STRIJDBARE LIEFDE VOOR
HEDENDAAGSE BEDRIJFSVOERING IS
GEORIËNTEERD NAAR
Commissaris der Koningin
opent tapijt garenspinnerij
Er is «een
I textielmarkt"
j crisis op
VALLEI?
Belt u dan «van a.u.b.
KABOUTERS
GEVEN
ROUTINEZAAK
INHOUD
GEEN CRISIS
Evert Hasselaar: „oP zoek
naar anonieme bewoner
VERTROUWD
10550
11076
WOENSDAG I JULI 1970
j
VEENENDAAL De Commissaris van de Koningin in de provincie Utrecht
prof. mr. Verdam heeft gistermorgen bij Carolan Holland n.v. een nieuwe
tapijtgarenspinnerij officieel in gebruik gesteld. Hij deed dit door een balen-
pers in werking te stellen onder het uitspreken van de wens dat zowel de
gemeente als de onderneming in de toekomst garen zullen spinnen bij deze
uitbreiding. Prof. Verdam sloot hiermee aan op de toekomstverwachtingen van
de Carolan-directie, die een verviervoudiging van de huidige produktie-capa-
citeit voor ogen staat, waardoor aan 240 man werkgelegenheid kan worden
geboden op een geinvesteerd vermogen van rond 12.5 miljoen gulden. Het in
gebruik nemen van de nieuwe tapijtgarenindustrie viel samen met de viering
van het tienjarige bestaan en luidt een nieuwe periode in voor het zich sterk
expanderende bedrijf op het gebied van de synthetica.
Prof. Verdam was een van de meest
humoristische feestredenaars op deze
Carolan-happening die zich afspeelde
op het bedrijf aan de Industrielaan en
in hotel „La Montagne". De Commissa
ris van de Koningin vertelde dat de
keuze op Veenendaal als vestigings
plaats voor Carolan tien jaar geleden
gevallen was door de echtgenote van
een zakenman, die op zoek was naar
een gemeente om zijn bedrijf te vesti
gen. Zakenman en echtgenote passeer
den op hun rondrit Veenendaal toen er
juist markt was. „How marvellous, this
is the place to live", riep mevrouw uit
en daarmee was de teerling geworpen.
„Voor de gemeente zou dit aanleiding
kunnen zijn toekomstige ondernemers
bij voorkeur op marktdag te ontvan
gen", aldus prof. mr. Verdam die zich
overigens kon voorstellen dat men bij
de vestiging van Carolan n.v. tien jaar
geleden van meer rationele factoren
heeft bediend.
„Dit is geen tijd meer van sprook
jes, alhoewel de kranten dagelijks vol
staan met nieuws over de kabouters.
Diezelfde kranten confronteren ons
herhaaldelijk met de weinig roos
kleurige situatie in de textiel-indus-
trie ,maar het is onjuist te veronder
stellen dat daar de kabouters debet
aan zijn omdat dit volkje zich van
minder textiel zou voorzien. De moei
lijkheden in deze industrie dateren van
ver voor de opkomst van dit dwer-
genvölkjé".
Overstappend naar een wat serieuzer
onderwerp constateerde prof. Verdim
dat het met de werkvoorziening in Vee
nendaal nog steeds rooskleurig gesteld
is. In mei bedroeg de geregistreerde ar
beidsreserve 25 mannen en vier vrou
wen, daartegenover stonden aanvragen
voor 458 mannen en 163 vrouwen. „Er
is hier duidelijk sprake van een span
ning op arbeidsmarkt en de bijna storm
achtige groei van Carolan is daar niet
vreemd aan", zo constateerde spreker,
die verder opmerkte dat het in Veenen
daal kennelijk goed garen spinnen moet
zijn. Hij accentueerde nog eens duide
lijk de plaats die aan Veenendaal in
provinciaal verband is toebedacht om
uit te groeien tot werkcentrum van be
tekenis.
Prof. Verdam drukt op de knop
waarmee hij een halenpers van de
nieuwe spinnerij in gebruik stelt. Links
van hem op de foto: Carolan-directeur
De Mar san o.
bij buitenlandse componenten. In welk
verband het dan ook moge zijn, maar
hij doet het zeer bewust, want hij weet
dat het een noodzakelijke basis is voor
het voortbestaan van zijn onderneming.
Dat geldt ook voor de Veenendaalse
werknemer die zich niet blind staart
op dat wat verworven is. Hij is bereid
om op zijn tijd „zijn stiel" te verlaten
om deel te gaan nemen aan het zich
steeds wzigende produktieproces. Hij
integreert snel met wat we in de
volksmond noemen „de import" en hij
heeft er geen bezwaar tegen dat hij
van vandaag op morgen van spinner
tot operator wordt gebombardeerd.
