Drie Gelderse
gedeputeerden gaan heen
Onderzoek naar
vervuilingsgraad
van het milieu
Nu is het
tijdvoor
lékker
met
lékker:
Beschuit
met
aardbeien.
Ook in toekomst voor
provincie eigen taak
Vriendelijk kabouter volk je won
sympathie van Amsterdammers
BRAAT!
Van EekOldenhof en
Lion mannen met
grote verdiensten
Geen akkoord
over regeling
ziektekosten
ambtenaren
KEUKENS?
Scheidende Staten-griffier mr. N. H. Muller:
EXECUTIES
IN TIBET
De
M
(Van een onzer redacteuren)
ARNHEM ln het Huis der
Provincie wordt vandaag af
scheid genomen van vier man
nen die zich vele jaren op hoge
posten ingezet hebben voor de
belangen van Gelderland: de
vertrekkende gedeputeerden dr.
H. J. van Eek, mr. R. Lion en
H. M. Oldenhof en de scheiden
de griffier der Staten mr. N. H.
Muller. Ieder van hen heeft gro
te verdiensten en Gelderland zal
hen - en dat is bepaald geen loze
kreet - heel hard missen. Hun
werk is of wordt overgenomen
door jongeren: leden van het
woensdag gekozen college van
Gedeputeerde Staten en de per
1 juli a.s. benoemde, deze week
beëdigde griffier der Staten mr.
P. J. de Loor. Geen mens in dit
hart van de provincie twijfelt er
aan dat afscheid nemenden ook
in de toekomst van hun belang
stelling voor het wel en wee van
dit gewest blijk zullen geven.
DR. H. J. VAN ECK
MR. R. LION
H. M. OLDENHOF
GROTE WAARDE
BEJAARDENWINST
LIEVE REVOLUTIE
VRIJDAG 5 JUNI 1970
DR. H. J. VAN ECK
MR. R. LION
DEN HAAG In de donderdag ge
houden vergadering van 't centraal ge
organiseerd overleg in ambtenarenzaken
onder voorzitterschap van de staatsse
cretaris van binnenlandse zaken, mr. C.
van Veen, kon geen overeenstemming
worden bereikt over de interimregeling
ziektekosten ambtenaren 1970.
Van regeringszijde werd voorgesteld
de regeling behoudens de bedragen
der tegemoetkomingen gelijkluidend
te doen zijn aan de regeling voor 1969.
De tegemoetkoming voor de ongehuw-
den werd voor 1970 gesteld op 225,
voor de gehuwden op 450 en voor stu
derende en minder-valide kinderen van
16 tot 27 jaar op 184,80.
De ambtenarenbonden pleitten ervoor
de interimregeling ook toe te passen op
de weduwenpensioen-genietenden béne
den de 65 jaar en de invaliditeits-ge-
pensioneerden. Nog afgezien van het
niet te verwaarlozen kostenaspect, kon
staatssecretaris Van Veen, met het oog
op het interim-karakter van de be
staande regeling, in verband met de
ernstige administratieve moeilijkheden
die aan dergelijke maatregelen zouden
zijn verbonden, dit voorstel van de
ambtenarenbonden niet overnemen.
Hij deelde in de vergadering mede,
dat het kabinet wil wachten op het
SER-advies inzake de structuurontwik
keling van de verzekeringen tegen kos
ten van geneeskundige verzorging, welk
advies vermoedelijk nog een jaar zal
uitblijven, alvorens een wijziging van
de bestaande interim-regeling te over
wegen.
qua accienniteit oudste scheiden
de gedeputeerde is dr. H. J. van
Eek die in 1939 lid van Provinciale Sta
ten werd en direct na de oorlog zijn in
trede deed in het dagelijks bestuur van
de provincie. Begin april werd hij 65
jaar en hij vond dat nu het tijdstip ge
komen was om zich uit de Staten terug
te trekken. Geboren werd hij in Oegst-
geest, maar zijn HBS-jaren bracht hij
al in Gelderland (Apeldoorn) door en de
dissertatie die hij aan het eind van zijn
ADVERTENTIE
studie sociale geografie aan de Univer
siteit van Amsterdam schreef handelde
over een Gelders onderwerm „Boeren
en fabrieksarbeiderssociografie van
de gemeente Ede" (1938).
