Praat boek voor Vereniging van Kerkvoogdijen viert blij én zorgelijk haar vijftigjarig bestaan Hij is der RELIGIEUZE REVOLUTIE IN JERUZALEM Wat anderen zeggen Farao respekteert Juda Traktementen PROFITEER HIERVAN Wat staat er in de boekrol? KOMMENTAAR GROOT PROTESTFEEST BUITENLAND Zware taak De toekomst TER OVERDENKING PA LA VER 70 Soms moet je jezelf wel eens onder handen nemen. Anders word je een slappeling. Hier heb je een paar tips: Heb ik me een eerlijk oordeel gevormd over de waarde van het christelijk geloof? Of heb ik me daar voor 't gemak maar vanaf gemaakt? Als mensen zoals Josia in een stuk Bijbel de ontdekking van hun leven deden, is het dan niet slap als ik er niet eens in kijk Daar ver weg in het Oude Testament van de Bijbel sloten mensen een verbond met God. Konkrete afspraken voor een leven in dienst van God en de medemensen. Heb ik zoiets ook niet nodig Hoe kom ik aan kontakt met God Krijg ik de zoemtoon? Geen verbinding? Heb ik verkeerd gedraaid? Zou Jezus Christus de enige zijn die de goeie aansluiting kan geven Of zit het tegenwoordig nog weer anders? CDDMKT Het weerbericht Voorlopig droog en zon- nig. Weinig wind. Depresiie-aktiviteit boven Egypte kan zich naar onze richting uitbreiden. Hiernaast vindt u afgedrukt een extra editie van de „Jeruzalemse Courant", compleet met weerbericht, commentaar, advertenties en alles wat een krant tot een krant maakt. Heel interessant maar enige toelichting is er wel bij nodig! Die extra-editie is afkomstig uit het „Praatboek". En dat Praatboek is een 40 pagina's teilend magazine dat als voorbereiding moet dienen voor „Pala ver '70" misschien gaat u nu een lichtje op. Want misschien herinnert u zich nog dat woord Palaver. Zes jaar geleden werd er in de Utrechtse Jaar beurshallen een groot en nogal onge woon feest gevierd. Het Nederlands Bijbelgenootschap bestond 150 jaar en 25.000 jongelui waren uit alle delen van Nederland samengestroomd om van die dag een enorm bijbelfeest te maken. Mahalia Jackson vormde met haar ne gro-spirituals het hoogetpunt. Vijfen twintig duizend jonge mensen stonden op hun stoelen en tenslotte op hun kop en joegen een wervelende orkaan van applaus door de hallen. Dit feest heette Palaver. En het is de bedoeling om op 2 januari 1971 weer zo'n feest te organi seren, ditmaal als het lukt met mevrouw King of Helder Camara en met Harry Bellafonte. En met een keur van Nederlandse topsterren. Weer in de Utrechtse Jaarbeurshallen waar men nu 30.000 jongelui verwacht. Nu heeft dat woord palaver iets met gesprek te maken en wat is er aan gesprek mo- Jerurakm it la rep en roer. De bek ttod itaat op z'b kop. Gis teren werd er bij restauratie werkzaamheden in de grote t*mpd een boekrol gevonden, dik onder het stof. Dat schijn baar onschuldige voorval werd de aanleiding tot de grootste opschudding sinds jaren. Het b het gesprek van de dag. Do boekrol werd direkt na de ontdekking ten paleize van Zijne Majesteit koning Josia bezorgd. Naar wij vernemen liet hij zich de boekrol voorlezen door de hofschrijver Safan. De koning moet diep geschokt zijn bij het horen van de inhoud van het geschrift. Hij was korte tijd buiten zichzelf van ontsteltenis. Nauwelijks bekomen van deze eerste schrik, ging hij er toe over ingrijpende maatregelen te nemen. Ijlboden en koeriers spoedden zich allerwegen, 's Konings orders gingen als een lopend vuur door het land. In tal van steden en dorpen zijn de heilige plaatsen voor het publiek verboden. De Baaipries ters zijn uit de tempels verwij derd. Naar wij vernemen leg gen zij zich niet