FIETSEN IS IN TREK
Brood komt altij d van
een warme bakker
Feesten
om
appels,
pinda j
s en
Zeven
j? schoonheden
Er is ook mode voor
de
ongewone
maten
Ruim honderd bakkers zorgen dagelijks
voor het bekende dwarsgebakken hrood
Beaujolais
wordt goed
dit jaar
Amsterdams echtpaar bewijst het:
Trimmen
Lekker brood
Hetzelfde
Echt Hollands: wind,
maar optornen tegen
waterdichte Jacks, volle fietstassen. En
die storm
v -
We kopen ineens als gekken fietsen! Nou ja, als „gek
ken"... Maar toch: in de eerste vijf maanden van dit jaar
produceerden we in Nederland 255.600 fietsen, expor
teerden we er 18.800, importeerden we er 84.700 en kwa
men er bijgevolg op de eigen vaderlandse markt 321.500
rijwielen. Dat zijn er dan wel eventjes 33.800 méér dan
in de eerste vijf maanden van het vorige jaar. Hoe komt
dat nu, dat er ineens veel meer fietsen worden gekocht?
„Ik krijg keelpijn als ik tijdens het spitsuur in de stad
fiets; keelpijn van al die smerige uitlaatgassen of wat het
dan ook mag zijn", sprak een mevrouw in Rotterdam. Dat
ze wel blijft fietsen heeft niets met sportiviteit te maken:
gewoon noodzaak, boodschappen doen.
..De populariteit van de fiets neemt op dit moment ge
weldig toe", zegt men bij de RAI (Nederlandse Rijwiel- en
Automobiel Industrie) in Amsterdam. „Het vorig jaar was
voor de fiets al een recordjaar en het zit er dik in, dat dit
jaar er weer een wordt".
Even een zijstap: we exporteerden dit jaar van januari
tot en met mei dus 18.800 fietsen. Die fietsen gingen naar
de Verenigde Staten, naar West—Duitsland en vervolgens
België, Luxemburg, Suriname en Indonesië.
En de import? Waar halen we dan weer fietsen vandaan?
Wel, het vorig jaar bijvoorbeeld 95.000 uit West-Duitsland,
40.000 uit Italië, 23.000 uit Tsjechoslowakije, evenveel uit
Hongarije, 20.000 uit België en Luxemburg en nog 19.000
uit Frankrijk.
Ook kennen we Hongaarse fietsen.
Maar goed, veel meer fietsen kopen we dus. „Ook om
dat men veel sneller tot vervanging overgaat", weet men
bij de RAI in Amsterdam.
En dan is er nog een nieuweling, die enorm furore
maakt op dit ogenblik: de vouwfiets, de minifiets, de fa-
miliefiets. Iedereen kan erop, het hele gezin kan er afwis
selend gebruik van maken.
„En", zegt men bij de RAI, „doorgaans wordt die fami-
liefiets niet als vervanger, maar als „extra" aangeschaft".
„Er zijn ongetwijfeld ook medische redenen die mee
spelen bij het steeds meer aanschaffen van fietsen", zegt
in Hilversum dokter A. C. van Swol.
„Daar heb je vooral het trimmen. Door alle publikaties
en mededelingen voor radio en televisie zijn de mensen
veel meer gaan denken over zaken als bbloedvaten, hun
hart, kortom hun gezondheid. Men weet nu toch echt wel
heel goed, dat weinig beweging gewoon fout is. En voor
veel mensen is de fiets dan een uitkomst".
Dokter Van Swol zou het interessant vinden te weten,
of die gestegen verkoop van fietsen nu ten koste gaat van
de verkoop van auto's of bromfietsen.
„De mensen zijn natuurlijk nog niet zo altruïstisch om
een auto te laten staan en de fiets te nemen, om zodoen
de bijvoorbeeld mee te helpen aan het zuiverder houden
van de lucht, maar ik acht het helemaal niet uitgesloten,
dat dit bij een groep jongeren wel het geval is. Gewoon
denken: ik doe niet mee met die luchtvervuiling, ik pak
de fiets."
„Dan is het natuurlek ook duidelijk", vipdt de arts, „dat
er mensen zijn die zich onprettig voelen wanneer ze te
zwaar worden. Men gaat ook fietsen om een beter figuur
te krijgen".
Hij komt nog eens terug op de jongeren. „Ik zou wel
eens willen weten of er niet veel jongeren bij die aan-
schaffers van fietsen zijn."
