Praat
boek
voor
Vereniging van Kerkvoogdijen
viert blij én zorgelijk
haar vijftigjarig bestaan
Hij is der
RELIGIEUZE REVOLUTIE IN JERUZALEM
Wat anderen zeggen
Farao respekteert Juda
Traktementen
PROFITEER
HIERVAN
Wat staat er in
de boekrol?
KOMMENTAAR
GROOT PROTESTFEEST
BUITENLAND
Zware taak
De toekomst
TER OVERDENKING
PA
LA
VER
70
Soms moet je jezelf wel eens
onder handen nemen. Anders
word je een slappeling. Hier
heb je een paar tips:
Heb ik me een eerlijk oordeel
gevormd over de waarde van
het christelijk geloof? Of heb
ik me daar voor 't gemak maar
vanaf gemaakt?
Als mensen zoals Josia in een
stuk Bijbel de ontdekking van
hun leven deden, is het dan niet
slap als ik er niet eens in kijk
Daar ver weg in het Oude
Testament van de Bijbel sloten
mensen een verbond met God.
Konkrete afspraken voor een
leven in dienst van God en de
medemensen. Heb ik zoiets ook
niet nodig Hoe kom ik aan
kontakt met God Krijg ik de
zoemtoon? Geen verbinding?
Heb ik verkeerd gedraaid? Zou
Jezus Christus de enige zijn die
de goeie aansluiting kan geven
Of zit het tegenwoordig nog
weer anders?
CDDMKT
Het weerbericht
Voorlopig droog en zon-
nig. Weinig wind.
Depresiie-aktiviteit boven
Egypte kan zich naar
onze richting uitbreiden.
Hiernaast vindt u afgedrukt een
extra editie van de „Jeruzalemse
Courant", compleet met weerbericht,
commentaar, advertenties en alles wat
een krant tot een krant maakt. Heel
interessant maar enige toelichting
is er wel bij nodig!
Die extra-editie is afkomstig uit het
„Praatboek". En dat Praatboek is een
40 pagina's teilend magazine dat als
voorbereiding moet dienen voor „Pala
ver '70" misschien gaat u nu een
lichtje op. Want misschien herinnert u
zich nog dat woord Palaver. Zes jaar
geleden werd er in de Utrechtse Jaar
beurshallen een groot en nogal onge
woon feest gevierd. Het Nederlands
Bijbelgenootschap bestond 150 jaar en
25.000 jongelui waren uit alle delen van
Nederland samengestroomd om van die
dag een enorm bijbelfeest te maken.
Mahalia Jackson vormde met haar ne
gro-spirituals het hoogetpunt. Vijfen
twintig duizend jonge mensen stonden
op hun stoelen en tenslotte op hun kop
en joegen een wervelende orkaan van
applaus door de hallen. Dit feest heette
Palaver. En het is de bedoeling om op 2
januari 1971 weer zo'n feest te organi
seren, ditmaal als het lukt met
mevrouw King of Helder Camara en
met Harry Bellafonte. En met een keur
van Nederlandse topsterren. Weer in de
Utrechtse Jaarbeurshallen waar men
nu 30.000 jongelui verwacht. Nu heeft
dat woord palaver iets met gesprek te
maken en wat is er aan gesprek mo-
Jerurakm it la rep en roer. De
bek ttod itaat op z'b kop. Gis
teren werd er bij restauratie
werkzaamheden in de grote
t*mpd een boekrol gevonden,
dik onder het stof. Dat schijn
baar onschuldige voorval werd
de aanleiding tot de grootste
opschudding sinds jaren. Het b
het gesprek van de dag.
Do boekrol werd direkt na de
ontdekking ten paleize van Zijne
Majesteit koning Josia bezorgd.
Naar wij vernemen liet hij zich
de boekrol voorlezen door de
hofschrijver Safan. De koning
moet diep geschokt zijn bij het
horen van de inhoud van het
geschrift. Hij was korte tijd
buiten zichzelf van ontsteltenis.
Nauwelijks bekomen van deze
eerste schrik, ging hij er toe
over ingrijpende maatregelen te
nemen. Ijlboden en koeriers
spoedden zich allerwegen, 's
Konings orders gingen als een
lopend vuur door het land.
