jc Utrechtse Dom kerk intrede als city-pastor van de Hervormde Gemeente. Hij is de eerste in de Nederlandse Hervorm de Kerk die als officiële taak het ..citypastoraat" krijgt en hij zal be slist de laatste niet zijn; integendeel, zonder een profeet te zijn kan men nu al voorspellen dat het citypasto raat in iedere stad van enige impor tantie een relevante zaak zal wor den omdat het onderdeel is van be langrijke structuurwijzigingen die zich in deze jaren in het kerkelijk leven manifesteren. Dr. Van der Werf kan er daarom zeker van zijn dat in het hele land met grote be langstelling gekeken zal worden naar de wijze waarop hij aan dit ci typastoraat inhoud geeft. In Amsterdam is een van de her vormde predikanten, dr. J. H. van Beusekom. gevraagd het citypasto raat in de hoofdstad voor te berei den; hij is predikant van de Oude- Kerkgemeente en besteedt een deel van zijn tijd aan deze nieuwe op dracht. In Rotterdam is vorig jaar door de kerkvoogdij besloten gelden te voteren voor de stichting van een predikantsplaats bij de Grote of St. Laurenskerk; ook deze predi kant zal, zo wordt in Rotterdam aangenomen, citypastor worden. Dp Utrechtse dr. Van der We^rf weet waaraan hij begint; hij is een van de belangrijkste auteurs van een vorig jaar gepubliceerd herverkave lingsrapport van de Utrechtse her vormde gemeente waarin hij tot vo rige week als jeugdpredikant werk te. In het rapport heeft hij ge poogd onder woorden te brengen wat plaats en taak van de kerk in de binnenstad van nu zijn. Gelukkig is hij veel v verder gekomen dan de zucht die vele kerkelijke autoriteiten plegen te slaken als zij het over „de binnenstad" hebben; de praktijk tot dusver is in vele steden: de binnen stad ontvolkt, de (vaak monumenta le) oude kerkgebouwen worden slecht bezocht en niet zelden geslo ten, predikantsplaatsen worden er opgeheven en kader is vrijwel niet meer te recruteren... TV'. Van der Werf is er al jaren van overtuigd dat de city een radicaal andere aanpak nodig heeft. Als jeugdpredikant heeft hij daar van in de „jeugd"-kerk van Utrecht, de eeuwenoude Buurkerk aan de Steenweg, veel kunnen laten zien want de „Buur" wordt niet alleen aondags (jeugddiensten en bijzondere liturgische bijeenkomsten) maar ook in de week intensief gebruikt. In de afgelopen week was er weer een grote tentoonstelling („1940-1970") waarop veel aandacht gewijd werd aan de oorlog, maar ook aan de ont wikkeling daarna en de Utrechtse planning voor de komende jaren. Vorig jaar werd (met heel veel succes) in de Buurkerk een speel goedtentoonstelling gehouden waar de Utrechtse kinderen zomaar wat konden spelen en een hoek van de kerk bestemd werd voor de vrije ex pressie. Zo is er altijd wat anders in de Buurkerk en steeds zijn dr. Van der Werf en/of zijn medewerk(st)ers aanwezig als iemand hen wil spre ken. Hij gaat nu zijn werkterrein naar de Domkerk verleggen en ook daar voor heeft hij allerlei plannen in petto. Or. Van der Werf is er zeker van dat de kerk in de city veel meer kan doen dan zij tot dusver deed... als zij maar zo inventief is om de we gen te bewandelen die naar een nieuwe functie van de kerk in de binnenstad leiden. Niet alleen in Utrecht maar ook in andere steden worden de (vaak grote) centrale protestantse kerkgebouwen ■lacht gebruikt; ze gaan zondags voor één of twee diensten open en daarna gaan de deuren weer op slot. In sommige gevallen wordt de kerk in de week weer geopend om bezoe kers a raison van één of twee kwar tjes binnen te laten. Ze krijgen er een kaartje voor waarop staat wat de'toegangsprijs (al of niet inclusief belasting) is. Men moet helaas stel len dat de kerkelijke autoriteiten