Vrijwillig of met hulp van de fiscus?
Raadslid in nonnen-
kledij vecht tegen
woningnoodellende
De nacht
merrie var
Ben Strik
IN SEPTEMBER DOET OOK ZUSTER
MARIE-JOSÈPH HAAR INTREDE IN
GEMEENTERAAD VAN DEN HAAG
Dat is teveel
gevraagd
Zij wonnen
OVERBRUG DIE AFSTAND!
r
TER OVERDENKING
Coöperatie
In een groot aantal hervormde gemeen
ten wordt intensief gediscussieerd over
de vraag hoe zij de inkomstenwerving het
best ter hand kunnen nemen. Deze week is
het probleem zelfs aan de orde gesteld op
een van de buitengewone classicale verga
deringen die aan de „zendbrief" van hei,
moderamen van de generale synode gewijd
waren.
„Wal vindt u: moeten we het verplichte
of vrijwillige systeem gebruiken?" werd
aan synodepraeses ds. J. A. G. van Zanten
(Wassenaar) gevraagd. Ds. Van Zanten, als
altijd zorgvuldig zijn bewoordingen kie
zend, liet in zijn antwoord op deze vraag
duidelijk weten een vurige voorstander
van hel; vrijwillige systeem te zijn. In hel
bijzonder keerde hij zich tegen het ge
bruik maken van gegevens van de
(rijks)belastingdienst ten behoeve van de
vaststelling van de jaarlijkse kerkelijke
bijdrage door de kerkvoogdij.
Uit de reacties van de vergadering (van
de classis Apeldoorn) bleek dat het pro
bleem in deze classis of een deel van de
daartoe behorende hervormde gemeenten
(en in veel hervormde gemeenten elders)
nog altijd erg actueel is.
In het algemeen reglement op het beheer
van 1870, dat voor een deel van de her
vormde gemeenten nog van toepassing is,
komt ergens de bepaling voor dat kerk
voogden kunnen overgaan tot de heffing
van een hoofdelijke omslag op grond
van een verordening door middel waarvan
onder andere de grondslagen van de hef
fing worden geregeld.
In verreweg de meeste hervormde ge
meenten die van de mogelijkheid van een
hoofdelijke omslag (of hoe men deze ook
mag noemen) gebruik maken, pleegt men
de „aanslagen" vast te stellen na raadple
ging van.de kohieren van de inkomstenbe
lasting. „Ingevolge de wet kunnen gege
vens hieruit door de belastingadministratie
onder geheimhouding aan de kerkvoogdij
verstrekt worden", zo lezen we in de
..Handleiding ten dienste van kerkvoog
den", een uitgave van de Vereniging van
Kerkvoogdijen (gevestigd in Dordrecht).
Op grond van deze gegevens kan de
kerkvoogdij een schaal voor de heffing
vaststellen en krachtens de „verordening
op de hoofdelijke omslag" zijn de gemeen
teleden dan verplicht de opgelegde aanslag
te voldoen.
Gelukkig raakt het woord „aanslag"
steeds meer in onbruik; waar gemeenten
nog met dit systeem werken gebruikt men
nu veeleer de term „uitnodiging tot beta
ling". Principe van deze methode van
geldwerving blijft echter dat de kerkvoog
dij aan de hand van fiscale gegevens het
desbetreffende gemeentelid op het formu
lier al voor een bepaald bedrag „aanslaat".
^inds verscheidene jaren is een (steeds
groeiend) aantal hervormde gemeenten
tot een geheel ander systeem overgegaan;
de vrijwillige bijdrage. Aan de gemeente
leden wordt dan elk jaar een aantrekke
lijk gepresenteerde begroting van de her
vormde gemeente voor het komende jaar
gezonden waarin ook het totaalbedrag aan
kerkelijke bijdragen wordt genoemd (dus
het bedrag dat alle hervormde gemeente
leden me!, elkaar moeten opbrengen). De
gemeenteleden worden uitgenodigd om aan
de hand daarvan (met een beroep op de
gemeenschappelijke verantwoordelijkheid
voor het door deze bijdragen te financie
ren werk) hun bijdrage zelf vast te stellen.
