er
meer
In VS weinig begrip voor
huwelijk met iemand
van
ander
ras
Een vrouw
als een
kameleon
Drieëndertig jonge Deense gezinnen zetten
samen bij Kopenhagen
reuzen-commune op
Spijkerbroeken
onderzocht
Verkilling
Gemengde buurt
Hun eigen zaak
Zwijgend taboe
Minder duur
Bespreken
Andere mening
NEW YORK Als zij eenmaal de eerste schok hebben door
staan is de vraag, die de meeste blanke ouders stellen als hun
dochter heeft aangekondigd, dat zij gaat trouwen met een zwarte
man „Maar de kinderen dan
Het is natuurlijk een aarzelende vraag, doortrokken van scepti
cisme, versluierd in vrees. Zij weerspiegelt zowel het angstige
zelfonderzoek van „Waar hebben we de fout gemaakt als de
bezorgdheid „Wat zullen de buren ervan zeggen
De wereld is al ingewikkeld genoeg, redeneren de ouders. Het hu
welijk brengt al genoeg moeilijkheden mee. Waarom nog een
hinderpaal méér riskeren
„Omdat onze overeenkomsten zwaarder wogen dan onze ver
schillen". zei dr. Robert Murray, een zwarte geneticus te Wash
ington.
„Omdat we wisten, dat we van elkaar hielden en onze grootste
problemen die zouden zijn, die anderen voor ons zouden maken",
zei Kenneth Jackson, een zwarte politieman te Detroit.
„Is dan. idealistisch bekeken, dit niet wat de wereld behoorde te
zijn vroeg Jacqueline Parrish, een blanke huisvrouw te Boston.
ALS BLANK
TROUWT MET ZWART...
Vijftien echtparen in vier Ameri
kaanse steden gaven onlangs in pers-
gesprekken met The Associated Press
te kennen, dat zij in het grootste ge
deelte van het land weinig begrip
vinden voor een huwelijk met iemand
van een ander ras, vooral wat zij „de
blanke middenstand" noemen.
Bijna al deze echtparen hebben de
ergernis en teleurstelling ondervon
den geweigerd te worden in restau
rants, de bittere machteloosheid als
een persoonlijke cheque niet werd
geaccepteerd of wat misschien het
meest ontmoedigend was dat de
banke buurvrouw haar kinderen niet
wilde laten spelen met „die halve
kleurlingen".
Sommige van de ondervraagde
echtparen vertellen hun werkgevers
of collega's niets over de samenstel
ling van hun gezin uit vrees geen pro
motie te zullen maken of ontslagen te
zullen worden of zoals een vrouw
zei „gewoon, omdat er sommige
dingen zijn die je niet vertelt om het
leven gemakkelijker te maken". -<
Toch klampen die echtparen zich
vast aan hoop voor de wereld van hun
kinderen, die zij zich voorstellen als
een wereild vrij van haat, teleurstel
ling, jaloersheid, vooroordeel, ver
onachtzaming en hopeloosheid. Zij
zijn optimistisch e n geloven niet dat
de bezwaren onoverkomelijk zijn.
Naast de verplichting de echtgenoot
lief te hebben, te eren, te verzorgen
en te gehoorzamen aanvaarden zij de
waarschijnlijke moeilijkheden van het
vinden van een woning, beperkingen
bij het reizen, onvoldoende bediening
in restaurants, geweigerde cheque,
spanningen in de familie en soms het
tanen van vriendschappen.
Vele van deze jonge echtparen, of
schoon optimistisch over hun eigen
huwelijk, verklaarden een toenemen
de verkilling tussen de rassen te voe
len, een afstotende kracht, die tot
meer gewelddadigheid en misschien
zelfs separatisme zou kunnen leiden.
De meesten zeiden, dat zij in buur
ten met gemengde bevolking wonen,
maar dat zij „zwart denken". Dit, zo
zeiden zij, betekent dat zij de kleur-
grenzen hebben overschreden. Dat
„blank denken" wil zeggen, bevoor
oordeeld denken.