die het beheer over zo'n grote city-kerk hebben niet of nauwelijks lijken te besefen dat uw hun kerkgebouw óók de functie van plaats van gebed en meditatie, van stiltecentrum, kan hebben.. Vooral door het baanbrekende rap port van een werkgroep die zich met de toekomst van de r.k. pa rochies in de Amsterdamse binnen stad heeft beziggehouden, zijn zich de laatste tijd gelukkig heel andere gedachten over de functie van de kerk in de binnenstad aan het ont wikkelen en de conceptie van dr. Van der Werf sluit hierop duidelijk aan. In het Amsterdamse (ook in pro- lestantse kringen veel geprezen) rapport wordt opgemerkt dat de bin nenstad niet alleen een woonfunctie maar ook een werk-, wandel- en winkelfunctie heeft en dat de kerk daarmee heel sterk rekening moet gaan houden. „Honderdduizenden Nederlanders brengen een groot deel van de week in de binnenstad door (om er te werken, te wandelen en/of te winkelen) en slechts een relatief gering aantal uren in de buitenwij ken en voorsteden (randgemeenten) waarop de kerk maximale nadruk legt," zo wordt gesteld (zonder de belangrijke functie van de kerk in de buitenwijken te willen verwaar lozen.) Deze situatie sluit aan op de tot voor kort geringe belangstelling die de kerk voor het leven-van-alle-dag van de kerkleden aan de dag gelegd heeft (waarbij we heel nadrukkelijk een uitzondering maken voor het in dustriepastoraat zoals we dat in cen traal Nederland o.a. Veenendaal en Ede zien functioneren). En voorzo ver die belangstelling er wel is kan zij de problematiek dikwijls niet aan. Een van de belangrijkste functies die de kerk in de binnenstad kan uit oefenen is die van het „aanwezig zijn", in concreto: kerkgebouw open, predikant (of ander kerkelijk wer ker) present om te luisteren en van dienst te zijn. Dr. Van der Werf is dan ook van plan alles in het werk te stellen om de Domkerk om te beginnen van 12 tot 4 uur open te doen zijn voor ieder die er behoefte aan heeft binnen te wandelen. Hij zelf gaat er dan spreekuur houden. In de Dom zal ook zichtbaar infor matie worden gegeven over allerlei zaken en, waar mogelijk, zullen ver wijzingen plaats vinden naar instan ties die ook service kunnen en wil len verlenen. De nieuwe Utrechtse citypastor gaat zijn bijzondere opdracht ook iri de zondagmorgendiensten in de Dom zichtbaar maken. „Ik zelf hoop voor te gaan waarbij het uitgangspunt van ons bezig zijn samengevat kan wor den in: werken aan de prediking, de wijze van sacrament vieren, de taal en de muziek. Dit houdt vanzelf sprekend in dat er voor-geoefend zal worden. Het houdt ook in dat er voor en na de dienst altijd contact mogelijkheden onder elkaar en met mij moeten zijn," schrijft hij in „Hervormd Utrecht". Verder wil hij beginnen met een middaggebed in de Dom, men zal tijdschriften en boeken aantreffen en altijd zal iemand aanwezig zijn die in staat is mensen pastoraal op te vangen. In het citypastoraat kun nen ook gedachten ontwikkeld wor den over de functie van de huisge meente, kan er misschien ge dacht worden aan een politiek avondgebed, bijzondere kerkelijke dienstverlening (zoals er in de Dom stad al kerkdiensten en catechese voor geestelijk gehandicapten zijn), beroepsgroepenwerk enz. Daarnaast krijgt dr. Van der Werf een kleine „gewone" binnenst a d swi j kgem eente Liet pionierswerk van dr. Van der Werf in Utrecht dient we schreven het al in de hele kerk met grote aandacht gevolgd te worden omdat het exemplarisch kan worden voor andere, grote en mid delgrote, steden, bijv. Arnhem, De venter, Amersfoort, Apeldoorn en Nijmegen. Ook daar kan het kerkgebouw in het centrum van de stad weer een totaal-functie krijgen zoals