Binnenhof „formeert" kabinet-Biesheuvel
HAAGSE ROOFBOUW
Planbureau: zonnig, mits
Op en beraad over
wethouderskeuze
Den Haag nu al in de ban
van Kamerverkiezingen-'71
Poging tot
analyse
J-j^oewel het in en om de fraaie Trèveszaal in het gebouw van
het ministerie van verkeer en waterstaat (waar de minister
raad pleegt te vergaderen) nog erg druk is omdat het globale ont
werp van de rijksbegroting-1971 gereedgemaakt moet worden
kan men op het Haagse Binnenhof bepaald niet van grote jx)li-
tieke bedrijvigheid en spanningen spreken. De overgrote meer
derheid van de Kamerleden is inmiddels tot eind augustus met
vakantie gegaan - al zullen de meesten van hen op 28 juli (Twee-
de Kamer) en 4 augustus (Eerste Kamer) voor de behandeling
van het wetsontwerp inzake het minimumloon terug moeten
komen - en men bereidt zich voor op een uitzonderlijk zwaar
seizoen. Op 28 april 1971 worden immers de Tweede-Kamer
verkiezingen gehouden en het ziet ernaar uit dat we een keiharde
electorale strijd tegemoet gaan. Daarnaast moet het parlement
tussen de derde dinsdag van september en enkele weken vóór de
verkiezingen - voorzitter mr. Frans van Thiel (63) heeft dat de
Kamerleden vorige week duidelijk voorgehouden - een zeer
groot aantal, veelal ingewikkelde, wetsontwerpen en nota's naast
de rijksbegroting-71 behandelen. De hoogedelgestrenge dames
en heren hebben hun vakantie dan ook hard nodig om energie te
verzamelen!
KVP-AR-CHU
Samenstelling
van Tweede en
Eerste Kamer
PAK
Lijsttrekkers
Kabinet
De kiezer
Commentaar
I
Nu de beide Kamers van de Ska
ten-Generaal in hun huidige samen
stelling voor de laatste maal op eo-
merreces gegaan z(jn leek ons het
juiste moment aangebroken om
mede met het oog op de volgend
jaar april te houden Kamerverkie
zingen te trachten een analyse
van de politieke situatie in Den
Haag te geven. Een onzer redacteu
ren heeft zich hieraan gezet en is in
Den Haag tot enkele verbazingwek
kende conclusies gekomen die hft in
bijgaand overzicht weergeeft. Erg
opvallend is bijv. dat thans in te
genstelling tot de perioden voor vó-
Het staat nu vast dat de Tweede
Kamer dinsdag 28 juli een extra
vergadering zal wijden aan het
wetsontwerp inzake het minimum
loon en een week later zullen de
senatoren hetzelfde doen aan de
overzijde van het Binnenhof. De
löch al veel kortere parlementaire
\fctkantie dan in vroeger jaren het
geval was wordt dit jaar dus ook
nog onderbroken om een spoedige
plaatsing van deze belangrijke wet
in het Staatsblad te bevorderen.
De korte rede die Tweede-Ka-
mervoorzittèr mr. Van Thiel vorige
week aan het begin van het reces
heeft gehouden, heeft duidelijk
gemaakt insiders wisten het al
veel langer dat van de Kamerle
den de laatste tijd heel veel ge
vraagd wordt. Wie het parlementai
re werk enkele jaren van nabij ge
volgd heeft, weet maar al te goed
hoe zwaar het leven van een Ka
merlid is. Velen maken werkweken
van tachtig negentig uren en le
ven temidden van allerlei spannin
gen.
De gegevens van de Kamervoor-
altter spreken een niet mis te ver
stane taal: hield de Tweede Ka
mer twee jaar geleden nog „maar"
63 plenaire openbare vergaderin
gen per jaar, in dit parlementaire
jaar werden al 89 van deze bijeen
komsten geopend en gesloten
(waarbij aangetekend zij dat dit
..sluiten" vaak vér na middernacht
plaatsvond). Het aantal openbare
hoorzittingen van de Kamer, dat
vorig jaar elf bedroeg, liep dit jaar
op tot 29. Ook werden meer open
bare en besloten commissieverga
deringen gehouden dan vroeger het
geval was.