neer bij hun ontslag maar willen een massale demonstratieve mars door de stad houden. De gewijde paal is uit de tempel verwijderd, en bij de Kidron verbrand ten aan schouwen van talrijke nieuws gierigen die zich met moeite konden beheersen; als het geen bevel des konings geweest was. hadden ze de daders gemoles teerd. De zonnepaarden bij de ingang van. de tempel zijn publiekelijk verkocht voor de slacht. Aanvankelijk durfde nie mand te bieden en de dieren zijn voor een ongewoon lage prijs verhandeld. De offerplaat sen bij de Jozua-poort zijn to taal verwoest. Veel toeschou wers konden hun tranen niet bedwingen. Ook Tofet is met de grond gelijk gemaakt. Er is een streng verbod van kinder offers ingesteld. Van de zijde m mmm: mmm - f f'y der burgerij werd hiermee in stemming betuigd. Uit alle hoeken van het land bereiken ons nog voortdurend nieuwe berichten over het op heffen van heiligdommen en het afbreken van altaren. Het laat zich aanzien dat de reli gieuze revolutie nog dagen kan aanhouden. De verwarring on der de bevolking neemt toe. Men kan zich niet voorstellen hoe de geëerbiedigde vorst tot zulke maatregelen kon komen. Maar koning Josia laat geen twijfel bestaan over zijn be doelingen. Radikaal laat hij alle offerplaatsen opruimen, daarbij voortdurend zich beroepend op de gevonden boekrol, die deze sanering zou gebieden. De her komst van de boekrol is nog steeds niet nauwkeurig bekend maar de veronderstelling lijkt gewettigd dat hij dateert uit de tijd Van David en Salomo, toen het land grote bloei kende en door de God van Abraham, Isaak en Jakob gezegend werd. Doorgaans welingelichte krin gen noemen ook de tijd van koning Hizkia. Zojuist bereikt ons nog het be richt dat in Berseba massaal verzet is gerezen tegen 's ko nings nieuwe wetten. Het zijn vooral de veehandelaren die hun bestaan bedreigd zien. Ook het publiek wil haar offerfees ten niet missen. De verontrus ten willen zich verenigen. (Advertentie) Morgen op de markt bij de Jozuapoort eerste kwaliteit paardevlees, voor zeldzaam lage prijzen. Dit vlees komt van de tcmpelpaarden. Vraag niet hoe het kan, maar profiteer ervan! De boekrol is nog niet publiek gemaakt. Tpch is het onze hof- redakteur gelukt eksklusief de voornaamste passages voor on ze lezers te verkrijgen. Het eerste onderwerp van de boekrol is de reorganisatie van dc eredienst. Wij citeren letter lijk: „Dit zijn de inzettingen en de verordeningen, die gij naarstig zult onderhouden in het land dat de HERE, de God uwer vaderen, u gegeven heeft om het te bezitten, zolang gij op de aardbodem leeft. Gij zult alle plaatsen volkomen vernietigen, waar de volken, wier gebied gij in bezit neemt, hun goden gediend hebben, op hoge bergen en op heuvels en onder elke groene boom. Gij zult hun altaren afbreken, hun gewijde stenen verbrijzelen, hun gewijde palen met vuur ver branden, do gesneden beelden van hun goden omhouwen en hun naam van die plaats doen verdwijnen. Niet alzo zult gij de HERE, uw God, dienen. Maar de plaats, die de HERE, uw God, uit het gebied van al uw stammen verkiezen zal om daar zijn naam te vestigen, om daar te wonen, die zult gij zoe ken en daarheen zult gij gaan." Niet in het wilde weg offeren Volgens het wetboek mag er niet maar overal in het wilde weg geofferd worden. De ene centrale offerplaats is Jeruza lem. Daarover zegt de boekrol: „Daarheen zult gij brengen uw brandoffers en slachtoffers, uw tienden en uw wijgeschenken, uw gelofteoffers en uw vrij willige offers, de eerstgeborenen van uw runderen en van uw kleinvee. Daar zult gij