Marineman geëxecuteerd in Bruinisse in meidagen 1940 nectar dranken 20 voordeel 3ONTIAC Natuurlijk milieu ook in dorpen in gevaar Tegen overvallers Uddelse vrouw straffen geëist „Fotograferen in hetweekend? Kom nou,dat is toch mannenwerk." 1,49 v. d. Doel wil herziening beleid woonvergunning /an f59,50 tot f900,- P0NTIAC TIJD JUISTE TIJD M 't wordt tjjd, dat u er óók een draagt VROUWEN MOETEN HUN ECHTGENOTEN RECLASSEREN 4e gezichten, fijne horloges OoggetuigeDie officier wist dut drenkeling een Nederlander was AL OVERGEGEVEN DOORNAT Blad „Weekexpres" opgeheven niet alleen het sap, maar al het lekkere van de hele vrucht GRAF Burgemeester van Zelhem op VNG-congres STEDEN LANDSCHAP NOOIT MEER GELUK LAGERE EISEN voor die koffie en thee waar geen suiker in mag Maak in't weekend géén foto's- U mocht er eens plezier in krijgen DONDERDAG 21 MEI 1970 BRUINISSE/DEN HAAG Een Nederlandse marineman is in de nacht van 15 op 16 mei 1940 in Bruinisse- Zijpe op bevel van een Nederlandse legerofficier doodgeschoten. Dit zou het vierde geval zijn van een executie door eigen militairen in de verwarde eerste oorlogsdagen in 1940. Volgens een ooggetuige, de nu 63-ja- rige L. E. van Popering uit Bruinisse, wist die officier dat hij met een Ne derlandse marineman te doen had, die als drenkeling de kant trachtte te be reiken. De officier liet na één enkele vraag de man doodschieten. Volgens het Bureau Maritieme Histo rie van de marine in Den Haag kan de marineman de veertigjarige sergeant majoor machinist A. van Rijswijk zijn geweest. Hij was in het water gespron gen nadat zijn boot, de mijnenlegger Hydra, in het Zijpe door Duits geschut was getroffen. Terwijl de sergeant-majoor bijna de kust had bereikt is hij, aldus het Bu reau Maritieme Historie, door Neder landse militairen doodgeschoten, die meenden dat zij met een Duitser te ma ken hadden. Dit alles speelde zich af op 15 mei 1940. Nederland had zich toen al over gegeven met uitzondering van Zeeland. Aan de Bruinisser kant van het Zijpe lagen nog Nederlandse militairen. Aan de andere oever zaten de Duitsers. De heer Van Popering, voorman bij de ge meente Bruinisse, herinnert zich precies wat er die nacht van 15 op 16 mei 1940 gebeurde. Hij was destijds schipper van de Anna Jacoba, een overzetbootje van de Rotterdamse Tramweg Maatschap pij, dat de verbinding onderhield tussen Zijpe op Duiveland en Anna Jacobapol- der. Om zes uur 's avonds begon zijn dienst, die tot zes uur in de ochtend had moeten duren. Juist toen hij zijn dienst begon kwam de Nederlandse mijnenleg ger Hydra door het Zijpe. Het marine vaartuig werd door het pantserafweer- geschut van de Duitsers, die 's middags Anna Jacobapolder waren binnenge trokken, hevig onder vuur genomen en lek geschoten. Op het Oosterlandse slik is de Hydra aan de grond gezet. De 59 koppen tellende bemanning verliet het schip met sloepen. Eén sloep werd door Duits geschut geraakt. De bemanning probeerde zich zwemmend te redden. De heer Van Popering: „Om een uur of acht werd ik door een Nederlandse kapitein en enkele soldaten gevangen genomen. Waarom? Ik weet het nu nog niet. Ze sloten me op in hotel Jumelet in Zijpe, toen een deel van Bruinisse. Na enige tijd, ik denk na een uur of twee, drie, kwamen enkele soldaten me halen en brachten me naar buiten". „Toen ik buiten stond kwam dezelfde DEN HAAG Het Tweede-Kamerlid Van den Doel (PvdA) wil dat minister Schut (Volkshuisvesting) zijn