Voor de'/e forse toeneming van
het parlementaire werk zijn drie
oorzaken aan te wijzen: het steeds
ingewikkelder worden van het
maatschappelijk leven dat een
aanzienlijk gedetailleerder wetge
ving noodzakelijk maakt, de open
baarheids- en openheids„explosie"
van de laatste jaren die de Kamer
leden gelukkig veel meer in con
tact brengt met de burgerij, en de
voortgaande verbrokkeling in de
politieke samenstelling van de Ka
mer die geleid heeft tot bet ont
stellende aantal van vijftien frac
ties.
Daar komt nog iets bij: de outil
lage die de gebouwen op het Bin
nenhof dó Kamerleden bieden is
nog altijd bedroevend. Vorig najaar
brachten we een bezoek aan de
gebouwen van de Westduitse
Bondsdag waar we kennis konden
maken met de aanzienlijk verbe
terde outillage ten behoeve van
het werk van de bondsrepublikein-
se parlementariërs. We kunnen ons
voorstellen dat hun Nederlandse
collega's daar met de nodige jaloe
zie naar kijken, want wat er op dit
gebied tot dusver voor hén gedaan
is lijkt minimaal.
Wie enige tijd mét de Tweede-
Kamerleden volgt wat zij gewoon
lijk week In week uit moeten ver
werken kan zich nauwelijks inden
ken dat zij dit werk de baas kun
nen: openbare plenaire verga
deringen, openbare en besloten
commissievergaderingen, fractie
vergaderingen, bezoeken aan pro
vincies, gemeenten en instellin
gen, lawines brieven uit het land,
een groot aantal, vaak ingewikkel
de, wetsontwerpen, een snel toe
nemend aantal ministeriële nota's,
tal van Interpellaties, honderden
schriftelijke en mondelinge vragen
aan ministers en staatssecretaris
sen en de antwoorden daarop, een
wassende stroom van moties en
amendementen, (voor veel Ka
merleden) zeer veel internationaal
werk in Brussel, Parijs, Luxemburg
en Straatsburg, spreekuren waar
burgers kunnen komen, partijver
gaderingen, weekends van jonge
renorganisaties enz., enz.
Er wordt nogal eens kritiek op
ons parlement en zijn leden geoe
fend, en vaak terecht. Maar heel
dikwijls ten onrechte; wie het le
ven op het Binnenhof kent. weet
maar al te goed dat er vele tiental
len hardwerkende, slovende, Ka
merleden doen die nauwelijks van
een prlvéleven kunnen spreken.
Dat mag óók wel eens gezegd
worden, en we zouden op deze
plaats met het oog op de huidige
ontwikkelingen op het Binnenhof
daar graag de waarschuwing aan
willen toevoegen dat men er
steeds meer attent op zal moeten
zijn dat er niet nóg meer roofbouw
gepleegd wordt dan thans al het
geval is.
Terwijl de zon hoog aan de he
mel stond verzond het ministerie
van Economische Zaken deze
week een boekwerk in twee
delen dat de lezer ervan wil
overtuigen dat ook het economi
sche klimaat er voor de komende
jaren bijzonder zonnig uitziet. Wij
doelen op de studie van het Cen
traal Planbureau ,,De Nederlandse
economie in 1973", de tweede
meerjarennota van het instituut dat
onder het directoraat van de hoog
leraren Tinbergen, De Wolff en Van
den Beid heel wat interessante
jaarstudies het licht heeft doen
zien.
Het nieuwe rapport bevat tal van
opwekkende prognoses: een voort
zetting van de economische groei
een continuering van de verbete
ring van de sociale voorzieningen
••n vrij evenwichtige betalingsba
lans en een redelijke reële loon
stijging. Allemaal zaken die velen
met enthousiasme begroeten.
Maar... dit alles is alléén moge
lijk als de loon- en prijsinflatie
sterk kan worden beteugeld, voegt
't Planbureau hieraan toe. Hoe is
men zal het met ons eens zijn
een zeer essentiële voorwaarde
die men geen moment uit het oog
mag verliezen willen de al ge
noemde zinnige perspectieven in
derdaad gerealiseerd worden. De
loonkosten, zo becijfert het CPB.
mogen jaarlijks niet meer dan 7,5
8 procent stijgen en de prijzen
dienen na 1971 met niet meer dan
2,5 3 procent omhoog te gaan.