eten voor het aangezicht van de HERE, uw God, en u verheugen, gij en uw huisgezinnen, over alles wat gij ondernomen hebt, waar in de HERE, uw God, u ge zegend heeft. Neem u ervoor in acht, dat gij uw brandoffers niet brengt op elke willekeurige plaats; maar- op de plaats die de HERE in het gebied van één uwer stam men verkiezen zal, daar zult gij uw brandoffers brengen, en daar zult gij doen alles wat ik u gebied. Gij moogt evenwel slachten en vlees eten zoveel gij wilt, overeenkomstig de ze gen, die de HERE, uw God, u in al uw woonplaatsen geeft Nog veel meeo maatregelen Op deze fragmenten uit het ge vonden wetboek berust de reor ganisatie die de koning thans doorvoert. Hij wil de wet van Mozes in ere-herstellen. Daar om moet alles wat er sinds de wetgeving van Mozes aan reli gieuze gewoontes en gebruiken is ingevoerd, afgeschaft wor den. Maar het wetboek beperkt zich niet tot zogenaamd gods dienstige zaken. Er staan ook hygiënische voorschriften in ten behoeve van de gezondheids zorg. En (om een heel ander voorbeeld te noemen) veilig heidsvoorschriften voor bouw vakarbeiders. Ook worden er maatregelen in gevonden ter bescherming van slaven en vreemdelingen. Alle verdrukte en vergeten groepen hebben volgens het boek recht op een menswaardig bestaan, net zo goed als elk ander mens. Men zou kunnen zeggen dat de boek rol pleit voor de rechtvaardige behandeling van de medemens. Ook op dit gebied kunnen dus maatregelen van de koning ver wacht worden. Advertentie SLAVEN, LET OP UW ZAAK De slavenhond van Jeruzalem roept haar leden op voor een vergadering donderdagnacht op de grote markt. Joram zal daar spreken over de konsekwenties van de koninklijke reorganisa tie voor de slaven. Politiek of geloof? (door A.M.) Waar gaat het Josia om? Wil hij het volk weer tot een een heid maken rondom de God van Mozes? Wil hij het volk tot een eenheid maken rond de tempel? Heeft dat zin tegenover Egypte dat zovele malen ster ker is dan zelfs een verenigd Juda? Kan de koning de komende konfrontatie tussen Egypte en Assur op het grond gebied van Juda voorkomen? Politieke motieven? Vragen waarover de profetes Hulda, als we haar goed be grijpen, niet optimistisch is. Of gaat het de koning om iets heel anders? Om afschaffing van de (Advertentie) Komt allen! Het offerfeest in Berseba gaat door. Komt allen! Dansen, zin gen, en demonstreren tegen de nieuwe wetten van de koning. 50 koeien en 150 schapen gaan voor de bijl. Woensdagmiddag en woensdag nacht. Gisteravond laat kregen wij de volgende eerste reakties op de reorganisatie van koning Josia: De Hogepriester: Ik ben dank baar dat de koning het volk wil helpen terug te keren naar de wet van Mozes. Zacharia (voorzitter van de vak groep slagers): Wij kunnen de gevolgen van deze verwoede reorganisatie nog niet overzien, maar we verwachten een grote toename van de vleesverkoop aan partikulieren en een ver mindering van de afzet van offervee. Lamech (sekretaris van de boe ren- en tuindersbond): Met alle respekt voor de edele bedoelin gen van de koning, protesteert het platteland met klem tegen liet samentrekken van alle offer- aktivitciten in Jeruzalem. Dat is diskrimatie tegenover het platteland. Waarom moeten wij achtergesteld worden? Aner (Werkende Jeugd): Wij zijn tegen. Ik kan niet anders zeggen. De offerfeesten zijn voor de plattelandsjeugd de enige vorm van vermaak en rekreatie. Je slaat ze de laatste ontspanning uit handen. Bilha (moeder van een onlangs aan Moloch geofferd kind): De God van Abraham, Isaak en Jakob zij gedankt dat de mens onterende