Jongemannen verontrust over prijs-inflatie
BRUIDEN DUUR IN AFRIKA
Vee, rollen stof en geld
zijn de betaalmiddelen
Exploitanten gokautomaten
gaan
gewoon
door
Spaans winkeltje
in de oude Jordaan
Zeemeermannen net zo goed als zeemeerminnen
Belangstelling voor
heraldiek groeiende
Opiniepeiling
in ÏN oorwegen'
SALISBURY (Rhodesië) Wat kost tegenwoordig een nieuwe
vrouw precies? Een hele hoop, zeggen sommige van de Afrikaanse
jongemannen, die zich erover beklagen, dat inflatie de prijzen van
de bruiden omhoog jaagt. De prijs van een bruid, of „lobola" zo
als hij in Zuid-Afrika over het algemeen wordt genoemd is de ver
goeding die de bruidegom aan zijn toekomstige schoonvader moet
betalen voor de hand van diens dochter. Het gebruik is ingewor
teld in heel Afrika, zowel bij de stammen in de wildernis als bij de
bewoners van de steden. Traditioneel werd deze prijs betaald in
de vorm van vee, rollen stof of andere goederen, tegenwoordig
wordt vaak met geld betaald.
ONTWIKKELING
Officieel zijn alleen maar vrije spelen te winnen
WEGGEHAALD
GLUNDEREND
WAARSCHUWING
Consumptie-ijs
betrouwbaar
Te weinig geld voor
natuurbescherming
in Duitsland
Hartkwalen en
drinkwater
AFSCHAFFEN
WERKELIJKHEID
IN „DIENST"
ONTDEKKING
OVERWINTEREN
BIZAR
KLEUREN
OPVALLEND
KOSTELOOS
AFGRIJSELIJK
Een van de voorname Afrikaanse hu
welijken van dit jaar werd urenlang
vertraagd doordat de ouders van de
bruid plotseling meer koeien voor haar
vroegen.
Het aantal koeien dat tenslotte voor
de 25-jarige juffrouw Noxomo Maqu-
blela moest worden afgestaan is niet
bekend gemaakt.
Zij was een burgerjuffrouw die
trouwde met stamhoofd Mteto Matan-
zima, de 27-jarige oudste zoon van het
opperhoofd Kaiser Matanzima, eerste
minister van Transkei, een half-auto-
noom zwart gewest in Zuid-Afrika aan
de Indische Oceaan, ten zuiden van
Durban.
Kort voor de plechtigheid in januari
zou beginnen verklaarden de ouders
van de bruid dat zij onderbetaald wa
ren. Er moest vier uur door vertegen
woordigers van beide families worden
gemarchandeerd over de prijs vooraleer
het huwelijk in westerse stijl kon
worden voltrokken.
In Nigeria en elders bestaat een glij
dende schaal van bruidsprijzen, die
vooral afhangen van ontwikkeling.
Jongemannen in Jos, in noordelijk Ni
geria, die bereid zijn zich tevreden te
stellen met een onontwikkeld meisje,
kunnen al een vrouw kopen voor 50
pond (ongeveer 140 dollar). De prijs
stijgt recht evenredig met haar ontwik
keling.
Sommige sociologen geven te kennen
dat die verschillende bruidsprijzen een
goed idee zijn omdat ze de ouders aan
sporen hun dochters te laten leren.
Voor meisjes met een lagere-school-
ontwikkeling is de prijs thans vastge
steld op 80 pond (224 dollar) en voor die
met een middelbare-school-opleiding of
een vakopleiding is de hoogste prijs 150
pond.
In een streek in noordelijk Nigeria is
deze semi-officiële prijslijst vastge
steld nadat de inwoners waren ge
schrokken van de gepeperde prijzen
tussen 200 en 800 pond die ouders
voor hun dochters vroegen.
