,JK HOOP DAT
VER TEKEND BEELD
ZAL BIJTREKK
„P. van Vollenhoven5 X hellen stond er rijf jaar geleden nog op zijn naamplaatje
in Leiden waar hij studeerde. Dat is nu - in het statige paleis Het Loo - wel een beetje
anders geworden.
Een aardige jongemannoemde prins Bernhard hem op die tiende maart 1965de
dag van Pieters verloving met prinses Margriet. En de toenmalige premier Marijnen
had het die dag triomfantelijk over een zoon van het volk".
Van aardige jongemanis mr. Pieter in vijf jaar tijds opgeklommen tot vader van
twee prinsenvan student tot directiesecretaris van de Nederlandse Heidemaatschappij
van „zoon van het volktot volwaardig lid van het Koninklijk Huis.
ROLLADE
PRAATJES
VERTROETELD
EUROPEANEN
DE TROON
De bevolking kent Pieter van Vollenhoven, echtgenoot
van prinses Margriet, kasteelheer van Het Loo, slecht. Dat
komt doordat mr. Pieter niet aan de weg timmert en dat ook
niet hoeft te doen, in tegenstelling tot prins Bernhard en
prins Claus die een constitutioneel - heel andere functie
hebben. Pieters werk ligt bij de Heidemaatschappij en niet
in de openbaarheid.
Maar onbekendheid is een vruchtbare bodem voor
kletspraatjes. Zo zou het hem „in de bol geslagen" zijn en
zou hij met zijn neus in de wind lopen. Maar toen hem
eens gevraagd werd waarom hij in het openbaar nooit eens
over zijn werk vertelde of interviews wilde geven kwam er
een allesbehalve verwaand antwoord„Je moet eerst wat
bereikt hebben voordat je wat gaat vertellen. En ik moet
nog helemaal beginnen.
IN DE FILE
PIETER VAN VOLLENHOVE
WENST ZICHZELF TE ZIJN
Ik ben nog in opleiding en moet
mijn hele leven nog maken. Ik heb nog
niets gepresteerd en het feit met een
prinses getrouwd te zijn is geen reden
om interviews te geven. Dat is nuchte
re taal, uit de mond van een reële, ge
wone, joviale man die hard moet wer-
Door zijn werk bij de Heidemaat
schappij staat mr. Pieter min of meer
buitenspel.
Er zijn echter ook gunstige anekdoten
over hem. Zoals dat verhaal over die
slager en zijn vrouw uit Apeldoorn die
eens met hun auto muurvast in de
sneeuw zaten. Er kwam een auto voor
bij waaruit een man stapte. Of hij
moest helpen? „We komen ër wei
uit", zei de slager die de „onbekende"
niet had herkend. Maar toen er toch
geen beweging te krijgen was in de
auto van de slager bood de ander aan:
„Geeft u mij die sleepkabel maar, dan
trek ik hem er toch gewoon uit".
Toen de slagersvrouw van deze „red
dingsoperatie" een foto wilde maken
kwam een dame uit de andere autq tus
senbeide. Vriendelijk vroeg ze die foto
achterwege te laten. „Toen ontdekten
we dat het Pieter en Margriet waren",
vertelde de slager later „Ik heb toen
thuis een rollade gemaakt, er een slof
sigaretten en een briefje bij gedaan en
dat opgestuurd naar Het Loo. Want ik
vond het sympathiek wat ze gedaan
hadden".
Of hij zich nog steeds een „zoon van
het volk" voelt, is hem eens gevraagd.
Uit zijn antwoord blijkt dat Pieter
ondanks zijn nieuwe status met bei
de benen stevig op de grond staat. „Wij
zijn toch immers samen Nederlanders?"
Door alle kletspraatjes hebben de
mensen langzamerhand een vertekende
indruk van hem gekregen. Daardoor
voelt mr. Pieter wel eens een afstand
tussen hem en de bevolking. Maar dat
ligt dan niet aan hem. Die mensen moe
ten immers eerst een onjuiste in
druk overwinnen.
Hij kan daar weinig anders aan doen
dan zichzelf zijn. Daar komt bij dat hij
nu eenmaal minder mensen in het
openbaar ontmoet dan bijvoorbeeld
prins Claus wiens functie constitutio
neel heel anders ligt.
