Sportmensen voelen zich bij mij Steylen: „Lopen leer je door te VVR-CIRCUIT: trainings gelegenheid hij uitstek HERBOREN BEKEND GEWORDEN OOK PLOEGLEIDER ..Mijn vader zei me altijd Jongen, je hebt magische handen. Doe daar wat mee. En zo ben ik masseur geworden. M'n ouwe heer was het en m'n opa ook". Moeilijk rondkomen EHBO SERHALA W AN X „Uit het gehele land komen ze naar me toe. Zelfs dokter Rolink van Ajax stuurt ze naar me. „Ga maar naar die „Zwarte" in Amersfoort, dan komt het wel in orde". He^ is een veelgehoorde kreet in het Nederlandse sportwereldje. A Serhalawan wordt door wijlen pre sident Soekarno gefeliciteerd met het behalen van de gouden medaille. A Kampioenschappen van Indonesië De finish van de 100 meter, die Ferry Serhalawan winnend aflegde in 10.9. Zo te zien wordt Ferry Serhalawan er niet heet of koud van. Hij is er al aan gewend. Maar waarom gaan sportlieden zo graag naar Ferry toe? „Och", zegt hij, „iedereen, die bij mij van de tafel komt. voelt zich als herboren. Dat is nu juist het fijne". „Rugpatiënten zijn bij mij na hoog stens zes massages van hun klachten af. Andere masseurs doen er wel 30 keer over. Misschien komt het wel door m'n magische handen". Zijn praktijk zit dan ook boordevol. Hij lacht zijn witte tanden bloot. „Ja, ik ben constant bezig. En als ik niet thuis ben, dan ben ik op pad met de wielren ners, de crossers en noem maar op. M'n praktijk wordt dan waargenomen door masseurs, die ik zelf opgeleid heb". Nog even terug naar het begin. Ferry Serhalawan was nog maar nauwelijks in Nederland of er was al een telegram van de heer Moerman van de KNAU. Of Ferry naar Amsterdam wilde ko men om de 100 meter te lopen. De KNAU wist namelijk, dat hij een snelle sprinter was en die kon de bond best gebruiken. SNEL Op de Aziatische Olympische Spelen in 1951 had Ferry de 100 meter gelopen in J.0,6 sec. Bijzonder snel voor die tijd. Het wereldrecord stond toen met 10,4 op naam van Mac Donald Bailey. „Ik liep de eerste keer op blote voe ten. Toen werd ik ook ontdekt. Daarna kwam ik spoedig in het team van Indo nesië. En ook in de ploeg voor de 4 x 100 meter. We hadden ook een fami lie-estafetteploeg, die in '50 deze af stand in 42,4 liep. Ik .heb zeven broers en het waren allemaal goede atleten". Het Nederlandse debuut liep voor A Masseur Serhalawan naast baan- coureur Chris Kipping tijdens een tienlandentoernooi in Oost-Berlijn Ferry niet zo goed af. „Volgens mij was dat te wijten aan de weersverandering. Maar toen ik naar Hilversum verhuisde en lid van AV'23 kwamen de prestaties weer. Ik werd gekozen in het Neder landse team, waarin ook Fanny Blan- kers- Koen en Puck Brouwer liepen. Het was een grandioze tijd. Ik zat toen op de radioschool in Hilversum. Maar op een dag zei m'n vader tegen me: „Jongen, hou op met werken, ga massa ge doen". Op Ambon is het beroep van masseur een ondankbare zaak. Door de zwarte kunst probeert iedereen zijn kwaaltjes te verbannen. Doktoren zijn er niet nodig. Ieder is zijn eigen dokter. De meesten helpen zichzelf ook. Maar hier, in Nederland, liggen de zaken heel anders. Ik ben toen maar sportmassage gaan doen". Door Peter Kisner, de Nederlandse wegkampioen, heeft Serhalawan be kendheid verworven. „Met z'n tweeën zijn we naar veel landen geweest. We hebben heel hard gewerkt. En zie daar het resultaat". „Was het kampioenschap van Kisner geen verrassing voor U". Helemaal niet. Toen ik op de teevee zag, dat hij bij die kopgroep van vijf tien zat, dacht ik, dat wint-ie. Kisner heeft namelijk een ongelooflijk snelle eindspurt. Jammer, dat hij zijn eigen stijl wil rijden. Dat nemen de coaches niet. Een moeilijk karakter heeft hij ook, maar dat wordt de laatste tijd ge lukkig wat beter, 't Is een hele goeie. „Wel", zegt Ferry met gepaste trots, „en zo van het een kwam het ander, 'n Mondelinge reclame kun je het noemen. Piet de Wit kwam bij me en