in vele steden ook eeuwen geleden het geval is geweest, het kan een „home" wor den voor allen die in de city wonen, werken, wandelen en winkelen. Het kan weer een levend middelpunt worden voor de hele stad. Uiteraard gaat dr. Van der Werf in Utrecht bekijken in hoeverre het citypastoraat een zaak is die de plaatselijke raad van Kerken mee kan gaan zien als een van zijn op drachten, zoals het ook vanzelfspre kend was dat voorgangers uit andere kerken op de eerste zondag na de heropening kerkdiensten leidden in de Rotterdamse Grote- of St. Lau renskerk en zoals ook de Amster damse Raad van Kerken meedenkt over het toekomstige gebruik van de over enkele jaren geheel gerestau reerde Nieuwe Kerk op de Dam. In wezen is het citypastoraat natuur lijk een door alle kerken gezamenlijk aan te pakken stuk werk. De instelling van het citypastoraat is één van de consequenties van de structuurwijzigingen die de kerk in deze jaren moet ondergaan. In een volgend artikel zullen wij een ander aspect pogen te belichten: het kerke- werk in nieuwe wijken en steden, waar we (o.a. in Lelystad, Bijlmer meer, Zoetermeer, Groningen-Pad- depoel) óók allerlei boeiende experi menten ontdekt hebben. Alle kerken, vooral de grotere, worden met de problematiek van binnensteden en nieuwe wijken ge confronteerd; de inhoud van hun Boodschap eist van de kerken dat zij voor anno 1970 doorgeven ervan de juiste vorm vinden. E. J. Mathies Zal er aan prof. dr. K. Schilder, die in 1944 door de gereformeerde syno de van Utrecht werd geschorst en afgezet als predikant van Rottcrdam- Delfshaven en als hoogleraar aan de Theologische Hogeschool te Kampen, postuum eerherstel worden verleend? Gelijk bekend waren de tuchtmaat regelen, toegepast op prof. Schilder en zijn collega prof. dr. S. Greijdanus, mede de aanleiding voor een conflict dat er in de Gerei. Kerken ontstond en dal de vorming van een nieuw kerkverband, dat van de Geref. Kerken Vrijgemaakt tot gevolg had. Twee jaar tevoren had de voorgangster van deze synode, de synode van Sneek-Utrecht, een aantal uitspraken gedaan, o.s. betreffende verbond en doop en deze uitspraken hebben geleid tot de tuchtmaatregelen tegen de genoemde hoogleraren. Namens een van de commissies heeft drs. H. Schut te Utrecht een voor stel ingediend om de uitspraken van 1942 in te trekken en de tuchtmaatre gelen. die daarvan naar zijn mening een logisch maar toch onverantwoord en schuldig stellend gevolg waren, vervallen te verklaren. Dit voorstel heeft heel wat steun gekregen zowel van de leden van de eigen kerken als van buitenstaanders. Meer dan 350 predikanten, dat is meer een kwart van alle gereformeerde predikanten in Nederland, hebben aan het voorstel adhesie betuigd. Een van hen is de bekende predikant, dr. O. Jager te Hil versum. In perspublikaties hebben ook heel wat niet-gereformeerden erop aangedrongen dat men op de besluiten van 1944 zou terugkomen. In de synode zelf heeft het voorstel echter weinig weerklank gevonden. Dat is wel gebleken tijdens een uitvoerige discussie die nog niet is afge lopen en dan ook nog niet is gevolgd door een beslissing. Men had in de synode nogal be zwaren tegen de zinsnede uit het rapport van drs. Schut dat het ne men van de Ieerbeslissingen van 1942 niet beantwoordde aan de roe ping van de Geref. Kerken tot het beleven van de ware katholiciteit van de kerk van Christus. Ook het argument dat men bij de moeilijkhe den van 1944 de andere kerken in Nederland niet betrokken heeft en dat het door de oorlogsomstandighe den niet mogelijk was met de zus terkerken in hét buitenland en met de eigen kerken in Indonesië overleg te plegen, wekte nogal wat