In tal van steden en dorpen zijn
de heilige plaatsen voor het
publiek verboden. De Baaipries
ters zijn uit de tempels verwij
derd. Naar wij vernemen leg
gen zij zich niet neer bij hun
ontslag maar willen een massale
demonstratieve mars door de
stad houden. De gewijde paal
is uit de tempel verwijderd, en
bij de Kidron verbrand ten aan
schouwen van talrijke nieuws
gierigen die zich met moeite
konden beheersen; als het geen
bevel des konings geweest was.
hadden ze de daders gemoles
teerd. De zonnepaarden bij de
ingang van. de tempel zijn
publiekelijk verkocht voor de
slacht. Aanvankelijk durfde nie
mand te bieden en de dieren
zijn voor een ongewoon lage
prijs verhandeld. De offerplaat
sen bij de Jozua-poort zijn to
taal verwoest. Veel toeschou
wers konden hun tranen niet
bedwingen. Ook Tofet is met
de grond gelijk gemaakt. Er is
een streng verbod van kinder
offers ingesteld. Van de zijde
m
mmm:
mmm
- f f'y
der burgerij werd hiermee in
stemming betuigd.
Uit alle hoeken van het land
bereiken ons nog voortdurend
nieuwe berichten over het op
heffen van heiligdommen en
het afbreken van altaren. Het
laat zich aanzien dat de reli
gieuze revolutie nog dagen kan
aanhouden. De verwarring on
der de bevolking neemt toe.
Men kan zich niet voorstellen
hoe de geëerbiedigde vorst tot
zulke maatregelen kon komen.
Maar koning Josia laat geen
twijfel bestaan over zijn be
doelingen. Radikaal laat hij alle
offerplaatsen opruimen, daarbij
voortdurend zich beroepend op
de gevonden boekrol, die deze
sanering zou gebieden. De her
komst van de boekrol is nog
steeds niet nauwkeurig bekend
maar de veronderstelling lijkt
gewettigd dat hij dateert uit de
tijd Van David en Salomo, toen
het land grote bloei kende en
door de God van Abraham,
Isaak en Jakob gezegend werd.
Doorgaans welingelichte krin
gen noemen ook de tijd van
koning Hizkia.
Zojuist bereikt ons nog het be
richt dat in Berseba massaal
verzet is gerezen tegen 's ko
nings nieuwe wetten. Het zijn
vooral de veehandelaren die
hun bestaan bedreigd zien. Ook
het publiek wil haar offerfees
ten niet missen. De verontrus
ten willen zich verenigen.
(Advertentie)
Morgen op de markt bij
de Jozuapoort eerste kwaliteit
paardevlees, voor zeldzaam lage
prijzen. Dit vlees komt van de
tcmpelpaarden. Vraag niet hoe
het kan, maar profiteer ervan!
De boekrol is nog niet publiek
gemaakt. Tpch is het onze hof-
redakteur gelukt eksklusief de
voornaamste passages voor on
ze lezers te verkrijgen.
Het eerste onderwerp van de
boekrol is de reorganisatie van
dc eredienst. Wij citeren letter
lijk:
„Dit zijn de inzettingen en de
verordeningen, die gij naarstig
zult onderhouden in het land
dat de HERE, de God uwer
vaderen, u gegeven heeft om
het te bezitten, zolang gij op
de aardbodem leeft.
Gij zult alle plaatsen volkomen
vernietigen, waar de volken,
wier gebied gij in bezit neemt,
hun goden gediend hebben, op
hoge bergen en op heuvels en
onder elke groene boom. Gij
zult hun altaren afbreken, hun
gewijde stenen verbrijzelen, hun
gewijde palen met vuur ver
branden, do gesneden beelden
van hun goden omhouwen en
hun naam van die plaats doen
verdwijnen. Niet alzo zult gij
de HERE, uw God, dienen.
Maar de plaats, die de HERE,
uw God, uit het gebied van al
uw stammen verkiezen zal om
daar zijn naam te vestigen, om
daar te wonen, die zult gij zoe
ken en daarheen zult gij gaan."
Niet in het wilde weg offeren
Volgens het wetboek mag er
niet maar overal in het wilde
weg geofferd worden. De ene
centrale offerplaats is Jeruza
lem. Daarover zegt de boekrol:
„Daarheen zult gij brengen uw
brandoffers en slachtoffers, uw
tienden en uw wijgeschenken,
uw gelofteoffers en uw vrij
willige offers, de eerstgeborenen
van uw runderen en van uw
kleinvee. Daar zult gij eten voor
het aangezicht van de HERE,
uw God, en u verheugen, gij
en uw huisgezinnen, over alles
wat gij ondernomen hebt, waar
in de HERE, uw God, u ge
zegend heeft.
