TOON HERMANS in de zon op 'n Apeldoorns terras in gesprek met onze fotograaf Marcel Bastin en onze re dacteur Jan van der Kleij D Televisie Traagheid Engagement Simpel Moeilijk Boodschap Feestneus Kind Amerika Mensen Kerk Dood IK BEN LIEVER DE BLOEMETJESMAN DAN DE POEPSMIJTER „Ja, schrijft u- maar op: lege handen: Ik zou het echt niet weten, waarom ik be neden de Moerdijk met deze show begon nen ben. Ik ervaar nooit een kloof tussen Zuid-Nederlands cn Noord-Nederlands publiek. Het zal wel zo zijn dat er ver schil in bestaat, maar ik sta er gewoon niet bij stil". Tk vind wel dat er in Noord-Nederland te veel ernst is. Holland is een ver schrikkelijk praatland. Dat zie je voor de tv ook. Daar ben ik eigenlijk verschrikke lijk bang voor. Er wordt daar maar ge praat en je gaat meepraten en op een ge geven moment heel diep spitten. Dan wordt alles ineens interessant. Maar ik vind niks interessant. Heel het theater vind ik niet interessant. Het is alleen maar een spelletje. Goed: ik doe het. Maar het heeft geen enkele zwaarte. Wél in het vaktechnische. Dan spit ik heel diep: de beweging, de mimiek, de timing, kortom: heel dat mechanisme wat achter het geestelijke zit. groot. Wel in z'n land, maar niet in de we reld. Chevalier zei tegen me: „Je moet naar de States!" Ik vroeg toen uit verdediging (want als ik zoveel pluimen op m'n hoed gestoken krijg, heb ik altijd een beetje het gevoel dat ik belazerd word), ik vroeg hem: „Komt dat niet omdat er internatio naal bezien maar zo weinig solo-perfor mers in de wereld zijn? Is dat niet de oor zaak van uw begeestering? Waarom zijn er zo weinig?" En toen antwoordde hij, ik zal het nooit vergeten, je weet wel, op zijn ei gen manier: „It's difficult". En dat was zo... zo vól. Hij hoefde het me verder niet meer uit te leggen. „It's difficult". Aan zijn oogopslag en aan de manier waarop hij het zei, zag ik opeens hoe waar dit is. Het is moeilijk! T")e mensen die zeggen dat ik soms wat traag ben, verwarren „relaxed" met „traag". De traagheid is het allermoeilijk- »te van m'n hele vak. Maar wat ze van me denken, interesseert me niet. Kijk, als ik nou dit kopje pak... Zo'n ding, daar kunnen ze naar kijken. Maar alles waar ze naar kijken wordt ge honoreerd: door de een met 4 door de ander met 8 door weer een ander met 10. Maar wat doet dat er nou toe? Het is allemaal bull-shit. tTet is niet waar dat ik alleen maar de man, van de bloemetjes ben en dat ik niet geëngageerd ben. De mensen lullen veel te veel over m'n shows. Ze moeten ge woon komen kijken, naar huis gaan en het weer vergeten. Altijd dat gepraat... Dat doen ze ook met voetbal, met tennis. Maar er zijn er hier in Nederland nog geen tien die weten wat theater is. Als ik drie shows op de band achter el kaar plak, dan is dat ongeveer acht uur show. Daarvan bestaat dan wellicht tien minuten uit bloemetjes. Ze maken 't er van, dat ik alleen maar een bloemetjesman ben. Dat zijn de zoge naamde geëngageerdën, die haar iedereen op het toneel met stront gooien. Wel, ik ben liever de bloemetjèsman dan de poepsmijter. tV zijn in ons land zoveel artiesten met een eigen show die er nog helemaal niet aan toe zijn. Dat is eigenlijk fout. Je moet niet te snel die stappen doen. Maar vrijwel iedereen heeft- tegenwoordig wel een eigen one-man-show. Kijk maar naar de tv. En dan zitten de mensen daar maar naar te kijken en van acht tot negen is het stomvervelend. Maar die mensen blijven daar maar zitten. Zo van: „Misschien komt er een betere". In sommige stadsschouwburgen zie je shows, die nog niet voor het patronaatsge bouw geschikt zouden zijn. Maar de men sen blijven er maar naar zitten