beschik king waarbij een koper automatisch een woonvergunning voor een huis krijgt, herziet. Het is daardoor aantrekkelijk gewor den huurwoningen om te zetten in koopwoningen. In grote steden staan daardoor gedurende de aanbiedingspe riode veel huizen leeg. ROTTERDAM „Weekexpress", het boulevardblad van de Haagse journalist Leo Uittenbogaard (ex-hoofdredacteur van de Wereldkroniek heeft het niet langer dan vijftien weken uitgehouden. Er zal geen nieuw nummer meer wor den uitgebracht. Langer voortzetten van Weekexpress blijkt financieel niet mogelijk. De heer Van Popering Na één enkele vraag schoten ze hem neer" ADVERTENTIE B3 tijdelijk voor kies uit abrikozen, peren, perziken kapitein die mij gevangen had genomen aanlopen met een Nederlandse marine man. De man had een zwemvest aan. Hij was doornat. De kapitein vroeg: Waar kom je van daan? De marineman antwoordde: „Ik ben komen zwemmen van de Hydra. Ik ben Hollander. De kapitein zei dat hij dat niet ge loofde. „Je liegt, je bent geen Hollan der". En hij legde aan met zijn karabijn en haalde de trekker over. Het wapen ketste. Tegen de soldaten schreeuwde de kapitein: „Vuur". Een soldaat schoot. De marineman gilde: „Ik ben Hollander. Denk om mijn vrouw en om mijn moeder". Daarna plofte hij voor de voeten van de kapi tein neer". Tot zover het relaas van de heer Van Popering. Hij wachtte de verdere ge beurtenissen niet af, bang als hij was door de kapitein op dezelfde manier behandeld te worden. Met een snelle sprong dook hij van de dijk en verborg zich in een kolenwa gen. Daar hield hij zich drie kwartier schuil. Wel hoorde hij dat er een zie kenwagen kwam van het hospitaaltje in Noordgouwe. De chauffeur van de zie kenauto hoorde hij zeggen: „Gewonden neem ik wel mee. Maar doden niet". De kapitein schreeuwde wat en de dode ging toch in de ziekenwagen. Via een omweg ging de heer Van Po pering naar huis. „Later ben ik wel ge hoord in deze zaak. Eerst in juli 1940. Dat was in Middelburg. Door Nederlan ders. Daarna in Den Haag. Door Duitse militairen. Dat was in september. Maar ik heb er nooit meer iets van gehoord". De nu 82-jarige heer L. Nuijens uit Noordgouwe herinnert zich dat hij voor de marineman Van Rijswijk een graf heeft gedolven. „Hij was voor zover ik weet, gestor ven aan schotwonden. In 1947 zijn mili tairen hier op de begraafplaats in Noordgouwe een hele dag bezig geweest bij zijn graf. Ze hebben het gebeente opgegraven". Volgens het Bureau Maritieme Histo rie in Den Haag is de sergeant-majoor Van Rijswijk doodgeschoten terwijl hij zwemmend de kust naderde. De Neder landse militairen dachten dat zij met een Duitser hadden te doen. De Duit sers lagen tenslotte vlak aan de over kant van het Zijpe. ADVERTENTIE (Van een onzer redacteuren) ARNHEM „Ook in de niet-stedelijke gemeenten wordt het natuurlijk milieu in toenemende mate aangetast, zowel door de steeds verder gaande verstedelij king van ons land. als door bepaalde ontwikkelingen die zich in de niet- stede lijke gemeenten zélf voordoen. De aantasting van dit milieu geschiedt door o.m. wijziging in de agrarische bedrijfsvoering (o.m. Uitvoering van ruilverkavelin gen), dorpsuitbreiding, industrievestiging, aanleg en verharding van wegen, ont grondingen. aanleg van recreatievoorzieningen, wijziging van de leefgewoonten en verandering van de mentaliteit. Waakzaamheid is een dringend vereiste Dit zei jhr. mr. H. G. van Holthe tot Echten, burgemeester