De tirannie verdrijven
Hervormden voor belangrijke beslissingen
Beroepingswerk in beweging
Honderden kilometers reizende
hoorcommissies in het gedrang
Zendingsdag
GZB. in
Driebergen
Ter overdenking
Hoorcommissies
Verbetering
Analyse nodig
AKV voortzetten
Rijkssteun
Hervormd-gereformeerd
Steeds duidelijker
PASTORAAL VERZORGER
pEN van de grole vragen die de Alge-
mene Kerkvergadering van de Ne
derlandse Hervormde Kerk heeft opge
roepen én geaccentueerd is die van de
communicatie tussen wat er in het sta
tige gebouw aan de Carnegielaan 9 in
Den Haag en het moderne centrum
Hydepark (waar de generale synode ge
vestigd is resp. vergadert) gebeurt ener
zijds en „het grondvlak van de kerk"
anderzijds. Tijdens de slotzitting van de
AKV, met Pinksteren in Driebergen, is
namelijk gebleken dat er een ontstellend
gebrek aan communicatie is en dat wat
er in, Den Haag en Driebergen gebeurt
in Amsterdam, Siddeburen, Geleen,
Meliskerke, Valburg en Ernst niet of
nauwelijks óverkomt. Een van de dui
delijkste voorbeelden was de in de AKV
intensief besproken vraag naar het
spreken van de kerk in de samenleving.
Tot hun verbijstering moesten de op de
galerij zittende synodeleden constateren
dat de AKV-ers nü oip uitspraken
vroegen die vijf of tien jaar geleden
door de synode al gedaan waren
Bij bovenstaande woorden denken we
allemaal aan ons volkslied. Maar er zijn
er nog een paar meer in ons leven dan
de turannen die daar bedoeld worden;
•en hele bende die tegen ons lijkt sa
men te zweren. En al zo oud dat we er
oek al mee kennis maken in het be
roemde verhaal van de twee zusters:
Martha en Maria. Die twee hebben het
ver gebracht in de wereld en hun faam
is tot vrijwel alle uithoeken van de we
reld doorgedrongen. Hoe dat zo geko
men is? Ergens lang geleden, in een
huisje, in een gehuchtje was plotseling
een naar incidentje; maar dat incient-
je dis de aanleiding geworden tot een
woord van Jezus dat de eeuwen ver
duurd heeft en waar niemand zonder
grote schade voor zichzelf zich vanaf
kan maken. Met welk woord van Jezus
kunnen we dat wel?
Zoals gezegd: het verhaal is bekend.
Jezus is daar in huis gekomen bij die
twee. Hij zit daar en spreekt; de tekst
zegt: hij g^eft onderricht. De een luis
tert en de ander niet; die heeft het veel
te druk. Er moet van alles gebeuren en
je hoort door Jezus' woorden heen het
rinkelen en rammelen van het vaat
werk; ze blaakt van energie en ijver.
Maar je voelt ook de spanning stijgen.
Boze blikken vliegen keer op keer naar
de hoek waar het tweetal zit. Dat zit
daar maar en dat luistert daar maar
alsof er op dat ogenblik geen andere
dingen te doen zijn! En wie die oog
heeft voor al haar gesloof? Daar is
blijkbaar geen aandacht en geen waar
dering voor. Het is wel duidelijk: ze
voelt zich miskend en buitengesloten.
En dan eindelijk het kan niet uitblij
ven komt de ontploffing. En zoals
dat vaak gaat met driftige mensen, ze
weet goed raak te slaan ook. Eén zin
twee klappen: één voor Jezus, één voor
haar zuster: Meester, trekt ge u dat niet
aan. dat mijn zuster mij alleen laat die
nen? Zeg haar! En dan volgt Jezus'
woord over het bezorgd zijn en het ver
ontrust zijn over de vele dingen en over
de weinige die nodig zijn waarna die
weinige nog weer verenkeld worden tot
llechts een. We vragen: wat mag dat
weinige en dat ene dan wel zijn? Dat
zullen we straks nog zien maar eerst
een andere opmerking die wel nodig is
want we hebben met dit verhaal vaak
raar omgsprongen. We hebben vaak er
mee gedaan alsof we hier te maken
hadden met twee heel verschillende ty
pen van mensen: het bedrijvige soort
en het meer meditatieve en naar binnen
gekeerde, het meer beschouwelijke. En
Jezus zou dan voor de laatste soort de
meeste sympathie aan den dag leggen.
