Jan Janssen rekent niet op Nederlanders Merckx werkloos Keetie Hage staat onder zware druk Urtain durft duel met routinier Cooper niet goed aan Joop Zoetemelk blijft bij Mars-Flandria NAMEN Arbitrale trio voor wereldbeker LEICESTER Wegcoach Joop Middelink heeft vlak voor de wegwedstrijd van de amateurs zijn tactiek voor de race van van middag prijsgegeven. Zijn geheime wapen is de 19-jarige Cees Priem. „Voor menigeen is hij de grote onbekende en het zou wel eens kunnen gebeuren, dat hij er van kan profiteren wanneer de buitenlanders hun koers gaan afstemmen op vedetten als Den Hartog. Oosterhof en De Koning, die internationale faam heb ben. Daarvan zal Priem gebruik moeten maken. Hij zal echter moeten zorgen dat hij er bij zit, wanneer de slag valt. Dan kan de droge pace van Priem, die haast uniek is, goed tot uiting komen tot de finish". EIGEN KANSEN KNECHTEN GROOT FAVORIET m m* CONCURRENTIE ONDERSCHEIDEN RAUWE BIEFSTUK ALS EEN BOM ZAKENMAN Van Looyr eerste UIT DE KERKEN ZATERDAG 15 AUGUSTUS 1970 LEICESTER „Ze kwamen al naar me toe dat er zaterdagavond gepraat moet worden, maar ik geloof niet dat dat enige zin heeft. Er zullen er zeker zes van de negen zijn, die hun hand opsteken, wanneer er wordt gevraagd wie er zijn eigen koers wil rijden". Jan Janssen, wereldkampioen op de weg in 1964 in Sallanches en Tourwinnaar in 1968, had na aankomst in Leicester weinig vertrouwen dat men in de Oranjeformatie voor de strijd van de profs zondag tot een redelijk vergelijk zal kunnen komen. „Het kan me ook niet zoveel schelen, want ik heb genoeg mannen van BIC in het veld om me bij te staan. In feite heb ik nog nooit zo'n sterke ploeg in het wereldkampioenschap ge had. „Jansen somde op: de Fransen Vasseur en Berlan, de Luxemburger Schlek, de Deen Moreensen, de Brit Wright, de Spanjaarden Ocana en Aranzabal. „Ze hebben me gevraagd of ik niet te oud ben om nog eens wereld kampioen te worden. Ik vind van niet, mijn vorm is nog goed genoeg. Tenslot te heb ik speciaal voor dit wereldkam pioenschap Parijs/Luxemburg laten lo pen. Maar het zal er vanaf hangen of er gelijk na het vertrek wordt gede marreerd en of die vlucht dan succes heeft. Want daar zal ik niet aan mee doen. Ik ga niet bijna 300 km leeg rij den om een van de andere sprinters zoals Godefroot, Basso, Dancelli of Ver beek naar de meet te brengen. Het is mijn bedoelinhg om rustig mee te rij den en dan te proberen zo'n 100 km voor de finish mijn slag te slaan." Jan Janssen was in het gezelschap van titelverdediger Harm Ottenbros, Rini Wagtmans Peter Kistner, Gerard Vianen, de voor Harry Steevens inge vallen Jan van Katwijk, Eef Dolman en de jonge Limburger Jan Krekels, die ook genoemd wordt als een der moge- Jijken" rond Joop Zoetemelk in de 'Mars-FLandria-ploeg, die vrijdagmid dag in Leicester aankwam. Zoetemelk en René Pijnen waren daar al in de nacht gearriveerd in het speciale vlieg tuig, dat tal van vedetten na Parijs- Luxemburg had overgevlogen. In Lei- cester, dat zich opmaakt voor de finale van deze wereldkampioenschappen, gonsde het intussen van de geruchten en werden de kansen besproken. Op merkelijk was daarbij dat de naam van Eddy Merckx alleen maar in „negatie ve" zin werd genoemd. Men was het erover eens dat de Belg geen belang kan hebben bij een titel (hij werd eer der in 1967 in Heerlen wegkampioen). Veel ook werden genoemd de Belgen Monsere, Roger de Vlaeminck, Godef