Jan Janssen
rekent niet op
Nederlanders
Merckx
werkloos
Keetie Hage staat
onder zware druk
Urtain durft duel met routinier
Cooper niet goed aan
Joop Zoetemelk
blijft bij
Mars-Flandria
NAMEN
Arbitrale trio
voor wereldbeker
LEICESTER Wegcoach Joop Middelink heeft vlak voor de
wegwedstrijd van de amateurs zijn tactiek voor de race van van
middag prijsgegeven. Zijn geheime wapen is de 19-jarige Cees
Priem. „Voor menigeen is hij de grote onbekende en het zou wel
eens kunnen gebeuren, dat hij er van kan profiteren wanneer de
buitenlanders hun koers gaan afstemmen op vedetten als Den
Hartog. Oosterhof en De Koning, die internationale faam heb
ben. Daarvan zal Priem gebruik moeten maken. Hij zal echter
moeten zorgen dat hij er bij zit, wanneer de slag valt. Dan kan de
droge pace van Priem, die haast uniek is, goed tot uiting komen
tot de finish".
EIGEN KANSEN
KNECHTEN
GROOT FAVORIET
m m*
CONCURRENTIE
ONDERSCHEIDEN
RAUWE BIEFSTUK
ALS EEN BOM
ZAKENMAN
Van Looyr eerste
UIT DE KERKEN
ZATERDAG 15 AUGUSTUS 1970
LEICESTER „Ze kwamen al naar
me toe dat er zaterdagavond gepraat
moet worden, maar ik geloof niet dat
dat enige zin heeft. Er zullen er zeker
zes van de negen zijn, die hun hand
opsteken, wanneer er wordt gevraagd
wie er zijn eigen koers wil rijden". Jan
Janssen, wereldkampioen op de weg in
1964 in Sallanches en Tourwinnaar in
1968, had na aankomst in Leicester
weinig vertrouwen dat men in de
Oranjeformatie voor de strijd van de
profs zondag tot een redelijk vergelijk
zal kunnen komen. „Het kan me ook
niet zoveel schelen, want ik heb genoeg
mannen van BIC in het veld om me bij
te staan.
In feite heb ik nog nooit zo'n sterke
ploeg in het wereldkampioenschap ge
had. „Jansen somde op: de Fransen
Vasseur en Berlan, de Luxemburger
Schlek, de Deen Moreensen, de Brit
Wright, de Spanjaarden Ocana en
Aranzabal. „Ze hebben me gevraagd of
ik niet te oud ben om nog eens wereld
kampioen te worden. Ik vind van niet,
mijn vorm is nog goed genoeg. Tenslot
te heb ik speciaal voor dit wereldkam
pioenschap Parijs/Luxemburg laten lo
pen. Maar het zal er vanaf hangen of
er gelijk na het vertrek wordt gede
marreerd en of die vlucht dan succes
heeft. Want daar zal ik niet aan mee
doen. Ik ga niet bijna 300 km leeg rij
den om een van de andere sprinters
zoals Godefroot, Basso, Dancelli of Ver
beek naar de meet te brengen. Het is
mijn bedoelinhg om rustig mee te rij
den en dan te proberen zo'n 100 km
voor de finish mijn slag te slaan."
Jan Janssen was in het gezelschap
van titelverdediger Harm Ottenbros,
Rini Wagtmans Peter Kistner, Gerard
Vianen, de voor Harry Steevens inge
vallen Jan van Katwijk, Eef Dolman en
de jonge Limburger Jan Krekels, die
ook genoemd wordt als een der moge-
Jijken" rond Joop Zoetemelk in de
'Mars-FLandria-ploeg, die vrijdagmid
dag in Leicester aankwam. Zoetemelk
en René Pijnen waren daar al in de
nacht gearriveerd in het speciale vlieg
tuig, dat tal van vedetten na Parijs-
Luxemburg had overgevlogen. In Lei-
cester, dat zich opmaakt voor de finale
van deze wereldkampioenschappen,
gonsde het intussen van de geruchten
en werden de kansen besproken. Op
merkelijk was daarbij dat de naam van
Eddy Merckx alleen maar in „negatie
ve" zin werd genoemd. Men was het
erover eens dat de Belg geen belang
kan hebben bij een titel (hij werd eer
der in 1967 in Heerlen wegkampioen).