kijken. En na een half uur komt er dan wel eens een liedje dat er een beetje mee door kan. Dat blijven zitten kijken hebben ze ge leerd bij de tv. Men kijkt in het theater gewoon tv. Al dat praten, dat komt ook van de tv. Is het je wel eens opgevallen dat men de laatste tijd in de bioscoop ook veel meer praat dan vroeger? De mensen vinden alles veel te interes sant. Het wordt allemaal veel te uitvoerig, te breedvoerig, te geweldig gezien. VSTeet je wat het is: het loutere entertain - ment is niet "in", omdat het zo moei lijk is. Maurice Chevalier, die zat in Knok- ke om me te klappen. Kijk, theater moet je internationaal on dergaan. Als je het alleen maar landelijk doet, blijf je een boertje. Net zoals een Ti- roler die als Tiroler optreedt altijd een boertje is. Hetzelfde geldt voor een echte Portugees of Uruguees. Zo'n artiest is niet |%/faar alles is simpel. Als je alles simpel zou kunnen oplossen, was alles met een klaar. Ik moet altijd denken aan Goe the, die gezegd heeft dat de wetenschaps mensen zich er altijd over opwinden dat de waarheid zo simpel is. Neem nou die kabouters. Die hebben ge zegd dat het leger eigenlijk weg moet. Dat scheelt drie miljard. Daar kunnen ze scho len van bouwen. Maar niemand kan het leger weg doen, want stel je voor dat de anderen... Toch is het zo simpel. Het moet kunnen. Want door die voortdurende ge vechtstoestand is de simpelheid van de schepping aangetast. Het leven stelt werkelijk niks voor. Nu zit je hier fijn in de zon, maar over dertig seconden kun je hier dood onder de tafel liggen. Daarom vind ik ook, dat de mensen hoog in de lucht of diep in de aarde niet bevreesd hoeven te zijn voor de dood. Het kan ook hier gebeuren. at ze me boodschapperig vinden door dat ik ze altijd maar op de zon wijs... Dat moet IK toch weten? Als ze dat verve lend vinden, moeten ze maar gaan kijken naar iemand die regen of onweer ver spreidt. Een schilder schildert toch ook wat ie zelf wil? Bovendien: ik kan uit duizenden en nog eens duizenden brieven aantonen dat de mensen het fijn hebben gevonden dat ik het over de zon had. Vaak poliopatiënten. Of rhensen die juist hele familiedrama's achter de rug hadden. Ik vind: de entertainer moet een thera peutische kracht hebben. Hij is er om de mensen op te krikken. Ik moet denken aan dat oude Ameri kaanse liedje, weet je wel: „When you're smiling, when you're smiling, the whole world smiles with you". Ieder land heeft wel zo'n liedje. Maar hier wordt daar dan weer meteen het zwa re gewicht van „de boodschap" aan gehan gen. Maar dat is het helemaal niet. Zo'n liedje als „Geef mij je hand", dat ik gisteravond in de show zong. Dat is ei genlijk geen Nederlands liedje. Meer Ame rikaans, meer Engels. Hihhih: Amerikanen die het hoorden hebben tegen me gezegd: „This is a worldwide gospelsong". Maar nogmaals: het interesseert me niet wat ze van me denken. Toen ik enkele ja ren geleden in de show bloemen uitdeelde, zeiden ze: daar heb jé Toon weer met z'n bloemetjes. Maar nu de hippies 't doen, vinden ze 't leuk. Iaja, ik zou me ook „verlaagd" hebben door carnavalsschlagers te schrijven. Weet je hoe dat gegaan is? Duys liep op de Zesdaagse in Amsterdam, die ik moest openschieten. Toen we om elf uur buiten kwamen, vroeg ie me: „Toon, zou jij een carnavalsliedje kunnen maken?" Dat had ik nog nooit gedaan. Om half twaalf kom ik in m'n hotel en binnen tien minuten heb ik „Mien, waar is m'n feestneus?" Mét melodie. Ik belde Willem voor twaalf uur nog op. „Toon", zei hij, „dat is een goeie!". Maar of ik daarmee dan concessies ge daan heb aan de smaak van het publiek? Ik heb geen tijd gehad om daar over