Begonnen in een met bescheiden oplage naar mannenblad dat overal wordt gekocht Op Texel strijken s zom ers veel vreemde vogels neer Ter wille van de status Ze slapen overdag en vervelen zich jr nachts Baantjes Mooie meisjes Vermaak Statussymbool Verkeer Arm Drie stewardessen van de Big Bunny, de zwarte privé DC-9 van Hefnertonen de verschillende uniformen die zij aan boord dra gen. Ook hier is zwart het devies, maar een sombere indruk krijgt men nauwelijks bij het aanschouwen van de meisjes. Playboy-koning Hugh Hefner en zijn vaste begeleidster", de 20- jarige Barbi Benton, bekijken de zaken van de vrolijke kant. Be grijpelijk wanneer je zoveel geld verdient als Hugh of zo aan trekkelijk bent als Barbi. HEFNER HEEFT DOOR HARD WERKEN NU EEN FORTUIN LONDEN Of je het bewondert of veroordeelt, over één ding kan ieder het gloeiend eens zijnHugh Marston Hefner, de koning van het Playboy imperium heeft er hard voor gewerkt. Hij is nu goed voor een kleine zeven honderd miljoen gulden. Men vergeeft hem graag de trotse blik in zijn ogen die schijnen te zeg gen dat is van mij, waarmee hij zijn DC-9 uitstapt, 's werelds grootste pri- vé-straalvliegtuig, voor hem een stuk speel- en werktuig van 5,5 miljoen dol lar. Dat Hugh Hefner bij het naar buiten komen wordt omgeven door het puikje van zün Playboyclubbunny's en dat hy zijn arm stevig rond het ranke middel houdt van zijn twintigjarige Barbara (Barbi) Benton, zijn vaste begeleidster, och, dat zyn de vleesgeworden symbo len van het fantasierijk, dat hij in kor te tijd zo meesterlijk opbouwde. Deze superplayboy van de Westelijke wereld schrijft, doet zaken en speelt en geniet van alles wat maar voorhanden is aan uitingen van materiële welvaart. Hij is 44 jaar, gaat conservatief gekleed in goed zittende pakken. Hij rookt een pijp. Hefner heeft een bleek gezicht, zijn donkere haar is lang, zonder hip te zijn. Hij is slank, middelmatig groot, heeft donkerbruine ogen, spreekt als een handig zakenman met diplomatieke ga ven, lacht veel en graag. Hij is zeer ge vat. •Hefner komt uit een calvinistisch ge zin in Chicago. Op school tekende hij liever cartoons dan dat hij leerde. Hij studeerde later psychologie, voor een deel, omdat zijn vriendinnetje van toen ook op zijn universiteit zat. Voor een studentenblad tekende hij en schreef hij onder meer over onder werpen als het Kinsey-rapport, dat het seksuele gedrag behandelde van het Amerikaanse volk. Hij was geschokt over de schijnheilige opvattingen van veel van zijn landgenoten op sexgebied. Er volgde een periode met allerlei baantjes, onder meer als personeelchef van een kartonnagefabriek. Doorslaggevend voor zijn latere suc ces was zijn aanstelling als copywriter voor het Amerikaanse maandblad Es quire. Vooral omdat hij in het begin der jaren vijftig al plannen uitbroedde voor zijn eigen tijdschrift voor man nen, één dat: „de tong zou uitsteken te gen al die valse puriteinse waarden van de wereld, waarin ik opgroeide". Hefner leende links en rechts en stak zeshonderd dollar van zichzelf in zijn onderneming. In oktober 1953 was het zover: in de keuken van zijn bescheiden flat in Chicago werd het eerste num mer geboren van Playboy. Dagen en nachten ploeteren en pro beren, o.m. met de befaamde foto van Marilyn Monroe. Met grapjes, cartoons en artikelen die hij zelf schreef, bracht hij de eerste nummers ter wereld van dit nieuwe mannenblad. Als herkennings teken ontwierp zijn oudste medewer ker Art Paul nog altijd verantwoor delijk voor de lay-out een wit konij nenkopje met strikdasje op zwarte ach tergrond. Op dit later zo bekend geworden sym bool baseerde Hefner de kostuumpjes van zijn bunny-meisjes, die serveren in zijn Playboyclubs. Van de zeventigduizend exemplaren die werden gedrukt van dit eerste num mer verkocht men er 51.000. Net genoeg voor een tweede nummer. Twee jaar later bedroeg de oplaag van Playboy al meer dan driehonderdduizend. Met artikelen van bescheiden allure en zijn bekende Playboy-pin ups en fo to's van mooie meisjes met veel bloot, vulde Hefner zijn blad in die eerste ja ren. Door het stijgen van zijn verdiensten werd het hem mogelijk schrijvers van naam aan te trekken en gewiekste en