Charles Ruiker, de Belg Eugene van de Viere. Harrie Michels en Chris Kipping heb ik ook onder handen gehad. In die tijd kwam ik ook in contact met Gert van Rheenen, de aanvoerder van het Neder landse rugby team. En sindsdien ben ik bij elke interlandwedstrijd aanwezig, voor de teammassage. Soms moet ik m'n lichaam in drieën delen. Omdat er op een en dezelfde dag wel eens gefietst, gecrossed en rugby ge speeld wordt. In dat geval neem ik het belangrijkste evenement. Ik ben ook masseur voor de cross-fa milie Van Heugten uit Amersfoort. Vijf broers crossen er momenteel nog. Ze hebben de zaken daar goed voor elk aar. Een eigen sportzaal en zo. Leuk werken. Verder komen ook Gerrit Wol- sink, Pierre Karsmakers en Stef van der Sluis bij me voor een massage-be handeling. Ook Bertus van der Brink uit Harskamp masseer ik. Het gaat een stuk beter met z'n knie, getuige het veroveren van het H-nummer. En Wie- be Plötz komt helemaal uit Assen voor een beurt. A'ls Stef van der Sluis opbelt dan zegt-ie altijd: „Ferry, pak me even, dan voel ik me zeker". „En dat is nu het punt", vervolgt Fer ry, „je moet de jongens kunnen benade ren. Je moet met ze kunnen praten. Niet geforceerd, nee langzaam het doel benaderen. Dat is mijn sterkste kant. Ik heb altijd contact met de jongens". Als Ferry Serhalawan met een ploeg naar het buitenland gaat, dan is hij niet alleen masseur, maar tevens algemeen verzorger en ploegleider. Zo is hij met een wielerploeg naar Oost-Berlijn ge weest. Naar baanwedstrijden. „Nou, dan heb je je handen vol. Vooral een goed hotel met goed eten is belangrijk voor de jongens. Owee, als het niet goed is, dan blaffen ze je uit. *t Zijn toch moeilijke jongens, die wielrenners. Maar die sport trekt me toch het meest. Een nadeel is weer, dat je te lang van huis bent. De KNMV vindt me te duur. Het is jammer, dat de bond het geld er niet voor over heeft. Ik zou mee naar de zesdaagse van Tsjecho-Slowakije. Voor 1200 gulden. De jongens hadden al voorpret. Maar op het allerlaatste mo ment ging het niet door. Te duur. Ik zit nu drie jaar in het motocross- wereldje. En ik vind, dat ze zo'n figuur nodig hebben. Dat heb ik nu zo langza merhand wel gemerkt. In het rennersr kwartier loop ik van de ene coureur naar de andere: masseren en praten. Oppeppen, zoals u wilt. Ik praat nooit van: „Je moet win nen", maar zo van: „Je moet lekker rij den, je moet goed rijden". Ook niemand voortrekken. Dat is fout. Ik word ook wel eens boos. Maar dan in 't belang van de rijder". Allround sportman Ferry Serhalawan hij speelde hoofdklasse volleybal en ook in het badminton staat hij z'n man netje staat op van zijn stoel. Zijn at letisch lichaam krijgt nog meer gestal te. Een ferme handdruk is het bewijs van zijn kracht. Wellicht een magische. „Ja", zegt hij tot slot, „voor dit werk moet je een goede body hebben, 't Is werken geblazen. Rusten is er niet bij. Doen goeie sporters ook niet". MASSEUR MET MAGISCHE HANDEN De donkere ogen van Ferry Serhalawan kijken dwars door je heen. Op een vriendelijke manier. Je voelt je gauw bij hem thuis. Zoals iedere sportman, die onder zijn handen komt. De 38-jarige, op Ambon geboren, Serhalawan zei negen tien jaar geleden zijn moederland vaarwel om zich in Nederland te vestigen. En met succes. Hij is nu een vermaard masseur, die heel wat topsporters onder zijn hoede heeft gehad. En nog heeft. Z iv uur Jan Kleinbussink, onmisbare figuur bij de VVR, schudt even de namen uit zijn mouw van Apeldoorners, die in het voorste gelid meedraaien: de gebroeders Van den Brink, Klumper, Spee, Hane- kamp, Holterman, Bessels, Van Essen, Hanekamp en de gebroeders Ozinga. We zijn trots op deze jongens, die elke woensdagavond opnieuw hier te vinden zijn", aldus Kleinbussink. Van den Brink: ,,'t Is wel moeilijk rondkomen met het circuit. Behalve de trainingskaarten levert hel niets op. Maar we redden het wel. Het