Neem u ervoor in acht, dat gij
uw brandoffers niet brengt op
elke willekeurige plaats; maar-
op de plaats die de HERE in
het gebied van één uwer stam
men verkiezen zal, daar zult
gij uw brandoffers brengen, en
daar zult gij doen alles wat ik
u gebied. Gij moogt evenwel
slachten en vlees eten zoveel
gij wilt, overeenkomstig de ze
gen, die de HERE, uw God, u
in al uw woonplaatsen geeft
Nog veel meeo maatregelen
Op deze fragmenten uit het ge
vonden wetboek berust de reor
ganisatie die de koning thans
doorvoert. Hij wil de wet van
Mozes in ere-herstellen. Daar
om moet alles wat er sinds de
wetgeving van Mozes aan reli
gieuze gewoontes en gebruiken
is ingevoerd, afgeschaft wor
den. Maar het wetboek beperkt
zich niet tot zogenaamd gods
dienstige zaken. Er staan ook
hygiënische voorschriften in ten
behoeve van de gezondheids
zorg. En (om een heel ander
voorbeeld te noemen) veilig
heidsvoorschriften voor bouw
vakarbeiders. Ook worden er
maatregelen in gevonden ter
bescherming van slaven en
vreemdelingen. Alle verdrukte
en vergeten groepen hebben
volgens het boek recht op een
menswaardig bestaan, net zo
goed als elk ander mens. Men
zou kunnen zeggen dat de boek
rol pleit voor de rechtvaardige
behandeling van de medemens.
Ook op dit gebied kunnen dus
maatregelen van de koning ver
wacht worden.
Advertentie
SLAVEN, LET OP UW ZAAK
De slavenhond van Jeruzalem
roept haar leden op voor een
vergadering donderdagnacht op
de grote markt. Joram zal daar
spreken over de konsekwenties
van de koninklijke reorganisa
tie voor de slaven.
Politiek of geloof?
(door A.M.)
Waar gaat het Josia om? Wil
hij het volk weer tot een een
heid maken rondom de God
van Mozes? Wil hij het volk tot
een eenheid maken rond de
tempel? Heeft dat zin tegenover
Egypte dat zovele malen ster
ker is dan zelfs een verenigd
Juda? Kan de koning de
komende konfrontatie tussen
Egypte en Assur op het grond
gebied van Juda voorkomen?
Politieke motieven?
Vragen waarover de profetes
Hulda, als we haar goed be
grijpen, niet optimistisch is. Of
gaat het de koning om iets heel
anders? Om afschaffing van de
(Advertentie)
Komt allen!
Het offerfeest in Berseba gaat
door. Komt allen! Dansen, zin
gen, en demonstreren tegen de
nieuwe wetten van de koning.
50 koeien en 150 schapen gaan
voor de bijl.
Woensdagmiddag en woensdag
nacht.
Gisteravond laat kregen wij
de volgende eerste reakties op
de reorganisatie van koning
Josia:
De Hogepriester: Ik ben dank
baar dat de koning het volk
wil helpen terug te keren naar
de wet van Mozes.
Zacharia (voorzitter van de vak
groep slagers): Wij kunnen de
gevolgen van deze verwoede
reorganisatie nog niet overzien,
maar we verwachten een grote
toename van de vleesverkoop
aan partikulieren en een ver
mindering van de afzet van
offervee.
Lamech (sekretaris van de boe
ren- en tuindersbond): Met alle
respekt voor de edele bedoelin
gen van de koning, protesteert
het platteland met klem tegen
liet samentrekken van alle offer-
aktivitciten in Jeruzalem. Dat
is diskrimatie tegenover het
platteland. Waarom moeten wij
achtergesteld worden?
Aner (Werkende Jeugd): Wij
zijn tegen. Ik kan niet anders
zeggen. De offerfeesten zijn
voor de plattelandsjeugd de
enige vorm van vermaak en
rekreatie. Je slaat ze de laatste
ontspanning uit handen.