Veel ook werden genoemd de Belgen
Monsere, Roger de Vlaeminck, Godef
root en Verbeeck, de Italianen Basso,
Dancelli, Bitossi en de zeer goed rijden
de Motta, de Westduitse veteraan Rudi
Altig, onze landgenoten Jan Janssen,
Harry Steevens (de buitenlanders wis
ten nog niet dat de Limburger niet zou
starten) en René Pijnen, de Fransman
Guimard, de Spanjaard Linares en
de Zweedse broers Gösta en Thomas
Petterson. Maar er zal veel vanaf han
gen of de groten zondag willen rijden.
Zo niet, dan kan er evenals vorig jaar
in Zolder, toen Harm Ottenbros zege
vierde. weer een verrassend kampioen
uit de bus komen.
FRANKFURT Het arbitrale trio,
dat de wedstrijd Estudiantes de la Pla
ta tegen Feijenoord (26 augustus) zal
leiden, de eerste ontmoeting tussen de
tweede clubs vom de wereldbeker, zal
bestaan uit de Westduitser Kurt
Tschenscher, de Oostenrijker Rudi
Glöckner en de Italiaan Antonio Sbar-
della (zijn nominatie werd al eerder be
kend). Tschenscher is de man, die de
openingswedstrijd van het wereldkam
pioenschap in Mexico floot en Glöckner
werd het meest bekend doordat hij de
finale van „Mexico" mocht leiden. Wie
van de drie scheidsrechter zal zijn in
Buenos Aires en wie grensrechters, zal
door het lot worden beslist.
CEES PRIEM IS HET GEHEIME
WAPEN VAN COACH MIDDELINK
Middelink vindt overigens, dat het
ruim zestien kilometer lange parcours
in en rond Mallorypark, een klein cir
cuit voor motorraces, uitermate ge
schikt is voor de Nederlandse renners,
zowel voor de amateurs als de profs
„Het is bochtig met flauwe hellingen
(vals'plat) en ligt bovendien maar voor
een deel beschut. Als er wind staat is
het een gevaarlijk parcours, waarop we
waarschijnlijk veel uitlooppogingen
zullen zien. Het is dan ook een circuit
voor de durvers, voor de renners met
lef, die meerdere keren in vluchtpogin
gen meegaan. Want wie hier een mo
ment aarzelt kan gezien zijn".
De Nederlandse coach, die het par
cours uitvoerig had bestudeerd, vertel
de voorts dat bij de amateurs alle Ne
derlanders hun eigen kansen mogen
verdedigen. „Dat is een principe dat ik
van het begin af heb gehanteerd. Wie
goed genoeg is om naar een wereld
kampioenschap te gaan moet ook het
recht hebben om voor de hoogste plaats
te vechten. Het wordt natuurlijk wat
anders wanneer de slag is gevallen en
er een of meer Nederlanders voorin
mochten zitten. Dan verwacht ik, dat er
met ploeggeest wordt gereden. Maar
het zou me te ver gaan om bijvoor
beeld van te voren te stellen dat de vijf
anderen voor Fedor den Hertog zouden
moeten rijden. Nogmaals, ieder moet
kans hebben om wereldkampioen te
worden".
De naam van Fedor den Hertog, het
zorgenkind in iedere equipe en dus ook
in de Nederlandse ploeg, was gevallen.
Middelink: „Als Fedor zijn dag heeft
dan zijn er maar weinigen, die hem
van de titel af kunnen houden. Dan zal
zijn, wat ik altijd noem „brute geweld"
de doorslag geven. Maar dan zal Fedor
wel attent moeten zijn. Hij zal het van
een onverwacht moment moeten heb-
PARIJS Eddy Merckx, de twee
voudige winnaar van de Ronde van
Frankrijk, is werkloos. De wielerploeg
Faemino, waarvoor hij reed, zal aan
het einde van het seizoen worden opge
heven.
De oorzaak daarvan is zonder twijfel
het overlijden tijdens de Tour
van manager Vincenzo Giacotto, die de
ziel van deze Italiaanse ploeg was.