van Zelhem, gis termiddag op het congres van de Ver eniging van Nederlandse Gemeenten in Arnhem. De eerste burger van deze Achterhoek-gemeente merkte op dat aantasting van het natuurlijk milieu in niet-stedelijke gemeenten ook vanuit de stedelijke sfeer plaatsvindt, bijv. door stadsuitbreiding, aanslag op de ruimte ten behoeve van grote verkeersvoorzie- ningen, havenaanleg en recreatiebe hoeften van de stedelijke bevolking. De heer Van Holthe tot Echten merk te op dat de niet-stedelijke gemeente al over een scala van mogelijkheden ter bescherming van het natuurlijke milieu beschikt: planologische maatregelen, verordenend optreden, actief land- schapsbeleid en beïnvloeding van men taliteit van de eigen ingezetenen. Het aantal mogelijkheden moet nog ver groot worden waarbij als belangrijke punten naar voren treden: samenwer king in groter verband met eventueel inbreng van bevoegdheden en zelfbe perking ten aanzien van een verder gaande verstedelijking op het platte land, aldus de Zelhemse burgemeester. Wethouder drs. R. J. de Wit van Am sterdam belichtte het congresthema van de situatie van de stedelijke gemeente uit. Hij vond een van de grootste opgaven voor de komende decennia de vormgeving aan het proces van de ver stedelijking. Naar zijn mening moeten de steden niet te veel om zich heen wil len grijpen en dient in ieder geval on gebreidelde suburbanisatie tegengegaan te worden. Hij is het dan ook eens met het regeringsbeleid op dit punt: verste delijking slechts in duidelijk begrensde stedelijke gebieden. De stadsrand mag niet „rafelig" wor den en het „banlieu-effect" moet te gengegaan worden (geen autosloperijen, woonwagen- en caravan-kampen, geen woonschepen op landschappelijk kwets bare plaatsen etc.) Essentieel is ook het tot stand komen van nieuwe elementen van formaat voor de dagrecreatie (zoals in o.a. de plannen voor Spaarnwoude en Midden-Delfland staat aangegeven). Binnen het stedelijk gebied is een goede groenvoorziening essentieel voor een dagelijks contact met het natuurlij ke milieu: volkstuincomplexen en heemparken zijn in dit verband erg be langrijk. Bovenal gaat het erom voor de toekomst (met 70 procent van de bevol king woonachtig in stedelijke gebieden) de mogelijkheden van contact met de open ruimten en het natuurlijk milieu veilig te stellen. Daarvoor is uitbreiding van de steun aan het werk van de na tuurbescherming een eerste vereiste, al dus wethouder De Wit. De laatste inleider, prof. dr. ir. F. M. Maas (Delft), pleitte ervoor dat nieuwe steden ontwikkeld worden in land schapssituaties die een hoge potentie bezitten voor de creatie van een aan trekkelijke woonomgeving. „Situeert men nieuwe steden en/of nieuwe stads delen in polders dan zal men voor het begin van de bouw al moeten aanvan gen met de aanleg van de grote park en groenzones. Het is een urgent onder werp van studie hoe de benodigde voor financiering hiervoor tot stand ge bracht moet worden". Verder vindt prof. Maas het noodzakelijk dat naar een meer efficiënte en/of beter gecoör dineerde organisatie op het gebied van welzijnszorg en milieuhygiëne gezocht wordt. Daarmee samenhangend zal een andere verdeling van de geldbestedin gen van overheid en particulier noodza kelijk zijn, concludeerde de Delftse hoogleraar. Het VNG-congres werd bijgewoond door niet minder dan elfhonderd bur gemeesters, wethouders en secretaris sen. Als gasten waren o.m. aanwezig minister