Drie Gelderse gedeputeerden gaan heen Onderzoek naar vervuilingsgraad van het milieu Nu is het tijdvoor lékker met lékker: Beschuit met aardbeien. Ook in toekomst voor provincie eigen taak Vriendelijk kabouter volk je won sympathie van Amsterdammers BRAAT! Van EekOldenhof en Lion mannen met grote verdiensten Geen akkoord over regeling ziektekosten ambtenaren KEUKENS? Scheidende Staten-griffier mr. N. H. Muller: EXECUTIES IN TIBET De M (Van een onzer redacteuren) ARNHEM ln het Huis der Provincie wordt vandaag af scheid genomen van vier man nen die zich vele jaren op hoge posten ingezet hebben voor de belangen van Gelderland: de vertrekkende gedeputeerden dr. H. J. van Eek, mr. R. Lion en H. M. Oldenhof en de scheiden de griffier der Staten mr. N. H. Muller. Ieder van hen heeft gro te verdiensten en Gelderland zal hen - en dat is bepaald geen loze kreet - heel hard missen. Hun werk is of wordt overgenomen door jongeren: leden van het woensdag gekozen college van Gedeputeerde Staten en de per 1 juli a.s. benoemde, deze week beëdigde griffier der Staten mr. P. J. de Loor. Geen mens in dit hart van de provincie twijfelt er aan dat afscheid nemenden ook in de toekomst van hun belang stelling voor het wel en wee van dit gewest blijk zullen geven. DR. H. J. VAN ECK MR. R. LION H. M. OLDENHOF GROTE WAARDE BEJAARDENWINST LIEVE REVOLUTIE VRIJDAG 5 JUNI 1970 DR. H. J. VAN ECK MR. R. LION DEN HAAG In de donderdag ge houden vergadering van 't centraal ge organiseerd overleg in ambtenarenzaken onder voorzitterschap van de staatsse cretaris van binnenlandse zaken, mr. C. van Veen, kon geen overeenstemming worden bereikt over de interimregeling ziektekosten ambtenaren 1970. Van regeringszijde werd voorgesteld de regeling behoudens de bedragen der tegemoetkomingen gelijkluidend te doen zijn aan de regeling voor 1969. De tegemoetkoming voor de ongehuw- den werd voor 1970 gesteld op 225, voor de gehuwden op 450 en voor stu derende en minder-valide kinderen van 16 tot 27 jaar op 184,80. De ambtenarenbonden pleitten ervoor de interimregeling ook toe te passen op de weduwenpensioen-genietenden béne den de 65 jaar en de invaliditeits-ge- pensioneerden. Nog afgezien van het niet te verwaarlozen kostenaspect, kon staatssecretaris Van Veen, met het oog op het interim-karakter van de be staande regeling, in verband met de ernstige administratieve moeilijkheden die aan dergelijke maatregelen zouden zijn verbonden, dit voorstel van de ambtenarenbonden niet overnemen. Hij deelde in de vergadering mede, dat het kabinet wil wachten op het SER-advies inzake de structuurontwik keling van de verzekeringen tegen kos ten van geneeskundige verzorging, welk advies vermoedelijk nog een jaar zal uitblijven, alvorens een wijziging van de bestaande interim-regeling te over wegen. qua accienniteit oudste scheiden de gedeputeerde is dr. H. J. van Eek die in 1939 lid van Provinciale Sta ten werd en direct na de oorlog zijn in trede deed in het dagelijks bestuur van de provincie. Begin april werd hij 65 jaar en hij vond dat nu het tijdstip ge komen was om zich uit de Staten terug te trekken. Geboren werd hij in Oegst- geest, maar zijn HBS-jaren bracht hij al in Gelderland (Apeldoorn) door en de dissertatie die hij aan het eind van zijn ADVERTENTIE studie sociale geografie aan de Univer siteit van Amsterdam schreef handelde over een Gelders onderwerm „Boeren en fabrieksarbeiderssociografie van de gemeente Ede" (1938). Ede is trouwens ook de gemeente waar hij nog steeds woont; toen provin ciale staten vorige week hun jaarlijkse excursie maakten en aan de buitenkant van Ede de fraaie Doesburger molen bezochten stond daar glunderend dr. Van Eek op hen te wachten. „Mooi hè, die molen, ik woon hier in de buurt," zei hij, stralend. Wie met dr. Van Eek praat spreekt met iemand die met hart en ziel van Gelderland houdt en zich ermee ver bonden weet, die voor de