Binnenhof „formeert" kabinet-Biesheuvel HAAGSE ROOFBOUW Planbureau: zonnig, mits Op en beraad over wethouderskeuze Den Haag nu al in de ban van Kamerverkiezingen-'71 Poging tot analyse J-j^oewel het in en om de fraaie Trèveszaal in het gebouw van het ministerie van verkeer en waterstaat (waar de minister raad pleegt te vergaderen) nog erg druk is omdat het globale ont werp van de rijksbegroting-1971 gereedgemaakt moet worden kan men op het Haagse Binnenhof bepaald niet van grote jx)li- tieke bedrijvigheid en spanningen spreken. De overgrote meer derheid van de Kamerleden is inmiddels tot eind augustus met vakantie gegaan - al zullen de meesten van hen op 28 juli (Twee- de Kamer) en 4 augustus (Eerste Kamer) voor de behandeling van het wetsontwerp inzake het minimumloon terug moeten komen - en men bereidt zich voor op een uitzonderlijk zwaar seizoen. Op 28 april 1971 worden immers de Tweede-Kamer verkiezingen gehouden en het ziet ernaar uit dat we een keiharde electorale strijd tegemoet gaan. Daarnaast moet het parlement tussen de derde dinsdag van september en enkele weken vóór de verkiezingen - voorzitter mr. Frans van Thiel (63) heeft dat de Kamerleden vorige week duidelijk voorgehouden - een zeer groot aantal, veelal ingewikkelde, wetsontwerpen en nota's naast de rijksbegroting-71 behandelen. De hoogedelgestrenge dames en heren hebben hun vakantie dan ook hard nodig om energie te verzamelen! KVP-AR-CHU Samenstelling van Tweede en Eerste Kamer PAK Lijsttrekkers Kabinet De kiezer Commentaar I Nu de beide Kamers van de Ska ten-Generaal in hun huidige samen stelling voor de laatste maal op eo- merreces gegaan z(jn leek ons het juiste moment aangebroken om mede met het oog op de volgend jaar april te houden Kamerverkie zingen te trachten een analyse van de politieke situatie in Den Haag te geven. Een onzer redacteu ren heeft zich hieraan gezet en is in Den Haag tot enkele verbazingwek kende conclusies gekomen die hft in bijgaand overzicht weergeeft. Erg opvallend is bijv. dat thans in te genstelling tot de perioden voor vó- Het staat nu vast dat de Tweede Kamer dinsdag 28 juli een extra vergadering zal wijden aan het wetsontwerp inzake het minimum loon en een week later zullen de senatoren hetzelfde doen aan de overzijde van het Binnenhof. De löch al veel kortere parlementaire \fctkantie dan in vroeger jaren het geval was wordt dit jaar dus ook nog onderbroken om een spoedige plaatsing van deze belangrijke wet in het Staatsblad te bevorderen. De korte rede die Tweede-Ka- mervoorzittèr mr. Van Thiel vorige week aan het begin van het reces heeft gehouden, heeft duidelijk gemaakt insiders wisten het al veel langer dat van de Kamerle den de laatste tijd heel veel ge vraagd wordt. Wie het parlementai re werk enkele jaren van nabij ge volgd heeft, weet maar al te goed hoe zwaar het leven van een Ka merlid is. Velen maken werkweken van tachtig negentig uren en le ven temidden van allerlei spannin gen. De gegevens van de Kamervoor- altter spreken een niet mis te ver stane taal: hield de Tweede Ka mer twee jaar geleden nog „maar" 63 plenaire openbare vergaderin gen per jaar, in dit parlementaire jaar werden al 89 van deze bijeen komsten geopend en gesloten (waarbij aangetekend zij dat dit ..sluiten" vaak vér na middernacht plaatsvond). Het aantal openbare hoorzittingen van de Kamer, dat vorig jaar elf bedroeg, liep dit jaar op tot 29. Ook werden meer open bare en besloten commissieverga deringen gehouden dan vroeger het geval was. Voor de'/e forse toeneming van het parlementaire werk zijn