Vrijwillig of met hulp van de fiscus? Raadslid in nonnen- kledij vecht tegen woningnoodellende De nacht merrie var Ben Strik IN SEPTEMBER DOET OOK ZUSTER MARIE-JOSÈPH HAAR INTREDE IN GEMEENTERAAD VAN DEN HAAG Dat is teveel gevraagd Zij wonnen OVERBRUG DIE AFSTAND! r TER OVERDENKING Coöperatie In een groot aantal hervormde gemeen ten wordt intensief gediscussieerd over de vraag hoe zij de inkomstenwerving het best ter hand kunnen nemen. Deze week is het probleem zelfs aan de orde gesteld op een van de buitengewone classicale verga deringen die aan de „zendbrief" van hei, moderamen van de generale synode gewijd waren. „Wal vindt u: moeten we het verplichte of vrijwillige systeem gebruiken?" werd aan synodepraeses ds. J. A. G. van Zanten (Wassenaar) gevraagd. Ds. Van Zanten, als altijd zorgvuldig zijn bewoordingen kie zend, liet in zijn antwoord op deze vraag duidelijk weten een vurige voorstander van hel; vrijwillige systeem te zijn. In hel bijzonder keerde hij zich tegen het ge bruik maken van gegevens van de (rijks)belastingdienst ten behoeve van de vaststelling van de jaarlijkse kerkelijke bijdrage door de kerkvoogdij. Uit de reacties van de vergadering (van de classis Apeldoorn) bleek dat het pro bleem in deze classis of een deel van de daartoe behorende hervormde gemeenten (en in veel hervormde gemeenten elders) nog altijd erg actueel is. In het algemeen reglement op het beheer van 1870, dat voor een deel van de her vormde gemeenten nog van toepassing is, komt ergens de bepaling voor dat kerk voogden kunnen overgaan tot de heffing van een hoofdelijke omslag op grond van een verordening door middel waarvan onder andere de grondslagen van de hef fing worden geregeld. In verreweg de meeste hervormde ge meenten die van de mogelijkheid van een hoofdelijke omslag (of hoe men deze ook mag noemen) gebruik maken, pleegt men de „aanslagen" vast te stellen na raadple ging van.de kohieren van de inkomstenbe lasting. „Ingevolge de wet kunnen gege vens hieruit door de belastingadministratie onder geheimhouding aan de kerkvoogdij verstrekt worden", zo lezen we in de ..Handleiding ten dienste van kerkvoog den", een uitgave van de Vereniging van Kerkvoogdijen (gevestigd in Dordrecht). Op grond van deze gegevens kan de kerkvoogdij een schaal voor de heffing vaststellen en krachtens de „verordening op de hoofdelijke omslag" zijn de gemeen teleden dan verplicht de opgelegde aanslag te voldoen. Gelukkig raakt het woord „aanslag" steeds meer in onbruik; waar gemeenten nog met dit systeem werken gebruikt men nu veeleer de term „uitnodiging tot beta ling". Principe van deze methode van geldwerving blijft echter dat de kerkvoog dij aan de hand van fiscale gegevens het desbetreffende gemeentelid op het formu lier al voor een bepaald bedrag „aanslaat". ^inds verscheidene jaren is een (steeds groeiend) aantal hervormde gemeenten tot een geheel ander systeem overgegaan; de vrijwillige bijdrage. Aan de gemeente leden wordt dan elk jaar een aantrekke lijk gepresenteerde begroting van de her vormde gemeente voor het komende jaar gezonden waarin ook het totaalbedrag aan kerkelijke bijdragen wordt genoemd (dus het bedrag dat alle hervormde gemeente leden me!, elkaar moeten opbrengen). De gemeenteleden worden uitgenodigd om aan de hand daarvan (met een beroep op de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor het door deze bijdragen te financie ren werk) hun bijdrage zelf vast te stellen. Om hen daarbij wat behulpzaam te zijn wordt er een eenvoudige tabel met richt lijnen aan toegevoegd. Van de gegevens van de belastingdienst wordt daarbij op geen enkele wijze meer gebruik gemaakt; ook van een juridische verplichting is ui teraard geen sprake. Belangrijkste facet ten van dit systeem: het verantwoordelijk heidsbesef van de gemeenteleden en het vermogen van de kerkvoogden te active ren. De handleiding van