Een zwarte man, die binnenkort
voor het eerst vader zal worden, zei
dat hij uitsluitend zonen wil hebben
„omdat die gemakkelijker te wapenen
zijn". Sommige van de blanke vrou
wen die getrouwd zijn met jeugdige
zwarte militante typen verklaarden
bij elke botsing tussen de rassen te
vrezen voor de levens van haar echt
genoten en sommigen geven toe, dat
zij evenzeer voor eigen leven vrezen.
Niet evenwel voor dat van haar
kinderen. Zij schijnen van gevoelen te
zijn, dat de jeugd dit land zal leiden
tot begrip en zo tot vrede tussen de
rassen. Zij zedden, dat gemengd ge
huwde ouders nog de tod betalen,
maar dat hun kinderen eens in een
vrije maatschappij zullen leven.
Bob en Peachy Murray uit Wash
ington zijn 13 jaar getrouw en heb
ben drie aantrekkelijke kinderen. De
12-jarige Coiin bezoekt een der lagere
klassen van de middelbare school en
speelt piano, de tienjarige Bobby
speelt fluit, zwemt bijna elke avond
en hoopt deel te nemen aan de Olym
pische Spelen voor de jeugd, de acht
jarige Suzanne zit in de derde klas en
speelt klarinet.
Het vorig jaar hebben de Murrays
een baby, een meisje geadopteerd, dat
naar hun is verzekerd van „gemengd
ras" is een wrange term om het kleine
meisje te beschrijven, at een bijna
even blanke huid heeft als haar blan
ke moeder en wier broertjes en zusjes
pochen: „Zij is geïntegreerd, net zoals
wij".
„Ik geloof echt niet, dat de kinde
ren veel problemen zullen hebben,
waar wij niet tegenop kunnen", zei dr.
Mussay. assistent-professor aan de
Howard-universiteit te Washington.
„Zij kiezen met welk ras zij zich
willen vereenzelvigen", vervolgde hij.
„De ene week zullen de jongens een
blank, de volgende een zwart vrien
dinnetje hebben".
Peachy Murry, één van de tien kin
deren van een methodistisch geestelij
ke, vertelde, dat haar ouders haar hu
welijk niet goedkeurden en hebben
geweigerd de huwelijksvoltrekking bij
te wonen.
„Ze zijn een beetje bijgetrokken en
ze zijn gek op de kinderen", vervolgde
mevr. Murray, „maar ze kunnen niet
begrijpen hoe dit Gods wil kan zijn.
De kinderen weten dit, maar zij kun
nen niet begrijpen waarom mijn ou
ders, als ze van hen houden, pappie
niet konden aanvaarden".
De Murrays wonen in een gemengde
buurt in het noordwestelijke gedeelte
van Washington en verklaarden, dat
zowel hun blanke als hun zwarte
vrienden hun huwelijk aanvaarden.
„Wij verkeren natuurlijk in een
academische kring", zei dr. Murray.
„Zelfs als zij ons huwelijk afkeuren
vindenze zichzelf te wereldwijs om
dit te zeggen".
De Murrays zeggen, dat zij zeker
niet iedereen een gemengd huwelijk
aanraden en geven toe, dat paren die
trouwen om de maatschappij of hun
ouders uit te dagen of die een geheim
verlangen koesteren om maatschappe
lijke werkers te zijn, moeilijkheden
zullen krijgen.
Zij menen ook, dat het, zoals in elk
huwelijk, helpt als de ontwikkeling en
afkomst met elkaar overeenstemmen,
maar wijzen erop, dat huwelijken van
blanken waar dat het geval is, ook
niet altijd successen zijn. „Maar als
een gemengd huwelijk mislukt wijten
de mensen dat altijd aan het verschil
van ras", verklaarde dr. Murray met
een lichtelijk geamuseerde glimlach.