Ede is trouwens ook de gemeente
waar hij nog steeds woont; toen provin
ciale staten vorige week hun jaarlijkse
excursie maakten en aan de buitenkant
van Ede de fraaie Doesburger molen
bezochten stond daar glunderend
dr. Van Eek op hen te wachten. „Mooi
hè, die molen, ik woon hier in de
buurt," zei hij, stralend.
Wie met dr. Van Eek praat spreekt
met iemand die met hart en ziel van
Gelderland houdt en zich ermee ver
bonden weet, die voor de provinciale
belangen vécht; hij is een taaie vast
houder en wie hem niet of niet vol
doende kent krijgt nogal eens een fou
tieve eerste indruk van hem als zou hij
een té hoekerig man zijn die wel eens
wat meer gevoel voor humor zou mogen
krijgen.
Wie deze socialistische bestuurder als
oud-leraar echter wat beter leert
kennen krijgt een heel ander beeld:
vooral als het over onderwerpen gaat
waarmee hij zich verbonden weet is
hij allesbehalve hoekig, dan kan hij
vól enthousiasme zijn mening geven
en oogst hij bewondering voor zijn
grote deskundigheid.
Hem is de laatste tijd wel eens ver
weten dat hij weinig open zou staan
voor de wensen van de Gelderse bevol
king met betrekking tot vergroting van
de inspraak bij de problemen van de
ruimtelijke ordening. Hij zélf bestrijdt
dit fel: „bedenk dat er op dit punt
sprake is van een versnelde ontwikke
ling. Toen ik gedeputeerde werd was er
nog geen sprake van ruimtelijke orde
ning, laat staan van inspraak daarin.
Bij de voorbehandeling van streek
plannen zien we nu een duidelijke ver
sterking van het inspraakelement, maar
het is natuurlijk nog niet zover dat we
de ideale toestand hebben bereikt; we
zijn er wél een eind heengegroeid en
laten anderen deze ontwikkeling maar
verder begeleiden."
Dr. Van Eek is een heftig tegenstan
der van ieder die het Veluwemassief en
andere natuurgebieden in Gelderland
zou willen aantasten. Veel heeft hij in
zijn leven ten behoeve van het natuur-
vriendenwerk gedaan, hij is ook lid van
het dagelijks bestuur van Het Gelders
Landschap. Dr. Van Eek geniet als er
(al of niet met provinciale steun) een
stuk landschap gered of hersteld kan
worden; juist Gelderland, dat op dit
punt zo uniek is, heeft een bestuurder
als dr. Van Eek hard nodig.
De heer Van Eek, actief drankbe
strijder; hij is voorzitter van de provin
ciale commissie voor de drankbestrij
ding en voorzitter van de afdeling Ede
van de ANDO, heeft ook zijn sporen
verdiend op het gebied van de volks
huisvesting en dat van de provinciale
bemoeienissen met het onderwijs.
Woensdag zat hij met zijn collega H
M. Oldenhof op de gereserveerde tribu
ne van de Statenzaal om de vergadering
bij te wonen waarin het nieuwe college
van GS gekozen werd; hij blijft mééle
ven en men zal hem daar nog menig
maal zien zitten.
\fr. René Lion werd vorig jaar juli 65
en verschilt in tal van opzichten
hemelsbreed van de beide collega's, die
óók afscheid nemen. Hij werd in Brus
sel geboren en studeerde rechten aan de
Universiteit van Amsterdam. Korte tijd
was hij werkzaam bij een bankinstel
ling, maar in 1931 verkoos hij de advo
catuur en vestigde hij zich in Arnhem.
