Via tent, caravan en huurhuisje naar de koopbungalow „Groene weduwen" van Duitsland Zaterdag 27 juni 1970 Schaduwdorpeigen plekje in een andere wereld Veel minder dan in Duitsland, is het hier gebruikelijk van een twee de huis een soort buitenhuisje te maken met kippen en ander ge dierte. In Duitsland is men daar al een heel eind mee. Moeder en de niet-schoolgaan- de kinderen zijn er zo ongeveer het hele jaar, vlijtig voor het vee zorgend, terwijl vader in de stad het dagelijks brood bijeen- kruimelt en vrijdagsavonds komt opdagen. Dit heeft aan het Duitse taalgebruik de e term ,,Grüne Witwe" toegevoegd, zo weetir.D. Delver, adjunct-directeur van de Provinciale Planologische Dienst in Gelderland, te vertellen. Sprekend over de agrarische lusten van het buiten wonen, ves tigt ir. Delver er overigens de aandacht op, dat bij recreatieve bebouwing ook gelet moet wor den op de situering van bedrijven in de omgeving. Klachten van boeren, van wie het vee veront rust en het gewas beschadigd wordt, zijn niet zeldzaam. Ook hier geldt de opdracht: be waar het evenwicht! 1^en man die de zorgen van de ge- meen te Holten goed zou kunnen aanvoelen, is ir. D. Delver, adjunct-di recteur van de Provinciale Planologi sche Dienst in Gelderland. „Bebouwen is niet een kwestie van het uitmeten hoeveel hectaren je hebt en wat je daar op zou kunnen zetten", zegt hij. „Wij gaan uit van de ecologische draagkracht". Is dat begrip te verta len voor de leek? Ja, dat is het. Van Staatsbosbeheer is ook dit werken op ecologische draagkracht bekend. Men stelt daar het milieu van een bepaald gebied centraal. Wordt een van de elementen in dat milieu geweld aan gedaan, dan gaat het hele milieu er onderdoor. Dan gaan bijvoorbeeld de korstmossen dood en andere levens vormen, die een wezenlijk bestanddeel zijn van het geheel. De hele levensge meenschap wordt verstoord. Dit gebeurt ook zeer zeker, wanneer er schaduwdorpen of zelfs maar „los se" tweede woningen worden gebouwd in gebieden, die zich er niet ten volle voor lenen. En het gebeurt ook, wan neer die complexen op een minder ge wenste manier worden ingericht. Is er bijvoorbeeld in Gelderland een lijn te trekken voor verdere mogelijk heden? Er komt binnenkort een nota van de Provinciale Planologische Dienst uit voor Gedeputeerde Staten van Gelderland. Ir. Delver wil daar niet op vooruitlopen, maar los ervan kan hij zeggen: „Voor de Veluwe kun nen we wellicht nog de meeste moge lijkheden zien aan het Veluwerand- meer. Verder zullen we moeten kijken naar Oost-Gelderland en het Rivie rengebied, maar er moet nog zorgvul dige studie en tijdplanning aan voor af gaan". VZoorop staat, aldus ir. Delver, dat het hier om een locale behoefte gaat die aanmerkelijk groter zal wor den. We groeien vanuit de tent naar de caravan en vanuit de caravan naar het tweede huis. In Amerika blijkt één op de zeven gezinnen doelbewust naar een tweede woning te streven en, al zijn er voor Nederland nog niet zulke exacte cijfers bekend, we zullen bij verdere toeneming van de wel vaart, hierin ongetwijfeld een heel eind volgen. Een verlichtende factor zou kunnen zijn dat de landsgrenzen wegvallen en velen hun tweede huis in het buitenland gaan zetten, maar daar staat tegenover dat men vanuit het buitenland hier een huisje zal zet ten. De overheid staat voor het feit, zij zal iets moeten doen. Hoe gevaarlijk „iets doen" kan zijn wanneer de eco logische draagkracht-niet in 't oog wordt