In zijn zuiverste traditionele vorm
symboliseert de bruidsprijs de vereni
ging van een paar families. Sommige
Afrikanen huldigen de opvatting, dat
de lobola de positie van de vrouw ver
heft en dat hij voor de man een tast
baar middel is om zijn liefde voor het
meisje van zijn keuze te tonen.
Betaling van de prijs betekent niet
dat de vrouw het eigendom van haar
echtgenoot wordt. Zij blijft in de regel
onder de hoede van haar familie en
kan in tijden van moeilijkheden op
haar terugvallen.
In vele delen van Afrika wordt de
bruidsprijs echter aangevochten. De
Sinds 1 april is de gokautomaat in
ons land aan banden gelegd. Half no
vember maakten de ministers van
Justitie en Binnenlandse Zaken be
kend. dat na die datum geen geld,
premies, penningen of andere prijzen
meer gewonnen mogen worden via
speel- en kansautomaten. Het gaat nu
alleen nog maar om het vrije spel.
De exploitanten kregen vier maan
den de tijd om hun automaten daarop
in te stellen of door nieuwe, waarmee
uitsluitend vrije spelen te winnen zijn.
te vervangen.
Niemand die het deed. Die speelruim
te bleef ongebruikt. Overal is gewoon
doorgespeeld. Alsof er geen circulaires
waren van de ministers en geen aan
wijzingen van de burgemeesters en of
ficieren van justitie.
Genegeerd is ook het arrest van de
Hoge Raad, waarbij de door de WV's
gebrevetteerde gokautomaat, de enige
die met toestemming van burgemees
ters was toegelaten, ook in strijd met
de wet werd bevonden. Hij had daarom
al van begin januari van het toneel
verdwenen moeten zijn.
Dat is nu per 1 april gebeurd. De
stichting behendigheidsspelen van de
WV's die in het toeristische pakket ook
de roulette en andere spelen wil stop
pen, heeft haar gokautomaten uit de
cafés en andere speelruimten laten
weghalen. Zij zullen worden vervangen
door nieuwe of gerevideerde appara
ten die geen munten of penningen uit
werpen bij winnende standen. Op een
teller worden de gewonnen vrije spelen
bijgehouden.
Hier en daar zijn per 1 april ook de
ongeregistreerde gokautomaten uit de
cafés weggehaald, maar op een minder
opvallende plek weer neergezet. Zelfs
op het toilet.
Van de meer dan tweeduizend gokau
tomaten die zonder vergunning worden
geëxploiteerd, is er vrijwel geen een
werkelijk uit de roulatie genomen. Het
gaat gewoon door, de verkoop van gok
automaten eveneens. Sommige im
porteurs en handelaars hebben zich ge
specialiseerd in mini-boxen, kleine gok-
automaatjes die gemakkelijk weg te
moffelen zijn.
In een grote speelhal in het zuiden
van het land was niets veranderd. Er
werd daor open en bloot gegokt. Op
nog geen vijf stappen van de brede in
gang staan daor zeven gokautomaten.
Van de straat af kun je de jongens er
op zien spelen.
Vlak onder het bordje met de mede
deling dat personen beneden de zestien
zonder geleide geen toegang hebben.
Met glunderende gezichten halen ze
de gewonnen penningen binnen, die de
automaten bij elke winnende stand uit
spuwen. Aan de kassa worden deze
penningen in klinkende munt omgezet.
Toen wij er waren, won er een de
hele jackpot. In optocht toog de groep
kassawaarts. Een hoeraatje ging op. De
gelukkige kreeg 36 gulden uitbetaald.
Hij hield nog een handvol penningen
over om zijn geluk verder te beproeven.
In een automatenhal van een bad
plaats aan de kust zijn 26 gokautoma
ten in bedrijf. Ook die werpen pennin
gen uit, die echter niet tegen geld in
wisselbaar zijn.