offerpraktijken op houden! Waarom is dit niet veel eerder gebeurd?! dure en veelvuldige offerfees ten op het platteland? Afschaf fing van de terreur van de pries- ters-van-de-aarde die zelfs kin- derpffers eisen? Beteugeling van de seksuele vormgeving van deze feesten? Of wil de koning vooral werken aan de sjaloom? Meer rechten voor slaven en gastarbeiders? Meer maatrege len voor bestrijding van ziekten en de bouw van veiliger huizen? Of is de koning werkelijk ge troffen door de God van Israël? De God van Abraham, Isaak en Jakob? Wil Hij het volk tot deze God terugbrengen? Of wil hij al deze dingen tege lijk verwezenlijken? Vindt hij dat al deze dingen onverbreke lijk bij elkaar horen? Allemaal vragen waarop het antwoord nog onduidelijk is. De toestand is nog onover zichtelijk. Zelden of nooit heb ben wij een kommentaar ge schreven met zoveel vragen. De tijd zal het leren. Elke dag zal het duidelijker worden. Cairo, maandag. Van een kor- respondent. Een woordvoerder van het mi nisterie van buitenlandse zaken heeft verklaard dat Farao Ne- ko de grenzen van het Konink rijk Juda respekteert. „Egypte is geen imperialistisch land," aldus de woordvoerder, „en dé bestaande vriendschap pelijke verhouding tussen de Farao en Koning Josia van Juda zal niet verbroken wor den." Verdere bewapening Naar wij uit doorgaans be trouwbare bron vernemen, heeft de Egyptische legerleiding sche pen de Nijl op gestuurd naar Meroë voor de aankoop van meer ijzeren wapens. Verder is een handelsmissie af gereisd naar het Arabisch schier eiland. De missie heeft een grote goudvoorraad bij zich om Arabische paarden te kopen voor de strijdwagens. Hoewel geen officiële bevesti ging te verkrijgen was, schijnt deze bewapening het antwoord te zijn op de Assyrisch-Babylo- nische manoeuvres van de laat ste tijd. gelijk op één zo'n feestdag? Daarom wordt er gesproken over Palaver '70 ook al valt het feest dan in '71. In de maanden oktober, november en decem ber van dit jaar wil men met al die jongeren namelijk werkelijk tot een ge sprek komen. Een monstergesprek. Over de bijbel. Daarmee zijn we dan aangeland bij het Praatboek, het maga zine dat dezer dagen in een oplaag van 200.000 van de persen is gerold en dat is geschreven door Sipke van der Land. Dat wil zeggen: hij heeft uiteindelijk vorm gegeven aan het voorbereidende werk dat twee rooms-katholieke en twee protestantse theologen (de pasto res Van Breukelen, Vogels, Schaaf en Verstoep) hebben verricht. Want let wel: dit bijbelfeest wordt niet een al leen-maar-protestants feest. Men heeft de stichting „Jeugd en Bijbel" die het eerste Palaver organiseerde, drastisch veranderd: er zitten nu evenveel rooms-katholieken als protestanten in het bestuur. Deze vier theologen dan hebben voor dit gesprek eer. thema ge zocht en gevonden: het verhaal van de Joodse tiener-koning Josia(s) zoals dat in de bijbel wordt beschreven in 2 Kon. 22 en 2 Kron. 34. Onder zijn regering wordt in een tijd van vergaande de cadentie in de tempel een boek ge vonden. Toepassing van wat er in dat boek staat, heeft een maatschappelijk réveil tot gevolg. De vraag is: „Wat stond er in dat boek?" Dit verhaal nu is door Sipke van der Land en zijn mede werkers op bijzonder boeiende en in dringende wijze naar onze tijd overge bracht. Ook nu leven w ein een periode van geestelijk verval. Maar ook nu zo zeggen de organisatoren kunnen we weer een boek ontdekken: de bijbel. En kunnen we geloven en toepassen wat er in dat boek staat. Kunnen we eveneens tot een réveil komen, net als in die oude tijden toen Josia