drie oorzaken aan te wijzen: het steeds ingewikkelder worden van het maatschappelijk leven dat een aanzienlijk gedetailleerder wetge ving noodzakelijk maakt, de open baarheids- en openheids„explosie" van de laatste jaren die de Kamer leden gelukkig veel meer in con tact brengt met de burgerij, en de voortgaande verbrokkeling in de politieke samenstelling van de Ka mer die geleid heeft tot bet ont stellende aantal van vijftien frac ties. Daar komt nog iets bij: de outil lage die de gebouwen op het Bin nenhof dó Kamerleden bieden is nog altijd bedroevend. Vorig najaar brachten we een bezoek aan de gebouwen van de Westduitse Bondsdag waar we kennis konden maken met de aanzienlijk verbe terde outillage ten behoeve van het werk van de bondsrepublikein- se parlementariërs. We kunnen ons voorstellen dat hun Nederlandse collega's daar met de nodige jaloe zie naar kijken, want wat er op dit gebied tot dusver voor hén gedaan is lijkt minimaal. Wie enige tijd mét de Tweede- Kamerleden volgt wat zij gewoon lijk week In week uit moeten ver werken kan zich nauwelijks inden ken dat zij dit werk de baas kun nen: openbare plenaire verga deringen, openbare en besloten commissievergaderingen, fractie vergaderingen, bezoeken aan pro vincies, gemeenten en instellin gen, lawines brieven uit het land, een groot aantal, vaak ingewikkel de, wetsontwerpen, een snel toe nemend aantal ministeriële nota's, tal van Interpellaties, honderden schriftelijke en mondelinge vragen aan ministers en staatssecretaris sen en de antwoorden daarop, een wassende stroom van moties en amendementen, (voor veel Ka merleden) zeer veel internationaal werk in Brussel, Parijs, Luxemburg en Straatsburg, spreekuren waar burgers kunnen komen, partijver gaderingen, weekends van jonge renorganisaties enz., enz. Er wordt nogal eens kritiek op ons parlement en zijn leden geoe fend, en vaak terecht. Maar heel dikwijls ten onrechte; wie het le ven op het Binnenhof kent. weet maar al te goed dat er vele tiental len hardwerkende, slovende, Ka merleden doen die nauwelijks van een prlvéleven kunnen spreken. Dat mag óók wel eens gezegd worden, en we zouden op deze plaats met het oog op de huidige ontwikkelingen op het Binnenhof daar graag de waarschuwing aan willen toevoegen dat men er steeds meer attent op zal moeten zijn dat er niet nóg meer roofbouw gepleegd wordt dan thans al het geval is. Terwijl de zon hoog aan de he mel stond verzond het ministerie van Economische Zaken deze week een boekwerk in twee delen dat de lezer ervan wil overtuigen dat ook het economi sche klimaat er voor de komende jaren bijzonder zonnig uitziet. Wij doelen op de studie van het Cen traal Planbureau ,,De Nederlandse economie in 1973", de tweede meerjarennota van het instituut dat onder het directoraat van de hoog leraren Tinbergen, De Wolff en Van den Beid heel wat interessante jaarstudies het licht heeft doen zien. Het nieuwe rapport bevat tal van opwekkende prognoses: een voort zetting van de economische groei een continuering van de verbete ring van de sociale voorzieningen ••n vrij evenwichtige betalingsba lans en een redelijke reële loon stijging. Allemaal zaken die velen met enthousiasme begroeten. Maar... dit alles is alléén moge lijk als de loon- en prijsinflatie sterk kan worden beteugeld, voegt 't Planbureau hieraan toe. Hoe is men zal het met ons eens zijn een zeer essentiële voorwaarde die men geen moment uit het oog mag verliezen willen de al ge noemde zinnige perspectieven in derdaad gerealiseerd worden. De loonkosten, zo becijfert het CPB. mogen