KINDEREN UIT VOLKSWIJK
DOEN HET NIET BEST BIJ
HET LAGER ONDERWIJS
Stralende p
rinses
7
e zuwe
MAXI VEROVERT
OOK 'S ZOMERS
REEDS TERREIN
Nederlanders
geven half
miljard per
jaar uit aan
cosmetica
Onderwijssysteem geeft
hun weinig kans om deze
achterstand in te lopen
L
di
l
MINI-NIJLPAARD
Psychologen en opvoeders hebben vastgesteld dat de
resultaten op school van kinderen uit onze volksbuurten
niet al te best zijn. Deze kinderen blijken een groeiende
achterstand te hebben op klasgenootjes uit de zogenaamde
„betere milieus".
En dezelfde deskundigen zeggen, dat het einde van die
lijdensweg nog steeds niet in zicht is. Zij zeggen dat deze
problemen alleen uit de wereld te helpen zijn als de onder
wijzers in hun opleiding hierop worden getraind. En daar
aan schijnt nogal wat te mankeren.
Vooroordeel bij
leerkrachten
BLINDSTAREN
ONDERWIJZER
GEDEMORALISEERD
STRIJD MET MINI
WORDT A.S. WINTER
PAS BESLIST
KIEZEN
GELIJK
ONDER
UTRECHT Dc Nederlan
ders hebben vorig jaar naar
schatting een bedrag van een
half miljard gulden uitgegeven
voor middelen voor mondver-
zorging, haarverzorging, scheer-
artikelen. babyverzorgingsmid
delen, parfum, reuk- en toilet
water, middelen voor huid- en
gelaatsverzorging, toiletzeep en
geschenkverpakkingen.
HEREN
Eén van die deskundigen is de Amsterdamse psycholoog dr. Co van Calcar (35),
die in opdracht van de Stichting Onderzoek voor het onderwijs bezig is met een
landelijk onderzoek, o.a. naar de prestaties van verschillende groepen leerlingen
op lagere scholen.
Zijn ervaringen z(jn schrikbarend. Kinderen van academici en van vaders met
een leidinggevende positie schenen de beste rapporten mee naar huis te nemen.
Daarna komen de kinderen van vaders uit lagere leidinggevende beroepen, ver
volgens de kinderen van vaders die administratief of dienstverlenend werk heb
ben (zoals ambtenaren) en van winkeliers.
Het slechtst komen kinderen van geschoolde arbeiders en vervolgens van onge
schoolde arbeiders eraf.
En dat is triest. Want ten minste vijftig procent van onze huidige beroepsbe
volking heeft alleen maar lagere school. En de hierboven geschetste problemen
gelden voor hun kinderen.
Dr. Van Calcar: „Arbeiders wonen
veelal in kleinere huizen dan beter ge
situeerden. Ouders uit de arbeidersklas
se zijn daardoor minder in staat met hun
kinderen te spelen. De kinderen worden
vaker naar buiten gestuurd om op
straat te spelen. De ouders kunnen dan
minder vaak en minder snel ingrijpen,
wanneer zo'n kind een fout maakt. Die
kinderen roesten dus vast in een ver
keerd praten, verkeerd denken, ver
keerd spelen, enz."
„Bovendien", zegt de heer Van Cal
car, „hebben ouders in volksbuurten,
waar nu eenmaal veel handarbeiders
wonen, minder boeken en kranten in
huis dan mensen uit betere milieus. Zij
zijn, daardoor vaak minder algemeen
ontwikkeld. Als een kind bijvoorbeeld
thuis zo nu en dan zijn mond moet hou
den omdat vader de krant of een boek
moet lezen, dan gaat zo'n kind ervaren
dat kranten en boeken in een mensen
leven kennelijk belangrijk zijn."
„Hij gaat zijn ouders vaak al nadoen,
nog voordat hij kan lezen. Maar als zo'n
kind dan voor het eerst naar school
gaat weet het al, dat je een boek leest
te beginnen op de linkerpagina van bo
ven naar beneden. In een kinderleven is
dat een hele ervaring. Zo'n kind wordt
dan geïnteresseerd en het wil op school
ook met boeken leren omgaan".
De heer Van Calcar heeft geconsta
teerd, dat ouders in volksbuurten hun
kinderen vaak met minder geestelijke
bagage naar school sturen dan kinderen
uit andere sociale groepen.