de Vereniging van Kerkvoogdijen zegt ervan: „Het systeem van de vrijwillige bijdragen levert intus sen, naar de ervaring in vele gemeenten heeft geleerd, veelal een aanmerkelijk ho gere opbrengst op dam een hoofdelijke om slag. Dit (geheel vrijwillige) systeem is ook meer in overeenstemming met het karak ter van de kerk. Haar leden zullen uit liefde en een besef van medeverantwoor delijkheid met elkaar datgene opbrengen wat de Kerk nodig heeft om haar taak in deze wereld te kunnen vervullen". De Vereniging van Kerkvoogdijen geeft elk jaar een aardige folder uit om de verzoe ken om bijdragen aantrekkelijker te ma ken. jyiet ds. Van Zanten zij we het volledig eens dat het geheel vrijwillige systeem (zonder fiscale gegevens) absolute voor keur verdient. De „hoofdelijke omslag" heeft in de hervormde kerk al heel wat verbittering en misverstand veroorzaakt. Uit eigen ervaring weten we dat, als de kerkvoogdij de geldwerving via de vrij willige bijdrage enthousiast en intensief opzet en volledige opening van zaken aan de gemeenteleden geeft (over de begroting enz.) het systeem van vrijwillige bijdragen méér oplevert dan de oude hoofdelijke omslag. We zijn het ook eens met de syno depraeses als hij zegt dat alleen al het woord „belasting" bij veel gemeenteleden een „wat kribbige reactie", oproept die voorkomen kan worden door als kerk voogdij helemaal geen gebruik meer te maken van de gegevens van de belasting dienst. Eveneens weten we uit (kerkvoogdelijke) ervaring dat gesprekken met niet meer meelevende kerkleden over een mogelijke vrijwillige bijdrage ten behoeve van het kerkewerk of een deel ervan veel begrip kunnen opleveren waardoor ook zij fi nanciële medeverantwoordelijkheid willen dragen voor bijvoorbeeld het kerkelijk jeugdwerk of de restauratie van een kerk gebouw. Gemeenten die nog het verplichte of se- mi-verplichte systeem kennen moeten naar onze mening het risico durven nemen om de „sprong" naar de vrijwillige bijdra ge uit te voeren. Als kerkvoogdijen dit met enthousiasme en volharding doen zul len de gemeenteleden en zij zelf later voor deze stap alleen maar dankbaar zijn! E. J. Mathies. Als op 1 september overal in den lande de nieuwe gemeenteraden bijeen zullen komen in de samenstelling zoals de burgers die bij de verkiezingen van juni hebben uitgemaakt, zal in de Haagse raadzaal ook zuster Marie-Josèph van de Ven haar intrede doen. In de kledij die zij draagt als lid van de congregatie van de zusters van Liefde uit Tilburg zal zij haar plaats innemen temidden van de andere leden van de K.V.P.-fractie. „Maar. zegt ze. wanneer een andere partij mij zou hebben gevraagd zou ik hel mis schien ook hebben gedaan. Ik ga heus niet in de gemeenteraad zitten om de belangen van de K.V.P. te verdedigen!" Waarom dan wel? In het St-WHlibrordus- huis aar. de oude Molstraat in Den Haag waar zuster Marie-Josèph woont, heeft zé ons iets verteld van haar motieven en haar plan nen. „Politiek interesseert me niet", zegt ze „en heeft ook nooit mijn belangstelliing ge had." Dat ze er nu toch op een bepaalde ma nier bij betrokken is, is te danken aan haar werk. Zuster Marie-Josèph is lerares in de expressieve vakken aan de Mirjam-mavo- school aar. de Hoef kade, een van de straten in de Haagse binnenstad die behoren tot de langzamerhand bekend en berucht geworden Schilderswijk. Juist als lerares vroeg men haar zitting te nemen in een comité dat zich als doel had gesteld de noden van deze schil derswijk in Den Haag meer bekendheid te ge ven. Voor dat doel schreef zij een spel dat op een avond werd opgevoerd en waaraan zo'n 350 mensen meewerkten, bijna allen uit de wijk. Het bracht haar in kontakt met deze mensen en met hun precaire woonsituatie. Ze werd erdoor gegrepen en ze is er voor gaan vechten. Terwille van die bewoners. Zo werd zij een vaste bezoekster van de publieke tribune als er in de Haagse gemeen teraad ook maar iets over de woningnood ter sprake kwam. Ze leerde raadsleden kennen, klampte hen aan als er een bepaald schrij nend gevaj moest worden opgelost. K.V.P.