Hij is de Gelderse hoofdstad trouw ge
bleven. Van 1946 tot 1958 was hij lid
van de KVP-fractie in de gemeente
raad; hij was enkele jaren ook voorzit
ter van deze fractie. In 1962 deed mr.
Lion zijn intrede in de Provinciale Sta
ten en had nauwelijks zijn zetel in de
Statenzaal bezet of hij werd al gekozen
als lid van Gedeputeerde Staten.
Mr. Lion is „de jurist", hij lijkt mis
schien stug maar wie hem meerdere
malen heeft ontmoet corrigeert deze
karakterisering; in wezen is hij een
vriendelijk man, op en top integer en
een groot kenner van de wetboeken. In
de afgelopen jaren gingen zijn zorgen
in het bijzonder uit naar het bestuur
van de provincie en de volksgezond
heid. In het Huis der Provincie zal deze
consciëntieuze jurist (hij was jarenlang
ook deken van de Orde van advocaten
in het arrondissement -Arnhem) node
gemist worden.
l^oopi burgemeester Oldenhof daar
niet?" fluisterde een bezoeker van
het Huis der Provincie onlangs toen hij
in de grote hall op iemand stond te
wachten. Het "was inderdaad de heer H.
M. Oldenhof. de rijzige zeventiger
uit Ede. Hij is al sinds 1962
geen burgemeester meer maar (tot
woensdag jl) gedeputeerde; het „burge
meester Oldenhof" klinkt echter ook
nu helemaal niet vreemd. „In wezen is
hij burgemeester gebleven," zei een van
zijn goede kennissen, „een heel goeie
burgemeester, een burgervader".
Dat is zo; alle goede eigenschappen
die een burgemeester nodig heeft zijn
bij (nu:oud-)gedeputeerde Oldenhof
nog altijd aanwezig: hij is van top tot
teen een bestuurder die de mensen met
wie hij te maken heeft graag goed leert
H. M. OLDENHOF
kennen en veel belangstelling voor hen
toont.
De heer Oldenhof is Apekloorner van
geboorte (17 september 1899) en hij be
gon zijn maatschappelijke loopbaan óók
in Apeldoorn: als tijdelijk klerk op de
gemeentesecretarie. In maart 1929 werd
hij burgemeester van Lopik e.a. Drie-
en-dertig jaar heeft hij het burgemees
tersambt bekleed; na Lopik kwamen
Kampen (1936-1952) en Ede (1952-1962(.
In 1954 werd hij lid van Provinciale
Staten van Gelderland; in 1962 werd
deze anti-revolutionair gedeputeerde.
In het bijzonder voor het wegenbeleid
en het openbaar vervoer heeft de
heer Oldenhof erg veel gedaan; ber
gen werk heeft hij verzet om het al
lesbehalve gemakkelijke wegenstelsel
in Gelderland te verbeteren.
Onlangs heeft hij nog ter plaatse
kunnen aantonen hoeveel vooruitgang
is en wordt geboekt bij de ontsluiting
van het Rivierengebied. Krachtig heeft
hij er nog niet zo lang geleden bij
Rijkswaterstaat voor gepleit rijksweg
50 (Arnhem-Kampen) waaraan bij
Apeldoorn hard wordt gewerkt, ten
spoedigste naar het noorden toe te rea
liseren, o.a. om de dorpen in de ge
meente Epe van het steeds intenser
wordende doorgaande verkeer (groten
deels) te verlossen. Ook de personeels
aangelegenheden waren juist bij hem
in goede handen.
Deze principiële bestuurder maakt
nog altijd een veel jongere indruk dan
hij is; omgetwijfeld is dit mede te dan
ken aan de levensblijheid die hem zo
kenmerkt en geliefd gemaakt heeft.
Ook nu hij zijn veeleisende ambt
neergelegd heeft zal hij nog tal van in
stanties met zijn persoonlijke gaven
van hoofd en hart van dienst kunnen
zijn.
DEN HAAG De staatssecretaris
van volksgezondheid, dr. R. J. H.