Bilha (moeder van een onlangs
aan Moloch geofferd kind): De
God van Abraham, Isaak en
Jakob zij gedankt dat de mens
onterende offerpraktijken op
houden! Waarom is dit niet veel
eerder gebeurd?!
dure en veelvuldige offerfees
ten op het platteland? Afschaf
fing van de terreur van de pries-
ters-van-de-aarde die zelfs kin-
derpffers eisen? Beteugeling van
de seksuele vormgeving van
deze feesten? Of wil de koning
vooral werken aan de sjaloom?
Meer rechten voor slaven en
gastarbeiders? Meer maatrege
len voor bestrijding van ziekten
en de bouw van veiliger huizen?
Of is de koning werkelijk ge
troffen door de God van Israël?
De God van Abraham, Isaak
en Jakob? Wil Hij het volk tot
deze God terugbrengen?
Of wil hij al deze dingen tege
lijk verwezenlijken? Vindt hij
dat al deze dingen onverbreke
lijk bij elkaar horen?
Allemaal vragen waarop het
antwoord nog onduidelijk is.
De toestand is nog onover
zichtelijk. Zelden of nooit heb
ben wij een kommentaar ge
schreven met zoveel vragen. De
tijd zal het leren. Elke dag zal
het duidelijker worden.
Cairo, maandag. Van een kor-
respondent.
Een woordvoerder van het mi
nisterie van buitenlandse zaken
heeft verklaard dat Farao Ne-
ko de grenzen van het Konink
rijk Juda respekteert.
„Egypte is geen imperialistisch
land," aldus de woordvoerder,
„en dé bestaande vriendschap
pelijke verhouding tussen de
Farao en Koning Josia van
Juda zal niet verbroken wor
den."
Verdere bewapening
Naar wij uit doorgaans be
trouwbare bron vernemen, heeft
de Egyptische legerleiding sche
pen de Nijl op gestuurd naar
Meroë voor de aankoop van
meer ijzeren wapens.
Verder is een handelsmissie af
gereisd naar het Arabisch schier
eiland. De missie heeft een
grote goudvoorraad bij zich om
Arabische paarden te kopen
voor de strijdwagens.
Hoewel geen officiële bevesti
ging te verkrijgen was, schijnt
deze bewapening het antwoord
te zijn op de Assyrisch-Babylo-
nische manoeuvres van de laat
ste tijd.
gelijk op één zo'n feestdag? Daarom
wordt er gesproken over Palaver '70
ook al valt het feest dan in '71. In de
maanden oktober, november en decem
ber van dit jaar wil men met al die
jongeren namelijk werkelijk tot een ge
sprek komen. Een monstergesprek.
Over de bijbel. Daarmee zijn we dan
aangeland bij het Praatboek, het maga
zine dat dezer dagen in een oplaag van
200.000 van de persen is gerold en dat is
geschreven door Sipke van der Land.
Dat wil zeggen: hij heeft uiteindelijk
vorm gegeven aan het voorbereidende
werk dat twee rooms-katholieke en
twee protestantse theologen (de pasto
res Van Breukelen, Vogels, Schaaf en
Verstoep) hebben verricht. Want let
wel: dit bijbelfeest wordt niet een al
leen-maar-protestants feest. Men heeft
de stichting „Jeugd en Bijbel" die het
eerste Palaver organiseerde, drastisch
veranderd: er zitten nu evenveel
rooms-katholieken als protestanten in
het bestuur. Deze vier theologen dan
hebben voor dit gesprek eer. thema ge
zocht en gevonden: het verhaal van de
Joodse tiener-koning Josia(s) zoals dat
in de bijbel wordt beschreven in 2 Kon.
22 en 2 Kron. 34. Onder zijn regering
wordt in een tijd van vergaande de
cadentie in de tempel een boek ge
vonden. Toepassing van wat er in dat
boek staat, heeft een maatschappelijk
réveil tot gevolg. De vraag is: „Wat
stond er in dat boek?" Dit verhaal nu is
door Sipke van der Land en zijn mede
werkers op bijzonder boeiende en in
dringende wijze naar onze tijd overge
bracht. Ook nu leven w ein een periode
van geestelijk verval. Maar ook nu
zo zeggen de organisatoren kunnen
we weer een boek ontdekken: de bijbel.
