Sstt.Denk toch om de buren!!
Kinderarts
Flatneurose
wordt er
heel vroeg
ingepompt
Nieuwe kunststofIndia
lijkt op fluwelig suède
OOGGYMNASTIEK MIDDEL
TEGEN KIPPIGHEID
GEEN WOORDEN
MAAR DADEN
Reformzaken zetten
jaarlijks twintig
procent meer om
IDEAAL
Groot verschil
in verpakking
van chips
ZEEZOUT, RIETSUIKER EN KLEURSTOFVRU FRUIT
Niet alleen
graseters
Buurman
Protesten
Bewijs
SLECHT
RIETSUIKER
IDEALISME
GEEN SPEELRUIMTE VOOR
KINDEREN IN FLATBOUW
Burenruzies. Een kind dat van een
balkon valt. Jantje kan in de klas niet
meekomen. Marietje-van-zeven lijdt
aan slapeloosheid. En met Henkie van
vijf is thuis geen land te bezeilen: Er
moet een psychiater aan te pas ko
men. De flatneurose wordt er al vroeg
Ingepompt.
De Amsterdamse kinderarts Ph. H.
Fkleldij Dop vindt het opvallend dat
veel van deze kinderdrama's zich af
spelen in... sfeerloze nieuwbouwwij
ken. waar architecten met elkaar ge
ijverd hebben om dorre uniformiteit
.Ik zeg nie*", zegt de heer Fiddeldtf
Dop, „dat vervallen woningen in een
binnenstad minder fnuikend zijn voor
de opvoeding van kinderen. Maar een
feit is, dat rondom oude woningen in
een stadscentrum de omgeving geschik
ter is voor het spel van kinderen".
Hij is ervan overtuigd, dat de opvoe
ding van kinderen in eentonige massa
flats worden beïnvloed door de alles we
tende en alles horende buurman. Want
de gehorigheid in flatwoningen is wel
haast spreekwoordelijk aan het worden.
En veel ouders voelen zich daardoor ge
remd: De buurman kan precies horen
hoe je je kinderen opvoedt.
„Het gevolg is", vindt kinderarts Fi-
deldij Dop, „dat de ouders hun kinde
ren beperkingen opleggen". De buur
man mag geen last hebben van het ge
stamp of geschreeuw van kleine Japie.
„Bovendien hebben alle bewoners
van zo'n flat te weinig privacy, hetgeen
zich uit in een overmaat aan agressie.
Omdat keukens net te klein zijn om
de buurvrouw een kop koffie te geven
■ls ze een fles melk komt lenen, moet
die buurvrouw dus meteen in de intimi
teit van de huiskamer worden ontvan
gen. Die intimiteit ligt ook te grabbel,
wanneer j een w.c. bouwt pal achter de
voordeur, waar iedereen langs komt,"
vindt de heer Fideldij Dop.
Zijn grote bezwaar is dus dat de
flatbewoners niet vrij zijn om hun ei
gen leventje te leiden; dat een echtpaar
niet vrij met elkaar kan omgaan zonder
de buren te laten weten, wat er aan de
hand is; dat ouders niet vrij zijn hun
kinderen op te voeden in een sfeer van
creativiteit.
,De meeste flats zijn te uniform ge
bouwd", vindt hij. „Deskundigen zeggen
dat het bouwen van andere flats die
meer mogelijkheden bieden, duurder
zou zijn. Ik wens dat niet te geloven.
Een andere opzet, waarvoor je dezelfde
materialen gebruikt, hoeft niet duurder
te zijn. Maar de moeilijkheid is, dat je
geen aannemers of beleggers vindt, die
bereid zijn betere flats te bouwen.
Want zij zijn bang dat het publiek die
flats niet wil, zodat zij leeg zullen blij
ven staan."
Ir dan per se iedereen die in een
nieuwbouwwijk woont ongelukkig?
Fideldjj Dop: „Natuurlijk niet. Er
zijn massa's mensen die zich best kun
nen aanpassen in hun massa-flatje.
Maar zij worden niet gestimuleerd om
hun kinderen op te voeden in een sfeer
van creativiteit".