koning was. En daarom richten Van der Land en zijn medewerkers de vraag tot de Nederlandse jeugd: Maak dat boek eens open en lees... Daartoe moet eerst dit Praatboek on der de jongeren komen. En om dat te bereiken is er een oproep uitgegaan tot alle Nederlandse clubleiders en gods dienstleraren om over de inhoud te pra ten. Men rekent daarbij bijvoorbeeld op de Nederlandse legerpredikanten die zo'n 36.000 jeudige militairen berei ken. Men rekent op de 450 protestantse godsdienstleraren en de 3000 rooms-ka tholieke godsdienstonderwijzers en mo deratoren die de jeugd onder hun hoede hebben. Van hen wordt verwacht dat zij die 200.000 Praatboeken onder jonge mensen verspreiden. En er met hen over praten. Waarbij dit Praatboek zelf een eigen rol vervult want Van der Lande heeft wel kans gezien zowel door zijn tekst als door zijn vormgeving (men denke aan de vragen zoals die hierbij zijn afgedrukt) iets te maken waaraan men niet gemakkelijk kan voorbijgaan. Ook de meest onverschilli ge jongere zal dit Praatboek niet maar ongelezen terzijde leggv. Daarvoor is het te indringend gesteld. Nog één facet van deze grootscheepse actie verdient aandacht. Men heeft zich bezonnen op de vraag of er bij de jeugd eventueel bereidheid zou bestaan om geld bijeen te brengen voor bijbelproduktie en -verspreiding. In 1964 was de Palaver-organisatie gekop peld aan een actie voor bijbelversprei ding in Kameroen en dat bracht een som van 300.000 gulden op. Of men dat nu ook gaat doen hangt af van de be reidheid van de jeugd zelf. Men speelt op dit ogenblik met de slogan „Ik een bijbel, jij een bijbel", maar men wil dit vooral vrijblijvend houden: Palaver '70 is niet in de eerste plaats een financiële actie. Is die bereidheid er wèl, dan wil mem het graag organiseren. Er zal, voordat het 2 januari 1971 is, nog alle gelegenheid zijn om op deze zo goed gestarte actie terug te komen. Maar nu al willen we iedereen die be langstelling heeft aanbevelen kennis te nemen van het Praatboek. Want het is iets bijzonders! r UTRECHT, de stad waar zij werd opgericht, viert de Vereni ging van Kerkvoogdijen in de Ne derlandse Hervormde Kerk vandaag haar vijftigjarig jubileum en zij doet dat met een blik op de toe komst; hoofdschotel van de agenda is een inleiding van de organi satie-adviseur en efficiency-expert ir. J. J. Rood uit Purmerend over „Kerk zonder toren" en een brede bespreking daarvan. In inleiding en bespreking wordt getracht richt lijnen te ontwikkelen voor structuur 2n planning van het hervormde kerkewerk van vandaag en morgen. Misschien verwondert deze wijze van jubileum vieren sommigen; bij het horen van het woord „kerkvoog dijen" denken velen nog aan colleges van „regenten" met de daarmee corresponderende mentaliteit die enerzijds proberen zo zuinig moge lijk de kerkelijke goederen te behe ren en traktementen en lonen van predikanten, organisten en kosters zo laag mogelijk te houden en an derzijds met groot welbehagen uit gestrekte landerijen beheren. Het woord „kerkvoogd" werkt inderdaad mee aan het in stand houden van deze voorstelling, maar de realiteit is, zeker nu, geheel anders. De kerk- voogde van 1970 zijn over het alge meen efficiënt denkende kerkleden die eerder zorgelijk dan met „welbe hagen" kijken, en al het mogelijke doen om de honorering van predi kanten en kerkelijke medewerkers op een optimaal peil te brengen. In 1920 begonnen met 330 kerkvoogdij en telt de vereniging nu 1272 leden met een groot kantoor in Dordrecht, dat tot de belangrijke centrale bu reaus van de Nederlandse Hervorm de