Kruisinga, heeft zich bereid verklaard
medewerking te verlenen aan de ont
wikkeling van een methode, waarmee
de vervuilingsgraad van het milieu kan
worden nagegaan. Het verzoek tot me
dewerking is gedaan door prof. J.
Lanjouw, hoogleraar-beheerder van
het Instituut voor Systematische Plant
kunde van de Rijksuniversiteit van
Utrecht. Als proefterrein voor de ont
wikkeling van deze methode heeft de
Utrechtse universiteit het gebied van
de Kromme Rijn aangewezen.
Voor het voeren van een effectief
beleid op het gebied van de milieuhy
giëne is het noodzakelijk, aldus de
staatssecretaris, dat graadmeters wor
den opgespoord die aangeven, welke
jmate van verontreiniging van 't milieu
nog toelaatbaar is, zowel op korte als
op lange termijn. Het project in de
buurt van Utrecht heeft onder meer tot
doel een kaart te maken, waarop de
aardrijkskundige gebieden een reeks
vormen van de grootste naar de klein-
jste „buffercapaciteit',, dit is het vermo
gen om verontreinigende stoffen op te
nemen in de biologische stofkringloop,
waardoor zij onschadelijk worden ge
maakt.
ADVERTENTIE |Het onderzoek dat nu en in de komen
de jaren door circa 80 onderzoekers van
de studentenwerkgroep leefbaarheid en
milieuhygiëne van de gamma-chemie
verder zal worden uitgewerkt, zal er in
de eerste plaats op gericht zijn de gehe
le biologische verscheidenheid vast te
leggen om daardoor eerder een inzicht
te krijgen in de betekenis van het bio
logisch milieu ten aanzien van de opna
mecapaciteit van het milieu voor ver
vuiling.
De invloed van luchtverontreiniging
I zal o.m. worden nagegaan aan de hand
van het al of niet voorkomen van
korstmossen op de schors van bomen.
Voor wat de waterverontreiniging be
treft. zal de mate daarvan worden be
paald door onderzoek van monsters uit
de Kromme Rijn en uit het erop toe
stromende water.
ADVERTENTIE
(Van een onzer redacteuren)
ARNHEM „Lk geloof niet dat de provincie zal moeten verdwijnen bij
_en nieuwe bestuurlijke organisatie van ons land; zij zal steeds bepaalde
taken moeten (blijven) behartigen, een „midden-gezag" kun je niet zo ge
makkelijk missen, omdat de dreiging van het centralisme dan veel reëler
zou worden. Laatst was ik op een prefectencongres in Frankrijk; het waren
allemaal uiterst deskundige mensen, maar juist daar bleek weer de centra
listisch bepaalde structuur in dit land, waar Parijs enorm veel te vertellen
heeft en je zo'n stuk midden-gezag (als bij ons het provinciaal-bestuur met
zijn bevoegdheden is) beslist mist."
Dit zegt ons mr. Nicolaas Hendrik
Muller (bijna 65) die vandaag in het
Huis der Provincie afscheid neemt
als griffier der Staten na dit ambt
in Gelderland negentien jaar be
kleed te hebben (tevoren in Fries
land vijf jaar). Ieder die van me
ning is dat een griffier der Staten
in principe alleen maar saaie verha
len zou kunnen afsteken zou zich
daarin kunnen vergissen, maar a
fortiori is dit het geval bij de schei
dende griffier der Gelderse Staten.
Bijna twee uur zijn we bij hem ge
weest en hij is er in geslaagd ons al
die tijd te boeien; hij heeft een heel
aparte visie op zijn ambt en is ie
mand die ook ver over grenzen heen
kan kijken zonder iets af te doen
aan het lokale en gewestelijke, een
man die voortreffelijk leiding kan
geven aan een ambtelijk apparaat en
dit ook weet te boeien; inderdaad:
we kunnen het met velen in het
Huis der Provincie eens zijn dat het
vertrek van mr. Nicolaas Hendrik
Muller voor Gelderland een verlies
is, waaraan direct toegevoegd kan
worden dat in de persoon van mr. P.