En hij acht het helemaal niet uitgesloten, dat de lucht
vervuiling een psychologische rol meespeelt: mensen die
gewoon ergens lekker buiten de trappers op en neer be
wegen in een stukje gezond Nederland, ten bate van hart
en longen.
Tm het recreatiecentrum de Beeksche
Bergen bi'j Tilburg springen er in
eens een kleine honderd bakkers uit
het bosschage, die één ding duidelijk
zeggen: binnen vijf jaar zal een brood
waarschijnlijk één gulden zestig kosten.
Het zijn allemaal keurige bakkers,
vers in de ruiitjesbroek en pofmuts ge
stapt, maar wat doen ze daar zo met
een man of honderd tussen de sparre-
boompjes van dat park bij Tilburg?
Heel eenvoudig, leggen zij uit, zij beho
ren tot de 103 dwarsbakkende bakkers
van Nederland en ze zijn in De Beek
sche Bergen zojuist met zijn allen op
één foto gegaan. Die zal gebruikt wor
den in een reclamecampagne van
dwarsgebakken brood van de warme
bakker.
Nu zijn er niet veel die weten hoe je
een brood dwars kan bakken en er lig
gen ook altijd mensen overhoop met de
begrippen „fabrieksbrood" en „broodjes
van een warme bakker". Dit is dus DE
gelegenheid om licht in de duisternis te
laten schijnen en daarom vertelt niet
ver van de leeuwen in Tilburgs safari
park, een van de mannen die alles van
brood weten. Hij is de heer F. J. L. van
Geet, verkoopleider van de Samenwer
kende Bakkers Saba NV, de organisatie
waarin de 103 dwarsbakkende bakkers
van Nederland zijn vereend.
bereiding van het brood is exact het
zelfde.
Vindt u het een lekkerder dan het
andere, dan is dat louter een kwestie
van smaak én van het vakmanschap
van de man die het brood maakte".
Verder gaat de les: ieder brood dat in
Nederland op tafel komt, komt van een
warme bakker. „De zogenaamde koude
bakkers zijn de bakkers die het eigen
vuur gedoofd hebben en dus niet meer
zelf bakken.
Maar het brood dat ze verkopen,
kunnen ze alleen afnemen van iemand
die nog wel dat brood bakt een war
me bakker dus".
En dat dwarsgebakken brood, meneer
Van Geet? Wel, dat komt niet uit één
enorme fabriek, dat wordt gemaakt bij
die 103 bakkers, die allemaal hetzelfde
procédé volgen.
„Gewoonlijk is een brood recht ge
bakken", aldus de beer Van Geet. „Dat
betekent, dat de luchtkanalen lopen in
de lengterichting van het brood. De
lucht dringt daarin gemakkelijk binnen
en het brood verliest snel zijn mals
heid".
„Wij nu snijden een hrood, voordat
het gebakken wordt, in vieren. De
stukken worden negentig graden ge
draaid, weer aan elkaar gezet en vodla:
de luchtkanalen worden gestopt. Lucht
kan moeilijk binnendringen, het brood
blijft langer mals".
Ja, en dan is er nog de kwestie van
het „Lekkere brood".
„Het brood van vroeger was vaak
lekkerder dan dat van nu", zegt hij.
„Er zijn een paar oorzaken. Vroeger
konden we met bijvoorbeeld louter
Russisch graan bakken onze mensen
kunnen er nog met tranen in de ogen
aan terug denken- Waarom?
Lekker brood bak je van graan dat in
een landklimaat is gerijpt. Nederland
en Frans meel bijvoorbeeld is bijvoor
beeld heel zacht en niet zo smaakvol.
Maar via de EEG-bepalingen is de Ne
derlandse bakkerij verplicht een be
paald kwantum Westeuropees graan af
te nemen".
Dat is dus één oorzaak. Een tweede
is: wij willen steeds meer wit, heel
zacht brood. Van die plofbroodjes, niet
meer dat harde, knappende. Daar moe
ten de bakkers uiteraard rekening mee
houden, als tachtig procent van de Ne
derlanders dat wil.
„Nu hebben wij één voordeel", zegt
de heer Van Geet. „Omdat wij een
merkartikel maken, mogen we de
EEG-bepalingen ve rgeten en louter
werken met hard, stevig meel van Ca
nadees graan.
En verder: iedere goede bakker zal
hard, knappend brood voor u willen
bakken, in plaats van heel zacht. Maar
dan moeten wel al die mevrouwen dlie
nu klagen, ook hun mond open doen en
erom vragen".