provinciale belangen vécht; hij is een taaie vast houder en wie hem niet of niet vol doende kent krijgt nogal eens een fou tieve eerste indruk van hem als zou hij een té hoekerig man zijn die wel eens wat meer gevoel voor humor zou mogen krijgen. Wie deze socialistische bestuurder als oud-leraar echter wat beter leert kennen krijgt een heel ander beeld: vooral als het over onderwerpen gaat waarmee hij zich verbonden weet is hij allesbehalve hoekig, dan kan hij vól enthousiasme zijn mening geven en oogst hij bewondering voor zijn grote deskundigheid. Hem is de laatste tijd wel eens ver weten dat hij weinig open zou staan voor de wensen van de Gelderse bevol king met betrekking tot vergroting van de inspraak bij de problemen van de ruimtelijke ordening. Hij zélf bestrijdt dit fel: „bedenk dat er op dit punt sprake is van een versnelde ontwikke ling. Toen ik gedeputeerde werd was er nog geen sprake van ruimtelijke orde ning, laat staan van inspraak daarin. Bij de voorbehandeling van streek plannen zien we nu een duidelijke ver sterking van het inspraakelement, maar het is natuurlijk nog niet zover dat we de ideale toestand hebben bereikt; we zijn er wél een eind heengegroeid en laten anderen deze ontwikkeling maar verder begeleiden." Dr. Van Eek is een heftig tegenstan der van ieder die het Veluwemassief en andere natuurgebieden in Gelderland zou willen aantasten. Veel heeft hij in zijn leven ten behoeve van het natuur- vriendenwerk gedaan, hij is ook lid van het dagelijks bestuur van Het Gelders Landschap. Dr. Van Eek geniet als er (al of niet met provinciale steun) een stuk landschap gered of hersteld kan worden; juist Gelderland, dat op dit punt zo uniek is, heeft een bestuurder als dr. Van Eek hard nodig. De heer Van Eek, actief drankbe strijder; hij is voorzitter van de provin ciale commissie voor de drankbestrij ding en voorzitter van de afdeling Ede van de ANDO, heeft ook zijn sporen verdiend op het gebied van de volks huisvesting en dat van de provinciale bemoeienissen met het onderwijs. Woensdag zat hij met zijn collega H M. Oldenhof op de gereserveerde tribu ne van de Statenzaal om de vergadering bij te wonen waarin het nieuwe college van GS gekozen werd; hij blijft mééle ven en men zal hem daar nog menig maal zien zitten. \fr. René Lion werd vorig jaar juli 65 en verschilt in tal van opzichten hemelsbreed van de beide collega's, die óók afscheid nemen. Hij werd in Brus sel geboren en studeerde rechten aan de Universiteit van Amsterdam. Korte tijd was hij werkzaam bij een bankinstel ling, maar in 1931 verkoos hij de advo catuur en vestigde hij zich in Arnhem. Hij is de Gelderse hoofdstad trouw ge bleven. Van 1946 tot 1958 was hij lid van de KVP-fractie in de gemeente raad; hij was enkele jaren ook voorzit ter van deze fractie. In 1962 deed mr. Lion zijn intrede in de Provinciale Sta ten en had nauwelijks zijn zetel in de Statenzaal bezet of hij werd al gekozen als lid van Gedeputeerde Staten. Mr. Lion is „de jurist", hij lijkt mis schien stug maar wie hem meerdere malen heeft ontmoet corrigeert deze karakterisering; in wezen is hij een vriendelijk man, op en top integer en een groot kenner van de wetboeken. In de afgelopen jaren gingen zijn zorgen in het bijzonder uit naar het bestuur van de provincie en de volksgezond heid. In het Huis der Provincie zal deze consciëntieuze jurist (hij was jarenlang ook deken van de Orde van advocaten in het arrondissement -Arnhem) node gemist worden. l^oopi burgemeester Oldenhof daar niet?" fluisterde een bezoeker van het Huis der Provincie onlangs toen hij in de grote hall op iemand stond te wachten. Het "was inderdaad de heer H. M. Oldenhof. de rijzige zeventiger uit Ede. Hij is al sinds 1962 geen burgemeester meer maar (tot woensdag jl) gedeputeerde; het „burge meester Oldenhof" klinkt echter ook nu helemaal niet vreemd. „In wezen is hij burgemeester gebleven," zei