J. de Loor de opvolging van mr.
Muller in vertrouwde handen is ge
legd.
r. Muller werd in het Zuidhol
landse Alkemade geboren; zijn
vader was daar dierenarts. In 1929
trouwde hij met een Hongaarse,
mevr. Margit Maria Galambossy
Schnier, die in Nederland beëdigd
vertaalster Hongaars werd. „Ik ga
binnenkort met mijn vrouw een
tijdje naar Hongarije om haar ge
boorteland door te reizen, 't wordt
een echte verkenningstocht," zegt
mr. Muller, die na zijn pensionering
met zijn vrouw in Rijswijk (Z.H.)
gaat wonen en daarmee naar zijn
geboorteprovincie terugkeert.
Hij studeerde rechten in Leiden.
„Ik wil graag even aanstippen dat ik
daar o.a. heel veel geleerd heb op
colleges van de grote staatsrechtge
leerde prof. mr. R. Kranenburg
de latere voorzitter van de Eerste
In Amsterdam zit de uil definitief
in de olmen, zoals het volkslied van
Oranjevrijstaat al maanden voor
spelde. Hoe men de kabouter-winst
ook mag beoordelen, vastgesteld
moet worden, dat ons land een
nieuw fenomeen rijk is.
Immers, ir. geen enkele hoofdstad ter
wereld is het mogelijk dat een groep
jeugdigen met puntmutsen binnen
enkele maanden elf percent van de
stemmen op zich verzamelt. Dat kan
schijnbaar alleen in Amsterdam en
hoe komt dat? Waarom hebben 37.836
Amsterdammers louter kabouter ge
stemd?
Natuurlijk is het al te goedkoop als
psychologische verklaring voor het
fenomeen te beginnen over „geintjes"
waar Amsterdammers zo op gesteld
heten te zijn. De redenen van het
succes zijn ..erieuzer en complexer.
Een reeks factoren heeft die 37.836
Amsterdammers kabouterrijp ge
maakt.
Bij nadere beschouwing hebben de ka
bouters hun reuzesprong psycholo
gisch en praktisch uitstekend voorbe
reid, wat in beide opzichten vooral
aan psychologie-student Roel van
Duyn is te danken. Hij is niet alleen
de man van de ideeën, maar met zijn
ruime provo-ervaring weet hij ook
hoe hij acties moet organiseren en
hoe hij de publiciteit moet mobilise
ren. Bovendien paart hij zijn inzicht
en ervaring aan een enorme werklust,
die hem tot het produktiefste raadslid
maakte.
Voor de hele kabouterontwikkeling
is dat eerste kabouterraadslid van
grote waarde geweest. De plannen
hoefden daardoor niet door vage par
ticulieren gelanceerd te worden.
Oud-Provo Van Duyn trok de sprint
aan voor de kabouters.
De kabouters van Oranjevrijstaat
zoals zij hun ideale samenleving noe
men hebben twee pluspunten in de
ogen van de kiezers, vergeleken met
bijvoorbeeld de provobeweging. De
directe acties waren gericht op de be
hoeften van grote bevolkingsgroepen
die dit als positief hebben gezien. En
kabouters konden nimmer worden
geassocieerd met geweld, zoals provo.
Die twee aspecten van het kabouter-op
treden hebben het gewonnen bij het
grote publiek en bij veel publiciteits
media (vooral televisie). Juist in Am
sterdam zijn nog steeds de grote pro
blemen: woningnood en bejaarden
voorzieningen. De kabouters hebben
hun acties direct daarop gericht, niet
door er over te praten en te schrij
ven, zoals de andere partijen al 25
jaar doen, maar door eenvoudig aan
de slag te gaan.
Het kraken van lege panden en een
service-dienst voor bejaarden waren
het gevolg. Verder werd gewerkt aan
crèches, boomaanplant en anti-auto
campagnes. De leefbaarheid staat
hoog in het vaandel van Oranjevrij
staat geschreven.
f ien moet er niet gering over denken
als partijen die zich 25 jaar over de
woningnood buigen, openlijk erken
nen dat ze begrip hebben voor de
krakersoplossing van de kabouters.