„Arbeiders", zegt hij, „kijken zich
blind op de heter gesitueerden. Zij wil
len hun kinderen even netjes opvoeden
Natuurlijk is daar niets op tegen. Maar
zij doen het verkeerd. Arbeiderskinde
ren bijvoorbeeld mogen van hun ouders
minder rommel maken dan kinderen
van beter gesitueerden."
Als een arbeiderskind een tekening
kleurt kijken zijn ouders of Jantje wel
precies binnen de lijnen blijft. Want
dan wordt de tekening pas mooi en net
jes.
Bovendien heeft Co van Calar ge
constateerd dat kinderen van geschool
de en ongeschoolde arbeiders op school
bloot staan aan vaak onredelijke voor
oordelen.
Een enquête bracht aan het licht dat
zelfs de onderwijzers een nogal nega
tief beeld hebben van arbeiderskinde
ren, die geen van allen goede manieren
zouden kennen, in hun neus zouden
peuteren. Zich niet goed zouden wassen,
plat zouden praten, op de grond zouden
spugen, enz.
„Dat alles vind ik erg onredelijk",
zegt Co van Calar. „Het gevolg is dat de
arbeiders zich opnieuw de onderliggen
de partij voelen en zich met hand en
tand tegen dit vooroordeel moeten ver
weren. Neem nou zo'n arbeiderskind.
Dat komt in de eerste klas van de lage
re school met minder geestelijke bagage
dan andere kinderen. Maar de onder
wijzer eist van hem hetzelfde als van
andere kinderen. Dat is een grote onbil
lijkheid en het wordt tijd dat daartegen
iets wordt gedaan door middel van on
derwijsvernieuwing".
„De grote moeilijkheid is", zegt dr.
Van Calcar, „dat de onderwijzers tij
dens hun opleiding niet gewezen wordt
op die verschillen tussen de kinderen.
De meeste onderwijzers zouden heus
Een bijzonder goede statiefoto van een stralende Noorse kroonprinses
Sonja, echtgenote van kroonprins Harald. Prinses Sonja, die 4 juli a.s.
haar 33ste verjaardag viert, verwacht in januari of februari haar eerste
baby.
wel willen. Maar zij krijgen de kans
niet. Om een kind, dat in zijn geestelij
ke ontwikkeling achter is, te kunnen
opvangen heeft hij ander onderwijsma
teriaal nodig. En dat kost geld".
„Natuurlijk", zegt dr. Van Calcar,
„zijn er nu ook wel onderwijzers die
proberen er wat aan te doen. Maar zo'n
man moet dan vaak tweemaal zoveel
uren per week maken. Bovendien zijn
de onderwijzers op het ogenblik daarin
niet getraind. Zij moeten kunnen teke
nen, organiseren, psychologisch inzicht
hebben, enz."
„Het gevolg is dat veel onderwijzers
van scholen in volksbuurten gedemora
liseerd raken. Zij weten dat zij de pro
blemen van de kinderen niet voldoende
kunnen oplossen. Het is beroerd om te
zien dat de achterstand van die kinde
ren steeds groter wordt. Tegen het ein
de van de zesde klas lagere school heb
ben veel van die arbeiderskinderen een
achterstand van zo'n twee jaar."
Volgens de heer Van Calcar beginnen
de problemen van arbeiderskinderen
met een verkeerd gebruiken van de
taal. Zij kennen minder woorden, zij
begrijpen de taal ook niet en hebben
daardoor de grootste moeite om te leren
lezen. In veel gevallen zijn woorden als
„boven", „onder" en „verdelen" abraca
dabra voor deze kinderen. Het gevolg is
dat deze achterstand tijdens de andere
schooljaren terugslaat op vlakken als
rekenen, geschiedenis en aardrijkskun
de.
„Op den duur", zegt de heer Van Cal
car, „wordt de achterstand van dje kin
deren zo groot, dat hun belangstelling
voor het werk op school daalt. Dat
heeft nog een andere oorzaak ook".
„Ons onderzoek heeft namelijk aan
getoond dat veel arbeiderskinderen den
ken dat zij ongewenst zijn. En inder
daad hebben in een klas met kinderen
uit verschillende sociale groepen de ar-
beidskinderen de minste vriendjes of
vriendinnetjes. Daardoor denken zij dat
andere kinderen en onderwijzers hen
niet aardig vinden".