Tussen de sparren van het recre
atiecentrum De Beeksche Bergen bij
Tilburg gaan een kleine honderd
dwarsbakkende bakkers op één foto.
U zult ze nog heel wat keren op pa
pier terugzien (en mischien ook per
tv), want ze gaan reclame maken
voor de eigen dwarsgebakken brood
jes.
m
Het is onzin, zegt hij, am over fa
brieksbrood of dat van de warme bak
ker te praten.
„Ieder brood", zegt hij, „is in principe
hetzelfde. Of dat nu in een grote brood
fabriek wordt gemaakt, of door één
zelfstandige bakker. Ook die ene bak
ker heeft de apparatuur waarmee men
in een fabriek werkt. Alleen heeft hij
één machine, waar er in de fabriek
misschien twee of drie staan. Maar de
LYON Het Franse instituut van
wijnboeren heeft meegedeeld' dat 1970
een prachtig Beaujolais-jaar zal wor
den.
De oogst van dit jaar zal zowel in
kwaliteit als kwantiteit beter zijn dan
het vorig jaar. De druivenoogst begint
rond 15 september.
In Bourgondië, dat 80 km noordelij
ker ligt, hebben hagelstormen echter
naar schatting 35 procent van de oogst
van 1970 vernield.
Rondom de appel en de pinda worden
gedurende de herfstmaanden in veel
plaatsen van de Verenigde Staten festi
viteiten georganiseerd. Vooral de appel
mag zich verheugen in een feeks fees
ten, waarvan sommige meer dan een
week duren.
In Southington, Connecticut, bijvoor
beeld wordt van 9 tot en met 18 okto
ber een groots feest gehouden ter ere
van de appeloogst, terwijl in Boonville,
Californië, appels en appelprodukten,
zoals taarten en gebak genuttigd kun
nen worden tijdens een speciale Appel
Show, die van 25 tot 27 september
duurt.
Ook de pinda en de vele produkten
die daarvan gemaakt kunnen worden,
krijgen in de herfstmaanden extra be
langstelling. In Dotham, Alabama, -wor
den ter ere van de oogst optochten;
kermissen en bowlingwedstrijden geor
ganiseerd. In Emporia, Virginia, wordt
op 26 oktober een eresaluut aan de pin
da gébracht door middel van een op
tocht, die wordt aangevoerd door de
Pinda Koningin en andere festiviteiten.
De dadelpruim, een in ons land
onbekende lekkernij, is ook al een
vrucht waaraan een driedaags festival
wordt gewijd. De dadelpruim is oranje
van kleur, heeft dezelfde vorm als een
pruim en smaakt overheerlijk.
In Mitchell, Indiana, wordt van 24 tot
27 september de lof van deze vrucht
bezongen en jaarlijks komen er meer
dan 10.000 mensen kijken ruaar de tal
rijke festiviteiten die ter ere van de
dadelpruim worden gehouden.
Maar behalve de feestelijkheden
rondom vruchten, is de herfst in Ame
rika ook bij uitstek geschikt en po
pulair voor het organiseren van gro
te vistoernooden, zowel zoetwater- als
diepzeevisserij. De hele maand oktober
wordt in Destan, Florida, een toernooi
gehouden, waar een gewiekste visser in
totaal bijna 36.000 gulden aan prijzen
in de wacht kan slepen.
Een ander zeer bijzonder evenement
is de jaarlijkse „ratelslangen klop
jacht", die van 17 september tot 17 ok
tober wordt gehouden in San Antonio,
Florida. Alle slangen worden levend
gevangen en daarna overgedragen aan
een wetenschappelijk instituut.
l Zii waren, dat moet. aezead alleen en in vereniaina ee.n r
'Zij waren, dat moet gezegd alleen en in vereniging een
lust voor het oog, zoals zij daar op hun gemak door het
gangpad kwamen aanwandelen. De trein was al afgeladen vol vertrok-
ken, en op dit knooppunt van lijnen kwam er nog een verse lading
reislustigen m,et koffers, tassen, plunjezakken en kinderen opgewekt bin-
nenklirhmen.
Maar deze koele schoonheden hadden wel gezorgd aan de kop van
de stoet te verschijnen om rustig op de vrijgekomen plaatsen beslag
te leggen. Eén belandde aan mijn zijde, en in die situatie was er, met
enige opzet mijnerzijds, weinig voor nodig om een gesprek aan de gang
te krijgen. Na een vluchtige monstering van deze uitgelezen exemplaren
lichting drieënvijftig was ik al tot de conclusie gekomen dat de pret
nog in het blauwe verschiet lag. Zij zagen er zo fris en smetteloos uit
niets van de lusteloze verkreukelde aanblik die twee weken tekort aan
slaap en teveel aan inspanning te zien geven.