En kunnen we geloven en toepassen
wat er in dat boek staat. Kunnen we
eveneens tot een réveil komen, net als
in die oude tijden toen Josia koning
was. En daarom richten Van der Land
en zijn medewerkers de vraag tot de
Nederlandse jeugd: Maak dat boek eens
open en lees...
Daartoe moet eerst dit Praatboek on
der de jongeren komen. En om dat te
bereiken is er een oproep uitgegaan tot
alle Nederlandse clubleiders en gods
dienstleraren om over de inhoud te pra
ten. Men rekent daarbij bijvoorbeeld
op de Nederlandse legerpredikanten
die zo'n 36.000 jeudige militairen berei
ken. Men rekent op de 450 protestantse
godsdienstleraren en de 3000 rooms-ka
tholieke godsdienstonderwijzers en mo
deratoren die de jeugd onder hun hoede
hebben. Van hen wordt verwacht dat
zij die 200.000 Praatboeken onder jonge
mensen verspreiden. En er met hen
over praten. Waarbij dit Praatboek zelf
een eigen rol vervult want Van der
Lande heeft wel kans gezien zowel
door zijn tekst als door zijn vormgeving
(men denke aan de vragen zoals die
hierbij zijn afgedrukt) iets te maken
waaraan men niet gemakkelijk kan
voorbijgaan. Ook de meest onverschilli
ge jongere zal dit Praatboek niet maar
ongelezen terzijde leggv. Daarvoor is
het te indringend gesteld.
Nog één facet van deze grootscheepse
actie verdient aandacht. Men
heeft zich bezonnen op de vraag of er
bij de jeugd eventueel bereidheid zou
bestaan om geld bijeen te brengen voor
bijbelproduktie en -verspreiding. In
1964 was de Palaver-organisatie gekop
peld aan een actie voor bijbelversprei
ding in Kameroen en dat bracht een
som van 300.000 gulden op. Of men dat
nu ook gaat doen hangt af van de be
reidheid van de jeugd zelf. Men speelt
op dit ogenblik met de slogan „Ik een
bijbel, jij een bijbel", maar men wil dit
vooral vrijblijvend houden: Palaver '70
is niet in de eerste plaats een financiële
actie. Is die bereidheid er wèl, dan wil
mem het graag organiseren.
Er zal, voordat het 2 januari 1971 is,
nog alle gelegenheid zijn om op deze zo
goed gestarte actie terug te komen.
Maar nu al willen we iedereen die be
langstelling heeft aanbevelen kennis te
nemen van het Praatboek. Want het is
iets bijzonders!
r UTRECHT, de stad waar zij
werd opgericht, viert de Vereni
ging van Kerkvoogdijen in de Ne
derlandse Hervormde Kerk vandaag
haar vijftigjarig jubileum en zij
doet dat met een blik op de toe
komst; hoofdschotel van de agenda
is een inleiding van de organi
satie-adviseur en efficiency-expert
ir. J. J. Rood uit Purmerend over
„Kerk zonder toren" en een brede
bespreking daarvan. In inleiding en
bespreking wordt getracht richt
lijnen te ontwikkelen voor structuur
2n planning van het hervormde
kerkewerk van vandaag en morgen.
Misschien verwondert deze wijze
van jubileum vieren sommigen; bij
het horen van het woord „kerkvoog
dijen" denken velen nog aan colleges
van „regenten" met de daarmee
corresponderende mentaliteit die
enerzijds proberen zo zuinig moge
lijk de kerkelijke goederen te behe
ren en traktementen en lonen van
predikanten, organisten en kosters
zo laag mogelijk te houden en an
derzijds met groot welbehagen uit
gestrekte landerijen beheren. Het
woord „kerkvoogd" werkt inderdaad
mee aan het in stand houden van
deze voorstelling, maar de realiteit
is, zeker nu, geheel anders. De kerk-
voogde van 1970 zijn over het alge
meen efficiënt denkende kerkleden
die eerder zorgelijk dan met „welbe
hagen" kijken, en al het mogelijke
doen om de honorering van predi
kanten en kerkelijke medewerkers
op een optimaal peil te brengen. In
1920 begonnen met 330 kerkvoogdij
en telt de vereniging nu 1272 leden
met een groot kantoor in Dordrecht,
dat tot de belangrijke centrale bu
reaus van de Nederlandse Hervorm
de Kerk gerekend kan worden.