doorgewinterde grafische en commer ciële medewerkers. Hij richtte zich met Playboy op ont wikkelde mannen van in de twintig, die wat meer wilden dan lezen over alle el lende in de wereld. Van Hefner kregen zij een forse portie jolijt in technicolor, veel over de goede en plezierige dingen in het leven en altijd de nu zo steriel en kunstmatig lijkende, plastic, popperig aandoende Playboy-meisjes.' Dezelfde indruk geven zijn girls in de Playboy-club. Maar Playboy ging mee met de ver anderende tijden: „De verstrooiing bleef, maar gedegen artikelen over lite raire, politieke, sociale onderwerpen maakten een steeds groter deel uit van het blad, dat begin van dit jaar een op lage overschreed van vijf en een half miljoen. Dank zij ingespannen werk (soms werkt Hefner zestig tot zeventig uur aan één stuk door) ontstonden er sinds 1959 Playboy-clubs in zestien Ameri kaanse steden, in Montreal en Londen. Dure hotels, een uitgeverij van Play- boyboeken, een theater, een verkoopor ganisatie voor een hele reeks luxe arti kelen (onder meer Bunny-manchetkno pen voor vijftig gulden) een filmmaat schappij voor bioscoop en televisies en auto- en bootverhuurorganisatie en als klapstuk, zijn gitzwarte Big Bunny, de speciaal voor hem gebouwde en inge richte DC-9. In zijn privé-appartement in het vliegtuig staat een verkleinde uitgave van het vermaarde ronde bed uit de slaapkamer van zijn fantastische huis in Chicago met 48 kamers. Big Bunny is ingericht om in te wer ken en in te feesten. Hefner en zijn vrienden en vriendinnen kunnen er kij ken naar films in cinemascope, luiste ren naar en dansen op muziek in de meest geperfectioneerde weergave; ze zitten in fauteuils die elektrisch be weegbaar zijn. „Wij willen er ons mee vermaken", zegt hij eerlijk, „maar als wij haar niet nodig hebben kan men Big Bunny hu ren. In de eerste plaats geeft zij mij veel plezier en in mijn leven is plezier moeilijk te scheiden van zaken". Vijf jaar geleden liet Hugh Hefner zich scheiden van zijn vrouw die hij in 1949 trouwde. Hij heeft een dochter van zeventien en een zoon van veertien. Of hij met Barbi Benton gaat trou wen? Lachend zegt hij: „Wij hebben er geen plannen voor in de onmiddellijke toekomst. Wij zijn erg gelukkig zo". „Ik trouwde te jong", vindt hij, „mijn verhouding met Barbi is zeer serieus". Zij zegt: „Of ik al die mooie Play boy-meisjes als concurrentie beschouw? Ik heb er geen hinder van". Zij schudt haar lange haren koket en tegelijk toch wat verlegen. Vroeger was Playboy misschien ge durfd, vond men zijn inhoud gewaagd. Nu zijn er veel bladen op het gebied van sex. „Sommigen*vinden ons ouder wets", weet Hugh Hefner. „Maar na zestien jaar hebben wij toch nog steeds veel meer succes dan alle andere vor men van dit soort communicatie", wie pure sex wil een slechte koop is. Toch geeft hij toe dat Playboy, voor Hoewel ook Playboy vrijer en openhar tiger is geworden. Het blad, niet zijn clubs waar de bunny's nog even onaan tastbaar rondwiegelen als weleer. Wat Hefner „de goede strijd" noemt is nog niet gestreden. Net als in Amerika ervaart hij ook elders dat er weliswaar steeds meer mag en kan maar tegelijk treedt er een onderdrukkende reactie tegen op. Al zou men het niet zeggen van het kunstmatige ideaalbeeld dat Hefner schiep van de vrouw door middel van zijn onechte meisjes en zelfs van zijn echte maar zo onecht lijkende Bunny poppetjes, hij is voor volledige emanci patie van de vrouw. Maar hij is tegen een emancipatiebe weging zoals die van de Dolle Mina's. Als alle verschillen tussen de seksen wegvallen, vind ik dat erg jammer, zegt hij. „Het menselijk lichaam is een erg mooi ding, maar er is behoefte aan wat meer. Aan een identiteit, een eigen le vensstijl. Wij moeten nieuwe manieren vinden om de verschillen tussen de seksen te accentueren". Vandaar dat Hugh Hefner de groeiende tolerantie in Europa en Ame rika opvat als een uitdaging aan Play boy. Fietsen: teken van welvaart BONN Na het welvaartswonder beleeft West-Duitsland nu cok zijn fietswonder. Tegen het eind van de ja ren vijftig waren de neerslachtige fi guren in het Duitse bedrijfsleven de fietsenfabrikanten. Gezien de voor hen deprimerende opmars van