Op de penningen staat „uitsluitend
voor vrij spel geen waarde". Een ex
tra waarschuwing bedreigt de bezoeker
met onmiddellijke verwijdering als hij
de gewonnen penningen aan een ander
verkoopt of ze tracht in te ruilen. Wel
een bewijs dat de exploitant er ook de
geldwaarde van inziet. Elke uitworp
van zes penningen door de automaat
betekent immers dat de speler een gul
den gewonnen heeft. Dat is de prijs die
hij voor zes penningen moet betalen als
hij begint te spelen.
Gokautomaten die uitsluitend vrije
spelen geven, zagen wij nog nergens op
onze meerdaagse reportage door het
land. Er is een duidelijke onwil die stap
terug te doen. Toch betekent de nieuwe
regeling, ondanks de teruggang van pen
ningen en geld naar vrij spel een stap
vooruit op de weg naar het kansspel.
De gokautomaat zelf behoort niet meer
tot de verboden attributen nu hij vrij
spel gekregen heeft.
DEN HAAG Het consumptie-ijs is
vrij van schadelijke bestanddelen. Daar
komt het antwoord van staatssecretaris
Kruisinga (Volksgezondheid aan Twee
de-Kamerlid Imkamp (D'66) op neer.
Hij ziet geen aanleiding om een aan
tal aromatische stoffen, die ook o.a. in
appels, bananen, grape-fruit, druiven,
ananas, frambozen, aardbeiden, cacao,
vanille en zwarte peper voorkomen, uit
het consumptie ijs te weren.
STUTTGART In een vraaggesprek
met de Süddeutsche Rundfunk heeft
prof. dr. Bernhard Grzimek er op ge
wezen dat in Duitsland per jaar voor de
natuur- en landschapsbescherming
slechts zes miljoen mark uitgeeft, ter
wijl in Nederland per jaar 40 miljoen
mark uitgegeven wordt voor de aan
koop van natuurgebieden.
Als bewijs voor de honger naar de
natuur onder de 85 procent der mensen
die in steden woont, wees hij er op dat
het aantal bezoekers van de zoo in
Frankfort gestegen is van 300.000 voor
de oorlog tot 2.7 miljoen per jaar nu.
EASTBOURNE Het aantal doden
door hartkwalen kan waarschijnlijk
drastisch verminderd door de mensen
kunstmatig verzacht water te laten
drinken, aldus sir George Godber,
hoofd van de medische afdeling van
het Britse ministerie van volksgezond
heid.
Uit recente onderzoekingen in de
Verenigde Staten, Canada en Groot-
Brittannië is gebleken dat in streken
met hard water meer mensen aan hart
ziekten overlijden, aldus sir George.
....zelfs op de toiletten worden de
gokautomaten, die geld uitkeren,
opgeborgen....
meeste bestrijders komen met het eco
nomische argument dat menige jonge
man die graag zoü willen trouwen zich
dit eenvoudig niet kan veroorloven.
Vijf jaar geleden heeft in Nairobi
een aantal vrijgezellen de bevrijdings
bewegingen van Kenya gevormd. Zij
hebben de regering gevraagd de lobola,
die zij „verouderd, ongewenst en een
maatschappelijk anachronisme" noem
den af te schaffen.
Tanzania heeft een wetboek inzake
de wetgeving uitgevaardigd met de
strekking de huwelijksreglementen te
herzien en te moderniseren, maar dat 'n
slag om de arm houdt wat de bruids
prijs betreft. Het gebruik zal aldus
dit document niet worden afge
schaft, maar zich ontwikkelen tot een
systeem dat kan worden omschreven
als: „trouw nu, betaal later".
De regering van Zanzibar eist van ie
dereen van het Afrikaanse vasteland
die een meisje uit het gewest wil trou
wen of haar van 't eiland wil wegvoeren,
een officiële bruidsprijs of belasting van
5600 oostafrikaanse shillingen (onge
veer 2.570 dollar). De juiste bruidsprij
zen te betalen aan inwoners van Zanzi
bar zelf zijn niet bekend, maar volgens
bevoegde schattingen kan men een
vrouw krijgen voor het plaatselijk
equivalent van 100 dollar als de bruide
gom van over het water eenmaal het
veel grotere bedrag aan de regering
heeft betaald.