Kerk gerekend kan worden. /~)ver fyet begin in 1920 kan men in het in 1950 verschenen gedenk boek van de vereniging deze passage van de hand van ds. L. H. Ruiten berg (voorzitter van de Bond van de Nederlandse predikanten, de „domi nees-vakbond") aantreffen: „Laten wij er geen doekjes om winden: het heeft lang niet overal en altijd geboterd tussen de predi kanten en de kerkvoogdijen. De kerk voogdijen waren lichamen die ver antwoordelijkheid droegen voor het stoffelijk welzijn van de gemeente. Zij beheerden de oude bezittingen en hun leden waren beducht voor de in breuk op de oude traditie van zelf standigheid. De predikanten hadden een ligger (waarop de „arbeidsvoor waarden" vermeld staan, e.j.m.) en zij waren in grote nood, want hun ligger bood hun geen redelijk be staan. De predikantenbond werd op gericht en hij ging vechten. Daarbij vielen harde woorden. Maar in diezelfde tijd, na Wereld oorlog I, werd ook de Vereniging van Kerkvoogdijen opgericht. Het is niet toevallig dat zij in eenzelfde periode tot stand kwamen. De raad van beheer had een nieuwe situatie geschapen; deze raad was ontstaan om de salariëring van de predikan ten op een nieuwe rails te zetten. Hij moest daarvoor ingrijpen in oude verhoudingen. Hij moest uitgaan van de veronderstelling dat de kerkvoog den niet alleen voor de eigen ge meente maar voor het geheel van de kerk verantwoordelijk waren. Het mag nu, na dertig jaren, de Vereni ging van Kerkvoogdijen als een eer aangerekend worden dat het haar gelukt is de overgrote meerderheid van de kerkvoogdijen tot dit inzicht te leiden. Dit inzicht is geboren uit een nieuw verstaan wat de kerk is. Maar het werd verwekt door de nood van de predikanten," aldus ds. Ruitenberg. Ook vóór 1920 werden de kerk voogdijen met allerlei zorgen gecon fronteerd, maar toen moest ieder college voor zich de problemen maar zien op te lossen. De Vereniging is een uiterst welkome centrale instan tie geworden, die niet alleen coördi nerend werkt maar ook een vraag baak is voor de honderden lokale kerkvoogdijen. Voorzitters van de vereniging zijn tot dusver geweest: G. W. Mortier (Wageningen), het Tweede-Kamerlid J. A. Bakker uit Menaldum, de Delftse hoogleraar prof. dr. ir. H. G. van Beusekom (nu nog hoofdredacteur van het maand blad van de vereniging) en sinds twee jaar mr. J, W. Harbers uit Rozendaal (G) die een vooraanstaan de functie bij de AKZO bekleedt. TJet is geen wonder dat de kerk- voogden zich op hun jubileum vergadering intens met heden en toekomst bezighouden. In honderden gemeenten van de Ned. Herv. Kerk staan de colleges van kerkvoogden voor een zeer zware taak; naast een vooral in de steden niet onaanzien lijk ledenverlies (en apathie) staan de sterk stijgende kosten, omvang rijke en kostbare restauraties van oude monumentale kerkgebouwen, kerkbouw in nieuwe wijken en ste den, enz. „Het mag een wonder genoemd worden dat nog zóveel kerk voogden bereid gevonden worden dit ambt op zich te nemen," zeggen de hoofdbestuursleden telkens weer. Veel kleine gemeenten kunnen fi nancieel niet meer mee; zij kunnen bij de sterk stijgende lasten hun verplichte uitgaven, in de eerste plaats het predikantstraktement, niet meer betalen. De grotere ge meenten zijn niet in staat een deel van deze lasten op hun schouders te nemen want ook zij zitten in finan ciële moèilijkheden. Het draagvlak van de gemeente wordt steeds kleiner. In (grote) ste den probeert men de begroting in evenwicht te houden door een aantal predikantsplaatsen op te heffen maar dit kan toch echt niet de op lossing zijn