De Belg zal echter vrij zeker worden
opgevangen door een andere Italiaanse
firma, Ignis, die daarmee naar de wie
lersport terugkeert. Giovanni Borghi,
directeur van Ignis, zal hiervoor de
steun ontvangen van een ander Ita
liaans merk van elektrische huishoude
lijke apparaten.
Merckx heeft van Ignis reeds een veel
belovende aanbieding ontvangen. De
Belg zou gezegd hebben bereid zijn te
tekenen, indien zijn nieuwe werkgever
ook enkele trouwe knechten van de
Belg een contract zou aanbieden.
ben. 'wanneer de anderen elkaar aan
zitten te kijken. Heeft hij zijn dag niet,
dan komt hij waarschijnlijk nergens".
Middelink gaf zo'n korte karakteris
tiek ook van de vier anderen: Mathijs
de Koning is een venijnig kereltje, van
wie ik overtuigd ben dat hij eerder bij
tien uitlooppogingen zal zijn dan bij
een. Hij is voor mij een groot favoriet
om ver voorin te eindigen".
Over Popke Oosterhof: „Een heel
goed renner, voor wie dit parcours ui
termate geschikt is. Als hij zaterdag de
flair en de durf heeft en de aanwijzin
gen opvolgt dan is hij heel gevaarlijk
voor wie dan ook. Als Popke er bij zit,
dan zullen ze op dat iets oplopende
stuk tot de finish veel moeite hebben
om hem te kloppen".
Over Cees Koeken: „Hij zal zeker
proberen zijn slag te slaan. Als hij zijn
dag heeft dan is ook hij gevaarlijk voor
iedereen, dat is in het Nederlandse
kampioenschap duidelijk gebleken. Wat
mij in Koeken zo is opgevallen de laat
ste tijd is zijn geweldige inzet. Dat mis-
JOOP MIDDELINK
voor eigen kansen
FEDOR DEN HERTOG
„brute geweld"
te ik vroeger bij hem". Tenslotte over
Ben Janbroers: „Hij is in ons gezel
schap de pure sprinter. Janbroers zal
wel proberen zich zo fris mogelijk naar
de meet te laten rijden en dan zijn slag
te slaan".
Bij dit alles is er voor Middelink een
„maar". „Wij zijn met zes jongens op
150 of misschien wel 180 deelnemers.
Op die smalle wegen zullen absoluut
valpartijen plaatsvinden en iedereen
die daarbij betrokken is is praktisch
uitgeschakeld, omdat het onmogelijk zal
zijn snelle hulp te verlenen".
Wat de concurrentie betreft, vielen er
een aantal namen, zoals die van de
Westduitser Muddemann, winnaar van
de laatste editie van de Ronde van
Rijnland-Palts, de Belgen Henri Ver
linden en Tonny Gakens, de Colum-
biaan Rodriguez, die zich maandenlang
in Italië heeft voorbereid, de supersnel
le Deen Benny Pedersen, de Fransman
Yves Hezard, de Hongaar Ferenc Kese-
ru, in Mexico in de dagen voor de Spe
len in grote vorm maar daarna uit het
zicht verdwenen, alle Russen, de Noor
Torleif Andresen, de Pool Ryszard
Szurkowski, de Zweed Joszef Ripfel en
de Zwitser Bruno Hubschmidt. „Maar
wie weet wat er nog voor verrassingen
komen. Er zijn zoveel knapen bij van
wie wij in het westen nooit hebben ge
hoord, maar die zo ineens naar de top
kunnen doorstoten".
LEICESTER „Er zijn veel goede meisjes voor de wegwedstrijd", pleegt
Keetie Hage in Leicester te zeggen, wanneer er met haar wordt gesproken
over de kanshebster in de wegwedstrijd, die vanmorgen in Mallory-park
de finale van de wereldkampioenschappen inluidt. De Zeeuwse, die deze
maand jarig wordt, is een uiterst bescheiden meisje. Want zij weet drom
mels goed dat ze, niet alleen door de Nederlanders, maar ook door de
meeste buitenlanders als.de grote favoriete voor deze titel wordt be
schouwd. Het is een zware last voor haar, die graag altijd zo weinig mo
gelijk in de belangstelling staat.