root en Verbeeck, de Italianen Basso, Dancelli, Bitossi en de zeer goed rijden de Motta, de Westduitse veteraan Rudi Altig, onze landgenoten Jan Janssen, Harry Steevens (de buitenlanders wis ten nog niet dat de Limburger niet zou starten) en René Pijnen, de Fransman Guimard, de Spanjaard Linares en de Zweedse broers Gösta en Thomas Petterson. Maar er zal veel vanaf han gen of de groten zondag willen rijden. Zo niet, dan kan er evenals vorig jaar in Zolder, toen Harm Ottenbros zege vierde. weer een verrassend kampioen uit de bus komen. FRANKFURT Het arbitrale trio, dat de wedstrijd Estudiantes de la Pla ta tegen Feijenoord (26 augustus) zal leiden, de eerste ontmoeting tussen de tweede clubs vom de wereldbeker, zal bestaan uit de Westduitser Kurt Tschenscher, de Oostenrijker Rudi Glöckner en de Italiaan Antonio Sbar- della (zijn nominatie werd al eerder be kend). Tschenscher is de man, die de openingswedstrijd van het wereldkam pioenschap in Mexico floot en Glöckner werd het meest bekend doordat hij de finale van „Mexico" mocht leiden. Wie van de drie scheidsrechter zal zijn in Buenos Aires en wie grensrechters, zal door het lot worden beslist. CEES PRIEM IS HET GEHEIME WAPEN VAN COACH MIDDELINK Middelink vindt overigens, dat het ruim zestien kilometer lange parcours in en rond Mallorypark, een klein cir cuit voor motorraces, uitermate ge schikt is voor de Nederlandse renners, zowel voor de amateurs als de profs „Het is bochtig met flauwe hellingen (vals'plat) en ligt bovendien maar voor een deel beschut. Als er wind staat is het een gevaarlijk parcours, waarop we waarschijnlijk veel uitlooppogingen zullen zien. Het is dan ook een circuit voor de durvers, voor de renners met lef, die meerdere keren in vluchtpogin gen meegaan. Want wie hier een mo ment aarzelt kan gezien zijn". De Nederlandse coach, die het par cours uitvoerig had bestudeerd, vertel de voorts dat bij de amateurs alle Ne derlanders hun eigen kansen mogen verdedigen. „Dat is een principe dat ik van het begin af heb gehanteerd. Wie goed genoeg is om naar een wereld kampioenschap te gaan moet ook het recht hebben om voor de hoogste plaats te vechten. Het wordt natuurlijk wat anders wanneer de slag is gevallen en er een of meer Nederlanders voorin mochten zitten. Dan verwacht ik, dat er met ploeggeest wordt gereden. Maar het zou me te ver gaan om bijvoor beeld van te voren te stellen dat de vijf anderen voor Fedor den Hertog zouden moeten rijden. Nogmaals, ieder moet kans hebben om wereldkampioen te worden". De naam van Fedor den Hertog, het zorgenkind in iedere equipe en dus ook in de Nederlandse ploeg, was gevallen. Middelink: „Als Fedor zijn dag heeft dan zijn er maar weinigen, die hem van de titel af kunnen houden. Dan zal zijn, wat ik altijd noem „brute geweld" de doorslag geven. Maar dan zal Fedor wel attent moeten zijn. Hij zal het van een onverwacht moment moeten heb- PARIJS Eddy Merckx, de twee voudige winnaar van de Ronde van Frankrijk, is werkloos. De wielerploeg Faemino, waarvoor hij reed, zal aan het einde van het seizoen worden opge heven. De oorzaak daarvan is zonder twijfel het overlijden tijdens de Tour van manager Vincenzo Giacotto, die de ziel van deze Italiaanse ploeg was. De Belg zal echter vrij zeker worden opgevangen door een andere Italiaanse firma, Ignis, die daarmee naar de wie lersport terugkeert. Giovanni Borghi, directeur van Ignis, zal hiervoor de steun ontvangen van een ander Ita liaans merk van elektrische huishoude lijke apparaten. Merckx heeft van Ignis reeds een veel belovende aanbieding ontvangen. De Belg zou gezegd hebben bereid zijn te tekenen, indien zijn nieuwe werkgever ook enkele trouwe knechten van de Belg een contract zou aanbieden. ben. 