Leonard en Suzanne („Za") Tilman
wonen om de hoek van de straat van
de Murrays. Zij zijn vijf jaar geleden
getrouwd, toen zij bijna 25 en haar
man 32 jaar oud was. Zij hebben twee
jongens: Mark is twee jaar en Alec
drie maanden.
Anders dan de Murrays. die hun
kinderen een zwarte identiteit willen
geven, willen de Tilmans, dat hun
kinderen zich vrij voelen van een
kleurstigma.
„Je weet niet voor wat soort wereld
je je zoons opvoedt", zegt Tilman, do
cent in de pathologie aan de Ho
ward-universiteit. „Toen lk 17 of 18
was, was ik doodsbenauwd als neger
te worden gedoodverfd. Welk ras
mijn zoons kiezen is hun eigen zaak".
Een ander echtpaar te Washington,
David en Alice Littlefield, verklaart
de druk te voelen van wat het „een
zwijgend taboe" tegen een gemengd
huwelijk zowel in zwarte als balnke
gemeenschappen noemt.
Alice Littelefield, een rijzige, zwar
te vrouw, „schijnt het meest op haar
gemak als zij met een van haar kin
deren speelt", zeiden enkele van haar
jeugdige zwarte vrienden, die overi
gens een huwelijk tussen personen
van verschillend ras afkeuren.
„Het is schokkend voor blanken, te
ervaren, dat ook zwarte mensen be
vooroordeeld zijn", zei mevrouw Little-
lefield. „De gevoelens van trots op
hun ras onder de jongere zwarten zijn
er de oorzaak van".
Haar man David, bibliothecaris in de
congresbibliotheek, vertelde dat hij
afkomstig is uit een oude puriteinse
familie in de staat Nieuw Engeland
en dat de reactie van zijn ouders op
him huwelijk zes jaar geleden „bijna
ontzetting" was.
De stemming van het publiek, sta
rende blikken, plagerijen, moeilijkhe
den bij het huren van huis en span
ningen in de familie, verschillen wei
nig van stad tot stad. Er bestaat wei
nig twijfel aan, dat het leven in de
grote steden voor gemengde echtparen
veel gemakkelijker is dan in voorste
den, kleine steden of dorpen.
Ken en Loli Jackson wonen drie
jaar in Detroit. Jackson, een zacht-
sprekende zwarte man, is politie
agent. Zijn blanke vrouw, die hij tij
dens zijn militaire dienst in Spanje
heeft leren kennen, spreekt weinig
Engels. Zij vertelt dat haat geen taal-
moelijkheden kent, dat zij de min
achting van het publiek kan voelen.
„De mensen zijn altijd nieuwgierig
naar het uiterlijk van de kinderen van
gemengde echtparen", vertelde Jack
son. „Ik geloof dat zij teleurgesteld
zijn als ze zien dat die niet gevlekt
zijn".
De meeste van de ondervraagde
echtparen waren het erover eens, dat
ouders schuldig zijn aan de vooroor
delen van him kinderen. Velen zeiden,
dat hun kinderen zich ten doel moeten
stellen, dit land via begrip tussen de
rassen tot vrede te leiden.
Een van de ondervraagde gemengde
echtparen verzocht niet met name te
worden genoemd omdat het toch al
te veel moeilijkheden heeft met werk
gevers en collega's. Hij is een blanke
met een Noordeuropees voorkomen en
blond haar. „Je zou nooit denken, dat
ik het type ben om met een zwarte
vrouw te trouwen, of wel?", vraagt
hij.
„Wij zijn echte, onvervalste mid
denstandsmensen, die een onvervalst
middenstandersleven leiden. Ik bedoel
dat wij in „recht en orde" geloven. Ik
wil alleen maar een behoorlijk tehuis
voor mijn kinderen".
„Wij zijn echt niet. van die Liberalen
die er met bloedend hart op uit zijn
de wereld te redden", zei zijn echtge
note, een gearticuleerd sprekende
zwarte vrouw. „Ik wi'lde, dat de men
sen ons niet als een curiositeit be
schouwden".