de auto, re kenden zij zo ongeveer op het uitster ven van de fiets. Vandaag de dag echter zijn rijwiel industriëlen in een blakend humeur, want met ruim twee miljoe.n fietsen per jaar is de produktie gestegen tot een recordhoogte en de orderportefeuil les staan bol. Het totale fietsenpark van West- Duitsland is gestegen tot 25 miljoen stuks, al zijn daarbij ook de oude beest jes meegerekend, die ongebruikt staan weg te roesten in een hoekje van de ga rage. De grandioze vlucht van de fiets is voor een groot deel te danken aande auto. De uitvoerige Mercedessen van onze oosterburen laten zich nu eenmaal niet zo gemakkelijk even parkeren bij de bakker, de kruidenier,, de stomerij enz. De oplossing lag voor de hand: vouw fiets in de kofferruimte, en de auto mobiel met de driepuntige ster wordt tot moederschip voor snelle boodschap pen-acties. De fietsrage kreeg een extra im puls van het buikje en van de heden daagse hang naar „releksen". Hier lag de kans (dachten optimisten) om de ge hate vetkussentjes weg te pedaleren en eens even heerlijk-ontspannen op speelse wijze van de buitenlucht te nieten. Daarmee was de fiets bijna onge merkt tot een nieuw statussymbool ge worden. Wie fietst, geeft daarmee te kennen dat hij: een zeer grote auto bezit; daar allang blasé van is; aanleg bezit voor 'n wel standsbuikje; dit speels wegwerkt. Niet te onderschatten tenslotte is de zogenaamde snob-werking: Wie fietst schaart zich als het ware bij die indivi dualistische miljonairs die hooghartig op de fiets naar hun werk gaan en het toeteren in de file overlaten aan de an deren. £>e Duitse fiets kon bij dit alles niet de oude blijven. Het traditionele som bere model met de dikke zwarte stan gen, raar pistooltasje en jasbeschermer van draadjes en haakjes, verbreidde te zeer de atmosfeer van loden regenjas sen, gemzeveertjes en zuurkoolgeur. De hedendaagse Duitse fiets, voor man en vrouw gelijk, verkondigt de moderne gelijkheid der seksen, en doet met zijn helle kleuren, chroomwerk en kleine wielen denken aan de feestelijke voertuigjes van kunstwielrijders in het circus. Dit alles wil overigens niet zeggen dat de Bondsrepubliek nu op slag tot een wielrijdersparadijs is geworden. Slechts 6,9 procent van de grote ver keerswegen beschikt over fietspaden, en in de afgelopen maanden zijn er meer dan een miljoen nieuwe auto's op de weg gekomen om de fietsers het leven weer zuur te maken. TEXEL Texel treurt. Nederlands grootste Waddeneiland 18.000 hec tare is een naam aan het krijgen die het niet verdient. Wie met de pont op Texel zeg Tessel aankomt houdt het na een vluch tige kennismaking voor onmogelijk, dat er hier ook wel eens een onvertogen woord of een klap valt. Toch is dat de laatste tijd steeds meer het geval. Onder de ruim dertigduizend toeristen, die in juli en augustus Texel met een be zoek vereren, is een steeds groter wordende groep, die voor probleempjes zorgt. Daar wordt vooral De Koog één van de zeven dorpjes, die samen de gemeente Texel vormen mee opgescheept. Texel heeft twee gezichten. Een vriendelijk gezicht dat wordt gevormd door kortgeknipte rustzoekers, natuur- en vogelliefhebbers en voor wie, om maar eens wat te noemen, in hotel De Zwaan in Den Burg de Boerenkapel voor muziek zorgt. Het andere gezicht, iets minder vrien delijk, wordt gevormd door enkele hon derden langharige vogels, voor wie met name het dorp De Koog Texels ver- maakcentrum één veertiendaags popfestival is. Eldorado voor hen is dancing Sarasani, waar deze week de Golden Earring optrad: Van die tweede groep zijn er enkele tientallen met slaapzak en (soms) tandenborstel, zonder geld die ande ren overlast bezorgen. De bedrijfsleider van cafetaria Veronica kan daarover meepraten. Veronica ligt in de hoofdstraat van De Koog, waar dancings, snackbars en cafés elkaar afwisselen. „Er is een aantal dat herrie schopt. Die willen wij niet in de zaak hebben. Die jongelui pikken dat niet. Al twee keer in de week hebben ze bij ons de de ruiten in gegooid. Nu blijven we, na een dag van hard werken, 's nachts met het perso neel in de zaak op wacht." „We zitten hier naast het gebouw van de Raiffeisenbank. Onder de luifel van dat gebouw en in