jaarlijks niet meer dan 7,5 8 procent stijgen en de prijzen dienen na 1971 met niet meer dan 2,5 3 procent omhoog te gaan. Voor 1970 en 1971 wordt een prijs stijging van 4 procent verwacht (zoals men weet zal de prijsstijging van 1971 voor een niet onbelang rijk deel een gevolg zijn van de verhoging van de BTW per "1 janua ri a.s.). De studie van het Planbureau is uitermate interessant zeker als richtlijn voor het beleid in de ko mende jaren. Zij maakt opnieuw duidelijk hoe essentieel de factor „matiging" is. Overheid en bedrijfs leven zullen samen en elk voor zich moeten proberen door goede zelfdiscipline de spanningen in de economie de baas te blijven. Dat zal ongetwijfeld veel moeite kos ten; de kans op een veel grotere loonstijging als gevolg van de ook door het CPB gesignaleerde krapte op de arbeidsmarkt is le vensgroot aanwezig; niet voor niets heeft de president van De Neder landse Bank dr. Zijlstra zijn onge rustheid over de loonontwikkeling in 1971 getoond. Hier is intensief overleg van alle betrokken part ners. mede aan de hand van de CPB-studie dringend geboden. Een ander belangwekkend as pect van de studie is dat de politi ci die zich op de Kamerverkiezin- gen-1971 voorbereiden een aantal alternatieven getoond wordt; met de gegevens van het Planbureau kunnen zij de prioriteiten voor de komende regerings- en parlemen taire periode vaststellen. De nota van het CPB maakt duidelijk dat het terugdringen van de inflatie een zeer hóge prioriteit dient te krijgen. rige Kamerverkiezingen elke spanning over de te vormen rege ringscoalitie ontbreekt. In politieke kringen wordt door velen als zeker heid aanvaard dat de huidige rege ringscoalitie (VVD - KVP - AKP - CHU) zal aanbleven. Op grond daarvan is het Binnenhof nu al aan het „formeren" van een kabinet ge slagen ¥N tientallen gemeenten van ons land de grote voorop loopt het bij de voorbereiding van de wet houdersverkiezingen (1 september) anders dan in het verleden; uit door ons ontvangen berichten blijkt dat het gebruikelijke interfractionele be raad nu veelal In de openbaarheid plaats vindt. De zaken die op derge lijke bijeenkomsten aan de orde ko men zijn krijgt de gemeente een „afspiege lingscollege" of een „programcol lege"? hoe wordt de portefeuilleverde ling? hoeveel wethouders de komende jaren wie stellen de fracties voor het wethouderschap kandidaat moeten er globale richtlijnen voor het beleid van het gemeentebe stuur komen In verreweg de meeste gevallen is men na afloop bijzonder tevreden over het openbaar maken van het be raad. Zelfs vurige tegenstanders van dergelijke openbare bijeenkomsten geven toe dat men er in het verleden te weinig bij stilgestaan heeft dat de wethouders verkiezing én wat daaraan vooraf gaat een publieke zaak zijn, zoals landelijk steeds meer het besef doordringt (rapport commissie-Bies heuvel!) dat kabinetsformatie een pu blieke zaak is die een maximale open heid vereist. DEN HAAG, juli XJet is heel normaal dat de politieke spanningen in het jaar vóór de Kamerverkiezingen toenemen, veel minder normaal is echter dat er en dat is in de afgelopen weken op het Binnenhof heel veel gebeurd al heel frequent en erg concreet tien maanden vóór de verkiezingen over de kabinetsformatie gepraat wordt. Een vooraanstaand politicus zei vorige week: „Wonderlijk, al dat gepraat over de samenstelling van het volgen de kabinet vóórde kiezer gesproken heeft". Toch gebeurt het, en hoe! Door velen wordt nu al als vast staand aangenomen dat de huidige re geringscoalitie (WD, KVP, ARP, CHU) ook né de Kamerverkiezingen