Kinderen uit de volksbuurten
worden veel vaker naar buiten ge-
4 stuurd om te spelen dan kinderen, y
die in villawijken wonen. De kleine
4 woningen bieden helemaal geen
speelruimte, en de meeste moeders
vinden het niet plezierig, als Hans-
je of Marietje haar de hele dag y
voor de voeten loopt. De enige mo-
4 gelijkheid blijft dan voor de kinde- y
j ren de straat.
„Met andere woorden: arbeiderskin
deren voelen dat zij niet geliefd zijn,
op school kunnen zij niet meekomen, zij
weten dat er een vooroordeel tegen hen
bestaat. Door dat alles interesseert de
school hen niet meer. Zij denken dat
het in die situatie beter is om maar
passief naar een ulieg te gaan zitten
staren".
De buurt en ik hebben de kennismaking met vanzelf
sprekend genoegen vernieuwd. Na een jaar van afwezig
heid lijkt er uiterlijk zo goed als niets veranderd.
De bloeiende linde overschaduwt nog altijd het driehoekig pleintje,
dat eertijds in deze uithoek van een eeuwenoude provinciestad stellig het
hart van een dorpsgemeenschap is geweest. Dat lijkt niet te ver
gezocht er staan huizen omheen die alle aanzien hebben van
verbouwde boerderijtjes, en de school kon zó aan een stille dorpsweg
worden neergezet. En al jaagt een paar straten verder het snelverkeer
over een vierbaansweg - een gestadig dreunen dat dag en nacht
doorgaat - deze kleine gemeenschap heeft werkelijk nog iets eigens
en beslotens weten te bewaren.
In de schaduw van de linde staat nog een onvervalste warme bakker
achter zijn oven, en schuift broden en kleingoed op de planken die
dermate appetijtelijk geuren dat de auto's met passanten ervoor
stoppen.
De slager snijdt karbonaden en riblappen van de bout om zo rauw tn
te bijten, en de nieuwlichterij in de titulatuur doet hier nog geen
opgeld; de zuiveldetaillist roept nog gemoedelijk „De melkboer,
mevrouw om het hoekje van de deur.
Maar toch heeft ook hier de hardheid van de tijd geniepig toegeslagen
de groenteboer vent nog wel uit, maar hij heeft zijn aardige kleine
hal moeten sluiten. Het loonde niet meer, en zijn vrouw kon het
dagelijks verval van klanten niet meer aan. Dat schilderachtige
plekje zal ik dus moeten missen voor een kilo uien of een
bloemkooltje liep ik grif de tien minuten ver om naar de bloemen
te kijken, die op elk denkbaar plekje aarde rond dat kleine bedrijf
overdadig bloeiden. Alleen al voor die enorme bloemenbak op de
stomp van een afgezaagde pereboom, één weelde van blauwe
petunia's en roze hang geraniums en witte margrieten, vroeg ik mij
af waarom de dure camera's hier niet dag aan dag klikten.
Nu gun ik de klandizie aan het kleine familiebedrijf aan de overkant
van de drukke weg, waar de aardige dochter met het lange koperblonde
haar mij bij het stouwen van mijn boodschappennet vertelt hoe het
voor hen drieën ook een harde dobber is om de zaak drijvend te
houden. Zij redden het nog aardig, zeker maar je moet ijzer sterk
zijn om voortdurend te kunnen opboksen tegen de gemakzucht van
de mensen, mevrouw. Zij rijden veel liever een kwartier verder naar
de supermarkt, waar ze niet op hun beurt behoeven te wachten,
maar zó hup zelf hun wagentje kunnen vol laden met pakken
diepvries en blikken groenten en zakken geschrapte aardappels.
Keuren en uitzoeken en een uur in de keuken staan om verse spinazie
of jonge slaboontjes te stoven in een bodempje water met een klontje
boter - het is er haast niet meer bij, mevrouw.
Als dat zo doorgaat, denk ik verbluft, zullen wij als achterlijke
liefhebsters straks nog ons eigen warmoezerijtje moeten opzetten om
ouderwets te kokkerellen met verse groente. En dat praat dan nog
over de tijdbesparing in de moderne huishouding. Wij zijn weer aardig
op weg terug naar de middeleeuwen met zelf brood bakken en groente
kweken en een koebeest houden, willen we niet vervallen tot louter
verpakt fabrieksspul, tot ontdooien en opwarmen.