'wanneer de anderen elkaar aan zitten te kijken. Heeft hij zijn dag niet, dan komt hij waarschijnlijk nergens". Middelink gaf zo'n korte karakteris tiek ook van de vier anderen: Mathijs de Koning is een venijnig kereltje, van wie ik overtuigd ben dat hij eerder bij tien uitlooppogingen zal zijn dan bij een. Hij is voor mij een groot favoriet om ver voorin te eindigen". Over Popke Oosterhof: „Een heel goed renner, voor wie dit parcours ui termate geschikt is. Als hij zaterdag de flair en de durf heeft en de aanwijzin gen opvolgt dan is hij heel gevaarlijk voor wie dan ook. Als Popke er bij zit, dan zullen ze op dat iets oplopende stuk tot de finish veel moeite hebben om hem te kloppen". Over Cees Koeken: „Hij zal zeker proberen zijn slag te slaan. Als hij zijn dag heeft dan is ook hij gevaarlijk voor iedereen, dat is in het Nederlandse kampioenschap duidelijk gebleken. Wat mij in Koeken zo is opgevallen de laat ste tijd is zijn geweldige inzet. Dat mis- JOOP MIDDELINK voor eigen kansen FEDOR DEN HERTOG „brute geweld" te ik vroeger bij hem". Tenslotte over Ben Janbroers: „Hij is in ons gezel schap de pure sprinter. Janbroers zal wel proberen zich zo fris mogelijk naar de meet te laten rijden en dan zijn slag te slaan". Bij dit alles is er voor Middelink een „maar". „Wij zijn met zes jongens op 150 of misschien wel 180 deelnemers. Op die smalle wegen zullen absoluut valpartijen plaatsvinden en iedereen die daarbij betrokken is is praktisch uitgeschakeld, omdat het onmogelijk zal zijn snelle hulp te verlenen". Wat de concurrentie betreft, vielen er een aantal namen, zoals die van de Westduitser Muddemann, winnaar van de laatste editie van de Ronde van Rijnland-Palts, de Belgen Henri Ver linden en Tonny Gakens, de Colum- biaan Rodriguez, die zich maandenlang in Italië heeft voorbereid, de supersnel le Deen Benny Pedersen, de Fransman Yves Hezard, de Hongaar Ferenc Kese- ru, in Mexico in de dagen voor de Spe len in grote vorm maar daarna uit het zicht verdwenen, alle Russen, de Noor Torleif Andresen, de Pool Ryszard Szurkowski, de Zweed Joszef Ripfel en de Zwitser Bruno Hubschmidt. „Maar wie weet wat er nog voor verrassingen komen. Er zijn zoveel knapen bij van wie wij in het westen nooit hebben ge hoord, maar die zo ineens naar de top kunnen doorstoten". LEICESTER „Er zijn veel goede meisjes voor de wegwedstrijd", pleegt Keetie Hage in Leicester te zeggen, wanneer er met haar wordt gesproken over de kanshebster in de wegwedstrijd, die vanmorgen in Mallory-park de finale van de wereldkampioenschappen inluidt. De Zeeuwse, die deze maand jarig wordt, is een uiterst bescheiden meisje. Want zij weet drom mels goed dat ze, niet alleen door de Nederlanders, maar ook door de meeste buitenlanders als.de grote favoriete voor deze titel wordt be schouwd. Het is een zware last voor haar, die graag altijd zo weinig mo gelijk in de belangstelling staat. Zij ziet bijzonder gevaarlijke concurrentes in de Belgische Geerts („een goeie in de sprint"), de Fran^aise Gambillon, de Italiaanse kampioene Longari, de Russinnen