Oogst van de Braameen
akker-zoom Z",„t 1
Van konijn
tot wasbeer
o1 goede gave
Bovisten in
Beekbergse
hobby-tuin
m m mn
F)e heer C. Tak oud-mari-
nier, die met zijn gezin op de
Veluwse zandgrond is neergestre
ken heeft van die overgang nog
altijd veel plezier. Hij kan welis
waar de grote tuin rondom zijn
woning aan de Veldhofweg 21 nau
welijks aan, maar de Beekbergen-
se bodem levert hem en de zijnen
een keur van groenten en fruit,
getuige veel verduurzaamd fruit,
vruchtensappen en kolossale fles
sen met vruchten op brandewijn.
meeste belang. Van minder belang is
voor hen te weten, dat de braam tot
de familie van de roosachtigen be
hoort en dat er van de bos braam
tientallen ondersoorten bestaan. Som
mige plantkundigen maken er hun
levenswerk van al die ondersoorten
te determineren en te beschrijven.
Bosbramen groeien op alle gronden
en vooral de Veluwe is er vol van,
al moeten de plekjes wel even ge
zocht worden en zijn ze soms moei
lijk bereikbaar. Maar dat is juist een
leuk aspect van de recreatie in de
vrije natuur. Vruchten kun je ook
te kust en te keur in de winkel ko
pen, doch iets waar je zelf moeite
voor gedaan hebt, smaakt veel lek
kerder. Wat dat betreft gaat het net
als met het vissen: een eigen vangst
geeft meer voldoening dan het fijnste
blik zalm, dat zo maar voor de con
sumptie kan worden geopend.
Yyramen laten zich goed verwerken.
Van de weldaad der zomerzon
kan bij wijze van spreken ook gedu
rende de winter worden genoten. De
uit bramen getrokken siroop kan bij
vele smakelijke maaltijden dienst
doen, al wordt in ons land misschien
van de mogelijkheden nog veel te
weinig gebruik gemaakt.
Wij zagen de werking van een uit
Duitsland meegebrachte „Fruchten-
safter". Dat is een aluminium ketel
met een hangende zeef er in. De
vruchten worden gewassen, nadat
zij, als het vroeg in het seizoen is,
eerst even in zout water zijn gezet
om de larfjes van de frambozenke-
ver te verdrijven. Na het wassen
worden de bramen in de zeef gedaan
en wordt suiker naar smaak toege
voegd. Onder de zeef zit een kleine
pan met water. Dit water wordt aan
de kook gebracht. De stoom die
ontstaat jaagt door de vruchten heen
TN onze jonge jaren kon het nog
gebeuren, dat wel zeer ortho
doxe, maar niet minder bijgelovige
boeren heftig discussieerden over
heksen, spoken en „witte wieven",
die het de landman in veld en bos
zo verschrikkelijk lastig konden ma
ken. Op de buurtvisites, met gaande
weg de inhoud van meer kleine
glaasjes achter de knopen, raakten
ze zo compleet in vuur, dat anderen
er de rillingen bij over de rug liepen.
Ook in die nette tijd deden sommige
mensen dingen die het daglicht niet
konden verdragen. Dan plaagde hen
het geweten en klopte hun de angst
in de keel, als zij meenden overal in
de stille schemer vage wezens te zien,
die het op hun vege lijf en hun zon
dige ziel gemunt hadden.
Wij hebben nooit vergeten het re
laas van de oude boer, die door een
opkomende nevel in paniek raakte
en wegdraafde naar de rand van zijn
akker, waar hij in de singel een goed
heenkomen trachtte te vinden. Ineens
voelde hij zich, naar zijn zeggen,
aan alle kanten vastgegrepen. Hij be
gon uit alle macht te schreeuwen:
„Ze heb mien, ze heb mien" en dat
moet erg ijselijk hebben geklonken.
Met grote moeite wist de belaagde
landbouwer zich aan de greep van de
geest te ontworstelen, waarna hij met
het koude zweet nog op zijn voor
hoofd bij moeder de vrouw aanland
de.
Een paar nuchtere buren, die het
griezelige verhaal hadden aange
hoord, vroegen de man voorzichtig
of hij niet in de bramenbosjes was
vastgeraakt, maar daar wilde het
arme slachtoffer, weer helemaal op
zijn ponteneurniets van weten. In
tussen hebben wij het wel altijd daar
op gehouden. Bramen of „brummels"
zoals wij ze noemden, waren er in
onze jaren namelijk ontzaggelijk
veel.
Tad er hand kwam er een tendens
■t om tussen de akkers al die sin
geltjes en walletjes op te ruimen. Het
struikgewas nam goede cultuurgrond
in beslag en dat was maar schade,
meenden de mensen die het dachten
te weten. Maar weer later won een
ander inzicht het veld: die bosjes
hadden wel degelijk nut in de strijd
tegen de erosie. Men constateerde,
dat na al te veel ontbossing de bo
dem begon te verstuiven in gebieden
waar dit nooit eerder was voorgeko
men.