Gelukkig is daar geen sprake van.
Stel je voor! Het verhaal geeft daar
ook hoegenaamd geen aanleiding toe.
Integendeel. Jezus neemt het niet voor
een bepaald type op maar Hij heeft het
over Maria's keus! Het is die keus die
Hij in bescherming neemt want dat is
het wat hier in geding is.
En daarmee zijn we terecht gekomen
bij die vraag wat dat weinige en dat
ene wel zijn mag. Als Jezus daar bin
nen komt en onderricht geeft is er op
hetzelfde moment iets aan de orde dat
we zouden kunnen aanduiden met: een
rangorde van waarden. Hoe gaat bij ons
er naar toe? Is dat niet het grote euvel
van ons dagelijks leven dat alle dingen
daar de pretentie hebben het hoogste
woord te mogen voeren? En doen ze dat
ook metterdaad niet telkens weer? Al
les en alles dringt zich op het eerste
plan en gaat er met ons vandoor. De
meest kleine en onbelangrijke dingen
worden demonen en turannen die ons
terroriseren en ringeloren tot we er aan
kapot gaan.
Zo te zien zouden we zeggen dat Jezus
alles in het vage en mistige laat: wat is
toch dat weinige, dat ene, dat onverlies-
bare „goede deel"?
U zoudt eens moeten kunnen zien hoe
zo'n oud Grieks handschrift er uit zag.
Zw schreven daar geen punten, geen
komma's; ze kenden geen indeling in
zinnen door leestekens te plaatsen; niet
zoals bij ons het inspringen van regels
of nieuwe alinea's, laat staan een inde
ling in hoofdstukken. Alles gaat daar
zomaar achter elkaar in één adem door.
Als u dat nu weet moet u uw bijbel
eens opslaan bij het slot van Lucas 10;
dat levert een interessante verrassing
op. Bij ons begint er dan een heel
nieuw hoofdstuk maar Lucas is zomaar
zonder punten of komma's doorgegaan
naar de vraag van de discipelen of Je
zus hen wilde leren bidden en u weet
welk gebed Jezus hun toen gegeven
heeft: het gebed met de grote rangorde
van waarden: voorop Gods Naam, Zijn
Koninkrijk en zo binnen die ene rang
orde komen alle dingen van het men
senleven op de hun toekomende plaats
te staan. Alleen dèar en zó worden de
het levende vermoordende turannen en
demonen uitgedreven.
We hebben het allemaal zonder uit
zondering druk; veel te druk. Te druk
om naar Jezus te luisteren. Maar het be
gin van het kwaad ziet er anders uit:
als we niet naar Jezus luisteren moeten
we onder het juk van de demonie van
de duizend en een dingen het onherroe
pelijk veel te druk krijgen. En het el
lendige is dat daar iets in zit van een
oordeel: wie zou ongestraft een woord
van Jezus naast zich neerleggen? En als
dan wél Gods Naam, Zijn Koninkrijk.
Zijn Wil voorop zijn komen staan, heb
ben we het dan ineens niet druk meer?
Misschien nog wel veel drukker maar
met een onverliesbare zekerheid die
niet van ons kan worden weggenomen;
deze: „dit weet ik, dat God met mij
Renswoude.
J. C. Jonkers.
Tijdens de eerste slotzitting van de Algemene
Kerkvergadering, in het Pinksterweekeinde te
Driebergen, en de daarop gevolgde zitting van
de generale synode van de Nederlandse Her
vormde Kerk is bij menigeen de vraag naar de
toekomst van de hervormde kerk naar voren ge
komen. Het is duidelijk dat er op korte termijn
verreikende beslissingen genomen zullen moeten
worden waarover zoveel mogelijk kerkleden
en belangstellenden willen mééden ken.
Deze overweging heeft geleid tot bijgaande
beschouwing waarin enkele kernzaken naar vo
ren gebracht worden. In de eerste plaats (we
kozen een vrij willekeurige volgorde) dient er
heel wat te gebeuren aan de communicatie
binnen de kerk; daartoe dient de organisatie
van de kerk onder ogen gezien te worden. Een
niet onbelangrijk onderdeel van de organisatie is
het financiële apparaat waaraan wij óók enige
aandacht wijden. Ten slotte zal de eenwording
met andere kerken in versneld tempo plaats
vinden waarbij wij in het bijzonder denken
aan de integratie met de Gereformeerde Ker
ken die plaatselijk al enige gestalte lijkt te krij
gen en waarschijnlijk landelijk .geïllustreerd''
zal worden door het bouwen van een geemen-
schappelijk synodegebouw in Driebergen.