voor naamste is, dat de jongens zich hier kunnen uitleven. Dat je ze van de A De crossers in actie op het trai ningscircuit van de VVR. straat afhoudt. Eisen stellen we wel. Je moet in elk geval- een kaart hebben om hier te mogen rijden. En laarzen. Maar je hoeft geen lid van de VVR te zijn. Iedere jongen die een machientje heeft, al is dat een opgevoerde brommer, is welkom. Mits hij zich aan de regels houdt. Hier rijdt een jongen, die pas dertien jaar is. Hij mag nog niet in wedstrijden uitkomen, maar als hij eenmaal vijf tien is, dan is hij er ook helemaal voor klaar. We hebben crossers uit Huizen, Alk maar, Dodewaard en veel uit de Ach terhoek. Behalve de training houden we wel eens onderlinge wedstrijden. En we trainen ook in de bossen, 's Winters gaan we de zaal in." Van alles „Ik heb ontzettend veel aan dit cir cuit te danken. Dit seizoen heb ik al Bertus van den Brink heeft zijn doel bereikt. Het H-nummer. „Maar", zo voegt hij er snel aan toe, „nu moet ik er wel voor zorgen, dat ik het behoud. Ik moet het volgend seizoen tenminte 60 punten bij elkaar rijden. Ik heb er hard voor moeten knokken en ik moet zeggen, dat dit circuit tot het succes bijgedragen heeft. „Ik vind „De Watergang" een van de zwaarste circuits van Nederland". Wanner je hier een half uur hard kunt gaan, dan kun je het overal", was de mening van de 18-jarige Jos Klum per. die op zijn CZ'je uitkomt in de 250 cc-juniorenklasse, .,'t Is bloedzwaar, maar ontzettend leerzaam." Rudi Holterman, met zijn vijftien jaar één van de jongste leden van d« VVR, dweept met zijn 50 cc BKS (Bes sels Kreidler Special). „Een heel be trouwbare machine. Niet kapot te krij gen. En bovendien enorm snel". Het is zijn eerste seizoen bij de VVR. „Ik moet nog veel leren. En dat kan ik mooi op dit circuit doen. Je bent nooit uitgeleerd". En weg is hij. Met zijn BKS het mulle zand in. A Voorzitter A. van den Brink: „We hebben jaren voor dit circuit gevoch ten". vier crossen gewonnen. Het is een fijn circuit. Je vindt er nergens zo een. Er zit van alles in, bulten, trechters, knip pen en heuvels", aldus Kees van Tinte len uit Dodewaard, die een goede gooi doet naar de titel. In de 500 cc-junio- renklasse. „Ik ben iedere woensdagavond hier. Mijn broers Dik en Ruud gaan ook al tijd mee. Het is altijd nog een drie kwartier rijden. Maar ik heb het er voor over." Secretaris H. van Milligen, die ook geen trainingsavond overslaat: „Het is een zwaar circuit, niet snel, maar wel veilig. Bepaald geen wedstrijdcircuit. Om beurten hebben we dienst. We let ten dan op of de jongens niet op de weg naast het circuit gaan rijden en of ze niet roken. Gelukkig verloopt alles in goede orde." Dezelfde mening was de heer H. El- burg toegedaan. Als EHBO'er van de hulpcolonne, afdeling Apeldoorn, is ook hij steeds op de ..watergang" te vinden. ..Het is een absoluut veilig circuit. Als de jongens vallen dan. vallen ze in het zand. Er is wel eens een schrammetje, maar daar houdt het ook mee op. Dit werk doe ik zuiver voor de sport, omdat ik er het nut van inzie, dat de jongens van de straat gehouden wor den." „Lekker zwaar", vindt Dik van Tin telen het circuit. Hij zit nog niet zo lang in de sport. Anderhalf jaar pas. Maar hij redt zifch aardig op zijn Rond Sachs. Wat overwinningen in clubcrossjes. „Ik moet nog veel leren", zegt hij. „Ik wil ook crosser worden", zegt zijn achtjarig broertje Ruud zonder blikken of blozen. Hij heeft al echte laarzen aan en een echt truitje met de letters MCD (Motor Club Dodewaard). En wan neer we verder informeren, vertelt hij ook, dat hij een eigen machientje heeft. Speciaal voor hem gebouwd. H 4 staat erop, het nummer van Franske Sig- mans. „Wat is het merk", vragen we. „Een ILO meneer, 50 cc." Even later ploegt hij door het zand. Met z'n been tjes balancerend. Met een verbeten ge zicht. Geheel geconcentreerd, zoals het een goede coureur