er meer In VS weinig begrip voor huwelijk met iemand van ander ras Een vrouw als een kameleon Drieëndertig jonge Deense gezinnen zetten samen bij Kopenhagen reuzen-commune op Spijkerbroeken onderzocht Verkilling Gemengde buurt Hun eigen zaak Zwijgend taboe Minder duur Bespreken Andere mening NEW YORK Als zij eenmaal de eerste schok hebben door staan is de vraag, die de meeste blanke ouders stellen als hun dochter heeft aangekondigd, dat zij gaat trouwen met een zwarte man „Maar de kinderen dan Het is natuurlijk een aarzelende vraag, doortrokken van scepti cisme, versluierd in vrees. Zij weerspiegelt zowel het angstige zelfonderzoek van „Waar hebben we de fout gemaakt als de bezorgdheid „Wat zullen de buren ervan zeggen De wereld is al ingewikkeld genoeg, redeneren de ouders. Het hu welijk brengt al genoeg moeilijkheden mee. Waarom nog een hinderpaal méér riskeren „Omdat onze overeenkomsten zwaarder wogen dan onze ver schillen". zei dr. Robert Murray, een zwarte geneticus te Wash ington. „Omdat we wisten, dat we van elkaar hielden en onze grootste problemen die zouden zijn, die anderen voor ons zouden maken", zei Kenneth Jackson, een zwarte politieman te Detroit. „Is dan. idealistisch bekeken, dit niet wat de wereld behoorde te zijn vroeg Jacqueline Parrish, een blanke huisvrouw te Boston. ALS BLANK TROUWT MET ZWART... Vijftien echtparen in vier Ameri kaanse steden gaven onlangs in pers- gesprekken met The Associated Press te kennen, dat zij in het grootste ge deelte van het land weinig begrip vinden voor een huwelijk met iemand van een ander ras, vooral wat zij „de blanke middenstand" noemen. Bijna al deze echtparen hebben de ergernis en teleurstelling ondervon den geweigerd te worden in restau rants, de bittere machteloosheid als een persoonlijke cheque niet werd geaccepteerd of wat misschien het meest ontmoedigend was dat de banke buurvrouw haar kinderen niet wilde laten spelen met „die halve kleurlingen". Sommige van de ondervraagde echtparen vertellen hun werkgevers of collega's niets over de samenstel ling van hun gezin uit vrees geen pro motie te zullen maken of ontslagen te zullen worden of zoals een vrouw zei „gewoon, omdat er sommige dingen zijn die je niet vertelt om het leven gemakkelijker te maken". -< Toch klampen die echtparen zich vast aan hoop voor de wereld van hun kinderen, die zij zich voorstellen als een wereild vrij van haat, teleurstel ling, jaloersheid, vooroordeel, ver onachtzaming en hopeloosheid. Zij zijn optimistisch e n geloven niet dat de bezwaren onoverkomelijk zijn. Naast de verplichting de echtgenoot lief te hebben, te eren, te verzorgen en te gehoorzamen aanvaarden zij de waarschijnlijke moeilijkheden van het vinden van een woning, beperkingen bij het reizen, onvoldoende bediening in restaurants, geweigerde cheque, spanningen in de familie en soms het tanen van vriendschappen. Vele van deze jonge echtparen, of schoon optimistisch over hun eigen huwelijk, verklaarden een toenemen de verkilling tussen de rassen te voe len, een afstotende kracht, die tot meer gewelddadigheid en misschien zelfs separatisme zou kunnen leiden. De meesten zeiden, dat zij in buur ten met gemengde bevolking wonen, maar dat zij „zwart denken". Dit, zo zeiden zij, betekent dat zij de kleur- grenzen hebben overschreden. Dat „blank denken" wil zeggen, bevoor oordeeld denken. Een zwarte man, die binnenkort voor het eerst vader zal worden, zei dat hij uitsluitend zonen wil hebben „omdat die gemakkelijker te wapenen zijn". Sommige van de blanke vrou wen die getrouwd zijn met jeugdige zwarte militante typen verklaarden bij elke botsing tussen de rassen te vrezen voor de levens van haar echt genoten en sommigen geven toe, dat zij evenzeer voor eigen leven vrezen. Niet evenwel voor dat van haar kinderen. Zij schijnen van gevoelen