gehouden illustreert ir. Del ver met een voorbeeld. Er heeft ooit een brief bij het provinciaal bestuur gele gen van een man, die een stuk grond had, ergens in Gelderland. Hij schreef: „Als ik dit recreatief bebou wen mag kan ik 'n aantal mensen on derbrengen, gelijk aan het inwonertal van Amsterdam". Ir. Delver: „Als we zoiets lezen, gaan we vervelend doen. Dan vragen we hoeveel man Amsterdam heeft rondlopen voor de vuilnisophaal dienst; hoe groot het brandweerkorps er is; hoeveel blindedarmontstekingen Amsterdam op één dag kan verwer ken in zijn ziekenhuizen; hoeveel drinkwater zo'n stad per dag kan le veren. Begrijp je? Als je in Gelder land een recreatieve stad neerzet met bijna een miljoen inwoners, zul je- adequate voorzieningen moeten heb ben. Hert is een extreem voorbeeld, maar als je de verhoudingen wat ver kleint, blijft hetzelfde beeld toch be staan. Dat is niet alleen iets van ons land, je kunt het ook elders zien. Er zijn mensen die een mooie flat in Spanje hadden gekocht en die nader hand pas merkten, dat ze per dag der tig liter water konden krijgen..." TTitgaan van vaste punten behal ve dan die draagkracht, daar mag niet aan getornd worden blijft overigens een moeilijke zaak. Ir. Del- ver: „We hebben in Gelderland altijd gestreefd naar sociaal toerisme. Daar pasten die dorpen van koophuisjes niet zo erg in, want je had door de week een dood dorp met onrendabele voorzieningen. Huurbungalows pasten er beter in, de exploitanten zongen er immers wel voor, dat de zaak zoveel mogelijk bezet is. Maar veel eigenaars van die koopbungalows gaan hun huisjes óók verhuren en dat tegen prijzen, die ze vaak niet in een vorm van exploitatie verwerken. Dan groeien we daarmee toch ook weer naar een soort van sociaal toerisme. De praktijk achterhaalt hier een gege ven, dat tot dusver onaantastbaar leek. Maar voolopig zou ik er toch aan willen vasthouden dat al te grote complexen niet wenselijk zijn". Dat roept de vraag op, wat „groot" is, hoewel ook daarin weer allerlei factoren kunnen meespelen. Vindt ir. Delver een schaduwdorp van bijvoor beeld driehonderd huizen groot? „Je zou moeten weten waar en hoe, maar in beginsel zeg ik toch ja, dat kan een groot dorp zijn. Maar de draagkracht, die overal weer verschil lend is, blijft het belangrijkste. Je kunt net zomin zeggen, dat bij iedere kem wel twintig bungalows kunnen staan. De grote zorg is, hoe je het evenwicht bewaart en het eigen ka rakter van elk stukje samenleving". Beheerder Lodeweges is represcm- tant van een nieuw beroep. In te genstelling tot aangestelde beheer ders in bungalowparken met gehuur de huisjes is hij een vrije onderne mer, die in Mooi-Holten ging wonen toen daar werk leek te komen. Dat werk is er nu in ruime mate. De heer Lodeweges verhuurt bungalows voor eigenaren aan vakantiegangers, bemiddelt bij aankopen, laat een wa kend oog gaan over het onderhoud en verkoopt verfrissingen. Hij is een centrale figuur geworden, bij wie de bewoners terecht kunnen met alle denkbare problemen, zolang er nog geen gemeenteraad is. Maar die zal er vast nooit komen, want het levens principe in een schaduwdorp is: ieder werkt alleen aan zijn eigen recreatie. T)e straat loopt uit op een lange zandweg door het bos, waar tor telduifjes tussen de bomen door bui telen. Het is duidelijk: hier houdt de bewoonde wereld op. Maar in het holst van deze rimboe staat dan een bord met de aankondiging „Eigen weg" en daarachter blijkt