Om hen daarbij wat behulpzaam te zijn
wordt er een eenvoudige tabel met richt
lijnen aan toegevoegd. Van de gegevens
van de belastingdienst wordt daarbij op
geen enkele wijze meer gebruik gemaakt;
ook van een juridische verplichting is ui
teraard geen sprake. Belangrijkste facet
ten van dit systeem: het verantwoordelijk
heidsbesef van de gemeenteleden en het
vermogen van de kerkvoogden te active
ren.
De handleiding van de Vereniging van
Kerkvoogdijen zegt ervan: „Het systeem
van de vrijwillige bijdragen levert intus
sen, naar de ervaring in vele gemeenten
heeft geleerd, veelal een aanmerkelijk ho
gere opbrengst op dam een hoofdelijke om
slag. Dit (geheel vrijwillige) systeem is ook
meer in overeenstemming met het karak
ter van de kerk. Haar leden zullen uit
liefde en een besef van medeverantwoor
delijkheid met elkaar datgene opbrengen
wat de Kerk nodig heeft om haar taak in
deze wereld te kunnen vervullen". De
Vereniging van Kerkvoogdijen geeft elk
jaar een aardige folder uit om de verzoe
ken om bijdragen aantrekkelijker te ma
ken.
jyiet ds. Van Zanten zij we het volledig
eens dat het geheel vrijwillige systeem
(zonder fiscale gegevens) absolute voor
keur verdient. De „hoofdelijke omslag"
heeft in de hervormde kerk al heel wat
verbittering en misverstand veroorzaakt.
Uit eigen ervaring weten we dat, als de
kerkvoogdij de geldwerving via de vrij
willige bijdrage enthousiast en intensief
opzet en volledige opening van zaken aan
de gemeenteleden geeft (over de begroting
enz.) het systeem van vrijwillige bijdragen
méér oplevert dan de oude hoofdelijke
omslag. We zijn het ook eens met de syno
depraeses als hij zegt dat alleen al het
woord „belasting" bij veel gemeenteleden
een „wat kribbige reactie", oproept die
voorkomen kan worden door als kerk
voogdij helemaal geen gebruik meer te
maken van de gegevens van de belasting
dienst.
Eveneens weten we uit (kerkvoogdelijke)
ervaring dat gesprekken met niet meer
meelevende kerkleden over een mogelijke
vrijwillige bijdrage ten behoeve van het
kerkewerk of een deel ervan veel begrip
kunnen opleveren waardoor ook zij fi
nanciële medeverantwoordelijkheid willen
dragen voor bijvoorbeeld het kerkelijk
jeugdwerk of de restauratie van een kerk
gebouw.
Gemeenten die nog het verplichte of se-
mi-verplichte systeem kennen moeten
naar onze mening het risico durven nemen
om de „sprong" naar de vrijwillige bijdra
ge uit te voeren. Als kerkvoogdijen dit
met enthousiasme en volharding doen zul
len de gemeenteleden en zij zelf later voor
deze stap alleen maar dankbaar zijn!
E. J. Mathies.
Als op 1 september overal in den lande de
nieuwe gemeenteraden bijeen zullen komen
in de samenstelling zoals de burgers die bij
de verkiezingen van juni hebben uitgemaakt,
zal in de Haagse raadzaal ook zuster
Marie-Josèph van de Ven haar intrede
doen. In de kledij die zij draagt als lid van
de congregatie van de zusters van Liefde uit
Tilburg zal zij haar plaats innemen temidden
van de andere leden van de K.V.P.-fractie.
„Maar. zegt ze. wanneer een andere partij
mij zou hebben gevraagd zou ik hel mis
schien ook hebben gedaan. Ik ga heus niet
in de gemeenteraad zitten om de belangen
van de K.V.P. te verdedigen!"