Maar de blonde schoonheid ziet er gelukkig niet naar uit dat zij
het boksen voor het eigen bedrijf zou gauw zal opgeven. En bij het
handjevol doperwten dat zij gulweg aan het assortiment verse
soepgroenten toevoegt geeft zij mij ook nog een uitvoerige informatie
over het vertrekpunt van een bepaalde buslijn kado desgewenst
met een getekende plattegrond op de achterkant van een fruitzak.
En bij mijn gezellige knappe melkboerin krijg ik al wachtend op
mijn beurt, weer een ander verkwikkend staaltje service van de zaak
te horen. De klant die vóór mij aan de beurt en het woord is heeft
ogenschijnlijk haar half flesje yoghurt alleen maar nodig gehad om
haar hart te luchten. Zij is een bleke magere vrouw van achterin
de veertig, die blijkbaar zelfs het glimlachten al sinds lang verleerd
heeft. Nee, het gaat niet goed met haar man, al heeft hij die
zware operatie dan nog wel doorstaan. Maar zij ziet het gesloten
gezicht van de dokter wel, en de aftakeling die met de dag sneller gaat.
Maar hij is zo taai, en hangt zo met hart en ziel aan het leven,
hij is tenslotte nog geen vijftig. Het knijpt haar de keel toe,
het kost haar de grootste moeite om opgewekt te blijven, net te doen
of er nog a lie hoop is op beterschap. Zij wou dat zij maar eens huilen
kon, echt wild uithuilen, dan kon zij er weer beter tegen.
Het is even heel stil tussen ons drieën in die koele keurige winkel,
alle boodschappen zijn vergeten. De versregel van Hoornik staat
levend voor mij ,,Ik wou wel schreeuwen, maar ik houd mij stil".
En dan biirst mijn Hollands welvaren achter de toonbank uit, bijna
ruw van ontroering „Maar lieve mens dóe dat dan. Ga dan voor
mijn part óp het toilet zitten en brul het eens uit van het hullen,
dat zal je opluchten, anders ga je er zelf onderdoor I"
Kijk zoiets zul je nu nóóit te horen krijgen aan de kassa van de
supermarkt.
SASKIA
~Wïaxi-mode heeft met warm
zomerweer niets te maken.
Het hangt helemaal van de per
soonlijke instelling van de
draagster af of een creatie tot
bijna op de grond nu ywel of niet
aantrekkelijk is. Dit is de mening
van één van onze modekonin
gen.
Ontwerpster Sophie van Kleef (boe
tiek Sophie en Johnie in Amsterdam)
draagt zelf in de zon liever een maxi-
dan een minijurkje: „zo'n lekker
zwabberend wijd geval is veel koeler
dan de zon op je benen". „Je /iet wel
maxi. maar het wordt eigenlijk ver
keerd gedragen", zegt weer een andere
mode-ontwerper, die het beslist warm
krijgt als hij nu iets in het lang ziet
lopen.
De introductie van de maxi- en de
midi-lengtes mag dan even spectaculair
geweest zijn, de mini bleef sterk stand
houden. Dit werd onmiddellijk vrij ver
taald in alles is mogelijk. Ieder kiest
wat leuk gevonden wordt. Inmiddels
lijkt het erop, dat er een felle concur
rentiestrijd zal gaan woeden tussen
kort en lang. Al wordt de vrijheid van
keuze ook warm aanbevolen.
„De tijd dat ontwerpers konden bepa
len wat gedragen wordt is voorbij",
meent een directielid van C A in
Amsterdam. „Het publiek kiest zelf bij
ons. Als er ineens duidelijk een voor
keur blijkt, passen we ons aan."
Zijn idee is dat alles draagbaar blijft.
Hij geeft de midi de grootste kans voor
de komende winter, omdat zijns inziens
de midi-lengte voor vrijwel iedere
vrouw geschikt kan zijn. De maxi
wordt tot nog toe vrijwel uitsluitend
door het hippe jonge volkje opgekocht
en door de jonge, maar net iets oudere
vrouw, die beslist maxi in haar gardero
be wenst voor bijzondere gelegenheden.
Voor de Rotterdamse couturier Henk
Wichers zijn maxi en mini gelijkwaar
dige partners met. gelijke kansen. Ook
in de winter, al zal maxi dan bruik
baarder zijn, actueler en eleganter.
„Toch zal de lengte waarbij midi
ook een belangrijke plaats opeist he
lemaal bepaald worden door de vrouw
die er in zit. Sommigen adviseer ik per
sé geen minijurkjes te dragen."