Pieter trekt zich die kletspraatjes
flink aan. Vooral als er feiten worden
verdraaid. Zoals dat verhaal dat er een
breuk zou zijn tussen hem en zijn ou
ders. „Waar halen ze het in hemels
naam vandaan?" reaeerde hij daar later
een beetje wanhopig op. „Dat zijn pure
verzinsels. Soms denk ik wel eens dat
ik een dubbelganger heb, met net zulke
flaporen".
Pieter heeft ook wel eens verteld wat
hij daaraan denkt te doen. „Gewoon
mezelf blijven en me normaal gedra
gen. Ik geloof dat dit een kwestie van
lange adem is. Ik hoop dat dan het ver
tekende beeld zal bijtrekken".
Pieter heeft een druk leven. Per jaar
legt hij met zijn auto zo'n zestigdui
zend kilometer af. Hij is directiesecreta
ris buitenland bij de Heidemaatschappij
en behandeld er de financiering van
ontwikkelingsprojecten. Het is een ad
viserende baan waarin hij geen beslis
singen neemt omdat hij veel te maken
heeft met politieke aspecten van die
landen en dan in botsing komt met zijn
onafhankelijke positie van lid.
van het Koninklijk Huis. Daarvan
heeft hij trouwens in zijn werk weinig
plezier of last. In het buitenland legt
zijn officiële status geen extra gewicht
in de schaal.
Mr. Pieter houdt zich ook bezig met
studie van internationale toeristische
projecten, bijvoorbeeld in het Midden-
Oosten. Hij „zit" daar dan ook nogal
eens voor „zijn baas". Maar ook als lid
van het Koninklijk Huis heeft Pieter
zijn werk en zijn representatieve ver
plichtingen. Zijn agenda zit dan ook
bomvol.
Pieter heeft een opgeruimd karakter,
waardeert humor, weet zelf ook een
paar goede weg te geven en is zeer
slagvaardig in een gesprek. Hij is ook
spontaan. En als later blijkt dat hij te
ver gegaan is komt hij daar eerlijk vopr
uit.
Zoals na die wat hij zelf noemt
stomme" opmerking na de geboorte
van zijn zoontje Bernhard. „We gaan
net zolang door totdat we een dochter
hebben". Een opmerking die uitgroeide
tot een nationale tophit. Na de aangifte
van Bernhard bekende Pieter openhar
tig: „Ja, achteraf zat ik daar ook nogal
mee in. Ik heb dat in zijn spontaniteit
gezegd. Er waren al zoveel zoons in de
familie geboren".
Na de aangifte van zoon Maurits
april 1968 gaf hij ook een paar rake
weg.
„Hebt u wel eens een luier omge
daan?" werd hem gevraagd.
aan dezelfde discipline ais anderen?"
Mr. Pieter: „Ik ben er zwaar vertroe
teld. Ik ben er alleen niet 's morgens
om zes uur gewassen".
Of hij nu een paar dagen vrij had?
„Ja, ik heb prestatieverlof, zoals dat in
de dienst heet".
Pieters grote hobby is de vliegerij.
Met enthousiasme heeft hij zich op zijn
vliegersopleiding gestort. „Hij was
enorm leergierig en vroeg honderd-uit",
vertelde een van zijn instructeurs later.
Pieter wil in ons land ook graag de
sportvliegereij stimuleren. In het buiten
land wordt die gesubsidieerd.
Als student al ging zijn speciale be
langstelling uit naar het onderwerp: in
ternationale politiemacht. Het werk van
de Verenigde Naties heeft hem altijd
geboeid. Zijn ideaal is: een internatio
nale functie met Nederland als basis.
Want Pieter is erg gehecht aan Neder
land.
Zó zal hij ook zijn kinderen opvoe
den. „Wij wilen Europeanen van hen
maken, zelfs wereldburgers," heeft hij
eens gezegd. „Wij willen hen klaar ma
ken voor de wereld-van-straks. Ze
moeten over de genzen heen leren kij
ken en ook de problemen daar leren be
grijpen. Onze huidige generatie oordeelt
nog te veel uit ons eigen Nederlandse
standpunt. Bovendien zullen we onze
kinderen leren aan hun medemens te
weliswaar op de zesde en zevende
plaats op de lijst van troonopvolg(st)ers,
maar er kan altijd wat gebeuren met
hun voorgang(st)ers. „Maar hun opvoe
ding zal wel een stuk vrijer kunnen
zijn", zei hij na de aangifte-van zoontje
Bernhard.