Beernink en staatssecretaris Van Veen (binnenlandse zaken), de commissaris der Koningin mr. H. W. Bloemers, verscheidene Kamerleden, de Gelderse gedeputeerden dr. H. J. van Eek en mr. O. W. A. baron van Ver- schuer en de griffier der Staten mr. N. H. Muller. Met een langdurig applaus bracht het congres dank aan oud- VNG-voorzitter mr. H. J. Wytema. ARNHEM De president van het Arnhemse hof las uit het psychiatrisch rapport dat Georg A. B„ een 39-jarige Rotterdammer, erg impulsief was. „U doet maar, zonder erbij na te denken", vertaalde de president dat. „Ik ben negentien jaar ter beschikking van de regering gesteld geweest en dan wordt er voor je gedacht", probeerde Georg dat vlot uit te leggen. Volgens de psychiater was het echter een aangeboren impulsiviteit geweest die Georg direct had doen toehappen toen hij samen met Jan C. de H. op de Apeldoornse automarkt hoorde van een boerin uit Uddel, die twee ton voor het grijpen had liggen. Jan, die vandaag 32 wordt, en Georg zagen hier meer winst in dan in hun autohandel en drongen in de nacht van 18 op 19 augustus de boerderij binnen. Het geld werd niet gevonden het was er ook helemaal niet maar wel schrok de zestigjarige boerin wakker. Niet onder de indruk van de revolver waarmee Georg dreigde sprong ze haar bedstee uit en rukte één van de twee indringers een staaflantaarn uit han den. Geholpen door een toevallig met vakantie thuis zijnde zoon, mepte ze op het tweetal in, dat met achterlating van Georgs vuurwapen de vlucht moest nemen. „Ik wil zo'n ding nooit meer zien", beleed Georg gisteren vurig. Hij ging zelfs nog verder: „Ik heb van mijn le ven nog nooit gezegd, dat ik het niet meer zou doen, maar nu doe ik dat wel". „Vroeger dacht ig: Wat kan het mij verrotten, als ik buiten kom sta ik toch weer alleen, want thuis was ik alleen welkom als ik kon betalen. En dat kon ik nooit, want als je uit de gevangenis kwam, kreeg je geen werk". „Dat is nu allemaal veel beter", sprak Georg terzijde, als een deskundige be schouwer. „Als je ziet wat voor kansen de jeugd tegenwoordig krijgt: die krij gen voor soms veertig zaken maar acht maanden waarvan vier voorwaardelijk en als ze vrij komen worden ze keurig in de kleren gestoken, met nog zakgeld toe. Die sociale voorzieningen zijn alle maal veel beter geworden". Op verzoek van de president beperkte Georg zich verder tot zijn eigen geval, waarin de voorzieningen ook veel beter waren geworden, naar hij uiteenzette. „Toen ik dit feit pleegde was ik net vier maanden getrouwd en besefte ik niet wat een geluk ik had". Terwijl op de publieke tribune zijn vrouw geroerd luisterde, vertelde Georg: „Ze schrijft me elke dag en komt elke week. Wat zij presteert heeft nog nooit iemand voor mij gedaan. Daarom zijn de negen maanden voorar rest me veel zwaarder gevallen dan al die jaren die ik vroeger heb gezeten". Voor zijn makker in het kwaad gold vrijwel hetzelfde. Ook bij hem vond de psychiater het hoopvol dat hij een vrouw had gevonden die hem in het goede spoor lijkt te kunnen houden en ook hij had daarom het voorarrest veel zwaarder gevoeld. „Vroeger zag hij het als een bedrijfs ongeval als hij in het huis van bewa ring terechtkwam, maar dat is nu heel anders", zei zijn raadsvrouwe, mr. M. X. Muller-Feriz. De procureur-generaal, mr. J. van IJ sendoorn, sprak in beide zaken mild: „Ik persoonlijk zou hen zo spoedig mo gelijk naar hun vrouw willen laten te rugkeren". Dat