Op een avond zag de baas van haar
man hen samen eten in een restau
rant. De volgende dag riep hij de man
bij zich en zei: „Als ik je nog eens
met die zwarte zie, zal ik je vrouw
opbellen".
Het incident was van geringe bete
kenis, maar het weerspiegelt wat vele
gemengde echtparen zien als een diep
geworteld gevoel van onbehagen
waarmee het hele volk doortrokken is
en waardoor het wordt besmet met
valse trots en vooroordeel.
Met de maataanduidingen van spij
kerbroeken is het droevig gesteld, con
stateert de Consumentenbond. En ook
over de krimp van dit kledingstuk-bij-
uitstek voor de spelende jeugd is men
weinig te spreken. Er zijn broeken, zo
wees het onderzoek uit, die, gekocht
voor een 12-jarige,na enkele wasbeur
ten een 8-jarige passen. Tenslotte was
er ook kritiek op de vele pap, die in de
stof was verwerkt. Soms zelfs meer
dan 20 pet. Terwijl de stof toch van
nature al stijf is.
Meisjes jagen
in Moskou
MOSKOU De Gorki-straat is in de
zomer vervuld van vreemde lokroepen:
„Heb ik je niet eens eerder gezien, lek
kere pannekoek?", Wat een fijn velle
tje heb jij, mijn duifje". Dat is „kadrit-
sa", flirten op zijn Russisch, en hoe or-
gineler uw complimenten, hoe meer
kans op succes.
De jacht begint in ernst met de eerste
zachte briesjes van mei. De Natasja, die
in de winter vormloze gebreide kousen
droeg en een wijde jas, ziet er in nylons
en een dun bloesje plotseling veel inter
essanter uit.
Met geplakte haren en in hun beste
kleren zwerven jonge lanterflanters
door de straten van de stad en parken
op zoek naar meisjes. De naam van het
spel is „volhouden" en menige speler
speelt het in ernst.
Een vrouw is namelijk een middel om
te ontkomen aan de 6 procent vrijgezel
lenbelasting, die op alle jongemannen
in de Sovjet-Unie drukt.
Als je ze hoort praten zijn de Russen
de grootste minnaars van de werelö. Dit
is betwistbaar, maar de verhouding van
13 meisjes op elke elf jongens (volgens
de volkstelling van 1970) is gunstig
voor hen. „Het kost gewoonlijk twee
avonden om succes te boeken, maar een
echt goede speler heeft aan één avond
voldoende", aldus onze zegsman. „De
meisjes houden van lange mannen en je
moet goed gekleed zijn. Als je iets bezit
dat uit het Westen is geïmporteerd, ben
je de andere knullen ver voor".
De Russen houden van kinderen en
de regering doet alles wat zij kan om
de groei van de bevolking te bevorde
ren. Het Kremlin heeft zich jaren lang
zorgen gemaakt over het teruglopen
van het geboortecijfer in Europees
Rusland, voor het grootste deel veroor
zaakt door de kosteloze abortusopera
ties en het werken van de moeders.
Om hieraan paal en perk te stellen
heft de regering een vrijgezellenbelas
ting. Iedere jongeman, die in eigen le
vensonderhoud voorziet, moet een be
lasting van 6 procent van zijn loon be
talen tót hij een kind verwekt wettig
of onwettig. Kinderloze echtparen moe-
ROME Tita Rossi ontwierp dit reis-
ensemble in zwart en wit tweed jer
sey, dat gedragen wordt met een gro
te witte hoed.
ten deze belasting ook betalen, tenzij ze
een doktersverklaring kunnen overleg
gen, waaruit blijkt, dat zij geen kinde
ren kunnen krijgen en waarom niet.