„Maar de gedachte aan een eventue
le troonopvolging kan niet geheel wor
den uitgeschakeld. Het is voor ons
echter geen eerste punt van overwe
ging. Ons toezicht op dit punt is re
pressief, niet preventief".
„Ik hoop dat wij een goed gezin
voor onze kinderen zullen zijn", heeft
hij later eens gez.egd. „Wij willen als
ouders niet alleen met onszelf bezig
zijn, niet egoïstisch zijn. Dan kun je
beter geen kinderen hebben. Terug
denkend aan mijn eigen opvoeding en
mders wil ik van mijn gezin een goed
%ezin maken"
Mr. Pieter: „Neen, nog niet. Ik had
niemand om op te oefenen".
Hij had toen net een paar nachten in
het Utrechtse Academisch ziekenhuis
geslapen. „Was u daar onderworpen
d'enken."
Met de opvoeding van zijn kinderen
moet ook hij min of meer rekening
houden met een overigens geringe
kans op de troon. Zijn zoontjes staan
Het zijn opmerkingen die uit de
mond van iedere vader kunnen ko
men
Mr. Pieter van Volienhoven mag
zich nu de trotse vader van twee
zoons noemen. Allebei de keren ging
de aangifte van zijn kinderen met 'n
cadeau gepaard. In Apeldoorn
kreeg hij van burgemeester Des
Tombe een antieke zilveren ram
melaar ten geschenke foto boven),
een cadeau, dat hem niet onbekend
voorkwam, aangezien hij bij de
aangifte van de oudste zoon van de
gemeente Utrecht ook zo'n baby-
s peel goed je had ontvangen (foto on
der).
ken.
En dan de dienst. „Ja, natuurlijk,
tachtig procent van de mannen gaat in
dienst, dus ik net zo goed", heeft hy
daarover eens gezegd'. Uit die tijd da
teert het praatje dat Pieter in Gilze-Ry-
en door zijn „maten" in een vijver ge
gooid was omdat hij met zijn neus in de
wind liep.
Later vertelde hij daarover: „Ik had
myn eerste solo-vlucht achter de rug
en dan is het een soort ontgroening om
in die vyver gemikt te worden. Dat ge
beurt by iedereen.
Dus ook bij mij want ik werd' net als
ieder ander behandeld. Maar meteen
deed het verhaal de ronde dat ze mij
eens mooi te grazen hadden gehad om
dat het mij in de bol geslagen zou zijn".
En dan dat verhaal dat hij indertijd
met zijn auto een file wilde ontvluch
ten en over de vluchtstrook ging rijden.
Hij gaf dat later eerlijk toe. „Ik moest
op een afgesproken tijd in Den Haag
zijn „officieel". Ik zat in een file van
vijftien kilometer. Maar ik kan daar
toch niet een paar uur te laat aanko
men? Ik ben toen inderdaad over die
vluchtstrook gereden, maar dat ik toen
gezegd zou hebben: „Ziet u dan niet dat
ik Pieter van Vollenhoven ben?", zoals
het verhaal wil, is onzin. Als ik dat zou
zeggen zou ik toch afgaan als een gie
ter".
Foto boven: Een van zijn grootste
hobby's is vliegen. Tijdens zijn
diensttijd ontwikkelde hij zich tot
een kundig piloot, die volgens zijn
instructeurs een goede vlieger is.
Onder van links naar rechts: Als
directie-secretaris van de Neder
landse Heidemaatschappij is Pieter
van Vollenhoven een gewone, hard
werkende jongeman, die voor zijn
werkgever vaak in het buitenland
verblijft. Thuis op het Loo is er
dan meestal ook nog wel wat cor
respondentie af te handelen.
Als hij even vrij heeft, wandelt hij
graag met zijn vrouw in de tuinen
van het Loo.
Ook een verloofde van sen prinses
moet zijn dienstplicht vervullen. Als
gewoon soldaat leerde ook Pieter
„rechts richten".