Hervormden en gereformeerden samen naar de kerk. Het ziet ernaar uit dat
dit over vijf A tien jaar meer regel dan uitzondering zal zijn. In Uden-Veghel
in Noord-Brabant vindt nü al, zoals uit dit artikel blijkt, een duidelijke-integra
tie plaats.
De gedachten over huisvesting" van de plaatselijke kerkelijke gemeenten zijn
de laatste jaren grondig gewijzigd. Steeds meer komt naar voren dat de kerk
midden in de maatschappij dient, te staan, men denkt in vele nieuwe wijken
en steden dan ook aan kerkelijke centra als onderdeel (ook architectonisch)
van wijkcentra. Ook de financiering van deze gebouwen wordt heel anders;
bij de verdere ontwikkeling zal het lot van de Wet Premie Kerkenbouw een
heel belangrijke rol spelen.
YET/E de (hervormde en gere
formeerde) kerkelijke pers
regelmatig doorneemt komt tot
de conclusie dat bij het beroe
pingswerk belangrijke verande
ringen aan de gang zijn: steeds
meer plaatselijke gemeenten en
kerken gaan ertoe over op een
andere wijze dan vroeger hun
predikant aan te trekken. Bla
den als „Woord en Dienst
(tweewekelijks blad voor her
vormde ambtsdragers) en het
Centraal Weekbladvan de
Gereformeerde Kerken bevatten
de laatste tijd veel „predikants-
advertenties"De opvallendste
stond in „Woord en Dienstvan
11 juli zij besloeg een hele
pagina en was afkomstig van de
hervormde gemeente van Blari-
De kerkeraden der Hervormde Gemeenten vanAdorp en Wetsinge-Sauwerd
(plm. 5 km. van de stad Groningen) zoeken voor spoedige indiensttreding:
met preekbevoegdheid, die genegen is enkele dagen per week werkzaam
te zijn in de gemeenten.
Zij denken aan een theoloog, studerend voor het doctoraal examen of een
catecheet-hulpprediker, die part-time werkzaam is.
Salariëring naar gelang de overeengekomen werktijd.
Goede woning te Adorp beschikbaar. Nadere tal. bij: J. L. Raangs, Wie-
rumerschouwsterweg 40, Adorp, teL 05909-437.
Soil, schriftelijk aan hetzelfde adres.
cum:
„Hoe ziet u als predikant een plaat
sing in de hervormde gemeente Blari-
cum?"
„Zó? - Mooie landelijke gemeente.
Met oude bevolkingskern. Trouwe lid
maten. Er zal een stabiel geestelijk
leven zijn. Aantrekkelijk is ook het
salarisniveau. Zou me er snel thuis-
voelen, denk ik."
„Of zó? Geen gemakkelijke ge-
meerite, lijkt me. Sterk heterogene
bevolking. Jeugdprobleem? Slechts
weinig praktizerenden tussen 18 en 25
jaar. Bejaarden - 36 procent van de
volwassen lidmaten zijn boven de 65 -
voelen niet zo voor vernieuwingWel
een uitdaging dat alles, maar of ik er
geschikt voor ben?"
„De hoop van onze kerkeraad is:
ten geestelijke voorman te vinden die
ongeveer denkt als de laatste". Daar
na wordt o.m. een aantal belangrijke
gegevens vermeld over de hervormde
gemeente en aan belangstellende pre
dikanten gevraagd zich tot de secreta
ris-kerkvoogd te wenden.
Minder opvallend, meer een door-
snee-advertente is deze, eveneens uit
..Woord en Dienst", zij is afkomstig van
de hervormde gemeente Lutten in
Noordoost-Overijssel:
„In verband met het a.s. vertrek van
onze tegenwoordige preidkant ds. F.
Gerbrandy zoeken wij contact met een
predikant (midden-orthodox) voor onze
goed meelevende gemeente. Aantal zie
len: 2.000. Een prachtig gelegen nieuwe
pastorie (1965) met c.v. staat ter be
schikking. Onze kerk is in 1854 ge
bouwd en vorig jaar grondig gerestau
reerd. De jeugd beschikt over een riant
verenigingsgebouw dat eveneens vórig
jaar is uitgebreid."