kon hij echter ambts halve niet verantwoorden: „Ze hebben zich zo in conflict met de samenleving gebracht, dat ik de ernst van de ge beurtenissen op de voorgrond moet la ten staan". Mr. Van IJsendoorn kwam zo wel tot de vordering van lagere straffen dan de Zutphense rechtbank in eerste in stantie had opgelegd. De rechtbank had Jan drie jaar opgelegd, maar de procu reur-generaal vond twee jaar genoeg, met aftrek van het voorarrest, ook al omdat hij niet geloofde dat geweldple ging de vooropgezette bedoeling was geweest. De zelfde straf vroeg hij voor Georg die in Zutphen drieëneenhalf jaar had gekregen maar Georg moest volgens mr. Van IJsendoorn bovendien ter beschikking van de regering worden gesteld. Dat was op Georgs veertiende jaar ook al eens gebeurd en later nog eens, maar dit keer zou volgens het advies van de psychiater direct proefverlof moeten worden verleend. De situatie die dan ontstaat lijkt op die bij voor waardelijke terbeschikkingstelling, maar een proefverlof kan gemakkelij ker, zonder enige plichtpleging, worden ingetrokken, zodra het weer mis gaat met de patiënt, legde procureur-gene raal uit. Mr. Muller-Feriz vroeg voor Jan met klem een gedeeltelijk voorwaardelijke straf, „Geef me in godsnaam deze laat ste kans", smeekte Jan zelf, voordat hij en Georg even met hun vrouw mochten praten. De procureur-generaal stond dat direct toe, „met genoegen", zoals hij zei met een blik naar de vrouwen die moeten doen wat de justitie in vele ja ren niet is gelukt. ADVERTENTIE Sucrosa.dc kaföfie bes parende /oei ma ker zonder bijsmaak, zonder nasmaak.. DEN HAAG Het college van B. en W. van Tubbergen had zijn advies aan de ambtenaren en onderwijzers zich in hun politieke activiteiten te matigen, beter achterwege kunnen laten. Minis ter Beernink zegt dit in antwoord op vragen van de socialistische Tweede- Kamerleden Wieldraaijer en Masman. ADVERTENTIE Stel nu eens mevrouw, u heeft de ideale echtgenoot. Zo eentje tegen wie je niet hoeft te zeggen: „Daar zou je eigenlijk een foto van moeten maken." Zo eentje die al „Klik!" zei, voor u begon te praten. Stel, dat dat zo is. Zelfs dan doet zich iets heel merkwaardigs voor. Want wie staat er op geen enkele foto? Precies, uw man! Fotografisch bekeken gaan uw kinderen als halve wezen de wereld door. Een zielige aangelegenheid. Maar goed, u boft nog. U zult ervan opkijken, maar er zijn mannen die het fototoestel ieder weekend rustig in de kast laten liggen. En er zijn er zelfs die zeggen het 's zaterdags te druk te hebben om een nieuw filmpje te halen. Wat wilde u zeggen, mevrouw? Uw man is tóch niet helemaal volmaakt? Hij vergeet ook de ene keer de camera en de andere maal een filmpje? Ach ja mevrouw, hij is de enige niet. Toch doodzonde. Want als uw kinderen later naar „vroeger" informeren, zit u met lege fotoalbums en uw mond vol tanden. TenzijTenzij aan het fotograferen slaat Dat filmpje koopt u gewoon tussen de andere boodschappen door. En het fototoestel neemt u gewoon ieder weekend in uw tas mee. Veel te technisch? Dan heeft u het verkeerde toestel voor ogen. Dat van de beroepsfotograaf. Kijkt u maar eens: op uw camera zit waarschijnlijk maar één knopje. Om af te drukken. Dat is alles. Zorg dus steeds voor een geladen fototoestel. En gebruik het. Want ook voor vrouwen is filmen het enige excuus om in het weekend geen foto's te nemen.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1970 | | pagina 7