In Rhodesië beschuldigen sommige
jongemannen de ouders van begerens
waardige meisjes van baatzucht. De
prijs was vroeger ongeveer een dozijn
mombes (koeien) en een paar rollen
stof. De koeien en de stof moeten er
nog zijn maar daarnaast wordt geld
geëist.
Volgens de Rhodesische wet inzake
Afrikaanse huwelijken bedraagt de
maximum lobola in geld 20 pond (56
dollar).
„In werkelijkheid echter", aldus een
functionaris van het ministerie van
Binnenlandse Zaken, betaalt de man
zoveel als de toekomstige schoonvader
vraagt gewoonlijk 20 pond plus vijf
of zes stuks vee. De eis varieert van dis
trict tot district en soms wordt genoe
gen genomen met een dier".
James Tsjitsamatanga werkt in een
kantine te Salisbury en spaart om te
trouwen. Hij zou liever geen lobola be
talen maar is bang dat zijn huwelijk als
hij het gebruik aan zijn laars lapt
slecht zal beginnen.
Het niet betalen van lobola kan onge
luk aanbrengen, de liefde verzwakken
en tot gevolg hebben dat zijn vrouw
„het oog laat vallen op andere man
nen", aldus Tsjitsamatanga. Als dat zou
gebeuren en hij zou horen dat zijn
vrouw hem ontrouw was, dan zou hij,
als hij voor i haar betaald had, recht
hebben op een schadevergoeding van de
man met wie zij zich zou hebben afge
geven. Hij zou haar op straat kunnen
zetten en de helft van de lobola van
zijn schoonvader kunnen terugeisen.
„Maar ik wil alles betalen wat ze me
vragen om er zeker van te zijn dat dit
niet gebeurt", zei hij.
De meeste lobola wordt in termijnen
betaald.
Elias Samoetanha heeft langer dan
een jaar krom gelegen om de 107 pond
die hij nodig had voor de loböla te spa
ren. Hij vindt dat het de moeite waard
was. Hij en zijn vrouw behoren tot de
stam der Manyika en hij zegt, dat de
lobola een der oorzaken is dat in de
stam zo weinig echtscheidingen voorko-
Heerlijk, ik ben gisteren even in Spanje geweest.
Beetje rommelen tussen rietmatten en vismanden, kof
fie drinken uit een grof-aardewerken kom, even tussen
vliegenmeppers zitten en over beelderige tegelvloeren
lopen, even de Spaanse taal horen vlammen. Ik hoefde
er alleen maar voor naar Amsterdam te gaan, naar de
heer en mevrouw Jaap en Fransje Streefkerk en hun
Spaanse winkel.
Vier jaar geleden waren ze nog „gewoon", toen had
den ze nog helemaal geen winkeltje in hun huis in de
Jordaan, laat staan een winkeltje vol blikken olijven en
inktvis, vol Spaans aardewerk en prachtige tegels uit de
streken rond Malaga. Maar vier jaar geleden besloot
mevrouw Fransje Streefkerk wel om „iets te gaan doen".
Een klein handeltje in Spaanse spulletjes bijvoorbeeld,
makkelijk te doen, omdat het echtpaar tóch zeer veel in
Spanje met vakantie was.
Het bescheiden plannetje van mevrouw Streefkerk is
inmiddels op een prettige manier volkomen uit de hand
gelopen. Haar man, vier jaar geleden nog marktonder
zoeker voor de Nederlandse chemische industrie, is bij
wijze van spreken bij haar in dienst gekomen. Hij zegde
zijn baan op en levert nu samen met zijn vrouw bijvoor
beeld complete Spaanse tegelvloeren en als ik wil, kan
ik via hem ook wel een huis in Moorse stijl helemaal in
het zuiden van Spanje kopen, waar Nederlandse toeris
ten nog maar zeldzaamheden zijn.