na te denken! Mag ik u nou eens een vraag stellen: vindt u ook niet dat de doorsnee-mens al les veel stroever ondergaat dan de artiest? „The man in the streef' zou volgens mij veel luchtiger moeten leven. Maar wan neer wij, artiesten, een vliegertje oplaten, dan hangen zij er onmiddellijk een ge wicht van tien kilo aan. A an dat wanbegrip gaat de wereld vol- gens mij kapot. Ik ben helemaal niet boos als ze mij niet begrijpen. Het kan best zijn dat ik kinderlijker ben dan de doorsnee-man van mijn leeftijd. Dan word ik door een bepaalde groep al niet meer „gepakt". En daardoor komen al die voors en tegens tot stand, mogen mensen elkaar wel of niet. Maar altijd ergens voor of tegen zijn is niet interessant, is geen ver dienste. Als je in het theater naar een grote mens gaat kijken (een Julliette Gréco, een Yves Montand, een Danny Kaye), dan moet je op een gegeven moment, als je weer naar huis gaat. weten met wat voor mens je kennis hebt gemaakt. DAT is het geheim en de betekenis van zijn werk. Je moet niet letten op details. Als je zijn of haar woede, haat, geluk, agressie, liefde of wat dan ook hebt ervaren, dan pas kun je zeggen dat er iets gebeurd is. Ik kan voor m'n Amerikaanse show van alle grote Amerikaanse tekstschrijvers teksten krij- gen. Maar ik moet m'n éigen persoonlijk heid daar brengen en niets anders. IJoe het met mijn Amerikaanse plannen staat? Goed. Haha, nee, schrijft u al leen maar op: „Het antwoord is: goed". Meer zeg ik er niet over. Ik heb me er één keer mee in m'n vingers gesneden en ie dereen wist opeens hoe het moest. Daarom zeg ik nu: eerst moet het doek op en dan pas mogen ze schrijven. Vergeet niet: het tekstboek en de organisatie, dat is nog maar tien procent van de hele onderne ming. En ik ben nu al moe als ik denk dat ik tot eind december in Nederland moet optreden Inderdaad, ik heb me-zelf destijds die opgave gesteld en er het een en ander over laten publiceren. Maar toen kwamen er zoveel domme reacties van journalisten die geen Ahnung hebben van wat theater in de Verenigde Staten eigenlijk is. Ik heb dezelfde adviseurs als Chevalier, Borge en Kaye. Ook die zijn heel voorzich tig in hun adviezen. Ik ga er heen als ik denk dat ik moet. Au fond is de Verenigde Staten precies hetzelfde als Apeldoorn; er is alleen een andere taal. Ik ben er nu al drie, vier jaar mee bezig, maar ik weet het ook nu nog niet. Maar ik weet wel: ALS ik het doe, dan doe ik het zo professioneel mogelijk. Ik heb ook wel momenten dat ik hele maal niet meer wil. Iedere mens heeft dat wel. Jullie (Toon heeft het nu tegen de vrouwelijke metgezellen van uw fotograaf en uw interviewer - v. d. K.) zouden toch ook wel eens de potten en pannen het raam uit willen smijten? Alleen komen ze bij jullie niet vragen: wanneer gooien jul lie nou eindelijk die potten en pannen het raam eens uit? Ja, ze zeggen wel eens dat ik me een zaam voel. Maar ik heb helemaal niet zo'n behoefte aan mensen. Hihi: ik zie er zoveel! Ik heb me nu juist bijna tien dagen helemaal afgezonderd. Rietje en de kinde ren zaten in Spanje en ik zat alleen in Amsterdam. Ik heb daar onmiddellijk tien stiften gekocht (voor elke dag eentje!) en heb al die dagen heerlijk geschreven. Ik kan zeer goed alleen zijn. Maar ik ben geen geboren kluizenaar. Op bepaalde momenten kom ik uit m'n hok, dan werp ik me in de massa. Vergeet niet: als je elke avond duizend mensen op visite hebt, dan heb je het recht om af en toe eens mensenmoe te zijn. Aan de andere kant heb je de mensen weer no dig om te kunnen leven. We'et je wat ik wel steeds meer voel? Als je de mensen om je heen altijd maar weer hoort lachen, 25 jaar