wanneer men daar geen geheel nieuwe structuur tegenover stelt, schrijft prof. Van Beusekom in „De Kerkvoogdij" van maart 1970. Over dit „draagvlak" geeft prof. Van Beusekom enkele interessante cijfers: Medio vorig jaar telde Den Haag (afgezien van Loosduinen en Scheveningen) 135.087 hervormden, van wie er 35.787 belijdend waren; voor de hervormde gemeente van Arnhem waren de cijfers resp. 38.953 en 10.742 en voor die van Hil versum resp. 28.864 en 7.565. In 1963 luidden deze aantallen resp. 168.078 en 43.688, 42.100 en 11.235, 30.468 en 8.098. „Er zijn natuurlijk wel gemeenten die een gunstiger beeld vertonen maar over het algemeen gaan ook onze grotere gemeenten voortdurend achteruit met het gevolg dat de in komsten verminderen en de kerk voogdij jaar op jaar niet aan haar verplichtingen kan voldoen", aldus prof. Van Beusekom. IJet is geen wonder dat juist in de kring van de Vereniging van Kerkvoogdijen de laatste tijd hard nekkig naar het tot stand brengen van nieuwe structuren gestreefd wordt. Telkens weer wordt de Ver eniging geconfronteerd met uiterst moeilijke vragen van kerkvoogdijen. Veel meer dan vroeger worden de problemen in de kerk als geheel en de plaatselijke gemeenten in de overlegsfeer gebracht, een van de gelukkige gevolgen van de invoering van de kerkorde van 1951, waarbij de kerkvoogden ambtsdragers ge worden zijn die in kerkeraad, classi cal vergadering, provinciale kerk vergadering en generale synode zit ting zijn gaan nemen (hoewel dit nog niet in alle plaatselijke gemeenten geëffectueerd is). Samen met ande ren zoekt ook de vereniging naar wegen die tot een oplossing van al lerlei problemen moeten leiden. Daarom is het vanzelfsprekend dat op de jubileumvergadering van vandaag het verleden slechts ter loops ter sprake komt en veel méér naar de toekomst wordt gekeken. De kerk heeft geen behoefte aan re genten maar wél (mede) aan ge meenteleden die als kerkvoogd pro beren te zoeken naar een zakelijk verantwoorde basis voor 't vele ker kewerk dat in de samenleving van vandaag en morgen, krachtens de door de Heer aan de kerk verstrekte opdracht, gedaan moet worden. E. J. MATHIES. JK ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar zondaren tot bekering" Luc. 5 32. Menigerlei zijn de motieven van Christus' komst op deze we reld. Ik noem er enkele: de wer ken der duisternis verbreken; de Waarheid aan het licht brengen; treurigen te troosten; armen het Evangelie verkondigen; de Vader verheerlijken; zondaars redden... enz. Dat laatste ligt in de lijn van onze tekst: schuldige mensen tot bekering roepen. Wij moeten daartoe worden wat we zijn voor God. Zondaar zijn dat valt heus niet mee. Rechtvaardig zijn of worden wie zou dat niet willen? O zeker, we tornen niet aan de algemene waarheid, dat we zondaren zijn. Maar laat de zonde maar eens met „naam en toenaam" ten laste ge legd worden. Dan vliegen we op en zijn in de weer om onze repu tatie te redden... En als dat ons lukt voor de buitenwacht, wat hebben we dan nog gewonnen? Zeker een schone schijn, maar intussen veel verloren, doordat we ons daarmee stellen buiten de redding van Hem, Die Zich hier aan ons voorstelt om zondaars te roepen. Deze Geneesheer is alleen maar belangrijk en nodig voor zieken, die zich zelf niet meer kunnen helpen. Dat blijkt heel duidelijk uit de roeping van Levi, uit welks ge deelte onze tekst genomen is. Wij kunnen er ons over verheugen dat de Heiland hen zo pittig aan pakt! Doch als we in die tijd ge leefd hadden, zouden we ons ze ker aan de kant van Levi's vijan den gesteld