Begin volgende maand vertrekken de heer en me
vrouw Streefkerk weer voor vier maanden naar Spanje.
Ook om er een beetje vakantie te houden, maar vooral
om inkopen te doen voor de winkel in Amsterdam. En
dat betekent: met de mini-vrachtwagen dwars door het
binnenland van Spanje trekken. Dat betekent soms: ver
der kijken dan de etalage van een Spaans winkeltje in
aardewerk, maar onder de toonbank duiken en daar
soms de mooiste dingen ontdekken, die de Spanjaarden
als tè gewoon beschouwen voor hun etalage.
Op de inkoop-tocht van vorig jaar ontdekten ze het
plaatsje Nerja, zo'n vijftig kilometer ten oosten van Ma
laga, aan de kust. „Een geweldig plaatsje, waar vooral
veel Spanjaarden hun vakantie komen doorbrengen", al
dus de heer Streefkerk.
„We hebben er niet alleen erg veel mooie dingen voor
het winkeltje kunnen kopen, maar we ontdekten daar
ook een aantal prachtige huizen, die toen nog maar net
klaar waren."
Huizen in Moorse stijl, met beelderige houten deuren,
patio's en hekwerken en het eind van het liedje was, dat
het echtpaar Streefkerk zo'n huis kocht, als vakantie-
plek en uitgangspunt voor de inkoop-tochten.
„Met de Spaanse bouwers hebben we nu afgesproken,
dat mijn vrouw en ik een beetje zullen bemiddelen wan
neer er méér Nederlanders zo'n huis willen hebben. Of
een appartement in een flatgebouw, want die beginnen
er natuurlijk ook daar te komen."
„Bemiddelen bij een eventuele koop, omdat wij vrij
aardig met de Spaanse taal uit de voeten kunnen en zelf
vier maanden in Nerja wonen, maar ook bemiddelen bij
het huren van zo'n huis of appartement, want dat kan
ook. En het is zo'n enorm fijn plaatsje, waar je als Ne
derlander nog helemaal tussen de Spanjaarden zit in
plaats van tussen allemaal andere Nederlanders."
Zomaar een vraagje, meneer Streefkerk. Geen mens
koopt natuurlijk een huis zonder er eerst uitvoerig naar
te gaan kijken, maar wat kost bijvoorbeeld zo'n toch vrij
fors huis in Nerja?
„Volgens mijn laatste opgaven op dit moment zo'n 25
duizend gulden", zegt hij. „Appartementen zijn uiteraard
veel gpedkoper. Maar niemand hóeft te kopen, dat zou
waanzin zijn."
„Al die huizen en appartementen worden verhuurd in
de tijd dat de eigenaars er niet zijn. Wist u bijvoorbeeld
dat je in Nerja in zo'n Moorsachtig huis voor twee
duizend gulden kunt overwinteren van 1 oktober tot 31
maart?"
Wie dat huren een idee vindt mag rustig een keer bel
len naar het „Dertiende huys" zoals de heer en mevrouw
Streefkerk hun woonhuis-winkel in de Amsterdamse
Jordaan noemden.
Wie niet wil huren, mag gewoon een keer binnenstap
pen om tóch een beetje Spaanse lucht te snuiven tussen
de tegels, de houten vijzels, het Spaanse kinderspeelgoed
en de rietmatten van „alpengras" uit de streek Murcia,
tussen de matten waarop 4» pannen met paella worden
binnengedragen en de houten lepelrekken.
Gek genoeg doen dat héél veel Spanjaarden, omdat ze
van het echtpaar Streefkerk hun olijven betrekken en
hun Spaanse vis in blik.
Ex-burgemeester ontwerpt wapenschilden
OOSTSTELLINGWERF Zee
meermannen bestaan net zo goed als
zeemeerminnen, voor zover die al
thans bestaan. „Het zijn mannen
met een vissestaart", zegt de zeven
tigjarige mr. G. A. Bontekoe, oud
burgemeester van de omvangrijke
Friese gemeente Ooststellingwerf.