verzet. Porf. dr. D. Nauta, emeritus-hoogle raar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam meende dat men de be slissingen over de synode van Utrecht toch niet ongeldig kon noe men, omdat de afgevaardigden uit Indonesië ontbraken. Bovendien vond men dit motief ook niet steek houdend, omrat zelfs nu, in 1970, de Geref. Kerken de andere kerken in Nederland nooit raadplegen. Dan kan men dat de synode van 1944 toch zeker niet verwljtèn. Aan de discussie nam ook prof. dr. G. C. Berkouwer, hoogleraar aan de Vrije Universiteit, deel. Prof* Berkouwer is voorzitter geweest van de synode die in 1944 de tuchtmaat regelen nam. Hij is er dus wel zeer nauw bij betrokken geweest. Het was een heel verdrietige zaak voor mij, aldus prof. Berkouwer, die ver telde van het dieptepunt dat hij t meemaakte, toen de besprekingen met prof. Schilder vastliepen. Ik vraag me af, zei prof. Berkouwer, of we toen toch niet een andere op lossing hadden moeten proberen te vinden, waarbij de orde in de kerk niet opzij werd gezet. Toen hebben we die oplossing echter niet gezien. Prof. Berkouwer heeft er zelf tij dens de synode van Utrecht op aan gedrongen dat de behandeling van de moeilijkheden ondanks de oorlog niet zouden worden uitgesteld. Dat heb ik gedaan, merkte hij hu op, omdat ik dacht dat we in oorlogstijd elkander toch zeker vast zouden kunnen houden. Maar dat heb ik verkeerd gezien. Ernstig verzet kwam er van de kant van prof. dr. H. N. Ridderbos, hoogleraar aan de Theologische Ho geschool in Kampen. Hij zag geen aanleiding om schuld te belijden en prof. Schilder en prof. Greijdanis in hun eer te herstellen. Als we aan staande zondag in de kerk tot die schuldbelijdenis zouden moeten ko men, dan zou ik het daar erg moei lijk mee hebben, meende hij. De sy node van Utrecht heeft zioh voor prof. Schilder vernederd, zij heeft hem gebeden en gesmeekt, maar prof. Schilder voldeed aan haar ver zoek niet. In de tijd van de tucht maatregelen hebben velen in de Ge ref. Kerken meer gesproken van Schilder en die geschorst dan van Christus en die gekruisigd. Het rapport zou te weinig histo risch en te weinig kritisch zijn, von den sommige synodeleden. Daarbij speelde ook wel een generatiever- schil een rol, dacht prof. dr. C. van der Woude, emeritus-hoogleraar aan de Theologische Hogeschool in Kam pen. Dat betekende echter niet dat alle jongere synodeleden aan de kant van ds. Schut stonden. Aan het eind van de discussie vroeg de Rotterdamse predikant, ds. P. Riemersma, aan drs. Schut het voorstel terug te nemen. Dat verzoek kreeg wel bijval. Maar drs. Schut willigde het niet in. De vraag rees echter wel wannéér er een beslissing moest worden genomen. Het was niet mogelijk dat nog in dezelfde synodezitting te doen. Er gingen stemmen op om de zaak uit te stel len tot de volgende synode. Drs. Schut voelde daar ook wel voor, om dat hij niets wilde forceren. Maar de meerderheid van de synode vond toch dat men de zaak niet naar een volgende synode mocht verwijzen. Met 40 tegen 24 stemmen sprak de synode uit dat zij zelf .nog een be sluit zal nemen. Dat betekent dat op de laatste zitting van de synode, waarvan nog niet precies vaststaat wanneer zij zal worden gehouden, behalve de belangrijke kwestie van de verhouding tot de verontrusten ook de scheuring van 1944 nog zal worden behandeld. Wijst de synode het voorstel af, dan betekent dat natuurlijk niet dat dan over het conflict van 1944 het laatste woord zou zijn gezegd. Er zijn in de Geref. Kerken zoveel be zwaren om de maatregelen van 1944 nog te handhaven het genoemde verzoek van vele predikanten is daarvan een bewijs dat men dan toch op een