/~)ver fyet begin in 1920 kan men in
het in 1950 verschenen gedenk
boek van de vereniging deze passage
van de hand van ds. L. H. Ruiten
berg (voorzitter van de Bond van de
Nederlandse predikanten, de „domi
nees-vakbond") aantreffen:
„Laten wij er geen doekjes om
winden: het heeft lang niet overal
en altijd geboterd tussen de predi
kanten en de kerkvoogdijen. De kerk
voogdijen waren lichamen die ver
antwoordelijkheid droegen voor het
stoffelijk welzijn van de gemeente.
Zij beheerden de oude bezittingen en
hun leden waren beducht voor de in
breuk op de oude traditie van zelf
standigheid. De predikanten hadden
een ligger (waarop de „arbeidsvoor
waarden" vermeld staan, e.j.m.) en
zij waren in grote nood, want hun
ligger bood hun geen redelijk be
staan. De predikantenbond werd op
gericht en hij ging vechten. Daarbij
vielen harde woorden.
Maar in diezelfde tijd, na Wereld
oorlog I, werd ook de Vereniging
van Kerkvoogdijen opgericht. Het is
niet toevallig dat zij in eenzelfde
periode tot stand kwamen. De raad
van beheer had een nieuwe situatie
geschapen; deze raad was ontstaan
om de salariëring van de predikan
ten op een nieuwe rails te zetten. Hij
moest daarvoor ingrijpen in oude
verhoudingen. Hij moest uitgaan van
de veronderstelling dat de kerkvoog
den niet alleen voor de eigen ge
meente maar voor het geheel van de
kerk verantwoordelijk waren. Het
mag nu, na dertig jaren, de Vereni
ging van Kerkvoogdijen als een eer
aangerekend worden dat het haar
gelukt is de overgrote meerderheid
van de kerkvoogdijen tot dit inzicht
te leiden. Dit inzicht is geboren uit
een nieuw verstaan wat de kerk is.
Maar het werd verwekt door de
nood van de predikanten," aldus ds.
Ruitenberg.
Ook vóór 1920 werden de kerk
voogdijen met allerlei zorgen gecon
fronteerd, maar toen moest ieder
college voor zich de problemen maar
zien op te lossen. De Vereniging is
een uiterst welkome centrale instan
tie geworden, die niet alleen coördi
nerend werkt maar ook een vraag
baak is voor de honderden lokale
kerkvoogdijen. Voorzitters van de
vereniging zijn tot dusver geweest:
G. W. Mortier (Wageningen), het
Tweede-Kamerlid J. A. Bakker uit
Menaldum, de Delftse hoogleraar
prof. dr. ir. H. G. van Beusekom (nu
nog hoofdredacteur van het maand
blad van de vereniging) en sinds
twee jaar mr. J, W. Harbers uit
Rozendaal (G) die een vooraanstaan
de functie bij de AKZO bekleedt.
TJet is geen wonder dat de kerk-
voogden zich op hun jubileum
vergadering intens met heden en
toekomst bezighouden. In honderden
gemeenten van de Ned. Herv. Kerk
staan de colleges van kerkvoogden
voor een zeer zware taak; naast een
vooral in de steden niet onaanzien
lijk ledenverlies (en apathie) staan
de sterk stijgende kosten, omvang
rijke en kostbare restauraties van
oude monumentale kerkgebouwen,
kerkbouw in nieuwe wijken en ste
den, enz. „Het mag een wonder
genoemd worden dat nog zóveel kerk
voogden bereid gevonden worden dit
ambt op zich te nemen," zeggen de
hoofdbestuursleden telkens weer.
Veel kleine gemeenten kunnen fi
nancieel niet meer mee; zij kunnen
bij de sterk stijgende lasten hun
verplichte uitgaven, in de eerste
plaats het predikantstraktement,
niet meer betalen. De grotere ge
meenten zijn niet in staat een deel
van deze lasten op hun schouders te
nemen want ook zij zitten in finan
ciële moèilijkheden.
Het draagvlak van de gemeente
wordt steeds kleiner. In (grote) ste
den probeert men de begroting in
evenwicht te houden door een aantal
predikantsplaatsen op te heffen
maar dit kan toch echt niet de op
lossing zijn wanneer men daar geen
geheel nieuwe structuur tegenover
stelt, schrijft prof. Van Beusekom
in „De Kerkvoogdij" van maart 1970.