„Alles gelegen in de onmiddellijke na
bijheid van nieuwe Chr.-Nat. school
(moet nog in gebruik worden genomen)
en nieuwe spaorthal (in maart jl. ge
opend). Binnen een straal van 6 km
volop recreatiemogelijkheden zoals
zwem
kypar
ibaden, vijvers, heel veel bos, po-
irk enz. Tot nu toe is onze gemeen
te in groep 2 met ruime vervoersver
goeding."
„Naast vakantiezondagen nog vier
extra vrije zondagen. In onze gemeente
met haar goede ringcontacten kan het
voor een energiek predikant prettig
werken zijn. Uw brief zien wij gaarne
tegemoet...."
Dergelijke advertenties kan men met
een steeds grotere frequentie in de lan
delijke kerkelijke bladen aantreffen en
menig predikant heeft op deze wijze
een nieuwe gemeente gevonden (en om
gekeerd).
\ilie met de praktijk van het be-
roepingswerk enige ervaring heeft
zal ongetwijfeld erkennen dat een
drastische wijziging van de al jaren be
staande praktijk noodzakelijk is. Hoe
het tot dusver veelal gaat moge uit het
volgende voorbeeld blijken:
Een gemeente met drie predikants
plaatsen krijgt een vacature: een van
de predikanten vertrekt naar een an
dere gemeente. De betreffende wijk-
kerkeraad treedt in overleg met de cen
trale kerkeraad van zijn gemeente en
richt een verzoek tot de centrale com
missie voor het beroepingswerk in Den
Haag (voorzitter: ds. W. Dijckmeester
uit (Hilversum). In deze brief wordt zo
duidelijk mogelijk omschreven wat voor
een predikant men wenst. In Den Haag
wordt vervolgens een lijstje van moge
lijk in aanmerking komende predikan
ten opgesteld (het is al een pluspunt dat
er althans een centrale instantie is
waaraan predikanten bijv. vertrouwe
lijk kunnen melden dat zij graag een
beroep zouden willen ontvangen), dat
aan de kerkeraad wordt gezonden. In de
vergadering van de kerkeraad wordt het
lijstje bestudeerd en eventueel aange
vuld. Daarna wordt er een hoorcommis-
sie benoemd die gaat „horen".
Dit „horen" is vaak een ware lijdens
weg. Zondagmorgen vroeg begeeft de
commissie zich op weg naar de plaats
waar de eventueel te beroepen predi
kant staat (vaak zijn het lange reizen).
De kerkdienst wordt bezocht en daarop
volgt een gesprek met de predikant en
eventueel zijn vrouw.
Dikwijls zijn dat moeizame gesprek
ken omdat er persoonlijke zaken wor
den besproken door mensen die elkaar
niet of nauwelijks kennen. Daarna gaat
de commissie naar huis terug en de vol
gende zondagen worden dergelijke rei-
Zó werven steeds meer hervormde ge
meenten haar predikanten.
zen (naar andere plaatsen) herhaald
waarna een rapport wordt opgesteld.
Dit wordt in de kerkeraad besproken en
daarna wordt eventueel samen
met de centrale kerkeraad een beroep
uitgebracht. De beroepen predi
kant heeft daarop drie weken de tijd
voor zijn beslissing. Uit de beroepings-
berichten in de krant weet men al te
goed dat erg vaak „bedankjes" ko
men. Daarna moet de hele procedure
(of een deel ervan) opnieuw beginnen.
lViet alleen de buitenstaander is van
mening dat deze manier om een
predikant aan te trekken allesbehalve
efficiënt is. Een ander bezwaar is dat
de predikanten nog te veel af dienen te
wachten en en een stuk keuze-vrijheid
moeten missen, ofschoon de werkwijze
van de centrale commissie voor het be
roepingswerk wat meer mogelijkheden
biedt dat er vroeger waren. Hoewel van
Den Haag uit enig richtinggevend werk
wordt verricht, gebeurt het ong al te
vaak dat een hoorcommissie zondags
200 km heen- en even zoveel terugreist
om een predikant te horen die in het na
de dienst volgende gesprek moet vertel
len dat hij op een beroep géén prijs
stelt
Wat in kerken en modaliteiten van
kerken met véél predikantsvacatures
door predikanten ook als een minder
prettige zaak wordt gezien is de over
grote belangstelling voor hen zodra ze
(weer) beroepbaar zijn.