Leven in het heden is bij voortduring
openstaan voor de wereld. Dat betekent
niet alleen halen uit die wereld wat er
te halen is, maar ook geven aan die we
reld wat zij nodig heeft", aldus burge
meester Bode, die de Carolan-directie
toezegde, dat de gemeente de verdere
ontwikkeling van het bedrijf met be
langstelling zal blijven volgen.
Carolan-directeur de heer P. de Mar-
sano gaf in zijn begroetingstoespraak
die hij richtte tot een internationaal ge
tint gezelschap het geheim van het Ca-
rolan-succes prijs. ..Het is het tegemoet
komen aan de problemen van de klant.
Welke eindprodukten zullen wortüen
gevraagd, in welke kleuren en door
welke technieken komt het produkt tot
stand? Als deze problemen zijn opgelost
is het eigenlijke verkopen van Caro
lan -produkten en diensten een logisch
gevolg en men zou bijna kunnen zeggen
een routine-zaak. De conventionele op
vatting bij het verkopen is „waar kan
men de bestaande produktie kwijt ra
ken". De Carolan-opvatting is: „de pro
duktie op de behoeften van de markt
af te stemmen".
In de praktijk vereist dit beginsel een
speciale organisatie die zeer beweeglijk
is en die de vele veranderingen als ge
wone dagtaak beschouwt."
Ondanks de sterk gemechaniseerde
fabricagemethoden bij „Carolan"
schreef de heer De Marsano een nog
steeds belangrijke rol toe aan de mens
in het produktieproces te beginnen bij
de top.
Het traditionele management is
georiënteerd naar de macht. Wie mag
de lakens uitdelen, wie is de korpo
raal, kapitein en generaal. Wie mag
denken en wie mag doen. Het moder
ne management is georiënteerd naar
de doelstelling. Het beoogt condities
te scheppen waar iedere medewerker
naar gelang van zijn capaciteiten in
het proces van plannen, organiseren,
besturen en controleren ingeschakeld
wordt.
Op deze wijze krijgt iedere functie in
de onderneming meer inhoud, terwijl
tevens de mensen beter getraind wor
den voor hogere functies of meer sa
mengesteld werk.
In onze cultuur waar eeuwenlang de
opvatting heerste dat wijsheid syno
niem is met grijsheid hebben wij de
grootste moeilijkheden ons te realiseren
dat de kennis bij de jeugd toeneemt.
Niet alleen regelt de hierarchistie wie
wat te zeggen heeft, maar ook wie mag
denken en wie niet. Is het dan te ver
wonderen, dat de jeugd vandaag in op
stand is, dat er relletjes en stakingen
zijn?
We moeten wegen en middelen vin
den om dit hoger ontwikkeld menselijk
potentieel in een doelgericht denkproces
in te schakelen tot nut van de maat
schappij en tot het plezier van degenen
die zich erbij ontplooien. In het moder
ne management is hij de regisseur die
de juiste acteur op het juiste moment
ten tonele voert en er op toeziet, dat de
acteur al zijn talenten tot uiting brengt.
Management is het ontwikkelen van
mensen en dit kan alleen gebeuren door
de mensen meer verantwoordelijkheden
te geven, aldus de heer De Marsano.
De positieve toekomstverwachtingen
voor „Carolan" baseerde hij tenslotte
op het steeds verder toenemende ge
bruik van synthetische pródukten in de
textielwereld.
Er is geen crisis in de textiek-on-
sumptie. Wel is er sprake van een crisis
van het management van textielonder
nemingen. Met stereotype opvattingen
zoals: „zo hebben wij het altijd gedaan"
komt men niet vooruit. Als wij het al
tijd „zo" gedaan hebben dan is het de
hoogste tijd om het een keer anders te
doen. De textielmarkt is een van de
meest dynamische markten die er zijn.
Het is onmogelijk met verouderde ma
nagementpraktijken de beweeglijkheid
voort te brengen die nodig is om de dy
namiek van de markt te volgen, laat
slaan voor te zijn, aldus de heer De
Marsano.
Vervolgens maakten de genodigden
een rondgang door het bedrijf waarbij
overigens wel de deuren gesloten ble
ven van die afdelingen, die mogelijk
een bron van inspiratie voor de concur
rentie zouden zijn.
Een ander soort inspiratie kwam
aan het slot van deze heuglijke Caro-
lan-dag toen de niet op synthetische
gronden gegroeide produkten' uit de
keuken en de wijnkelder van „La Mon
tagne" aan het gezelschap werden
voortgezet.