in leven zal blijven. O nee, het is be paald niet zo dat de voormannen van de confessionele partijen openlijk verklaren dat zij liever met de VVD dan met de PvdA willen regeren. Mi nister drs. B. J. Udink heeft direct na zijn verkiezing als CHU-lijsttrekker gezegd dat de komende kabinetsfor matie beslist niet automatisch tot een voortzetting van dezelfde coalitie zal leiden. Ongeveer tegelijkertijd heeft AR-aanvoerder mr. B. W. Biesheuvel hetzelfde betoogd in antwoord op een vpaag van CNV-voorzitter J. Lanser. Beiden hebben er echter direct aan toegevoegd dat de Partij van de Ar beid het de confessionele partijen heel erg moeilijk maakt door bij haar op het Haagse congres-1969 uitge sprokenafwijzing van samenwerking met „deze KVP" te blijven. „Trou wens, we moeten, geloof ik, verdere samenwerking met de VVD niet uit sluiten", zei mr. Biesheuvel veelbete kenend. Voor politieke waarnemers, die óók constateren dat de PvdA be slist nog niet rijp is voor een herroe ping van haar Haagse uitspraak, is de situatie duidelijk: de kans op een coa litie PvdA-KVP-ARP-CHU is érg klein. Het lijkt echter uitgesloten dat er al vóór de Kamerverkiezingen een stembusakkoord tussen de VVD en de drie confessionele partijen tot stand komt. Enkele weken geleden heeft de WD haar ontwerp-programma 1971- 1975 gepubliceerd en naar aanleiding daarvan hebben confessionele politici zóveel bezwaren ertegen ontwikkeld dat men niet kan verwachten dat het veel gepropageerde stembusakkoord er vóór de stembusdag zal komen; het ziet er veeleer naar uit dat de VVD en de drie confessionele groeperingen het nè de verkiezingen eens zullen worden, al zal dat niet zo gemakkelijk zijn. Uet is bijna zeker dat KVP, ARP en CHU volgend jaar, hoewel zij met gescheiden kandidatenlijsten zul len werken, één front zullen gaan vormen. De laatste hindernis, de radi cale oppositie binnen de ARP, is enke le weken geleden met glans genomen en omdat ook door de KVP en de CHU uitvoerig hulde is betuigd aan werk en streven van de Achttien kun nen de drie partijbesturen nu regel recht op het gemeenschappelijke politieke programma-1971-'75 afsteve nen. De intensivering van de samenwer king tussen de drie grote confessione le partijen is sneller gegaan dan zelfs de vurige voorstanders ervan hebben durven hopen. Tien jaar geleden was vooral in de CHU het verzet tegen mogelijke samenwerking met de „Roomsen" bijzonder groot (op inter nationaal niveau was toen vooral in het Europese parlement in Straatsburg al van een hechte coöperatie sprake. Vooral door toedoen van fractievoor- De Tweede Kamer telt sinds enige tijd niet minder dan vijftien fracties, vier meer dan direct na" de Kamerver kiezingen van februari 1967; sindsdien ontstonden namelijk de Groep-Harm- sen (Binding Rechts) en de eenmans fractie-Kronenburg (afscheidingen van de fractie van de Boerenpartij), de Groep-Aarden (PPR. afscheiding van de KVP-fractie). en de Groep-Goedhart (DS'70 afscheiding van de Partij van de Arbeid-fractie). De zetelverdeling in de Tweede Ka mer luidt thans: KVP 39 BP 3 PvdA 34 Groep-Harmsen 3 VVD 17 Groep-Aarden 3 ARP 15 Groep-Goedhart 3 CHU 12 SGP 3 D'66 7 GPV 1 CPN 5 Kronenburg 1 PSP 4 De Eerste Kamer biedt wat het aan- tal fracties betreft een eenvoudiger beeld: de Senaat telt „slechts" negen fracties. De zetelverdeling is daar als volgt: KVP PvdA VVD CHU ARP 24 PSP 20 BP 8 CPN 8 PPR 7 Opvallend is dat D'66 nog niet haar intrede in de Senaat heeft gedaan hoewel zij al sinds 1967 deel van de Tweede Kamer uitmaakt. De oorzaak hiervan is dat er bij recente