Kort geledèn zei een predikant van
de Geref. Bondsmodaliteit in de Ned.
Herv. Kerk óns dat hij zijn „gewone"
werk al maandenlang niet naar beho
ren had kunnen verrichten omdat hij
beroep op beroep kreeg en zoiets nu
eenmaal niet alleen een massa tijd
vraagt (bezoeken aan een beroepende
gemeente, ontvangen van delegaties
etc.) maar ook heel veel spanning
met zich meebrengt." „Ik sta hier nét
vier jaar en ben dus in theorie be
roepbaar maar in werkelijkheid wil
noch kan ik hier weg."
V)it alles in aanmerking genomen
zijn we bepaald blij met de adver
tenties die o.a. in „Woord en Dienst"
en het „Centraal Weekblad" verschij
nen. De praktijk hiervan is dat op zulke
advertenties predikanten schrijven die
belangstelling voor de betreffende pre
dikantsplaats hebben; dat is al een goe
de basis voor het gesprek met de ker
keraad of de hoorcommissie, die hier
door ook een interessant beeld krijgt,
van de „markt".
Na deze gesprekken wordt door ker
keraad en een van deze predikanten de
beslissing genomen en de gemeente
heeft haar nieuwe predikant.
Ook in de Gereformeerde Kerken is
een instantie gekomen die centrale be
moeienis met het beroepingswerk
krijgt; in korte tijd is al gebleken dat
voor dit bemiddelende werk veel
belangstelling bestaat.
In de Rooms-Katholieke Kerk zijn op
dit gebied ook veranderingen gaande:
tegenwoordig wordt over een eventuele
benoeming elders door het bisdom uit
drukkelijk overleg gepleegd met de be
trokken priester; het zomaar overplaat
sen van priesters komt niet meer voor.
IJet komt ons voor dat de problema-
tiek rond het beroepingswerk op
korte termijn geanalyseerd dient te
worden. Het komt nog teveel voor dat
de juiste man (vrouw) niet op de juiste
plaats terechtkomt en dat is juist in de
kerk bijzonder jammer. Omdat de pro
blemen op dit gebied voor meer protes
tantse kerken gelden kan het nuttig
zijn de analysering gemeenschappelijk
aan te pakken.
Donderdag 6 augustus stroomt Drie
bergen weer vol vrienden van de Gere
formeerde Zendingsbond (in de Neder
landse Hervormde Kerk). Ook dit jaar
zal de grote zendingsdag van de GZB ir
het Rijsenburgse Bos vele duizender
trekken.
Als sprekers zijn uitgenodigd: ds. J
H. Cirkel te Bodegraven, ds. P. Vermaa
te Vlaardingen, ds. A. Gooyer te Delft
ds. J. P. Verkade te Nieuwe Tonge eri
ds. J. van den Heuvel te Waddinxveen.
Mevrouw G. Riphagen-Hamoen zal een
op de jeugd afgestemd zendingsverhaal
vertellen.
Verder staat weer een begroeting van
zendingsarbeiders-met-verlof en een
afscheid van hen die, naar aangenomen
wordt, spoedig in zendingsdienst zullen
uitgaan, op het programma.
De GZB heeft binnenkort naast vele
andere zendingsmedewerkers, twintig
zendelingen „in het veld"; het zijn er
nu achttien. Eind 1970 vertrekt ds. G.
Boer jr. naar Ambon om de protestant
se kerk op de Molukken te helpen btj
de theologische vorming van a.s. predi
kanten; verder vertrekt mogelijk in
september dr. H. Goedhart (Rotterdam)
naar Kenya voor een docentschap oud
testamentische vakken aan het St.
Paul's United Theological College te Li-
muru.
Men kan daarover natuurlijk wel hoogmoedig
zijn schouders ophalen en mompelen dat de
AKV-deelnemers zich beter hadden moeten do
cumenteren. Welnu, dat kunnen zij nu: in het
we zouden bijna zeggen: onmisbare Leidse
proefschrift van H. D. de Loor: „De kerk in de
samenleving, een analyse van het spreken der
Nederlandse Hervormde Kerk sedert 1945", een
uitgave in de Anthos-reeks van Bosch en Keu-
ning en In den Toren te Baarn. We komen straks
nog op deze belangwekkende dissertatie terug.