Waarom dan wel? In het St-WHlibrordus-
huis aar. de oude Molstraat in Den Haag
waar zuster Marie-Josèph woont, heeft zé ons
iets verteld van haar motieven en haar plan
nen. „Politiek interesseert me niet", zegt ze
„en heeft ook nooit mijn belangstelliing ge
had." Dat ze er nu toch op een bepaalde ma
nier bij betrokken is, is te danken aan haar
werk. Zuster Marie-Josèph is lerares in de
expressieve vakken aan de Mirjam-mavo-
school aar. de Hoef kade, een van de straten in
de Haagse binnenstad die behoren tot de
langzamerhand bekend en berucht geworden
Schilderswijk. Juist als lerares vroeg men
haar zitting te nemen in een comité dat zich
als doel had gesteld de noden van deze schil
derswijk in Den Haag meer bekendheid te ge
ven. Voor dat doel schreef zij een spel dat op
een avond werd opgevoerd en waaraan zo'n
350 mensen meewerkten, bijna allen uit de
wijk. Het bracht haar in kontakt met deze
mensen en met hun precaire woonsituatie. Ze
werd erdoor gegrepen en ze is er voor gaan
vechten. Terwille van die bewoners.
Zo werd zij een vaste bezoekster van de
publieke tribune als er in de Haagse gemeen
teraad ook maar iets over de woningnood ter
sprake kwam. Ze leerde raadsleden kennen,
klampte hen aan als er een bepaald schrij
nend gevaj moest worden opgelost. K.V.P.-
raadsleden maar niet minder de anderen.
Van daar naar de politiek was geen grote
stap meer. De K.V.P.-jongeren kwamen haar
opzoeken en vroegen haar om een kandida
tuur voor de gemeenteraad te aanvaarden
ze is er bijzonder blij mee dat het juist de
jongeren waren die dat wilden. Dat het juist
K.V.P.-jongeren waren telde voor haar min
der mee als het op helpen aankomt maakt
zuster Marie-Josèph geen enkel onderscheid
Het is haar te doen om de zaak, of die nu
door rooms-katholieken of door mensen met
een andere levensovertuiging wordt verde
digd.
Bent u niet bang dat u als gemeente
raadslid veel minder vrij zult kunnen op
treden dan tot dusverre?
Daarvoor heeft men mij gewaarschuwd. Ze
hebben me gezegd dat ik niet meer zo zou
kunnen denken als nu. Ik heb al enkele frac
tievergaderingen van de K.V.P. meegemaakt
en ik ben daar dan ook naar toe gegaan met
de gedachte: laat ik oppassen want ze zullen
hie mijn vrijheid Ho iet laten. M&r dat fci'rfee
bijzonder meegevallen. Ik heb er denkbeelden
aangetroffen waar ik het helemaal mee eens
kan zijn.
Maar men zal toch al gauw denken dat u
zich laat binden, al is dat misschien niet
het geval. U zult ook niet altijd alle proble
men ineens kunnen oplossen en dan zult u
misschien als kritiek te horen krijgen, dat u
ook al ingepalmd wordt door de politiek.
Ik zal proberen de zaken zo goed moge
lijk te behartigen en ik zal mij daarbij ge
heel inzetten. Het zal wel eens gebeuren dat
men aan een bepaalde wens niet kan vol
doen en dat ik het daarmee eens moet zijn.
Dan hoop ik dat ik kan uitleggen waarorp
het niet kan. En als ik inderdaad zou ont
dekken, dat ik in de gemeenteraad niet het
werk kan doen dat ik wil doen en niet het
doel kan bereiken dat ik voor ogen heb, dan
ga ik er uit. Ik heb deze baan tenslotte niet
geambieerd. De mensen hebben dat ook ge
weten. Het enige motief waarom ik bereid
was zitting te nemen in de gemeenteraad,
was de nood te helpen oplossen waar
schijnlijk krijgt ik ook binnen de fractie de
zaken van de volkshuisvesting toegewezen.