Minister-president De Jong deed dat
persoonlik openlijk voor de televisie,
VVD-voorzitster Haya van Someren
zei zelfs dat ze als 21-jarige woning
zoekende waarschijnlijk ook een huis
bezet zou hebben.
Het grote publiek en vooral slecht ge
huisveste mensen kregen aldus een
uitstekend excuus om op de kabou
ters te stemmen.
Daarbij komt dat alle acties altijd
vriendelijk en „ludiek", nooit grim
mig of agressief werden gebracht.
Ook dat moet een uitstekende indruk
hebben gemaakt op de kiezers. Van
extreem linkse zijde werd de kabou
ters deze zachtaardigheid prompt
verweten.
Een meesterzet was in dit verband de
boswandeling die Roel van Duyn en
zijn makkers maakten, terwijl in het
Amsterdamse centrum ordinaire rel
len woedden. De rol van de kabouters
was aldus boven alle twijfel verhe
ven.
Vs men het kabouter-optreden verge
lijkt met dat van de partijen in de
raad die de grootste verliezen leden,
wordt de kabouterwinst steeds logi
scher. De weggevaagde Boerenpartij
bepaalde zich tot het maken van en
kele domme opmerkingen zonder ook
maar ooit één nieuwe gedachte te
lanceren. De pacifistisch-socialisti-
sche PSP. die één zetel houdt, heeft
in hoofdzaak zinledige ruzies gezocht
in de raad, waar niemand veel mee
opschoot.
D'66 liet al tevoren weten dat men niet
wilde meewerken aan het besturen
van de stad, wat voor groeperingen
die op maatregelen zitten te wachten,
geen perspectief biedt. Hierin past
dat de communisten werden beloond
voor hun constructieve aanpak.
Het is overigens hoogst merkwaardig
dat de partijen die dit land besturen,
met uitzondering van de WD, in
Amsterdam goeddeels zijn uitgeran
geerd. De KVP heeft nog vijf zetels,
AR 2 en CHU 1. De confessionele
partijen zijn in Amsterdam eigenlijk
al afgeschaft!
Via de kabouters heeft een deel van
Amsterdam gekozen voor de lieve,
praktische revolutie. Het besturen
van de stad zal er wel niet makkelij
ker op worden. Maar met drs. Den
Uyl zijn wij het eens, dat het ruilen
van de boeren tegen de kabouters no/
zo'n slechte zaak niet is, zoals tot
dusver de Amsterdamse communisten
•onstructiever waren dan de PSP'ers
assen gaat de Amsterdamse raad wel
.en zeer ludiek tijdperk tegemoet! Er
zal wel niemand bezwaar tegen heb
ben als we burgemeester Samkaldei
de wijsheid van Salomo en het geduld
der engelen toewensen.
Kamer die ons via het rollenspel
met de praktijk van alle dag ver
trouwd maakte". In 1929 deed hij
zijn intrede op de secretarie van Al
melo om in 1933 als chef algemene
zaken naar de gemeentesecretarie
van Groningen te gaan; burgemees
ter van Groningen was toen de heer
H. P. J. Bloemers, vader van de te
genwoordige commissaris der Ko
ningin in Gelderland.
In Groningen bekleedde hij tal
van functies buiten de overheidssec
tor, hij was er ook mede-oprichter
van de RONO (regionale omroep
noord). Direct na de oorlog kwam
zijn benoeming tot griffier der Sta
ten van Friesland af; daarnaast
werd hij voor de oud-padvinders
hoofdkwartiercommissaris van de
Nederlandse Padvinders en kreeg hij
nog tal van andere functies. Zoals
gezegd vertrok hij in 1951 naar Arn
hem en werd daarmee sinds de Pro
vinciale wet van 1850 de tweede
griffier die van provincie verwis
selde.