Voor 1970 en 1971 wordt een prijs
stijging van 4 procent verwacht
(zoals men weet zal de prijsstijging
van 1971 voor een niet onbelang
rijk deel een gevolg zijn van de
verhoging van de BTW per "1 janua
ri a.s.).
De studie van het Planbureau is
uitermate interessant zeker als
richtlijn voor het beleid in de ko
mende jaren. Zij maakt opnieuw
duidelijk hoe essentieel de factor
„matiging" is. Overheid en bedrijfs
leven zullen samen en elk voor
zich moeten proberen door goede
zelfdiscipline de spanningen in de
economie de baas te blijven. Dat
zal ongetwijfeld veel moeite kos
ten; de kans op een veel grotere
loonstijging als gevolg van de
ook door het CPB gesignaleerde
krapte op de arbeidsmarkt is le
vensgroot aanwezig; niet voor niets
heeft de president van De Neder
landse Bank dr. Zijlstra zijn onge
rustheid over de loonontwikkeling
in 1971 getoond. Hier is intensief
overleg van alle betrokken part
ners. mede aan de hand van de
CPB-studie dringend geboden.
Een ander belangwekkend as
pect van de studie is dat de politi
ci die zich op de Kamerverkiezin-
gen-1971 voorbereiden een aantal
alternatieven getoond wordt; met
de gegevens van het Planbureau
kunnen zij de prioriteiten voor de
komende regerings- en parlemen
taire periode vaststellen. De nota
van het CPB maakt duidelijk dat
het terugdringen van de inflatie
een zeer hóge prioriteit dient te
krijgen.
rige Kamerverkiezingen elke
spanning over de te vormen rege
ringscoalitie ontbreekt. In politieke
kringen wordt door velen als zeker
heid aanvaard dat de huidige rege
ringscoalitie (VVD - KVP - AKP -
CHU) zal aanbleven. Op grond
daarvan is het Binnenhof nu al aan
het „formeren" van een kabinet ge
slagen
¥N tientallen gemeenten van ons
land de grote voorop loopt
het bij de voorbereiding van de wet
houdersverkiezingen (1 september)
anders dan in het verleden; uit door
ons ontvangen berichten blijkt dat
het gebruikelijke interfractionele be
raad nu veelal In de openbaarheid
plaats vindt. De zaken die op derge
lijke bijeenkomsten aan de orde ko
men zijn
krijgt de gemeente een „afspiege
lingscollege" of een „programcol
lege"?
hoe wordt de portefeuilleverde
ling?
hoeveel wethouders de komende
jaren
wie stellen de fracties voor het
wethouderschap kandidaat
moeten er globale richtlijnen voor
het beleid van het gemeentebe
stuur komen
In verreweg de meeste gevallen is
men na afloop bijzonder tevreden
over het openbaar maken van het be
raad. Zelfs vurige tegenstanders van
dergelijke openbare bijeenkomsten
geven toe dat men er in het verleden
te weinig bij stilgestaan heeft dat de
wethouders verkiezing én wat daaraan
vooraf gaat een publieke zaak zijn,
zoals landelijk steeds meer het besef
doordringt (rapport commissie-Bies
heuvel!) dat kabinetsformatie een pu
blieke zaak is die een maximale open
heid vereist.
DEN HAAG, juli
XJet is heel normaal dat de politieke
spanningen in het jaar vóór de
Kamerverkiezingen toenemen, veel
minder normaal is echter dat er en
dat is in de afgelopen weken op het
Binnenhof heel veel gebeurd al
heel frequent en erg concreet tien
maanden vóór de verkiezingen over
de kabinetsformatie gepraat wordt.
Een vooraanstaand politicus zei vorige
week: „Wonderlijk, al dat gepraat
over de samenstelling van het volgen
de kabinet vóórde kiezer gesproken
heeft". Toch gebeurt het, en hoe!
Door velen wordt nu al als vast
staand aangenomen dat de huidige re
geringscoalitie (WD, KVP, ARP,
CHU) ook né de Kamerverkiezingen
in leven zal blijven. O nee, het is be
paald niet zo dat de voormannen van
de confessionele partijen openlijk
verklaren dat zij liever met de VVD
dan met de PvdA willen regeren. Mi
nister drs. B. J. Udink heeft direct na
zijn verkiezing als CHU-lijsttrekker
gezegd dat de komende kabinetsfor
matie beslist niet automatisch tot een
voortzetting van dezelfde coalitie zal
leiden. Ongeveer tegelijkertijd heeft
AR-aanvoerder mr. B. W. Biesheuvel
hetzelfde betoogd in antwoord op een
vpaag van CNV-voorzitter J. Lanser.