Jonge mannen worden natuurlijk niet
aangemoedigd om maar ongebreideld
onwettige kinderen te verwekken. Te
genover het vervallen van de vrijgezel
lenbelasting als een man vader wordt
staat, dat hij voor het levensonderhoud
van het kind moet betalen als de rech
ter uitmaakt, dat hij de vader is. Het
bedrag hiervoor beloopt 25 procent van
zijn inkomsten voor één kind, 33 pro
cent voor twee en 50 procent voor drie
of meer.
KAAPSTAD „Mijn echtgenoot
houdt er van iedere dag te denken dot
hij met een andere vrouw is getrouwd",
zegt Rachel Chébotier. Daarom is Ra
chel (24) begonnen een collectie pruiken
aan te leggen. Zij heeft er nu - twee
jaar nadat zij met David Chabotier is
getrouwd - twintig.
„Ik zie er blond het beste uit, daarom
heb ik er daar 12 van. Maar ik vind
mezelf ook mooi met kastanjebruin,
zwart, bruin en hiahonie kleurig haar."
Maar Rachel doet nog meer om in d®
gratie van haar man te blijven. Oor
spronkelijk sprak zij alleen Vlaams en
haar echtgenoot Frans. „Nu kan ik hem
verschillende talen bieden. Ik spreek
Nederlands, Vlaams, Frans, Engels.
I,
7
Als het niet zo nuchter gedrukt had gestaan zou ik het
niet geloofd hebben. Want wat er in dat korte artikel uit
populair gezinsblad werd beweerd leek mij ronduit verbijsterend. Dat
onze samenleving er niet barmhartiger op wordt kan iedereen die de
ogen open heeft dagelijks constateren. Maar dat er nu alweer een studie
op stapel staat over geïsoleerde groep nummer zoveel deed toch
wel benauwend aan. Temeer daar het hier niet ging over buitenbenen
als straatslapers of druggebruikers maar over zulke respectabele
en onopvallende vrouwen als de weduwen. Die schijnen, naar de
onderzoekingen hebben uitgewezen, weinig of geen steun en zelfs
sympathie te ondervinden van de samenleving in het algemeen.
Dat wil er bij eerste lezing maar niet zo grif bij -ons in. De weduwe
dat is toch sinds eeuwen een gerespecteerde, diep beklaagde figuur
geweest die met consideratie werd bejegend. Vooral in de vorige eeuw
was het eenzame bleke vrouwtje in ht zwart, dat tot diep in de nacht
achter haar naaimachine zat om de schamele kost voor haar bloedjes
van kinderen te verdienen, weinig minder dan een romantische
heldin. En behalve bezongen werd zij, al was het met mondjesmaat, toch
wel voortgeholpen bij haar dapper pogen het moede hoofd boven water
te houden. Zij viel in de termen voor gratis kleren, voor maaltijden of
brandstof van deze of gene liefdadige instelling.
Het oude Jodendom had al een speciale en unieke aandacht voor de
weduwe en haar wezen gehad, en haar een wettelijke bescherming
gegarandeerd. En aangezien het oude Boek vol verhalen over deze
weerloze vrouwen elke zondag op de kansel lag opengeslagen, en tot
richtsnoer van alle handel en wandel diende, namen de gouden-eeuwers
en hun nazaten eits van deze mntaliteit over.
Wat neerbuigend en zelfs krenkend misschien zoals alle
maatschappelijke zorg in die dagen maar de weduwe behoefde
hier tenminste haar brood niet langs de deuren te bedelen. En diezelfde
sociale zorg heeft in onze tijd haar eindpunt gevonden in een
pensioenstelsel dat elke weduwe althans van financiële
zorgen vrijwaart.
Dan is het toch, zou men zo oppervlakkig zeggen, wel wat overdreven
de weduwen in het hoekje van de vergeten groepen bij te zetten. Wat dat
betreft hebben de weduwnaars, die nooit op geldelijke tegemoetkoming
behoeven te rekenen, ondanks hun sterk gestegen kosten, eerder
recht op die aanduiding.
Nu zal een mens, ook de weduwe, bij brood alleen niet leven; de
behoefte aan vriendschap, warmte, sociaal contact is minstens even
groot.