Maar omdat ik er niet om gevraagd heb sta
ik sterk: ik hoef nu niet in de eerste plaats
rekening te houden met de belangen van
mijn partij. Ik kan dus gemakkelijker voor
mijn mening uitkomen.
Verwacht u dat u als gemeenteraadslid
meer zult kunnen bereiken dan tot nu toe
het geval was?
Dat heb ik al gemerkt. Mijn nieuwe
functie heeft mij in staat gesteld in twee
gevallen een oplossing te vinden.
Vindt u dat de mensen voldoende door
drongen zijn van de ellende van de woning
nood?
Dat zijn ze zeker niet alleen, zij die er
werkelijk mee geconfronteerd worden weten
hoe groot de nood is. Ik vraag me wel eens
af: hebben de mensen dat wel door? We zijn
allemaal bereid heel veel te doen voor de
ontwikkelingshulp, voor Biafra en voor Bra
zilië en dat is natuurlijk goed; daar sta ik
geheel achter. Maar weet men wel hoe men
zijn naaste buren soms laat creperen? Ik
neem aan dat de mensen daarvan niet op de
hoogte zijn, anders zou het onmogelijk zijn
dat ze nog rustig bleven doorleven
Als u een wens mocht doen, wat zou u
dan verlangen?
Het liefst 500 goede gezinswoningen en
dan geen blokkedozen maar huizen waarmee
de allereerste nood gelenigd kan worden.
Tot slot moet zuster Marie-Josèph dan nog
wel een opmerking van het hart: dat ze zich
helemaal niet anders voelt dan de andere
raadsleden „Ik lijk af en toe wel een won
derdier zeg; ze. „Waarom? De intenties
van de meeste raadsleden zijn toch goed.
Waarom moet ik alleen dan in de publiciteit
komen? Alleen omdat ik een non ben? Ik
dacht dat men daar tegenwoordig anders te
genaan kijkt!"
Had ook gij geen medelijden
moeten hebben met uw mede
slaaf, zoals ook Ik medelijden
had met u? Matt heus 18 33
Vader wilde liever bij ons intrekken
dan naar het bejaardencentrum gaan.
Maar dat kan toch niet in onS gezin.
Dat is teveel gevraagd van ons...
Er wordt van ons een flinke bijdra
ge gevraagd voor de nood in de wereld.
Twee procent. Ja, ziet u, we moeten
nog zoveel andere dingen hebben: een
ijskast, een nieuw ameublement. We
zijn daarvoor aan het sparen. Dat is
toch teveel gevraagd van ons--.
Mijn zuster vroeg of ik niet haar
kinderen zou kunnen verzorgen als zij
naar het ziekenhuis moest. Maar u
weet, hoe druk ik het al heb. Ik werk
er nog bij om wat extra's te verdienen.
Dat is toch teveel gevraagd...
We hebben vroeger eens flink ruzie
gehad. Nü willen ze het. weer goed ma
ken. Maar, ik „zeg, dat kan niet, er is
toen zoveel gebeurd en gezegd. Die ver
geving is echt teveel van ons gevraagd.
Ze vroegen of ik iemand in dienst
wilde nemen die gezeten had. Ik ben
wei erg sociaal voelend, maar dat is
toch teveel gevraagd...
Hoe vaak zeggen we dat niet als het
gaat om barmhartigheid, liefde en ver
geving? Dat is teveel gevraagd... Dat is
onmogelijk. We beschouwen dat als een
wettig argument om het te laten afwe
ten.
Het is jammer dat we meestal niet
doorhebben dat we zo in feite een grote
waarheid over onszelf verkondigen. Het
is immers teveel gevraagd om vanuit
onszelf tot vergeving, barmhartigheid
en liefde te komen, waarbij wij onszelf
wegcijferen. We hebben onze monden
er wel vol van, we peppen elkaar er
wel toe op, en het is nodig, maar we
komen er vanuit onszelf nauwelijks toe.
Hoe komen we er toe? Hoe leren we
lief zijn, en barmhartig te wezen? Zit
dat in onszelf? Of moet het ons gege
ven worden zodat wij kunnen geven?