verkie zingen voor de „helft" van de Eerste Kamer (medio 1969) nog geen D'66-ers zitting hadden in Provinciale Staten; de verkiezingen vonden plaats in de in 1966 gekozen Staten; toen bestond D'66 nog niet. werking (lees: integratie) te verwach ten. Drukte in de Tweede Ka mer: voorzitter mr. F. J. F. M. van Thiel doet de leden een voorstel om tot een efficiënte yeei moeizamer iijn de besprekin- regeling van werkzaamheden te gen over de vorming van een Progessief Akkoord (PAK) verlopen. K-Omen. Wij herinneren ons nog goed hoe het overleg begin vorig jaar in Amster dam begon: zonder al te veel enthou siasme, maar met de nodige goede wil. Partij van de Arbeid, Pacifistisch-So- cialistische Partij en Politieke Partij Radikalen waren er officieel in ver tegenwoordigd; uit enkele andere par tijen namen „losse" leden aan het be raad deel. Toen was al het besluit ge vallen dat D'66 niet officieel aan het overleg zou deelnemen wat voor de initiatiefnemers een tegenvaller was. Wat het landelijke PAK tot dusveT geproduceerd heeft is zelfs voor de besturen van de deelnemende partijen een grote teleurstelling geworden; nu de samenwerking ook bij de provin ciale en gemeentelijke verkiezingen in veel gevallen tot tegenslagen heeft geleid lijkt het PAK er als samenwer kingsvorm heel beroerd voor te staan. Daar komt nog bij dat de toekomst er voor de kleine PAK-partijen (PSP en PPR) heel donker uitziet; de Staten- en raadsverkiezingen hebben voor beide erg droeve resultaten opgele verd. MR. B. W. BIESHEUVEL Catshuis? DRS. J. M. DEN UYL Weer positief? zitter J. T. Mellema, Unie-voorzitter prof. dr. J. W. van Hulst én de CHJO (de jongerenorganisatie van de CHU) is er in de Unie véél meer bereidheid ot samenwerking gekomen. In de gespreksgroep van de Acht ien (van elk van de drie partijen ze ooraanstaande vertegenwoordigers s men vrij snel tot overeenstemming ;ekomen en de samenwerking bij d( Staten- en raadsverkiezingen in ta van provincies en gemeenten heeft d( rest gedaan. Met behoud van de eiger. identiteit (wat dat ook moge beteke nen) is voor de komende jaren een verdere intensivering van de samen- n tegenstelling tot vele vooraf gaande Kamerverkiezingen zijn nu al, tien maanden vóór de stembus dag, de namen van de verschedene lijstaanvoerders officieel of offi cieus bekend. De enige officieel door de partij (CHU) gekozen lijstaan voerder is drs. B. J. Udink (44), nu mi nister zonder portefeuille, belast met de zaken van de ontwikkelingssamen werking. De Unieraad wees hem een paar weken geleden als zodanig aan. Verwacht wordt dat staatssecretaris dr. R. J. H. Kruisinga de tweede plaats op de lijst zal gaan innemen en fractievoorzitter J. T. Mellema de derde. Een goede kanshebber voor een „hoge" plaats op de lijst is óók staats secretaris mr. C. van Veen (binnen landse zaken) die als onderminister van mr. Beernink in Den Haag be kend staat als een gedegen werker en een goede onderhandelaar. De KVP-lijst zal waarschijnlijk aangevoerd worden door onderwijs minister dr. G. H. Veringa die al en kele jaren gedoodverfd wordt als de mogelijke opvolger van drs. W. K. N. Schmelzer als voorzitter van de KVP-fractie. In en buiten de AR-partij wordt door geen mens getwijfeld aan een nieuw lijstaanvoerderschap van mr. B. W. Biesheuvel (50). Voor de tweede en derde plaats komen vooral minister drs. J. A. Bakker (Verkeer en Water staat) die een uitstekende naam als bewindsman heeft en tweede voor zitter van de fractie mr. W. Aantjes in aanmerking. Een van de grote pro blemen die de ARP zal moeten oplos sen is