En op dat punt hebben de weduwnaars niet te klagen. Het klinkt
ongeloofwaardig, maar het is een bewezen feit dat zij, evenals de
vrijgezellen, op een behoorlijke belangstelling van de buitenwacht
kunnen rekenen. Zij blijven interessant vanwege de kansen die zij bieden
als huwelijkskandidaatZij hebben, om zo te zeggen, hun eigen vrije
persoon voor het aanbieden. En dus houden de invitaties aan om
eens binnen te lopen, een avondje te komen passeren, een opengevallen
plaats aan een intiem etentje te bezetten. Het zijn alleenstaande
mannen, nietwaar, en die hebben toch recht op wat huiselijke
gezelligheid zij missen al zoveel.
Maar de weduxven zij moet maar zien dat zij in haar eigen huis
vertier vindt. Haar beurt als huwelijkspartner en sociaal wezen is voorbij.
Wordt zij de eerste maanden na haar mans dood nog wel eens bij
vrienden en kennissen uitgenodigd, dan is dat uit medelijden, om haar
,,over het ergste heen te helpen". Maar de arme ziel zit er duidelijk
overscharig bij.
Zij is immers maar een half mens, een vrouw zonder man, en bovendien
getekend als iemand die een verlies heeft geleden, die een verdriet
met zich meedraagt. Dat is op de duur geen plezierig element in een
opgewekt gezelschap. Het is zielig voor haar, goed, maar een mens kan
niet eeuwig aan het beklagen blijven.
Zo heeft de discriminatie ten opzichte van de weduwe zich verschoven. Zij
is niet langer een armlastige die bij gebrek aan een kostwinner door
de gemeenschap onderhouden moet worden. Zij telt nu niet meer
mee als volwaardig mens in het gezelschapsleven.
Er is geen plaats voor haar in de kring: zij behoort niet meer tot
de getrouwden en past niet meer tussen de ongetrouwden. En mocht
zij na verloop van tijd, ook terwille van haar kinderen, weer de
vitaliteit opbrengen zich fleurig te kleden en opgewekt proberen
,,bij te blijven" dan kan dat voor jaloerse benepen zielen niets anders
betekenen dan een poging opnieuw een man te strikken
Geen wonder dat menige weduwe zich overtollig begint te gevoelen,
en zich terugtrekt in haar kleine kring van gezin en naaste familie En
dat terwijl zij meer dan iemand anders behoefte heeft aan een
verzetje, een avondje uit.
Als zij niet de moed op kan brengen alleen naar concertzaal of
schouwburg of zefs naar de bioscoop te gaan en hoeveel vrouwen
kunnen dat zal zij moeten wachten tot haar eventuele oudste zoon
groot genoeg is om haar te escorteren. En tegen die tijd zal hij wel
jeugdiger gezelschap prefereren.
Zodra deze studie over de weduwe in onze samenleving in druk
verschijnt lijkt het zaak er diepgaand kennis van te nemen. Al was het
maar om opnieuw met bitterheid te constateren dat de vrouw nog altijd
niet om haar persoon, maar om haar burgerlijke staat meetelt.
WONEN „IN
KOPENHAGEN Men zegt, dat
t>vee meer weten dan één, maar we
ten 66 meer dan twee? Daar zullen
ze binnenkort in Denemarken wel
achter komen met het experiment
van de „inegafamilie" (het Griekse
woord „megas" betekent „groot", en
een „inegafamilie" is een kunstmatig
vergrote familie.
Twee jaar geleden besloten *n paar
families hun huizen te bouwen op
hetzelfde stukje grond. Thans hebben
33 families zich verenigd om vlak
buiten Kopenhagen een kommure op
te zetten, waarin elk gezin zijn eigen
huis zal hebben, maar de tuinen, bui
tenshuis gelegen keuken en werk
plaatsen, een zwembad, speelterrei
nen, een kinderbewaarplaats en zelfs
een kleine dierentuin door allen zul
len worden gedeeld.