te zijn, dat de jeugd dit land zal leiden tot begrip en zo tot vrede tussen de rassen. Zij zedden, dat gemengd ge huwde ouders nog de tod betalen, maar dat hun kinderen eens in een vrije maatschappij zullen leven. Bob en Peachy Murray uit Wash ington zijn 13 jaar getrouw en heb ben drie aantrekkelijke kinderen. De 12-jarige Coiin bezoekt een der lagere klassen van de middelbare school en speelt piano, de tienjarige Bobby speelt fluit, zwemt bijna elke avond en hoopt deel te nemen aan de Olym pische Spelen voor de jeugd, de acht jarige Suzanne zit in de derde klas en speelt klarinet. Het vorig jaar hebben de Murrays een baby, een meisje geadopteerd, dat naar hun is verzekerd van „gemengd ras" is een wrange term om het kleine meisje te beschrijven, at een bijna even blanke huid heeft als haar blan ke moeder en wier broertjes en zusjes pochen: „Zij is geïntegreerd, net zoals wij". „Ik geloof echt niet, dat de kinde ren veel problemen zullen hebben, waar wij niet tegenop kunnen", zei dr. Mussay. assistent-professor aan de Howard-universiteit te Washington. „Zij kiezen met welk ras zij zich willen vereenzelvigen", vervolgde hij. „De ene week zullen de jongens een blank, de volgende een zwart vrien dinnetje hebben". Peachy Murry, één van de tien kin deren van een methodistisch geestelij ke, vertelde, dat haar ouders haar hu welijk niet goedkeurden en hebben geweigerd de huwelijksvoltrekking bij te wonen. „Ze zijn een beetje bijgetrokken en ze zijn gek op de kinderen", vervolgde mevr. Murray, „maar ze kunnen niet begrijpen hoe dit Gods wil kan zijn. De kinderen weten dit, maar zij kun nen niet begrijpen waarom mijn ou ders, als ze van hen houden, pappie niet konden aanvaarden". De Murrays wonen in een gemengde buurt in het noordwestelijke gedeelte van Washington en verklaarden, dat zowel hun blanke als hun zwarte vrienden hun huwelijk aanvaarden. „Wij verkeren natuurlijk in een academische kring", zei dr. Murray. „Zelfs als zij ons huwelijk afkeuren vindenze zichzelf te wereldwijs om dit te zeggen". De Murrays zeggen, dat zij zeker niet iedereen een gemengd huwelijk aanraden en geven toe, dat paren die trouwen om de maatschappij of hun ouders uit te dagen of die een geheim verlangen koesteren om maatschappe lijke werkers te zijn, moeilijkheden zullen krijgen. Zij menen ook, dat het, zoals in elk huwelijk, helpt als de ontwikkeling en afkomst met elkaar overeenstemmen, maar wijzen erop, dat huwelijken van blanken waar dat het geval is, ook niet altijd successen zijn. „Maar als een gemengd huwelijk mislukt wijten de mensen dat altijd aan het verschil van ras", verklaarde dr. Murray met een lichtelijk geamuseerde glimlach. Leonard en Suzanne („Za") Tilman wonen om de hoek van de straat van de Murrays. Zij zijn vijf jaar geleden getrouwd, toen zij bijna 25 en haar man 32 jaar oud was. Zij hebben twee jongens: Mark is twee jaar en Alec drie maanden. Anders dan de Murrays. die hun kinderen een zwarte identiteit willen geven, willen de Tilmans, dat hun kinderen zich vrij voelen van een kleurstigma. „Je weet niet voor wat soort wereld je je zoons opvoedt", zegt Tilman, do cent in de pathologie aan de Ho ward-universiteit. „Toen lk 17 of 18 was, was ik doodsbenauwd als neger te worden gedoodverfd. Welk ras mijn zoons kiezen is hun eigen zaak". Een ander echtpaar te Washington, David en Alice Littlefield, verklaart de druk te voelen van wat het „een zwijgend taboe" tegen een gemengd huwelijk zowel in zwarte als balnke gemeenschappen noemt. Alice Littelefield, een rijzige, zwar te vrouw, „schijnt het meest op haar gemak als zij met een van haar kin deren speelt", zeiden enkele van haar jeugdige zwarte vrienden, die overi gens een huwelijk tussen personen van verschillend ras afkeuren. „Het is schokkend voor blanken, te ervaren, dat ook zwarte