„De naoorlogse jeugd, die in sfeerloze
flats werd opgevoed, heeft nu de leef
tijd gekregen om mee te doen aan pro
testdemonstraties tegen Amerikaans
optreden in Vietnam of in Cambodja
of tegen andere maatschappelijke mis
standen. Maar die jeugd protesteert te
gen de ander In plaats van tegen zich
zelf".
„Natuurlijk ben ik ook tegen dat
Amerikaanse optreden en ik ben het er
mee eens dat de jongelui er tegen pro
testeren. Maar in dat protesteren tegen
de ander schuilt het grote gevaar.
Daaraan heeft Amerika zijn Vietname
se oorlog overgehouden. De Amerikaan
se jeugd protesteert tegen boosdoener
Rusland, de Nederlandse jongeren pro
testeren tegen Amerika maar het gaat
altijd om de ander".
„Dat komt doordat de jeugd is opge-
groied naar een gevoel van onbehagen.
Zij protesteert tegen de ander, zonder
zelf in staat te zijn een alternatief te
bieden. In hun sfeerloze flat-opvoeding
hebben zij niet geleerd iets te creëren,
een alternatief te scheppen."
„Tien jaar geleden", zegt dokter Fi
deldij Dop, „maakte ons nuchtere volk
zich nog geen zorgen over de psycho
logie van het wonen". Nu wordt er
over gepraat, geschreven en vergaderd.
Volgens dokter Fideldij Dop is dat het
bewijs dat wij toch wel langzaam maar
zeker de goede kant op gaan.
„Maar", zegt hij, „het gaat waarach
tig niet alleen om de flatwoning. Ook
de omgeving van flats is voor kinderen
nauwelijks interessant. Een kind uit
een nieuwbouwwijk, dat in zijn nieuwe
buurt naar school gaat beleeft onder
weg veel minder dan een kind dat in
een oudere wijk naar school gaat. Er is
niets meer dat de fantasie van een
flat-kind prikkelt".
„Dat komt doordat wij kunstmatige
steden bouwen, die geen organische
groeimogelijkheden hebben. Voor mij
staat één ding vast: overheid en huizen
bouwers maken kapitale denkfouten".
Nadat een 48-jarige man te Mün-
chen van zijn eerste vrouw was ge
scheiden, om met zijn aantrekkelijke
en knappe secretaresse te trouwen,
vond hij dat hij een grote fout had
begaan en hij begon opnieuw aan
een echtscheiding. Bij een huwe
lijksbureau plaatste hij daarna een
advertentie met een heel program
van eisen, waaraan zijn ideale
vrouw zou moeten voldoen. Zij
moest humoristisch zijn, van klassie
ke muziek houden en mocht niets te
gen voetballen of vissen hebben.
Drie dagen later belde het bureau
hem op met de mededeling, dat het
de juiste vrouw gevonden had.
Toen de man de vrouw ontmoette,
ging hij bijna door de grond van
verbazing. Het was n.l. zijn eerste
vrouw
De boa constrictor werd door een po
tige man uit een ijzeren kist gehaald en
^>m de hals van de mannequin gelegd.
Het dier had nog een paar meter staart
over, die het gewillig om het meisje
drapeerde. De kleine kop met het snel
in en uitflitsende gespleten tongetje
hield het meisje voor alle zekerheid een
eindje van zich af. Een gevaarlijke
stunt? „Nee hoor," zei een dame in na
middagtoilet, die al enige generaties als
ladyspeaker fungeert, „weest u maar
niet bang, de slang heeft van te voren
een prik gehad!"
Waarom deze grappen met een leven
de slang tijdens een modeshow? Was
het om nogmaals op het modeverschijn
sel reptielenhuid te wijzen, waarmee
Dior in zijn laatste collecties zo kwistig
werkte?
De mannequins in Amsterdam droe
gen geen snippertje echte slangenhuid,
maar wel iets dat er op leek. In Frank
rijk heeft het kunststofconcern Horn-
schuch een nieuwe stof in de handel
gebracht die men „India" noemt.
Het is een beetje fluwelig als suêde
en kan van slangenhuid-reliëf en -print
worden voorzien. De makers spreken
natuurlijk niet van suêde, maar van
een gevlokt materiaal, 50 pet. synthe
tisch en 50 pet. katoen op een ge
schuimde ondergrond. Door die half-
om-half menging komen de goede ei
genschappen van beide materialen het
beste tot hun recht.