Beiden hebben er echter direct aan
toegevoegd dat de Partij van de Ar
beid het de confessionele partijen
heel erg moeilijk maakt door bij haar
op het Haagse congres-1969 uitge
sprokenafwijzing van samenwerking
met „deze KVP" te blijven. „Trou
wens, we moeten, geloof ik, verdere
samenwerking met de VVD niet uit
sluiten", zei mr. Biesheuvel veelbete
kenend. Voor politieke waarnemers,
die óók constateren dat de PvdA be
slist nog niet rijp is voor een herroe
ping van haar Haagse uitspraak, is de
situatie duidelijk: de kans op een coa
litie PvdA-KVP-ARP-CHU is érg
klein. Het lijkt echter uitgesloten dat
er al vóór de Kamerverkiezingen een
stembusakkoord tussen de VVD en de
drie confessionele partijen tot stand
komt. Enkele weken geleden heeft de
WD haar ontwerp-programma 1971-
1975 gepubliceerd en naar aanleiding
daarvan hebben confessionele politici
zóveel bezwaren ertegen ontwikkeld
dat men niet kan verwachten dat het
veel gepropageerde stembusakkoord
er vóór de stembusdag zal komen; het
ziet er veeleer naar uit dat de VVD en
de drie confessionele groeperingen
het nè de verkiezingen eens zullen
worden, al zal dat niet zo gemakkelijk
zijn.
Uet is bijna zeker dat KVP, ARP en
CHU volgend jaar, hoewel zij
met gescheiden kandidatenlijsten zul
len werken, één front zullen gaan
vormen. De laatste hindernis, de radi
cale oppositie binnen de ARP, is enke
le weken geleden met glans genomen
en omdat ook door de KVP en de
CHU uitvoerig hulde is betuigd aan
werk en streven van de Achttien kun
nen de drie partijbesturen nu regel
recht op het gemeenschappelijke
politieke programma-1971-'75 afsteve
nen.
De intensivering van de samenwer
king tussen de drie grote confessione
le partijen is sneller gegaan dan zelfs
de vurige voorstanders ervan hebben
durven hopen. Tien jaar geleden was
vooral in de CHU het verzet tegen
mogelijke samenwerking met de
„Roomsen" bijzonder groot (op inter
nationaal niveau was toen vooral in
het Europese parlement in Straatsburg
al van een hechte coöperatie sprake.
Vooral door toedoen van fractievoor-
De Tweede Kamer telt sinds enige
tijd niet minder dan vijftien fracties,
vier meer dan direct na" de Kamerver
kiezingen van februari 1967; sindsdien
ontstonden namelijk de Groep-Harm-
sen (Binding Rechts) en de eenmans
fractie-Kronenburg (afscheidingen van
de fractie van de Boerenpartij), de
Groep-Aarden (PPR. afscheiding van
de KVP-fractie). en de Groep-Goedhart
(DS'70 afscheiding van de Partij van
de Arbeid-fractie).
De zetelverdeling in de Tweede Ka
mer luidt thans:
KVP
39
BP
3
PvdA
34
Groep-Harmsen
3
VVD
17
Groep-Aarden
3
ARP
15
Groep-Goedhart
3
CHU
12
SGP
3
D'66
7
GPV
1
CPN
5
Kronenburg
1
PSP
4
De Eerste Kamer
biedt wat het aan-
tal fracties betreft een eenvoudiger
beeld: de Senaat telt „slechts" negen
fracties. De zetelverdeling is daar als
volgt:
KVP
PvdA
VVD
CHU
ARP
24 PSP
20 BP
8 CPN
8 PPR
7
Opvallend is dat D'66 nog niet haar
intrede in de Senaat heeft gedaan
hoewel zij al sinds 1967 deel van de
Tweede Kamer uitmaakt. De oorzaak
hiervan is dat er bij recente verkie
zingen voor de „helft" van de Eerste
Kamer (medio 1969) nog geen D'66-ers
zitting hadden in Provinciale Staten;
de verkiezingen vonden plaats in de
in 1966 gekozen Staten; toen bestond
D'66 nog niet.
werking (lees: integratie) te verwach
ten.