mensen be vooroordeeld zijn", zei mevrouw Little- lefield. „De gevoelens van trots op hun ras onder de jongere zwarten zijn er de oorzaak van". Haar man David, bibliothecaris in de congresbibliotheek, vertelde dat hij afkomstig is uit een oude puriteinse familie in de staat Nieuw Engeland en dat de reactie van zijn ouders op him huwelijk zes jaar geleden „bijna ontzetting" was. De stemming van het publiek, sta rende blikken, plagerijen, moeilijkhe den bij het huren van huis en span ningen in de familie, verschillen wei nig van stad tot stad. Er bestaat wei nig twijfel aan, dat het leven in de grote steden voor gemengde echtparen veel gemakkelijker is dan in voorste den, kleine steden of dorpen. Ken en Loli Jackson wonen drie jaar in Detroit. Jackson, een zacht- sprekende zwarte man, is politie agent. Zijn blanke vrouw, die hij tij dens zijn militaire dienst in Spanje heeft leren kennen, spreekt weinig Engels. Zij vertelt dat haat geen taal- moelijkheden kent, dat zij de min achting van het publiek kan voelen. „De mensen zijn altijd nieuwgierig naar het uiterlijk van de kinderen van gemengde echtparen", vertelde Jack son. „Ik geloof dat zij teleurgesteld zijn als ze zien dat die niet gevlekt zijn". De meeste van de ondervraagde echtparen waren het erover eens, dat ouders schuldig zijn aan de vooroor delen van him kinderen. Velen zeiden, dat hun kinderen zich ten doel moeten stellen, dit land via begrip tussen de rassen tot vrede te leiden. Een van de ondervraagde gemengde echtparen verzocht niet met name te worden genoemd omdat het toch al te veel moeilijkheden heeft met werk gevers en collega's. Hij is een blanke met een Noordeuropees voorkomen en blond haar. „Je zou nooit denken, dat ik het type ben om met een zwarte vrouw te trouwen, of wel?", vraagt hij. „Wij zijn echte, onvervalste mid denstandsmensen, die een onvervalst middenstandersleven leiden. Ik bedoel dat wij in „recht en orde" geloven. Ik wil alleen maar een behoorlijk tehuis voor mijn kinderen". „Wij zijn echt niet. van die Liberalen die er met bloedend hart op uit zijn de wereld te redden", zei zijn echtge note, een gearticuleerd sprekende zwarte vrouw. „Ik wi'lde, dat de men sen ons niet als een curiositeit be schouwden". Op een avond zag de baas van haar man hen samen eten in een restau rant. De volgende dag riep hij de man bij zich en zei: „Als ik je nog eens met die zwarte zie, zal ik je vrouw opbellen". Het incident was van geringe bete kenis, maar het weerspiegelt wat vele gemengde echtparen zien als een diep geworteld gevoel van onbehagen waarmee het hele volk doortrokken is en waardoor het wordt besmet met valse trots en vooroordeel. Met de maataanduidingen van spij kerbroeken is het droevig gesteld, con stateert de Consumentenbond. En ook over de krimp van dit kledingstuk-bij- uitstek voor de spelende jeugd is men weinig te spreken. Er zijn broeken, zo wees het onderzoek uit, die, gekocht voor een 12-jarige,na enkele wasbeur ten een 8-jarige passen. Tenslotte was er ook kritiek op de vele pap, die in de stof was verwerkt. Soms zelfs meer dan 20 pet. Terwijl de stof toch van nature al stijf is. Meisjes jagen in Moskou MOSKOU De Gorki-straat is in de zomer vervuld van vreemde lokroepen: „Heb ik je niet eens eerder gezien, lek kere pannekoek?", Wat een fijn velle tje heb jij, mijn duifje". Dat is „kadrit- sa", flirten op zijn Russisch, en hoe or- gineler uw complimenten, hoe meer kans op succes. De jacht begint in ernst met de eerste zachte briesjes van mei. De Natasja, die in de winter vormloze gebreide kousen droeg en een wijde jas, ziet er in nylons en een dun bloesje plotseling veel inter essanter uit. Met geplakte haren en in hun beste kleren zwerven jonge lanterflanters door de straten van de stad en parken op zoek naar meisjes. De naam van het spel is „volhouden" en menige speler speelt het in ernst. Een vrouw is namelijk een middel om te ontkomen aan de 6 procent vrijgezel lenbelasting, die op alle jongemannen in de Sovjet-Unie drukt. Als je ze hoort praten zijn de Russen de grootste minnaars van de werelö. Dit is betwistbaar, maar de verhouding van 13 meisjes op elke elf jongens (volgens de volkstelling van 1970) is gunstig voor hen. „Het kost gewoonlijk twee avonden om succes te boeken, maar een echt goede speler heeft aan één avond voldoende", aldus onze zegsman. „De meisjes houden van lange mannen en je moet goed gekleed zijn. Als je iets bezit dat uit het Westen is geïmporteerd, ben je de andere knullen ver voor". De Russen houden van kinderen en de regering doet alles wat zij kan om de groei van de bevolking te bevorde ren. Het Kremlin heeft zich jaren lang zorgen gemaakt over het teruglopen van het geboortecijfer in Europees Rusland, voor het grootste deel veroor zaakt door de kosteloze abortusopera ties en het werken van de moeders. Om hieraan paal en perk te stellen heft de regering een vrijgezellenbelas ting. Iedere jongeman, die in eigen le vensonderhoud voorziet, moet een be lasting van 6 procent van zijn loon be talen tót hij een kind verwekt wettig of onwettig. Kinderloze echtparen moe- ROME Tita Rossi ontwierp dit reis- ensemble in zwart en wit tweed jer sey, dat gedragen wordt met een gro te witte hoed. ten deze belasting ook betalen, tenzij ze een doktersverklaring kunnen overleg gen, waaruit blijkt, dat zij geen kinde ren kunnen krijgen en waarom niet. Jonge mannen worden natuurlijk niet aangemoedigd om maar ongebreideld onwettige kinderen te verwekken. Te genover het vervallen van de vrijgezel lenbelasting als een man vader wordt staat, dat hij voor het levensonderhoud van het kind moet betalen als de rech ter uitmaakt, dat hij de vader is. Het bedrag hiervoor beloopt 25 procent van zijn inkomsten voor één kind, 33 pro cent voor twee en 50 procent voor drie of meer. KAAPSTAD „Mijn echtgenoot houdt er van iedere dag te denken dot hij met een andere vrouw is getrouwd", zegt Rachel Chébotier. Daarom is Ra chel (24) begonnen een collectie pruiken aan te leggen. Zij heeft er nu - twee jaar nadat zij met David Chabotier is getrouwd - twintig. „Ik zie er blond het beste uit, daarom heb ik er daar 12 van. Maar ik vind mezelf ook mooi met kastanjebruin, zwart, bruin en hiahonie kleurig haar." Maar Rachel doet nog meer om in d® gratie van haar man te blijven. Oor spronkelijk sprak zij alleen Vlaams en haar echtgenoot Frans. „Nu kan ik hem verschillende talen bieden. Ik spreek Nederlands, Vlaams, Frans, Engels. I, 7 Als het niet zo nuchter gedrukt had gestaan zou ik het niet geloofd hebben. Want wat er in dat korte artikel uit populair gezinsblad werd beweerd leek mij ronduit verbijsterend. Dat onze samenleving er niet barmhartiger op wordt kan iedereen die de ogen open heeft dagelijks constateren. Maar dat er nu alweer een studie op stapel staat over geïsoleerde groep nummer zoveel deed toch wel benauwend aan. Temeer daar het hier niet ging over buitenbenen als straatslapers of druggebruikers maar over zulke respectabele en onopvallende vrouwen als de weduwen. Die schijnen, naar de onderzoekingen hebben uitgewezen, weinig of geen steun en zelfs sympathie te ondervinden van de samenleving in het algemeen. Dat wil er bij eerste lezing maar niet zo grif bij -ons in. De weduwe dat is toch sinds eeuwen een gerespecteerde, diep beklaagde figuur geweest die met consideratie werd bejegend. Vooral in de vorige eeuw was het eenzame bleke vrouwtje in ht zwart, dat tot diep in de nacht achter haar naaimachine zat om de schamele kost voor haar bloedjes van kinderen te verdienen, weinig minder dan een romantische heldin. En behalve bezongen werd zij, al was het met mondjesmaat, toch