Niets daarvan: heldere kijkers, geborstelde haren, vlekkeloze kleren
wiee zegt daar dat de hedendaagse jeugd één troep sloddervossen en
vuilpoetsen is? Deze meiskes van hooguit zeventien behoefden alleen
maar handschoentjes aan te trekken om ergens op een marktplein
brokjes kaas of tulpen te gaan uitdelen aan vertederde toeristen.
Maar dat bleek niet zozeer de bedoelingmijn bruinogige donkerblonde
buurvrouw informeerde na een praatje over het fraaie weer of wij
nog ver van een bepaalde halte verwijderd waren. Die bleek namelijk
het uitgangspunt van hun gezamenlijke dagtocht naar hete beroemde
dorp waar het hooi nog altijd met punter en vaarboom wordt vervoerd.
En zo kwam ik ongevraagd te weten hoe de tienertoer, die brainwave
van onze nijvere spoormannen, het antwoord blijkt op langgekoesterde
tienerdromen, speciaal van de vrouwelijke afdeling. Want, nietwaar
voor een zeventienjarig maagdelijn zit er nog bitter weinig avontuur in
het vakantie houden.
Je kunt met pa en moe en eventuele aanhang mee naar Noordwijk
of Noorwegen waar je altijd weer in hetzelfde familiegezelschap moet
■meezeulen. Wandelingen maken, op terrasjes zitten, aan het strand
liggen in gezinsverband. Want je bent echt nog te jong voor liften
naar Rome, om maar helemaal te zwijgen van een wandeltocht naar
Parijs met een rugzak op en een vriendje aan je zijde.
Een tocht met een touringcar zóu er nog mee door kunnen, maar dan
zit je ook weer met enkel oudere mensen tussen de wielen en wordt er de
hele dag bemoederd.
Bij een gastvrije oma of tante logeren heeft het voordeel dat je, af en
toe ook eens kunt doen wat je zelf wilt. Maar daar staat weer tegenover
dat je op de omgeving allang bent uitgekeken, en al angstige
opschudding verwekt als je een half uur te laat voor het eten bent.
Het valt nog altijd echt niet mee om tussen het servet van schoolkind
en het tafellaken van zelfstandig vrouwmans-met-salaris te zitten
snakken naar een beetje vrijheid van beweging. En dan komt daar
onverwacht die tienertoer van acht dagen onbeperkt reizen voor twee
hele tientjes uit de blauwe lucht vallen. Netjes met het spoortje in
gezelschap van een stel gelijkgestemde vriendinnen, zonder het wakend
oog van een bezorgd ouder persoon. Niet dat je zo gebrand bent op
dolle uit-de-band springerij, maar je wilt zélf wel eens wat van de
wereld gaan zien op jouw manier en in gezelschap van jouw keuze.
Dat werd niet met zoveel woorden gezegdmaar wel door een opge
togen toon verraden. Het logies? o, absoluut geen probleem. Gisteren
hebben we gelogeerd bij een tante van mij, en vandaag slapen we in
het weekeindhuisje van haar ouders die ergens op de Balkan zitten.
We hebben onze lakenzakken bij ons, niemand behoeft voor ons extra
was te doen, al vinden ze dat ook niet erg. Zo hebben we al drie
provincies achter de rug en bewaren Walcheren voor het laatst. Daar
schijnt dan ergens een bevriende caravan ter beschikking te komen.
De trein nadert het beginpunt van de dagdroom. Zij hangen de
vijgemanden aan de bruine armen, planten de flaphoeden op de
zwierende haren en verdwijnen met een vriendelijk wuif je naar het
balkon. Rustig, zelfbewust, elegant, zes sportieve schoonheden die
op bescheiden schaal aan het zalig zwerven begonnen zijn. Met als enige
bijstand een spoorboekje en een Hollandse tong. Zes schoonheden waar
is de zevende van het opschrift gebleven? Die heeft al die tijd zwijgend
tegenover mij gezeten, en gretig toegeluisterd. Nu kijkt zij mij aan
met een steelse weemoedige glimlach. Zij is rank en broos, zilverwit haar
krult onder haar donkerblauw hoedje uit. Een beeld van een oma in
een turquoise wandelpakje, een parelsnoertje om de tengere hals. En
haar ogen, die de geluksvogels hebben nagetuurd zeggen spijtig: Waarom
ben ik ook zo veel vroeger op de wereld gekomen?