Drukte in de Tweede Ka
mer: voorzitter mr. F. J. F. M.
van Thiel doet de leden een
voorstel om tot een efficiënte
yeei moeizamer iijn de besprekin- regeling van werkzaamheden te
gen over de vorming van een
Progessief Akkoord (PAK) verlopen. K-Omen.
Wij herinneren ons nog goed hoe het
overleg begin vorig jaar in Amster
dam begon: zonder al te veel enthou
siasme, maar met de nodige goede wil.
Partij van de Arbeid, Pacifistisch-So-
cialistische Partij en Politieke Partij
Radikalen waren er officieel in ver
tegenwoordigd; uit enkele andere par
tijen namen „losse" leden aan het be
raad deel. Toen was al het besluit ge
vallen dat D'66 niet officieel aan het
overleg zou deelnemen wat voor de
initiatiefnemers een tegenvaller was.
Wat het landelijke PAK tot dusveT
geproduceerd heeft is zelfs voor de
besturen van de deelnemende partijen
een grote teleurstelling geworden; nu
de samenwerking ook bij de provin
ciale en gemeentelijke verkiezingen in
veel gevallen tot tegenslagen heeft
geleid lijkt het PAK er als samenwer
kingsvorm heel beroerd voor te staan.
Daar komt nog bij dat de toekomst er
voor de kleine PAK-partijen (PSP en
PPR) heel donker uitziet; de Staten-
en raadsverkiezingen hebben voor
beide erg droeve resultaten opgele
verd.
MR. B. W. BIESHEUVEL
Catshuis?
DRS. J. M. DEN UYL
Weer positief?
zitter J. T. Mellema, Unie-voorzitter
prof. dr. J. W. van Hulst én de CHJO
(de jongerenorganisatie van de CHU)
is er in de Unie véél meer bereidheid
ot samenwerking gekomen.
In de gespreksgroep van de Acht
ien (van elk van de drie partijen ze
ooraanstaande vertegenwoordigers
s men vrij snel tot overeenstemming
;ekomen en de samenwerking bij d(
Staten- en raadsverkiezingen in ta
van provincies en gemeenten heeft d(
rest gedaan. Met behoud van de eiger.
identiteit (wat dat ook moge beteke
nen) is voor de komende jaren een
verdere intensivering van de samen-
n tegenstelling tot vele vooraf
gaande Kamerverkiezingen zijn
nu al, tien maanden vóór de stembus
dag, de namen van de verschedene
lijstaanvoerders officieel of offi
cieus bekend. De enige officieel
door de partij (CHU) gekozen lijstaan
voerder is drs. B. J. Udink (44), nu mi
nister zonder portefeuille, belast met
de zaken van de ontwikkelingssamen
werking. De Unieraad wees hem een
paar weken geleden als zodanig aan.
Verwacht wordt dat staatssecretaris
dr. R. J. H. Kruisinga de tweede
plaats op de lijst zal gaan innemen en
fractievoorzitter J. T. Mellema de
derde. Een goede kanshebber voor een
„hoge" plaats op de lijst is óók staats
secretaris mr. C. van Veen (binnen
landse zaken) die als onderminister
van mr. Beernink in Den Haag be
kend staat als een gedegen werker en
een goede onderhandelaar.
De KVP-lijst zal waarschijnlijk
aangevoerd worden door onderwijs
minister dr. G. H. Veringa die al en
kele jaren gedoodverfd wordt als de
mogelijke opvolger van drs. W. K. N.
Schmelzer als voorzitter van de
KVP-fractie.
In en buiten de AR-partij wordt
door geen mens getwijfeld aan een
nieuw lijstaanvoerderschap van mr. B.
W. Biesheuvel (50). Voor de tweede en
derde plaats komen vooral minister
drs. J. A. Bakker (Verkeer en Water
staat) die een uitstekende naam als
bewindsman heeft en tweede voor
zitter van de fractie mr. W. Aantjes
in aanmerking. Een van de grote pro
blemen die de ARP zal moeten oplos
sen is de positie die minister B. Rool-
vink (Sociale Zaken) in de partij en
op de lijst zal innemen; de verhouding
tussen minister Roolvink en vele van
zijn mede-AR-politici is nogal gespan
nen maar grote delen van de partij
dragen hem nog altijd op de handen.