Bij deze documentatie kan het echter niet blij
ven: er moet iets gedaan worden ter verbetering
van de communicatie tussen Den Haag/Drieber
gen en „het gewone kerklid" en dat wordt nu
een van de grote uitdagingen voor de hervormde
kerk.
Het gaat niet alleen oim dit kerklid ook de „ge
wone" ambtsdrager in de gemeente voelt zich
nauwelijks betrokken bij wat er ter synode ge
beurt. De organisatie van de kerk. hoe fraai ook
in theorie, vertoont aanzienlijke gebreken. Het
klinkt prachtig: een democratisch gekozen kerke
raad zendt zijn afgevaardigden naar de ge
trapt verkozen classicale vergadering en uit
de classicale vergaderingen komen de synodele
den voort.
Fraai in opzet, uitermate gebrekkig in de
praktijk. We zijn niet uit eigen ervaring op de
hoogte van wat er uit de synode in de classicale
vergaderingen ter sprake komt, maar we hebben
wél enige ervaring met de communicatie: classi
cale vergadering-kerkeraad.
Onze en anderer ervaring duidt erop dat
er van het rapporteren van wat er op de classi
cale vergaderingen terechtkomt heel gering is,
laat staan wat er uiteindelijk aan de gemeentele
den meegedeeld én met hen besproken wordt.
Veel classicale vergaderingen leiden een geheel
eigen leven en het is min of meer gebruikelijk
dat we omdat we voor de krant de synodever
gaderingen plegen te bezoeken in Hydepark
vernemen wat er in onze eigen classis besproken
en besloten is. En dat is niet bepaald de bedoe
ling van deze kerkorganisatie...
Vf'ij hebben in theorie begrip voor het bezwaar
van de Gereformeerde Bond tegen de AKV
dat de ambtelijke vergaderingen door de AKV
aangetast zouden kunnen worden. In de praktijk
zijn ze allang aangétast door de vele gebreken
die de organisatie laat zien. zelfs in de plaatse
lijke gemeente is al te vaak sprake van een ge
brek aan communicatie door de geringe openheid
die de kerkelijke organen voorstaan.
Juist de AKV heeft het probleem van de rela
tie tussen het doen en laten van de „top" en het
„grondvlak" op tafel gelegd en daarom zijn wij
van mening maar we willen het nog maar
heel voorzichtig poneren dat de AKV een ver
volg (en niet alleen dat van begin januari 1971)
moet krijgen. Waarom zou de AKV niet de rol
van „aangevers" en „doorgevers" kunnen krij
gen, nèèst de generale synode die de beslissingen
neemt? Dat tast het gezag van de synode tocl
niet aan? Een dialoog tussen AKV en synode
vóór de beslissingen vallen kan uiterst verrij
kend werken. Zo zou men zich ook de vorming
van provinciale/regionale en plaatselijke AKV
kunnen voorstellen. Deze gedachte onzerzijd
spruit niet voort uit wantrouwen jegens de syno
de. We volgen al enkele jaren de zittingen var
de synode op de voet en ter plaatse en voor war
trouwen hebben we helemaal geen reden. Zi
komt slechts voort uit de constatering dat e
kennelijk iets mis is in de organisatie van d<
kerk en het functioneren van de ambtelijke ve
gaderingen.
We zouden nóg een voorbeeld kunnen noemt
Naar onze mening is „het financiële apparaat
j.r de Generale Financiële Raad) van de Nee
Herv. Kerk veel te machtig geworden en word
iet te weinig begeleid en gecontroleerd.