Terloops vermeldt hij verder het
voorkomen van draken en andere
monsters, zoals hazen met visse-
staarten en griffioenen. Laatstge
noemde schepsels hebben de kop en
de vleugels van een adelaar, de oren
van een paard en het achterlijf van
een leeuw.
Mr. Bontekoe dient ondanks bo
vengenoemde beweringen uiterst se
rieus te worden genomen, want als
hij het bestaan van dergelijke we
zens vermeldt, heeft hij het over
zijn liefhebberij: de wapenkunde of
heraldiek.
In zijn fraaie landhuis in Ooster-
wolde waarvan de gevel wordt ge
sierd door het vijftiende-eeuwse
wapen van Ooststellingwerf, com
pleet met griffioen, vertelt de ex-
burgervader over zijn hobby: het
ontwerpen van wapens voor ge
meenten, waterschappen en als het
moet ook voor oorlogsschepen en
personen.
Een van zijn laatste werkstukken
was een wapen voor het havenschap
Delfzijl, dat in de officiële in gewo
ne oren vaak bizar klinkende heral
dische beschrijving zo is vastgelegd:
..Gedeeld van zilver en sabel met
een onklaar anker aan weerszijden
vergezeld van twee schelpen, alles
van het een in het ander en links in
het schildhoofd vergezeld van een
vijfpuntige ster var. Keel, omboord
van zilver".
„Zonder toelichting kan men prak
tisch geen enkel wapen begrijpen",
zegt de heer Bontekoe en daarom la
ten we die van het havenschapswa-
pen maar snel volgen. Het anker en
de twee schelpen zijn de symbolen
van de relatie tussen havenschap en
scheepvaart; de ster stelt de Poolster
voor als symbool voor de ligging van
Delfzijl in ons land.".
„In de wapenkunde kent men ei
genlijk slechts de primaire kleuren
en twee metalen.
Dat is maar goed ook, want ze he
gemeenten en alle zeventien water
schappen met zijn wapens.
In alle provincies, behalve tot dus
ver Zeeland, komen ze voor, zij het
niet zo dik gezaaid als in Drente.
„Dat komt omdat de ene gemeente
het hier van de andere overneemt.
Ik ben in Drente in 1927 begonnen
als burgemeester van Sleen. Het viel
me op dat de gemeente geen eigen
wapen had. Als geboren Fries wist
ten meestal anders dan wij gewend
zijn. Zwart heet sabel, rood heet
keel, blauw heet azuur, groen heet
sinopel, alleen goud en zilver hebben
er dezelfde naam. Om het nog moei
lijker te maken zijn links en rechts
er omgekeerd, omdat het wapen
schild altijd wordt beschreven van
uit het standpunt van de man die
zichzelf ermee beschermde".
Het wapen van het havenschap
Delfzijl wijkt in vorm af van de
voorgaande negentig die de heei
Bontekoe sinds 1927 heef vervaar
digd. HeL heeft een puntige in plaats
van een ronde schildvoet en geen
kroon. „Ik wil de honderd wapens
zien te halen", zegt de man, die het
vooral na zijn pensionering druk
heeft gekregen met zijn liefhebbe
rij. Alleen al in Drente pronken 25
ik dat alle Friese gemeenten wel een
wapen hadden. Samen met mijn
vrouw, die de akte MO tekenen
heeft, heb ik toen mijn eerste wa
pen ontworpen".
Thans is de heer Bontekoe een
kenner bij uitstek van de internatio
nale wetenschap die de heraldiek in
de loop der eeuwen is geworden. Een
grote boekenkast vol lijvige folian
ten maakt duidelijk dat de kennis
ervan niet in een achtermiddag valt
te vergaren. „Ik ben zeker niet de
enige heraldicus in Nederland, maar
ik maak waarschijnlijk wel de
meeste wapens", stelt hij vast. En
als bewijsmateriaal laat hij twee
dikke plakboeken vol zelf geschil
derde ontwerpen zien.