een heel dorp te liggen met nog veel meer „ei gens" dan die weg. Driehonderd va- kantie-bungalowtjes, vrijwel allemaal eigendom van de bewoners. Dit bun galowpark Mooi-Holten, tussen Rijs- sen en Holten, is een levensgroot voorbeeld van wat je een schaduw dorp zou kunnen noemen: een dorp waar allerlei mensen een huis hebben gekocht zonder er permanent te wo nen. Het verschijnsel is voortgekomen uit de koop van het tweede huisje, zoals we dat al lang kennen. Nu zijn we zo ver, dat op deze manier hele dorpen ontstaan. In sommige gevallen worden ze als zodanig al in adverten ties aangeprezen, in andere ontstaan ze spontaan op een stukje grond, waarvan naar believen verkocht wordt. Maar er zit wel heel wat aan vast. We hebben te maken met niets min der dat het feit, dat een sterk toene mend aantal landgenoten twee woon ruimten inneemt, waarvan één een groot deel van het jaar ongebruikt blijft. Dat is in beginsel niet zo erg en voor de betrokken mensen zelfs heel prettig, maar de planologen krijgen er toch wel een kluif aan. Hier tekent zich al af, wat de Gro ningse hoogleraar prof. dr. S. O. van Poelje onlangs zei: „Wanneer in dit land straks twintig miljoen mensen wonen, moet je met allerlei voorzie ningen al rekenen dat het er dertig miljoen zijn. Want de mensen van morgen zullen onnoemelijk hogere ei sen stellen dan wij nu doen". Een van die eisen zal voor velen het tweede huis zijn. Eentonig is het schaduwdorp btj Holten zeker niet: er zijn veel verschillende typen van bungalows gebouwd, in prijzen van ongeveer f 20.000,- tot f 60.000,-. Bovendien kun nen de bouwers het principe van hun voorvaderen in eer herstellen: alles kriskras door elkaar, de ene bunga low op een heuveltje, de andere in een dal. IToe is het nu bijvoorbeeld in Hol- ten gegaan, waar deze recreatie- vorm in een compleet dorp is gebun deld? De grond was in het bestem mingsplan van de gemeente Holten aangewezen voor recreatieve bebou wing. Eigenaren waren in hoofdzaak boeren uit de streek en enkele hande laren. Toen de eerste begon met een stukje grond te verkopen aan bou wers, volgden al gauw de anderen. Makelaar H. Ufkes in Apeldoorn, die op 't ogenblik twintig bungalows in Mooi-Holten bouwt, spreekt over grondprijzen tussen 17 en 25. Ter vergelijking: voor woningbouw is een grondprijs tussen de 40 en 45 nor maal, hoewel ook uitschieters van 500 voorkomen. Landbouwgrond no teert in veel gevallen ongeveer 50. De koper, vervolgens, betaalt in Mooi-Holten voor een vakantiewoning bedragen tussen de 20.000 en 60.000; dan is er minstens 800 m2 grond bij het huisje, in veel gevallen 1000 of meer. Veel kopers verhuren het huisje in de zomermaanden. In 't algemeen brengt een huisje van onge veer 30.000 in het hoogseizoen 200,- per week op, de duurste 400. In tien jaar tijd is dan een aardig stuk van het aankoopbedrag teruggekomen. Veel werk heeft de eigenaar ook niet met die verhuurderij, want al gauw nadat de zaak begon te lopen, nestelde zich hier als beheerder de heer J. W. Lodeweges, die alles regelt wat er te regelen valt. Wel moet de eigenaar zijn fiscale verplichtingen in de gaten houden: de huur telt als inkomen en de economi sche huurwaarde van de bungalow moet voor een heel jaar als in komen worden opgegeven voor de in komstenbelasting. Dat laatste dus net als bij een permanent eigen huis en ook met dezelfde faciliteiten: onder houd mag worden afgetrokken. Andere aftrekposten zijn de af schrijving en