volgende synode weer een voorstel mag verwachten. Hoe later echter de tuchtmaatregelen van 1944 ongedaan worden gemaakt, hoe minder gunstig de indruk vooral op buitenstaanders zal zijn. De Apel- doornse christelijke gereformeerde predikant, ds. J. H. Velema, heeft gezegd dat een schuldbelijdenis kerkhistorisch al te laat is, ook al zou zij nu worden afgelegd. „Er is in de afgelopen kwart eeuw door de gereformeerde synode ten aanzien van de leeruitspraken en de tucht maatregelen gestotterd en geklun geld", aldus ds. Velema. „Om de zo veel jaar is de synode een stapje te ruggegaan. Als nu de laatste stap wordt gezet, maakt dat weinig in druk meer." Dat argument zal voor velen nog klemmender worden, wanneer die laatste stap pas over een aantal jaren wordt gedaan. l~\e groep „kritische hervormde predikanten" heeft woensdag tien dagen vóór de slotzitting van de Algemene Kerkvergadering voor een surprise gezorgd door te besluiten tot actie over te gaan en zich aan te sluiten bij de (tot nu toe alleen rooms-katholieke) Sep tuagint-groep, die vooral vorig jaar dikwijls \an zich heeft doen spreken, in 't bijzonder door zijn optreden op de Europese bisschop penconferentie in Chur en de schaduwsynode terzijde van de bisschoppensynode te Rome. Drie topleden van de Septuagint-groep. de pastores dr. Jan van Kilsdonk, Jan Reuten en Jan Ruyter, hebben het hervormde predi- kantenberaad helemaal meegemaakt en er hun bijdragen aan geleverd. Pastoor Ruyter na afloop „We zijn erg blij met dit besluit en voelen ons als groep door deze toetreding duidelijk verrijkt. Septuagint is vooral de laatste maanden sterk aan de basis (gespreksgroepen e.d.) bezig na de activiteiten aan de top van vorig jaar en in januari jl. bij het pastoraal concillie; we willen onze bis schoppen au wel wat op adem laten komen na de maanden waarin wij het hun erg lastig ge maakt hebben. Trouwens, het kwam steeds meer voor dat reformatorische christenen op onze acties inhaakten. We zijn nu een groep van verscheidene honderden mensen en wij zul len graag van de Septuagint een oecumenische groép maken". „Hoe het contact met de hervormde predi kanten tot stand kwam? Nou, de mensen van het Oecumenisch Actie Centrum, hier in Drie bergen Fiolet, Van Veen, Daniël de Lange hebben er wel wat aan gedaan en ik zelf kende ds. J. Lugtigheid uit Hem, een van de initia tiefnemers. door zijn en mijn Noordhollandse activiteiten." Ds. Jan Lugtigheid, zoon van de Haagse ds. Piet Lugtigheid. zit te glimmen; hij ziet heel wat mogelijkheden voor het nieuwe beraad en de samenwerking met de Septuagint-mensen. In zijn kerkelijk vanouds heel moeilijke Westfriese gemeenten Veenhuizen, Hem en Oosterleek werkt hij heel nauw samen met zijn rooms-katholieke collega en hij laat ons een exemplaar van zijn kerkblad zien om te illus treren dat oecumene bepaald geen theorie in zijn gemeenten is. Onder „kerkdiensten" lezen we o.a.: „zondag 5 april. Venhuizen, hervormde kerk, 10 uur: kapelaan B. Smit uit Grootebroek (gewone hervormde dienst)" In hetzelfde nummer is een verslag te lezen van een reis van de oecumenische groep uit Oosterleek naar Genève, waar het hoofdkwar tier van de Wereldraad van Kerken gevestigd is. „Een kerngroep van ongeveer dertig jonge ren en ook ouderen is betrokken bij de oecu menische ontwikkeling in Oosterleek; af en toe komt deze groep bijeen om opnieuw een koers uit te zetten want de mensen in Oosterleek re ageren, hebben ideeën, er komën gasten met hun eigen inbreng, kortom het beweegt voortdurend en wij willen dat Oosterleek in beweging blijft en dus wordt samen met wie maar wil over de ontwikkeling nagedacht. Er was grote behoefte