de positie die minister B. Rool- vink (Sociale Zaken) in de partij en op de lijst zal innemen; de verhouding tussen minister Roolvink en vele van zijn mede-AR-politici is nogal gespan nen maar grote delen van de partij dragen hem nog altijd op de handen. De WD is heel vroeg met de voor bereiding van de verkiezingen begon nen en heeft onlangs haar groslijst gepubliceerd. Het is zeker dat mr. W J. Geertsema (51) de VVD-lijst zal aanvoeren; als tweede wordt genoemd staatssecretaris H. J. de Koster (Bui tenlandse Zaken) die bij een eventueel ministerschap van mr. Geertsema het fractievoorzitterschap op zich kan ne men in afwachting van een toekom stig leiderschap van de nog zeer jonge Hans Wiegel die alle capaciteiten lijkt te bezitten voor zo'n fractievoorzitter schap. Wie de lijstaanvoerder van de PvdA :al worden (wellicht zullen er ver- chillende lijsttrekkers zijn) is nog he :maal onduidelijk. Als mógelijke jsttrekkers worden in Den Haag drs f. M. den Uyl, dr. A. Vondeling, drs 1. van Thijn, A. van der Louw en drs' van den Doel genoemd. Het is vrijwel zeker dat D'66 op- euw mr. Hans van Mierlo als lijst mvoerder zal aanwijzen. Naast deze grotere groeperingen MR. W. J. GEERTSEMA Torentje? zullen er, zoals gebruikelijk, ook nogal wat kleine(re) partijen aan de verkie zingen meedoen, zoals de PSP (nu met A. G. van der Spek als lijsttrekker?), de PPR (Aarden of Tonnaer?), de Boerenpartij, Binding Rechts (gaat Harmsen zich nu al voor de Kamer terugtrekken of zal hij als hij ge kozen wordt een deel van de vol gende Kamer-zittingsperiode mee doen?), de SGP (Abma?), de CPN (wellicht met M. Bakker), het GPV (Jongeling), DS'70 (wil F. J. Goedhart Kamerlid blijven?) en de CDU (Kro nenburg). Verder is ook deelneming door de Kabouters en de Bejaarden partij niet onwaarschijnlijk. voor „het Plein" en zal het er, zegt men. gezien zijn grote diplomatieke kwaliteiten, niet slecht doen. Andere kandidaten voor „BZ" zijn staatssecretaris De Koster en minister Udink, maar de kansen van de huidi ge KVP-fractievoorzitter worden ho ger aangeslagen. Voor Binnenlandse Zaken wordt al lange tijd mr. W. J. Geertsema als dé kandidaat beschouwd. De waarschijn lijk 1 januari 1971 terugtredende bur gemeester van Wassenaar heeft ambi tie om de zetel in het „Torentje" in te nemen. Verder wordt in Den Haag veel en luid gesproken over een terugkeer van dr. G. M. J. Veldkamp (KVP) als mi nister. Hij zou de heer Roolvink als minister van Sociale Zaken gaan op volgen want het wordt erg onwaar schijnlijk genoemd dat de heer Bies heuvel deze partijgenoot in zijn kabi net zal opnemende verhouding tus-ë sen deze AR-politici is niet al te best. Nu dr. H. J. Witteveen te kennen gegeven heeft dat hij graag in de landspolitiek blijft (hij heeft zich be reid verklaard een verkiesbare plaals op de WD-lijst in te nemen) en niet meer zijn dagtaak in de economische wetenschap wil zoeken is het waar schijnlijk dat hij zijn zetel aan de Kneuterdijk zal blijven innemen. Hij doet zijn werk als minister van Fi nanciën erg graag en bij de andere partijen is het verlangen naar deze portefeuille niet erg groot. Het blijft natuurlijk mogelijk dat de WD op nieuw de KVP zal uitdagen een mi nister van Financiën uit haar gelede ren voor te dragen maar de kans dat dit zal lukken lijkt ook nu minimaal. Voor Volkshuisvesting en Ruimtelij ke Ordening wordt hardnekkig de naam van de KVP-er mr. F. H. J. .1 Andriessen, woningbouwexpert van de Tweede-Kamerfractie en directeur van het verbond van christelijke wo ningbouwverenigingen, genoemd. De heer