Een deel van de nieuwe tapijtgaren
spinnerij van Carolan
VEENENDAAL Het cijfer
tien is een magisch getal voor
Carolan". In het 10-jarig bestaan
werd men qua personeelsbezetting
bebouwde oppervlakte, investering
en omzet tien maal zo groot.
Carolan heeft thans 500 man op
de loonlijst, er is na de jongste uit
breiding 24.000 vierkante meter fa-
brieksruimte, de waarde der inves
teringen ligt rond de 25 miljoen
gulden, terwijl de omzet inclusief
de waarde van de grondstoffen
ruim 100 miljoen gulden is.
Carolan is een bedrijf dat tot
stand is gekomen door samenwer
king van een Amerikaanse onder
neming en een Zwitserse handel
maatschappij. De opzet was, be
proefde Amerikaanse procédés
voor de bewerking en veredeling
van sinthetische vezels, aan de
Europese textielindustrie beschik
baar te stellen. Het tijdstip was
gunstig aangezien in 1960 de syn
thetische vezels in Europa in volle
opkomst waren.
Insoraak voor nieuwe wijk
voor Veenendaal
De tweede feestredenaar burgemees
ter P. Bode achtte het voor Carolan een
voordeel dat de Veenendaler van ouds
her vertrouwd is met het begrip „ta
pijtgarenspinnerij". „Hij is immers op
gegroeid in, met of naast de textiel. Is
het daarom niet wat paradoxaal een
tientallen jaren oud Veenendaals begrip
als „garenspinnerij" te projecteren te
gen een achtergrond die „Carolan"
heet? Eigenlijk bent u daar te modern
voor. U verwerkt modern materiaal, uw
werksfeer is op moderne leest ge
schoeid, kortom u bent een bedrijf van
- nee, al niet meer van vandaag - maar
van morgen. Uw komst destijds heeft
de basis waarop de Veenendaalse werk
gelegenheid rust nog steviger gemaakt."
VEENENDAAL Wie is representatief voor de anonieme bewoner van
de toekomstige woonwijk Dragonder-Noord in Veenendaal. en wat moet
er gebeuren om de nieuwe wijk zo te bouwen dat het er voor die anonieme
bewoner leefbaar Is? De 23-jarige bouwkunde-student Evert Hasselaar gaat
zich opwerpen als promotor van een inspraaksysteem, dat hij betitelt als een
bestuurlijk experiment.
Op 1 augustus begint hij aan een stageperiode op de afdeling stadsontwikke
ling van de gemeente, en vanuit die positie wil hij de Veenendaalse .bevolking
proberen te stimuleren om zélf die kernvragen te beantwoorden. Als het aan
hem ligt gaan straks de potentiële bewoners van Dragonder-Noord beslissen
hoe de wijk eruit moet zien. „Desnoods zal ik werken op de rand van ontslag,
als blijkt dat we niet kunnen rekenen op de goede wil van het gemeente
bestuur
Tot
17.30 uur
Van 17.30-
19.30 uur
's Zaterd. v. 16.30-17.30 u.
Voor Rhenen 3328
Nwa Veenendaalseweg 159
Burgemeester Bode had niet de In
druk, dat een met buitenlands geld ge
financierd bedrijf als „Carolan"
deels Amerikaans en Zwitsers de
Veenendaler afschrikt. „Veenendaal is
er van overtuigd, dat het over de gren
zen niet alleen van Veenendaal maar
van Nederland heen moet zien. „Dat
geldt voor de Veenendaalse onderne
mer, die exporteert en aansluiting zoekt
Burgemeester Bode maakte van de
gelegenheid gebruik voor een onder,
onsje met prof. Verdam.
Evert Hasselaar koestert rechtlijnige
denkbeelden als het gaat om de mate
van inspraak die aan de bevolking moet
worden toegekend. Hij zegt: „Het ont
werpteam van de gemeente moet alleen
adviserend, coördinerend en tactisch
werk doen. De ideeën moeten door de
bevolking zelf worden geleverd."
Het staat nog niet vast hoe de ideeën
aan de oppervlakte moeten komen. Vol
gens Evert kunnen de wijkgemeen-
schappen een grote rol spelen: „De
georganiseerde wijkbewoners moeten
gaan denken en praten over het wonen,
en vandaaruit werken aan Dragonder-
Noord. Om een zo goed mogelijk beeld
van de wensen te krijgen, zouden B. en
W. het ontstaan van meer wijkge
meenschappen moeten stimuleren."