Over dit „draagvlak" geeft prof.
Van Beusekom enkele interessante
cijfers: Medio vorig jaar telde Den
Haag (afgezien van Loosduinen en
Scheveningen) 135.087 hervormden,
van wie er 35.787 belijdend waren;
voor de hervormde gemeente van
Arnhem waren de cijfers resp.
38.953 en 10.742 en voor die van Hil
versum resp. 28.864 en 7.565. In 1963
luidden deze aantallen resp. 168.078
en 43.688, 42.100 en 11.235, 30.468 en
8.098.
„Er zijn natuurlijk wel gemeenten
die een gunstiger beeld vertonen
maar over het algemeen gaan ook
onze grotere gemeenten voortdurend
achteruit met het gevolg dat de in
komsten verminderen en de kerk
voogdij jaar op jaar niet aan haar
verplichtingen kan voldoen", aldus
prof. Van Beusekom.
IJet is geen wonder dat juist in de
kring van de Vereniging van
Kerkvoogdijen de laatste tijd hard
nekkig naar het tot stand brengen
van nieuwe structuren gestreefd
wordt. Telkens weer wordt de Ver
eniging geconfronteerd met uiterst
moeilijke vragen van kerkvoogdijen.
Veel meer dan vroeger worden de
problemen in de kerk als geheel en
de plaatselijke gemeenten in de
overlegsfeer gebracht, een van de
gelukkige gevolgen van de invoering
van de kerkorde van 1951, waarbij
de kerkvoogden ambtsdragers ge
worden zijn die in kerkeraad, classi
cal vergadering, provinciale kerk
vergadering en generale synode zit
ting zijn gaan nemen (hoewel dit nog
niet in alle plaatselijke gemeenten
geëffectueerd is). Samen met ande
ren zoekt ook de vereniging naar
wegen die tot een oplossing van al
lerlei problemen moeten leiden.
Daarom is het vanzelfsprekend
dat op de jubileumvergadering van
vandaag het verleden slechts ter
loops ter sprake komt en veel méér
naar de toekomst wordt gekeken. De
kerk heeft geen behoefte aan re
genten maar wél (mede) aan ge
meenteleden die als kerkvoogd pro
beren te zoeken naar een zakelijk
verantwoorde basis voor 't vele ker
kewerk dat in de samenleving van
vandaag en morgen, krachtens de
door de Heer aan de kerk verstrekte
opdracht, gedaan moet worden.
E. J. MATHIES.
JK ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen,
maar zondaren tot bekering" Luc. 5 32.
Menigerlei zijn de motieven
van Christus' komst op deze we
reld. Ik noem er enkele: de wer
ken der duisternis verbreken; de
Waarheid aan het licht brengen;
treurigen te troosten; armen het
Evangelie verkondigen; de Vader
verheerlijken; zondaars redden...
enz.
Dat laatste ligt in de lijn van
onze tekst: schuldige mensen tot
bekering roepen. Wij moeten
daartoe worden wat we zijn voor
God. Zondaar zijn dat valt
heus niet mee. Rechtvaardig zijn
of worden wie zou dat niet
willen? O zeker, we tornen niet
aan de algemene waarheid, dat
we zondaren zijn. Maar laat de
zonde maar eens met „naam
en toenaam" ten laste ge
legd worden. Dan vliegen we op
en zijn in de weer om onze repu
tatie te redden... En als dat ons
lukt voor de buitenwacht, wat
hebben we dan nog gewonnen?
Zeker een schone schijn, maar
intussen veel verloren, doordat
we ons daarmee stellen buiten de
redding van Hem, Die Zich hier
aan ons voorstelt om zondaars te
roepen. Deze Geneesheer is alleen
maar belangrijk en nodig voor
zieken, die zich zelf niet meer
kunnen helpen.
Dat blijkt heel duidelijk uit de
roeping van Levi, uit welks ge
deelte onze tekst genomen is. Wij
kunnen er ons over verheugen
dat de Heiland hen zo pittig aan
pakt! Doch als we in die tijd ge
leefd hadden, zouden we ons ze
ker aan de kant van Levi's vijan
den gesteld hebben! Oneerlijke
praktijken waren schering en in
slag in een tolhuis! Levi was
fout. Hij pleegde verraad aan
zijn volk! Waarom gaat Jezus tot
deze man in om met hem te eten?