Het nieuwe materiaal heeft, net als
de meeste vinylsoorten die in de handel
zijn, een tricot binnenzijde of rug.
Langs electro-statische weg worden de
korte vezeltjes, poly-urethane, op de
basis gelijmd, waarna het andere be
werkingen kan ondergaan wat kleur en
druk betreft.
Het nieuwe materiaal wordt voorlo
pig niet in de handel gebracht als me-
terstof. Jan Kamphuis in Amsterdam
heeft „India" als basis genomen voor
een nieuwe collectie modellen en die
zullen binnenkort wel in de winkels
verschijnen.
Kamphuis heefteen voorliefde voor
overgooiers en jumpsuits zonder mou
wen. In de gladde vinylmaterialen
waar hij ook nog mee werkt, maken dat
soort modellen snel een wat plompe in
druk.
Het beste model uit de collectie was
een midi-rok met een kort jack met
halve mouwen, uitgevoerd in het nieu
we vlokmateriaal (zie foto). Lage
schoenen zijn foeilelijk bij halflange
rokken; er horen óf schoenen met hak-
hoogte-vijf centimeter óf laarzen bij.
Het is allemaal nog even wennen, dat
blijkt.
DEN HAAG Het Consumenten
Contact Orgaan heeft in haar prijs-
overzicht een pleidooi gehouden voor
standaardverpakkingen van chips. Al
eerder is gebleken dat diverse bedrij
ven het gewicht op de verpakkingen
niet vermelden. Opvallend is het grote
aantal gewichten waarin de chips wor
den geleverd.
De prijzen van respectievelijk naturel-
en paprikachips variëren van 0,46 tot
een gulden en van 0,48 tot 1,20 per 100
gram.
De bril is niet meer het enige middel
om een kind te helpen kippigheid te bo
ven te komen. Met ooggymnastiek en
oogmassage worden momenteel goede
resultaten bereikt. Een van de voor
naamste taiken van de ouders is dat zij
het oogeuvel, waar hun kinderen aan
lijden, tijdig onderkennen. Doorgaans is
het de schoolarts, die tot de ontdekking
komt dat een kind bij- of verziend is
en dan is het kwaad vaak al geschied.
Van groot belang is, dat het kind een
werkomgeving heeft die een gunstige
lichtinval garandeert. Een kind moet,
evenmin als een volwassene, nooit „in
het licht" zitten, maar zijn arbeids
plaats moet zo zijn ingericht, dat het
licht van links op zijn werk valt.
Wanneer ondanks alle goede zorgen
in dit opzicht het kind de ogen gaat
dichtknijpen als het iets op verre af
stand tracht te zien, of als het over
hoofdpijn klaagt is het tijd de oogarts
te raadplegen. Wellicht is het dan nog
mogelijk het dragen van een bril te
voorkomen door massage toe te passen.
Het was maar zo'n plaatselijk berichtje, en werkelijk Mei
van wereldschokkende betekenis. Vooral niet in een tijd
en een land waar men in de grote steden de metro's uit of liever in
de grond stampt. Wie zal zich bij zulke reuzenprojecten dan nog
interesseren voor een lokaaltreintje uit grootvaars dagen. Zo'n primi
tief rommelding dat als een hijgend postpaardje door de landouwen
jakkert nagestaart door de verbaasde koebeesten.
Maar dat is nu toch volstrekt voltooid verleden tijd, wij doen het
nu vlugger, veiliger maar niet voordeliger, zonder stof en tocht en
blauwige nachtpitjes. Het lokaaltje blijft hoogstens hossebossen door
streekromans en volksliedjes. Wie zou er nu nog in zo'n koffiemolentj
willen stappen, en vijf kwartier doen over een dieselritje van een
half uur.
Hele volksstammen, op mijn woord. Naar mijn berichtje onthulde
was het antieke lokaaltje nog één keer van stal gehaald om zijn
oude ritje te maken voor de liefhebbers van dergelijke antiquiteiten.