Ook in de Gelderse hoofdstad ging
hij een groot aantal nevenfuncties
bekleden zonder dat dit ieder
die hem kent wéét het ook
maar enigermate zijn hoofdfunc
tie schade aanbracht. Vooral het
archiefwezen had zijn grote lief
de; in 1968 werd hij lid van de Ar-
chiefraad. Na zijn vertrek naar
Rijswijk gaat hij juist op dit ter
rein nog enig werk verrichten.
Wie de lijst van zijn functies
raadpleegt krijgt een duidelijke in
druk van tnr. Mullers veelzijdigheid;
voor ieder die hem ontmoet is een
van zijn opvallendste kenmerken de
joyeuze wijze waarop hij met zijn
medemensen omgaat.
ILTr. Muller is van mening dat er
meer samenwerking tussen ge
meenten moet komen, waarbij de
provincies een overkoepelende taak
kunnen vervullen. „Ik vraag me af
of het rijk niet enkele van zijn ta
ken aan de provinciale besturen kan
overdragen waarbij ik o.m. denk aan
het veelomvattende gebied van de
milieuhygiëne. In de afgelopen ja
ren zijn Gedeputeerde Staten ander
zijds steeds meer met toezichthou
dende taken overladen, bijv. op het
gebied van de Algemene Bijstands
wet.
De heer Muller hoopt dat voor de
provincies zoiets komt als de Vereni
ging van Nederlandse Gemeenten
voor de gemeenten is. „We moeten
ook als provinciale griffies eens wat
meer samen doen; overigens komt er
nu wel wat op gang, bijv. op het ge
bied van de bestudering van de pro
blematiek van de bestuurlijke orga
nisatie waarvoor Gelderland het se
cretariaat verzorgt.
Mr. Muller is niet wars van zelf
kritiek, ook niet van kritiek op „het
ambtelijk apparaat". „Ik geef toe
dat de overheid nogal eens niet zo
snel werkt; we zullen dan altijd voor
ogen moeten houden dat een beslis
sing die (te) laat komt nóóit goed is'
Heel veel tijd heeft hij de laatste
jaren gegeven aan het op gang bren
gen van een centrale managements-
cursus voor bestuursambtenaren;
„op dit gebied is nog een flink man
co in het ambtelijk apparaat sprake
naar de belangstelling voor deze
cursus is verblijdend groot zodat we
wel wat aan het manco zullen kun
nen doen", meent mr. Muller, die ten
slotte zijn grote waardering naar vo
ren brengt voor de collegiale wijze
waarop onder mr. H. W. Bloemers
het college van GS steeds heeft
kunnen werken; „vooral bij dit laat
ste college was dit heel sterk het ge
val", constateert hij dankbaar.
DARJEELING In het nieuwe num
mer van de hier uitkomende „Tibet Re-
view" staat, dat er in februari in de
Tibetaanse hoofdstad Lhasa door de
Chinese communisten 13 Tibetanen, on
der wie enkele vrouwen, in het open
baar terechtgesteld zijn, door onthoof
ding.
Elders in het land waren volgens het
blad, ten minste 20 mensen publiekelijk
ter dood gebracht door de Chinezen, die
dit jaar een nieuwe zuivering in het
door hen veroverde land waren begon
nen welke gericht was tegen „contra
revolutionairen en andere klassevijan
den".
Volgens Tibetaanse vluchtelingen
zouden er in hun land sinds het begin
van dit jaar, duizenden mensen zijn
gearresteerd, en velen hunner ware
door de Chinezen geslagen, gemarteld
of naar arbeidskampen gestuurd.
Uit een en ander blijkt dat de bevol-
j king van Tibet opnieuw ontevreden is
geworden en dat er opnieuw een oppo
sitie actief is geworden, hetgeen vooral
het gevolg is van de resultaten van het
communistische systeem der landbouw
communes.
ADVERTENTII
TE KUST EN TE KEUR IN ONZE
SHOWROOM: KAYERSDIJK 97
APELDOORN - TEL. 05760-31970
Ook 'h zaterdags geopend v. 10-J uur