We kunnen er ons niet mee af
maken door te zeggen: „Dat is
Zijn vrijmachtige verkiezing". Me
dunkt, hier is iets anders in het
geding.
Levi is ziek onder zijn zon
daar-zijn, en hij lijdt daar heel
erg onder. We kunnen gissen hoe
hij tot deze overtuiging kwam:
niet te verloochenen afkomst?
Prediking van Joh. de Doper? We
weten het niet, maar hij is wak
ker en doods-bang voor het oor
deel! Zulke mensen zoekt Jezus...
en roept Hij! Als we onszelf
rechtvaardigen moeten we op
Hem niet rekenen. Doch voor de
genen, die geen raad weten met
hun schuM voor God, die hun
schuldbrief hebben thuis gekre
gen en wier geweten hen aan
klaagt dat ze tegen alle geboden
Gods gezondigd hebben zulken
roept hij kennelijk en daadwer
kelijk tot bekering! Hij roept tot
omkering, zónder uitstel,zónder
voorbehoud, onvoorwaardelijk!
Niet slap of sentimenteel, maar
hee1 radicaal en pertinent: Volg
MIJ.
Dat betekent voor Levi en ook
voor ons: de totale breuk met het
oude. Als God Abraham roept,
moet hij uitgaan niet wetend
waar hij komen zal. Zo moeten
ook wij volgen achter Jezus, niet
wetend waarheen de weg zal
gaan, zeggend: niet mijn wil,
maar Uw wil geschiede! Dat is
moeilijk zult u zeggen. Ja, eerlijk
gezegd, voor ons onmogelijk,
maar voor de HEERE is géén
ding onmogelijk. Hij schenkt met
de roeping ook de kracht om het
te volbrengen. Door Zijn Geest
maakt Hij ons gewillig en ge
trouw. Wie ziek en moe is, be
kommerd vanwege zijn zonden,
die wordt hier een goddelijk halt
toegeroepen in onze tekst. Gij
weet toch dat Jezus is gekomen
om Zijn volk te zaligen d.i. be
vrijden van hun zonden?
Gij weet toch dat er door Zijne
striemen ons genezing is gewor
den en dat ons aller ongerechtig
heid op Hem is neergekomen?
Levi bekeerde zich geheel en
volgde Zijn Meester. Hij beleefde
er de vrede en de vreugde van!
Van de angst naar de blijdschap!
Kent gij daar ook iets van? Zo
niet? O klaag Hem dan niet aan,
alsof het Zijn schuld is dat Hij
nog niet helpt! Het moet u aan
klagen dat gij Zijn vele roep
stemmen nog steeds in de wind
hebt geslagen! Wij zijn van natu
re te veel voldaan en verzadigd
met onszelf. Jezus zeide: „Gij
wilt tot Mij niet komen, opdat gij
het leven en de overvloed zoudt
hebben". Wij zijn niet ziek ge
noeg aan ons „zondaar-zijn" om
te begrijpen uit welke ellende Hij
verlost en tot welke vreugde hij
leidt! Wij „kwakzalveren" maar
wat met deugden en verontschul
digingen. Wij stellen maar uit en
zien het gevaar van het afstel
niet! Als de HEERE ons persoon
lijk toespreekt met dit woord
zeggen we met de mond mis
schien ja, maar „het doen" dat
vinden we niet! We willen God
en de wereld vasthouden en ver
geten dat we dan tenslotte beide
kwijt raken! Zie dan de Heiland
hier staan roepen: Zie u zelf, op
weg naar oordeel en óndergang!
Sta dan op en volg Hem, Die
lust heeft in uw behoud. Er zal
vreugde in de Hemel zijn. Hij is
het dubbel waard, ook al is Hij
niet om u verlegen! Gij zijt het
duizendvoudig aan Hem ver
plicht, terwijl gij niet zonder
Hem kunt. Hij zelf wil u uitvoe
ren en leiden naar de vreugde en
de vrede in Zijn di§nst. Daarom
zij of worde het uw hartelijke
bede:
Leer mij o God van zaligheden
Mijn Leven in Uw dienst beste
den
Gij zijt mijn God vat Gij mijn
hand
Uw goede Geest bestier mijn
schreden
En leide 'mij in effen land.
Amen J. v. Malenstein Eist (UtrJ.