het plantsoen hangen ze rond met hun slaapzak. Ze slapen er overdag én 's nachts vervelen ze zich. We noemen het hier De Dam van De Koog. De politie doet er niet veel tegen. Die zegt dat ze het al druk genoeg heeft". „We hebben het ook druk genoeg", zegt opperwachtmeester J. Bark (47). „Maar meer met het verkeer dan met de jeugd". Elf rijkspolitiemannen onder aanvoe ring van opper Bark kunnen het in de wintermaanden allemaal nog wel aan. Maar 's zomers wanneer de 11.500 eilandbewoners opgaan in de tiendui zenden toeristen, komen er problemen. Ondanks de versterking die opper Bark krijgt van zes rijkspolitiemannen uit de kop van Noord-Holland en vier man bereden politie uit Bergen. Opper Bark: „Er is een enorme toe name van verkeer. Doordat velen hier onbekend zijn gebeuren er aanzienlijk meer ongelukken dan anders. Er is veel blikschade, een flink aantal gewonden en tot nog toe één dode. Verder hebben we veel moeite de auto's kwijt te ra ken". Inderdaad blijkt dat Den Burg bij voorbeeld zich wat betreft het parkeer probleem best kan meten met Rotter dam. Met de jeugd, zo beweert de op per, heeft men niet meer last dan an dere jaren. Op Texel is een niet gering aantal ca fés. Een deel daarvan moet het van de jeugd hebben, die tijdens de zomer maanden naar het eiland komt. Opper Bark: „Daar hebben we zo goed als geen last mee. We gaan er van uit dat de caféhouder zijn eigen boon tjes moet doppen. Pas als het uit de hand loopt, komen wij. We sluiten de tent dan voor de rest van de avond. Maar dat is dit jaar en vorig jaar piet gebeurd." Opper Bark besluit: „De toestand is geenszins verontrustend. Iedereen is op Texel welkom, ongeacht zijn uiterlijk, geloof of financiële draagkracht." Texel heeft wel belangrijker proble men. Wie mocht denken dat het eiland steenrijk is door zijn toeristenindustrie zit er mijlen ver naast. De tienduizen den bezoekers brengen weliswaar een aardig in het gemeentelaatje (zo'n 25 miljoen gulden), maar dat is ruim on voldoende om de kosten te dekken die een dergelijk massaal bezoek met zich brengtë Texel is juist straatarm. De uitkerin gen uit het gemeentefonds zijn afge stemd op de 11.500 bewoners. In zijn gloednieuwe gemeentehuis minister Beernink kwam voor de ope ning vorige week hoogst persoonlijk naar Den Burg wil Texels burge meester, mr. W. H. Sprenger, daar wel iets over zeggen. „Je moet je voorzieningen afstemmen op de topdrukte. Dat betekent dat je parkeergelegenheid moet scheppen voor tienduizenden auto's. Je moet wegen aanleggen. De water- en elektriciteits voorziening moeten zijn afgestemd op zeker vijtigduizend mensen". De burge meester ziet de problemen ook meer in deze richting dan in die van de jeugd. „Er zijn wat groepjes die wat erg wei nig rekening houden met de rust die anderen wensen. Maar over het alge meen hebben we er weinig last van. Waar Texel helemaal geen last van heeft zijn de mensen die zorgen voor de officieeel geregistreerde overnach tingen. Vorig jaar waren dat er 1.600.000. Dit jaar hoopt men op meer. „Helemaal vol zitten we nooit, zegt de heer J. W. Dekker (39) directeur van de Texelse VVV. „Er is altijd wel een gaatje. Veel mensen hebben een ver keerd beeld van Texel Ze denken aan een hoop zand, midden in het water, met wat dorpjes en dat je het in een uur allemaal wel hebt gezien. Maar het eiland is 18.000 hectare groot, met 25 ki lometer strand, 25 kilometer Wadden dijk, duizenden hectaren duin en 500 hectare bos. De bmtrek is zestig kilo meter". „Vorig jaar, tijdens die lange hete zo mer was het zeer druk. Maar er waren zat plekjes waar je helemaal niemand zag". Eens in de drie weken geeft de VVV de Texel Toerist uit, een informatie blad voor bezoekers. Op het eiland, waar het aantal zonuren aanmerkelijk hoger is dan in de rest van Nederland, heeft men ruime mogelijkheden voor recreatie bij slecht weer. Grootste trekpleister blijft het strand. „Een schoon strand", zegt de heer Dekker met trots. „Voor het eerst maken we het strand machinaal schoon. We hopen ermee te bereiken dat de badgast zegt: Het strand is hier zo schoon, laten we daar aan meehelpen."

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1970 | | pagina 8