Het laatste is nodig. Want we zeggen
toch telkens: het is teveel gevraagd...
Jezus Christus maakt ons duidelijk
dat we het van Hem moeten leren. Dat
we van Hem moeten ontvangen voordat
we zelf kunnen geven. Hij vertelt het
verhaal van een man die zo'n 50.000
gulden schuldig was. Deze scnuld wordt
hem op een goede dag kwijtgescholden.
Twee minuten later pakt hij echter een
collega bij de jas die hem 10 gulden
schuldig was. Als deze belooft zijn
schuld te betalen trekt hij zich er
niets van aan en laat hem in de gevan
genis gooien. Wij zeggen: maar dat kun
je toch niet doen, als je zelf zo'n grote
schuld niet behoeft te betalen. Jezus
wil ons duidelijk maken, dat dat inder
daad niet kan. Dat blijkt uit de vraag:
„Had ook gij geen medelijden moeten
hebben" en het feit dat deze man uit
eindelijk zelf in de gevangenis komt.
Jezus wil zeggen daarmee dat we pas
vergeven kunnen als we zelf van ver
geving, die God ons wil geven, weten.
We kunnen pas lief hebben, als we we
ten door God bemind te zijn. Het
is inderdaad veel te veel van ons ge
vraagd om barmhartig te zijn als we
niet weten wat God ons allemaal on
gevraagd) gegeven heeft in Jezus
Christus. Als we ons dat bewust wor
den, geloven in Gods vergevende liefde,
dan zullen we niet zegger „dat is teveel
gevraagd", maar „wat vraagt God ei
genlijk weinig van ons in verhouding
tot wat Hij van Zichzelf gegeven
heeft."
Ds. P. L. J. Wapenaar.
RONDÓN1A, Brazilië Ben Strik
werkt in Brazilië. Ben Strik uit Apel
doorn werkt in het binnenland van Bra
zilië in het doodarme Rondönia, waarvan
de hoofdstad Porto Velho gelegen is aan
de Rio Madeira, een van die enorme zij
rivieren van de machtige Amazone-
stroom. En natuurlijk heeft'Ben Strik er
zijn moeilijkheden, dezelfde moeilijkhe
den die elke missionaris, zendeling of arts
ondervindt in het binnenland: de kleine
groep grootgrondbezitters, die een grote
groep van doodarme boertjes onbarm
hartig onderdrukt. Dat was hel grote pro
bleem. waarmee hij jaren geleden werd
geconfronteerd. Hij schrok ervan. Hij
kon tussen twee wegen kiezen. Ofwel de
zijde kiezen van de grootgrondbezitters,
zoals de kerk in Brazilië jarenlang heeft'
gedaan, ófwel de zijde kiezen van de klei
ne campesino. Met de absolute zekerheid
dat de egoïstische machtige minderheid
de strijd tegen je aanbindt.
Nu lijkt die keuze voor een missionaris
gemakkelijk, maar zij is het niet. Want
wie kiest voor de campesino, voor de klei
ne man, wordt tevens geconfronteerd met
het feit. dat sociaal werk door vele autori
teiten wordt gezien als communisme. En
er vindt vindt een strijd op leven en dood
plaats tussen de sociaal bezetenen en de
regering. Die strijd zet zich voort in het
binnenland en de machtigen weten zich
verzekerd van de steun van de autoritei
ten.
Aan Ben Strik was het. de taak te bewij
zen, dat zijn strijd niets te maken had met
communisme. Dat hij alleen maar de le
vensstandaard van de kleine man wilde
verhogen, dat hij geen opstand in de zin
had. maar wel verbetering, dat hij niet
aan een revolutie dacht maar aan een so
ciale evolutie, ontwikkeling. Zijn eerste
taak bestond erin om de campesinos te
overtuigen van het feit, dat ze uitgebuit
werden, en dat ze daaraan iets konden
veranderen door samen te gaan werken en
een coöperatie te stichten. Maar de wereld
van de analfabeet is maar klein. Zijn ge
zichtsveld reikt niet verder dan zijn maïs-
of rijstveld. Hij heeft een bijna bijgelovige
vrees voor de handelaren en geldschieters,
die hem nu al eeuwenlang hebben onder
drukt en dikwijls met geweld van wapens
hun argumenten kracht bij zetten.