- raadsleden maar niet minder de anderen. Van daar naar de politiek was geen grote stap meer. De K.V.P.-jongeren kwamen haar opzoeken en vroegen haar om een kandida tuur voor de gemeenteraad te aanvaarden ze is er bijzonder blij mee dat het juist de jongeren waren die dat wilden. Dat het juist K.V.P.-jongeren waren telde voor haar min der mee als het op helpen aankomt maakt zuster Marie-Josèph geen enkel onderscheid Het is haar te doen om de zaak, of die nu door rooms-katholieken of door mensen met een andere levensovertuiging wordt verde digd. Bent u niet bang dat u als gemeente raadslid veel minder vrij zult kunnen op treden dan tot dusverre? Daarvoor heeft men mij gewaarschuwd. Ze hebben me gezegd dat ik niet meer zo zou kunnen denken als nu. Ik heb al enkele frac tievergaderingen van de K.V.P. meegemaakt en ik ben daar dan ook naar toe gegaan met de gedachte: laat ik oppassen want ze zullen hie mijn vrijheid Ho iet laten. M&r dat fci'rfee bijzonder meegevallen. Ik heb er denkbeelden aangetroffen waar ik het helemaal mee eens kan zijn. Maar men zal toch al gauw denken dat u zich laat binden, al is dat misschien niet het geval. U zult ook niet altijd alle proble men ineens kunnen oplossen en dan zult u misschien als kritiek te horen krijgen, dat u ook al ingepalmd wordt door de politiek. Ik zal proberen de zaken zo goed moge lijk te behartigen en ik zal mij daarbij ge heel inzetten. Het zal wel eens gebeuren dat men aan een bepaalde wens niet kan vol doen en dat ik het daarmee eens moet zijn. Dan hoop ik dat ik kan uitleggen waarorp het niet kan. En als ik inderdaad zou ont dekken, dat ik in de gemeenteraad niet het werk kan doen dat ik wil doen en niet het doel kan bereiken dat ik voor ogen heb, dan ga ik er uit. Ik heb deze baan tenslotte niet geambieerd. De mensen hebben dat ook ge weten. Het enige motief waarom ik bereid was zitting te nemen in de gemeenteraad, was de nood te helpen oplossen waar schijnlijk krijgt ik ook binnen de fractie de zaken van de volkshuisvesting toegewezen. Maar omdat ik er niet om gevraagd heb sta ik sterk: ik hoef nu niet in de eerste plaats rekening te houden met de belangen van mijn partij. Ik kan dus gemakkelijker voor mijn mening uitkomen. Verwacht u dat u als gemeenteraadslid meer zult kunnen bereiken dan tot nu toe het geval was? Dat heb ik al gemerkt. Mijn nieuwe functie heeft mij in staat gesteld in twee gevallen een oplossing te vinden. Vindt u dat de mensen voldoende door drongen zijn van de ellende van de woning nood? Dat zijn ze zeker niet alleen, zij die er werkelijk mee geconfronteerd worden weten hoe groot de nood is. Ik vraag me wel eens af: hebben de mensen dat wel door? We zijn allemaal bereid heel veel te doen voor de ontwikkelingshulp, voor Biafra en voor Bra zilië en dat is natuurlijk goed; daar sta ik geheel achter. Maar weet men wel hoe men zijn naaste buren soms laat creperen? Ik neem aan dat de mensen daarvan niet op de hoogte zijn, anders zou het onmogelijk zijn dat ze nog rustig bleven doorleven Als u een wens mocht doen, wat zou u dan verlangen? Het liefst 500 goede gezinswoningen en dan geen blokkedozen maar huizen waarmee de allereerste nood gelenigd kan worden. Tot slot moet zuster Marie-Josèph dan nog wel een opmerking van het hart: dat ze zich helemaal niet anders voelt dan de andere raadsleden „Ik lijk af en toe wel een won derdier zeg; ze. „Waarom? De intenties van de meeste raadsleden zijn toch goed. Waarom moet ik alleen dan in de publiciteit komen? Alleen omdat ik een non ben? Ik dacht dat men daar tegenwoordig anders te genaan kijkt!" Had ook gij geen medelijden moeten hebben met uw mede slaaf, zoals ook Ik medelijden had met