De WD is heel vroeg met de voor
bereiding van de verkiezingen begon
nen en heeft onlangs haar groslijst
gepubliceerd. Het is zeker dat mr. W
J. Geertsema (51) de VVD-lijst zal
aanvoeren; als tweede wordt genoemd
staatssecretaris H. J. de Koster (Bui
tenlandse Zaken) die bij een eventueel
ministerschap van mr. Geertsema het
fractievoorzitterschap op zich kan ne
men in afwachting van een toekom
stig leiderschap van de nog zeer jonge
Hans Wiegel die alle capaciteiten lijkt
te bezitten voor zo'n fractievoorzitter
schap.
Wie de lijstaanvoerder van de PvdA
:al worden (wellicht zullen er ver-
chillende lijsttrekkers zijn) is nog he
:maal onduidelijk. Als mógelijke
jsttrekkers worden in Den Haag drs
f. M. den Uyl, dr. A. Vondeling, drs
1. van Thijn, A. van der Louw en drs'
van den Doel genoemd.
Het is vrijwel zeker dat D'66 op-
euw mr. Hans van Mierlo als lijst
mvoerder zal aanwijzen.
Naast deze grotere groeperingen
MR. W. J. GEERTSEMA
Torentje?
zullen er, zoals gebruikelijk, ook nogal
wat kleine(re) partijen aan de verkie
zingen meedoen, zoals de PSP (nu met
A. G. van der Spek als lijsttrekker?),
de PPR (Aarden of Tonnaer?), de
Boerenpartij, Binding Rechts (gaat
Harmsen zich nu al voor de Kamer
terugtrekken of zal hij als hij ge
kozen wordt een deel van de vol
gende Kamer-zittingsperiode mee
doen?), de SGP (Abma?), de CPN
(wellicht met M. Bakker), het GPV
(Jongeling), DS'70 (wil F. J. Goedhart
Kamerlid blijven?) en de CDU (Kro
nenburg). Verder is ook deelneming
door de Kabouters en de Bejaarden
partij niet onwaarschijnlijk.
voor „het Plein" en zal het er, zegt
men. gezien zijn grote diplomatieke
kwaliteiten, niet slecht doen.
Andere kandidaten voor „BZ" zijn
staatssecretaris De Koster en minister
Udink, maar de kansen van de huidi
ge KVP-fractievoorzitter worden ho
ger aangeslagen.
Voor Binnenlandse Zaken wordt al
lange tijd mr. W. J. Geertsema als dé
kandidaat beschouwd. De waarschijn
lijk 1 januari 1971 terugtredende bur
gemeester van Wassenaar heeft ambi
tie om de zetel in het „Torentje" in te
nemen.
Verder wordt in Den Haag veel en
luid gesproken over een terugkeer van
dr. G. M. J. Veldkamp (KVP) als mi
nister. Hij zou de heer Roolvink als
minister van Sociale Zaken gaan op
volgen want het wordt erg onwaar
schijnlijk genoemd dat de heer Bies
heuvel deze partijgenoot in zijn kabi
net zal opnemende verhouding tus-ë
sen deze AR-politici is niet al te best.
Nu dr. H. J. Witteveen te kennen
gegeven heeft dat hij graag in de
landspolitiek blijft (hij heeft zich be
reid verklaard een verkiesbare plaals
op de WD-lijst in te nemen) en niet
meer zijn dagtaak in de economische
wetenschap wil zoeken is het waar
schijnlijk dat hij zijn zetel aan de
Kneuterdijk zal blijven innemen. Hij
doet zijn werk als minister van Fi
nanciën erg graag en bij de andere
partijen is het verlangen naar deze
portefeuille niet erg groot. Het blijft
natuurlijk mogelijk dat de WD op
nieuw de KVP zal uitdagen een mi
nister van Financiën uit haar gelede
ren voor te dragen maar de kans dat
dit zal lukken lijkt ook nu minimaal.