Geduldig begon hij aan de kleine boer
tjes de idee van een coöperatie bij te
brengen. Het duurde lang voordat zij ge
loofden, dat deze buitenlander iets aan
hun situatie kon veranderen. Er waren
urenlange gesprekken voor nodig voordat
het tot hen begon door te dringen dat een
heid macht maakt. Tenslotte won Ben Strik
het vertrouwen van honderd boertjes en
werd de coöperatie gesticht. Het gevolg
was, dat hij vrijwel onmiddellijk daarna
in conflict kwam met de handelaren, die
zijn bloed wel konden drinken. En een
conflict in het diepe binnenland betekent:
dreigementen, omkoping van ambtenaren,
tegenwerking bij het aanvragen van pa
pieren en het verkrijgen van belangrijke
dokumenten.
Want de rijken in het binnenland zijn
machtig en ook vrij moeilijk te controle
ren. Zij hebben hun macht opgebouwd op
vrees. Als niets meer helpt beginnen de
roddelpraatjes. Waar zal het geld blijven**
dat jullie in de coöperatie steken? Wie be
heert het? Welke controle hebben jullie
erover? Maar ook deze moeilijkheden
overwon de Apeldoornse jongen Ben Strik,
die eens in Nederland een grammofoon
plaat maakte van liedjes die hij zelf zong.
De plaat werd goed verkocht, maar het
geld was er zo door, want een organisatie
in het leven roepen kost nu eenmaal geld.
Een coöperatie heeft een pakhuis nodig en
een rijstmachine; zonder dat kan zij een
voudig niet werken. Maar bovendien heeft
zij een stevige vrachwagen nodig, want de
rijst en de koffie moeten over bijzonder
slechte wegen naar het centrum gebracht
worden.
En voor die vrachtwagen kon hij geen
geld bij elkaar krijgen. Hij schreef ellen
lange brieven naar Nederland. Hij smeek
te, hij bad en intussen groeiden de rijst en
de maïs, hoopten en vertrouwden de hon
derd boertjes van zijn coöperatie op hem.
Intussen vocht hij met de handelaars, die
hem op de knieën wilden krijgen, probeer
de hij de gouverneur te overtuigen, zocht
hij steun bij goedwillende elementen.
Maar het geld uit Nederland bleef uit.
Op de MIVA. de Missie Verkeersmiddelen
Aktie, had hij nog geen beroep gedaan. Hij
hoopte tegen beter weten in. Tenslotte
kwam de oogst. Het werd een succes,
maar de vrachtwagen ontbrak om de rijst
en de maïs naar het pakhuis te brengen.
Ze bleef liggen op het land.
Dat was het moment, waarop Ben Strik
begreep, dat hij het verloren had. Men
lachte hem in zijn gezicht uit. Dat kwam
er nu van een coöperatie. Je kon de men
sen wel verenigen, je kon hen allerlei be
loften doen, maar als je die niet na kunt
komen, dan is het vertrouwen weg. Hij
probeerde een vrachtauto te huren, maai
de eigenaars werden door de handelaars
onder druk gezet. Ze beloofden te komen
maar durfden het achteraf niet. En de rijst
en de koffie bleven op het veld liggen.
De handelaars wachtten rustig hun
beurt af. Nu konden ze de kleine boertjes
voor eens en voorgoed afleren om lid te
worden van de coöperatie van die optimist
Ben Strik, de man, die hen had tegenge
werkt.
Deze wist, dat hij gefaald had, en dat
het weer minstens een jaar zou duren,
voordat hij hun vertrouwen had terugge
wonnen. Maar ze vergisten zich in hem.