Trofimova (vorig jaar derde) en Czaouna (in 1963 in Rome zilver achter Keetie), de Britse Swinnerton en uiteraard de Ame rikaanse titelverdedigster McElmury, die echter weinig vertrouwen in prolongatie van de titel heeft: „Dit parcours is voor mij iets te licht. Het is echter uitstekend geschikt voor Keetie". Met Keetie Hage zitten er in de wegwedstrijd haar zuster Bella, Henny Faber-Hondeveld, Truus Smulders, Truus van der Plaat en Jannie Jonkers. Schneider in tennis- finale tegen Hemmes SCHEVENINGEN Het sluwe ver tragende spelletje dat Evert Schneider zich heeft aangeleerd sinds hij enkele jaren geleden, serieuzere ambities op gaf, is in de halve finales van de natio nale kampioenschappen te sterk geble ken voor de als veelbelovend aangepre zen acht jaar jongere Fried Schmitz. Na twee uur en drie kwartier in de brandende zon te hebben vertoefd, plaatste de in Rotterdam wonende, In Amsterdam werkende en voor een Haagse club spelende 28-jarige jurist zich met 10-8, 3-6, 6-4, 6-1 voor de eindstri,jd van zondag. Het wordt de vierde maal dat hij daarin optreedt. In 1963 verloor hij van Jan Hajer, in 1965 van Tom Okker en in 1969 van Niek Fleury. Zijn tegenstander voor de ko mende eindstrijd is Fred Hemmes. De enige tennisser in fulltime bonds- dienst (hij kreeg aan het begin van dit jaar vijfduizend gld om toernooien af te reizen), versloeg met 7-5, 6-3, 6-3 Jan Hordijk. Het was een partij, die bondsoefenmeester Rinus Buytelaar ho gelijk boeide, getuige diens geagiteerde reactie, toen iemand repte over statisch spel. „Altijd die negatieve kritiek", al dus de heer Buytelaar. „Zondag speelde Hemmes in Rotterdam tegen Wimble- don-deelnemer Eric van Dillen precies eender. Toen roemde iedereen dat Amerikaanse spel. Maar hier op de Mets hoor je alleen maar negetieve op merkingen". Het was een verwijt dat nergens op sloeg. Niemand zal ontkennen, dat Fred Hemmes deed wat hij moest doen. Hij hield de ballen meestal binnen de lij nen, gaf spin aan zijn forehandslagen en liep van tijd tot tijd naar voren. Maar zoiets is niet voldoende om een aantrekkelijk schouwspel te verzeke ren. Daarvoor zijn twee spelers nodig. En in dit opzicht bleef Jan Hordijk na 5-4 in de eerste set (in zijn voordeel) schromelijk in gebreke. Het verschijnen van Hemmes aan het net was voor hem een directe aanleiding het net en hek werk te teisteren. Hemmes vroeg zich na afloop verbaasd af, waarom zijn trainingsmakker al in dat vroege sta- Als alles volgens plan verloopt, zal 20 oktober de Spanjaard Urtain zijn Euro pese zwaargewichttitel verdedigen tegen Henry Cooper. Waarschijnlijk in Lon den, misschien in Madrid. Urtain durft een duel met de wel oude, maar geroutineerde en nog altijd ge vaarlijke Cooper in Londen niet goed aan. Indien de partijen niet tot overeen stemming komen, komt er een open inschrijving van promotors aan te pas. want Cooper werd door de Europese Boksunie erkend als de officiële uitdager van de Bask. Als het zover is zal Of Solomons, of Levene wel een niet te over- bieden offerte overhandigen. Niemand weet nog precies wat hij aan Urtain heeft. Vermoedelijk weet de 27-jarige Bask, die wat al te vlot met zijn landgenoot, de eens beroemde hout hakkende bokser Paolino Uzcudun wordt vergeleken, het zelf nog niet. Van zijn 32 wedstrijden won hij er der tig door knock-out, maar de namen van zijn tegenstanders zal men op geen en kele min of meer