Zij ziet bijzonder gevaarlijke concurrentes in de Belgische Geerts („een
goeie in de sprint"), de Fran^aise Gambillon, de Italiaanse kampioene
Longari, de Russinnen Trofimova (vorig jaar derde) en Czaouna (in 1963
in Rome zilver achter Keetie), de Britse Swinnerton en uiteraard de Ame
rikaanse titelverdedigster McElmury, die echter weinig vertrouwen in
prolongatie van de titel heeft: „Dit parcours is voor mij iets te licht. Het
is echter uitstekend geschikt voor Keetie".
Met Keetie Hage zitten er in de wegwedstrijd haar zuster Bella, Henny
Faber-Hondeveld, Truus Smulders, Truus van der Plaat en Jannie Jonkers.
Schneider in tennis-
finale tegen Hemmes
SCHEVENINGEN Het sluwe ver
tragende spelletje dat Evert Schneider
zich heeft aangeleerd sinds hij enkele
jaren geleden, serieuzere ambities op
gaf, is in de halve finales van de natio
nale kampioenschappen te sterk geble
ken voor de als veelbelovend aangepre
zen acht jaar jongere Fried Schmitz.
Na twee uur en drie kwartier in de
brandende zon te hebben vertoefd,
plaatste de in Rotterdam wonende, In
Amsterdam werkende en voor een
Haagse club spelende 28-jarige jurist
zich met 10-8, 3-6, 6-4, 6-1 voor de
eindstri,jd van zondag. Het wordt de
vierde maal dat hij daarin optreedt. In
1963 verloor hij van Jan Hajer, in 1965
van Tom Okker en in 1969 van Niek
Fleury. Zijn tegenstander voor de ko
mende eindstrijd is Fred Hemmes.
De enige tennisser in fulltime bonds-
dienst (hij kreeg aan het begin van dit
jaar vijfduizend gld om toernooien af
te reizen), versloeg met 7-5, 6-3, 6-3
Jan Hordijk. Het was een partij, die
bondsoefenmeester Rinus Buytelaar ho
gelijk boeide, getuige diens geagiteerde
reactie, toen iemand repte over statisch
spel. „Altijd die negatieve kritiek", al
dus de heer Buytelaar. „Zondag speelde
Hemmes in Rotterdam tegen Wimble-
don-deelnemer Eric van Dillen precies
eender. Toen roemde iedereen dat
Amerikaanse spel. Maar hier op de
Mets hoor je alleen maar negetieve op
merkingen".
Het was een verwijt dat nergens op
sloeg. Niemand zal ontkennen, dat Fred
Hemmes deed wat hij moest doen. Hij
hield de ballen meestal binnen de lij
nen, gaf spin aan zijn forehandslagen
en liep van tijd tot tijd naar voren.
Maar zoiets is niet voldoende om een
aantrekkelijk schouwspel te verzeke
ren. Daarvoor zijn twee spelers nodig.
En in dit opzicht bleef Jan Hordijk na
5-4 in de eerste set (in zijn voordeel)
schromelijk in gebreke. Het verschijnen
van Hemmes aan het net was voor hem
een directe aanleiding het net en hek
werk te teisteren. Hemmes vroeg zich
na afloop verbaasd af, waarom zijn
trainingsmakker al in dat vroege sta-
Als alles volgens plan verloopt, zal 20 oktober de Spanjaard Urtain zijn Euro
pese zwaargewichttitel verdedigen tegen Henry Cooper. Waarschijnlijk in Lon
den, misschien in Madrid.
Urtain durft een duel met de wel oude, maar geroutineerde en nog altijd ge
vaarlijke Cooper in Londen niet goed aan. Indien de partijen niet tot overeen
stemming komen, komt er een open inschrijving van promotors aan te pas.
want Cooper werd door de Europese Boksunie erkend als de officiële uitdager
van de Bask. Als het zover is zal Of Solomons, of Levene wel een niet te over-
bieden offerte overhandigen.
Niemand weet nog precies wat hij
aan Urtain heeft. Vermoedelijk weet de
27-jarige Bask, die wat al te vlot met
zijn landgenoot, de eens beroemde hout
hakkende bokser Paolino Uzcudun
wordt vergeleken, het zelf nog niet.