Op korte afstand, in een andere
voorstad, hopen 30 of 40 families een
nog grotere stap in het onbekende te
doen. Zij willen een „megahuis" laten
bouwen, groot genoeg voor op zijn
minst 100 mensen. De meeste van deze
gezinnen hebben kennis met elkaar
gemaakt toen hun kinderen dezelfde
particuliere school bezochten. Ze z(jn
het nu allemaal eens geworden over
de opzet van het huls een wonder
van samenwerking en allen zullen
gelijkelijk tot de kosten van de bouw
bijdragen.
Waarom willen 100 mensen bij el
kaar gaan hokken? „Ik heb 15 jaar in
mijn buurt gewoond en ik ken mijn
buren nog altijd nauwelijks. We zijn
van elkaar gescheiden door straten en
omheiningen en tuinen. Het is heel
moeilijk, met andere mensen in con
tact te komen, om een hartelijk gevoel
voor hen te krijgen... een zekere inti
miteit", ziei de 36-jarige Else-Marie.
Zij en haar man hebben drie kinderen
in de tienerleeftijd.
Peter, een architect, vervolgt: „Wij
zouden allemaal graag een zwembad
hebben, een sauna en andere belang
rijke dingen. Met eigen middelen kun
nen slechts weinigen van ons zich die
veroorloven, maar gezamenlijk kun
nen we ze allemaal hebben. Wij zien
er verlangend naar uit, vele dingen te
delen... boeken, grammofoonplaten,
misschien huisdieren".
„Wij hebben er genoeg van in onze
kleine wereld geïsoleerd te zijn"
klaagt een ander.
De ouders zijn tussen de 26 en 40
jaar oud, behoren tot de middenstand
en hebben vaste betrekkingen en
verscheidene kinderen. De gebouwen
zelf zyn zo ontworpen, dat maxi
male communicatie mogelijk maken
en beslotenheid waar die noodzakelijk
is.
„Megafamilie" no. 1, die besloot ei
gen huizen te bouwen, gegroepeerd
rondom gemeenschappelijke gerief
lijkheden, zal de meeste beslotenheid
kunnen genieten.
Hun huizen zijn ultra-modern
Deens, verschillende lagen, waarin de
kinderen beneden en de ouders boven
van elkaar zijn gescheiden door een
tussenlaag van gezinskamers.
Aan het ene eind van de commune
bevinden zich het zwembad, de bui
tenshuis gelegen keukens en werk
plaatsen, de speelkamers en een zon
neterras. In het midden ligt een club
huis voor tieners compleet met alles
wat erbij hoort van een discotheek tot
een broeikas. Aan het open einde be
vinden zich de kinderbewaarplaats, de
speelweide en eventueel de dierentuin.
Krachtens gemeenschappelijke
overeenkomst zullen auto's worden
geparkeerd aan de zoom van de com
mune.
Bij een bedrag van 150.000 per
huis met inbegrip van grond, bouw
kosten en alle gemeenschappelijke ge
rieven kan men niet zeggen, dat de
behuizing goedkoop is, maar de kosten
zijn ook niet exorbitant voor een
huls in de nabijheid van Kopenhagen.
Het „megahuis" is minder duur en
radicaler van opzet. Het is twee en
een halve verdieping hoog, zo lang als
een voetbalveld en beslaat 4/5 hectare
grond.
Jan Gudman-Hoyer, de architect
van beide projecten noemt het inte--
rieur „zo iets als een klooster". De af
zonderlijke slaapkamers voor ouders
en kinderen zijn smal en nogal klein.
Iedere bewoner heeft zijn eigen „mi
ni-keuken", maar de afmetingen van
deze vertrekken zullen de gezinnen
aanmoedigen, gezamenlijk gebruik te
maken van de grotere gemeenschap
pelijke vertrekken.
Kamers voor een gezin van vier
personen kosten in dit huis ruim
50.000.