hebben! Oneerlijke praktijken waren schering en in slag in een tolhuis! Levi was fout. Hij pleegde verraad aan zijn volk! Waarom gaat Jezus tot deze man in om met hem te eten? We kunnen er ons niet mee af maken door te zeggen: „Dat is Zijn vrijmachtige verkiezing". Me dunkt, hier is iets anders in het geding. Levi is ziek onder zijn zon daar-zijn, en hij lijdt daar heel erg onder. We kunnen gissen hoe hij tot deze overtuiging kwam: niet te verloochenen afkomst? Prediking van Joh. de Doper? We weten het niet, maar hij is wak ker en doods-bang voor het oor deel! Zulke mensen zoekt Jezus... en roept Hij! Als we onszelf rechtvaardigen moeten we op Hem niet rekenen. Doch voor de genen, die geen raad weten met hun schuM voor God, die hun schuldbrief hebben thuis gekre gen en wier geweten hen aan klaagt dat ze tegen alle geboden Gods gezondigd hebben zulken roept hij kennelijk en daadwer kelijk tot bekering! Hij roept tot omkering, zónder uitstel,zónder voorbehoud, onvoorwaardelijk! Niet slap of sentimenteel, maar hee1 radicaal en pertinent: Volg MIJ. Dat betekent voor Levi en ook voor ons: de totale breuk met het oude. Als God Abraham roept, moet hij uitgaan niet wetend waar hij komen zal. Zo moeten ook wij volgen achter Jezus, niet wetend waarheen de weg zal gaan, zeggend: niet mijn wil, maar Uw wil geschiede! Dat is moeilijk zult u zeggen. Ja, eerlijk gezegd, voor ons onmogelijk, maar voor de HEERE is géén ding onmogelijk. Hij schenkt met de roeping ook de kracht om het te volbrengen. Door Zijn Geest maakt Hij ons gewillig en ge trouw. Wie ziek en moe is, be kommerd vanwege zijn zonden, die wordt hier een goddelijk halt toegeroepen in onze tekst. Gij weet toch dat Jezus is gekomen om Zijn volk te zaligen d.i. be vrijden van hun zonden? Gij weet toch dat er door Zijne striemen ons genezing is gewor den en dat ons aller ongerechtig heid op Hem is neergekomen? Levi bekeerde zich geheel en volgde Zijn Meester. Hij beleefde er de vrede en de vreugde van! Van de angst naar de blijdschap! Kent gij daar ook iets van? Zo niet? O klaag Hem dan niet aan, alsof het Zijn schuld is dat Hij nog niet helpt! Het moet u aan klagen dat gij Zijn vele roep stemmen nog steeds in de wind hebt geslagen! Wij zijn van natu re te veel voldaan en verzadigd met onszelf. Jezus zeide: „Gij wilt tot Mij niet komen, opdat gij het leven en de overvloed zoudt hebben". Wij zijn niet ziek ge noeg aan ons „zondaar-zijn" om te begrijpen uit welke ellende Hij verlost en tot welke vreugde hij leidt! Wij „kwakzalveren" maar wat met deugden en verontschul digingen. Wij stellen maar uit en zien het gevaar van het afstel niet! Als de HEERE ons persoon lijk toespreekt met dit woord zeggen we met de mond mis schien ja, maar „het doen" dat vinden we niet! We willen God en de wereld vasthouden en ver geten dat we dan tenslotte beide kwijt raken! Zie dan de Heiland hier staan roepen: Zie u zelf, op weg naar oordeel en óndergang! Sta dan op en volg Hem, Die lust heeft in uw behoud. Er zal vreugde in de Hemel zijn. Hij is het dubbel waard, ook al is Hij niet om u verlegen! Gij zijt het duizendvoudig aan Hem ver plicht, terwijl gij niet zonder Hem kunt. Hij zelf wil u uitvoe ren en leiden naar de vreugde en de vrede in Zijn di§nst. Daarom zij of worde het uw hartelijke bede: Leer mij o God van zaligheden Mijn Leven in Uw dienst beste den Gij zijt mijn God vat Gij mijn hand Uw goede Geest bestier mijn schreden En leide 'mij in effen land. Amen J. v. Malenstein Eist (UtrJ.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1970 | | pagina 15