serieuze klassificatie tegenkomen. Na Urtains triomf over Weiland vie len er woorden als corruptie en omko perij, maar die werden weer ingeslikt. De Spanjaard heeft zijn Italiaanse ma nager het bos ingeschopt. Zoiets doe je niet als je boter op je hoofd hebt. De belangrijkste figuur in de komen de strijd is Henry Cooper, de door de Britten bewonderde cockney, die met hard vallen en telkens opstaan zijn huidige status van goed sport- en wel gestelde zakenman bereikte en door de koningin van zijn land werd onder scheiden met de Order of the British Empire. Cooper, die eigenaar is van een aantal supermarkets, tenzij hij die in middels weer van de hand heeft ge daan, bleef merkwaardig populair, ook als zijn gammele wenkbrauwen en niet zo sterke kin hem van successsen afhiel den. In 1955 werd hij knock-out i geslagen door Uber Bacilieri, in 1956 door Peter Bates, in 1957 door Joe Bygraves en Ingemar Johansson, in 1961 door Zora Folley, in 1966 door Floyd Patterson. Dan zijn er nog twee nederlagen tegen Cassius Clay in 1963 en 1966 door inter ventie van de scheidsrechter. Dit alles hoort thuis op de debetzijde van Coopers rekening, maar niemand die het eerste gevecht tussen hem en Clay heeft gezien, zal vergeten hoe Cooper enkele seconden voor het einde van de vierde ronde de onattente, non chalant geworden, zich niet meer ver dedigende Clay vol op de kaak trof met zijn linkse hoek, de toen al tot een le gende geworden „Enery's 'ammer", Henry's hamer. De Amerikaan was zichtbaar groggy, kon in de minuut rust niet voldoende worden opgelapt door zijn sluwe manager Angelo Dundee, die daarop de aloude truc van de gescheur de handschoen uitspeelde en kostbare seconden redde. Daarna was het gauw bekeken met Cooper. i Clay maakte er bit tere ernst van en sloeg alles stuk wat er aan de Londenaar maar stuk te slaan was. Cooper leek in de vijfde ronde wel een rauwe biefstuk. Opgeven deed hij niet, de arbiter moest interve niëren. Met een spons en een emmer water werd Cooper weer toonbaar ge maakt. In boksen gaat dat vlugger dan men denkt. Het was niet door dit gevecht dat Cooper populair werd, al won hij die avonden duizenden nieuwe fans. Hij was al jaren eerder het idool van velen geworden. Door zijn verbijsterend vol houden, wegbijten van tegenslagen, zijn moed en sportiviteit, die hij slechts éénmaal geweld aandeed. Dat was toen hij zijn kampioenschap van Groot Brit- tannië in de schoot van de Britse Boks- bond gooide. Hij was kwaad dat de bond het voor genomen duel met Jim Ellis niet als wereldtitelgevecht wilde erkennen. De British Boxing Board kon niet anders door zijn lidmaatschap van de Wereld- boksraad die in Jim Frazier de ware kampioen zag. Op dat moment moet Cooper verge ten hebben wat de bond voor hem ge daan heeft, hoe die keer op keer voor zijn belangen heeft gevochten, heeft af gezien van het percentage van zijn ga ge, dat de overkoepelende organisatie reglementair kon opeisen. Cooper was tien jaar en vier maanden onafgebro ken titelhouder van zijn land geweest in het zwaargewicht, een record, en de bezitter geworden van drie Lonsdale gordels van (imitatie)-goud, plus het vooruitzicht op een pensioen van drie pond per week wanneer hij vijftig is. Zijn bokscarrière begon zestien jaren geleden, toen hij samen met zijn twee lingbroer George, die korte tijd als Jim Cooper gebokst heeft, zijn eerste con tract tekende. Zijn