lang twee uur per dag, dan word je er wel eens wat me lancholisch van. Dan kan er een tegenpool ontstaan. Dan word je wat beschouwender. Wat veel cartoonisten ook hebben, die het potsierlijke van de hele zaak zien en dan triest worden. Enfin, zie Simon Carmig- gelt. Die wordt toch ook steeds ernstiger. Ik denk dat iemand die bijvoorbeeld altijd bevallingen moet doen, dat zo iemand op een gegeven moment geen kind meer kan zién. lemaal is. Ik probeer er nog wel iets van nut aan toe te voegen, omdat de tijd an ders zonder zin zou verstrijken. Maar ik kan er zelf zo weinig zin aan geven, dat ik er maar on-zin aan geef. Iemand die denkt dat er na dit leven niks meer is, vindt die paar seizoenen dat ie hier op aarde rondhuppelt natuurlijk verschrikkelijk belangrijk. Maar ik... Toen ik nog in Zandvoort woonde en ik zag elk seizoen aan dat strand die karren weer ko men en gaan, toen dacht ik altijd: hoeveel jaren zal ik die karren hier nog zien? Hoe veel karren zal ik nog pakken? Alle afstanden verklein je. Voor mij is het leven niet langer dan van hier tot daar. Alle belangrijke dingen kunnen mis gaan. Het belangrijke komt pas na de dood. Maar ik verdiep me er niet in. Het heeft meer met gevoel te maken en dat wordt op een bepaalde manier gevoed. TVee, ik ben niet bang voor de dood. Ik heb een stuk eeuwigheidsbesef. Daardoor sla ik alles wat er in het leven gebeurt ook niet zo hoog aan. Ik maak er een spel van, ik weet hoe nutteloos het al Ja, ik ga graag naar de kerk. Maar ge woon zoals je lid van een biljartver eniging bent, dan betaal je ook je contri butie, enzo. De kerk is voor mij maar een heel klein middeltje om met God in con tact te komen. Ik sta soms ook te bidden op het gras. Je kunt vaak een heel goeie ingeving hebben voor een liedje. Dat geldt ook voor een gebed. Alleen is dat bij mij wel verschrikkelijk schaars! Als ik in een jaar tijds vijf zinnen goed in gesprek met God ben, dan is dat- al heel wat. Maar ik heb ook nooit goed in kerkboeken kunnen lezen. Mijn broer bidt uit zo'n groot kerk boek, goud-op-snee, weet je wel. Maar dat heb ik nooit gekund. Ik heb altijd dat vrije standpunt. De rooms-katholieke kerk? Ik geef je de verzekering: als we elkaar hier over vijf jaar weer ontmoeten, zingen ze allemaal weer latijn en hebben ze de kazuifels weer aan. De jeugd, die naar mijn mening terecht in veel dingen verandering probeert te brengen, is veel gecompliceerder dan vroe ger. Ze lopen met kazuifels aan en wie rookvaten om de hals. Het mystieke heeft volgens mij in de toekomst een enorme kans! We gaan weer terug naar de monnik. De kinderen die nu veertien jaar zijn, zul len op hun twintigste weer willen knielen, daar ben ik van overtuigd. Ons volk van kruideniers' heeft immers meer nodig dan alleen maar doperwten! Niet dat ik nou zo'n verschrikkelijke ka tholiek ben. Maar ik zag pas op zondag morgen een ouderwetse mis op de tv. Dal was geweldig. Ik zat in Amsterdam. Ik belde Rietje op en zei: moet je es kijken. Ik heb het ook wel tegen bisschoppen gezegd: als jullie een ouderwetse mis doen met alles d'r op en d'r an, dan krijgen jul lie een volle zaal, dan wordt het een fan tastisch sücces. Kijk: er moet altijd iets zijn wat men niet weet. Als ik deze vuist dichtknijp en u weet dat ik een balletje in m'n hand heb, is dat voor u niet leuk meer. Als u 't niet weet, is 't toch veel leuker?" Deactie op vraag van onze uit Toons Maastricht afkomstige fotograaf: „Haha, dat is mooi: „Weet u ook of 's maandags de winkels open zijn in Maas tricht?" Daar moet u uw artikel mee ein digen!"

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1970 | | pagina 12