En dat bleken er zo ongedacht velen, dat men voor de teleur gestelden
het evenement nog eens, en wie weet meer malen, als vakantie
attractie wil herhalen. De gestdrift om weer eens een stukje goeie
ouwe tijd te beleven was eenvoudig overweldigend, want dat
oude malle achterlijke treintje was toch zo gezellig.
Dan leg ik de krant neer en ik denk: Héééé daar heb je het
alweer. Er rijdt 's zomers een postkoets over de Veluwe, je kunt met
een janplezier de Vecht langs, en er moet ook nog een bootje tuffen
van Amsterdam naar Diemen of daaromtrent
Waarom dan geen lokaaltje ergens zo hoog in het lage noorden dat
het bijna tegen de zeedijk stopt. Het mag allemaal hobbelen en rammt*
len, maar het is zo gezéllig. En gezelligheid is een stukje antiek dat
wij in de welvaartsstaat zoetjesaan met een kaarsje moeten zoeken.
Planologen hebben in hun ruimtelijke ordening voor onze kleinkinderen
er geen hoekje voor vrij kunnen maken, zelfs niet in de keurig
uitgezette recreatiegebieden. Het is alles open, ruim, zindelijk,
efficiënt maar nergens knus, besloten, intiem. Straks worden alle
spoorbanen en tramrails ook nog weggebroken, want dan zijn er toch
genoeg zoveelbaanswegen voor de haasthebbers met de supersnelle
wagens.
En de paar onderontwikkelde stumpers die hoogstens een fiets in
het schuurtje hebben staan, kunnen dan over te lange afstanden
vervoerd worden met nette zindelijke autobussen of helikopters. Zoet
zijn allemaal, er zal uitstekend gezorgd worden voor voldoende leef- en
speelruimte en een veilig vervoersystem. Alleen: gezelligheid is
er niet meer bij. Die kan wel wachten tot het jaarlijkse uitstapje van
het bejaardencentrum. Maar laten wij eerlijk zijn en de plannenmaker
niet de schuld geven van ons toenemend onbehagen. Gezelligheid is
geen massa-artikel, maar een kwestie van mentaliteit en sfeer.
Gezelligheid moeten wij zelf zien te scheppen en desnoods afdwingen.
Ja zeker als er maar genoeg liefhebbers zijn voor janpleziers en
plezierbootjes, voor postkoetsen en huifkarren, dan is de exploitatie
lonend genoeg om er een permanent vakantievermaak aan over te
houden. Dat ziet u maar weer aan dat overjarige lokaaltje.
Wij laten ons veel te weinig horen temidden van het reclame-en slag-
zinnentumult. Wij, ouderwetse géén- haasthebbers en veel-gezelligheid-
behoevers moesten veel meer en veel luider onze stem verheffen in
plaats van hoofdschuddend in een hoekje te zitten jammeren over
die overgezellige goeie ouwe tijd. Wij zouden een pracht van een
pressuregroep vormen als wij meer eisten in plaats van klaagden.
Want waar of niet: oude schilderachtige huisjes worden, fraai
gerestaureerd, weer opgewekt bewoond. De fuchsia heeft een
glorieuze comeback gemaakt in onze vensterbanken. Bedaagde
autootjes tuffen triomfantelijk langs 's heren wegen. De fluitketel krijgt
zware concurrentie van zijn emaille collega in kleur nog wel. Zelfs
de nootmuskaatrasp begint het op te nemen tegen het strooibusje,
Waarom?
Omdat er vrdüg naar is véél vraag zelfs. Er zit muziek in, vooral
bij de jeugd. Zet die één keer in een hotsebotsend lokaaltje en zij
zullen uit de raampjes hangen en kraaien: Dit is gewoon het einde
Waarmee zij dan natuurlijk een begin bedoelen.
Want let u eens op: we beleven het nog dat er hartje zomer weer
een trekschuit glijdt door de vliet van Leiden naar Den Haag. Met
louter jong volk aan boord in passende uitmonstering die is toch
immers al bijna compleet als illustratie-materiaal voor de Camera
obscura. Voor de jonkmans tenminste: de bakkebaarden en jeune
france, de getailleerde jas en het geborduurde vest hebben ze al.