Hij verkocht inderdaad rijst en de maïs
aan de sjacheraars, maar probeerde het
ontbrekende geld aan de leden van de
coöperatie te vergoeden, en hij slaagde.
Ondanks het feit dat ze hun oogst niet zelf
hadden kunnen verkopen, kregen ze er
toch meer voor dan vroeger, omdat Ben
Strik het ontbrekende geld had bijgepast.
Dat kan misschien één keer gebeuren,
maar geen twee keer. Hij mag dan mis
schien de eerste ronde gedeeltelijk hebben
gewonnen. Financieel is het voor hem per
soonlijk een geweldig verlies geweest. En
dat allemaal, omdat hij niet kon beschik
ken over een vrachtwagen. Weer zijn de
boertjes bij elkaar geweest en voor een
maal hebben ze opnieuw hun vertrouwen
aan Ben Strik gegeven. Maar de wagen is
er nog steeds niet en dus deed hij een
beroep op de MIVA.
„Ik schrijf niet meer, ik heb al zoveel
geschreven aan allerlei instanties. Ze
zullen me wel vergeten zijn. Ik ben al
zolang van huis weg. Hier. diep in het
binnenland van Brazillië, schijnt nie
mand me meer te horen. Maar ik be
schik over de toekomst van honderd
kleine boertjes. Ik kan ze een redelijk
bestaan geven. Dat is mijn manier om
God tussen de mensen te brengen. Daar
om vraag ik. Mag ik dat? Of wij nie
mand meer naar me luisteren?" 1
Ik ken die streek. Als je met de bus reist,
moet je door soldaten over de rivier gezet
worden. Ik ken die streek, want soms slaat
de pont om en ga je met vrachtwagen en
al het gele water in. Ik ken die streek,
want; als je moderne dingen nodig hebt, dan
moeten die 1300 km. van je vandaan ko
men. Ze ligt drieduizend kilometer van de
grote stad S5o Paulo, dat is zesmaal Am
sterdam-Parijs. De wegen zijn nachtmer
ries. Soms moet je overnachten in het oer
woud. Je vraagt je af waar mensen als
Ben Strik de moed vandaan halen om daar
te blijven zitten, om daar te vechten voor
honderd mensen, om daar te strijden tegen
die paar uitbuiters, die gegierd moeten
hebben van het lachen, toen de coöperatie
zonder vrachtwagen zat.
Ben Strik lacht niet. Hij wacht. Hij
wacht op Nederland, waar men altijd de
mond vol heeft over ontwikkelingshulp.
Ditmaal zal hij niet vergeefs wachten. Hij
krijgt van de MIVA zijn vrachtwagen,
mits er dit jaar voldoende geld binnen
komt. want met niets kan men niets ko
pen, dat weet niemand beter dan Ben
Strik uit Apeldoorn, en het is tevens'zijn
nachtmerrie.
Wim Hornman.
Laten we er geen
doekjes om winden-
het gaat ook nu weer
over geld. Geld dat
van u moet komen.
Voor de MIVA, de
Missie Verkeersmidde
len Aktie. Daarvoor
krijgt u vandaag of
morgen de collectebus
onder de neus geduwd
(als u wilt gireren: gi
ro 272249 van MIVA
Amsterdam). Het doel
is heel simpel: vele
missionarissen tobben met vervoer, voor zichzelf of voor ande
ren maar dat leest u in bijgaand verhaal wel. En dat onderdeel
van het missiewerk wil de MIVA voor haar rekening nemen en
daarvoor voert ze jaarlijks bliksemacties. Er liggen op dit ogen
blik 305 goedgekeurde aanvragen (na een deugdelijk onderzoek)
en daarvoor is zo'n twee en een half miljoen nodig. Dan kan
een Strik z'n vrachtwagen krijgen daar spant Apeldoorn zich
voor in en Gerrit Leek op Celebes zijn paard. ..want zelfs een
jeep begeeft het hier in de modder". Nu hangt het van u af. Van
daag en morgen.