manager werd de thans 75-jarige Jim Wicks, bijgenaamd „de bisschop" vanwege zijn kale sche del en altijd in elkaar gestrengelde vin gers. Het was Wicks, evenals Cooper een cockney, die in 1958 „Enery's 'ammer" ontdekte. Dat was in een titelgevecht met Dick Richardson, die Cooper in de vierde ronde had gevloerd, achter hem aan joeg om zijn werk af te ronden nadat de uitdager overeind was ge krabbeld. Plotseling leek Richardson door een bom getroffen. Cooper had zijn linkse voordien uitsluitend als plaagstoot gebruikt; tegen Richardson werd het een hoek, die trof als een bliksemschicht. Het werd een wapen waarmee hij zware nederlagen goedmaakte met spectaculaire overwinningen, nationaal en Europees kampioen werd en een wereldtitelstrijd met Clay verdiende. De Europese titel moest hij teruggeven na een knieoperatie. Inmiddels heeft hij door een wat moeizame puntenzege op Jack Bodell de Britse titel weer in zijn bezit. „Ene- r" had zijn ,,'ammer" niet nodig, ver klaarde Wicks trots. Neen, maar hij bleek wél ringroestig, wat zo kort na een operatie voor een 36-jarige pugilist niet onbegrijpelijk is. Coopers ringleven is een aaneenscha keling geweest van ups en downs, een boeiende film van een niet bijzonder goede maar nooit opgevende bokser, een nuchter en intelligent mens die in de sport een „personality" werd dis hem ook na zijn laatste wedstrijd vfn pas kan komen. Als radio- en. televisie commentator bijvoorbeeld. Henry Cooper is een zakenman. Met boksen verdiende hij bruto tussen de drie en vijf miljoen gulden. Wat er van overgebleven is, weten alleen hij en zijn vertrouwelingen. Cooper heeft minder gebokst dan hij had kunnen doen, om fiscale redenen. Het is nog steeds niet zo ver, dat een beroeps sportman die maar een beperkt aantal jaren mee kan, zijn inkomsten over een langere tijd mag uitsmeren, waardoor de belasting lager zou worden. Medelij den met Cooper behoeft men vanwege zijn banksaldo overigens niet te heb ben. Zoveel is wel uitgelekt, dat hij geen geldzorgen heeft. Zijn supporters gunnen het hem van harte. Hij heeft er hard genoeg voor gewerkt. De verwachting is, dat 20 oktober Cooper gemakkelijk van Urtain zal winnen. Een logische prognose, omdat waarschijnlijk'de Spanjaard zelfs tegen Bodell, die van Cooper op punten ver loor, kansloos zou zijn. Maar in de pu- gilistiek moeten de wetten der logica wel eens plaatsmaken voor andere, zoals die van Henry's hamer. Daarom wil Urtain zo graag in Ma drid boksen. Hij hoopt dat daar de dui zenden toeschouwers door hun geloei ge noeg Spaanse peper zullen inbrengen om Coopers geschut te vernagelen. Los hiervan: in de historie van de ring zijn vele voorbeelden te vinden van voor spellingen, die door een bokser met een punch in zijn knuisten werden vergrui- zeld. TURNHOUT De Belgische oud wereldkampioen Rik van Looy heeft vrijdagavond in Oud-Turnhout een in ternationale wielerronde gewonnen. Hij legde de 145 km af in 3 uur en 10 min. Tweede werd zijn landgenoot Willy Ve- kemans op drie lengten en derde Roger Rosiers ook een Belg, die een achter stand had van 100 meter. De beste Ne derlander was Matje Gerrits, die als ze vende finishte op 150 mtr. Daan Holst werd 12de en Jos van Beers 20ste. De wedstrijden tussen FC Twente en AEK Athene, die elkaar ontmoeten in de eerste ronde van het Runners Up Cuptoernooi, zullen plaatsvinden op 2 en 8 september. De eerste wedstrijd wordt