u? Matt heus 18 33 Vader wilde liever bij ons intrekken dan naar het bejaardencentrum gaan. Maar dat kan toch niet in onS gezin. Dat is teveel gevraagd van ons... Er wordt van ons een flinke bijdra ge gevraagd voor de nood in de wereld. Twee procent. Ja, ziet u, we moeten nog zoveel andere dingen hebben: een ijskast, een nieuw ameublement. We zijn daarvoor aan het sparen. Dat is toch teveel gevraagd van ons--. Mijn zuster vroeg of ik niet haar kinderen zou kunnen verzorgen als zij naar het ziekenhuis moest. Maar u weet, hoe druk ik het al heb. Ik werk er nog bij om wat extra's te verdienen. Dat is toch teveel gevraagd... We hebben vroeger eens flink ruzie gehad. Nü willen ze het. weer goed ma ken. Maar, ik „zeg, dat kan niet, er is toen zoveel gebeurd en gezegd. Die ver geving is echt teveel van ons gevraagd. Ze vroegen of ik iemand in dienst wilde nemen die gezeten had. Ik ben wei erg sociaal voelend, maar dat is toch teveel gevraagd... Hoe vaak zeggen we dat niet als het gaat om barmhartigheid, liefde en ver geving? Dat is teveel gevraagd... Dat is onmogelijk. We beschouwen dat als een wettig argument om het te laten afwe ten. Het is jammer dat we meestal niet doorhebben dat we zo in feite een grote waarheid over onszelf verkondigen. Het is immers teveel gevraagd om vanuit onszelf tot vergeving, barmhartigheid en liefde te komen, waarbij wij onszelf wegcijferen. We hebben onze monden er wel vol van, we peppen elkaar er wel toe op, en het is nodig, maar we komen er vanuit onszelf nauwelijks toe. Hoe komen we er toe? Hoe leren we lief zijn, en barmhartig te wezen? Zit dat in onszelf? Of moet het ons gege ven worden zodat wij kunnen geven? Het laatste is nodig. Want we zeggen toch telkens: het is teveel gevraagd... Jezus Christus maakt ons duidelijk dat we het van Hem moeten leren. Dat we van Hem moeten ontvangen voordat we zelf kunnen geven. Hij vertelt het verhaal van een man die zo'n 50.000 gulden schuldig was. Deze scnuld wordt hem op een goede dag kwijtgescholden. Twee minuten later pakt hij echter een collega bij de jas die hem 10 gulden schuldig was. Als deze belooft zijn schuld te betalen trekt hij zich er niets van aan en laat hem in de gevan genis gooien. Wij zeggen: maar dat kun je toch niet doen, als je zelf zo'n grote schuld niet behoeft te betalen. Jezus wil ons duidelijk maken, dat dat inder daad niet kan. Dat blijkt uit de vraag: „Had ook gij geen medelijden moeten hebben" en het feit dat deze man uit eindelijk zelf in de gevangenis komt. Jezus wil zeggen daarmee dat we pas vergeven kunnen als we zelf van ver geving, die God ons wil geven, weten. We kunnen pas lief hebben, als we we ten door God bemind te zijn. Het is inderdaad veel te veel van ons ge vraagd om barmhartig te zijn als we niet weten wat God ons allemaal on gevraagd) gegeven heeft in Jezus Christus. Als we ons dat bewust wor den, geloven in Gods vergevende liefde, dan zullen we niet zegger „dat is teveel gevraagd", maar „wat vraagt God ei genlijk weinig van ons in verhouding tot wat Hij van Zichzelf gegeven heeft." Ds. P. L. J. Wapenaar. RONDÓN1A, Brazilië Ben Strik werkt in Brazilië. Ben Strik uit Apel doorn werkt in het binnenland van Bra zilië in het doodarme Rondönia, waarvan de hoofdstad Porto Velho gelegen is aan de Rio Madeira, een van die enorme zij rivieren van de machtige Amazone- stroom. En natuurlijk heeft'Ben Strik er zijn moeilijkheden, dezelfde moeilijkhe den die elke missionaris, zendeling of arts ondervindt in het binnenland: de kleine groep grootgrondbezitters, die een grote groep van doodarme boertjes onbarm hartig onderdrukt. Dat was hel grote pro bleem. waarmee hij jaren geleden werd geconfronteerd. Hij schrok ervan. Hij kon tussen twee wegen kiezen. Ofwel de zijde kiezen van de grootgrondbezitters, zoals de kerk in Brazilië jarenlang heeft' gedaan, ófwel de zijde kiezen van de klei