Dan komen de goudse pijpen vanzelf, rond een test met kooltjes in het
roefje. Het wachten is nog maar op het luifelhoedje, de mitaines en de
sjaal met franje voor de jongedames. Wie weet wat het Dickensjaar
nog uitwerkt.
Steeds
meer mensen
kopen
gezond natuurlijk voedsel
EDE „De huisvrouw slikt niet alles meer. Zij wil weten wat een produkt
bevat. Ze leest daarom steeds nauwkeuriger het etiket op de levensmiddelen".
Om deze groeiende „kwaliteitsbewustheid" te onderstrepen gebruikt de heer
A. J. Molenaar een voorbeeld dat men niet in zijn (plantaardige) kring ver
wacht: „Een pond gehakt van maar 1,09 gulden verkoopt een slager tegenwoor
dig niet meer. Hij weet dat de huisvrouw liever iets minder van iets beters koopt
dan een pond gebroken benen".
De heer Molenaar komt dan ook uit een slagersfamilie, is geen vegetariër, maar
wel adjunct-directeur van de NV V.N.R. Reformprodukten in Ede. In die
functie bevoorraadt hij winkels in heel Nederland van Reform- en dieet-voed-
sel.
Zijn hoofdkwartier eerst in Schie
dam, later in Vlaardingen staat sinds
drie jaar in Ede. Dertig mensen zijn er
dagelijks in de weer om de ongeveer
veertig Reformhuizen en de rond 250
andere verkooppunten op hun wenken
ten bedienen.
De opgeruimde Vlaardinger bekent
het lachend: Er zit een duidelijke groei
in de verkoop van natuurgetrouw voed
sel in ons land. Jaarlijks neemt deze toe
met tien tot twintig procent. Andere
deskundigen schatten de totale winkel-
verkoop van het Reform-apparaat op
vier tot zes miljoen gulden per jaar.
Toch is het martkaandeel bescheiden.
Zeker in vergelijking met landen als
West-Duitsland, Zweden en Zwitserland
Vooral bij onze Oosterburen is verzor
ging van het lichaam tot een ware cul
tus uitgegroeid.
Uit deze landen importeert het be
drijf in Ede ook de meeste artikelen.
Of, zoals de heer Molenaar dat noemt:
„We snoepen mee van de enorme hoe
veelheden die de Reform-organisatie
daar zelf maakt of door de industrie
laat maken."
De Nederlandse Reformhuizen date
ren uit de jaren dertig. Enkele idealis
ten begonnen toen de verkoop van na
tuurzuivere, plantaardige levensmidde
len: vegetariërs en dieetpatiënten wa
ren hun klanten. Ieder kocht op eigen
houtje in.
In 1936 bundelden zij zich in de Ver
eniging van Nederlandse Reformhuizen
(VNR), een organisatie die adviseert en
toezicht oefent, die ook beslist over
vestiging van nieuwe Reformhuizen,
(de laatste drie jaar kwamen er zo'n
tien bij).
Na de oorlog besloot deze Vereniging
de inkoop te bundelen. De eigenaars
van de Reformhuizenwerden aandeel
houder van de NV VNR Reformpro
dukten die nu werkt met een vermogen
van 1,3 miljoen gulden.
Wandelen met de heer Molenaar door
het magazijn in Ede betekent tevens
een lesje krijgen in gezondheidsleer.
Want hij mag dan zelf geen vegetariër
zijn, geloven in de bijzondere waarde
van zijn produkten doet hij wel. Geen
nieuw produkt gaat bij hem de deur uit
of het Verenigingsbestuur heeft er
na raadpleging van laboratoria en me
dici zijn goedkeuring aan gegeven.
Voor de adjunct-directeur is het een
uitgemaakte zaak dat we te veel en te
slecht voedsel eten: „Hoeveel gebak
wordt er tegenwoordig niet op kantoren
gegeten. Als er niemand jarig is, dan
maakt men iemand jarig. En hebt u
rode mondjes van uw
na een verjaarspartjj-
wel eens op de
kinderen gelet
tje?"