een van zijn goede kennissen, „een heel goeie burgemeester, een burgervader". Dat is zo; alle goede eigenschappen die een burgemeester nodig heeft zijn bij (nu:oud-)gedeputeerde Oldenhof nog altijd aanwezig: hij is van top tot teen een bestuurder die de mensen met wie hij te maken heeft graag goed leert H. M. OLDENHOF kennen en veel belangstelling voor hen toont. De heer Oldenhof is Apekloorner van geboorte (17 september 1899) en hij be gon zijn maatschappelijke loopbaan óók in Apeldoorn: als tijdelijk klerk op de gemeentesecretarie. In maart 1929 werd hij burgemeester van Lopik e.a. Drie- en-dertig jaar heeft hij het burgemees tersambt bekleed; na Lopik kwamen Kampen (1936-1952) en Ede (1952-1962(. In 1954 werd hij lid van Provinciale Staten van Gelderland; in 1962 werd deze anti-revolutionair gedeputeerde. In het bijzonder voor het wegenbeleid en het openbaar vervoer heeft de heer Oldenhof erg veel gedaan; ber gen werk heeft hij verzet om het al lesbehalve gemakkelijke wegenstelsel in Gelderland te verbeteren. Onlangs heeft hij nog ter plaatse kunnen aantonen hoeveel vooruitgang is en wordt geboekt bij de ontsluiting van het Rivierengebied. Krachtig heeft hij er nog niet zo lang geleden bij Rijkswaterstaat voor gepleit rijksweg 50 (Arnhem-Kampen) waaraan bij Apeldoorn hard wordt gewerkt, ten spoedigste naar het noorden toe te rea liseren, o.a. om de dorpen in de ge meente Epe van het steeds intenser wordende doorgaande verkeer (groten deels) te verlossen. Ook de personeels aangelegenheden waren juist bij hem in goede handen. Deze principiële bestuurder maakt nog altijd een veel jongere indruk dan hij is; omgetwijfeld is dit mede te dan ken aan de levensblijheid die hem zo kenmerkt en geliefd gemaakt heeft. Ook nu hij zijn veeleisende ambt neergelegd heeft zal hij nog tal van in stanties met zijn persoonlijke gaven van hoofd en hart van dienst kunnen zijn. DEN HAAG De staatssecretaris van volksgezondheid, dr. R. J. H. Kruisinga, heeft zich bereid verklaard medewerking te verlenen aan de ont wikkeling van een methode, waarmee de vervuilingsgraad van het milieu kan worden nagegaan. Het verzoek tot me dewerking is gedaan door prof. J. Lanjouw, hoogleraar-beheerder van het Instituut voor Systematische Plant kunde van de Rijksuniversiteit van Utrecht. Als proefterrein voor de ont wikkeling van deze methode heeft de Utrechtse universiteit het gebied van de Kromme Rijn aangewezen. Voor het voeren van een effectief beleid op het gebied van de milieuhy giëne is het noodzakelijk, aldus de staatssecretaris, dat graadmeters wor den opgespoord die aangeven, welke jmate van verontreiniging van 't milieu nog toelaatbaar is, zowel op korte als op lange termijn. Het project in de buurt van Utrecht heeft onder meer tot doel een kaart te maken, waarop de aardrijkskundige gebieden een reeks vormen van de grootste naar de klein- jste „buffercapaciteit',, dit is het vermo gen om verontreinigende stoffen op te nemen in de biologische stofkringloop, waardoor zij onschadelijk worden ge maakt. ADVERTENTIE |Het onderzoek dat nu en in de komen de jaren door circa 80 onderzoekers van de studentenwerkgroep leefbaarheid en milieuhygiëne van de gamma-chemie verder zal worden uitgewerkt, zal er in de eerste plaats op gericht zijn de gehe le biologische verscheidenheid vast te leggen om daardoor eerder een inzicht te krijgen in de betekenis van het bio logisch milieu ten aanzien van de opna mecapaciteit van het milieu voor ver vuiling. De invloed van luchtverontreiniging I zal o.m. worden nagegaan aan de hand van het al of niet voorkomen van korstmossen op de schors van bomen. Voor wat de waterverontreiniging be treft. zal de mate daarvan worden be paald door onderzoek van monsters uit de Kromme Rijn en uit het erop toe stromende water. ADVERTENTIE (Van een onzer redacteuren) ARNHEM „Lk geloof niet dat de provincie zal moeten verdwijnen bij _en nieuwe bestuurlijke organisatie van ons land; zij zal steeds bepaalde taken moeten (blijven) behartigen, een „midden-gezag" kun je niet zo ge makkelijk missen, omdat de dreiging van het centralisme dan veel reëler zou worden. Laatst was ik op een prefectencongres in Frankrijk; het waren allemaal uiterst deskundige mensen, maar juist daar bleek weer de centra listisch bepaalde structuur in dit land, waar Parijs enorm veel te vertellen heeft en je zo'n stuk midden-gezag (als bij ons het provinciaal-bestuur met zijn bevoegdheden is) beslist mist." Dit zegt ons mr. Nicolaas Hendrik Muller (bijna 65) die vandaag in het Huis der Provincie afscheid neemt als griffier der Staten na dit ambt in Gelderland negentien jaar be kleed te hebben (tevoren in Fries land vijf jaar). Ieder die van me ning is dat een griffier der Staten in principe alleen maar saaie verha len zou kunnen afsteken zou zich daarin kunnen vergissen, maar a fortiori is dit het geval bij de schei dende griffier der Gelderse Staten. Bijna twee uur zijn we bij hem ge weest en hij is er in geslaagd ons al die tijd te boeien; hij heeft een heel aparte visie op zijn ambt en is ie mand die ook ver over grenzen heen kan kijken zonder iets af te doen aan het lokale en gewestelijke, een man die voortreffelijk leiding kan geven aan een ambtelijk apparaat en dit ook weet te boeien; inderdaad: we kunnen het met velen in het Huis der Provincie eens zijn dat het vertrek van mr. Nicolaas Hendrik Muller voor Gelderland een verlies is, waaraan direct toegevoegd kan worden dat in de persoon van mr. P. J. de Loor de opvolging van mr. Muller in vertrouwde handen is ge legd. r. Muller werd in het Zuidhol landse Alkemade geboren; zijn vader was daar dierenarts. In 1929 trouwde hij met een Hongaarse, mevr. Margit Maria Galambossy Schnier, die in Nederland beëdigd vertaalster Hongaars werd. „Ik ga binnenkort met mijn vrouw een tijdje naar Hongarije om haar ge boorteland door te reizen, 't wordt een echte verkenningstocht," zegt mr. Muller, die na zijn pensionering met zijn vrouw in Rijswijk (Z.H.) gaat wonen en daarmee naar zijn geboorteprovincie terugkeert. Hij studeerde rechten in Leiden. „Ik wil graag even aanstippen dat ik daar o.a. heel veel geleerd heb op colleges van de grote staatsrechtge leerde prof. mr. R. Kranenburg de latere voorzitter van de Eerste In Amsterdam zit de uil definitief in de olmen, zoals het volkslied van Oranjevrijstaat al maanden voor spelde. Hoe men de kabouter-winst ook mag beoordelen, vastgesteld moet worden, dat ons land een nieuw fenomeen rijk is. Immers, ir. geen enkele hoofdstad ter wereld is het mogelijk dat een groep jeugdigen met puntmutsen binnen enkele maanden elf percent van de stemmen op zich verzamelt. Dat kan schijnbaar alleen in Amsterdam en hoe komt dat? Waarom hebben 37.836 Amsterdammers louter kabouter ge stemd? Natuurlijk is het al te goedkoop als psychologische verklaring voor het fenomeen te beginnen over „geintjes" waar Amsterdammers zo op gesteld heten te zijn. De redenen van het succes zijn ..erieuzer en complexer. Een reeks factoren heeft die 37.836 Amsterdammers kabouterrijp ge maakt. Bij nadere beschouwing hebben de ka bouters hun reuzesprong psycholo gisch en praktisch uitstekend voorbe reid, wat in beide opzichten vooral aan psychologie-student Roel van Duyn is te danken. Hij is niet alleen de man van de ideeën, maar met zijn ruime provo-ervaring weet hij ook hoe hij acties moet organiseren en hoe hij de publiciteit moet mobilise ren. Bovendien paart hij zijn inzicht en ervaring aan een enorme werklust, die hem tot het produktiefste raadslid maakte. Voor de hele kabouterontwikkeling is dat eerste kabouterraadslid van grote waarde geweest. De plannen hoefden daardoor niet door vage par ticulieren gelanceerd te worden. Oud-Provo Van Duyn trok de sprint aan voor de kabouters. De kabouters van Oranjevrijstaat zoals