Van zijn 32 wedstrijden won hij er der
tig door knock-out, maar de namen van
zijn tegenstanders zal men op geen en
kele min of meer serieuze klassificatie
tegenkomen.
Na Urtains triomf over Weiland vie
len er woorden als corruptie en omko
perij, maar die werden weer ingeslikt.
De Spanjaard heeft zijn Italiaanse ma
nager het bos ingeschopt. Zoiets doe je
niet als je boter op je hoofd hebt.
De belangrijkste figuur in de komen
de strijd is Henry Cooper, de door de
Britten bewonderde cockney, die met
hard vallen en telkens opstaan zijn
huidige status van goed sport- en wel
gestelde zakenman bereikte en door de
koningin van zijn land werd onder
scheiden met de Order of the British
Empire. Cooper, die eigenaar is van een
aantal supermarkets, tenzij hij die in
middels weer van de hand heeft ge
daan, bleef merkwaardig populair, ook
als zijn gammele wenkbrauwen en niet
zo sterke kin hem van successsen afhiel
den.
In 1955 werd hij knock-out i geslagen
door Uber Bacilieri, in 1956 door Peter
Bates, in 1957 door Joe Bygraves en
Ingemar Johansson, in 1961 door Zora
Folley, in 1966 door Floyd Patterson.
Dan zijn er nog twee nederlagen tegen
Cassius Clay in 1963 en 1966 door inter
ventie van de scheidsrechter.
Dit alles hoort thuis op de debetzijde
van Coopers rekening, maar niemand
die het eerste gevecht tussen hem en
Clay heeft gezien, zal vergeten hoe
Cooper enkele seconden voor het einde
van de vierde ronde de onattente, non
chalant geworden, zich niet meer ver
dedigende Clay vol op de kaak trof met
zijn linkse hoek, de toen al tot een le
gende geworden „Enery's 'ammer",
Henry's hamer. De Amerikaan was
zichtbaar groggy, kon in de minuut rust
niet voldoende worden opgelapt door
zijn sluwe manager Angelo Dundee, die
daarop de aloude truc van de gescheur
de handschoen uitspeelde en kostbare
seconden redde. Daarna was het gauw
bekeken met Cooper.
i Clay maakte er bit
tere ernst van en sloeg alles stuk wat
er aan de Londenaar maar stuk te
slaan was. Cooper leek in de vijfde
ronde wel een rauwe biefstuk. Opgeven
deed hij niet, de arbiter moest interve
niëren. Met een spons en een emmer
water werd Cooper weer toonbaar ge
maakt. In boksen gaat dat vlugger dan
men denkt.
Het was niet door dit gevecht dat
Cooper populair werd, al won hij die
avonden duizenden nieuwe fans. Hij
was al jaren eerder het idool van velen
geworden. Door zijn verbijsterend vol
houden, wegbijten van tegenslagen, zijn
moed en sportiviteit, die hij slechts
éénmaal geweld aandeed. Dat was toen
hij zijn kampioenschap van Groot Brit-
tannië in de schoot van de Britse Boks-
bond gooide.
Hij was kwaad dat de bond het voor
genomen duel met Jim Ellis niet als
wereldtitelgevecht wilde erkennen. De
British Boxing Board kon niet anders
door zijn lidmaatschap van de Wereld-
boksraad die in Jim Frazier de ware
kampioen zag.
Op dat moment moet Cooper verge
ten hebben wat de bond voor hem ge
daan heeft, hoe die keer op keer voor
zijn belangen heeft gevochten, heeft af
gezien van het percentage van zijn ga
ge, dat de overkoepelende organisatie
reglementair kon opeisen. Cooper was
tien jaar en vier maanden onafgebro
ken titelhouder van zijn land geweest
in het zwaargewicht, een record, en de
bezitter geworden van drie Lonsdale
gordels van (imitatie)-goud, plus het
vooruitzicht op een pensioen van drie
pond per week wanneer hij vijftig is.
Zijn bokscarrière begon zestien jaren
geleden, toen hij samen met zijn twee
lingbroer George, die korte tijd als Jim
Cooper gebokst heeft, zijn eerste con
tract tekende. Zijn manager werd de
thans 75-jarige Jim Wicks, bijgenaamd
„de bisschop" vanwege zijn kale sche
del en altijd in elkaar gestrengelde vin
gers.