Aanvankelijk wilden velen iets
meer betalen voor grotere kamers, die
zij niet met andere gezinnen in het
huis zouden hoeven te delen, maar bij
de bespreking van de ontwerpen op de
geregelde maandelijkse bijeenkomsten
besloten verscheidene van deze „pri-
vatisten" de sprong te wagen en zich
aan te sluiten bij de „collectivisten".
De weinige kleine Deense commu
nes hebben wat moeite gehad niet al
leen met d'c opinies van de buren
maar ook met het voortdurend met el
kaar leven. Psychologen en architec
ten zijn het erover eens, dat één der
oorzaken hiervan is gelegen in het
huis zelf. Een huis voor een „megafa
milie" is zelden aangepast aan de be
hoeften van een aantal niet met el
kaar verwante mensen.
Maar zij, die een methode hebben
gevonden voor collectief wonen zijn
vol geestdrift om het aan anderen uit
te leggen. In de woonwijk Lingby wo
nen negen jonge Skandinaviërs
studenten, leraren, fotografen al
sinds augustus 1968 collectief.
„De problemen, waarmee wij naar
de mening van andere mensen te
kampen bestaan niet", zegt Hanne.
„We staan b.v. 's morgens allemaal
op verschillende tijden op en behoe
ven dus niet in een rij voor de badka
mer te wachten. We kijken ook niet
erg vaak naar de t.v., en wat dat be
treft bestaat dus ook geen aanleiding
tot onenigheid".
Op de vraag hoe problemen worden
opgelost antwoordde Peter: „We be
spreken ze. We bespreken alles", maar
de psycholoog Per Rind'on, die zich
heeft gespecialiseerd op het leven in
groepen, vindt, dat ze te veel bespre
ken.
„Ze beschouwen praktische proble
men als het voornaamste en besteden
al hun tijd aan het bepraten van din
gen zoals wie het huis moet schoon
houden en wie de levensmiddelen zal
inkopen. Als ze eindelijk een systeem
hebben uitgedokterd en alles is gere
geld, ontstaat er een zekere malaise.
„Ze denken misschien, dat hun
nieuwe ideaal al hun problemen zal
oplossen, een eind zal maken aan hun
eenzaamheid of afzondering en als
dat dan niet het geval blijkt te zijn,
willen ze de schuld niet geven aan het
systeem, maar aan hun huisgenoten".
De „megafamilies" zijn het hier
niet mee eens. „We verwachten heus
niet te veel. Het enige dat wij willen
vinden is een gemakkelijker manier
voor volwassenen om contact met el
kaar te houden en voor kinderen om
met elkaar om te gaan".
Ofschoon de „megafamilies" den
ken, dat het systeem voor hen aan het
doel zal beantwoorden, is de gemid
delde Deen geneigd er anders over te
denken.
„Ik woon met een vrouw en onze
kinderen in één huis, ik heb een tuin,
een paar vrienden en wij zijn geluk
kig. Je weet nooit waarop die „saam
horigheids-experimenten" zullen uit
draaien. Nee, ik geloof, dat ons oude
systeem het beste is". Jorden Bang,
een zeer bekend publicist, vertegen
woordigt met zijn afkeuring een groot
deel van Kopenhagen.
Een lid van een collectiviteit zegt
«venwel ter verdediging van het sys
teem: „Er zijn het vorige jaar heel
wat wilde verhalen gepubliceerd,
maar ondanks ons liberale imago lil
het buitenland is het grootste gedeelte
van ons volk nogal conservatief".
Een ander lid, Annette genaamd
hoopt zelfs, dat ook ouderen zich bij
de groep zullen aansluiten. „Het vori
ge jaar zijn hier in Kopenhagen zelfs
twee bejaarde mensen alleen in hun
woningen gestorven. Toen ze eindelijk
werden gevonden, waren nog slechts
hun beenderen over. Zo iets zou in
ons huiö niet kunnen gebeuren", *«4
hij.