Andriessen is op het ogenblik tweede man in de KVP-fractie en lijkt niet ongenegen om de leiding van het barakkendorp van de Van Alke- madelaan op zich te nemen. Het is ze ker dat ir. W. F. Schut niet meer als minister zal terugkeren; hij gaat zich volgend jaar weer helemaal aan zijn vak, de stedebouw, wijden. Nu dr. Veringa volgend jaar de mi nisterskamer in de „burcht" van On derwijs en Wetenschappen aan de Nieuwe Uitleg schijnt te verlaten wordt als eerste kandidaat vdor zijn opvolging staatssecretaris mr. J. H. Grosheide (AR) genoemd, die al vele jaren onderminister is en „hogerop" wil. Zo worden ook voor de overige por tefeuilles al driftig kandidaten ge noemd. We stoppen nu maar met deze opsomming die duidelijk heeft willen maken dat politiek Den Haag nu al bij wijze van spreken aan het for meren is geslagen. Rekenend voor de politieke situatie is dat op en om het Binnenhof nu al heel wat namen van mogelijke kandidaten voor het ministerschap zijn genoemd. Aangenomen wordt dat de drie confessionele partijen mr. Ba rend Biesheuvel als kandidaat-minis ter-president naar voren zullen schui ven. Hij zélf wil wel; in 1967 stond hij al met één been in het Catshuis toen hij omdat hij de KVP-kandi- daat voor Economische Zaken mr. L. de Block niet wilde accepteren tóch nog terug moest treden. Dat heeft hem al die jaren dwars gezeten vooral omdat later heel duidelijk geworden is dat mr. De Block geen sterke minister van Economische Zaken was. De drie confessionele partijen en de VVD zien in mr. Biesheuvel een krachtig leidende politicus die het als minister-president goed zal doen. De papieren van premier P. J. S. de Jong voor een nieuwe periode in het Cats huis worden op het ogenblik aanzien lijk lager genoteerd dan enkele maan den geleden. Zijn befaamde televi sie-interview op eerste Pinksterdag en zijn onduidelijke opmerkingen over d( defensie-uitlatingen van zijn naamgc loot prof. dr. L. de Jong hebben zijr cansen op een nieuw premierscha: een goed gedaan. Voor de opvolging van mr. Luns al ninister van Buitenlandse Zake) (hoewel je nooit zeker weet of Lun écht niet terug zal keren) komt vol gens de „Haagse kringen" drs. w. K N. Schmelzer als eerste in aanmer king. Hij heeft grote belangstelling VP/at niemand nog durft te voorspel- len is de uitslag van de Kamer verkiezingen van 28 april 1971. Op grond van de Statenverkiezingen 1970 zou men kunnen aannemen dat er voor de VVD, D'66 en de CPN vergeleken met de huidige zetelverde ling winst in zit terwijl de PvdA en de CHU ongeveer gelijk zouden ^.blij ven en de KVP en de ARP enig ver lies zouden lijden, maar zelfs de ijve rigste voorspellers rond het Binnen hof vinden het nu nog te vroeg om zo'n prognose voor hun rekening te nemen. Natuurlijk kan er nog veel verande ren in de komende maanden; men zou zich bijv. nauwelijks kunnen voorstel len dat de PvdA zich zo automatisch weer in de oppositie zou willen ma noeuvreren; D'66 is bezig met de voorbereiding van een „relance" een „nieuw begin". Ondanks al deze mogelijkheden verwachten weinigen in Den Haag nog grote politieke aardverschuivin gen in de periode tot eind april 1971 hoewel men dat niet zo openlijk zegl iit vrees dat de politieke onverschi! 'igheid nog groter wordt dan zij nu al 's. Men is het erover eens dat er aan bevordering van de politieke duide Ijkheid nog heel veel gedaan moet vorden wil de interesse van de kies :erechtigden aanzienlijk toenemen We zijn benieuwd wat er van terecht komt! e. J. mathïeJ

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1970 | | pagina 14