Het was Wicks, evenals Cooper een
cockney, die in 1958 „Enery's 'ammer"
ontdekte. Dat was in een titelgevecht
met Dick Richardson, die Cooper in de
vierde ronde had gevloerd, achter hem
aan joeg om zijn werk af te ronden
nadat de uitdager overeind was ge
krabbeld. Plotseling leek Richardson
door een bom getroffen. Cooper had
zijn linkse voordien uitsluitend als
plaagstoot gebruikt; tegen Richardson
werd het een hoek, die trof als een
bliksemschicht.
Het werd een wapen waarmee hij
zware nederlagen goedmaakte met
spectaculaire overwinningen, nationaal
en Europees kampioen werd en een
wereldtitelstrijd met Clay verdiende.
De Europese titel moest hij teruggeven
na een knieoperatie.
Inmiddels heeft hij door een wat
moeizame puntenzege op Jack Bodell
de Britse titel weer in zijn bezit. „Ene-
r" had zijn ,,'ammer" niet nodig, ver
klaarde Wicks trots. Neen, maar hij
bleek wél ringroestig, wat zo kort na
een operatie voor een 36-jarige pugilist
niet onbegrijpelijk is.
Coopers ringleven is een aaneenscha
keling geweest van ups en downs, een
boeiende film van een niet bijzonder
goede maar nooit opgevende bokser,
een nuchter en intelligent mens die in
de sport een „personality" werd dis
hem ook na zijn laatste wedstrijd vfn
pas kan komen. Als radio- en. televisie
commentator bijvoorbeeld.
Henry Cooper is een zakenman. Met
boksen verdiende hij bruto tussen de
drie en vijf miljoen gulden. Wat er van
overgebleven is, weten alleen hij en
zijn vertrouwelingen. Cooper heeft
minder gebokst dan hij had kunnen
doen, om fiscale redenen. Het is nog
steeds niet zo ver, dat een beroeps
sportman die maar een beperkt aantal
jaren mee kan, zijn inkomsten over een
langere tijd mag uitsmeren, waardoor
de belasting lager zou worden. Medelij
den met Cooper behoeft men vanwege
zijn banksaldo overigens niet te heb
ben. Zoveel is wel uitgelekt, dat hij
geen geldzorgen heeft. Zijn supporters
gunnen het hem van harte. Hij heeft er
hard genoeg voor gewerkt.
De verwachting is, dat 20 oktober
Cooper gemakkelijk van Urtain zal
winnen. Een logische prognose, omdat
waarschijnlijk'de Spanjaard zelfs tegen
Bodell, die van Cooper op punten ver
loor, kansloos zou zijn. Maar in de pu-
gilistiek moeten de wetten der logica
wel eens plaatsmaken voor andere,
zoals die van Henry's hamer.
Daarom wil Urtain zo graag in Ma
drid boksen. Hij hoopt dat daar de dui
zenden toeschouwers door hun geloei ge
noeg Spaanse peper zullen inbrengen
om Coopers geschut te vernagelen. Los
hiervan: in de historie van de ring zijn
vele voorbeelden te vinden van voor
spellingen, die door een bokser met een
punch in zijn knuisten werden vergrui-
zeld.
TURNHOUT De Belgische oud
wereldkampioen Rik van Looy heeft
vrijdagavond in Oud-Turnhout een in
ternationale wielerronde gewonnen. Hij
legde de 145 km af in 3 uur en 10 min.
Tweede werd zijn landgenoot Willy Ve-
kemans op drie lengten en derde Roger
Rosiers ook een Belg, die een achter
stand had van 100 meter. De beste Ne
derlander was Matje Gerrits, die als ze
vende finishte op 150 mtr. Daan Holst
werd 12de en Jos van Beers 20ste.