Let wel: deze opmerking slaat niet op he
technische aspect van het beheer van de finan
ciën van de Nederlandse Hervormde Kerk: dat v
in uitstekende handen. Het gaat er ons om dat d<
generale synode in 't geheel geen „grip" heeft oj
het financiële beleid van de kerk waarin miljoe
neii guldens per jaar ontvangen en uitgegever
worden. Wie een synodedebat over het jaarver
slag van de GFR bijwoont luistert verbijster;
toe; de oppervlakkigheid van zo'n debat straal
er van af. En als de situatie aanleiding tot zor
gen geeft en de synode hierover gaat prater
(zoals op de laatste dag van de onlangs gehouder
.omerzitting) gaan de deuren dicht. „Ze" moge
liet horen wat we bespreken-
Mies goed en wel, maar het gaat hier om de fi
nanciën van de kerk, om gelden die vrijwillig
door de kerkleden bij elkaar gebracht zijn; dit
kerkleden mogen warempel wel horen wat er
^esproken wordt. Een ander fenomeenelk
jaar worden er twee grote landelijke collecten
gehouden: met Pasen en op oudejaarsdag. Deze
collecten worden van Den Haag uit zorgvuldig
voorbereid; op alle kerkleden en niet alleen
op hén wordt een dringend beroep gedaan
om een offer te brengen voor het landelijke
kerkewerk. Een volkomen legitiem verzoek!
De narigheid is echter dat dt kerkleden hele
maal niet horen welk resultaat zo'n bijzondere
nzameling heeft gehad; m.a.w een verantwoor
ding „voor het front der kerk" ontbreekt en dat
is heel jammer. Ken van de redenen waarom
honderdduizenden Nederlanders met grote
vreugde aan de actie „Kom over de brug' terug
denken is de magistrale wijze waarop de verant
woording van de ontvangen gelden heeft plaats
gehad. Naar onze mening zou zo'n verbetering
van de communicatie tussen de financiële be-
leidsinstanties van de hervormde kerk en de le
den van deze kerk tot een vergroting van de
goodwill leiden. Ook hier: gebrek aan communi
catie. Nogmaals: dit betoog heeft niets te maken
met wantrouwen in de wijze waarop de gelden
beheerd worden; we zijn ervan overtuigd dat dit
goed gebeurt, we vragen ons alleen maar af
waarom het niet allemaal wat opener en sponta
ner kan.
Zoals wij enkele weken geleden al konden be
richten heeft er een organisatie-onderzoek in de
Nederlandse Herv. Kerk plaatsgehad dat onge
twijfeld tot enige reorganisaties aanleiding zal
geven; onder meer wordt gedacht aan een
stroomlijning van het centrale bureau dat tot
dusver te eenzijdig door theologen wordt bemand.
De AKV zal in januari ook het financiële be
leid van de kerk bespreken en daarbij zal wel
heel wat aan de orde komen: kerkbouw, vrijwil
lige bijdrage of hoofdelijke omslag, financiering
van het central apparaat van de kerk enz.
J~Jver de financiën van de kerk tenslotte nog
dit: uit de wijze waarop de regering haar
voorstel tot het afkopen van de financiële bij
dragen van het rijk aan de kerken behandelt (zij
zet er vaart achter en heeft nu niet alleen een
voorstel tot grondwetswijziging ingediend vol
gens hetwelk de „zilveren koorde" uit de grond
wet verdwijnt maar óók al een commissie on
der voorzitterschap van mr. P. J. Verdam be
noemd die het afkoopvoorstel moet uitwerken,
zonder dat er nog een Kamerdebat over deze
materie heeft plaatsgevonden, blijkt dat zij zich
zal inspannen om spoedig een eind aan de jaar
lijkse financiële bijdrage te maken en dat is
belangrijker helemaal niet wil ingaan op het
voorstel van de Staatscommissie-Van Walsum
om een niet-onaanzienlijke rijksbijdrage te ver
lenen in de kosten van alle kerkgenootschappen
(al zal de praktische uitwerking van het afkoop-
voorstel pas onder het volgende kabinet gereali
seerd kunnen worden).
Daar komt nog bij dat de Wet Premie Kerken
bouw binnenkort haar geldigheid verliest; op dit
ogenblik is nog niet bekend of de regering de
geldigheidsduur ervan wil verlengen. Waar
schijnlijker lijkt het ons dat mede met het oog
op de veranderde opvattingen over kerkbouw
een regeling door het ministerie van Volkshuis
vesting in samenwerking met het ministerie van
CRM wordt opgezet. De toelichting op de rijks-
begroting-1971 zal op dit punt wel meer klaar
heid brengen.
"JVaast de communicatie in de kerk zullen
we doen maar een g^eep ook de relaties
met de andere kerken een belangrijke plaats in
het synodale werk van de naaste toekomst inne
men, Behalve de verdere uitbouw van het werk
van de Raad van Kerken (waarop we binnenkort
terugkomen) zal in het bijzonder aandacht ge
schonken moeten worden aan de integratie Ne
derlandse Hervormde Kerk-Ge reform eerde Ker
ken.