eventueel hypotheekren te, maar anderzijds moet er wel grondbelasting en personele belasting betaald worden, ook weer over het hele jaar. Wie de aankoop van zo'n huisje en het reizen er naartoe maar nèt kan behappen, doet er verstandig aan, te voren een belastingconsulent of tret belastingkantoor te raadplegen. UTet „schaduwdorp" bij Holten wordt vreedzaam bewoond door mensen van allerlei slag en beroep, die in de gewone samenleving maar zelden buren zijn: naast de rechter en de arts wonen de timmerman en de onderofficier. Daar is overigens niet mee gezegd, dat zij geïntegreerd zijn in een en dezelfde samenleving. Zij hebben hier namelijk geen andere functie dan het werken aan eigen re creatie en dat gebeurt dan ook met overgave. Voorzover ze elkaar tegen- Da toegangsweg naar het dorp is een zandweg, maar in Mooi- Holten zelf zijn smalle asfaltwegen aangelegd. komen op hun eigen geasfalteerde dorpsstraten die zijn er! hebben ze enig vrijblijvend contact. De situa tie is eigenlijk een tussenvorm: anders dan op de camping en anders dan thuis. Voor een belangstellende we tenschapsbeoefenaar in een van de sociale disciplines kon er best een aardig proefschrift in zitten. Mis schien is het dan de moeite waard, meteen eens te kijken naar de ver schillende uitingen van bezitsinstinct. Ervaren waarnemers zien bijvoor beeld onmiddellijk, wie in zo'n dorp eigen grond heeft en wie het in erf pacht heeft gekregen. In vrijwel alle gevallen is aan dat stukje eigen grond nèt iets meer aandacht besteed, waar door het voor een deskundige ook nèt een iets andere sfeer heeft. Het kan in een bepaald stukje beplanting zit ten, of in een omheining. Vooral in een omheining, want met veel dieren des velds hebben wij de eigenschap gemeen, dat we met grote zorg ons ei gen gebied afpalen. De wilde caniden, voorlopers van onze huishond, deden dat door middel van het bekende pootje-lichten. Wij hebben er gelukkig andere me thoden voor gevonden, maar aan de manier waarop we het doen, kunnen anderen zien of die grond écht van ons zelf is of niet. Zo dicht staan we in sommige dingen nog bij de natuur. Ts het in zo'n dorp niet verleide- lijk, de hand te lichten met het verbod tot permanente bewoning? Ge trouwde kinderen bijvoorbeeld, die niet door hun werk aan een bepaalde woonplaats zijn gebonden, gescheiden echtparen zo is er wel het een en ander te bedenken. Hier zit inderdaad een behoorlijk gat in de wetgeving, waar je met een heel gezin tegelijk doorheen kunt. Natuurlijk krijgt niemand een woonvergunning voor twee huizen en wie in alle twee permanent gaat wo nen, is dus in overtreding. Maar te controleren is het niet. Iemand die permanent in een zomerhuisje gaat zitten, hoeft alleen maar te verklaren dat hij permanent vakantie heeft, om een extreem voorbeeld te noemen. Wat hij dan met zijn andere huis doet, is zijn zaak. Hij kan het niet verhuren natuurlijk, want dan volgen onherroe pelijk moeilijkheden. Maar hij kan het wèl uitlenen. Zolang op dat adres zijn woonvergunning staat, is er geen speld tussen te krijgen, of de huisbaas zou er iets aan moeten doen. Wel zijn er terreinen waarop huis jes bijvoorbeeld in de winter niet of alleen met medisch attest bewoond mogen zijn, maar dat is een andere zaak. In het algemeen blijft gelden, dat het onmogelijk is om te bepalen hoe lang een „vakantie" duurt. T)at was dan Holten, maar er staan nog veel meer van dergelijke projecten op stapel. Anderhalf jaar