gespeeld in Athene, in het Nea Phila- delphia-stadion. Nog niet bekend is of deze wedstrijd 's avonds of 's middags wordt gehouden. dium de pressie, had verminderd. Het antwoord werd gegeven door Gerrit van Breemen, de vader van Hordijk's verloofde, die sinds een jaar voor de psychologische begeleiding zorgt. „Bij 5-4 in de eerste set kreeg Jan last van zijn rug. Hij kon niet goed meer serve ren. Tegen zoiets sta je machteloos. We hadden alles doorgenomen wat er in zo'n partij kan gebeuren. Elke spelsi tuatie van tevoren bekeken. Zelfs zo veel mogelijk gewapend tegen eventue le opmerkingen van bondsofficials (Jan Hordijk heeft daar nogal breekbare verhoudingen mee), maar zoiets is niet te voorzien." Door deze handicap mag men billijk heidshalve alleen de eerste set als maatgevend beschouwen voor 't tennis van Hemmes en Hordijk. Dat was niet slecht. Hemmes, die op het psychologi sche vlak minder aandacht behoeft we gens de gelijkmatigheid van zijn hu meur en het onvermogen zich kwaad te maken, heeft op de bondsreis naar Zuid-Afrika geleerd meer spin in servi ce en forehand te leggen, terwijl hij bovendien wat sneller lijkt dan vroe ger. Hordijk demonstreerde dat de psy chologische arbeid van sportdirecteur Lijsen en van Breemen resultaat heeft gehad. Hij speelt geconcentreerder. Bo vendien is hij aanzienlijk afgeslankt. De technische vooruitgang was echter veel minder duidelijk waarneembaar. Nog steeds staat hij teveel op zijn hie len in plaats van op de voorvoet en steekt hij bij- het volleren eerder de borst dan de armen vooruit. Een speci fieke sprinttraining zou hem kunnen helpen. Evert Schneider heeft ook van die minder sterke punten: onder meer de backhand die hij altijd „slice" slaat. De Hagenaar heeft geleerd er mee te le ven. Zijn linkerzijde is al zo vaak on der druk gezet, dat hij a la Jan Hajer een korte cross-slag heeft ontwikkeld, waarmee hij de tegenstander naar het net trekt om hem bij de volgende slag te passeren. Fried Schmitz had daar in het geheel geen antwoord op. Als hij aan het net stand, gaf hij de bal netjes aan voor de passeerslag. Aan de andere kant was Schneider ook niet zo zeker van zijn slagenbeheersing, dat hij zelf het initiatief durfde te nemen. „Die jongens spelen altijd op de snelheid van de ander, laat ze zelf maar eens vaart maken", aldus Schneider. Dat deed Schmitz slechts een enkele maal en dan in hoofdzaak van de backhand- zijde. En zo ontspon zich een tempoloos gebeuren, waarbij in taktisch opzicht soms knap gemanoeuvreerd werd, maar dat toch nauwelijks de aandacht gevan- gen kon houden. Fried Schmitz had bij 3-1 in de derde set een reële kans de partij te winnen. Schneider was duide lijk vermoeid. Maar er stak een ver koelende bries op, terwijl op hetzelfde moment Schmitz zijn offensieve bedoe lingen liet varen. Een en ander resul teerde in een gewonnen set voor Schneider, die na de pauze het werk resoluut afmaakte „Evert heeft in door zettingsvermogen mijn zoon duidelijk overtroefd", erkende Schmitz' vader. KNLTB-voorzitter Van Hoegee over handigde de winnaressen van het da- mes-dubbel de beker en de bloemen. Dat waren niet zoals verwacht Betty Stöve en Trudy Walhof-Groenrnan. maar hun tegenstandsters Marijke Schaar en Judith Salomé, die geen van beiden een redelijke volley kunnen slaan, maar desalniettemin wonnen met 6-2, 6-4 na een achterstand van 1-4 te hebben goedgemaakt in de tweede set. UITSLAGEN: Heren-enkelspel, halve finales: Evert Schneider Fried Schmitz 10 8, 3 6. 