De wedstrijden tussen FC Twente
en AEK Athene, die elkaar ontmoeten
in de eerste ronde van het Runners Up
Cuptoernooi, zullen plaatsvinden op 2 en
8 september. De eerste wedstrijd wordt
gespeeld in Athene, in het Nea Phila-
delphia-stadion. Nog niet bekend is of
deze wedstrijd 's avonds of 's middags
wordt gehouden.
dium de pressie, had verminderd. Het
antwoord werd gegeven door Gerrit
van Breemen, de vader van Hordijk's
verloofde, die sinds een jaar voor de
psychologische begeleiding zorgt. „Bij
5-4 in de eerste set kreeg Jan last van
zijn rug. Hij kon niet goed meer serve
ren. Tegen zoiets sta je machteloos. We
hadden alles doorgenomen wat er in
zo'n partij kan gebeuren. Elke spelsi
tuatie van tevoren bekeken. Zelfs zo
veel mogelijk gewapend tegen eventue
le opmerkingen van bondsofficials (Jan
Hordijk heeft daar nogal breekbare
verhoudingen mee), maar zoiets is niet
te voorzien."
Door deze handicap mag men billijk
heidshalve alleen de eerste set als
maatgevend beschouwen voor 't tennis
van Hemmes en Hordijk. Dat was niet
slecht. Hemmes, die op het psychologi
sche vlak minder aandacht behoeft we
gens de gelijkmatigheid van zijn hu
meur en het onvermogen zich kwaad te
maken, heeft op de bondsreis naar
Zuid-Afrika geleerd meer spin in servi
ce en forehand te leggen, terwijl hij
bovendien wat sneller lijkt dan vroe
ger. Hordijk demonstreerde dat de psy
chologische arbeid van sportdirecteur
Lijsen en van Breemen resultaat heeft
gehad. Hij speelt geconcentreerder. Bo
vendien is hij aanzienlijk afgeslankt.
De technische vooruitgang was echter
veel minder duidelijk waarneembaar.
Nog steeds staat hij teveel op zijn hie
len in plaats van op de voorvoet en
steekt hij bij- het volleren eerder de
borst dan de armen vooruit. Een speci
fieke sprinttraining zou hem kunnen
helpen.
Evert Schneider heeft ook van die
minder sterke punten: onder meer de
backhand die hij altijd „slice" slaat. De
Hagenaar heeft geleerd er mee te le
ven. Zijn linkerzijde is al zo vaak on
der druk gezet, dat hij a la Jan Hajer
een korte cross-slag heeft ontwikkeld,
waarmee hij de tegenstander naar het
net trekt om hem bij de volgende slag
te passeren. Fried Schmitz had daar in
het geheel geen antwoord op. Als hij
aan het net stand, gaf hij de bal netjes
aan voor de passeerslag. Aan de andere
kant was Schneider ook niet zo
zeker van zijn slagenbeheersing, dat hij
zelf het initiatief durfde te nemen. „Die
jongens spelen altijd op de snelheid
van de ander, laat ze zelf maar eens
vaart maken", aldus Schneider. Dat
deed Schmitz slechts een enkele maal
en dan in hoofdzaak van de backhand-
zijde. En zo ontspon zich een tempoloos
gebeuren, waarbij in taktisch opzicht
soms knap gemanoeuvreerd werd, maar
dat toch nauwelijks de aandacht gevan-
gen kon houden. Fried Schmitz had bij
3-1 in de derde set een reële kans de
partij te winnen. Schneider was duide
lijk vermoeid. Maar er stak een ver
koelende bries op, terwijl op hetzelfde
moment Schmitz zijn offensieve bedoe
lingen liet varen. Een en ander resul
teerde in een gewonnen set voor
Schneider, die na de pauze het werk
resoluut afmaakte „Evert heeft in door
zettingsvermogen mijn zoon duidelijk
overtroefd", erkende Schmitz' vader.
KNLTB-voorzitter Van Hoegee over
handigde de winnaressen van het da-
mes-dubbel de beker en de bloemen.
Dat waren niet zoals verwacht Betty
Stöve en Trudy Walhof-Groenrnan.
maar hun tegenstandsters Marijke
Schaar en Judith Salomé, die geen van
beiden een redelijke volley kunnen
slaan, maar desalniettemin wonnen met
6-2, 6-4 na een achterstand van 1-4 te
hebben goedgemaakt in de tweede set.
UITSLAGEN:
Heren-enkelspel, halve finales: Evert
Schneider Fried Schmitz 10 8, 3
6. 64, 61; Fred Hemmes Jan Hor
dijk 7—5, 6—3, 6—3.