Zo zijn er ook in 1970 nog terrein-
tjes waarvan men kan zeggen: „Der
löp un kronkelpad deur 't gruun
krek an de bèkenrand, met ranke,
slanke bar kens tam, woar rieke as
wilde wingerd op weg noa meer en
hoger lieh zich brummelstruken slin
gert, die dikke, donkre vruchten
draag. Wat wieter lig yvit zand, waor
rappe èverdessen speult of stille op
vliegen loert. De wind, die zuutig
ruk noa 't heet, strik zagchies deur
de melen, maak loom, is lauw en vol
geluk, wil hat en zinnen strelen. De
brom zit zingend in de loch. Un blie-
je doeve koert"
Het is dit jaar een goed bramen -
jaar en zo kunnen onze kinderen en
kindskinderen tegenwoordig nog net
en onttrekt het sap aan de bramen
dat via een slangetje aan het appa
raat rechtstreeks in flessen kan wor
den afgetapt.
Men kan hiervoor flessen met beu
gelsluiting gebruiken, maar evengoed
kan gebruik worden gemaakt van
rubberdopjes op de flessen. In beide
zo genieten als wij vroeger van de
heerlijke natuursport „brummels
plukken"
Ty ramen zijn smakelijke vruchten
en bevatten een hoog vitami
ne-gehalte. In sommige delen van ons
land worden veredelde bramen ge
teeld, maar die cultuur heeft slechts
zeer plaatselijk in Zeeland en in de
Betuwe een hoge vlucht genomen.
De wilde bramen doen in smaak
en aroma niet voor de gekweekte
onder. Naast de framboos en de
steenbraam, de laatste waarschijnlijk
een relict uit de naaldbossen van vlak
na de lJstijd, zijn er nog twee soor
ten: de dauwbraam van de Rivieren
streek en de bosbraam. De bosbraam
is het algemeenste en het smakelijk
ste en dus voor de plukkers van het
gevallen is gebleken, dat het op deze
manier gewonnen sap jarenlang goed
kan blijven.
Het bramenseizoen duurt in gunsti
ge jaren tot diep in oktober. Er kun
nen dus nog vele goede gaven van de
natuur worden geoogst voor de win
ter invalt.
m mmm
Suède en bont zullen het
deze winter in alle tinten
en variaties gaan doen. Wat
de lengte betreft: hoofdza
kelijk in midi en maxi.
Deze collectie (van Barabre
de Grootlaat zien een
suède mantel in zwart, ge
voerd en afgezet met witte
lam, een bruin-wite poncho
van konijn met donkerbruine
vosrand en een langharige
naturel pahmi-mantel,
afgezet met wasberebont.
,,De lucht is goed in Beekber
gen", zegt de heer Tak en om de
van oorsprong niet zo vruchtbare
Veluwse aarde, „opgevend" te
houden, laat de tuinierende oud
marinier paardemest komen en
Friese koemest uit Witmarsum.
Welke mest de sporen hebben
bevat, waaruit de reuzenbovisten
in de tuin van de heer Tak zijn
ontstaan, zal wel altijd een raad
sel blijven. Het was mevrouw
Tak, die de eerste ontdekte. Ze
meende, dat op het ruige terrein-
tje een plastic emmer was ach
tergebleven. Zij gaf er een schop
tegenaan en toen bleek 't hele
maal geen emmer te zijn, maar
een bolvormige paddestoel, groter
dan een voetbal. Er verschenen
nadien telkens nieuwe paddestoe
len van reusachtige afmetingen,
die door deskundigen als exem
plaren van de zeldzame reuzen-
bovist (Bovista gigantea) werden
herkend. Om de groeiplaats te be
schermen heeft de heer Tak een
bosje distels in de omgeving laten
staan.
Qinds april van dit jaar hei
tweede jaar, waarin deze
merkwaardige zwammen zich in
de Beekbergense tuin lieten zien
kwamen negen bolvormige
vruchtlichamen boven de grond.
Het is namelijk zo, dat de „bal
len" voortkomen uit de onder
aardse „zwamvlok" of het „my
celium". De Bovista gigantea"
behoort tot de hoofdgroep van de
buikzwammenen tot de afde
ling van de „Lycoperdaceae" of
stuif zwammen"
Eerst zijn de bovisten helderwit
en later zien ze er uit als gewel
dige aardappels. De heer Tak con
stateerde acht tot tien centimeter
groei per week. Deze paddestoe
len kunnen wel een middellijn als
die van een fietswiel bereiken en
hebben dan een gewicht van eni
ge kilogrammen. Zo groot zijn ze
in Beekbergen niet, maar exem
plaren met 96 centimeter omtrek
zijn bij de heer Tak heel gewoon.
Dr. Fop I. Brouwer van Bert
Garthof's programma voor de
zondagmorgen heeft voor de reu
zenbovisten aan de Veldhofioeg
ook al belangstelling getoond.
Waarschijnlijk zullen we er dus
via de radio binnenkort nog meer
over horen.