betaamt. maal op je eentje liep je de veertig kilometers onder je weg. Nu ge beurt het spelenderwijs". Aad Steylen, die na de Olympi sche Spelen in Mexico een punt achter de topsport zette en nu nog af en toe een cross loopt om wat in vorm te blijven, ziet voor hei vol gend seizoen meer trainings gele genheid. „Door de KNAU wordt naar een andere opzet gezocht, naar een wat betere verdeling. Is ook wel nodig, omdat er voor het volgend seizoen belangrijke evene menten op het programma staan, zoals de Europese kampioenschap oen en een zeslandenwedstrijd. Met de opening van ..Papendal i oktober) zit het er dik in, dat we meer centrale trainingen krijgen". Aad Steylen krijgt in Wim Hol een goede opvolger. De pupil heeft nog niet het niveau van zijn leer meester die zijn snelste marathon hep in 2. 19- (Hol 2.24). maar het duurt niet meer zo lang of Hol fi nisht beneden de 2.20.- Aad Steylen: „Wim Hol heeft er ook alles voor over. Hij loopt twee maal per dag. En dat moet je ook wel om een beetje mee te kunnen komen. Lopen leer je door te lo pen. Je moet kilometers maken. Als het goed is moet je voor je werk 's morgens nog zo'n kilome ter of vijftien afleggen. Maar het is niet zo eenvoudig om elke dag te trainen. Je moet het maar kunnen opbrengen. De Apeldoorner Klaas de Ruiter traint ook, als het even kan, twee keer per dag en succes sen bleven niet uit. Ook Gijs de Bode, die nu een jaar bezig is met het ,.werk" op de lange afstand, loopt, heel aardig. Maar Johan Kij- ne gaat, wanneer hij goed loopt, nog meer trainen. Én dat is nu juist fout. Wanneer je goed loopt. Jan moet je hetzelfde schema blij ven hanteren" Wanneer we Aad Steylen vragen Het is even rustig op het circuit. Heel even maar. De helse machi nes staan tegen een boom wat uit te puffen. De Crossers zitten er naast. Een mok koffie wil er wel in. De laatste slok is nauwelijks binnen of daar gaan ze weer. Het mulle zand in. Ploegen en zweten. Tot ze erbij neervallen ..We hebben jaren voor dit trainingscircuit gevochten. En we zijn er heel zuinig op", zegt voorzitter A. van den Brink van de VVR, terwijl hij zijn ogen over het circuit laat dwalen. Een eindje verder staat zijn vrouw. Zij zorgt elke woensdagavond voor de koffie. Zo maar. uit eigen vrije wil. Bertus en Wim van den Brink draaien hun trainingsrondjes en de jongste telg van de moto-crossfamilie uit Harskamp kijkt toe of ze hel wel goed doen. Hij vyil later ook crosser worden. of hij dit jaar zijn marathon-titel nog verdedigt, lacht hij fijntjes. ..Dat is nog een verrassing", zegt hij. Aad Steylen kennende is hij dan van de partij om...zijn pupillen te verrassen. Vervolgt de voorzitter met: „Dank zij dit circuit hebben we een goed renners- veld gekregen. Drie jaar geleden zijn we eigenlijk opnieuw moeten beginnen met wat junioren. Nu spelen alle leden een voorname rol in het Nederlandse crosswereldje. We zijn dik tevreden." Aad Steylen, de bondscoach van de super-lange-afstandlopers, is tevre den pver het afgelopen seizoen. ..Het peil van de top-atleten is ge slegen", zegt de Nederlandse ma rathonkampioen, ,.en dat is al heel wat. De lange afstand stond voor dien op een heel laag pitje. Door de centrale trainingen, die we dit sei zoen op Papendalgehad hebben, is de zaak aanmerkelijk vooruit ge gaan. Uiteraard hopen jve op meer trainingsweekends in de winter, want de vier, die we op het sport centrum van de NSF doorgebracht hebben, zijn eigenlijk te weinig. Maar ik ben toch wel tevreden. Je kunt in het begin niet te veel ver wachten. De opzet is nieuw voor ons, maar ook voor de KNAU. We mogen blij zijn, dat er iets aan de begeleiding van de lang e-af standlo pers gedaan wordt. Vroeger hadden we helemaal niets. We moesten alles op eigen houtje doen. In mijn tijd waren er ook geen centrale trainingen. Hele-

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1970 | | pagina 17