geleden werd Bui ten-Stee N.V. in Hoevelaken opgericht door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de ANWB, de N.V. Bouw fonds Nederlandse Gemeenten en de Koninklijke Nederlandse Heide Mij. Blijkens een in nuchtere bewoordin gen gesteld vouwblad stelt deze Bui ten-Stee N.V. zich ten doel „op ver antwoorde wijze tegemoet te komen •aan de toenemende behoefte aan re creatiewoningen". Daar passen ook schaduwdorpen in en Buiten-Stee heeft er een hele serie van in voorbe reiding: onder meer de buitenplaats Bremerberg bij Biddinghuizen in Oos telijk Flevoland, vlak bij het Veluwe- meer. waaraan dit najaar begonnen wordt. De prijzen variëren van ruim 25.000 tot 27.600, maar voor een iets hogere prijs valt er heel - wat te spelen met extra slaapkamers etc. Een interessant aspect van deze projecten is, dat de kopers van de huisjes een coöperatie gaan vormen, die de buitenplaats met alle voorzie ningen in beheer neemt. Die coöpera tie krijgt de gronden op de Bremer berg van de staat der Nederlanden in erfpacht voor vijftig jaar, met de mogelijkheid van verlenging. Zij houdt er ook toezicht op dat het ver zorgde aanzien van de buitenplaats gehandhaafd blijft; een handelaar in tweedehands goederen zal bijvoor beeld niet gauw de kans krijgen, hier een opslagplaats te maken. Wordt een adspirant-bewoner naar zijn mening ten onrechte geweerd dan kan hij beroep gaan bij een onafhankelijke raad van buitenstaanders. Overigens zijn de statuten zodanig opgesteld, dat de bewoners van de huisjes zich in feite als de eigenaren kunnen gedra gen. Fn nu: hoe gaan we dit alles plano- logisch verwerken? Wie daarover begint is voor het oog van de wereld al gauw „een vervelende jongen", want er zijn immers wetten en regels genoeg die voorkomen, dat de zaak uit de hand loopt? Toch kan een mens er zijn twijfels over hebben en veel planologen héb ben die ook. Bekend is in hun kring de uitspraak van een Amerikaanse collega, dat „de kunst van het bouwen voor de toekomst mede bestaat uit het onbebouwd laten". Wie zich daaraan niet stoort zit zijn eigen kinderen in de weg. Van de heer P. L. van Steenveldt, directeur van de Recreatiegemeen schap Veluwe, is de uitspraak: „Wij moeten in Uddel of Elspeet geen to renflat bouwen. Willen onze kinderen dat lèter doen, dan moeten ze dat zelf weten, want dan is het hun natuur en hun maatschappij geworden. Maar als wij het doen, kunnen zij het niet meer ongedaan maken..." Dit geldt zonder enige twijfel ook voor het al te uitbundig stichten van schaduwdorpen. De gemeente Holten heeft al een bijdrage willen leveren door rondom Mooi-Holten zelf grond te kopen en het bestaande plan daar mee af te ronden. „Op die grond zou den we dan kunnen voorkomen dat de bouwers er zo veel mogelijk huisjes opdrukken", aldus een woordvoerder van de gemeente Holten; „nu houdt iedereen zich wel aan de bestaande voorschriften, maar vaak precies op het randje. Wij hadden 't wat ruimer willen opzetten, nog wat speelser in delen. Want het natuurgebied dat on aangetast moet blijven staat wel dui delijk aangegeven op de kaart, maar we hebben toch ook verantwoorde lijkheid voor hetgeen in het vrijgege ven gebied wordt opgezet". Gedeputeerde Staten van Overijssel hebben tot dusver geen goedkeuring gegeven aan dit gemeentelijk initia tief. Maar hier is kennelijk wél een gemeente aan 't werk die aan de toe komst denkt.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1970 | | pagina 9