Synthetische kleur- en smaakstoffen
zijn taboe voor de 1500 artikelen waar
in hij en zijn mensen zaken doen. Het
zijn voor het grootste deel (plantaardi
ge) levensmiddelen: allerlei graanpro-
dukten, honingsoorten, vruchtendran
ken en jams bv. Daarnaast echter ook
cosmetica, uit natuurlijke stoffen ver
vaardigd, in de eerste plaats bedoeld
voor een gezonde huisverzorging.
Men vindt in Ede ook allerlei minder
bekende levensmiddelen: flessen on
vervalst Noordzeewater, opgepompt van
een bepaalde diepte nabij Helgoland.
Want voor Reform-mensen komt de sa
menstelling van zeewater zoveel met
die van ons bloedplasma overeen, dat
het drinken ervan niet anders dan ge
zondheid kan brengen.
Niet voor niets gelooft menigeen, in
deze kring dat het leven op aarde, ook
dat van de mensen, ontstaan is uit de
miljarden eencellige wezentjes die eer
tijds de oceanen bevolkten.
Het behoeft geen betoog dat out in
Het behoeft geen betoog dat zout in
Oliën en vetten (margarine) zijn er
zoals tegenwoordig algemeen aangepre
zen van plantaardige oorsprong.
Amandelmoes heeft er de plaats van
pindakaas ingenomen en soja (eiwit) die
van vlees.
Gistsoorten moeten het tekort aan vi
tamine B bijspijkeren en ongeraffi
neerde rietsuiker voorkomt tandbederf.
De „oploskoffie" bevat geen coffeïne,
maar wel gerst, vijgen en cichorei. Een
tenslotte: citroenen en sinaasappels
zien er minder vrolijk uit, maar zijn
dan ook kleurstofvrij. VNR Reform
timmert niet aan de weg met verleide
lijke advertenties of voordeelaanbie
dingen. De heer Molenaar legt uit
waarom: „Dat ligt onze nuchtere klan
ten niet zo. Het zijn allemaal „denker
tjes", ze laten zich niet zomaar bepra
ten. Ze willen wel voorlichting. Dat
krijgen ze in onze krant „Moderne voe
ding".
Het kost hem overigens weinig moei
te aan te tonen hoe bekend zijn pro
dukten wel zijn: ook in koninklijke, ar
tistieke en sportkringen.
Een vetpot is deze handel volgens
hem echter allerminst! „De winstmar
ges zijn soms zo laag dat schoonheids
salons en apothekers bepaalde artikelen
zelfs niet willen verkopen. De Reform
winkelier kan het daarom ook vandaag
nog niet zonder idealisme stellen". Dat
de meeste prijzen in deze sector niette
min hoger zijn dan gebruikelijk ver
klaart de heer Molenaar uit de kwali
teit en het kostbare produktie- en dis
tributieproces. „Massafabricage is on
mogelijk. We kopen en verkopen slechts
in heel kleine aantallen. Al bestelt een
winkelier slechts één produkt, dan
krijgt hij het een dag later per post
thuisgestuurd".
„Bovendien komen veel artikelen uit
de voor ons dure landen buiten de
EEG: Zwitserland, Zweden en ook En
geland".
Welke toekomst ziet de man in Ede
voor het Reform-wezen?
„Veroveren zullen we de markt niet.
Maar een geleidelijke groei zit er zeker
in. Met het toenemen van de welvaart
zullen de mensen meer geld over heb
ben voor volwaardiger voedsel. Zoals
dat nu al blijkt uit de groeiende klan
tenkring van de Reform-winkels".
De opmars van de „beschavings-
ziekten" doet menig consument ont
waken. De klacht van medici en
voedingsdeskundigen „u eet te
veel en te onvolwaardig voedsel"
vindt meer en meer gehoor, zo
ontdekken de zg- Reformwinkeliers
in ons land.
Voor deze verkopers van „na
tuur produkten" is de klacht, die
nu zo in zwang is, bekende koek.
Al sinds de jaren dertig probeert
deze bescheiden groep winkeliers
begrip te kweken voor een gezon
dere voeding.
Hun klantenkring bestaat van
daag al lang niet meer uitsluitend
uit idealisten van het eerste uur:
Dat waren namelijk de vegetariërs,
ten onrechte soms spottend „gras
eters" genoemd, wier opvatting in
menig opzicht zo juist is gebleken.