Als we met zijn allen voor de natio
nale spiegel gaan staan, moeten we toe
geven dat we niet zo'n erg beeldschoon
volk zijn. Daar kunnen we twee dingen
aan doen.
Afvallen want daar zit het hem
meestal in. En dat doen we dan lekker
toch niet, gezien de verkoop van gebak-
punten en patatten.
We kunnen de feiten ook nemen zoals
ze zijn en de mollige buik en boezem
wegmoffelen in slankmakende, goede
kleren.
Wie dat laatste probeert, barst niette
min toch vaak in tranen uit. „Mevrouw
wilt u dat jurkje, met uw figuur?"
lacht dan zo'n kledingverkoopsters en
kijkt alsof ze voor de olifanten in Artis
staat. Of u blijkt een nek te hebben die
nog nooit is voorgekomen en een rug
getje zo kort dat geen kledingfabrikanl
daar rekening mee kan houden of ar
men die... enfin, vult u zélf maar in.
Het zijn zomaar en paar problemen
van naar schatting vijftig procent van
onze vrouwelijke bevolking boven de
dertig jaar. Want die ongeveer vijftig
procent heeft nu net niet het figuur om
meteen in een maatje 40 en 42 confectie
te springen, zonder dat er iets aan ver
anderd hoeft te worden.
Lang niet al die vrouwen zullen com
plexen krijgen van hun kledingproble-
men, maar het is natuurlijk wel een
beetje om gefrustreerd van te worden
als je als vrij forse, lange vrouw van
pakweg veertig jaar nergens een
maxijurk kunt krijgen.
Een van onze grootste kledingbedrijven
levert maxi maar tot maatje 42, midi
daarentegen weer tot maat 46 en 50 (de
mantels).
Er zijn natuurlijk ook schattige ver
koopsters, die alle begrip hebben voor
niet volmaakte confectiefiguren, maar
het laten veranderen van een jurk of
jas gaat steeds moeilijker en wordt
duurder. Als u dan al ongeveer in dat
kledingstuk past.
Dit allemaal wetende, moet u ont
houden, dat in Amsterdam twee vre
selijk aardige mensen wonen, die
vijf jaar geleden een confectie-ate-
lier met winkel begonnen voor al die
lange, korte of dikke, breed in de
schouders of heupen zittende vrouwen.
Dat zijn de heer en mevrouw H. L.
Kokmeyer, wan het modehuis „Joyeu-
se" voor ongewone maten.
Mevrouw Kokmeyer kent uit eigen er
varing het probleem van de grote maten.
„Ik heb zo'n raar figuur", zegt ze, „dat
ik in iedere winkel terecht kom bij de
bekende grijze jurkjes met reverskraag
en driekwart mouw. Ik ben nog vrij
jong en voel me daar dood ongelukkig
in".
„Als ik moet vertellen welke afwij
kingen en afwijkinkjes vrouwen alle
maal in hun figuur kunnen hebben, dan
lijkt het of wij voor een verzameling
kreukelaars werken", zegt ze. „Dat is
niet zo. Goed, mijn man heeft wel eens
twee centimeters nodig om iemands
boezem te kunnen meten, maar dat
komt niet steeds voor.
„Neen, wij redeneren zo", zegt ze.
„Er moeten in de confectie eigenlijk
geen afdelingen „grote" en „kleine"
maten zijn. Het is veel juister om te
stellen, dat er een collectie moet zijn
voor de tieners en een collectie voor de
volwassen vrouw. Wij werken voor de
De heer en mevrouw H. L. Kok
meyer in Amsterdam: ,,Maxi is ideaal
voor de grote maten maar dan moe
ten die grote maten ook maxi kunnen
krijgen".
laatste categorie en houden er daarbij
dus rekening mee dat vrouwen boven
de dertig vaak niet meer een gemiddeld
confectiefiguur hebben".
„Misschien door het kinderen krijgen,
misschien door vervetting of misschien
ook omdat een vrouw na haar dertigste
jaar pas haar vaste vormen gaat aan
nemen. Ik weet de oorzaak niet, weet
wel dat een vrouw dan vaak sterk ver
andert".
Voor al die vrouwen passen de heer
en mevrouw Kokmeyer jurken of jas
sen gewoon bij hen uit het rek
gratis aan het figuur. En geen mens
gaat de deur uit, voor het als gegoten
zit