Dames-dubbelspel, finale: Marijke
Schaar/Judith Salomé Betty
Stöve/Trudy Walhof 62, 64.
MIXED
Ada Bakker/Niek Fleury Tine
Zwaan/Stanley Franker 63, 108;
Jenny Ridderhof /Jaap Arends Betty
Stöve/ Paul van Min 86, 64; Trudy
Walhof/Fred Hemmes Marijke
Schaar/Peter Blaas 108, 57, 6r—3;
Els Veentjer/Hans Haks Judith Salo
mé/Jan Hordijk w.o. wegens blessure
van Jan Hordijk.
NED. HERV. KERK
Beroepen te Kamerik, Oud Alblas
en IJsselmuidèn: dr. C. A. Tukker
te Kinderdijk; te Houten: J. P.
Verkade te Nieuwe-Tonge.
Bedankt voor Rouveen: J. Noltes te
Ridderkerk.
GEREF. KERKEN
Benoemd tot vormingsleider aan Den
Alerdinck te Laag-Zuthem: C. van
Noort te Dronten, die deze benoe
ming heeft aangenomen.
Beroepen te Meppel: B: Koekoek te
Waddinxveen.
CHR. GEREF. KERKEN
Beroepen te Aalsmeer: K. Boersma
te Haarlem.
LEICESTER Joop Zoetemelk, in de
laatste Tour de France tweede achter
Eddy Merckx en daardoor nu in Europa
een veelgevraagd coureur, zal zijn con
tract met Mars-Flandria een jaar ver
lengen. Dit besluit viel vrijdag in een
gesprek met Zoetemelk, die met René
Pijnen donderdagnacht, na Parijs-
Luxemburg, met het speciale „renners
vliegtuig" in Leicester was aangeko
men, met zijn oude ploegleider en
raadgever Herman Krott. Mars-Flan
dria had zo'n gunstig financieel aanbod
gedaan, dat er niet lang over gesproken
behoefde te worden. „Joop gaat veel
geld verdienen", zei Krott tevreden, „ik
zie hem voorlopig niet meer als tim
merman werken, misschien wel nooit
meer".
Bij de onderhandelingen met
Mars-Flandria is overeengekomen,
zoals de directie van deze merken al
op de voorlaatste avond van de Ronde
van Frankrijk aankondigden, dat Zoe
temelk omringd zal worden door zeven
a acht Nederlandse renners. Op de no
minatie daarvoor staan onder meer
Wim Bravenboer, die dezer dagen het
contract met Mars-Flandria tekent,
Matthljs de Koning, Popke Oosterhof,
Tino Tabak, Sjef van der Burg, Wim
Prinsen en mogelijk ook Fedor den
Hertog.
Die namen werden tenminste ge
noemd tijdens het gesprek tussen Zoe
temelk en Krott. Want het is nog lang
niet zeker dat deze renners prof wor
den en gebeurt dit wel, dan kunnen zij
ook een contract aangaan met een an
der merk. Herman Krott, onder wiens
leiding Matthijs de Koning furore is
gaan maken, heeft voor deze renner wel
bedongen dat hij in 1971 nog niet mag
uitkomen in de Tour de France". „Thijs
is nog niet zover", aldus Krott. „Hij is
uitstekend geschikt voor kleinere ron
des zoals die van Normandië, Luxem
burg en Duinkerken, om er enkele te
noemen".
Met Popke Oosterhof, die ook al door
Willem 2-Gazelle is benaderd, zal men
na het wereldkampioenschap op de weg
gaan praten. Een vraagteken is of Fe
dor den Hertog amateur zal blijven.
Zelfs voor Herman Krott, bij wie Den
Hertog veelvuldig over de vloer komt.
Ook in Leicester heeft Den Hertog nog
rondverteld dat hij, zelfs wanneer hij
kampioen mocht worden, er niet veel
voor voelt om naar de prof-renners
over te gaan. „Ik ben er mentaal geloof
ik niet geschikt voor", zei de Gelderlan
der oprecht. Zoetemelk intussen hoopt
dat Den Hertog niet bij zijn mening
blijft. „Wij hebben het samen altijd
goed kunnen vinden en dat zou bij de
profs niet anders zijn."
V»