om ons eens met de kerngroep te bezinnen; we wisten dat we in een stroomversnelling raak ten en daarom gingen we op reis om daar over wat klaarheid te krijgen en nieuwe infor matie op te doen," schrijft ds. Lugtigheid op de alle Lugtigheids eigen enthousiaste manier. Diep in hun hart willen de kritische her vormde dominees een „groot Oosterleek," waar verouderde structuren verdwijnen en plaats maken voor nieuwe en waar enthousiast samen gewerkt wordt. „In feite is er maar één kerk", riep Jan Ruyter woensdagmiddag plotseling uit. Dagdromers zijn deze predikanten niet; het zijn nuchtere dominees die niet van kreten houden, maar die, zoals zij zeggen, er genoeg van hebben dat de officiële organen van de kerk doorgaan met het bedenken van lapmid delen in plaats van het doordenken en uitvoe ren van een behoorlijk beleid. Voorbeelden? „Er is bezinning nodig waarom zo weinig jonge afgestudeerden predikant willen worden, hoe het komt dat regelmatig mensen het ambt ver laten. Deugt het klimaat waarin zij werken? Past hun werkopdracht nog bij het leven van deze tijd? Zit er achter dit werk enige visie? Of moeten ze alleen maar proberen een verde re achteruitgang van kerkelijkheid tegen te houden?" Zoals wij al in ons verslag van het beraad van woensdag schreven hebben de kritische predikanten zich voorgenomen een aantal diep ingrijpende rapporten die ter synode aan de orde zijn, te bestuderen, óók het befaamde dik ke rapport van ds. R. Kaptein over gemeente vorming en gemeente-opbouw, waarvan de sy node in eerste instantie nogal geschrokken is. Het komt binnenkort in de synode terug. De groep gaat de Algemene Kerkvergadering niet beïnvloeden, „dat doen anderen wel", maar na afloop van de slotzitting van de AKV met Pinksteren zullen de kritische predikanten zich bezig gaan houden met de voortgangscontrole. „Ja", merkt ds. Th. M. Loran, hervormd jeugd predikant ^(landelijk) en een van de motoren achter de AKV, op: „We moeten wat doen als zelfs maar éven zou dreigen dat de rapporten van de AKV de gewone kerkelijke weg zouden moeten volgen, d.w.z. commissie zus en raad zo passeren vóór er een uitspraak van de synode komt". Het ziet ernaar uit dat de hervormde synode het met AKV en kritische predikanten moeilijk zal krijgen. Met enige spanning kan afgewacht worden wat het beraad in Driebergen van woensdag en de toetreding tot de Septuagint aan concrete resultaten zal opleveren. M. Deze allen bleven eendrachtig volharden in het gebed, met enige vrouwen en Maria, de moeder van Jezusen met Zijn broeders. Hand. 1 14. Als u dit leest, is Hemelvaartsdag voorbij en zal 't weldra Pinksteren zijn. Precies zo was het met de discipelen van Jezus, in het Bijbelwoord, dat hier boven staat. Wat hadden ze na Pasen wondere veertig dagen beleefd, toen de opgestane Meester hun telkens weer verscheen. Het was in die dagen, of Hij leefde op de drempel tussen hemel en aarde. En op de dag van Zijn hemel vaart ging Hij over die drempel heen en zó zouden ze Hem nooit meer zien. Was nu alles voorgoed voorbij? Nee, dat kon onmogelijk! Daarvoor was, wat ze hadden doorleefd, te ingrijpend ge weest! Het Koninkrijk Gods was geko men en dat bleef en zou stralen voor eeuwig! En... Jezus had beloofd, dat Hij de Heilige Geest, de „Trooster" zou zenden in Zijn plaats. Ze hadden wel niet precies begrepen, wat Hij daarmee bedoelde. Maar zó zou hun Meester toch bij hen blijven en het zou zijn vol kracht! En nu, zonder Jezus, zijn ze nu ver slagen? O, nee, elke dag komen ze bij elkaar om een bidstond te houden. Wie zijn zij, die daar telkens samen bidden? Allereerst de elven. Zij hadden het machtige en stille van de