zij hun ideale samenleving noe men hebben twee pluspunten in de ogen van de kiezers, vergeleken met bijvoorbeeld de provobeweging. De directe acties waren gericht op de be hoeften van grote bevolkingsgroepen die dit als positief hebben gezien. En kabouters konden nimmer worden geassocieerd met geweld, zoals provo. Die twee aspecten van het kabouter-op treden hebben het gewonnen bij het grote publiek en bij veel publiciteits media (vooral televisie). Juist in Am sterdam zijn nog steeds de grote pro blemen: woningnood en bejaarden voorzieningen. De kabouters hebben hun acties direct daarop gericht, niet door er over te praten en te schrij ven, zoals de andere partijen al 25 jaar doen, maar door eenvoudig aan de slag te gaan. Het kraken van lege panden en een service-dienst voor bejaarden waren het gevolg. Verder werd gewerkt aan crèches, boomaanplant en anti-auto campagnes. De leefbaarheid staat hoog in het vaandel van Oranjevrij staat geschreven. f ien moet er niet gering over denken als partijen die zich 25 jaar over de woningnood buigen, openlijk erken nen dat ze begrip hebben voor de krakersoplossing van de kabouters. Minister-president De Jong deed dat persoonlik openlijk voor de televisie, VVD-voorzitster Haya van Someren zei zelfs dat ze als 21-jarige woning zoekende waarschijnlijk ook een huis bezet zou hebben. Het grote publiek en vooral slecht ge huisveste mensen kregen aldus een uitstekend excuus om op de kabou ters te stemmen. Daarbij komt dat alle acties altijd vriendelijk en „ludiek", nooit grim mig of agressief werden gebracht. Ook dat moet een uitstekende indruk hebben gemaakt op de kiezers. Van extreem linkse zijde werd de kabou ters deze zachtaardigheid prompt verweten. Een meesterzet was in dit verband de boswandeling die Roel van Duyn en zijn makkers maakten, terwijl in het Amsterdamse centrum ordinaire rel len woedden. De rol van de kabouters was aldus boven alle twijfel verhe ven. Vs men het kabouter-optreden verge lijkt met dat van de partijen in de raad die de grootste verliezen leden, wordt de kabouterwinst steeds logi scher. De weggevaagde Boerenpartij bepaalde zich tot het maken van en kele domme opmerkingen zonder ook maar ooit één nieuwe gedachte te lanceren. De pacifistisch-socialisti- sche PSP. die één zetel houdt, heeft in hoofdzaak zinledige ruzies gezocht in de raad, waar niemand veel mee opschoot. D'66 liet al tevoren weten dat men niet wilde meewerken aan het besturen van de stad, wat voor groeperingen die op maatregelen zitten te wachten, geen perspectief biedt. Hierin past dat de communisten werden beloond voor hun constructieve aanpak. Het is overigens hoogst merkwaardig dat de partijen die dit land besturen, met uitzondering van de WD, in Amsterdam goeddeels zijn uitgeran geerd. De KVP heeft nog vijf zetels, AR 2 en CHU 1. De confessionele partijen zijn in Amsterdam eigenlijk al afgeschaft! Via de kabouters heeft een deel van Amsterdam gekozen voor de lieve, praktische revolutie. Het besturen van de stad zal er wel niet makkelij ker op worden. Maar met drs. Den Uyl zijn wij het eens, dat het ruilen van de boeren tegen de kabouters no/ zo'n slechte zaak niet is, zoals tot dusver de Amsterdamse communisten •onstructiever waren dan de PSP'ers assen gaat de Amsterdamse raad wel .en zeer ludiek tijdperk tegemoet! Er zal wel niemand bezwaar tegen heb ben als we burgemeester Samkaldei de wijsheid van Salomo en het geduld der engelen toewensen. Kamer die ons via het rollenspel met de praktijk van alle dag ver trouwd maakte". In 1929 deed hij zijn intrede op de secretarie van Al melo om in 1933 als chef algemene zaken naar de gemeentesecretarie van Groningen te gaan; burgemees ter van Groningen was toen de heer H. P. J. Bloemers, vader van de te genwoordige commissaris der Ko ningin in Gelderland. In Groningen bekleedde hij tal van functies buiten de overheidssec tor, hij was er ook