64, 61; Fred Hemmes Jan Hor dijk 7—5, 6—3, 6—3. Dames-dubbelspel, finale: Marijke Schaar/Judith Salomé Betty Stöve/Trudy Walhof 62, 64. MIXED Ada Bakker/Niek Fleury Tine Zwaan/Stanley Franker 63, 108; Jenny Ridderhof /Jaap Arends Betty Stöve/ Paul van Min 86, 64; Trudy Walhof/Fred Hemmes Marijke Schaar/Peter Blaas 108, 57, 6r—3; Els Veentjer/Hans Haks Judith Salo mé/Jan Hordijk w.o. wegens blessure van Jan Hordijk. NED. HERV. KERK Beroepen te Kamerik, Oud Alblas en IJsselmuidèn: dr. C. A. Tukker te Kinderdijk; te Houten: J. P. Verkade te Nieuwe-Tonge. Bedankt voor Rouveen: J. Noltes te Ridderkerk. GEREF. KERKEN Benoemd tot vormingsleider aan Den Alerdinck te Laag-Zuthem: C. van Noort te Dronten, die deze benoe ming heeft aangenomen. Beroepen te Meppel: B: Koekoek te Waddinxveen. CHR. GEREF. KERKEN Beroepen te Aalsmeer: K. Boersma te Haarlem. LEICESTER Joop Zoetemelk, in de laatste Tour de France tweede achter Eddy Merckx en daardoor nu in Europa een veelgevraagd coureur, zal zijn con tract met Mars-Flandria een jaar ver lengen. Dit besluit viel vrijdag in een gesprek met Zoetemelk, die met René Pijnen donderdagnacht, na Parijs- Luxemburg, met het speciale „renners vliegtuig" in Leicester was aangeko men, met zijn oude ploegleider en raadgever Herman Krott. Mars-Flan dria had zo'n gunstig financieel aanbod gedaan, dat er niet lang over gesproken behoefde te worden. „Joop gaat veel geld verdienen", zei Krott tevreden, „ik zie hem voorlopig niet meer als tim merman werken, misschien wel nooit meer". Bij de onderhandelingen met Mars-Flandria is overeengekomen, zoals de directie van deze merken al op de voorlaatste avond van de Ronde van Frankrijk aankondigden, dat Zoe temelk omringd zal worden door zeven a acht Nederlandse renners. Op de no minatie daarvoor staan onder meer Wim Bravenboer, die dezer dagen het contract met Mars-Flandria tekent, Matthljs de Koning, Popke Oosterhof, Tino Tabak, Sjef van der Burg, Wim Prinsen en mogelijk ook Fedor den Hertog. Die namen werden tenminste ge noemd tijdens het gesprek tussen Zoe temelk en Krott. Want het is nog lang niet zeker dat deze renners prof wor den en gebeurt dit wel, dan kunnen zij ook een contract aangaan met een an der merk. Herman Krott, onder wiens leiding Matthijs de Koning furore is gaan maken, heeft voor deze renner wel bedongen dat hij in 1971 nog niet mag uitkomen in de Tour de France". „Thijs is nog niet zover", aldus Krott. „Hij is uitstekend geschikt voor kleinere ron des zoals die van Normandië, Luxem burg en Duinkerken, om er enkele te noemen". Met Popke Oosterhof, die ook al door Willem 2-Gazelle is benaderd, zal men na het wereldkampioenschap op de weg gaan praten. Een vraagteken is of Fe dor den Hertog amateur zal blijven. Zelfs voor Herman Krott, bij wie Den Hertog veelvuldig over de vloer komt. Ook in Leicester heeft Den Hertog nog rondverteld dat hij, zelfs wanneer hij kampioen mocht worden, er niet veel voor voelt om naar de prof-renners over te gaan. „Ik ben er mentaal geloof ik niet geschikt voor", zei de Gelderlan der oprecht. Zoetemelk intussen hoopt dat Den Hertog niet bij zijn mening blijft. „Wij hebben het samen altijd goed kunnen vinden en dat zou bij de profs niet anders zijn." V»

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1970 | | pagina 9