ne campesino. Met de absolute zekerheid dat de egoïstische machtige minderheid de strijd tegen je aanbindt. Nu lijkt die keuze voor een missionaris gemakkelijk, maar zij is het niet. Want wie kiest voor de campesino, voor de klei ne man, wordt tevens geconfronteerd met het feit. dat sociaal werk door vele autori teiten wordt gezien als communisme. En er vindt vindt een strijd op leven en dood plaats tussen de sociaal bezetenen en de regering. Die strijd zet zich voort in het binnenland en de machtigen weten zich verzekerd van de steun van de autoritei ten. Aan Ben Strik was het. de taak te bewij zen, dat zijn strijd niets te maken had met communisme. Dat hij alleen maar de le vensstandaard van de kleine man wilde verhogen, dat hij geen opstand in de zin had. maar wel verbetering, dat hij niet aan een revolutie dacht maar aan een so ciale evolutie, ontwikkeling. Zijn eerste taak bestond erin om de campesinos te overtuigen van het feit, dat ze uitgebuit werden, en dat ze daaraan iets konden veranderen door samen te gaan werken en een coöperatie te stichten. Maar de wereld van de analfabeet is maar klein. Zijn ge zichtsveld reikt niet verder dan zijn maïs- of rijstveld. Hij heeft een bijna bijgelovige vrees voor de handelaren en geldschieters, die hem nu al eeuwenlang hebben onder drukt en dikwijls met geweld van wapens hun argumenten kracht bij zetten. Geduldig begon hij aan de kleine boer tjes de idee van een coöperatie bij te brengen. Het duurde lang voordat zij ge loofden, dat deze buitenlander iets aan hun situatie kon veranderen. Er waren urenlange gesprekken voor nodig voordat het tot hen begon door te dringen dat een heid macht maakt. Tenslotte won Ben Strik het vertrouwen van honderd boertjes en werd de coöperatie gesticht. Het gevolg was, dat hij vrijwel onmiddellijk daarna in conflict kwam met de handelaren, die zijn bloed wel konden drinken. En een conflict in het diepe binnenland betekent: dreigementen, omkoping van ambtenaren, tegenwerking bij het aanvragen van pa pieren en het verkrijgen van belangrijke dokumenten. Want de rijken in het binnenland zijn machtig en ook vrij moeilijk te controle ren. Zij hebben hun macht opgebouwd op vrees. Als niets meer helpt beginnen de roddelpraatjes. Waar zal het geld blijven** dat jullie in de coöperatie steken? Wie be heert het? Welke controle hebben jullie erover? Maar ook deze moeilijkheden overwon de Apeldoornse jongen Ben Strik, die eens in Nederland een grammofoon plaat maakte van liedjes die hij zelf zong. De plaat werd goed verkocht, maar het geld was er zo door, want een organisatie in het leven roepen kost nu eenmaal geld. Een coöperatie heeft een pakhuis nodig en een rijstmachine; zonder dat kan zij een voudig niet werken. Maar bovendien heeft zij een stevige vrachwagen nodig, want de rijst en de koffie moeten over bijzonder slechte wegen naar het centrum gebracht worden. En voor die vrachtwagen kon hij geen geld bij elkaar krijgen. Hij schreef ellen lange brieven naar Nederland. Hij smeek te, hij bad en intussen groeiden de rijst en de maïs, hoopten en vertrouwden de hon derd boertjes van zijn coöperatie op hem. Intussen vocht hij met de handelaars, die hem op de knieën wilden krijgen, probeer de hij de gouverneur te overtuigen, zocht hij steun bij goedwillende elementen. Maar het geld uit Nederland bleef uit. Op de MIVA. de Missie Verkeersmiddelen Aktie, had hij nog geen beroep gedaan. Hij hoopte tegen beter weten in. Tenslotte kwam de oogst. Het werd een succes, maar de vrachtwagen ontbrak om de rijst en de maïs naar het pakhuis te brengen. Ze bleef liggen op het land. Dat was het moment, waarop Ben Strik begreep, dat hij het verloren had. Men lachte hem in zijn gezicht uit. Dat kwam er nu van een coöperatie. Je kon de men sen wel verenigen, je kon hen allerlei be loften doen, maar als je die niet na kunt komen, dan is