wel voortgeholpen bij haar dapper pogen het moede hoofd boven water te houden. Zij viel in de termen voor gratis kleren, voor maaltijden of brandstof van deze of gene liefdadige instelling. Het oude Jodendom had al een speciale en unieke aandacht voor de weduwe en haar wezen gehad, en haar een wettelijke bescherming gegarandeerd. En aangezien het oude Boek vol verhalen over deze weerloze vrouwen elke zondag op de kansel lag opengeslagen, en tot richtsnoer van alle handel en wandel diende, namen de gouden-eeuwers en hun nazaten eits van deze mntaliteit over. Wat neerbuigend en zelfs krenkend misschien zoals alle maatschappelijke zorg in die dagen maar de weduwe behoefde hier tenminste haar brood niet langs de deuren te bedelen. En diezelfde sociale zorg heeft in onze tijd haar eindpunt gevonden in een pensioenstelsel dat elke weduwe althans van financiële zorgen vrijwaart. Dan is het toch, zou men zo oppervlakkig zeggen, wel wat overdreven de weduwen in het hoekje van de vergeten groepen bij te zetten. Wat dat betreft hebben de weduwnaars, die nooit op geldelijke tegemoetkoming behoeven te rekenen, ondanks hun sterk gestegen kosten, eerder recht op die aanduiding. Nu zal een mens, ook de weduwe, bij brood alleen niet leven; de behoefte aan vriendschap, warmte, sociaal contact is minstens even groot. En op dat punt hebben de weduwnaars niet te klagen. Het klinkt ongeloofwaardig, maar het is een bewezen feit dat zij, evenals de vrijgezellen, op een behoorlijke belangstelling van de buitenwacht kunnen rekenen. Zij blijven interessant vanwege de kansen die zij bieden als huwelijkskandidaatZij hebben, om zo te zeggen, hun eigen vrije persoon voor het aanbieden. En dus houden de invitaties aan om eens binnen te lopen, een avondje te komen passeren, een opengevallen plaats aan een intiem etentje te bezetten. Het zijn alleenstaande mannen, nietwaar, en die hebben toch recht op wat huiselijke gezelligheid zij missen al zoveel. Maar de weduxven zij moet maar zien dat zij in haar eigen huis vertier vindt. Haar beurt als huwelijkspartner en sociaal wezen is voorbij. Wordt zij de eerste maanden na haar mans dood nog wel eens bij vrienden en kennissen uitgenodigd, dan is dat uit medelijden, om haar ,,over het ergste heen te helpen". Maar de arme ziel zit er duidelijk overscharig bij. Zij is immers maar een half mens, een vrouw zonder man, en bovendien getekend als iemand die een verlies heeft geleden, die een verdriet met zich meedraagt. Dat is op de duur geen plezierig element in een opgewekt gezelschap. Het is zielig voor haar, goed, maar een mens kan niet eeuwig aan het beklagen blijven. Zo heeft de discriminatie ten opzichte van de weduwe zich verschoven. Zij is niet langer een armlastige die bij gebrek aan een kostwinner door de gemeenschap onderhouden moet worden. Zij telt nu niet meer mee als volwaardig mens in het gezelschapsleven. Er is geen plaats voor haar in de kring: zij behoort niet meer tot de getrouwden en past niet meer tussen de ongetrouwden. En mocht zij na verloop van tijd, ook terwille van haar kinderen, weer de vitaliteit opbrengen zich fleurig te kleden en opgewekt proberen ,,bij te blijven" dan kan dat voor jaloerse benepen zielen niets anders betekenen dan een poging opnieuw een man te strikken Geen wonder dat menige weduwe zich overtollig begint te gevoelen, en zich terugtrekt in haar kleine kring van gezin en naaste familie En dat terwijl zij meer dan iemand anders behoefte heeft aan een verzetje, een avondje uit. Als zij niet de moed op kan brengen alleen naar concertzaal of schouwburg of zefs naar de bioscoop te gaan en hoeveel vrouwen kunnen dat zal zij moeten wachten tot haar eventuele oudste zoon groot genoeg is om haar te escorteren. En tegen die tijd zal hij wel jeugdiger gezelschap prefereren. Zodra deze