Hij vertelt hoe een wapen tot
stand komt nadat een gemeente of
een waterschap bijvoorbeeld er op
dracht voor heeft gegeven. „Dan ga
ik eerst materiaal over het gebied
verzamelen en over de geschiedenis
van de streek. Geen diepgaande stu
die, want ik heb maar een stuk of
drie, vier gegevens nodig, maar die
moeten dan wel heraldisch vertaal
baar zijn, zij het in een vaak grove
symboliek. Daarbij maak ik ook
dankbaar gebruik van legenden.
Daarna komt de samenvoeging van
de kleuren en de vlakverdeling van
het wapen. Dat is een kwestie van
smaak en wetten.
Wapenschilden zijn niet altijd
alleen aan het verleden gebonden.
„De burgemeester van Oosterbroek
bijvoorbeeld wilde dat ik een wapen
voor hem maakte waaruit zou blij
ken dat in zijn gemeente meer aard
gas wordt gewonnen dan in de eer
ste meest gekende vindplaats Sloch-
teren.
Oosterbroek heeft nu een schild
met onderin blauwe vlammen in een
gouden rand." Wij durven al voor
spellen dat hij zijn honderd wapens
gemakkelijk zal halen. Al die sa
menvoegingen van gemeenten ma
ken nieuwe wapens noodzakelijk,
terwijl wij heraldisch gesproken aan
het begin staan van een tijdperk der
gewestwapens. Bovendien maakt de
heer Bontekoe zijn ontwerpen koste
loos. „Onder het motto: elke lief
hebberij kost geld, waarom zou ik
anderen laten betalen voor het ple
zier dat ik eraan beleef?" zegt hij.
Het ontwerp wordt samen met de
beschrijving toegezonden aan de
hoge raad van adel, die onder meer
nagaat of eenzelfde wapen nergens
anders bestaat. Deze eerbiedwaardi
ge raad adviseert vervolgens de mi
nister van binnenlandse zaken, die
op zijn beurt het vereiste koninklijk
besluit uitlokt en als medeverant
woordelijke ondertekent.
Het wapen wordt officieel geregis
treerd in het wapenboek, waarin
het dan verder voor eeuwig vastligt.
„De belangstelling voor de heraldiek
neemt duidelijk toe", zegt de heer
Bontekoe, maar tegelijkertijd moet
hij tot zijn droefenis vaststellen dat
er de laatste jaren ook een soort
pseudo-heraldiek ontstaat.
„Neem bijvoorbeeld dat afgrijse
lijke embleem dat de Nederlandsche
Spoorwegen op het ogenblik overal
opplakken. Zo iets is voor mij het
zelfde als het teken waarmee boeren
vroeger hun vee inbrandden. Zo'n li
chaam als de NS zou toch veel beter
een echt wapen kunnen laten ont
werpen?" Een goed wapen is volgens
hem net zo herkenbaar als zo'n mo
dern reclamevignet.
OSLO De meerderheid van de
Noorse bevolking gelooft dat de Ver
enigde Staten „de beste vriend van
Noorwegen" zijn. Niemand verwacht
echter hulp van Frankrijk, en de Noren
verwachten meer van Communistisch
China dan van de Vijfde Republiek, dit
is gebleken uit een opiniepeiling.
Tweeënvijftig procent van de 1.600
ondervraagden gelooft dat de Verenig
de Staten „in een moeilijke situatie de
beste vriend van Noorwegen" zouden
zijn.
Hen rekent daarna op Zweden (21
pet.), Groot-Brittannio (19 pet), de Sov
jetunie en Denemarken (beide zes pet.),
Finland (twee pet.) en West-Duitsland
een procent. Twintig procent van de
bevolking „weet het niet".