Voor Volkshuisvesting en Ruimtelij
ke Ordening wordt hardnekkig de
naam van de KVP-er mr. F. H. J. .1
Andriessen, woningbouwexpert van
de Tweede-Kamerfractie en directeur
van het verbond van christelijke wo
ningbouwverenigingen, genoemd. De
heer Andriessen is op het ogenblik
tweede man in de KVP-fractie en
lijkt niet ongenegen om de leiding van
het barakkendorp van de Van Alke-
madelaan op zich te nemen. Het is ze
ker dat ir. W. F. Schut niet meer als
minister zal terugkeren; hij gaat zich
volgend jaar weer helemaal aan zijn
vak, de stedebouw, wijden.
Nu dr. Veringa volgend jaar de mi
nisterskamer in de „burcht" van On
derwijs en Wetenschappen aan de
Nieuwe Uitleg schijnt te verlaten
wordt als eerste kandidaat vdor zijn
opvolging staatssecretaris mr. J. H.
Grosheide (AR) genoemd, die al vele
jaren onderminister is en „hogerop"
wil.
Zo worden ook voor de overige por
tefeuilles al driftig kandidaten ge
noemd. We stoppen nu maar met deze
opsomming die duidelijk heeft willen
maken dat politiek Den Haag nu al
bij wijze van spreken aan het for
meren is geslagen.
Rekenend voor de politieke situatie
is dat op en om het Binnenhof
nu al heel wat namen van mogelijke
kandidaten voor het ministerschap
zijn genoemd. Aangenomen wordt dat
de drie confessionele partijen mr. Ba
rend Biesheuvel als kandidaat-minis
ter-president naar voren zullen schui
ven. Hij zélf wil wel; in 1967 stond
hij al met één been in het Catshuis
toen hij omdat hij de KVP-kandi-
daat voor Economische Zaken mr. L.
de Block niet wilde accepteren tóch
nog terug moest treden. Dat heeft
hem al die jaren dwars gezeten vooral
omdat later heel duidelijk geworden is
dat mr. De Block geen sterke minister
van Economische Zaken was.
De drie confessionele partijen en de
VVD zien in mr. Biesheuvel een
krachtig leidende politicus die het als
minister-president goed zal doen. De
papieren van premier P. J. S. de Jong
voor een nieuwe periode in het Cats
huis worden op het ogenblik aanzien
lijk lager genoteerd dan enkele maan
den geleden. Zijn befaamde televi
sie-interview op eerste Pinksterdag en
zijn onduidelijke opmerkingen over d(
defensie-uitlatingen van zijn naamgc
loot prof. dr. L. de Jong hebben zijr
cansen op een nieuw premierscha:
een goed gedaan.
Voor de opvolging van mr. Luns al
ninister van Buitenlandse Zake)
(hoewel je nooit zeker weet of Lun
écht niet terug zal keren) komt vol
gens de „Haagse kringen" drs. w. K
N. Schmelzer als eerste in aanmer
king. Hij heeft grote belangstelling
VP/at niemand nog durft te voorspel-
len is de uitslag van de Kamer
verkiezingen van 28 april 1971. Op
grond van de Statenverkiezingen
1970 zou men kunnen aannemen dat
er voor de VVD, D'66 en de CPN
vergeleken met de huidige zetelverde
ling winst in zit terwijl de PvdA en
de CHU ongeveer gelijk zouden ^.blij
ven en de KVP en de ARP enig ver
lies zouden lijden, maar zelfs de ijve
rigste voorspellers rond het Binnen
hof vinden het nu nog te vroeg om
zo'n prognose voor hun rekening te
nemen.
Natuurlijk kan er nog veel verande
ren in de komende maanden; men zou
zich bijv. nauwelijks kunnen voorstel
len dat de PvdA zich zo automatisch
weer in de oppositie zou willen ma
noeuvreren; D'66 is bezig met de
voorbereiding van een „relance"
een „nieuw begin".
Ondanks al deze mogelijkheden
verwachten weinigen in Den Haag
nog grote politieke aardverschuivin
gen in de periode tot eind april 1971
hoewel men dat niet zo openlijk zegl
iit vrees dat de politieke onverschi!
'igheid nog groter wordt dan zij nu al
's. Men is het erover eens dat er aan
bevordering van de politieke duide
Ijkheid nog heel veel gedaan moet
vorden wil de interesse van de kies
:erechtigden aanzienlijk toenemen
We zijn benieuwd wat er van terecht
komt!
e. J. mathïeJ