mede-oprichter van de RONO (regionale omroep noord). Direct na de oorlog kwam zijn benoeming tot griffier der Sta ten van Friesland af; daarnaast werd hij voor de oud-padvinders hoofdkwartiercommissaris van de Nederlandse Padvinders en kreeg hij nog tal van andere functies. Zoals gezegd vertrok hij in 1951 naar Arn hem en werd daarmee sinds de Pro vinciale wet van 1850 de tweede griffier die van provincie verwis selde. Ook in de Gelderse hoofdstad ging hij een groot aantal nevenfuncties bekleden zonder dat dit ieder die hem kent wéét het ook maar enigermate zijn hoofdfunc tie schade aanbracht. Vooral het archiefwezen had zijn grote lief de; in 1968 werd hij lid van de Ar- chiefraad. Na zijn vertrek naar Rijswijk gaat hij juist op dit ter rein nog enig werk verrichten. Wie de lijst van zijn functies raadpleegt krijgt een duidelijke in druk van tnr. Mullers veelzijdigheid; voor ieder die hem ontmoet is een van zijn opvallendste kenmerken de joyeuze wijze waarop hij met zijn medemensen omgaat. ILTr. Muller is van mening dat er meer samenwerking tussen ge meenten moet komen, waarbij de provincies een overkoepelende taak kunnen vervullen. „Ik vraag me af of het rijk niet enkele van zijn ta ken aan de provinciale besturen kan overdragen waarbij ik o.m. denk aan het veelomvattende gebied van de milieuhygiëne. In de afgelopen ja ren zijn Gedeputeerde Staten ander zijds steeds meer met toezichthou dende taken overladen, bijv. op het gebied van de Algemene Bijstands wet. De heer Muller hoopt dat voor de provincies zoiets komt als de Vereni ging van Nederlandse Gemeenten voor de gemeenten is. „We moeten ook als provinciale griffies eens wat meer samen doen; overigens komt er nu wel wat op gang, bijv. op het ge bied van de bestudering van de pro blematiek van de bestuurlijke orga nisatie waarvoor Gelderland het se cretariaat verzorgt. Mr. Muller is niet wars van zelf kritiek, ook niet van kritiek op „het ambtelijk apparaat". „Ik geef toe dat de overheid nogal eens niet zo snel werkt; we zullen dan altijd voor ogen moeten houden dat een beslis sing die (te) laat komt nóóit goed is' Heel veel tijd heeft hij de laatste jaren gegeven aan het op gang bren gen van een centrale managements- cursus voor bestuursambtenaren; „op dit gebied is nog een flink man co in het ambtelijk apparaat sprake naar de belangstelling voor deze cursus is verblijdend groot zodat we wel wat aan het manco zullen kun nen doen", meent mr. Muller, die ten slotte zijn grote waardering naar vo ren brengt voor de collegiale wijze waarop onder mr. H. W. Bloemers het college van GS steeds heeft kunnen werken; „vooral bij dit laat ste college was dit heel sterk het ge val", constateert hij dankbaar. DARJEELING In het nieuwe num mer van de hier uitkomende „Tibet Re- view" staat, dat er in februari in de Tibetaanse hoofdstad Lhasa door de Chinese communisten 13 Tibetanen, on der wie enkele vrouwen, in het open baar terechtgesteld zijn, door onthoof ding. Elders in het land waren volgens het blad, ten minste 20 mensen publiekelijk ter dood gebracht door de Chinezen, die dit jaar een nieuwe zuivering in het door hen veroverde land waren begon nen welke gericht was tegen „contra revolutionairen en andere klassevijan den". Volgens Tibetaanse vluchtelingen zouden er in hun land sinds het begin van dit jaar, duizenden mensen zijn gearresteerd, en velen hunner ware door de Chinezen geslagen, gemarteld of naar arbeidskampen gestuurd. Uit een en ander blijkt dat de bevol- j king van Tibet opnieuw ontevreden is geworden en dat er opnieuw een oppo sitie actief is geworden, hetgeen vooral het gevolg is van de resultaten van het communistische systeem der landbouw communes. ADVERTENTII TE KUST EN TE KEUR IN ONZE SHOWROOM: KAYERSDIJK 97 APELDOORN - TEL. 05760-31970 Ook 'h zaterdags geopend v. 10-J uur

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1970 | | pagina 15