Hemelvaart meegemaakt. Glorie voor Jezus! Die elf waren verschillend. Daar was de vurige Petrus en de zwaarmoedige Thomas en de diepdenkende Johannes. Maar ieder met eigen karakter hebben ze Jezus zo lief gekregen! Ja, Gods kinderen zijn verschillend van aard. Maar dat is niet belangrijk. Dat ze van Jezus zijn, dat is belangrijk! Dan zijn ze één in Hem. En dan kan het éne karakter het andere tot steun zijn. En dan kunnen ze samen bidden. En dèt is heerlijk! Het was wel bijzonder. Daar was Mattheüs, vroeger tollenaar, dus colla borateur, die heulde met de bezetter. En daar was Simon, vroeger Zeloot, dus lid van de knokploeg. Als die twee voor heen elkaar hadden ontmoet, zouden ze den elkaar neergeslagen hebben? Nu bidden ze samen! Dat vermag de liefde van Jezus! Verder waren daar de vrouwen. Ook Maria, Jezus' moeder. Hier in Handel. I wordt zij voor het laatst in de Bijbel genoemd. Maria komt steeds meer op de achtergrond. Want het gaat alleen om Jezus! Ook bij 't bidden gaat 't niet om de vrome mens, ook niet om de vro me mens, die zo mooi bidden kan. Bij het bidden gaat het om de schuldige mens, (die in zijn nood tot Jezus roept. En zo gaat het om de Heiland alléén en om het wonder van Zijn genade. Verder waren daar in die bidstonden in Jeruzalem ook de broeders des Heren. Die geloofden eerst niet in Hem. Zij hebben zich eerst verzet! Leest u maar 't begin van Joh. 7. Hun verzet was blijkbaar gebroken. Jezus was ook in hun leven Overwinnaar geworden! Hal leluja! Want er zijn geen grenzen aan Jezus' macht! Als Hij werkt, wie zal het dan keren? En wat bracht deze mensen tot bid den? Dat was de belofte van de Hei land. Hij zou hun immers de Trooster zenden! Dat had Hij beloofd. En nu ba den zij: „Verhoogde Heilarid, wij kun nen niet zonder U! Vervul aan ons Uw belofte!". Ze wisten wel niet goed, wat dat inhield, maar wat Jezus geeft, is altijd een heerlijke volheid. We hebben geen karige Heiland. Ja bidden is altijd: pleiten op de belofte! Er is geen grond in je zelf, ook niet in je gebed, ook niet in je geloof; er is alléén grond in de belofte! En wat is het rijk, als je niet alléén bidt (ja, dat natuurlijk ook!), maar je dat samen „eendrachtig" doet; én als je daar samen eendrachtig in „volhardt". Samen eendrachtig bidden. Dat is de echte eenheid. Want dat is eenheid in Hem, de levende Heiland; de eenheid van hen, die door de levende Jezus en Zijn Geest in het nieuwe leven werden gezet! Ze hebben Hem alles beleden, wat beleden moest worden; en ze heb ben zich aan Zijn vergevende liefde toevertrouwd. Zo hebben ze Hem lief- gekregen en zo weten zij zich één met anderen die Hem ook zo gevonden heb ben. Want leven herkent leven. En na tien dagen van gebed kwam het wonder. De Geest, die beloofd was, kwam in overvloeiende volheid! En dat is het léven! Als nu in de kerk zo een drachtig volhardend gebeden werd, zou dan het leven uit de Geest (ook nu) nie'. heerlijk dóórbreken?... Amerongen. Ds. J. van Noort. Ned. Herv. Kerk Beroepen: te Kollum: Ph. J. Stoutjes- dijk te Hellendoorn. Aangenomen: de benoeming tot bij stand in het pastoraat te Schalkwijk: E. Schroten, emeritus-predikant te Har- melen. Geref. Kerken Beroepen: te Genderen: B. K. Bree- man, kandidaat te Kampen; te Krimpen aan den IJssel: S. van der Veen te Rot- terdam-Delfshaven en zijn echtgenote, kandidate mevr. M. J. van der Veen- Schenkeveld (met bijzondere opdracht). Aangenomen: naar Een-Veenhuizen: J. C. Pennekamp, kandidaat te Heerlen, die bedankte voor Bant-Rutten. Geref. Kerk Vrijgemaakt Beroepen: te Delfzijl: D. Nieuwan- huis te Harlingen.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1970 | | pagina 11