studie over de weduwe in onze samenleving in druk verschijnt lijkt het zaak er diepgaand kennis van te nemen. Al was het maar om opnieuw met bitterheid te constateren dat de vrouw nog altijd niet om haar persoon, maar om haar burgerlijke staat meetelt. WONEN „IN KOPENHAGEN Men zegt, dat t>vee meer weten dan één, maar we ten 66 meer dan twee? Daar zullen ze binnenkort in Denemarken wel achter komen met het experiment van de „inegafamilie" (het Griekse woord „megas" betekent „groot", en een „inegafamilie" is een kunstmatig vergrote familie. Twee jaar geleden besloten *n paar families hun huizen te bouwen op hetzelfde stukje grond. Thans hebben 33 families zich verenigd om vlak buiten Kopenhagen een kommure op te zetten, waarin elk gezin zijn eigen huis zal hebben, maar de tuinen, bui tenshuis gelegen keuken en werk plaatsen, een zwembad, speelterrei nen, een kinderbewaarplaats en zelfs een kleine dierentuin door allen zul len worden gedeeld. Op korte afstand, in een andere voorstad, hopen 30 of 40 families een nog grotere stap in het onbekende te doen. Zij willen een „megahuis" laten bouwen, groot genoeg voor op zijn minst 100 mensen. De meeste van deze gezinnen hebben kennis met elkaar gemaakt toen hun kinderen dezelfde particuliere school bezochten. Ze z(jn het nu allemaal eens geworden over de opzet van het huls een wonder van samenwerking en allen zullen gelijkelijk tot de kosten van de bouw bijdragen. Waarom willen 100 mensen bij el kaar gaan hokken? „Ik heb 15 jaar in mijn buurt gewoond en ik ken mijn buren nog altijd nauwelijks. We zijn van elkaar gescheiden door straten en omheiningen en tuinen. Het is heel moeilijk, met andere mensen in con tact te komen, om een hartelijk gevoel voor hen te krijgen... een zekere inti miteit", ziei de 36-jarige Else-Marie. Zij en haar man hebben drie kinderen in de tienerleeftijd. Peter, een architect, vervolgt: „Wij zouden allemaal graag een zwembad hebben, een sauna en andere belang rijke dingen. Met eigen middelen kun nen slechts weinigen van ons zich die veroorloven, maar gezamenlijk kun nen we ze allemaal hebben. Wij zien er verlangend naar uit, vele dingen te delen... boeken, grammofoonplaten, misschien huisdieren". „Wij hebben er genoeg van in onze kleine wereld geïsoleerd te zijn" klaagt een ander. De ouders zijn tussen de 26 en 40 jaar oud, behoren tot de middenstand en hebben vaste betrekkingen en verscheidene kinderen. De gebouwen zelf zyn zo ontworpen, dat maxi male communicatie mogelijk maken en beslotenheid waar die noodzakelijk is. „Megafamilie" no. 1, die besloot ei gen huizen te bouwen, gegroepeerd rondom gemeenschappelijke gerief lijkheden, zal de meeste beslotenheid kunnen genieten. Hun huizen zijn ultra-modern Deens, verschillende lagen, waarin de kinderen beneden en de ouders boven van elkaar zijn gescheiden door een tussenlaag van gezinskamers. Aan het ene eind van de commune bevinden zich het zwembad, de bui tenshuis gelegen keukens en werk plaatsen, de speelkamers en een zon neterras. In het midden ligt een club huis voor tieners compleet met alles wat erbij hoort van een discotheek tot een broeikas. Aan het open einde be vinden zich de kinderbewaarplaats, de speelweide en eventueel de dierentuin. Krachtens gemeenschappelijke overeenkomst zullen auto's worden geparkeerd aan de zoom van de com mune. Bij een bedrag van 150.000 per huis met inbegrip van grond, bouw kosten en alle gemeenschappelijke ge rieven kan men niet zeggen, dat de behuizing goedkoop is, maar de kosten zijn ook niet exorbitant voor een huls in de nabijheid van Kopenhagen. Het „megahuis" is minder duur en radicaler van opzet. Het is twee en een halve verdieping hoog, zo lang als een voetbalveld en beslaat 4/5 hectare grond. Jan Gudman-Hoyer, de architect van beide projecten noemt het inte-- rieur „zo iets als een klooster". De af zonderlijke slaapkamers voor ouders en kinderen zijn smal en nogal klein. Iedere bewoner heeft zijn eigen „mi ni-keuken", maar de afmetingen van deze vertrekken zullen de gezinnen aanmoedigen, gezamenlijk gebruik te maken van de grotere gemeenschap pelijke vertrekken. Kamers voor een gezin van vier personen kosten in dit huis ruim 50.000. Aanvankelijk wilden velen iets meer betalen voor grotere kamers, die zij niet met andere gezinnen in het huis zouden hoeven te delen, maar bij de bespreking van de ontwerpen op de geregelde maandelijkse bijeenkomsten besloten verscheidene van deze „pri- vatisten" de sprong te wagen en zich aan te sluiten bij de „collectivisten". De weinige kleine Deense commu nes hebben wat moeite gehad niet al leen met d'c opinies van de buren maar ook met het voortdurend met el kaar leven. Psychologen en architec ten zijn het erover eens, dat één der oorzaken hiervan is gelegen in het huis zelf. Een huis voor een „megafa milie" is zelden aangepast aan de be hoeften van een aantal niet met el kaar verwante mensen. Maar zij, die een methode hebben gevonden voor collectief wonen zijn vol geestdrift om het aan anderen uit te leggen. In de woonwijk Lingby wo nen negen jonge Skandinaviërs studenten, leraren, fotografen al sinds augustus 1968 collectief. „De problemen, waarmee wij naar de mening van andere mensen te kampen bestaan niet", zegt Hanne. „We staan b.v. 's morgens allemaal op verschillende tijden op en behoe ven dus niet in een rij voor de badka mer te wachten. We kijken ook niet erg vaak naar de t.v., en wat dat be treft bestaat dus ook geen aanleiding tot onenigheid". Op de vraag hoe problemen worden opgelost antwoordde Peter: „We be spreken ze. We bespreken alles", maar de psycholoog Per Rind'on, die zich heeft gespecialiseerd op het leven in groepen, vindt, dat ze te veel bespre ken. „Ze beschouwen praktische proble men als het voornaamste en besteden al hun tijd aan het bepraten van din gen zoals wie het huis moet schoon houden en wie de levensmiddelen zal inkopen. Als ze eindelijk een systeem hebben uitgedokterd en alles is gere geld, ontstaat er een zekere malaise. „Ze denken misschien, dat hun nieuwe ideaal al hun problemen zal oplossen, een eind zal maken aan hun eenzaamheid of afzondering en als dat dan niet het geval blijkt te zijn, willen ze de schuld niet geven aan het systeem, maar aan hun huisgenoten". De „megafamilies" zijn het hier niet mee eens. „We verwachten heus niet te veel. Het enige dat wij willen vinden is een gemakkelijker manier voor volwassenen om contact met el kaar te houden en voor kinderen om met elkaar om te gaan". Ofschoon de „megafamilies" den ken, dat het systeem voor hen aan het doel zal beantwoorden, is de gemid delde Deen geneigd er anders over te denken. „Ik woon met een vrouw en onze kinderen in één huis, ik heb een tuin, een paar vrienden en wij zijn geluk kig. Je weet nooit waarop die „saam horigheids-experimenten" zullen uit draaien. Nee, ik geloof, dat ons oude systeem het beste is". Jorden Bang, een zeer bekend publicist, vertegen woordigt met zijn afkeuring een groot deel van Kopenhagen. Een lid van een collectiviteit zegt «venwel ter verdediging van het sys teem: „Er zijn het vorige jaar heel wat wilde verhalen gepubliceerd, maar ondanks ons liberale imago lil het buitenland is het grootste gedeelte van ons volk nogal conservatief". Een ander lid, Annette genaamd hoopt zelfs, dat ook ouderen zich bij de groep zullen aansluiten. „Het vori ge jaar zijn hier in Kopenhagen zelfs twee bejaarde mensen alleen in hun woningen gestorven. Toen ze eindelijk werden gevonden, waren nog slechts hun beenderen over. Zo iets zou in ons huiö niet kunnen gebeuren", *«4 hij.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1970 | | pagina 11