In principe vindt Hasselaer moet
men uitgaan van de goede wil van B.
en W. en van de werkzaamheid van de
wijkgemeenschappen. Het sluitstuk van
de inspraak-procedure zou volgens hem
een grote gemeentevergadering moeten
zijn. waarvan de besluiten bindend zijn.
In die vergadering zouden dan ook le
den van B. en W. zitting moeten heb
ben.
Everts toekomstige en tijdelijke chef,
ir. T. Meijer van Stadsontwikkeling,
toont zich evenzeer een groot voorstan
der van het inspraaksysteen. „Ik kan
een heel eind met Hasselaar meevoelen,
ofschoon er punten zijn die ik anders
benader. Ik geloof dat nog moet wor
den afgewacht in hoeverre de bevol
king bij het opstellen van de plannen
betrokken kan worden. Dat is vooral
afhankelijk van de houding die de
mensen aannemen als rond 1 september
de structuurschets wordt gepresenteerd.
Dat zal voor ons het „test-case" zijn."
Evert Hasselaar baseert zijn idealisti
sche toekomstplannen op een maat
schappij-visie die gegrondvest is op de
„anticiperende" of ook de „trijdbare"
liefde. Zonder zich te willen conforme
ren met sub-culturele verschijnselen
wil hij de inrichting van de samenle
ving zo wijzigen, dat: het concurrentie-
principe wagvalt; liefde en activiteit
leidend is; collectief eigendom bestaat
van productiemiddelen, recreatie en
woonruimten; en dat de functiesplit
sing wordt verminderd, omdat deze het
kenmerk is van centralisatie die initia
tieven van onderaf vertraagt of onmo
gelijk maakt.
Dit credo, zoals Hasselaar het zelf
noemt, ontwikkelde hij in Delft, waar
hij vijfdejaars student bouwkunde is
op de afdeling architectuur. Sinds enige
tijd al is hij actief in een werkgroep
van studenten die zich de herstructure
ring van een kleine Delftse woonwijk
als taak heeft aangevat. Dat resulteer
de tot dusver in zelfwerkzaamheid van
bewoners, die hun straten naar eigen
smaak gingen inrichten door beplanting
met boompjes en struiken, en die
een gegeven moment, beïnvloed door de
studenten, één straat tot „speelstraat"
verklaarden, haar zelf voor het verkeer
afsloten, en er getuige van waren dat
het gemeentebestuur er uiteindelijk de
verlangde verkeersborden plaatste.
.,Ik zie mijn taak straks ook voorna
melijk als het beïnvloeden van de be
volking". zegt Evert Hasselaar, die van
mening is dat Dragonder-Noord een
unieke gelegenheid biedt tot het be
stuurlijke experiment dat hij zich voor
stelt. „Ik vind dat een gemeente geen
behoeftenpeiling moet doen, maar dat
de bevolking volledig zelf bepaalt hoe
zij wil gaan wonen. D .arbij moeten we
niet de realiteit uit het oog verliezen.
We moeten natuurlijk rekening houder
met de contingenten huizen die be
schikbaar komen, en met de wettelijke
verhoudingen. Uitgangspunt moet ech
ter zijn: de goede wil van B. en W., de
inzet van de wijkgemeenschappen en
eventueel het afdingen van eisen.
Wat de werkzaamheid van de wijkge
meenschappen betreft heeft hij nog
een suggestie: „De woonvormen zouden
bestudeerd kunnen worde... ook door de
mensen zelf. Het zal vooral interessant
zijn om na te gaan hoe de relaties bin
nen flatgebouwen liggen. Laten we
tocht niet vergeten dat een huis niet al
leen een fysisch onderkomen is, maar
ook een geestelijk onderkomen".
Tot slot een voorlopig schema van de
organisatie zoals Evert Hasselaar die
voor het inspraak-systeem voor zich
ziet: werken vanuit de wijkorganisaties,
of ook het organiseren van alle wo
ningzoekenden apart; samenbundeling
van de ideeën in een gemeentevergade
ring. die de definitieve beslissingen
neemt".
In zijn idealisme is Hasselaar zeer
consequent: „In mijn baan od het ge
meentehuis zal ik alles doen om de
mensen zelf aan het denken te krijgen,
ook al brengt me dat op de rand van
ontslag. De anticiperende liefde bete
kent nu eenmaal dat je vooruitloopt op
een toekomstige samenleving, door
eerst de mensen vrij te maken van oude
gebondenheden. Dan kan je steeds gro-
Evert Hasselaar: Men sen vrijma
ken van gebondenheden-noem het een
evolutionaire revolutie..." Op de ach
tergrond de werkzaamheden in Dra
gond er-Zuid
tere stappen gaan doen - noem het een
evolutionaire revolutie...".