Steeds duidelijker komt naar voren dat de her
vormd-gereformeerde integratie sneller zal ver
lopen dan veel sceptici vei wachten. Wanneer de
finitief besloten zal zijn in Driebergen een cen
traal hervormd-gereformeerd synodaal gebou
wencomplex te stichten zal daar een steeds hech
tere samenwerking tussen de beide „apparaten"
door ontstaan. Met name op het gebied van het
diakonaat en de kerkbouw kan men zowel lande
lijk als lokaal nauwelijks anders dan intensief
samenwerken. De werkgroep „Samen op weg"
zal, naar men kan aannemen, op beide synodes
de nodige druk oefenen om de integratie te ver
snellen.
Ook op het plaatselijke vlak gebeurt er heel
wat. Dat in Amsterdam-Oost de avonddiensten
van de hervormde en gereformeerde wijkge-
meenten van 6 september af gecombineerd zul
len worden is nauwelijks meer opzienbarend.
Het is een ontwikkeling die in heel veel steden
?n dorpen haar beslag zal krijgen.
Veel interessanter is in feite het vorige week
gepubliceerde bericht dat de hervormde ge
meente van Veghel en de gereformeerde kerk
van Uden besloten hebben om met ingang van
deze maand tot een plaatselijke, praktisch vol-
édige, samenwerking te komen zodat er lokaal
nog maar van één gemeente sprake is. Regio-
laal, provinciaal en landelijk blijft men af
zonderlijk „hervormd" en „gereformeerd",
naar lokaal zal géén verschil meer tussen her
vormden en gereformeerden gemaakt worden.
Voor de gecombineerde gemeente met twee
kgemeenten werkt ds. D. H. Gijsbers (her-
ormd) voornamelijk in zijn woonplaats Veghel
i voor het Udense dee! treedt vooral ds. H. J.
Seldenrust (gereformeerd) op. Er is één centrale
erkeraad. Bij dopen worden de kinderen nog
ngeschreven in het doopboek van de kerk waar-
k de ouders behoren: op verzoek van de ouders
élf zal echter inschrijving in de doopboeken
in beide kerken plaatsvinden
De in 1648 ontstane hervormde gemeente Veg-
el omvat ook de burgerlijke gemeenten Uden,
3oekel en Erp; omdat Uden zo uitgegroeid is kan
len daar nu tweederde deel van deze hervormde
temeente vinden. De gereformeerde kerk van
Ier werd in 1965 zelfstandig
De integratie is zorgvuldig (met enquêtes)
oorbereid. Voorlopig voor drie maanden heeft
nen nu deze (interessante) vorm gevonden: er is
en hervormde wijkgemeente Veghel en een ge
deformeerde wijkgemeente Uden. Verder is er
>én overkoepelend „moderamen" waarin beide
predikanten, de hervormde en gereformeerde
icriba, een hervormde en een gereformeerde dia
ken, een lid van de geref. commissie van beheer
en een hervormde kerkvoogd zitten. Ook de lu
therse ds. K. van der Braak (luchtmachtpredikant
te Volkel) maakt van het moderamen deel uit.
Tijdens de kerkdiensten wordt gezongen uit de
hervormde zangbundel, bij de doop wordt een
lervormd en bij het avondmaal een gereformeerd
"ormulier gebruikt.
Wij zijn uitvoerig op deze Brabantse ontwik
keling ingegaan omdat het volgens ingewijden
liet onwaarschijnlijk is dat deze wel eens model
zal staan voor heel veel andere plaatselijke ge
meenten Ook ter synode wordt met grote be
langstelling naar hef resultaat van dit experi
ment uitgekeken.
I Tit een en ander blijkt dat de Nederlandse
Hervormde Kerk aan de vooravond van be-
angrijke beslissingen staat. Juist met het oog
daarop wijzen we graag op het al genoemde
oroefschrift van H D. de Loor die vele jaren op
het bureau van de synode werkzaam is geweest;
het is een sociologische dissertatie die voor allen
die landelijk, regionaal en lokaal verantwoorde
lijkheden in het kerkewerk dragen, maar ook
voor veel andere belangstellenden, een bijna on
misbaar handboek kan worden.
E. J. MATHIES