het vertrouwen weg. Hij probeerde een vrachtauto te huren, maai de eigenaars werden door de handelaars onder druk gezet. Ze beloofden te komen maar durfden het achteraf niet. En de rijst en de koffie bleven op het veld liggen. De handelaars wachtten rustig hun beurt af. Nu konden ze de kleine boertjes voor eens en voorgoed afleren om lid te worden van de coöperatie van die optimist Ben Strik, de man, die hen had tegenge werkt. Deze wist, dat hij gefaald had, en dat het weer minstens een jaar zou duren, voordat hij hun vertrouwen had terugge wonnen. Maar ze vergisten zich in hem. Hij verkocht inderdaad rijst en de maïs aan de sjacheraars, maar probeerde het ontbrekende geld aan de leden van de coöperatie te vergoeden, en hij slaagde. Ondanks het feit dat ze hun oogst niet zelf hadden kunnen verkopen, kregen ze er toch meer voor dan vroeger, omdat Ben Strik het ontbrekende geld had bijgepast. Dat kan misschien één keer gebeuren, maar geen twee keer. Hij mag dan mis schien de eerste ronde gedeeltelijk hebben gewonnen. Financieel is het voor hem per soonlijk een geweldig verlies geweest. En dat allemaal, omdat hij niet kon beschik ken over een vrachtwagen. Weer zijn de boertjes bij elkaar geweest en voor een maal hebben ze opnieuw hun vertrouwen aan Ben Strik gegeven. Maar de wagen is er nog steeds niet en dus deed hij een beroep op de MIVA. „Ik schrijf niet meer, ik heb al zoveel geschreven aan allerlei instanties. Ze zullen me wel vergeten zijn. Ik ben al zolang van huis weg. Hier. diep in het binnenland van Brazillië, schijnt nie mand me meer te horen. Maar ik be schik over de toekomst van honderd kleine boertjes. Ik kan ze een redelijk bestaan geven. Dat is mijn manier om God tussen de mensen te brengen. Daar om vraag ik. Mag ik dat? Of wij nie mand meer naar me luisteren?" 1 Ik ken die streek. Als je met de bus reist, moet je door soldaten over de rivier gezet worden. Ik ken die streek, want soms slaat de pont om en ga je met vrachtwagen en al het gele water in. Ik ken die streek, want; als je moderne dingen nodig hebt, dan moeten die 1300 km. van je vandaan ko men. Ze ligt drieduizend kilometer van de grote stad S5o Paulo, dat is zesmaal Am sterdam-Parijs. De wegen zijn nachtmer ries. Soms moet je overnachten in het oer woud. Je vraagt je af waar mensen als Ben Strik de moed vandaan halen om daar te blijven zitten, om daar te vechten voor honderd mensen, om daar te strijden tegen die paar uitbuiters, die gegierd moeten hebben van het lachen, toen de coöperatie zonder vrachtwagen zat. Ben Strik lacht niet. Hij wacht. Hij wacht op Nederland, waar men altijd de mond vol heeft over ontwikkelingshulp. Ditmaal zal hij niet vergeefs wachten. Hij krijgt van de MIVA zijn vrachtwagen, mits er dit jaar voldoende geld binnen komt. want met niets kan men niets ko pen, dat weet niemand beter dan Ben Strik uit Apeldoorn, en het is tevens'zijn nachtmerrie. Wim Hornman. Laten we er geen doekjes om winden- het gaat ook nu weer over geld. Geld dat van u moet komen. Voor de MIVA, de Missie Verkeersmidde len Aktie. Daarvoor krijgt u vandaag of morgen de collectebus onder de neus geduwd (als u wilt gireren: gi ro 272249 van MIVA Amsterdam). Het doel is heel simpel: vele missionarissen tobben met vervoer, voor zichzelf of voor ande ren maar dat leest u in bijgaand verhaal wel. En dat onderdeel van het missiewerk wil de MIVA voor haar rekening nemen en daarvoor voert ze jaarlijks bliksemacties. Er liggen op dit ogen blik 305 goedgekeurde aanvragen (na een deugdelijk onderzoek) en daarvoor is zo'n twee en een half miljoen nodig. Dan kan een Strik z'n vrachtwagen krijgen daar spant Apeldoorn zich voor in en Gerrit Leek op Celebes zijn paard. ..want zelfs een jeep begeeft het hier in de modder". Nu hangt het van u af. Van daag en morgen.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1970 | | pagina 9