„Ach, alles is draagbaar", besluit hij.
„De mensen denken zelf wel. De dicte
rende rol van Parijs is toch ook uitge
speeld. De luchtiger aanpak van de
mode, zoals in Italië gebeurt spreekt
veel aan".
Zijn stadgenoot Hans Jung denkt er
ongeveer hetzelfde over. Alleen vindt
hij, dat de midi beter de midi gelaten
kan worden.
„Het past nog niet bij ons. De lijnen
kloppen nog niet helemaal. Soms is het
net mini met een stuk eraan."
Midi spreekt hem gewoon niet aan:
,,'t Maakt veel vrouwen ouder dan no
dig is, somberder en niet van deze tijd.
Midi is niet iets nieuws, wat maxi vol
gens mij wel weer is. Dat zal dan ook
druk gedragen worden" voorspelt hij.
Vooral maxi-jassen op pantalons. En
juist die lekker zittende pantalon moet
het onhandige van zo'n jas tot op de
enkels goed maken.
De maxi krijgt van alle modeontwer
pers en modehuizen een grote kans.
Vooral voor koudere dagen. In sommige
boetieks wordt nu al vrijwel uitsluitend
om maxi gevraagd.
Sophie van Kleef verkoopt bijna
niets anders. Henk Wichers krijgt nau
welijks opdrachten voor een andere
lengte dan die beneden de knie.
Wie om zich heen kijkt, ziet nog veel
blote bruine damesbenen. Maar 's a-
vonds op trrasjes en boulevards is het
al minder. Een tuinfeest nodigt beslist
uit voor iets extravagants en dat is nu
een luchtig fladderende lange jurk.
En wat het deze winter wordt, is af
wachten: het laatste woord is aan de
vrouw.
De eerste dagen van zijn vorige week in de dierentuin van Hannover
begonnen leven was Fridolin op deze foto enkele uren oud het
kleinste nijlpaard je van de wereld. Bij zijn geboorte woog hij slechts vijf
kilo en was hij maar 30 centimeter lang. A'u moet hier wel bij vermeld
worden, dat Fridolin tot de familie van de dwergnijlpaarden behoordt,
al zijn die dan ook weer niet zó klein. Een volwassen dwergnijlpaard wordt
ongeveer 1.85 meter lang en 80 centimeter hoog, terwijl ze 275 kg wegen.
Dwergnijlpaarden zijn schuw en onberekenbaar, en vooral de moeder-
deieren zijn erg agressief. Het duurde dan ook even, voor de oppasser in
de buurt mocht komen om de kleine Fridolin te bewonderen. In de vrije
natuur leven dwergnijlpaarden in tegenstelling tot hun grote neven meest
al op het land. Hun woongebied is het dichte struikgewas van de groti
bossen in Midden-Afrika, maar er is weinig kans, dat Fridolin daar ooit
komt.
Dit blijkt uit gegevens die de algeme
ne vereniging fabrikanten, importeurs,
alleenvertegenwoordigers en agenten in
de parfumerie-, de kosmetische- en toi
letartikelenbranche heeft vergaard in
verband met de internationale drogis
ten- en parfumeriebeurs, die van 31
augustus tot en met 4 september in de
Utrechtse Julianahal wordt gehouden.
De omzetstijging (25 miljoen meer
vergeleken met 1968) was minder groot
dan daarvoor. In 1967 bedroeg de omzet
425 miljoen gulden, in 1968 475 miljoen
gulden. De geringe omzetstijging in 1969
wordt toegeschreven aan de BTW en
prijsverhogingen. Haarlakken, badpre-
paraten (schuimbaden), shampoo's en
deodorants zijn in deze branche de pro-
dukten met de grootste omzet. Het ge
bruik van toiletzepen neemt af.
Het gebruik van herencosmetica
neemt in ons land toe, maar volgens de
producenten is de stijging nog zeker
niet spectaculair te noemen. After-sha-
ve, haarcrèmes, deodorants en pre-sha-
ve lotions zijn bij de heren het meest
ingevoerd. Ook staat vast dat het ge
bruik van haarlakken door langharige
jongeren een stijging vertoont, hoewel
exacte cijfers niet bekend zijn. Dat tie
ners over het algemeen meer prijzige
artikelen zouden kopen zoals wel eens
wordt beweerd, kan niet worden aange
toond. Wel staat vast dat de tieners
meer kopen, gewoonweg omdat zij met
de mode meegaan.